Crisismonitor maart 2011 Samenvatting Economie en bedrijvigheid Het consumentenvertrouwen in Nederland is nog altijd negatief, maar laat een verder herstel zien. Positief is dat het aantal nieuwe bedrijven in Houten nog altijd het aantal bedrijfsopheffingen en faillissementen overtreft. Ook de werkgelegenheid in Houten neemt nog altijd toe. Arbeidsmarkt en inkomen De werkloosheid in Houten neemt toe, sinds de zomer van 2010 vooral onder de ouderen. Onder jongeren neemt de werkloosheid daarentegen weer af. Hoewel het aantal arbeidsplaatsen is toegenomen, blijft het aantal vacatures bij het UWV Werkbedrijf ver achter bij het aantal werkzoekenden. Het aantal aanmeldingen bij vakwerk steeg in 2010 met 53% ten opzichte van een jaar eerder. Het aantal WW-uitkeringen stijgt in 2010 minder sterk dan in 2009. Het aantal bijstandsuitkeringen stabiliseert en neemt zelf licht af sinds de zomer van 2010. Dit na een duidelijke stijging vanaf begin 2009. De vraag om schuldhulpverlening, met een toenemend aantal zelfstandigen, blijft maandelijks hoog. Het aantal lopende dossiers blijft toenemen. Woningmarkt en vastgoed De Houtense koopwoningmarkt heeft nog altijd te kampen met een gebrekkige doorstroming. Het aantal transacties is in grote lijnen stabiel sinds begin 2009, maar ligt nog altijd ver onder het niveau van voor de crisis. Kopers reageren sterk op tijdelijke prijsstijgingen en -dalingen. Het aanbod blijft in alle segmenten van de woningmarkt stijgen. Ook de verkoopprijs van woningen bevindt zich nog altijd onder het niveau van voor de crisis. Met name het duurdere segment (vraagprijs ≥ € 350.000) heeft het moeilijk. Starters krijgen de financiering moeilijk rond. De sociale huurwoningmarkt komt steeds meer onder druk te staan. De woningbouwplanning zal de komende jaren neerwaarts moeten worden bijgesteld. Er is nog geen sprake van een herstel van de grondverkoop c.q. planontwikkeling bij de uitgifte van bedrijfsterreinen in Houten. Dit ligt niet zozeer aan een gebrek aan belangstelling, maar meer aan het feit dat financiering voor bedrijven blijvend lastig is. De stijging van de leegstand in kantoren in Houten heeft zich verder voortgezet. Lag de leegstand in 2008 nog ver onder het Nederlands gemiddelde (14%), in 2010 kwam het net boven dit gemiddelde te liggen (15%).
1
2
Inleiding Crisismonitor Vanwege de (nasleep van) de economische recessie in Nederland is er behoefte aan inzicht in de gevolgen hiervan voor de gemeente Houten. De Concernstaf brengt daarom in samenwerking met Sociale Zaken en Ruimtelijk Beleid ieder half jaar een Crisismonitor uit. Hierin komen de volgende thema’s aan bod:
Economie en bedrijvigheid Arbeidsmarkt en inkomen Woningmarkt en vastgoed
Per thema worden de meest actuele feiten en ontwikkelingen weergegeven. Bij de crisismonitor wordt een collegebrief gevoegd, waarin de belangrijkste uitkomsten uit de monitor nader wordt geduid en waarin de aanpak van de crisis en de gevolgen voor het beleid nader worden beschreven. Ook wordt in de brief ingegaan op de actuele financiële ontwikkelingen binnen de gemeente. De wereldwijde crisis op de financiële markten, ontstond in de zomer van 2007. De Nederlandse economie kwam als gevolg van de kredietcrisis in een forse recessie terecht. Vanaf september 2008 was sprake van een escalatie van de problemen: diverse grote banken kwamen in problemen, het bancaire systeem dreigde vast te lopen door een grotendeels bevriezen van de interbancaire geldmarkt. Vanaf het tweede kwartaal van 2008 was de groei van het bruto nationaal product (op kwartaalbasis) negatief. Door de cijfers in deze monitor, waar mogelijk, vanaf begin 2007 te presenteren kunnen de ontwikkelingen vanaf het begin van de crisis worden gevolgd.
3
4
Economie en bedrijvigheid In het navolgende wordt als eerste een algemeen beeld van de huidige economische situatie geschetst. Daarbij komt ook het consumentenvertrouwen aan bod. Tenslotte wordt inzicht gegeven in enerzijds het aantal nieuwe bedrijven en anderzijds het aantal bedrijfsopheffingen en faillissementen in Houten.
Economie Bescheiden groei Nederlandse economie De economie groeit weer en de werkloosheid neemt af. Volgens het CPB groeit de Nederlandse economie in 2011 en 2012 met respectievelijk 1¾% en 1½%. De verwachting is dat de werkloosheid 1 volgend jaar daalt tot 4%. Dit betekent dat de arbeidsmarkt weer krap begint te worden. Daarnaast daalt het overheidstekort veel sneller dan verwacht. Het CPB verwacht voor dit jaar een tekort van 3,7%. Volgend jaar komt het Rijk nog 2,2 procent tekort. In 2010 was dit tekort nog 5,2%. Toch gaat het nog zeker twee jaar duren voor het welvaartsverlies is ingelopen. De economische groei blijft voorlopig nog grotendeels afhankelijk van de export. Nederland profiteert daarbij vooral van de goede gang van zaken in Duistland. In dat land is de economische groei hoog en de Nederlandse 2 exporteurs profiteren daarvan. Bij deze macro-economische cijfers moeten wel een paarkanttekeningen worden geplaatst. Zo zal de verwachtte economische groei niet voor alle sectoren gelden. Vanuit de bouwsector wordt nog een tweede golf ontslagen en faillissementen verwacht. Dit aangezien de bouwproductie van nieuwe 3 projecten nog steeds opschuift of uitblijft. En ook de daaraan gekoppelde branches als kantoorinrichters, architectenbureaus en ontwikkelaars zullen de gevolgen van de immer uitblijvende opdrachten voelen. Het is nog onvoorspelbaar hoe groot dit effect zal zijn. Daarnaast speelt op mondiaal niveau de schuldencrisis in Europa, de aardbeving in Japan en de onrust in de landen rond de Middellandse zee een onberekenbare factor. Uitblijvende investeringen, opdrijvende olieprijzen. Het is onzeker welke invloed dit op de wereldhandel zal hebben en op welke manier dit lokaal voelbaar wordt. Provincie Utrecht blijft koploper maar de voorsprong slinkt Kijkend naar de ontwikkelingen op provinciaal niveau, dan blijft Utrecht ook in 2011 de provincie met het hoogste bruto regionaal product per inwoner: ongeveer € 42.800 (landelijk gemiddeld € 35.600). Binnen de provincie Utrecht leveren de stedelijke gebieden Amersfoort en Utrecht daar de grootste bijdrage aan. Sterk vertegenwoordigde sectoren in die steden zoals de zakelijke en financiële dienstverlening kennen een bovengemiddelde arbeidsproductiviteit. Vergeleken met tien jaar terug is de productie per hoofd van de bevolking in Utrecht echter minder hard gestegen dan het landelijke gemiddelde. Ook de voorsprong op de nummer twee, NoordHolland, is flink teruggelopen. Dit komt vooral omdat binnen de sectorale opbouw van de Utrechtse economie, het aandeel van een hoog productieve sector als de financiële dienstverlening, minder hard is gegroeid. In 2009 was de regionaal economische groei in Utrecht -3,3% en landelijk -3,9%. In 2010 4 respectievelijk 1,2% en 1,7%. Voor 2011 worden de volgende percentages verwacht: 1,5% en 1,4%. Licht herstel consumentenvertrouwen Het consumentenvertrouwen geeft informatie over het vertrouwen en de verwachtingen van 5 consumenten over de ontwikkelingen van het economisch klimaat en de koopbereidheid. Het consumentenvertrouwen heeft zich in het afgelopen kwartaal verder hersteld van de negatieve tendens die zich midden 2007 inzette. Aannemelijk is dat (mede) de positieve berichtgeving van economisch herstel hieraan ten grondslag ligt. 1
In 2010 was het percentage werkloze beroepsbevolking nog 4,5%. Bronnen: CPB Centraal Economisch Plan 2011 (22 maart 2011) en Algemeen Dagblad, 23 maart 2011. 3 De omzet in de bouwsector is in 2010 met 9% gekrompen (bron CPB: Centraal Economisch Plan 2011). 4 Kwartaalbericht Regio's, ING Economisch Bureau, maart 2011. Bruto regionaal product per inwoner en regionaal economische groei percentages 2010 en 2011 op basis van ramingen ING Economisch Bureau. 5 De index kan een waarde aannemen van -100 tot +100. Bij een indexwaarde van 0 is het aandeel pessimisten gelijk aan het aandeel optimisten. 2
5
Figuur 1:
Consumentenvertrouwen in Nederland, seizoensgecorrigeerd
Bron: CBS.
Bedrijvigheid Aantal nieuwe bedrijven overtreft wederom het aantal bedrijfsopheffingen en faillissementen De volgende twee figuren geven het aantal bedrijfsopheffingen/ faillissementen en het aantal nieuwe bedrijven weer in de gemeente Houten. Het aantal bedrijfsopheffingen is in het vierde kwartaal flink gestegen (figuur 2). Dit is een jaarlijks terugkerend patroon. Over het derde en vierde kwartaal werden 163 bedrijven opgeheven. Het aantal faillissementen en surseances van betaling bedroeg over dezelfde periode respectievelijk 18 en 5. Over de hele tijdsperiode gezien, neemt het aantal opheffingen en faillissementen/surseances van betaling, gestaag toe. Figuur 2:
Bedrijfsopheffingen en faillissementen in Houten
200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
1e kw
2007
2e kw
3e kw
2008
Opheffingen bedrijven
4e kw
1e kw
2e kw
3e kw
2009
4e kw
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
2010
Faillissementen & Surseances
Bron: Kamer van Koophandel.
Het aantal nieuwe bedrijven in de tweede helft van 2010 bedroeg 195, terwijl er nog eens 147 overige oprichtingen werden gemeld (figuur 3). De overige oprichtingen kwamen volledig voor rekening van
6
bedrijven die nieuw in Houten komen, maar geen starter zijn. Naast nevenvestigingen en dochterondernemingen kunnen dit ook verplaatsingen betreffen van bedrijven die voorheen buiten Houten gevestigd waren. Naar verwachting zal het voor een groot aandeel ZZP-ers betreffen die nieuw in Houten zijn komen wonen. Dus wederom nam het aantal bedrijven in de gemeente Houten toe (positief saldo). Opmerkelijk is wel dat waar in de reeks de piek van het aantal starters normaliter in het eerste kwartaal valt, deze zich nu e al in het voorgaande 4 kwartaal van 2010 lijkt voor te doen. Een verklaring hiervoor is niet direct te geven. Figuur 3:
Nieuwe bedrijven in Houten*
200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 1e kw
2e kw
3e kw
2007
4e kw
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
1e kw
2e kw
2008
Starters
3e kw
4e kw
2009
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
2010
Oprichtingen
* De groep starters betreft nieuwe bedrijven die zich in Houten vestigen. Bij oprichtingen gaat het om bestaande bedrijven die nieuw in Houten komen, maar geen starter zijn. Bron: Kamer van Koophandel.
Aantal arbeidsplaatsen neemt opnieuw toe Positief is dat het aantal arbeidsplaatsen in Houten in 2010 opnieuw is toegenomen. In de provincie Utrecht heeft de gemeente Houten het op dat punt het beste gedaan. Uit de cijfers van het Provinciaal Arbeidsmarkt Register, dat het aantal bedrijven en ook de arbeidsplaatsen bij die bedrijven registreert over een jaar (van mei tot mei), blijkt dat in de provincie Utrecht ongeveer 9.000 banen zijn verdwenen. In diezelfde periode kwamen er in Houten ongeveer 800 arbeidsplaatsen bij. De stijging is onder meer te danken aan nieuwe bedrijven die zich in Houten hebben gevestigd.
7
8
Arbeidsmarkt en inkomen Dit deel van de crisismonitor behandelt de thema’s arbeidsmarkt en inkomen. Daarbij wordt ingegaan op de werkloosheidscijfers, de ontwikkeling van vacatures, de resultaten van Vakwerk Houten, het aantal bijstandsuitkeringen en de vraag om schuldhulpverlening in Houten.
Arbeidsmarkt Een belangrijke indicator voor de economische situatie is het aantal werklozen. In de onderstaande grafieken wordt weergegeven hoe het er met de werkloosheid in Houten voorstaat. Naast de algemene ontwikkeling wordt ingegaan op de ontwikkeling van de werkloosheid naar leeftijd en geslacht. De werkloosheid nam in 2010 minder sterk toe dan in 2009. Er is nog geen sprake van een stabilisatie, maar de groei vlakt wel af De onderstaande figuur geeft weer hoe het aantal niet werkende werkzoekenden (NWW’ers) zich in Houten ontwikkelt sinds 2007. Figuur 4:
Werkloosheid (Niet Werkende Werkzoekenden*) in Houten
* Niet-werkende werkzoekenden (NWW): bij UWV ingeschreven werkzoekenden van 15-64 jaar zonder werk of minder dan 12 uur per week werkzaam. Bron: www.werk.nl (Landelijke arbeidsmarktinformatie).
De sterke stijging van het aantal niet-werkende werkzoekenden in 2009, kreeg aanvankelijk een vervolg in 2010. In de zomer en in de herfst van 2010 waren nog wel pieken waarneembaar, maar naar verhouding was de groei minder sterk dan het jaar er voor. Over het hele jaar is sprake van een lichte groei met ruim 2% (januari 2010 - januari 2011). Over dezelfde periode een jaar eerder, was de toename 22%. De piek lag in september (737) en oktober 2010 (749), waarna weer een lichte daling is opgetreden. De aantallen liggen sinds september 2010 op het niveau van bijna drie en half jaar daarvoor. In de tussenliggende periode lagen de aantallen steeds lager, met het laagste cijfer in juni 2008 (540). Landelijke cijfers laten een vergelijkbaar beeld zien. Het percentage werklozen ten opzichte van de Houtense beroepsbevolking was eind 2010 3,0%. In 2009 was dit nog 2,8%.
9
Werkloosheid laat met name onder ouderen een stijging zien. Werkloosheid onder jongeren neemt daarentegen sterk af De volgende twee figuren laten de ontwikkeling van de werkloosheid naar leeftijd en geslacht zien. Figuur 5:
NWW naar geslacht en leeftijd in Houten
Bron: www.werk.nl (Landelijke arbeidsmarktinformatie) en Jongerenloket lekstroom
Bij de vorige monitor viel de snelle stijging van het aantal niet werkende werkzoekenden in de jongste leeftijdscategorie op. Na de zomer is die stijging veranderd in een daling en nu is het niveau van 2009 weer bereikt. De daling na de zomer heeft te maken met de startdatum van opleidingen. Door een opleiding te volgen wordt de kans op arbeid vergroot. In de huidige economische situatie wordt door jongeren regelmatig voor die weg gekozen. Ook slagen jongeren er zelfstandig in werk te vinden. De daling die Houten te zien geeft in de jongste leeftijdscategorie komt landelijk niet in dezelfde mate naar voren. De daling in Houten is ongeveer twee keer zo groot. De toestroom van jonge werklozen in de eerste maanden van 2010 trad ook bij de Lekstroomgemeenten en in de regio op. Exacte oorzaken zijn lastig aan te wijzen, maar in ieder geval is er de 6 toestroom van de jongeren die uitvallen van school (BBL ) en de jongeren die de eerste maanden zelf gezocht hebben naar werk en mogelijkerwijs 1 januari als grens hebben gesteld om daarna hulp te gaan zoeken. Tegenover de daling onder jongeren staat juist een sterke stijging in de hoogste leeftijdscategorie. Die vond vooral in de zomer van 2010 plaats en vlakt daarna af. Landelijk gezien is er tussen januari 2010 en januari 2011 in die leeftijdscategorie echter nauwelijks sprake van een stijging, al is het wel de enige categorie waar van een stijging sprake is over die periode. In de provincie Utrecht is zelfs sprake van een daling met 8,5% in die periode. Daar tegenover staat in Houten in 2010 een stijging met 9%.
6
BBL betekent Beroeps Begeleidende Leerweg. Een BBL-opleiding is een beroepsopleiding in de vorm van werkend leren. Je werkt als leerling-werknemer vier dagen per week in een bedrijf of instelling en gaat in het algemeen één dag (of twee avonden) per week naar school. Beide manieren van leren, dus de praktijk in het bedrijf en de theorie op het ROC, vullen elkaar aan en vormen samen de beroepsopleiding.
10
Figuur 6:
NWW naar geslacht en leeftijd in Houten, geïndexeerd januari 2007 = 100
Bron: www.werk.nl (Landelijke arbeidsmarktinformatie).
De eerdere constatering dat het aantal niet-werkende werkzoekenden in de jongste leeftijdscategorie sinds de zomer van 2010 sterk is gedaald, komt duidelijk naar voren in bovenstaande grafiek. Ook de stijging in de hoogste leeftijdscategorie is goed zichtbaar. Naar geslacht onderverdeeld blijkt de stijging vooral op te treden bij de mannen. De afgelopen twee jaar is dat aantal met 44% toegenomen, terwijl de groep vrouwen veel minder sterk groeide, namelijk met bijna 10%. UWV Werkbedrijf constateerde voor de regio Utrecht-Midden in januari 2011 een lichte groei van het aantal niet werkende werkzoekenden. De relatief grootste toename trad op in de leeftijdscategorie tot 35 jaar. Ook in Houten is de groei in de jongste leeftijdsgroep opvallend sterk. UWV registreerde voor Utrecht-Midden vooral werkzoekenden op lager en middelbaar niveau, zowel in de techniek, het transport, de zorg als de administratieve functies. Aantal vacatures UWV Werkbedrijf blijft ver achter bij het aantal werkzoekenden Het aantal vacatures dat in Houten staat geregistreerd bij het UWV Werkbedrijf, blijft nog steeds ver achter bij het aantal werkzoekenden (figuur 7). Hoewel er maandelijks pieken en dalen te zien zijn, is er geen sprake van een sterke toename. De beide trendlijnen geven wel een stijgend beeld te zien, maar over de gehele periode van vier jaar is de stijging niet bijzonder groot te noemen. Bij de cijfers past de kanttekening dat mensen die werk zoeken in dit gedeelte van Nederland, zich ook regionaal oriënteren op openstaande vacatures. Omgekeerd hebben werkzoekenden uit andere gemeenten ook interesse voor vacatures bij bedrijven die in Houten zijn gevestigd. Belangrijke kanttekening is bovendien dat het UWV werkbedrijf maar een klein deel van de vacaturemarkt bestrijkt.
11
Figuur 7:
Vacatures UWV Werkbedrijf Houten
Bron: www.werk.nl (Landelijke arbeidsmarktinformatie).
Aantal aanmeldingen deelnemers Vakwerk sterk gestegen Effectieve re-integratie in de arbeidsmarkt vereist maatwerk. Daarom kiest de gemeente Houten voor Vakwerk Houten, een samenwerkingsverband tussen de gemeente en het ROC Midden Nederland (ROCMN). Vakwerk Houten begeleidt potentiële werknemers met een bijstandsuitkering naar economische zelfstandigheid. Onderstaand figuur laat zien hoe het er momenteel voorstaat met de deelnemers aan Vakwerk. Figuur 8:
Aantal aanmeldingen en ‘geplaatste’ deelnemers Vakwerk Houten
Bron: Vakwerk Houten.
12
In 2010 kreeg Vakwerk 138 aanmeldingen te verwerken. Dat is veel meer dan een jaar eerder, toen er gedurende diezelfde periode 90 aanmeldingen binnen kwamen (stijging van 53%). Gedurende 2010 was van het aantal aangemelde deelnemers steeds ongeveer 50% aan het werk.
Inkomen Aantal WW-uitkeringen stijgt Onderstaande figuur laat de invloed van de crisis zien op het aantal uitkeringen op grond van de Werkloosheidswet. Figuur 9:
WW-uitkeringen (einde kwartaal) in Houten
600 500 400 300 200 100 0 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 2007
2008
2009
2010
Bron: CBS Sociale Zekerheid op Maat.
Het aantal WW-uitkeringen loopt in 2010 veel minder sterk op dan in 2009. Dit is in overeenstemming met de landelijke trend. Naar het eind van 2010 wordt het aantal wel weer wat hoger. Aantal bijstandsuitkeringen stabiel, sinds de zomer zelfs lichte daling Houtenaren die onvoldoende inkomsten hebben om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien, kunnen bij de gemeente een bijstandsuitkering aanvragen. Zij moeten daarbij als werkzoekende staan ingeschreven bij het UWV. Naast WWB- en WIJ-uitkeringen kent de gemeente ook nog IOAW (Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers), IOAZ (Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen) en BBZ (Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen). Het totale aantal bijstandshuishoudens heeft in heel 2010 tussen de 331 en 341 gelegen. 7
Sinds 1 januari 2010 is de Wet BUIG van kracht geworden. Steeds meer regelingen moeten daarbij uit een vastgesteld budget worden bekostigd. Er vindt geen nacalculatie plaats. Uit het budget moeten de volgende uitkeringen worden betaald: WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en BBZ starters levensonderhoud. Door de bundeling van uitkeringen krijgen gemeenten aldus een volledige financiële verantwoordelijkheid met betrekking tot de uitkerings- en uitvoeringskosten. De volgende figuur laat zien hoe het is gesteld met het aantal bijstandshuishoudens dat in Houten aanspraak maakt op de genoemde regelingen. Vanwege alle wetswijzigingen en splitsing en bundeling van regelingen, wordt naast het volume aan WWB- en WIJ-uitkeringen, het beeld voor de Wet BUIG vanaf 2009 geschetst (die zoals aangegeven pas in 1 januari 2010 in werking trad). 7
Wet Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten.
13
Figuur 10:
Bestand WWB- en WIJ-uitkeringen < 65 jaar en Wet BUIG
Bron: Sociale Zaken/ GWS4All (via WISz).
Het aantal WWB- en WIJ-uitkeringen is in de loop van 2009 toegenomen, zoals ook werd verwacht. De economische crisis heeft duidelijk effect op het aantal mensen dat, eventueel na een WW-periode, afhankelijk wordt van een bijstandsuitkering. De landelijke stijging in de WWB en WIJ over 2009 bedroeg 9%. De stijging in Houten lag ongeveer op datzelfde niveau. De verwachting was dat het aantal bijstandsuitkeringen in 2010 verder zou oplopen. Tot in de zomer bleef het aantal zich rond de 320 bewegen, om daarna zelfs nog te dalen. Daarmee doet Houten het beter ten opzichte van de meeste andere gemeenten in Nederland. Dit blijkt ook uit de recente cijfers van onderzoeksbureau APE over het bijstandsvolume (WWB en WIJ) in de verschillende gemeenten in Nederland en vooral de toename hiervan. Uit deze cijfers blijkt dat het bijstandsvolume in Nederland in 2010 gemiddeld met 9% is gestegen. Houten valt binnen de categorie middelgrote gemeenten (30.000 - 60.000 inwoners). In die categorie was het gemiddelde stijgingspercentage zelfs 11%. Het bestand van Houten is in 2010 met minder dan 1% gestegen en daarmee is Houten de één na laagste stijger binnen deze gemeenteklasse. Alleen de gemeente Bergen NH wist een bestandsreductie te realiseren.
14
Aantal aanvragen langdurigheidstoeslag wat afgenomen, maar nog ver boven niveau 2008 8 De maandelijkse aantallen aanvragen algemene bijstand, (verkorte) bijzondere bijstand , 9 langdurigheidstoeslag en WIJ-uitkeringen in de periode 2008-2010 worden in onderstaand figuur weergegeven. Figuur 11:
Aanvragen algemene bijstand (WWB), bijzonder bijstand, langdurigheidtoeslag en WIJ-uitkeringen in Houten
Bron: Sociale Zaken/ GWS4All (via WISz).
Het aantal aanvragen algemene bijstand nam naar het eind van 2010 sterk toe. Dit heeft echter (nog) niet geleid tot een toenemend aantal lopende uitkeringen. In 2009 zagen we een vrijwel vergelijkbaar patroon. De aanvragen langdurigheidstoeslag vertonen een grillig beeld. De groei in 2009 had te maken met de nieuwe verordening die eind februari 2009 door de raad werd vastgesteld en een ‘inhaalslag’ op het 10 einde van dat jaar. Door een kortere referteperiode en een hogere inkomensgrens komen meer mensen eerder in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag; ook werkende mensen met een laag inkomen. Na de piek in de zomer van 2009 (nieuwe verordering) en eind 2009 (inhaalslag) worden de aanvragen nu wat meer over het jaar gespreid. In totaal werden in 2010 10% minder aanvragen langdurigheidstoeslag ontvangen dan in 2009. Het aantal aanvragen ligt nog wel aanmerkelijk hoger dan in 2008 toen het er 121 waren. In 2010 waren het er 218.
8
Bijzondere bijstand betreft een eenmalige uitkering die een inwoner kan aanvragen indien deze noodzakelijke kosten heeft die hij/zij niet van het inkomen kan betalen. 9 Langdurigheidstoeslag betreft een jaarlijkse toeslag die een inwoner kan ontvangen als deze langdurig een laag inkomen heeft en geen zicht heeft op inkomensverbetering. 10 De nieuwe verordening had tot gevolg dat de referteperiode is verlaagd van 5 naar 3 jaar. Het gaat daarbij om de periode gedurende welk iemand een laag inkomen heeft gehad waarbij het inkomen niet uitkwam boven 120% van de bijstandsnorm. Deze bovengrens van 120% is bovendien aangepast en was vóór de nieuwe verordening 100%. De inhaalslag betrof de extra inzet van personeel op de afhandeling van alle openstaande aanvragen voor het einde van dat jaar.
15
De vraag om schuldhulpverlening neemt verder toe De crisis heeft ook zijn weerslag op het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening, zoals uit figuur 12 blijkt. Figuur 12:
Aantal lopende dossiers schuldhulpverlening in Houten
300 250 200 150 100 50 0 1-jan
8-sep
7-dec
19-mrt
2009
15-mei
31-aug
30-sep 2010
31-okt
30-nov
31-dec
31-jan
28-feb
2011
Bron: Sociale Zaken gemeente Houten.
Aan de stijging van het aantal lopende dossiers schuldhulpverlening komt nog geen einde. Meer dan voorheen werd in 2010 door zelfstandigen (waaronder ZZP'ers) een beroep gedaan op de regeling. De personele inzet die op dit onderdeel nodig is, nam het afgelopen jaar sterk toe. Van het ministerie werden extra middelen ontvangen om de verwachte groei te kunnen opvangen. Die middelen blijken volstrekt niet toereikend te zijn geweest. De brancheorganisatie NVVK heeft al eerder de verwachting uitgesproken dat de groei nog niet zal afnemen. De indicatie die zij geven, is dat daarvan pas sprake zal zijn als de crisis twee jaar voorbij is.
16
Woningmarkt en vastgoed In dit laatste deel van de crisismonitor worden de ontwikkelingen met betrekking tot de woningmarkt in Utrecht en in Houten behandeld. Het gaat daarbij om de bestaande koopwoningen en de sociale huursector. Daarnaast worden binnen het thema vastgoed de onderwerpen woningbouwplanning, de uitgifte van bedrijfsterreinen en de kantorenmarkt behandeld.
Woningmarkt Gebrekkige doorstroming sinds de start van de crisis De woningmarkt in de provincie Utrecht en de gemeente Houten laat in grote lijnen een gelijkmatige ontwikkeling zien sinds de start van de crisis. De doorstroming op de koopmarkt ligt in beide woningmarkten nog ver onder het niveau van voor de crisis en het aanbod aan bestaande e koopwoningen stijgt nog altijd. In de 2 helft van 2010 is dit zichbaar in alle woningtypen en prijscategorieen, maar in het bijzonder in de goedkoopste en de duurste segmenten van de woningmarkt (verkoopprijs < € 225.000 respectievelijk > € 350.000). Figuur 13:
Aanbod en opname woningen in de provincie Utrecht
12000 10000 8000 6000 4000 2000 0 2e kw
2e kw
2e kw
2e kw
2004 2005 2006 2007
2e kw
3e kw
4e kw
1e kw
2008
Opname
2e kw
3e kw
4e kw
2009
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
2010
Aanbod
Bron: NVM.
Hoewel kopers in de huidige markt een goede onderhandelingspositie hebben (door het omvangrijke aanbod en de gunstige hypotheekrente), wordt er relatief weinig verhuisd. Oorzaken liggen voor een groot deel bij het moeilijk rondkrijgen van de financiering. Dit geldt met name voor starters en kleine ondernemers. Hierbij speelt de maximale financiering veel huizen(ver)kopers parten. Denk bijvoorbeeld aan de inperking van de tophypotheek en de maximaal te verstrekken lening door banken, waardoor consumenten steeds minder (spelings)ruimte overhouden. Tot slot speelt uiteraard het vertrouwen in de woningmarkt een belangrijke rol. Verkopers spelen op zekerheid en gaan pas over tot kopen, zodra de eigen woning is verkocht. Voor veel huishoudens is het verhuizen meer een wens dan een noodzaak. Hiermee is er sprake van een vicieuze cirkel die in stand wordt gehouden tot het moment dat er weer vertrouwen is in de koopmarkt. e
Aantal transacties stabiliseert zich in 4 kwartaal 2010 dankzij prijscorrecties Het aantal transacties blijft in grote lijnen stabiel sinds begin 2009. Wel reageren kopers sterk op prijsstijgingen en -dalingen: kopers wachten hun kans af en slaan hun slag op het juiste moment. Zo e steeg in het 4 kwartaal 2010 het aantal transacties op de bestaande koopwoningmarkt aanzienlijk. Dit e gold voor alle segmenten en prijscategorieën van de woningmarkt. Dit na een daling in het 3 kwartaal. De oorzaak ligt grotendeels in het feit dat verkopers reageren op de trage verkoop door te
17
11
dalen met de vraagprijs (mediaan ). Deze prijsdaling is vooral zichtbaar in het middensegment (€275.000 - 350.000). De woningen staan nog altijd lang te koop: gemiddeld ca. 100 dagen (een verdubbeling sinds de start van de crisis. Figuur 14:
Transactieprijs en looptijd woningen NVM provincie Utrecht (Op basis van mediaan. Transactieprijs in euro's en looptijd in dagen.)
400000
250 200
300000
150 200000 100 100000
50
0
0 2e kw 2007
2e kw
3e kw
4e kw
1e kw
2008
2e kw
3e kw
2009
4e kw
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
2010
Transactieprijs appartementen
Transactieprijs eengezinswoningen
Looptijd appartementen
Looptijd eengezinswoningen
Bron: NVM.
e
Aanbod aan bestaande koopwoningen neemt in Houten enorm toe in (2 helft) 2010 Sinds de start van de crisis neemt het aanbod aan bestaande koopwoningen op de Houtense en Provinciale woningmarkt toe. In het jaar 2010 is het aanbod aan bestaande koopwoningen in Houten e met maar liefst een derde (33%, in totaal 333 woningen in aanbod) toegenomen t.o.v. het 4 kwartaal 2009 (233 woningen). Op de provinciale woningmarkt is deze toename ‘slechts’ 15%. Naast de algemene trends ten aanzien van de kapitaalmarkt en het (ver)kopersgedrag zoals zojuist beschreven, is de explosieve groei in Houten toe te schrijven aan nog twee lokale aspecten: de relatief dure woningvoorraad en de stagnatie op de markt van appartementen.
11
De mediaan is de middelste waarde in een reeks getallen die gerangschikt zijn naar grootte. Dat wil zeggen dat 50% van de getallen boven de mediaan ligt en 50% van de getallen onder de mediaan. Het werken met een mediaan in plaats van een gemiddelde, verdient op een relatief kleine woningmarkt als die in Houten de voorkeur. Dit omdat enkele huizen die uitschieten naar boven dan wel beneden in prijs of verkooptijd (zogenaamde ‘uitbijters’), het gemiddelde drastisch kunnen beïnvloeden. Dit vertroebelt het zicht op de gemiddelde trend.
18
Figuur 15:
Aanbod en opname woningen in Houten
350 300 250 200 150 100 50 0 2e kw 2e kw 2e kw 2e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 2004 2005 2006 2007
2008
Opname
2009
2010
Aanbod
De provinciale woningmarkt laat eenzelfde beeld zien, zij het meer gelijkmatig. Bron: NVM.
Dure woningvoorraad heeft het moeilijk, aanbod stijgt in goedkope segment De gemeente Houten heeft in vergelijking met de regio een dure woningvoorraad. Dit vanwege de jonge woningvoorraad en het grote aanbod aan eengezinswoningen en vrijstaande woningen. Juist in deze woningmarktsegmenten zit weinig beweging. Het aanbod is enorm gestegen in de prijsscategorieen vanaf €275.000 (mediane vraagprijs). Daarnaast kent de gemeente Houten nauwelijks aanbod aan koopwoningen onder de 2 ton. Voor starters is het, in de huidige markt, moeilijk om een goedkope woning in Houten te financieren. Dit leidt tevens tot een stijging in het aanbod in het goedkope segment Kopersstaking op de markt voor bestaande koopappartementen Daarnaast kent de gemeente Houten al geruime tijd een kopersstaking in de markt voor appartementen. Het aanbod aan appartementen is onevenredig groot. Maar liefst een kwart van het aanbod betreft een appartement. En dit terwijl koopappartementen nog geen 4% van de woningvoorraad beslaan. Met name duurdere appartementen zijn minder in trek bij de kopers op de Nederlandse woningmarkt. En juist in dit segment kent de Houtense appartementenmarkt veel aanbod. Koopprijzen Houten enigszins stabiel, maar nog altijd onder niveau van voor de crisis e De mediane transactieprijzen kenden in het 2 kwartaal 2009 een dieptepunt. Sindsdien zijn deze in e e de provincie en in Houten licht gestegen en in grote lijnen stabiel (sinds 2 kwartaal, respectievelijk 4 kwartaal 2009). Wel zijn de transactieprijzen aanzienlijk lager dan voordat de crisis ontstond. De mediane transactieprijs voor bestaande eengezinswoningen in Houten is eind 2010 € 328.700 en voor appartementen € 231.400. Dit is aanzienlijk hoger dan het gemiddeld prijsniveau in de provincie (respectievelijk € 303.800 en € 176.100).
19
Figuur 16:
Transactieprijs en looptijd woningen NVM Houten (Op basis van mediaan. Transactieprijs in euro's en looptijd in dagen.)
400000
250 200
300000
150 200000 100 100000
50
0
0 2e kw 2007
2e kw
3e kw
4e kw
1e kw
2008
2e kw
3e kw
2009
4e kw
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
2010
Transactieprijs appartementen
Transactieprijs eengezinswoningen
Looptijd appartementen
Looptijd eengezinswoningen
Bron: NVM.
Sociale huurwoningmarkt staat steeds meer onder druk De sociale huurwoningmarkt is (door regelgeving) een regionale markt. Vanaf 2005 is sprake van een enorme verslechtering van de ‘slaagkans’. De voor verhuur herbezetbare regionale woningvoorraad nam aanzienlijk af (van 7.000 in 2005 naar 4.550 woningen in 2010. Tegelijkertijd is het aantal actief woningzoekenden regionaal gestegen van 33.000 naar 35.500 huishoudens. In Houten is een vergelijkbare beweging zichtbaar: minder doorstroming vanuit de huursector naar de koopsector en (mede daardoor) minder doorstroming binnen de huursector en daarnaast meer geregistreerde woningzoekenden. Eind 2010 staan in het regionale systeem circa 8.500 Houtense huishoudens als woningzoekend geregistreerd (in 2009 waren dit er nog 8.000). Hiervan is circa 10% actief op zoek naar een huurwoning. Het overig deel staat in feite ingeschreven om wachttijd op te bouwen. Terwijl het laatste jaar het aantal woningzoekende huishoudens in Houten toenam, daalde regionaal het aantal woningzoekende huishoudens van 42.000 in 2009 naar 35.500 in 2010. Relatief gezien is de positie van de woningzoekende in Houten dus verder verslechterd ten opzichte van vorige jaar.
Vastgoed Planning woningbouw zal komende jaren waarschijnlijk vertragen Voor de periode 2011-2015 geldt in totaal een bouwopgaaf van zo'n 2.100 woningen. Het leeuwendeel wordt gebouwd in Zuid-Oost en Zuid-West. De woningmarkt in Houten kent echter nog steeds een gebrekkige doorstroming. Gezien de huidige economische situatie, noodzaakt dit tot een heroverweging van het huidige instrumentatrium dat wordt ingezet om te komen tot een prognose. In het kader van de uitwerking van de het collegeprogramma 2010-2014 ‘Houten werkt’, zal een proces worden ingezet om te komen tot een nieuw ontwikkelprofiel voor de ruimtelijke agenda van Houten. Daarbij zal niet alleen de woningbouw aan de orde komen, maar ook de overige majeure en complexe ruimtelijke opgaven en de daarbinnen te realiseren ambities en programma’s en de ontwikkeling van het financieel weerstandsvermogen/ grondexploitatie. Langere doorlooptijd grondverkoop c.q. planontwikkeling bij uitgifte bedrijfsterreinen houdt aan Ook bij de uitgifte van bedrijfsterreinen zien we een vertragend effect optreden dat te wijten valt aan de huidige economische situatie, en dan met name de werking van de financiële markt (figuur 17). In de tweede helft van 2010 werd er op de Weteringhoek ruim een hectare terrein uitgegeven aan bedrijfsactiviteiten, waardoor de teller voor 2010 in totaal op ongeveer 2,5 ha uitkwam. In 2011 werd al ongeveer 1,75 ha uitgegeven op de Meerpaal. En ook voor de rest van het jaar wordt verwacht dat er nog eens ongeveer 1,5 ha terrein zal worden uitgegeven.
20
Figuur 17:
2
Uitgifte bedrijfsterreinen (in m ) in Houten
70000 60000 50000 40000 30000 20000 10000 0 Meerpaal
Koppeling 2007
2008
2009
Weteringhoek 2010
2011
Bron: POW, gemeente Houten.
Er is op de Meerpaal nog ongeveer 5 ha uitgeefbaar. Er is nog altijd voldoende belangstelling voor uitgeefbaar terrein, maar financiering voor bedrijven blijft lastig. Toename leegstand kantoren De stijging van de leegstand in kantoren in Houten heeft zich voortgezet. Lag de leegstand in 2008 nog ver onder het Nederlands gemiddelde (14%), in 2010 kwam het net boven het Nederlands gemiddelde te liggen (15%). Het betreft vooral kleine meters die worden aangeboden. Echte compleet te huur staande kantoorpanden zijn er nauwelijks (figuur 18). Figuur 18:
Leegstand kantoren in Houten en Nederland (In % van voorraad op einde van het betreffende jaar.)
18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% 2003
2004
2005
2006 Houten
2007
2008
2009
2010
Nederland
Bron: DTZ Zadelhoff.
21