Creativiteit Hoe?Zo! Een samenvatting
Igor Byttebier
1. Creativiteitsproef
2. Creatief denken Denken = verwerken van informatie • een efficiënt denksysteem is in staat complexe informatie snel en juist te verwerken. Hoe doen we dit? We zijn kampioenen in het herkennen, gebruiken en indien nodig aanpassen van denkpatronen. • wat zijn denkpatronen? Denkpatronen zijn clusters van gegevens die we als cluster kunnen herkennen en die we zullen opslaan als we er succes mee hebben. In een gelijksoortige situatie kunnen we dat patroon snel ophalen en opnieuw toepassen. Na verloop van tijd gebeurt dit automatisch zodat we onze aandacht vrij houden voor nieuwere en interessantere problemen. Denkpatronen zijn gewoonten van het denken. • ervaring is het totaal van de patronen en gewoonten die we hebben opgebouwd in het verleden, zodat we efficiënt en effectief kunnen handelen in een bepaalde context. Je beschikt dus over een fantastisch denksysteem. De keerzijde van die denkpatronen en gewoonten: • een denksysteem dat zijn kracht haalt uit de stabiliteit van patronen en gewoonten, moet per definitie last hebben met het doorbreken hiervan. Dit patroondoorbrekend denken (of creatief denken) is van nature niet bevoordeeld. • Toch is creatief denken een geheel van vaardigheden en technieken die we kunnen leren.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 1 van 28
De menselijke hersenen Onze hersenen bestaan uit 100 tot 125 miljard zenuwcellen (neuronen) en een nog groter aantal ondersteuningscellen (gliacellen). Een zenuwcel is fascinerend qua vorm. Stel deze voor als een bolletje (cellichaam) met ingangen en uitgangen. De ingangen zijn dunne draadachtige takjes (dendrieten) waarvan een enkel neuron er tot 100.000 kan hebben. De uitgaande draad, waarvan er maar één is, heet axon. De dendrieten ontvangen de signalen van buurcellen en geven die door naar het cellichaam. Vanuit dit cellichaam kan een nieuw signaal worden opgewekt dat via het axon aan weer andere cellen wordt doorgegeven. De kortste gaan enkel tot een nabijgelegen cel, de langste gaan vanaf de hersenen het ruggenmerg in en zijn tot 20.000 maal zo lang als de cel zelf.
De signalen, een combinatie van elektrisch en chemisch signaal worden dus tussen al die zenuwcellen doorgeseind via een jungle van telkens duizenden ‘takjes’ die met elkaar op duizenden manieren in verbinding staan. Dit komt neer op ongeveer 100 biljoen verbindingen. De snelheid van de signalen kan tot 400 km per uur gaan.
Denken is bestaande verbindingen volgen en nieuwe maken. Na onze geboorte worden weliswaar nauwelijks meer nieuwe hersencellen aangemaakt, maar tijdens onze hele leven worden nieuwe verbindingen aangelegd. Tegelijkertijd bestendigen zich patronen: eenmaal een verbinding gevormd wordt deze versterkt elke keer als een signaal dit spoor volgt.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 2 van 28
Creatief denken Hierboven gaat het over de hardware-structuur van patronen en patroondoorbreking. Patroondoorbreking gebeurt door anders te gaan denken (software). Dus anders denken (software) beïnvloedt de fysieke structuur van onze hersenen. Creatief denken is een geheel van denkattitudes, denkvaardigheden, denktechnieken en denkprocessen die de kans op patroondoorbreking, het leggen van nieuwe verbindingen in onze hersenen vergroten.
CREATIEVE BASISVAARDIGHEDEN • Creatief waarnemen • Uitstel van oordeel • Flexibel associëren • Divergeren • Verbeeldingskracht ontwikkelen Creatief waarnemen We gaan af op onze waarneming om de wereld te verkennen, te duiden. Via de zintuigen ervaren we de werkelijkheid. Zelfs kunnen we stellen dat onze zintuigen de werkelijkheid mee vormen. Dit betekent dat de realiteit mee kan veranderen als de waarneming verandert, en dat is voor creativiteit heel belangrijk. Waarom is waarnemingsverandering niet zo makkelijk? Reeds op het niveau van de waarneming sluipen (waarnemings-)patronen mee binnen met de waarneming zelf. Daarbij hebben patronen die zich constant herhalen de neiging steeds dominanter te worden.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 3 van 28
In onze samenleving wordt veel moeite gedaan om (ook onbewust) onze waarneming te beïnvloeden. Opvoeding, reclame, politiek. Maar ook de objectieve werkelijkheid speelt ons parten, want we zien alleen wat er is. Erger nog: we zien alleen wat we denken dat er is. We raken gewend aan onze eigen ‘visie’ van de werkelijkheid. De patronen komen niet van buitenaf, ze zitten reeds in onze waarneming ingebakken. De wetenschap heeft bewezen dat bij het waarnemen slechts 20% informatie van buitenaf komt en dat dus 80% in de hersenen zelf wordt geproduceerd. M.a.w. de buitenwereld is een projectie die onze hersenen creëren (tikje controversiële stelling). Omdat de waarneming zo elementair is heeft deze een directe impact op het denken. Dit verklaart ook waarom nieuwe visies en concepten tijd nodig hebben om door te breken.
Wat is nu creatief waarnemen? Creatief waarnemen is het herkennen van dominanties in de eigen waarneming (en die van anderen) en het loskomen van overheersende visies. De bevrijdende vraag is: hoe kan ik het anders zien?
Uitstel van oordeel Oordelen is heel belangrijk, je denken en handelen is er grotendeels door gestuurd en je oefent deze vaardigheid bijna ieder moment. 3 niveaus van oordeel • Oordeel 1: gebeurt meestal onbewust. Herken ik dit? Kan ik het plaatsen? Begrijp ik het? • Oordeel 2: ik verken het nieuwe idee. Ik denk het door, schat gevolgen in. Vind ik het relevant? • Oordeel 3: Hier ga ik iets mee doen, of niet. Ik kies ervoor of wijs het af. Vernieuwende ideeën hebben het risico dat ze nooit tot een degelijk beoordelingsniveau (oordeel 3) kunnen opklimmen. Omdat nieuwe ideeën per definitie niet in de bestaande denkpatronen passen.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 4 van 28
Om verstandig met nieuwe ideeën van jezelf of anderen om te gaan zul je dus een genuanceerde oordeelsvaardigheid dienen te ontwikkelen. De kunst bestaat er in open te staan en het idee te aanvaarden (met uitstel van oordeel) ook al past de gedachte nog niet direct in een vakje. Hoe gaat dit praktisch? e De 1 drie denkactiviteiten gebeuren simultaan, daarna ga je oordelen. 1. Wat wordt hier bedoeld? Wat is dit idee? 2. Aanvaard deze nieuwe gedachte. 3. Verken de kansen die door dit idee worden gecreëerd. 4. Beoordeel wat je er mee gaat doen.
openen aanvaarden verkennen oordelen
Flexibel associëren We associëren als de ene gedachte de andere met zich meebrengt. Er zijn associaties die dominanter zijn dan andere. Een associatie met een grote kans van realisatie noemen we een ‘sterke’ verbinding. Indien een associatie zich vaker herhaalt, verbreedt ze dit spoor en zal zich versterken. Dit betekent dat de associatie zich in de toekomst sneller en makkelijker zal voltrekken. Dit verhoogt de efficiëntie van het denken en is dus algemeen nuttig. Tegelijk wordt daarmee de kans kleiner dat deze associatie (impuls) in de toekomst een andere weg zal nemen. En daar is het bij ons creatief denken toch om te doen. Hoe zorgen we er dan voor bij het zoeken naar alternatieve oplossingen (met uitstel van oordeel) minder voor de hand liggende sporen worden verkend en/of nieuwe verbindingen worden gerealiseerd? Er zijn twee manieren om nieuwe verbindingen te vormen: Disociatie, of een patroondoorbreking realiseren.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 5 van 28
Resociatie, of een terugkoppeling maken.
Divergeren De eerste ideeën die we bedenken, de eerste gedachten die ons te binnen schieten zullen de goeie gezond-verstand-ideeën zijn. Dit vloeit automatisch voort uit hoe de hersenen opgebouwd zijn en hoe het denken functioneert. We denken efficiënt en to-the-point. Dit betekent wel dat als we nieuwe invalshoeken willen verzinnen, we voorbij deze logica moeten denken. Dat kan al op een heel eenvoudige manier, door gewoon meer ideeën te verzinnen. Het komt er op aan de spontane neiging om te stoppen even uit te schakelen en nog wat verder te gaan met ideeën bedenken. Dit noemen we divergeren. Waarom bevordert divergeren je creativiteit? Als je divergeert kom je automatisch aan de grenzen van wat je spontaan kan bedenken. Daar voorbij ligt het interessante materiaal, de patroondoorbreking, de nieuwe ideeën. Het divergeren maakt gebruik van alle andere creatieve basisvaardigheden: snelheid van associëren, creatief waarnemen, disociëren, resociëren, het vinden van nieuwe sporen, verbeelden van nieuwe invalshoeken.
Verbeeldingskracht ontwikkelen Verbeelden betekent het vermogen zich een voorstelling in de geest te maken van iets dat op dat moment niet fysiek waar te nemen is. Het gaat niet alleen over visuele beelden, maar ook over geluiden, geuren, tastzin, als ook abstracte begrippen: Ideeën, concepten enz. Geheugenkracht/fantastische database Een enorm deel van onze herinnering wordt volledig bewaard in beeldtaal, een schat van informatie. Informatieverwerkingskracht Beeldtaal wekt veel holistischer en sneller dan de woordtaal. A picture is a thousand words. Gevoelskracht Wanneer je werkt met beelden zit je altijd dicht bij je gevoel. Beelden raken je rechtstreeks in de gevoelswereld. Via beelden kom je makkelijker en dichter bij je intuïtieve mogelijkheden.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 6 van 28
Aantrekkingskracht van wensbeelden Van de verbeelding van een gewenste werkelijkheid, een mogelijk toekomstbeeld, een potentieel nieuw product gaat een sterke mentale aantrekkingskracht uit. Communicatiekracht Beelden hebben een hele sterke communicatieve kracht. Bij elk innovatieproces zijn de beelden, soms metaforen, die men oproept een krachtig instrument voor verandering.
3. Creatief proces In zijn uiterste eenvoud kun je een creatief proces opsplitsen in 3 fasen:
a. b. c.
De startfase De divergerende fase De convergerende fase
4. Creatief proces: Startfase STARTEN EN STARTEN -
soms ben je al begonnen voor je er erg in hebt of je gaat doelbewust op zoek naar een oplossing vanuit een eigen behoefte of je omgeving geeft het startsein voor een creatief proces en soms wordt je geconfronteerd door een onderwerp dat direct je aandacht trekt waarbij je meteen het gevoel hebt: dat kan toch anders.
PROBLEMEN EN KANSEN Je hebt het over een probleem als je: 1. niet tevreden bent met een situatie 2. als je niet direct een antwoord hebt op de vraag hoe je de situatie tot tevredenheid kunt brengen. Dit noem je een taak.
Kansen Zonder ontevredenheid is onze neiging om verbeteringen aan bestaande situaties aan te brengen heel klein. Het gaat zelfs dieper: door de patroonmatige manier waarop we waarnemen,zien we zelfs niet dat een situatie voor verbetering vatbaar is. Toch zijn we voortdurend omring door kansen, maar een kans begint pas te leven als iemand ze ziet.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 7 van 28
Het opsporen of ontdekken van ‘verborgen’ kansen is een belangrijke vaardigheid in een snel veranderende wereld e voor elke organisatie. Het is vooral een attitude, een ingesteldheid. Maar je kunt er ook een proces van maken.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 8 van 28
BEWUST STARTEN Wanneer je langere tijd met een onderwerp bezig zal zijn, waneer het een ingewikkeld onderwerp is of wanneer je nog niet precies weet wat je er mee wilt, is het nuttig wat uitgebreider bij de startfase stil te staan.
a. De Verkenningscirkel
Deze 3 elementen lijken zo vanzelfsprekend, toch wordt vaak een proces gestart zonder alle 3 goed bekeken te hebben.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 9 van 28
b. Een onderwerp voor creativiteit? Creativiteit is ook een modewoord. Sommige problemen hebben andere oplossingen nodig dan creatieve. Maar wanneer maakt creativiteit wel het verschil? Stel je de zelf de volgende 2 vragen: - Is dit een onderwerp waarvoor het ons ontbreekt aan nieuwe ideeën? - Zullen nieuwe ideeën het verschil maken of hebben we iets anders nodig? I.p.v. aan nieuwe ideeën ontbreekt het vaak aan: Visie om toekomstmogelijkheden te verkennen Informatie om de omgeving te begrijpen of gedegen keuzes te kunnen maken Motivatie om een probleem echt aan te pakken Durf om noodzakelijke maar onprettige beslissingen te nemen Bekwaamheden om een traject tot een bevredigend resultaat te brengen In die gevallen leidt een creatief proces echt niet tot een oplossing.
c. Analysevragen De analysevragen die je je tijdens de startfase van een creatief proces stelt: 1. Is de topic helder? Is dit wel de vraag? Soms lijkt de problematiek duidelijk tot je een aantal concrete vragen gaat stellen. Door de juiste vragen te stellen komt de oplossing soms al binnen bereik. Of het probleem blijkt opeens te kantelen. 2. Beschikken we over de relevante gegevens? Kostbare tijd gaat verloren door het ontbreken van belangrijke informatie. Nadeel is dan: o men pakt misschien niet het juiste probleem aan o na de divergerende fase is men niet in staat goed te kiezen omdat men niet weet welke ideeën het probleem echt oplossen. Bij productontwikkeling komt deze fout vaak voor. 3. Wie is de probleemeigenaar? Vaak gaan creatieve processen de mist in omdat niet duidelijk is wie de probleemeigenaar is. Bepaal de probleemeigenaar met de 4 B’s. o Betrokken o Bereid o Bevoegd o Bekwaam 4. Beschikken we over voldoend tijd om het probleem aan te pakken? Een creatief proces heeft zijn natuurlijke tijd nodig om kwaliteit te leveren.
d. De startformulering Je eindigt de startfase met de startformulering voor de divergerende fase. 1. 2. 3. 4.
Formuleer het doel in één zin. Formuleer het doel niet te breed of te algemeen, maar hou een concrete focus. Vermeld een probleemeigenaar in de formulering. Een vraag die begint met ‘HOE’ of ‘BEDENK’ nodigt uit tot het aanbrengen van ideeën. 5. Formuleer het doel uitdagend en aantrekkelijk. Een uitdagende en aantrekkelijke formulering genereert energie en maakt enthousiast.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 10 van 28
5. Creatief proces: Divergerende fase Divergeren betekent zoveel mogelijk ideeën proberen te vinden voor een probleem of doelstelling. Cruciaal voor de Divergerende fase is de spelregel ‘uitstel van oordeel’. Ronde 1 Je kunt het divergeren stimuleren door een soort ‘denkruimte’ te creëren waar plaats is voor spel, experiment en fantasie. Benoem alle ideeën die je kunt bedenken, daar zullen gewone, gezond-verstand-ideeën tussenzitten, maar het mogen ook al gekke ideeën zijn. Op een gegeven moment kom je echter op een drempel, je kunt niets meer toevoegen aan de ideeënlijst, je hebt de grens van je spontane verbeelding bereikt. Ronde 2 e In de 2 ronde ga je de kwantiteit en de vernieuwingsgraad van je ideeën verhogen. Je maakt daarbij gebruik van één of meerdere technieken om bewuste of onbewuste denkdrempels te doorbreken.
De 7 technieken: • Vooronderstellingen • Directe analogie • De superheld • Persoonlijke analogie • Toevaltreffers • Vrije incubatie • Geleide fantasie Alle divergerende technieken maken gebruik van twee belangrijke denkactiviteiten: verwijderen en resociëren. Verwijderen betekent dat je je aandacht verlegt naar een element dat vreemd is aan het probleem. Resociëren is vanuit dat element een terugkoppeling forceren naar dat probleem.
SPELREGELS VOOR CREATIEVE SESSIES 1. Stel je oordeel uit De gouden regel! 2. Wees open binnen de groep Maar respecteer de privacy naar buiten. Niemand wordt op een idee afgerekend. 3. Geef extra aandacht aan naïeve ideeën Een nieuw idee past per definitie niet binnen onze denkpatronen 4. Geen hierarchie of arrogantie Ieder is gelijk. 5. Lift mee op ideeën van anderen Een idee fungeert als opstapje voor andere ideeën. Hou je dus niet in om in te haken op ideeën van anderen.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 11 van 28
1.
Vooronderstellingen
Wat? Vooronderstellingen zijn denkpatronen die automatisch optreden in een bepaalde situatie, en zitten van nature ingebakken in de manier waarop het menselijk denken functioneert. Ze reguleren en vereenvoudigen het dagelijks leven. Maar vooronderstellingen beperken je ook bij het divergeren. Ze vertegenwoordigen een bepaalde visie. Slaag je erin deze belemmerende vooronderstellingen te identificeren en tijdelijk te elimineren, dan kun je oude patronen doorbreken en treedt er een nuttige visieverandering op. Hoe werkt de techniek? Je gaat tijdens de divergerende fase een moment inlassen waarin je de (bewuste en verborgen) vooronderstellingen gaat opsporen om ze nadien, met uitstel van oordeel, tijdelijk uit te schakelen. Methode 1 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Startformulering Eerste ronde (benoem alle ideeën die je kunt bedenken) Selecteer cruciale termen in de startformulering Bepaal achtereenvolgens de vooronderstellingen omtrent elke term Vraag je bij elke vooronderstelling af; ‘Wat indien je de vooronderstellingen elimineert of omkeert?’ Resocieer (nieuwe ideeën)
Methode 2 1. 2. 3. 4. 5.
Startformulering Eerste ronde (benoem alle ideeën die je kunt bedenken) Schrijf de gemeenschappelijke kenmerken op van de eerste ideeën. Deze duiden op vooronderstellingen Vraag je bij elke vooronderstelling af; ‘Wat indien je de vooronderstellingen elimineert of omkeert?’ Resocieer (nieuwe ideeën)
Deze techniek doet je nadenken over je eigen denken. Daardoor wordt zij soms als lastig ervaren. Je merkt dat je ook heel goed met uitstel van oordeel overweg moet kunnen. Deze techniek is heel goed voor problemen van organisatorische en technische aard. In persoonsgerichte of psychologische context is deze techniek veel moeilijker.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 12 van 28
2.
Directe analogie
Wat? Wanneer zeg je dat twee zaken analoog zijn? Twee elementen vertonen analogie als ze (altijd gezien vanuit de hersenen) gelijkwaardige kenmerken vertonen. Die eigenschappen noemen we de analogiebasis. Een kopje en een glas noemen we analoog omdat ze een grote analogiebasis hebben. Maar er zijn ook verschillen.
Het herkennen van analogie is een basiskwaliteit van het menselijk denken. Het is een deel van het associatief denken waarmee we een fundamenteel stuk van onze algemene kennis uitbouwen. Telkens als we iets zien maken we verbindingen met onze bestaande kennis (patronen), anders zouden we het nieuwe wellicht niet eens kunnen herkennen. Bij de creatieve analogietechnieken maken we gebruik van deze basisvaardigheid, maar wel net anders. We proberen verrassende verbanden te leggen tussen een element binnen de probleemcontext (onderwerp) en een element daar buiten (analogon). We resociëren van daar uit naar nieuwe ideeën. Hoe werkt de techniek? Met de directe analogie laat je je inspireren door een thema (analogon) dat ver van je probleem af staat. Je gebruikt dit analogon als startpunt voor het resociëren naar je startformulering. A.
Je kiest een concrete en cruciale term uit de startformulering als ‘onderwerp’. In het geval dat er geen concrete term voorhanden is, dan kun je een abstracte term concreter maken (bijv.: ‘financieel’ wordt ‘geld’ of ‘muntstuk’).
B.
Kies een analogon dat als inspiratiebron zal dienen. Het analogon moet voldoen aan: - concrete term - ver weg van het onderwerp - inspirerend
C.
Je kunt dit analogon op twee manieren gebruiken: - Resociëren: vertrekken vanuit de analogiebasis - Resociëren: vertrekken vanuit de kenmerken specifiek voor het analogon
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 13 van 28
Voorbeeld: we wilen een vernieuwende tafel ontwerpen. We kiezen een dier als analogon, een olifant. Vertrek vanuit de kenmerken specifiek aan het analogon.
D.
Resociëren Bijvoorbeeld: - de slurf kan doen denken aan een soort stofzuiger in de tafel zodat je met de slang het tafelblad kunt opruimen - de ‘kudde’ brengt het idee van een reeks tafeltjes die in elkaar schuiven - Goed geheugen: waarom niet een computerscherm horizontaal in het tafelblad?
Je kunt ook resociëren vanuit de gemeenschappelijkheid tussen onderwerp en analogon
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 14 van 28
Directe analogie 1. 2. 3.
Startformulering Eerste ronde (benoem alle ideeën die je kunt bedenken) Kies een analogon, kies of je met de verschillen (a) of de gelijkenissen (b) werkt a. Wat is specifiek voor dit analogon. Hanteer elke eigenschap als startpunt bij de zoektocht naar nieuwe ideeën. Resocieer. b. Wat zijn de gelijkenissen tussen onderwerpen en analogon. Hanteer elke gelijkenis als startpunt bij de zoektocht naar nieuwe ideeën. Resocieer.
De techniek ‘directe analogie’ wordt ook wel ‘analogie natuur’ genoemd. De idee hierachter ligt in de overtuiging dat er voor elk probleem wel ergens in de natuur een oplossing wordt aangereikt. Denk bijv. aan de wetenschap bionica, die de werking van organische systemen bestudeert en die de aangetroffen mechanismen op concrete technische problemen toepast.
Directe analogie is een laagdrempelige techniek, breed toepasbaar en wordt meestal als heel inspirerend ervaren. TIP: kies het analogon inspirerend en voldoende gekend. Een analogon gekozen uit de natuur werkt voor velen vaak erg inspirerend.
3.
De Superheld
Wat? De superheld is een voorbeeld van een fantastische analogie. In tegenstelling tot de directe analogie beperkt deze techniek zich niet tot de realiteit. Bij het kiezen van de analogons laten we de fantasie de vrije loop, vanuit een andere invalshoek kunnen nieuwe ideeën worden gegenereerd.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 15 van 28
Hoe werkt de techniek? Neem een held(in) in gedachte waarvoor je in goede of kwade zin ontzag of bewondering koestert. Je moet er wel genoeg van weten, maar beter geen clichéheld. Het kan een stripheld, filmheld, enz. zijn of een tot mythische proporties uitgegroeide echte figuur. Roep je held in gedachte op en vraag je af hoe hij zou reageren op het gestelde probleem, hoe zou hij het aanpakken? Vertaal elke oplossing naar een concrete oplossing.
De Superheld 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Startformulering Eerste ronde Neem een held of heldin in gedachte Maak de held(in) levend. Welke eigenschappen kun je hem toeschrijven? Hoe zou de held jouw probleem aanpakken? Vertaal de suggesties naar concrete oplossingen voor het probleem. Resocieer.
CREATIEVE SESSIE De meeste mensen vinden deze techniek heel leuk. Het kind in ons komt los. Als je de techniek toepast in een groep kan iedere deelnemer een andere held kiezen. Zo komt er meer diversiteit n de ideeënstroom.
4.
Persoonlijke analogie
Wat? Deze techniek is ontstaan uit het gegeven dat technici en uitvinders zich sterk identificeren met het onderwerp van hun aandacht. Een monteur luistert naar zijn motor alsof die hem iets wil zeggen, een kapitein schrijft zijn schip vrouwelijke kwaliteiten toe en beweert dat zij een eigen wil heeft. En iedereen schreeuwt wel eens tegen zijn PC als deze je in de steek laat. De techniek persoonlijke analogie doet een sterk beroep op je inlevingsvermogen en verbeelding. Je leeft je in in een voorwerp. Een voorwerp uit de probleemcontext.
Hoe werkt de techniek? Je kiest een cruciaal voorwerp uit de probleemcontext en vraagt je dan af: hoe zou ik me voelen als ik dit voorwerp in de specifieke situatie was? Probeer je zo intens mogelijk te identificeren. Vertrekkend vanuit dat gevoel stel je je nu de volgende vraag: Wat zou ik nu doen (als ik dit voorwerp ben met dit gevoel in deze situatie)? Welke actie zou ik inzetten. Probeer dus in deze fantasiesituatie iets te bedenken. Van daar uit resocieer je naar de startformulering. Welke nieuwe ideeën komen je nu voor de geest?
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 16 van 28
Persoonlijke analogie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Startformulering Eerste ronde Selecteer een cruciaal voorwerp uit de probleemcontext. Hoe zou ik me voelen als ik dit voorwerp was in die specifieke situatie? Hoe zou ik reageren vanuit dit gevoel? Welke actie zou ik ondernemen? Resocieer
CREATIEVE SESSIE Deze techniek doet een heel sterk beroep op je inlevingsvermogen en verbeelding, en dat maakt de techniek tot een lastige. Gemiddeld een derde van de mensen vinden deze techniek leuk. De techniek is toch ideaal in technische omgevingen en bij productontwikkeling.
5.
Toevalstreffers
Wat? Bij alle vorige technieken sta je zelf aan het stuur van het verloop van de techniek. Bij Toevalstreffers laat je dit allemaal los en laat je het toeval beslissen over de informatie waarmee je dit probleem gaat oplossen. Spannend. Geloof er in dat je alles met alles kunt verbinden en je ziet dat de techniek werkt. Deze techniek is zeer efficiënt en snel wanneer je bedreven bent in basisvaardigheden als resociëren, verbeelding en het kantelen van begrippen. Je kunt zeggen dat dit echt een techniek is voor ervaren creatieve denkers met een natuurlijke feeling voor creatief denken. Hoe werkt de techniek? Buitengewoon simpel, als je maar echt het toeval laat beslissen. A. Keuze van lukrake informatie. Het handigst is blind een woord te kiezen uit bijv. een tijdschrift of krant. Let wel, het is belangrijk dat dit een inhoudswoord is. Evt. kun je ook vanuit een beeld (reclame of foto) starten, toch is dit veel lastiger. B. Vanuit de lukrake informatie kun je eerst een aantal associaties noteren. Vanuit de associaties ga je dan resociëren naar de startformulering.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 17 van 28
Toevalstreffers 1. 2. 3. 4. 5.
Startformulering Eerste ronde Kies lukrake informatie: een beeld of foto, voorwerp, geluid,... Associeer rondom de lukrake situatie. Resocieer
CREATIEVE SESSIE Soms komt bij de groepen de volgende vragen naar voren: Hoe lang moet je resociëren vanuit een term? Wees niet te snel ontmoedigd. Ga door tot er een aantal ideeën uitgehaald zijn. Kun je verschillende woorden na elkaar nemen? Ja, maar maak het jezelf niet te makkelijk. Niet te snel dus een 2e woord nemen. Wat is slechte lukrake informatie? Als het woord binnen je probleemgebied valt. Wanneer pas je deze techniek toe? Deze is heel handig om als een soort uitsmijter te gebruiken, na enkele andere technieken, om te zien of er nog iets verrassends komt, wat ook dikwijls gebeurt.
6.
Vrije incubatie
Wat? Incubatie stemt overeen met verwijdering uit de logische context van het probleem. De verwijdering kan mentaal en fysiek zijn. Incubatie slaat op een periode van het creatief proces waarin je met je aandacht niet bij het probleem bent. Je aandacht is op andere zaken gericht. Je hersenen zijn echter nog steeds bezig met het probleem en laten de informatie sudderen en rijpen in het onderbewuste. Dit kan opeens leiden tot een Eureka moment: de hersenen reiken een oplossing aan voor een probleem waar je op dat moment niet bewust mee bezig was. Het inlassen van incubatietijd komt de kwaliteit van het creatief proces vaak ten goede. Bij taaie problemen nog eens te meer.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 18 van 28
Hoe werkt de techniek? De vrije incubatie kun je het best inlassen na een eerste divergerende fase. Er mag zelfs best wat frustratie zijn opgetreden bij uitputting van ideeën van de 1e of 2e ronde. Dit ontevredenheidssignaal geeft het signaal aan het denksysteem: Dit probleem is belangrijk! Het prepareert de hersenen om zich met het probleem bezig te blijven houden.
Vrije incubatie 1. 2. 3. 4. 5.
Startformulering Eerste ronde Eventueel tweede ronde Leg het probleem naast je neer. Neem afstand (mentaal, fysiek). Wacht af.
Incubatiemethodes Relaxen: breng de hersenen in een ander ritme dan het dagritme. Meditatieve en/of ontspanningstechnieken. Fysieke inspanning. Nieuwe omgeving: Verplaats je naar een nieuwe of andere omgeving. Beweging: in de zin van voortbewegen (auto, trein enz)
7.
Geleide fantasie
Wat? Bij deze techniek laat je de incubatie niet langer meer vrij maar stuur je deze via een scenario. Het scenario zorgt voor de verwijdering van het probleem, voor elementen van inspiratie en voor momenten van terugkoppeling. Geleide fantasie maakt gebruik van beelddenken, het denken in geestesbeelden die ontstaan vanuit de diepere lagen van ons denksysteem. Dit vermogen doet op talloze momenten van het dagelijkse leven zijn werk, veelal onbewust. Zo dromen wij bijvoorbeeld in beelden. Bij Geleide fantasie maken we echter bewust gebruik van beelddenken. Niet iedereen voelt zich heel comfortabel met beelddenk-technieken als geleide fantasie. Hoe werkt de techniek? Je hebt vooraf voor jezelf, voor de ander of voor een groep een klein verbeeldingsscenario geschreven met een aantal opdrachten. Dat scenario moet concreet genoeg zijn om te kunnen sturen in de gewenste richting maar vooral voldoende ruimte laten voor de verbeelding van de ontvanger(s). Totale rust en openheid is een voorwaarde. Je opent jezelf voor de innerlijke beelden en observeert wat er gebeurt. Na deze sessie worden de opgevangen beelden en symbolen in het scenario geconfronteerd met de probleemcontext. Je tracht ze te vertalen naar de probleemcontext.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 19 van 28
Geleide fantasie 0. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Vooraf heb je een scenario geschreven. Startformulering Eerste ideeën Ontspanning Startscenario Open je voor de innerlijke beelden. Na de geleide fantasie: Resocieer vanuit de beelden en symbolen.
CREATIEVE SESSIE Voorzichtigheid is geboden met de geleide fantasie wanneer je met anderen werkt. Goede voorbereiding en testen van je scenario is belangrijk. Deze techniek heeft de hoogste drempel, niet iedereen staat open voor dit soort creatieve technieken.
8.
Wanneer welke techniek? Overzicht
Elke techniek heeft zijn sterkten en eigen invalshoek. Verschillende technieken kun je na elkaar gebruiken. Het belangrijkst is je eigen voorkeur. Die zullen het beste resultaat opleveren. incubatietijd
drempel
diepgang
Vereisten
wanneer?
Vooronderstellingen
snel
laag
breed
Eigen denken kunnen bevragen
Niet bij heel persoonlijke of emotionele topics
Directe analogie
snel
laag
breed
Minimum speelsheid
aan
Kan altijd
Superheld
snel
laag
breed
Minimum speelsheid
aan
Kan altijd
Persoonlijke analogie
snel
hoog
diep
Best bij technische topics
Toevalstreffers
Heel snel
medio
breed
Sterk inlevingsvermoge n Ervaring met resociëren
Vrije incubatie
Traag
laag
Diep
Voldoende nemen
Als je tijd hebt
Geleide fantasie
medio
hoog
diep
openheid
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
tijd
Best in combinatie met andere technieken
Niet met onervaren groepen
blz 20 van 28
6. Creatief proces: Convergerende fase De divergerende fase heeft je de vernieuwende ideeën gebracht, maar daarmee is de kous niet af. Nu begint de convergentie-inspanning. Je gaat selecteren, uitwerken, verfijnen, toetsen, verbeteren, uitvoeren. En daar heb je al je creatieve kracht voor nodig, misschien nog meer als voorheen.
A.
Kiezen
De centrale vraag is: wat kies je en hoe? a. Eerst focussen Voordat je gaat kiezen moet je even opnieuw focussen op je doel en je weer afvragen waar het allemaal om ging. Is de startvraag nog relevant? Ben je nog steeds even gemotiveerd? Zijn de criteria nog hetzelfde als bij het begin? OK? Dan begint het keuzeproces. b. Ratio en gevoel Het verstand brengt elementen aan als beperkingen in tijd en geld, moeilijkheidsgraad, enz. Het gevoel daarentegen houdt contact met minder tastbare aspecten die voor echt vernieuwende zaken wel eens belangrijker zouden kunnen zijn als: vind ik het mooi, geeft het me energie, zal de klant dit aantrekkelijk vinden? Het is essentieel te beseffen dat hoe meer radicaal vernieuwend de ideeën zullen zijn, hoe meer de gevoelsmatige aspecten bij de keuze de doorslag zullen geven. c. Grondstof Bekijk nu de ideeën en zie ze als grondstof waarmee je de oplossingen gaat construeren. Kies op basis van de waarde die ze bijdragen tot het realiseren van je doelstelling, niet op de haalbaarheid! Let op voor de valkuil van de creadox (paradox van de creativiteit: Je wilt iets nieuws, bedenkt van alles, maar kiest toch voor het oude). d. Loslaten Soms moet je concepten waar je hard aan hebt gewerkt toch kunnen loslaten om je aandacht op meer beloftevolle concepten te richten. Dat is ook een vaardigheid. e. Focus op de verschillen Eén van de dooddoeners van nieuwe innovatieve ideeën is de opmerking: Oh, dat idee is hetzelfde als dat andere idee. Mensen zijn geneigd eerder te kijken naar de overeenkomsten omdat men het nieuwe wil inpassen in hetgeen men al kent. Wees daarom opmerkzaam op de verschillen, want daarin ligt vaak de innovatiewaarde verborgen. f. Intuïtie Intuïtie is een direct weten waarin ervaring en gevoel een koppeling maken. Dit buikgevoel of kiezen met je hart is belangrijk voor innovatieve convergentie.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 21 van 28
g.
Keuzetechnieken
Techniek 1: de COCD-box
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 22 van 28
Techniek 2: hits per doelgroep Betrokkenheid bij verdere uitwerking van een idee is van levensbelang. Als in een creatieve sessie verschillende groepen vertegenwoordigd zijn heb je ze liefst allemaal mee. Je geeft elke groep stickers van een zelfde kleur, die ze opplakken bij de volgens hen beste ideeën. Dan is snel afleesbaar waar de grootste betrokkenheid zit. Techniek 2: Dr. Love Elk groepslid kiest uit de reeks ideeën dat ENE idee. Je bent als deelnemer dus verplicht aan te geven waar jij energie in wilt steken. Deze keuze vormt het startpunt van de ontwikkelingsfase waarin je mensen precies deze ideeën uit laat voeren die ze zelf het leukst en best vinden.
B.
Ontwikkelen
a. Nieuwe ideeën zijn nooit direct ‘af’. Nieuwe ideeën zijn slechts het startpunt. Ze moeten evolueren van het abstracte, conceptuele niveau naar het concrete, praktische niveau. Anders zullen ze steeds blijven wat ze nu zijn: ideeën. De vraag die je je steeds stelt is: Wat staat nog tussen het huidige idee en de realisatie? De antwoorden die je hier op vindt hebben soms rechtstreeks betrekking op het idee zelf, soms op de context waarbinnen het idee gerealiseerd zal worden. Volg bij het ontwikkelen van een idee deze volgorde: 1. Kijk eerst naar idee-specifieke elementen 2. Werk dan pas aan omgevingsaspecten
b. Alfa-Beta-Gamma-ideeën Ideeën heb je in verschillende stadia van uitwerking. Alfa ideeën zijn prille ideeën en worden doorgaans te snel gecommuniceerd. Dit is niet goed voor het idee, niet voor de bedenker, noch voor de ontvanger. Het idee krijgt geen echte kans. Dit is te verhelpen: Maak van een alfa-idee een beta-idee met de V3-cirkel.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 23 van 28
c. De V3-cirkel Je hebt een idee uitgekozen. Je beschouwt het als waardevol maar je wilt het idee voeden, sterker maken. De V3-cirkel (of Ontwikkelcirkel) is een stappenmodel waar je één of meerdere keren doorheen gaat. De 3 stappen: 1. Vormgeven van het idee (V1) 2. Beoordeel het idee. Wat is het waard? Het Vonnis (V2) 3. Verrijk het idee (V3) Tenslotte zul je het in de verrijkte vorm opnieuw beschrijven.
V1. Vormgeven Probeer je idee zo goed mogelijk voor te stellen. Beschrijf het, geef het ’vorm’. Techniek 1: Ideeformulier Techniek 2: Moodboard Techniek 3: De Spiegel Verwoord je idee tegenover een gesprekspartner die als enige taak heeft verduidelijkende vragen te stellen. De toehoorder oordeelt niet maar vraagt telkens door als iets nog niet duidelijk is. Techniek 4: Cartoon Laat een tekenaar het idee vormgeven. (wanneer het budget dit toelaat)
V2. Vonnis Bij een creatief proces zijn vaak meerdere uitgewerkte ideeën te beoordelen. Een reden te meer om zorgvuldig maar ook efficiënt te werk te gaan. Wanneer je een idee zelf hebt bedacht en vormgegeven heb je niet veel zin de nadelen nog eens onder de loep te nemen.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 24 van 28
Dat kan leiden tot een emotioneel conflict. Maak daarom ook onderscheid tussen een gevoelsmatige en rationele beoordeling. Techniek 1: GeVoNa (Gevoel, Voordelen, Nadelen) Met GeVoNa geef je zowel je gevoel als je ratio een duidelijke plaats in de beoordeling. 1. Begin eerst met je gevoel. Schakel je verstand ook echt uit! 2. Bekijk rationeel de voordelen. 3. Bekijk rationeel de nadelen. Techniek 2: Prefer Bij een groot aantal nieuwe ideeën is deze techniek bruikbaar om een snelle selectie te maken. Beoordeel de ideeën op basis van 4 parameters: potentie, risico, moeite en gevoel (potential, risk, effort, feeling) naar een eenvoudige schaalverdeling. Techniek 3: Multi Criteria analyse Een meer gestructureerde en planmatige keuzemethode waarbij je eerst criteria van beoordeling uit de briefing haalt, en daarna de beloftevolste ideeën naast de criteria legt. Bruikbaar bij meer technisch georiënteerde keuzeprocessen of wanneer je een groep mensen wilt betrekken bij de besluitvorming. V3. Verrijken Als je uiteindelijk een paar toppers uit je ideeënlijst hebt geselecteerd, wil je natuurlijk dat ze gaan scoren in de buitenwereld. Het komt er nu op aan je ideeën sterker te maken, een verrijkt idee staat steviger. Soms zal in deze fase blijken dat een idee toch niet zo super is als je aanvankelijk dacht, of dat bepaalde minpunten minder makkelijk te verhelpen zijn. Dit is niet erg! Beter nu dan later, in de implementatiefase. Techniek 1: PMO Met de PMO kun je op een snelle manier een grote reeks ideeën beoordelen en verrijken. Beperk je tot de belangrijkste opmerkingen per aspect. P(lus) M(in) O(ntwikkelen) Techniek 2: SchaVven Hiermee kun je gefocust naar verschillende elementen van je ontwerp kijken met telkens de vraag wat je aan het idee zou kunnen veranderen om het sterker te maken. S: Substitueren, veranderen C: Combineren H: Herschikken A: Aanpassen Vv: Vergroten, verkleinen E: Elimineren N: Nieuw nut geven Techniek 3: Alle zintuigen Als een idee appeleert aan meerdere zintuigen tegelijk verhoogt de impactwaarde. Zintuigen interpreteer je niet te letterlijk. Zicht: Gehoor: Smaak: Reukzin: Tastzin:
De ‘look’, een ander perspectief? Ruchtbaarheid verhogen, voor zich zelf spreken, een andere taal hanteren. stijl kiezen, designkeuze, doelgroepsmaak? Verwijzen naar aangename of oergeuren, intuïtieve reacties Aaibaarheid, klant dichter benaderen?
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 25 van 28
Techniek 4: USP-UMP USP-UMP is een bekende marketingtechniek waarbij je bij een nieuw concept op zoek gaat naar: • Unique Selling Proposition: de unieke reden waarom een klant jouw idee (product, dienst) zou verkiezen boven alle andere opties in de markt • Unique Marketing Proposition: het onderscheidende marketingimago waarmee klanten zich willen identificeren. Belangrijk wanneer je veel concurrentie verwacht. V4=V1. Vormgeven Je bent weer vooraan aanbeland in de ontwikkelcirkel. Geef je verrijkte idee opnieuw vorm. Je idee is versterkt, van alfa naar beta geëvolueerd.
d.
Syntegreren op niveau van de ideeënlijst
Definitie: Syntegreren is het samenbrengen van verschillende beloftevolle ideeën binnen telkens één overkoepelend idee (concept) met een welbepaalde totaalvisie op de oplossing van het vraagstuk. Bij syntegreren overstijgen we het niveau van het versterken van het individuele idee. Je zit op het niveau van alle ideeën. Het is iets anders als clusteren. Clusteren is samenvoegen onder dezelfde titel. Syntegreren is verschillende soorten ideeën tot een nieuw overkoepelend voorstel tot oplossing maken. Syntegreren is de moeilijkste fase van het creatieve proces. Techniek : The Big 4 De Big 4 is een syntegratiemethode. Je vertrekt vanuit de ideeën in de COCD-box. Je geeft jezelf (of de groep) de opdracht om met de ideeën als basisingrediënten 4 verschillende totaaloplossingvoorstellen te bedenken, elk met een eigen invalshoek.
C.
Activeren
Miljoenen goede ideeën blijven in laden steken of op post-its plakken maar zullen nooit het daglicht zien. Slechts een fractie wordt gerealiseerd, en misschien is dat ook maar goed ook. Maar niet jouw idee! Je bent nu aanbeland in de laatste fase van de convergentie, na het selecteren, verrijken, syntegreren van de beste ideeën heb je je oplossing voor het vraagstuk geformuleerd. De MBA van het activeren 1. Motivatie. Je begint bij jezelf of je team.Is de hoogte van de motivatie hoog genoeg? 2. Buitenwereld. Je gaat kijken hoe de buitenwereld zal reageren op je voorstel en bedenkt oplossingen voor eventuele weerstand. 3. Actie-pad. Je gaat na hoe je jezelf en de anderen kunt ondersteunen bij het realiseren.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 26 van 28
1.
MBA Motivatie
Motivatie is de belangrijkste factor tot succes. Ga na of jij, jullie het er echt voor over hebben. Je zult de komende tijd namelijk veel meer energie moeten geven. Techniek 1: Verken je gevoel Ga na welke aspecten van het idee je energie geven en welke aspecten je als obstakels beschouwt. Valt de balans goed uit? Techniek 2: Visualiseer de realisatie a. Visualiseer het eindresultaat. b. Visualiseer het actiepad. Begin bij de gerealiseerde toestand en wandel dan terug naar het punt waar je nu staat. Zo zie je welke obstakels je uit de weg hebt moeten ruimen. Techniek 3: Vind de kanseigenaar Heel vaak zijn de ideeënbedenkers niet degenen die het best gepast zijn om het te realiseren. Wie is het wel? Kijk naar waarden, intrinsieke motivatie, persoonlijke ambitie, timing, persoonlijke vaardigheden. 2.
MBA Buitenwereld Techniek 1: Weerstandanalyse en waarden-antwoord • Ga na welke weerstanden je ervaart bij het doorvoeren van de innovatie of het concept. Soms zijn ze heel duidelijk en expliciet, soms zijn ze verborgen. Luister heel goed. • Achterhaal welke waarden achter deze weerstanden schuilgaan. • Formuleer je antwoorden op basis van de verdedigde waarden en niet van de weerstanden. Techniek 2: Energizers en Resisters Energizers spoor je op om je te ondersteunen, om de vaart erin te houden. Resisters zijn alle factoren in de omgeving en in jezelf die kunnen tegenhouden. Divergeer rond alle Energizers en Resisters voor je actie. Schrijf ze op en gebruik ze voor het opstellen van je actiepad.
3.
MBA Actie-pad
Is de buitenwereld eenmaal in kaart gebracht dan kun je je actie-pad opstellen. Techniek 1: Will/Do-matrix Gebrek aan prioriteit is de belangrijkste faalfactor voor vernieuwing. Ga na wat je/jullie echt willen.
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 27 van 28
Techniek 2: Buddy check Een buddy kan je helpen op vele momenten in je innovatie-activiteiten. Kies iemand die genoeg van je verschilt om echt sparring-partner te kunnen zijn. Techniek 3: Barometer In geval van echt teamwerk is de barometer een instrument waarmee je tijdens de implementatie voeling houdt met de afgelegde weg in verhouding tot het doel, en het gevoel van het team op de innovatietocht. Stel de volgende vragen: 1. Beschrijf je huidige gevoel op deze innovatietocht. 2. Op hoeveel van onze realisatie zijn we nu beland?
Reader : Creativiteit Hoe?Zo!
Communicatie vormgever
blz 28 van 28