praktisch
Andersom
denken
Kinderen bezitten alle talenten die nodig zijn om optimaal creatief bezig te kunnen zijn
Denk meer in beeld: beelden leiden naar creatieve oplossingen
Creativiteit is belangrijker dan kennis:
“Kennis is alles wat we nu weten en begrijpen, creativiteit wijst naar alles wat we nog kunnen ontdekken en maken”
zoeken, dan vinden we hem
Albert Einstein
Door je oordeel uit te stellen, Verbeeldingskracht hebben sommige kinderen van nature, schep je ruimte om na te denken (zie pagina 26)
Howard Gardner
Als we nu eens naar die kuil
de anderen kunnen het ontwikkelen doordat ze leren in
vast ook niet, en dat is al heel wat, want dan vinden we misschien iets wat we niet zoeken, en dat is dan misschien precies wat we
vrijheid te denken
eigenlijk zochten.
Ga er vanuit dat er nooit één oplossing is,
Winnie the Pooh - A.A. Milne
bedenk er altijd meteen zes…
(zie pagina 24)
e du c a r e
3/2011 [ pagina 23 ]
Vakantiehuis op Mars
Sinaasappeltest Neem een plakje sinaasappel. Vraag hoeveel dingen je hierin kunt ontdekken en laat alle waarnemingen op een vel papier tekenen. Geef ruim de tijd (ongeveer 15 minuten), waardoor de kinderen steeds meer dingen ontdekken in dat ene plakje. De timing is cruciaal, want na een korte tijd zijn de eerste ideeën meestal ‘opgedroogd’. Je normale reactie is dan om te stoppen. Als je dan toch doorzet blijken daarna juist de meest creatieve ideeën op te komen. Het gaat overigens niet alleen om het kijken: wat gebeurt er als je de sinaasappel vastpakt, van de andere kant bekijkt, proeft? Hoe schijnt het licht er doorheen en focus even op dat ene pitje, waar lijkt dat op?
Een originele context en een vreemd probleem maken creatief denken lenig. In deze opdracht wordt eerst gebrainstormd aan de hand van een natuurfoto. Wat zijn er voor mogelijkheden, wat valt je op? Niet te veel erover nadenken, maar zoveel mogelijk associaties opschrijven, alles wat in je opkomt. Daarna laat je deze ‘eigenschappen’ als inspiratie gebruiken om een vakantiehuis op Mars te maken. Dus geen gewoon vakantiehuis, maar een huis dat weg kan rollen, een ufocitroen of eentje met een buitenaardse ingang. Het gaat erom dat er voortgebouwd wordt op de eerdere ideeën. Juist de buitenaardse dingen, die eigenlijk helemaal niet kunnen zijn interessant. Samenwerken maakt het nog spannender: als de één met iets begint, kan de ander daar iets heel anders in zien. En dat kan weer de aanleiding zijn tot een aanpassing of een nieuwe manier van ergens mee omgaan.
Denken om een hoekje Creatief denken kun je leren en begrijpen. Door deze bewustwording open je deuren voor de kinderen naar een wereld met ongekend veel mogelijkheden. Daarom moeten we in het onderwijs creatief denken expliciet en gericht op de lesagenda zetten. De bewering dat kinderen al creatief zijn – en dat extra aandacht niet nodig is – gaat hier niet op. Ja, kinderen zijn creatief, maar moeten creatief blijven. Dat het niet zo ingewikkeld is om de ontwikkeling van creatief denken te koppelen aan bestaande lesonderwerpen en leerdoelstellingen, laat David Kooij zien door creatief denken te koppelen aan brainstormen en aan uitvinden. www.denkenomeenhoekje.nl
Websites http://vindingrijk.wordpress.com
[ pagina 24 ] 3/2011
e du c a r e
De regel van zes Paula Underwood was de dochter van een Irokese medicijnman. Ze groeide op in de Indiaanse traditie waarin verhalen centraal staan. Haar vader, dyslectisch en praktisch analfabeet, leerde haar ‘the rule of six’: als je ergens een oplossing voor zoekt, kijk dan of je zes verschillende oplossingen kunt vinden. Ze moest zelf antwoorden verzinnen op een vraag, en er daardoor echt zelf over nadenken. Er zijn waarschijnlijk wel zestig mogelijkheden, maar door er zes te zoeken leg je je niet neer bij het meest voor de hand liggende antwoord. Door iets van alle kanten goed te bestuderen, behoud je een open blik op je vraag. Pas daarna kun je beslissen wat op dit moment en voor jou het juiste antwoord is. Dit is wel een heel andere manier van werken dan het standaardantwoord op een multiplechoice-vraag waarbij er altijd maar eentje goed is.
Creatief denken is te leren Susan, Ingrid en Ankie voerden in het kader van hun scriptie een project uit op drie zeer verschillende scholen. De vraag was of je kinderen kon (aan)leren om creatief te denken. Alle kinderen (groep 6 tot 8) deden eerst een nulmeting, een beeld- en taaltest en de sinaasappeltest, om uit te vinden hoe zij in staat waren om een oordeel uit te stellen en alternatieven te zoeken. De kinderen waren na de training gericht op het ontdekken van zoveel mogelijk alternatieven. Er kwamen reacties uit de hele groep, en eigenlijk geen enkele negatieve opmerking. Het idee achter de training (van enkele maanden) is, dat kinderen de vaardigheden blijven gebruiken en gaan toepassen in andere situaties. In conflictsituaties bleken ze de vaardigheden ook in te zetten. Het interessante was, dat op alle drie de scholen vooruitgang in het creatief leren denken te zien was, terwijl in de beginsituatie grote verschillen waren in hoe de scholen hier aandacht aan besteedden. De conclusie van deze scriptie: “Wij hebben ervaren dat er tijdens de lessen creatief denken meer tolerantie en openheid ontstaat waardoor alle ideeën van de groep de vrije ruimte konden krijgen
om zich te ontwikkelen tot een creatieve oplossing.” S. Oudhuis, A. Schumacher, I. Merkx, Creatief denken, meer dan je denkt! Afstudeeronderzoek COCD InHolland 2010
Hapje humor ‘Mama ik eet roodkapje’. Moeder begrijpt het niet. “Nou, ik heb een kapje van het brood met rode jam, het is dus een rood kapje en ik ga het lekker opeten, dus ik ben de wolf”. Deze spontane opmerking wordt veroorzaakt door associatief denken. Door deze manier van denken te stimuleren, ontstaat er opeens meer ruimte in je hoofd. Want waarom zou er maar één antwoord goed zijn op de vraag wat hoort er niet in dit rijtje thuis? Appel – komkommer – kikker – gazon rozen? (denk aan kleur, lettergrepen, meervoudsvorm…) In plaats van een test met maar één goed antwoord is het veel leuker om eens te bedenken hoeveel verschillende antwoorden je kunt vinden. En het verhaal er achter. Door kinderen op deze manier uit te dagen, krijg je heel andere antwoorden, en veel originelere lunchverhalen. Het is van belang voor onze flexibiliteit van denken om te zorgen voor een onderwijs- en opvoedingsomgeving waar deze ‘natuurlijke’ manier van denken gewaardeerd wordt zodat de creatieve mentaliteit en sensitiviteit behouden blijven. E. Alkema en W. Tjerkstra, Meer dan onderwijs, Van Gorcum, 2006.
Dit is geen stoel… Zet midden in de kring een stoel. De eerste persoon pakt de stoel en zegt: “Dit is geen stoel, het is een winkelwagentje” pakt de stoel en ‘rijdt’ ermee weg. De volgende zegt, “Nee, het is geen stoel, het is geen winkelwagentje, het is een schommelwieg”, en wiegt de stoel heen en weer. Iedere volgende deelnemer noemt de hele rij weer op, bedenkt een nieuwe mogelijkheid en voert die uit..
e du c a r e
3/2011 [ pagina 25 ]
1001 geluiden In een klas of een groep is het nooit helemaal stil, de geluiden die je ‘erbij’ maakt: schuiven met je stoel, een pennendoos dichtklappen, iets neerleggen mogen ook wel eens gehoord worden. Neem nu een stoel, hoeveel verschillende geluiden kun je daar mee maken? Schuiven, tikken, erop neerploffen. Welke geluiden komen er tevoorschijn en welke ritmes? Maak er een concert van waarbij de uitdaging is om verschillende geluiden in een bepaalde volgorde aan bod te laten komen. Om later een presentatie te geven is de uitdaging om de verschillende geluiden op te schrijven in je eigen partituur. Het is ook spannend om er een geluidsopname van te maken. Ph. Brasseur, Creatief met voorwerpen; 2009
De gele kaart
Groepscreativiteit Van belang voor creatief denken zijn creatief waarnemen, uitstel van oordeel door niet gelijk te toetsen aan bestaande kennis maar open te staan voor nieuwe ideeën, flexibel associëren door de ‘logische’ denkpatronen te doorbreken of de oplossing in een heel andere hoek te zoeken (draai het eens om), divergeren en verbeeldingskracht ontwikkelen Deze vaardigheden stimuleren de interactie met anderen: je leert je openstellen voor nieuwe inbreng. Je ontdekt dat anderen op een andere manier denken waardoor ze op andere ideeën komen, je leert van elkaar en krijgt waardering voor andere visies. In de meeste scholen wordt creatief denken niet expliciet aangeleerd, wel komt het bij Daltonen Jenaplanonderwijs en op vrijescholen indirect aan de orde.
Openstaan voor nieuwe ideeën, tot creatieve oplossingen voor een probleem komen lukt alleen als je niet meteen alles afschiet wat er geopperd wordt. Door open te staan voor de mogelijkheden die anderen zien, ontstaat er ruimte om de informatie te verkennen en pas later te beoordelen wat ermee gedaan gaat worden. Het uitstellen van het oordeel tot een later moment is een vaardigheid die geoefend kan worden. De ‘gele kaart’ is een hulpmiddel met de spelregels van creatief denken er op. Hierdoor is het mogelijk om te voorkomen dat er teveel in één richting gedacht wordt of dat alleen de meest praatgrage kinderen gehoord worden. Juist gekke, afwijkende ideeën leiden vaak tot creatieve resultaten, maar helaas worden deze ideeën normaliter vaak gelijk afgeschoten. Met de gele kaart voorkomt je dat. Brainstormen met Marja en Moes verkrijgbaar via www.onderwijsmaakjesamen.nl
Theresa M. Amabile, Creativity in context; 1996.
Ja-maar test Er wordt veel gezeurd over en in het onderwijs, vooral over wat er niet goed gaat. Op vrijwel alles kun je een antwoord geven dat met ’ja, maar…’ begint. Creatiever is om er op de ‘jaen’-manier naar te kijken. Daarbij ligt het accent op de dingen die WEL goed gaan. Er gebeuren immers dag in dag uit ook heel veel mooie dingen (en niet alleen in het onderwijs). Probeer het maar eens uit als je jezelf weer “ja, maar…” hoort zeggen. Met de ja-en gedachte kom je op veel meer ideeën en kun je meeliften met elkaars ideeën en zo samen nieuwe dingen bedenken. Het geeft ook aan in hoeverre je zelf je oordeel uit kunt stellen. Als je eens wil kijken hoe lenig je denken is kun je de online Ja-maar® doen. www.ja-maar.nl
Tekst: Susan den Otter, Ankie Schumacher, Ingrid Merkx, David van der Kooij, Adriënne Baars Foto's: Susan den Otter, Ingrid Merkx, Admar Kwant, Adriënne Baars, Antien Grijsseels
[ pagina 26 ] 3/2011
e du c a r e
Dit katern kreeg je van Educare! Educare is een tijdschrift over opvoeden en onderwijzen vanuit verbondenheid. Het wordt uitgegeven door Stichting Universele Opvoeding en verschijnt 5x per jaar. Ieder nummer bevat een uitneembaar katern met praktische oefeningen en informatie die je thuis en/of in de klas kunt uitvoeren. Wanneer je op de hoogte wilt blijven van nieuws over opvoeding en onderwijs in verbondenheid, dan kun je je inschrijven op onze digitale nieuwsbrief. We sturen je dan ook bericht wanneer de nieuwe Educare (het tijdschrift) uitkomt. We gebruiken de nieuwsbrief tevens voor nieuws wat niet in het tijdschrift gedrukt kon worden en om je op de hoogte te houden van ontwikkelingen op onze websites. Schrijf je nu in op de nieuwsbrief en ontvang direct 6 Educare katernen (pdf):
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Leren met Hart Focus Schatgraven in jezelf Verrassend tekenen Opgroeien in verbondenheid Leren kun je leren De rol van spiegelneuronen
Je vindt het inschrijfformulier op onze homepage op www.educare.nl Op onze website kun je ook een abonnement afsluiten op het tijdschrift zelf of ter kennismaking een proefnummer aanvragen. De websites van Stichting Universele Opvoeding: www.educare.nl – alles over het tijdschrift Educare www.opvoedingsboek.nl – wekelijks een boekbespreking... www.opgroeieninverbondenheid.nl – wekelijks een praktische tip... opvoedingenonderwijs.ning.com – digitale ontmoetingsplaats voor leden Copyrights van alle teksten en foto’s in deze pdf berusten bij Stichting Universele Opvoeding en de respectievelijke auteurs en fotografen. Je mag er niets uit kopiëren zonder hier vooraf toestemming voor te vragen. Je mag wèl deze pdf in zijn geheel doorgeven aan vrienden en/of collega’s van wie je denkt dat ze belangstelling hebben voor de inhoud ervan. St. Universele Opvoeding – Hendrik Marsmanweg 16 – 4103 WS Culemborg –
[email protected]