Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen 31 mei 2012
INHOUDSOPGAVE Inleiding ................................................................................................................................................................... 3 1. Totale resultaten ............................................................................................................................................. 4 1.1 Elektriciteitsverbruik ..................................................................................................................................... 4 1.2 Gasverbruik ................................................................................................................................................... 4 1.3 Warmteverbruik ............................................................................................................................................ 4 1.4 Totaalverbruik in megajoules ........................................................................................................................ 5 1.5 Uitstoot van CO2 ............................................................................................................................................ 5 1.6 Calorische waarde van de energiebesparing ................................................................................................ 5 1.7 Calorische waarde van opgewekte energie .................................................................................................. 6 1.8 Kolomdiagrammen ........................................................................................................................................ 6 2. Top drie meeste energie besparende bedrijven (branche) ............................................................................. 8 3. Top drie minst energie besparende bedrijven (branche) ............................................................................... 8 4. Gevoeligheidsanalyse ...................................................................................................................................... 9 Advies aan de gemeente ....................................................................................................................................... 11
INLEIDING Het Bossche Energie Convenant (later te noemen: BEC) is in 2010 ondertekend door 24 organisaties uit ‘s-Hertogenbosch 1. Inmiddels is dit aantal gegroeid naar 37. De deelnemende organisaties hebben het convenant ondertekend om een doel te realiseren. Het doel is om binnen drie jaar, vanaf 2009, een energiebesparing te hebben gerealiseerd van 10% en/of dit percentage te behalen in de vorm van duurzaam opgewekte energie. Het BEC kent vele bijeenkomsten voor de deelnemers, waaronder het congres op 31 mei 2012. Tijdens dit congres presenteren studenten van Avans Hogeschool ’s-Hertogenbosch de tussenstand van BEC anno 2011. Tevens schrijven deze studenten een rapport, te weten dit adviesrapport. Dit rapport schetst de tussenstand van BEC als geheel. De deelnemende organisaties zijn voor het behoud van de privacy ingedeeld in branches. Ingegaan wordt op de behaalde resultaten, de gerealiseerde besparingen, de trends en de vraag in hoeverre de doelstelling van BEC behaald is. Tot slot wordt er een conclusie gegeven over de voortgang en een advies gegeven aan de gemeente van ‘s-Hertogenbosch De gegevens in dit rapport zijn ontleend aan de volledig ingevulde enquêtes die door de deelnemers zijn verstrekt alsmede de verslagen die andere derdejaars studenten Bedrijfseconomie van Avans Hogeschool ’s-Hertogenbosch hebben gemaakt naar aanleiding van hun bezoeken en interviews bij de deelnemers van BEC.
1 http://www.bosscheenergieconvenant.nl
1. TOTALE RESULTATEN In dit hoofdstuk zullen de totale resultaten van BEC worden getoond op het gebied van: het elektriciteitsverbruik het gasverbruik het warmteverbruik het totaalverbruik van elektriciteit, gas en warmte in megajoules de uitstoot van CO2 in kilogrammen de energiebesparing in megajoules de hoeveelheid opgewekte energie in megajoules Deze resultaten zijn gebaseerd op de informatie die door de deelnemers zelf is verstrekt, hetzij direct via de enquêtes, hetzij indirect via de verslagen die de bezoekende studenten gemaakt hebben naar aanleiding van een interview bij de deelnemers. Aan het einde van dit hoofdstuk worden een aantal kolomdiagrammen getoond met betrekking tot de resultaten per branche, volume van de besparingen per branche en het succes van de door de deelnemende bedrijven getroffen maatregelen. Het jaar 2009 wordt als basisjaar genomen om vergelijkingen te trekken.
1.1 ELEKTRICITEITSVERBRUIK Het elektriciteitsverbruik van de deelnemers was in 2009 in totaal 203.484.980 kilowattuur. Zoals uit onderstaande tabel af te lezen valt, is er in 2010 minder verbruikt ten opzichte van 2009 dan in 2011. Dit kan te maken hebben met een koudere winter. Op basis van alleen het elektriciteitsverbruik is de hoofddoelstelling van 10 procent besparing niet behaald, dan zou er namelijk slechts 1 procent besparing zijn. kWh Index
2009
2010
2011
203.484.980 100
197.585.668 97
201.355.857 99
1.2 GASVERBRUIK Het gasverbruik van de deelnemers was in 2009 in totaal 23.844.820 kubieke meter. Zoals uit de tabel blijkt, is in 2010 een forse daling van het verbruik ingezet naar 18.496.730 kubieke meter, in 2011 is deze daling ten opzichte van 2009 licht hoger. Op basis van alleen het gasverbruik is de hoofddoelstelling ruim dubbel behaald, namelijk 23 procent.
m3 Index
2009
2010
2011
23.844.820 100
18.496.730 78
18.287.818 77
1.3 WARMTEVERBRUIK Het warmteverbruik van de deelnemers was in 2009 in totaal 124.019.163 megajoule. In tegenstelling tot het elektriciteitsverbruik en het gasverbruik neemt het warmteverbruik in 2010 en 2011 toe ten opzichte van 2009. In de tabel is te lezen dat er in 2010 32 procent meer is verbruikt en in 2011 zelfs 62 procent.
MJ Index
2009
2010
2011
124.019.362 100
163.922.447 132
200.642.741 162
Dit zou op het eerste gezicht een slecht teken kunnen zijn, echter is het in dit geval juist goed dat het verbruik toeneemt. Wat men aan warmte in megajoules verbruikt, wordt niet aan elektriciteit en gas verbruikt. De warmte is afkomstig van het eigen gebouw, deze wordt in de warme tijd van het jaar opgeslagen om in de winter gebruikt te kunnen worden als energiebron voor de verwarmingsinstallatie.
1.4 TOTAALVERBRUIK IN MEGAJOULES Omdat er voor elektriciteit, gas en warmte drie verschillende eenheden worden gebruikt, namelijk kilowattuur, kubieke meter en megajoule, is ervoor gekozen om het totaalverbruik in megajoules uit te drukken. Hiervoor is het elektriciteitsverbruik en het gasverbruik omgerekend naar megajoules. Het resultaat van deze omrekening valt te lezen in onderstaande tabel.
MJ Index
2009
2010
2011
1.695.187.614 100
1.525.760.856 90
1.568.706.368 93
Op basis van de cijfers in deze tabel is de hoofddoelstelling in 2010 precies behaald, maar in 2011 lijkt slechts 7 procent te zijn bespaard ten opzichte van 2009.
1.5 UITSTOOT VAN CO2 Doordat elektriciteit nog steeds voornamelijk door verbranding van fossiele brandstoffen als kolen opgewekt wordt en doordat gas op zich al een fossiele brandstof is, heeft het verbruik van deze energiebronnen altijd uitstoot van koolstofdioxide of CO2 tot gevolg. De verbruikte kilowatturen, elektriciteit en kubieke meters gas zijn omgerekend naar kilogrammen CO2. Dit levert de volgende gegevens op: 2009 2010 2011 Door elektriciteitsverbruik Door gasverbruik Totaal
123.718.868
120.132.086
122.424.361
43.516.797 167.235.665
33.756.533 153.888.619
33.375.267 155.799.628
Uit deze gegevens blijkt dat de meeste uitstoot wordt veroorzaakt door het elektriciteitsverbruik. Dit ligt aan het feit dat de deelnemers aan BEC nog te weinig gebruik maken van duurzaam opgewekte energie, zoals windenergie en zonne-energie.
1.6 CALORISCHE WAARDE VAN DE ENERGIEBESPARING Aangezien in dit hoofdstuk al eerder het totaalverbruik is uitgedrukt in megajoules, is het ook interessant om te weten te komen hoeveel elektriciteit, gas en warmte is bespaard in megajoules. Onderstaande tabel geeft het antwoord op deze vraag:
Elektriciteit Gas Warmte
2009
2010
2011
0 0 0
21.237.523 169.944.467 -39.903.084
7.664.843 195.439.782 -76.623.379
Het eerste dat opvalt is dat alle drie energiebronnen in 2009 op nul staan. Dit is omdat de besparingen ten opzichte van dat jaar berekend dienen te worden. De meeste besparing is afkomstig van gas, de minste besparing is afkomstig van warmte. Dit is dezelfde tegenstrijdigheid als bij het eerder getoonde verbruik van warmte. Dit neemt niet weg dat deze energiebron juist duurzamer is dan gas.
1.7 CALORISCHE WAARDE VAN OPGEWEKTE ENERGIE Een zo duurzaam mogelijke en financieel aantrekkelijke manier om energie te verbruiken is het zelf opwekken van energie. Enkele deelnemers aan BEC passen dit reeds toe. Voor de uniformiteit is voor de berekening van de opgewekte energie in elektriciteit, gas en warmte wederom gekozen voor de eenheid megajoules. De volgende tabel geeft de opgewekte energie weer: 2009 2010 2011 Elektriciteit Gas Warmte
12.195.040 43.865.677 15.837
15.910.992 43.005.665 31.152
31.015.598 48.128.457 31.608.352
Zoals af te lezen valt, is de opgewekte energie uit elektriciteit in 2011 verdubbeld ten opzichte van 2009. De opgewekte energie uit warmte is in 2011 zelfs bijna vertienvoudigd ten opzichte van 2009. De opgewekte energie uit gas is min of meer gelijk gebleven, alleen in 2011 is er naar verhouding een lichte stijging, terwijl 2010 een daling kende. Het percentage opgewekte energie vertoont een stijgende lijn: in 2009 was dit 3 procent, in 2010 was het licht gestegen naar 4 procent en in 2011 werd de 7 procent bereikt.
1.8 KOLOMDIAGRAMMEN Tot slot nog enkele kolomdiagrammen die een beeld geven van de branches die in het convenant vertegenwoordigd zijn, alsmede een beeld van het volume van de besparingen en het succes van de maatregelen.
NB: Dit diagram heeft betrekking op 21 bedrijven. Dit zijn niet alle deelnemers, de andere deelnemers hebben hun informatie incompleet aangeleverd.
NB: De totale energiebesparing per 2011 is 7 procent. Bovenstaande diagram vertoont de besparingen per branche t.o.v. 2009.
NB: Uit bovenstaande diagram blijkt dat bijna de helft van de bedrijven (10 van de 21) niet bespaart, maar juist meer verbruikt dan in 2009. Er zijn 6 bedrijven die besparen, maar de doelstelling van 10 procent (net) niet halen. De overige 5 bedrijven halen de doelstelling wel, 3 daarvan doen het zelfs beter dan de doelstelling.
2. TOP DRIE MEESTE ENERGIE BESPARENDE BEDRIJVEN (BRANCHE) 1. ZAKELIJKE DIENSTVERLENING Een bedrijf in de branche zakelijke dienstverlening heeft met 47.421.113 MJ een besparing van 42% gerealiseerd in 2011 ten opzichte van 2009. De maatregelen die getroffen is een oud pand te verruilen voor een nieuw en energiezuinig pand.
2. OVERIG Een bedrijf in de branche overige heeft met 105.414.122 MJ een besparing van 41% gerealiseerd in 2011 ten opzichte van 2009. Deze besparing is mogelijk gemaakt door in zijn geheel te verhuizen naar een nieuw en zuiniger pand met nieuwe en zuinigere apparatuur.
3. FINANCIËLE DIENSTVERLENING Een bedrijf in de branche financiële dienstverlening heeft met 776.422 MJ een besparing van 18% gerealiseerd in 2011 ten opzichte van 2009. Door welke maatregelen dit is gebeurd is niet bekend gemaakt aan zowel de bezoekende studenten als de samenstellers van dit rapport.
3. TOP DRIE MINST ENERGIE BESPARENDE BEDRIJVEN (BRANCHE) 1. INDUSTRIE Een bedrijf in de branche industrie heeft met 7.820.027 MJ een toename van 57% gerealiseerd in 2011 ten opzichte van 2009. Naar eigen zeggen van het bedrijf zijn er te weinig maatregelen getroffen om tot energiebesparing te komen. De reden daarvan is dat men slechts relatief kort aan MVO doet en daarom nog niet meer verbeteren kan.
2. ZAKELIJKE DIENSTVERLENING Een bedrijf in de branche zakelijke dienstverlening heeft met 1.591.340 MJ een toename van 53% gerealiseerd in 2011 ten opzichte van 2009. De verklaring hiervan is een toenemend gebruik van groene stroom.
3. ONDERWIJS Een ander bedrijf in de industrie heeft met 1.387.228 MJ een toename van 21% gerealiseerd in 2011 ten opzichte van 2009. De reden hiervan is dat er te weinig aandacht is besteed aan het besparen van energie. Er is alleen bespaard op de verlichting, terwijl de primaire processen gewoon zijn doorgegaan.
4. GEVOELIGHEIDSANALYSE De vier bedrijven die uitschieten in het resultaat, waarvan twee positief en twee negatief, zijn in onderstaande diagram weggelaten. Hierdoor ontstaat een ander totaal energieverbruik en daarmee ook een ander totaal energiebesparing. De conclusie hiervan is dat er zonder de vier uitschieters géén besparing heeft plaatsgevonden, maar juist een toename van het energieverbruik van 1 procent.
NB: Dit diagram heeft betrekking op 17 bedrijven. Dit zijn niet alle deelnemers, de andere deelnemers hebben hun informatie incompleet aangeleverd.
NB: Indien de uitschieters worden weggelaten blijkt uit bovenstaande diagram dat er géén besparing heeft plaatsgevonden, maar een toename in energieverbruik. De toename is gestegen met 1 procent in 2011 t.o.v. 2009.
NB: Uit bovenstaande diagram blijkt dat meer dan de helft van de bedrijven (9 van de 17) niet bespaart, maar juist meer verbruikt dan in 2009. Er zijn 5 bedrijven die besparen, maar de doelstelling van 10 procent (net) niet halen. De overige 3 bedrijven halen de doelstelling wel en doen het zelfs beter dan de doelstelling.
ADVIES AAN DE GEMEENTE Aan de deelnemers is gevraagd wat volgens hen de invloed van BEC is op de besparingen. Er werd geantwoord dat de bewustwording is gegroeid, dat het contact tussen de deelnemende bedrijven soms tot goede duurzame initiatieven leidde en dat men van elkaar kon leren. Er waren ook geluiden dat BEC juist geen invloed had, dat men al bezig was met maatschappelijk verantwoord ondernemen. Deze geluiden zijn echter wel in de minderheid. Over het algemeen vinden de deelnemers dat BEC hen net dat ene zetje in de goede richting geeft, waarna men zelfstandig gaat werken aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Als onderdeel van de enquête voor de deelnemers werd hen gevraagd of zij een eigen doelstelling konden formuleren voor hun deelname aan BEC. In het onderzoek is gekeken in hoeverre deze doelstellingen geformuleerd waren en zo ja, in hoeverre deze behaald zijn. Van de 35 deelnemers zijn er slechts 11 bedrijven die individuele doelstellingen hebben geformuleerd. Van de bedrijven met een doelstelling met betrekking tot elektriciteit heeft een 27% deze behaald en 73% niet. Bij de bedrijven met een doelstelling met betrekking tot gas is 50% erin geslaagd hun eigen doelstelling te behalen, de andere 50% niet. Uit onderzoek is gebleken dat de meeste besparende maatregelen betrekking hebben op het secundaire proces. Dit komt door het feit dat veel deelnemers een dienstverlenend bedrijf zijn, waar weinig te besparen valt op het primaire proces. Overigens zijn de dienstverlenende bedrijven vrij veel vertegenwoordigd in ’s-Hertogenbosch, hierdoor doen er meer van dergelijke bedrijven mee met het convenant. De twee meest besparende maatregelen hebben te maken met een verandering van huisvesting. De algemene BEC doelstelling van 10% is in 2011 nog niet behaald. Er kan op twee manieren naar de tussenstand gekeken worden. Enerzijds naar alle bedrijven (21) die hun cijfers compleet hebben ingeleverd en anderzijds naar alle bedrijven die hun cijfers hebben ingeleverd, exclusief de vier uitschieters (17). Dit levert twee compleet verschillende resultaten op. In het geval van alle 21 bedrijven is in 2011 het percentage van energiebesparing 7%. In het geval van de 17 bedrijven is in 2011 dit percentage van energiebesparing -1%. Dat wil zeggen dat er een toename van energieverbruik heeft plaatsgevonden in tegenstelling tot en gewenste besparing. Het advies aan de gemeente is om zorg te dragen dat de deelnemende bedrijven het BEC serieuzer nemen. Serieuzer zowel in de zin van aanleveren complete gegevens als in toepassen van besparingen. Daarnaast valt er veel meer te besparen in de primaire processen, het proces dat een direct verband heeft met de bedrijfsactiviteiten van het bedrijf. Tot dusver vindt er voornamelijk besparing plaats op de secundaire processen, zoals verlichting en isolatie. Om het BEC een groter succes te laten zijn kan er gedacht worden aan het aantrekken van meer productiebedrijven, daar valt een grote duurzaamheidslag te slaan. Nu is ’sHertogenbosch een stad met veel dienstverlening, het advies is daarom het geografische gebied waarin BEC actief is te vergroten.