UROLOGIE
Cryotherapie bij prostaatkanker
BEHANDELING
Cryotherapie bij prostaatkanker Uw uroloog heeft verteld dat hij uw prostaattumor met cryotherapie zal behandelen. Dit is een behandeling waarbij de tumor met een speciale methode wordt bevroren. In deze folder kunt u nog eens rustig nalezen wat deze behandeling precies inhoudt. • een urinekweek: we onderzoeken uw urine. Als het nodig is krijgt u een recept voor antibiotica.
Cryotherapie Bij cryotherapie behandelen we de tumor in uw prostaat door deze te bevriezen. Dit doen we door een aantal dunne naalden in de tumor te prikken en via deze naalden onder hoge druk vloeibaar Argongas in te spuiten. Dit gas is zo koud dat zich op de punten van deze naalden ijs vormt en de prostaat bevriest. Daarna spuiten we via deze naalden vloeibaar heliumgas in. Hierbij komt warmte vrij waardoor het ijs en het prostaatweefsel weer ontdooien. Dit herhalen we meerdere keren. Door dit proces van bevriezen en ontdooien worden de kankercellen in de prostaat vernietigd.
De verpleegkundige kan u meer vertellen over deze onderzoeken.
Naar de anesthesist De behandeling vindt plaats onder algehele narcose. Daarom gaat u na het gesprek met uw arts bij de anesthesist langs. Hij/zij bespreekt de narcose (verdoving) met u.
Eten en drinken Voor de operatie moet u nuchter zijn. Dat betekent dat u een aantal uren voor de operatie niets meer mag eten en drinken. De anesthesist geeft aan vanaf welk tijdstip u niet meer mag eten en drinken.
Voorbereiding Onderzoeken Voordat we u kunnen behandelen met cryotherapie, zijn de volgende onderzoeken meestal nodig: • een echografie van de prostaat; • het nemen van enkele prostaatbiopten: hierbij nemen we voor onderzoek een stukje weefsel weg uit de prostaat; • een CT/PET- en/of MRI-scan: bij dit onderzoek kijken we onder andere of er uitzaaiingen in de lymfeklieren zitten;
Geen kunstgebit, sieraden, lenzen/bril Draagt u een kunstgebit? Doe deze dan uit voordat u naar de operatiekamer gaat. Doe ook uw lenzen uit en uw bril en sieraden af. U kunt deze achterlaten op de verpleegafdeling. Sieraden en andere waardevolle spullen kunt u zelfs het beste thuislaten. Het ziekenhuis kan namelijk niet aansprakelijk gesteld worden voor diefstal of verlies van uw spullen. 1
Via deze katheter laten we gedurende de ingreep warme vloeistof door uw plasbuis stromen, zodat deze tijdens het bevriezen van de prostaat niet te veel afkoelt (zie afbeelding, nr. 3). Na afloop van de operatie verwijderen we de katheter weer. Ook wordt er een slangetje via de buikwand in de blaas gebracht. Via dit slangetje wordt de blaas geleegd. Dit slangetje noemen we een suprapubische katheter of buikkatheter (zie afbeelding, nr. 4). Daarnaast plaatst de uroloog in de prostaat en in de buurt van de endeldarm thermonaalden (zie afbeelding, nr. 5). Zo kan hij zien of de plasbuis en de endeldarm niet te koud worden en hoe koud de prostaat zelf wordt tijdens het bevriezen en ontdooien. Als de uroloog klaar is met de behandeling verwijdert hij de naalden en plaatst een stevig verband op de plaats waar de naalden hebben gezeten. De buikkatheter blijft zitten (meer informatie vindt u onder het kopje Buikkatheter). De ingreep duurt ongeveer 2 tot 3 uur.
De dag van de operatie U meldt zich op de dag van de operatie op de afgesproken tijd en plaats in het ziekenhuis. U bent nuchter (zie bij Eten en drinken) en bent zo nodig gestopt met uw bloedverdunnende medicijnen. De afdelingsverpleegkundige vangt u op en vertelt u nog eens wat er precies gaat gebeuren. Vlak voor de operatie krijgt u een operatiepak aan. Daarnaast krijgt u een paracetamolzetpil en een injectie fraxiparine om trombose te voorkomen. Vervolgens wordt u met uw bed naar de voorbereidingsruimte van de operatieafdeling gebracht. Daar plaatst de anesthesist bij u een infuus waardoor u de narcosemiddelen toegediend krijgt.
De operatie Tijdens de operatie ligt u op uw rug op de operatietafel. Uw benen liggen in speciale beensteunen, zodat de uroloog goed bij de prostaat kan. Dan kan de ingreep beginnen. Eerst brengt de uroloog een aantal naalden in in het gebied tussen de anus en de balzak: hier bevindt zich de prostaat (zie afbeelding, nr. 1). Hoeveel naalden er nodig zijn is afhankelijk van de grootte van de prostaat. Doordat er tegelijkertijd echo’s worden gemaakt via de anus, weet de uroloog precies waar hij de naalden moet plaatsen (zie afbeelding, nr. 2). Vervolgens begint hij met het bevriezen en ontdooien van de prostaat; de uroloog doet dit een aantal keer. Door dit proces worden de kankercellen in de prostaat vernietigd (zie de alinea Cryotherapie). Tijdens de operatie plaatsen we een katheter, een dun slangetje, die via de plasbuis in de blaas uitkomt.
3
4
1 5 2
1. 2. 3. 4. 5.
2
De uroloog plaatst naalden in de prostaat. De uroloog maakt echo’s via de anus; zo weet hij waar hij de naalden moet plaatsen. De katheter via de plasbuis voorkomt dat deze te veel afkoelt. Een buikkatheter om de blaas te legen. Thermonaald om de temperatuur van de endeldarm, plasbuis en prostaat in de gaten te houden.
Na de operatie
tie om harde ontlasting te voorkomen.
U wordt na de operatie wakker op de uitslaapkamer. Als u goed wakker en stabiel bent gaat u terug naar uw kamer op de verpleegafdeling. De verpleegkundige controleert hier regelmatig uw bloeddruk, hartritme en urineproductie. Ook bekijkt zij de wond. Op de dag van de operatie blijft u in bed.
Pijn Na de cryotherapie kunt u pijn hebben. Het is van tevoren niet te voorspellen hoeveel pijn u zult hebben en hoelang. U krijgt hiervoor pijnstillers voorgeschreven.
Bloed in uw urine U kunt in de eerste weken en/of maanden na de operatie nog wat bloed in uw urine hebben. Dit is heel normaal. We adviseren u daarom om goed te blijven drinken, 1,5 tot 2 liter op een dag. Dit is belangrijk om uw blaas goed te ‘spoelen’.
Infuus Na de operatie hebt u een infuus in uw hand of arm. U krijgt via dit infuus vocht toegediend. Zodra u weer voldoende eet en drinkt en we u de laatste antibiotica hebben gegeven, verwijderen we het infuus.
Naar huis Meestal verblijft u één nacht in het ziekenhuis en mag u de dag na de ingreep naar huis. U kunt naar huis als: • u geen koorts hebt; • uw bloeduitslagen in orde zijn; • u zichzelf goed kunt verzorgen; • u normale ontlasting hebt; • u de buikkatheter zelf kunt verzorgen; • de ontslagpapieren in orde zijn; • instructies voor thuis hebt meegekregen.
Buikkatheter Daarnaast hebt u een buikkatheter. Dit is een flexibel slangetje dat via uw onderbuik in uw blaas zit. Door het slangetje loopt de urine uit uw blaas. U hoeft dus niet zelf te plassen. De buikkatheter kan de blaaswand irriteren waardoor u het gevoel hebt dat u moet plassen. Dit wordt ook wel blaaskramp genoemd. Hebt u hier last van? Bespreek dit dan met de verpleegkundige. U kunt hier medicatie voor krijgen. De buikkatheter blijft een week zitten. De verpleegkundige bespreekt met u hoe u de katheter thuis kunt verzorgen.
Complicaties Erectiestoornissen Na de cryotherapie moet u er rekening mee houden dat u erectiestoornissen zult hebben. In de meeste gevallen zijn spontane erecties niet meer mogelijk. Wanneer de prostaat bevroren is geweest kan er tijdens het orgasme geen zaadlozing meer plaatsvinden. Het gevoel bij het orgasme verandert echter meestal niet.
De eerste dagen na de operatie De eerste dag na de operatie helpt de verpleegkundige u zonodig bij de lichamelijke verzorging. Het is belangrijk dat u de eerste dagen na de operatie niet hoeft te persen bij de ontlasting. Persen veroorzaakt druk in het prostaatgebied waardoor de prostaat kan gaan bloeden. Daarom krijgt u medica3
Ongewild urineverlies Sommige mannen hebben na de operatie last van ongewild urineverlies. Meestal is dit tijdelijk. Als u voor de ingreep al last had van urineverlies, dan kan dit na de operatie verergeren. Ook kunt u plasklachten krijgen of kunnen deze toenemen; u moet dan vaker kleine beetjes plassen.
Fistel Heel soms kan er na bevriezing van de prostaat een gaatje (fistel) ontstaan tussen de blaas/plasbuis en de dikke darm. Deze ernstige complicatie komt gelukkig weinig voor (minder dan 5%).
Leefregels voor thuis Voor uw herstel is het belangrijk dat u de eerste 6 weken na de operatie: • geen zware lichamelijke arbeid verricht; • niet fietst; • niet seksueel actief bent; • niet te hard perst bij de ontlasting; • geen zetpillen inbrengt of uw lichaamstemperatuur meet via de anus; door de operatie kan het slijmvlies gevoelig zijn en makkelijk gaan bloeden; • voldoende drinkt om de blaas goed te kunnen ‘spoelen’.
Wanneer neemt u contact met ons op? Neem tot de eerste poliklinische controles contact op met de poli Urologie als: • u aanhoudende pijn hebt die niet verdwijnt na het innemen van de voorgeschreven pijnstillers; • u koorts hebt boven de 38,5°C of langer dan 24 uur boven de 38°C koorts hebt;
• u hevig bloedverlies met stolsels hebt; • er geen urine meer in de katheterzak komt. U vindt het telefoonnummer van de poli achter in deze folder.
Een week na de operatie Een week na de operatie komt u terug naar het ziekenhuis voor een dagopname. Tijdens deze opname sluiten we de buikkatheter af met een dopje en kijken we of het u lukt om weer zelf te plassen. Als het plassen goed gaat, verwijderen we de katheter. Het wondje in de buikwand kan nog iets lekken. Hiervoor krijgt u verbandmateriaal mee naar huis. Daarnaast krijgt u een recept voor antibiotica mee, omdat u een groter risico hebt op een blaasontsteking.
Controle Na 3 maanden hebt u een controleafspraak met de uroloog.
Vragen? Hebt u vragen? Neem dan gerust contact op met de poli Urologie. U vindt het telefoonnummer in het adreskader achter in deze folder.
St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00 E
[email protected] www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00
Urologie 088 - 320 25 00
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern
Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
URO 39/06-’15
Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis