Coördinator Pluralis : M.Th.M. Hemmes Inhoudsopgave 0411-657954
[email protected] Bovenschools Begeleider Leerlingenzorg: drs. C.C.C.E. Dohmen (orthopedagoog) 0411-657955
[email protected] postadres:
Postbus 100 5280 AC Boxtel bezoekadres: Baroniestraat 22 5281 JE Boxtel telefoon: 0411-657954 fax: 0411-657976 e-mail :
[email protected] website: www.pluralis.nl
zorgplan 2010-2011
2
Deel A Algemeen inleiding: hoofdstuk 1: hoofdstuk 2: hoofdstuk 3:
Koersen op Plaats van het zorgplan Missie, visie en strategisch beleid Inrichting van het samenwerkingsverband
blz. blz. blz. blz.
4 5 6 7
hoofdstuk 4: 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Bouwstenen voor het zorgplan 2010-2011 koersplan werkgroepen jaarverslag PCL kengetallen taalactiever landelijke en regionale ontwikkelingen
blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz.
11 11 11 13 14 15 16
hoofdstuk 5: 5.4.1 5.4.2 5.4.3 5.4.4 5.4.5 5.4.6
Jaarplan 2010-2011 passend onderwijs zorg-teams / zorg-advies-team (dreigende) thuiszitters hoog- en meerbegaafdheid juniorcoach taken en positie PCL
blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz.
20 21 22 24 26 27 28
Personeel Inzet van Middelen
blz. blz.
29 31
Zorgniveaus binnen het SWV Werkwijze PCL Criteria PCL Centrum Jeugd en Gezin Definitie grensverkeer Leerling gebonden financiering (LGF) Definitie zorgleerling Procedure overstap bao–bao Dossiervorming Overleg directies en coördinator Pluralis Juniorcoach lijst van afkortingen
blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz.
32 33 36 37 39 39 40 41 41 43 43 45
Deel B Activiteiten
Deel C Personeel en Middelen hoofdstuk 6: hoofdstuk 7:
Deel D Informatie infokaart 1 infokaart 2: infokaart 3: infokaart 4: infokaart 5: infokaart 6: infokaart 7: infokaart 8: infokaart 9: infokaart 10: infokaart 11:
zorgplan 2010-2011
3
Deel A Algemeen inleiding: Koersen op…… In het Koersplan 2008-2012 wordt aangegeven welke koers we samen hebben uitgestippeld voor ons samenwerkingsverband. Een aantal bestaande zaken hebben we geëvalueerd en deze zijn bijgesteld of opnieuw geformuleerd. Ontwikkelingen die zijn ingezet worden verder uitgediept en voortgezet. Nieuwe ontwikkelingen richting Passend Onderwijs zullen ook in Boxtel gevolgen hebben voor de inhoud en uitvoering van het onderwijs aan onze leerlingen.
Binnen ons samenwerkingsverband krijgen steeds meer kinderen de begeleiding die ze nodig hebben, bij voorkeur binnen de eigen school, of anders op onze eigen bovenschoolse voorziening SBO “De Maremak”. Er blijven echter nog steeds kinderen waarvoor het goed is dat er naast onze eigen voorzieningen ook speciale arrangementen in het speciaal onderwijs geboden kunnen worden. Binnen de zorg voor leerlingen merken we ook een verschuiving van problematiek. Van leerproblemen gaat de zorg steeds meer uit naar gedragsproblemen. Bij het beantwoorden en zoeken naar oplossingen voor deze problemen zoeken we ook steeds meer de samenwerking met de ouders. Hierboven werd al gewezen op “Passend Onderwijs”. Wat dat nu precies is, en hoe dit dan kan worden vormgegeven en uitgevoerd, is in feite de opdracht die we ons zelf stellen en waaraan het eerste vierjaren “Koersplan” richting wil geven. De ontwikkelingen richting “Passend Onderwijs” hebben geleid tot het convenant Passend Samenwerken in de Meierij. In het hele land worden convenanten afgesloten ten behoeve van verdere regionale samenwerking sinds het verschijnen van de notitie "Passend Onderwijs" van staatsecretaris S. Dijksma in december 2007. Dit convenant is in onze regio ondertekend door vertegenwoordigers van de verschillende samenwerkingsverbanden PO, het samenwerkingsverband VO en vertegenwoordigers van Rec 3 en Rec 4 uit de regio De Meierij. Door uitvoering te geven aan de werkagenda’s uit het convenant willen we benadrukken dat zorg voor kinderen een gezamenlijke inspanning vraagt. Pluralis sluit zich graag aan bij deze samenwerking. In 2009 heeft de staatssecretaris in een brief haar heroverwegingen passend onderwijs kenbaar gemaakt aan het onderwijs. Samen met partners buiten Boxtel staan we voor de gezamenlijke opdracht om antwoord te geven op de (soms zeer specifieke) onderwijsvragen die kinderen ons stellen. Het samenwerkingsverband wil graag, samen met alle betrokken professionals, zoeken naar antwoorden op deze vragen, wil betrokkenen helpen bij het vergroten van handelingskracht bij het bieden van passend onderwijs. Passend onderwijs voor kinderen; zo nabij mogelijk, zo snel als noodzakelijk, zo kort als verantwoord.
Om gelijke kansen te krijgen om zich naar hun mogelijkheden en talenten te ontplooien, hebben kinderen recht op ongelijke behandeling in opvoeding en onderwijs
zorgplan 2010-2011
4
Hoofdstuk 1: Plaats van het zorgplan Het zorgplan vervult diverse functies. Enerzijds geeft het richting aan activiteiten en ontwikkelingen op bovenschools niveau, anderzijds is het van belang voor de versterking van de zorg op schoolniveau. het zorgplan kan gezien worden als: A. kwaliteitsdocument Binnen het samenwerkingsverband (SWV) Pluralis werken leraren, directeuren, bestuurders en andere betrokkenen aan de centrale opdracht: het inrichten en in stand houden van een onderwijsen zorgstructuur waarbinnen alle leerlingen die onderwijszorg krijgen die zij nodig hebben om een ononderbroken ontwikkelingsproces te kunnen doorlopen. In dit zorgplan beschrijft Pluralis het beleid dat zij voert ten behoeve van de realisatie van zorg op maat voor alle leerlingen. B. planningsdocument Vanuit het vastgestelde “Koersplan 2008-2012” wordt het jaarlijkse zorgplan opgesteld. In het zorgplan worden, aan de hand van actieplannen, concrete doelen gesteld die passen binnen de doelstellingen van het meerjaren-beleidsplan. Deze actieplannen beogen: nieuw beleid t.a.v. kwaliteitsverbetering te initiëren, bestaande activiteiten te implementeren, te evalueren en te borgen. Het cyclisch proces van plannen, uitvoeren, evalueren en toetsing aan het strategisch meerjarenperspectief krijgt zijn neerslag in het zorgplan. Resultaten worden in het jaarverslag weergegeven. De ervaringen en aanbevelingen na uitvoering van de actieplannen vormen nieuwe input voor het opstellen van een volgend zorgplan. C. verantwoordingsdocument De ledenvergadering van de vereniging Pluralis stelt jaarlijks met inachtneming van de daartoe in de statuten van de vereniging vastgelegde procedure, het zorgplan vast. In het zorgplan wordt ook de inzet van de middelen van het SWV verantwoord. Direct na vaststelling wordt het zorgplan toegezonden aan de inspectie van het basisonderwijs. relatie zorgplan met andere documenten Het zorgplan heeft directe raakvlakken met andere documenten, zoals deze op schoolniveau beschikbaar zijn. Als belangrijkste voorbeelden hiervan kunnen het schoolplan en de schoolgids genoemd worden.
vaststelling. Het conceptzorgplan is tijdens de bestuursvergadering van 27-05-2010 vastgesteld. Hierna is het ter advisering voorgelegd aan de (G)MR-en van de schoolbesturen. In de ALV van 15-07-2010 is de definitieve versie van het zorgplan vastgesteld.
het bestuur van Pluralis De voorzitter:
De secretaris:
P. Adriaans
B. van Duijnhoven
zorgplan 2010-2011
5
Hoofdstuk 2: Missie, visie en strategisch beleid
2.1 missie: De algemene missie van Weer Samen Naar School (WSNS) wordt vaak samengevat in de zin: ‘zoveel als mogelijk is kinderen binnen de basisschool opvangen’. Bij Pluralis hebben we dit op een iets andere wijze vertaald. De missie van het samenwerkingsverband Pluralis luidt als volgt:
De zorg wordt zoveel mogelijk naar de leerling gebracht in plaats van de leerling naar de zorg
2.2 visie: Vanuit de gestelde missie is de centrale opdracht van Pluralis: Het inrichten en in stand houden van een zorgstructuur waarbinnen alle leerlingen die zorg krijgen die zij nodig hebben om een ononderbroken ontwikkelingsproces te doorlopen. Passend onderwijs voor kinderen; zo nabij mogelijk, zo snel als noodzakelijk, zo kort als verantwoord. De leerlingen binnen Pluralis worden zoveel mogelijk opgenomen in het reguliere basisonderwijs, of wanneer dit beter is, op een speciale school voor basisonderwijs. Pluralis opereert vanuit de gedachte dat de speciale zorg voor kinderen als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle scholen wordt gezien. Hierbij geldt tegelijkertijd het principe van erkende ongelijkheid; zowel tussen scholen als tussen leraren binnen elke school.
2.3 hoofddoelstellingen In het koersplan 2008-2012 zijn onderstaande doelstellingen opgenomen als uitgangspunten voor het uit te voeren beleid. Hoofddoelstelling 1.
Ontwikkelen van een breed gedragen visie op leerlingenzorg op school – en bovenschools niveau
Hoofddoelstelling 2.
Vergroting van de kwaliteit van de leerlingenzorg op schoolniveau en bovenschools niveau
Hoofddoelstelling 3.
Een kleinschalige maar kwalitatief sterke bovenschoolse SBO - voorziening op SWV-niveau blijft gehandhaafd, waar aan leerlingen uit het SWV een passend onderwijsaanbod wordt geleverd
zorgplan 2010-2011
6
Hoofdstuk 3: Inrichting van het samenwerkingsverband Het Samenwerkingsverband is een vereniging waarin de Algemene Ledenvergadering het hoogste orgaan is. De leden van de vereniging zijn afgevaardigden van de schoolbesturen van de scholen die participeren in het SWV.
ALV
centrale dienst ZC
BBL
bestuur pluralis scholen dir. en IB
IB-netwerk
directie scholen werkgroep
ouders
PCL
werkgroep
deelnemende besturen en scholen: bestuur en school aantal ll. per 01-10-09 Stichting Regionaal Openbaar Onderwijs Maas en Meierij o OBS De Spelelier 294 Katholieke Stichting St. Albertus Liempde o De Oversteek 534 Stichting Katholiek Onderwijs Breukelen o Angelaschool 486 Stichting St. Christoffel o De Beemden 217 o De Hobbendonken 228 o Jenaplanschool Molenwijk 213 o St. Petrus 234 o St. Theresia 144 o De Vorsenpoel 340 o Prinses Amaliaschool 98 o SBO De Maremak 107 totaal 2895
zorgplan 2010-2011
7
3.1 de algemene ledenvergadering (ALV). De Algemene ledenvergadering stelt de kaders van het te volgen beleid binnen het samenwerkingsverband vast. Dit door het formuleren van de missie en visie van het SWV. De algemene ledenvergadering geeft invulling aan de missie en de eindverantwoordelijkheid die het draagt voor de besturen in haar verband door: 1. De doelstelling(en) en inrichting van de bovenschoolse zorgstructuur vast te stellen, 2. Toezicht op het realiseren van de doelstellingen binnen de vastgestelde zorgstructuur; 3.2 het bestuur. Het bestuur van de vereniging is verantwoordelijk voor de voorbereiding, invulling en de uitvoering van het beleid van het samenwerkingsverband. Dit alles binnen de kaders en beperkingen die gesteld zijn door de Algemene Ledenvergadering. Als zodanig is het bestuur verantwoordelijk voor de vaststelling van het strategisch meerjaren beleidsplan (“Koersplan”), en het tactisch en operationeel beleid van de vereniging, zoals verwoord in het jaarlijks zorgplan van het samenwerkingsverband. 3.3 centrale Dienst (CD). De Centrale Dienst, een wettelijk verplicht orgaan, heeft als rechtspersoon tot taak om de financiële middelen van het samenwerkingsverband te verdelen. Daarnaast kan de CD personeel in dienst hebben. De centrale dienst van Pluralis kent 2 functies, te weten de Zorgcoördinator en de Bovenschoolse Begeleider Leerlingenzorg. 3.3.1 de coördinatie. Vanuit de CD berust de coördinatie van het SWV bij de Zorgcoördinator (ZC). Tot de taakgebieden van de ZC behoren: 1. De organisatie van het Samenwerkingsverband. Waaronder: het zorg dragen voor het opstellen en uitvoeren van het zorgplan; het, onder verantwoordelijkheid van de penningmeester, beheren van het zorgbudget; het opstellen van de begroting en de jaarrekening; het onderhouden van contacten met interne en externe relaties. 2. Het inhoudelijk leiderschap van het zorgproces, waaronder: ontwikkeling van het zorgbeleid in het werkgebied van het SWV; sturing van het innovatiebeleid van het SWV, gericht op de algemene doelstelling van WSNS: zoveel als mogelijk is kinderen binnen de basisschool opvangen; het inrichten van een bovenschoolse zorgstructuur, waarbij aandacht wordt vereist voor een nauwe relatie tussen vraag en aanbod van voorzieningen. Hierbinnen is de rol van de coördinator, die van gids en innovator belangrijk; 3. Het informeren van en het verzorgen c.q. optimaliseren van de communicatie tussen alle betrokkenen bij het samenwerkingsverband volgens het organisatie en communicatieschema 4. Aansturen en begeleiden van de Bovenschools Begeleider Leerlingenzorg. 5. Periodiek overleg met de directeuren over het uitvoeren van werkzaamheden die in het kader van het realiseren van het zorgplan moeten worden uitgevoerd; een en ander vanuit de monitoring van het beleid ten aanzien van leerlingenzorg. 6. Participeren in regionaal overleg in het kader van “Passend Samenwerken Meierij” 3.3.2 de bovenschools begeleider leerlingenzorg (BBL-er). Vanuit de CD is de BBL-er werkzaam. Bij de taakuitoefening worden de volgende accenten gelegd: Uitvoeren van consultatieve begeleiding op afroep binnen de scholen; Advisering van de ZC met betrekking tot de monitoring, gericht op de leerlingenzorg; Op verzoek informeren van de PCL ingeval van vragen met betrekking tot de voorliggende dossiers;
zorgplan 2010-2011
8
Participeren in schools- of bovenschools zorgoverleg (bijv. IB-netwerk, indien gewenst bij ZT en ZAT) Adviseren t.a.v. leerlingen die zijn aangemeld voor de speelpraatgroep 3.4 permanente commissie leerlingenzorg (PCL). De PCL (vanuit de WPO verplicht voor elk SWV) is een onafhankelijke commissie die aan de hand van objectieve criteria toetst of een plaatsing van een leerling op de SBO mogelijk/ noodzakelijk is. Het samenwerkingsverband heeft een “smalle” PCL ingesteld. Deze vervult de slagboomfunctie naar het SBO. De werkwijze van de PCL is beschreven in Infokaart 2. De toetsingscriteria die de PCL hanteert staan beschreven in Infokaart 3. 3.5 werkgroepen In het SWV functioneren enige permanente werkgroepen. 3.5.1 ib-netwerk. Het netwerk voor Intern Begeleiders is belangrijk binnen Pluralis. Als netwerk van (praktijk)deskundigen, is deze groep op de hoogte van de zorgbehoefte(n), zoals deze, vanuit leerlingen én leerkrachten, binnen de school en het SWV leven. Vanuit gezamenlijk overleg en momenten van collegiale consultatie worden activiteiten en procedures ontwikkeld die ertoe bijdragen dat: Een leerling die zorg ontvangt die het beste bij hem past; De leerkracht die ondersteuning ervaart waar deze het beste aansluit bij de gestelde hulpvraag. 3.5.2 de speelpraatgroep. Deze vaste werkgroep binnen het SWV Pluralis zorgt voor de uitvoering van de activiteiten van de speelpraatgroep. De coördinatie van de werkgroep ligt bij één van de IB-ers. In de speelpraatgroep wordt aan twee groepen, van ongeveer 6 tot 8 kinderen, een programma aangeboden om het ontwikkelen van sociale vaardigheden te ondersteunen. Met dit programma hopen we het zelfbeeld en het zelfvertrouwen bij de kinderen te versterken. Onder leiding van twee trainers (IB-ers) per groep komen de kinderen 12 keer bij elkaar. Eén groep wordt geformeerd voor leerlingen uit groep 5 en 6. In de tweede groep doen kinderen mee uit groep 7 en 8. De door de IB-ers aangedragen kandidaten worden door de orthopedagoog van SBO De Maremak en de BBL-er van Pluralis gescreend en besproken met de trainers van de speelpraatgroep. 3.5.3 Overleg Directeuren Pluralis met zorgcoördinator: Dit overleg adviseert aan het bestuur van het SWV Pluralis met betrekking tot de opzet en inhoud van het jaarlijks op te stellen zorgplan. Voor het zorgplan is een breed draagvlak nodig. De coördinator bezoekt één keer per jaar de scholen en vergadert 2 x per jaar met alle directeuren. 3.6 positie van de speciale school voor basisonderwijs (SBO). De speciale basisschool maakt onderdeel uit van de bovenschoolse zorgstructuur van Pluralis. De SBO heeft hierbij de volgende functies: A. onderwijsfunctie: Plaatsing van een leerling binnen de SBO. Tijdelijke plaatsing van een leerling binnen de SBO.
zorgplan 2010-2011
9
Ook binnen SBO De Maremak worden kinderen in groepen opgevangen. In deze groepen zitten gemiddeld 14/15 kinderen. Eén van de (8) groepen is gericht op de opvang en begeleiding van Jonge Risico Kinderen (JRK). Het aantal te formeren groepen is afhankelijk van: het aantal geplaatste leerlingen; de gemaakte keuzes ten aanzien van de bovenschools te besteden middelen. B. ondersteuningsfunctie: Is er een verband te maken tussen de krimp van ons SBO en het uitbreiden van ondersteunende activiteiten aan de scholen van Pluralis, om leerlingen op de basisscholen nog beter te kunnen begeleiden? 3.7 communicatie. Het bestuur van SWV Pluralis communiceert minimaal één keer per jaar met haar leden in de Algemene ledenvergadering. Elk schoolbestuur communiceert omtrent het Zorgplan met de (G)MR. Het bestuur van het SWV heeft één keer per jaar overleg over het Zorgplan met (G)MR-en. Doelen van het overleg: toelichting op het (concept)zorgplan; gezamenlijke beraadslaging. Voor nadere informatie over het uitwerken van een communicatieplan wordt u verwezen naar het betreffende actieplan. 3.8 klachtencommissie: SWV Pluralis is aangesloten bij de klachtencommissie van de Katholieke Bond voor het Onderwijs (KBO). Deze commissie behandelt “klachten over gedragingen dan wel het nalaten daarvan van de PCL”.
zorgplan 2010-2011
10
Deel B Activiteiten Hoofdstuk 4: Bouwstenen voor het zorgplan 2010-2011 Ten behoeve van het verzamelen van bouwstenen voor dit zorgplan zijn de volgende onderdelen gebruikt: 4.1 Koersplan 2008-2012 4.2 Verslagen werkgroepen 4.3 Het jaarverslag van de PCL over het schooljaar 2008-2009 4.4 Kengetallen van het SWV Pluralis per oktober 2009 4.5 Taalbeleid: samenwerking gemeente en Pluralis 4.6 Landelijke ontwikkelingen. 4.1 koersplan Het door de algemene ledenvergadering vastgestelde Koersplan 2008-2012 geeft de kaders en richting aan waarnaar het samenwerkingsverband wil groeien en ontwikkelingen. 4.2 werkgroepen / activiteiten 2009-2010 4.2.1 Passend Onderwijs/Kind op de gang Aan het eind van het schooljaar 2009-2010 hebben bijna alle scholen meegedaan aan de studiedag “Kind op de gang”van het AVS. Algemene Vereniging schoolleiders. Elke school ontvangt van de trainer na afloop een schooloverzicht. Aan het begin van het schooljaar 2010-2011 volgen de laatste scholen deze studiedag. Het samenwerkingsverband ontvangt een overzicht van resultaten/conclusies op het niveau van het samenwerkingsverband. Het verslag op schoolniveau kan de school helpen bij het opstellen van het schoolprofiel en het maken van een verbetertraject in het kader van Passend Onderwijs. Pluralis kan, indien nodig, n.a.v. het overzicht op niveau van het samenwerkingsverband komen met voorstellen tot verbetering van het zorgaanbod. 4.2.2 Juniorcoach In 2009 is de Juniorcoach aan de slag gegaan met een 4 tal leerlingen waarbij we van mening waren dat zij met wat steun “op maat” de overstap van PO naar VO met meer zelfvertrouwen zouden kunnen maken. Juist het meegaan met de leerlingen tot ongeveer de kerstvakantie in de brugklas blijkt een goede actie te zijn. De juniorcoach is er niet om de kinderen te begeleiden in de juiste schoolkeuze, of om hen allerlei vaardigheden te leren in het kader van planning, werkhouding e.d. Ervaringen van zowel leerlingen, coach, als het VO zijn positief ervaren. Voor de overgang van het schooljaar 2009-2010 naar 2010-2011 neemt de juniorcoach 8 leerlingen onder zijn hoede. Het is niet de bedoeling dat deze groep in de toekomst nog veel groter wordt. Mocht dat wel dreigen, dan moeten we eens kijken of er binnen het gehele overgangstraject PO-VO aandacht moet komen voor deze speciale doelgroep. Het traject “Juniorcoach” is een samenwerking tussen Pluralis en De Meierij (samenwerkingsverband VO), de kosten worden samen gedragen 4.2.3 Speelpraatgroep In tegenstelling tot de afgelopen jaren heeft de speelpraatgroep dit schooljaar i.p.v. twee maar één groep leerlingen “getraind” in sociale vaardigheden. We hebben op het moment van opstellen van dit zorgplan nog geen zicht op het aantal potentiële kandidaten voor de speelpraatgroep voor 2010-2011. In planning en begroting houden we rekening met twee groepen. Zowel de coördinatie als de begeleiding van de speelpraatgroep ligt in handen van het IB-ers van Pluralis. 4.2.4 IB-netwerk Het IB-netwerk komt 9 á 10 keer per jaar bij elkaar. Dit jaar heeft er een aantal thema’s centraal gestaan op het IB-netwerk. Het zijn thema’s die te maken hebben met het functioneren van de IB-er binnen de eigen schoolorganisatie (coaching, samenwerking binnen het team), technische zaken als de nieuwe AVI-toetsing, maar ook schooloverstijgende zaken
zorgplan 2010-2011
11
als Homestart, de in te stellen Zorg-Teams op schoolniveau en het bovenschoolse Zorg-Advies-Team. 4.2.5 Taalactiever Dit schooljaar zijn de basisscholen (zonder SBO) actief aan de slag gegaan met de uitvoering van projectplan “Taalactiever”. Met taalactiever leggen we onszelf de verplichting op om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de activiteiten in het kader van VVE op de peuterspeelzaal. Kinderen uit de doelgroep VVE hebben een groter risico op achterstand in de taalontwikkeling. Door aan te sluiten op activiteiten die al hebben plaatsgevonden op de PSZ probeert de basisschool deze kinderen zoveel mogelijk extra taalaanbod te doen om daarmee de eventueel opgelopen achterstand goed te maken. Ook leerlingen die buiten de doelgroep van de PSZ vielen maar die gebaat zijn bij het extra taalaanbod van “Taalactiever” mogen aansluiten. De coördinatie van deze activiteiten ligt bij de coördinator van de school zelf. Bovenschools hebben de coördinator VVE van de gemeente Boxtel en de coördinator van Pluralis regelmatig overleg met elkaar. Er heeft een januari een bijeenkomst plaatsgevonden waarbij de uitvoerenden vanuit kinderopvang, speelzaal en coördinatoren basisonderwijs ervaringen hebben uitgewisseld. 4.2.6 Hoogbegaafdheid De werkgroep hoogbegaafdheid heeft een aantal keren vergaderd/gebrainstormd op dit punt. Vast staat dat voor kinderen die binnen de categorie “hoogbegaafd” vallen iets georganiseerd moet gaan worden. Deze leerlingen hebben net zo goed recht op een passend onderwijsaanbod als andere zorgleerlingen. Statistisch gezien moet elke leerkracht regelmatig te maken hebben met leerlingen die hoog- of meerbegaafd zijn. Het is ook geen fenomeen dat zich vooral openbaart in midden- of bovenbouw. Om in het denkproces ondersteund te worden heeft de groep hulp ingeroepen van een deskundige op dit gebied van Giralis. Dit proces heeft geleid tot een concreet plan voor de beginperiode van het schooljaar 2010-2011 4.2.7 Schoolbezoek coördinator en gezamenlijk overleg directies Pluralis Dit schooljaar heeft de coördinator de scholen van het samenwerkingsverband bezocht. Aan de hand van een gesprekslijst kwamen een aantal thema’s aan bod die schoolspecifiek zijn, maar ook thema’s die te maken hebben met het samenwerkingsverband. Vanuit het samenwerkingsverband ontvangen de scholen naar rato een deel van de zorggelden. De scholen zijn vrij om deze naar eigen inzicht in te zetten. Scholen hebben laten zien dat deze gelden voor zorg worden ingezet. Te denken valt aan: inzet onderwijsassistent, inzet RT, inzet IB, scholing. Directeuren geven ook aan dat ze graag wat meer zouden ervaren dat de school deel uitmaakt van een samenwerkingsverband. De uitkomsten van Kind op de Gang kunnen wellicht richting geven aan gezamenlijke doelstellingen en acties. Gezamenlijk overleg directie (wellicht samen met de IB-er), moet net als schoolbezoek opgenomen worden als vaste activiteit van het samenwerkingsverband. De verslagen van de werkgroepen worden besproken en worden of beschreven in een infokaart of vormen de basis om met de ingezette actie door te gaan in het komende schooljaar. De infokaarten geven informatie over uitvoering van beleidsuitspraken. De actieplannen opgenomen in dit zorgplan moeten leiden tot richtinggevende uitspraken en aanbevelingen. In het zorgplan 2008-2009 was een prominente plaats ingeruimd voor het actieplan “Passend Onderwijs” De invulling van de andere actieplannen was en is nauw verbonden met de uitvoering en opbrengsten van actieplan “Passend Onderwijs”. De werkgroep heeft voorgesteld om alle scholen van het samenwerkingsverband te laten deelnemen aan de simulatietool “Kind op de gang”. De uitvoering van “Kind op de gang” wordt in het schooljaar 2009-2010 en het jaar 2010-2011 opgenomen op het activiteitenprogramma van de scholen van het samenwerkingsverband.
zorgplan 2010-2011
12
4.3 het jaarverslag van de PCL over het schooljaar 2008-2009. Gedurende het schooljaar 2008-2009 heeft de Permanente Commissie Leerlingenzorg zich voornamelijk bezig gehouden met de advisering ten aanzien van de toelaatbaarheid tot het Speciaal Basisonderwijs van de zorgleerlingen binnen Pluralis. In totaal is de PCL 10 keer bij elkaar geweest. In de 10 bijeenkomsten zijn 19 dossiers besproken. leden van de PCL: Voorzitter: Dhr. Drs. H. van Versendaal, psycholoog/onderwijskundige. Leden: Mw. M. Maas, maatschappelijk deskundige. Mw. J. Wels, onderwijsdeskundige. 4.3.1 analyse dossiers PCL Gedurende het schooljaar 2008-2009 is de P C L 10 keer bij elkaar geweest en zijn er 19 dossiers besproken. 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 aantal besproken dossiers 31 34 positieve beschikkingen 29 32 positieve beschikkingen (tijdelijk) 1 0 herbeschikkingen 0 1 negatieve beschikkingen 1 1 aantal jongens 19 19 aantal meisjes 12 14 problematieken (positieve beschikking) * 27 23 didactische problemen gezinsproblemen 3 4 sociaal-emotionele problemen 18 23 spraak-taalproblematiek 14 12 motorische problematiek 1 4 motivatie/advies(negatieve beschikking) * advies: blijft binnen BAO 0 0 advies: REC 2: Doven, slechthorenden en ESM 1 1 advies: REC 3: ZMLK, Mytyl, Tyltyl en LZK 0 2 advies: REC 4: Gedrags- en/of psych. problemen 0 0 advies: MKD 0 0 * Per besproken dossier kan er sprake zijn van meervoudige problematiek.
29 28 0 0 1 20 9
23 18 0 0 5 15 8
19 16 0 0 3 13 6
24 3 20 3 5
17 0 10 4 5
14 6 12 4 4
0 0 0 1 0
0 0 3 1 1
0 0 1 2 0
4.3.2 beschikkingen scholen SWV Pluralis positieve beschikkingen
negatieve beschikkingen
04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 4 2 2 5 1 2 0 1 2 2 21
2 0 3 2 1 3 0 1 1 1 14
0 3 2 4 1 0 1 3 0 0 14
2 2 2 0 1 2 0 1 1 1 12
1 0 2 2 1 3 1 0 1 0 11
school Angelaschool De Beemden De Hobbendonken De Oversteek De Spelelier De Vorsenpoel Prinses Amalia Molenwijkschool St. Petrus St. Theresia totaal
zorgplan 2010-2011
04/05 05/06 06/07 07/08 08/09
2 1 1 1 1 3
3
13
In het schooljaar 2008-2009 zijn ook positieve beschikkingen afgegeven aan: 2 leerlingen afkomstig van een MKD 2 leerlingen afkomstig van een SBO uit een anderen regio
1 leerling afkomstig van kleuterschool uit België
Bij het aanbieden van dossiers aan zowel PCL als CVI wordt gekeken naar de ondersteuning die t.a.v. de aangeboden leerling is geboden op de verschillende zorgniveaus. (Zie infokaart 1) Overzicht van de geboden zorg geeft niet alleen inzicht in de handelingsverlegenheid van de school, maar ook waar verdere begeleiding op gericht moet zijn. opm.
Passend Onderwijs / Passende zorg vraagt straks handelingsgerichte diagnose: niet wat het kind niet kan is de vraag, maar wat heeft deze leerling nodig.
4.4 kengetallen SWV Pluralis per oktober 2009. 4.4.1 aantal scholen 01-10-08 01-10-09 A
aantal basisscholen
10
10
C
aantal speciale scholen voor basisonderwijs totaal aantal scholen
1 11
1 11
4.4.2 leerlingenaantallen per 1 oktober 2009 01-10-08 01-10-09 B
aantal leerlingen op reguliere basisscholen
2779
D
aantal leerlingen op de speciale school inclusief grensverkeer
F
aantal leerlingen in het samenwerkingsverband
G
deelnamepercentage leerlingen op SBO incl grensverkeer
E
aantal leerlingen op SBO van buiten gemeente Boxtel
H
deelnamepercentage leerlingen SBO excl grensverkeer
2788
118
107
2897
2895
4,07%
3,70%
17
17
3,47 %
3,13%
4.4.3 algemene kwantitatieve gegevens in SWV Pluralis Ontwikkeling van het leerlingaantal in basis en speciaal basisonderwijs en van de verwijzing en terugplaatsing vanuit het Speciaal Basisonderwijs naar het reguliere Basisonderwijs. 01-10-04
01-10-05
01-10-06
01-01-07
01-10-08
10 2740 1 106 6 2846 3,73
10 2709 1 101 5 2810 3,59%
10 2661 1 110 3 2771 3,97%
10 2700 1 121 11 2821 4,29 %
10 2730 1 126 16 2856 4,41 %
3,58%
3,41%
3,87%
3,89%
3,87%
10 2779 1 118 17 2897 4,07% 3,47 %
01-10-03 A B C D E F G H
01-10-09 10 2788 1 107 17 2895 3,70% 3,13%
terugplaatsing: Er is in het schooljaar 2008-2009 één (grens)leerling teruggeplaatst naar één van de basisscholen in Best. l e erl in gpopula t ie SB O De Ma re m ak 01-10-20 09 67 % 1 7%
v an b ao Pl ura li s e xte rn e i ns t roo m (in w on er B ox te l) e xte rn e i ns t roo m (va n bu i te n Box te l)
16 %
zorgplan 2010-2011
14
4.4.4 trends in de ontwikkeling In het Koersplan 2008-2012 staat bij hoofddoelstelling 3 geschreven, dat het streven van het samenwerkingsverband er op gericht is om in 2011 een deelnamepercentage SBO van 3,5% na te streven. Uit bovenstaand overzicht blijkt dat dit streefgetal gehaald is. Voor deze daling zijn een aantal factoren aan te wijzen. Het totaal aantal leerlingen op de Boxtelse basisscholen is gestegen en de Boxtelse basisscholen zelf hebben t.o.v. 2008 2 leerlingen minder verwezen. De factor “grensverkeer” is ongeveer gelijk gebleven. Er wordt nog een verdere daling verwacht van het aantal leerlingen dat ons SBO bezoekt. De komende jaren stromen er relatief veel bovenbouwleerlingen van De Maremak uit naar het voortgezet onderwijs. De verwachting is dat er aan het eind van het schooljaar 2009-2010 24 leerlingen uitstromen naar het vervolgonderwijs. Met de focus op “Passend Onderwijs” en de steeds groter wordende deskundigheid op de basisscholen, is er een verdere daling te verwachten van instroom vanuit de basisscholen van het samenwerkingsverband. De toestroom van uit andere samenwerkingsverbanden moeten we ook eens tegen het licht houden. De “grensverkeer”-leerlingen komen voornamelijk uit Best. Wanneer in 2011 blijkt dat de daling zich inderdaad heeft doorgezet, kan het streefpercentage zoals genoemd in het koersplan verder naar beneden worden bijgesteld. 4.5 taalbeleid: samenwerking gemeente en Pluralis Pluralis werkt samen met de stichting peuterspeelzalen en de gemeente Boxtel bij de uitvoering van Voor- en Vroegschoolse Educatie. VVE beoogt kinderen met een risico op achterstand in de taalontwikkeling met extra taalactiviteiten de eventueel opgelopen achterstand in te laten lopen dan wel de opgelopen achterstand in ieder geval niet nog groter te laten worden. Het afgelopen schooljaar heeft Pluralis een projectvoorstel ingediend bij de gemeente. Onder de naam “Taalactiever” is een projectplan opgesteld om de aansluiting op VVE activiteiten in de voorschoolse periode te waarborgen. De gemeente heeft het projectplan goedgekeurd. Het schooljaar 2009-2010 wordt de uitvoering daarvan ter hand genomen. inhoud en coördinatie “Taalactiever” (groep 1-2) programma voortzetten van het in de voorschoolse periode gebruikte programma “Ko Totaal”, of aansluiten met het eigen taalprogramma van de school, wellicht in combinatie met “Ko”. op de juiste wijze inzetten van het programma inventariseren of er ook met deze programma’s gewerkt wordt. inventariseren en afstemmen van de tijdsinvestering, het aantal thema’s en de ouderbijeenkomsten uitvoering door gekwalificeerde leerkrachten in groep 1-2 door geschoolde (leer)krachten aanbieden van scholing inzake uitvoering programma VVE doelstellingen t.a.v. taal taalachterstand verminderen met 25% door gebruikt te maken van een goedgekeurd VVE taalstimuleringsprogramma Indien nodig een toetssysteem opzetten toetsgegevens van de scholen inventariseren toetsgegevens analyseren
zorgplan 2010-2011
15
doelgroep
doelgroepbereik > 90% per 1 januari 2010 leerlingen die als VVE-leerling worden overgedragen vanuit de voorschoolse periode doelgroep leerlingen a.d.h.v. het leerling-gewicht doelgroep leerlingen met aangetoonde taalachterstand: lage C D en E score
4.6 landelijke en regionale ontwikkelingen. In het huidige systeem wordt gewerkt vanuit 4 afzonderlijke structuren, te weten: Weer Samen naar School (WSNS) Speciaal onderwijs Leerling gebonden financiering (LGF) Leerwegondersteunend onderwijs / Praktijkonderwijs (LWOO / PRO) Door te werken vanuit zoveel verschillende structuren ontstaan er knelpunten. Ze betreffen o.a.: een onduidelijke verantwoordelijkheidsverdeling; elke zorgstructuur (WSNS, SO/LGF, LWOO) heeft een eigen indicatiestelling; voor zorgleerlingen is de overgang van p.o. naar v.o. vaak moeilijk; scholen weigeren soms de geïndiceerde leerlingen.
4.6.1 passend onderwijs
www.passendonderwijs.nl
uitgangspunten 1.
2.
3.
4.
5.
Het kind moet centraal staan. Taak van het onderwijs is om de kwetsbare kinderen waar het in Passend onderwijs om gaat zo goed mogelijk voor te bereiden op een zo zelfstandig mogelijke plaats in de samenleving. Tussen de leerlingen zijn er grote verschillen naar de aard van de beperkingen en de mogelijkheden die zij hebben. Het onderwijs moet rekening houden met die verschillen en het aanbod aanpassen op de behoeften van het kind. Met ouders moet goed overlegd worden over het onderwijstraject voor hun kind. Passend onderwijs betekent niet dat alle leerlingen in de gewone school voor basis- of voortgezet onderwijs moeten worden opgevangen. Een deel van de leerlingen kan met goede ondersteuning in de reguliere school onderwijs volgen, maar een ander deel kan beter onderwijs volgen in een speciale school. Er zijn ook tussenvormen mogelijk zoals de inrichting van een speciale klas binnen een reguliere school. Tot slot zijn er mogelijkheden om leerlingen tijdelijk in een speciale voorziening te plaatsen, bijvoorbeeld om via goede observatie tot een betere beslissing over plaatsing te komen. Regionaal moet er een goed continuüm van onderwijsvoorzieningen komen met doorgaande leerlijnen po-vo-(v)so. De kwaliteit van de onderwijsvoorzieningen moet goed zijn. De inspectie signaleert dat te veel speciale voorzieningen (scholen voor sbo, so, vso) zwak of zeer zwak van kwaliteit zijn. Ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat als hun kind naar een speciale school gaat, het onderwijs daar van goede kwaliteit is, en dat het onderwijs leidt tot een heldere kwalificatie. Daarom heeft kwaliteitsversterking prioriteit binnen Passend onderwijs. Passend onderwijs moet in de klas gerealiseerd worden. Personeel in de scholen moet voldoende toegerust zijn om het onderwijs aan deze leerlingen te geven. Onderwijs is niet passend als de leraar die het geeft niet de bekwaamheid heeft ontwikkeld om het te geven of niet voldoende ondersteuning krijgt. Daarom moet de positie van de leraren versterkt worden. Een deel van de leerlingen heeft ook zorg buiten het onderwijs nodig. Als bijvoorbeeld problemen in de gezinsituatie leiden tot gedragsproblemen in de school, dan moet de school erop kunnen rekenen dat maatschappelijk werk en jeugdzorg de problemen in het gezin aan-
zorgplan 2010-2011
16
6.
7.
8.
pakken. Het onderwijs in de school moet aansluiten op de zorg die vanuit instellingen voor jeugdzorg en vanuit de AWBZ-zorg wordt gegeven. In de bureaucratie die samenhangt met de speciale voorzieningen moet fors gesnoeid worden. Indicatiestelling moet handelingsgericht zijn: wat willen we met deze leerling bereiken in het onderwijs en wat is daarvoor nodig? Dubbelingen in indicaties moeten afgebouwd worden in samenwerking met de zorg buiten het onderwijs. Voor zowel de huidige middelen voor zorgleerlingen als de middelen die beschikbaar komen voor de uitwerking van Passend onderwijs geldt dat deze zoveel mogelijk in het primaire onderwijsproces moeten worden ingezet: handen in de klas! De inzet van middelen moet flexibel zijn om maatwerk in het onderwijs mogelijk te maken. De inzet moet ook doelmatig en transparant zijn: voor scholen, voor ouders, voor andere instellingen en voor de overheid. De uitgaven voor extra zorg (op de Rijksbegroting) moeten beheersbaar zijn. Voor de veranderingen die noodzakelijk zijn om Passend onderwijs te realiseren worden extra middelen beschikbaar gesteld.
Heroverweging Passend Onderwijs De afgelopen maanden is er door het ministerie met veel partijen binnen en buiten het onderwijs intensief overleg gevoerd over een meer een aangepaste invulling van Passend onderwijs. Ten grondslag aan de nieuwe koers liggen de volgende uitgangspunten: 1. Terug naar de zorgplicht. Het streven is een systeem dat leerlingen zoveel mogelijk binnen het reguliere onderwijs houdt. Daarom zijn reguliere besturen verplicht om een zo goed mogelijk zorgaanbod te leveren. Waar zij dat niet alleen kunnen, werken zij samen. 2. Zichtbare effecten. Het geld en de moeite die wordt gestoken in Passend Onderwijs moet zichtbaar rendement opleveren. 3. Transparante inzet middelen in de klas. De investeringen moeten ook zichtbaar worden in de klassen en niet gestoken worden in onnodige overhead. Referentiekader Passend onderwijs Het onderwijs en de zorg moeten weer centraal komen te staan en niet de structuren. Duidelijk moet zijn wat wij onder Passend onderwijs en goede zorg verstaan. Er wordt een landelijk referentiekader opgesteld, dat richting moet geven aan de invulling van Passend onderwijs. In zo’n kader wordt beschreven wat van scholen mag worden verwacht aan zorg. Middelen volgen de leerling Zorgmiddelen moeten zoveel mogelijk in de klas worden ingezet. Onnodige overhead en bureaucratie moeten worden tegengegaan. Het geld moet ook daar terecht komen waar de zorgleerlingen zitten en waar goede zorg wordt geboden. Daarvoor moeten scholen een ‘zorgprofiel’ hebben. Een zorgprofiel geeft aan wat de school allemaal te bieden heeft op het terrein van de begeleiding van zorgleerlingen. Er wordt een verantwoordingssystematiek ontwikkeld om de resultaten van de inzet van de middelen inzichtelijk te kunnen maken. De huidige slagboomdiagnostiek van de indicering en vaste bedragen leiden tot een star en bureaucratisch proces. In plaats daarvan is handelingsgerichte diagnostiek nodig met een flexibele inzet van middelen en voorzieningen. Hierbij zijn verschillende varianten denkbaar. Om deze flexibiliteit en innovatieve initiatieven mogelijk te maken: wordt de huidige indicatiesystematiek verlaten en vervangen door handelingsgerichte diagnostiek worden de huidige rugzakmiddelen aan de samenwerkingsverbanden toegekend. gaat het grootste deel van de middelen ambulante begeleiding voortaan naar de samenwerkingsverbanden, zodat deze ingezet kunnen worden voor zorg in de school zelf.
zorgplan 2010-2011
17
Uitgangspunt voor een nieuwe financieringssystematiek is dat scholen die de meeste zorg verlenen ook de meeste middelen krijgen. Hierdoor kunnen middelen ook vooral terecht komen waarvoor ze bedoeld zijn: in de klassen als ondersteuning van de leraren en direct voor de leerlingen die dat nodig hebben. De toedeling gebeurt op basis van het principe: geld volgt leerling. Ook het zorgprofiel van de school zou een rol kunnen spelen. Samenwerking De zorgplicht van het schoolbestuur wordt weer voorop gesteld. Ouders die hun kind aanmelden bij een school hebben recht op een passend onderwijsaanbod bij die school of bij een andere school of voorziening. Zorgplicht veronderstelt een niet vrijblijvende samenwerking tussen scholen en besturen. Gezamenlijk moet een sluitend zorgaanbod worden geleverd. De huidige regionale netwerken worden losgelaten. Gekozen wordt voor bundeling van de zorg binnen de bestaande samenwerkingsverbanden in het po, vo en (v)so. Het staat de samenwerkingsverbanden vrij om verder te gaan in hun samenwerking. De regionale netwerken die al zijn gevormd, mogen dan ook blijven, maar het moet niet en kan ook anders. Medezeggenschap ouders en leraren Met de ouderorganisaties wordt overlegd over een betere ondersteuning van ouders in hun gesprek over een passend onderwijsaanbod voor hun kind. De bestaande voorzieningen zoals de onderwijsconsulenten krijgen een plaats binnen de individuele ondersteuning van ouders. Doel is en blijft: geen kind tussen wal en schip en kinderen en jongeren zo snel mogelijk op een passende onderwijsplek. Daarnaast zijn ouders en leraren als collectief betrokken bij onderwerpen als het vaststellen van het zorgprofiel en de inzet van middelen via de medezeggenschapskaders. Deze medezeggenschap wordt nog nader uitgewerkt. Beter speciaal onderwijs Speciaal onderwijs blijft nodig. Passend onderwijs is geen inclusief onderwijs waarbij alle leerlingen opgevangen worden in het reguliere onderwijs. Daarom blijft OCW de scholen voor speciaal onderwijs rechtstreeks bekostigen. Wel is er ruimte om in overleg tussen het reguliere en het speciale onderwijs, meer of minder leerlingen te plaatsen in het speciale onderwijs. Zorgadviesteams De zorg in het onderwijs moet zo goed mogelijk afgestemd worden met de zorg vanuit de jeugdgezondheidszorg, de jeugdhulpverlening en het maatschappelijk werk. Zorgadviesteams vormen het platform waarin dit gebeurt. Dat moet bijtijds, snel en goed gebeuren. Budgetfinanciering en verevening De middelen voor speciale zorg worden gebudgetteerd op het niveau van de Rijksbegroting 2008. Over welke middelen gaat het? De budgettering betreft de volgende middelen: De rugzakmiddelen Het grootste deel van de middelen ambulante begeleiding De zorgmiddelen cluster 3 en 4 met uitzondering van de basisbekostiging Over welke middelen gaat het niet? De verdeling van de lichte zorgmiddelen (sbao/wsns en lwoo/PrO) blijft ongewijzigd. Ook de bekostiging van de clusters 1 en 2, een aantal specifieke instellingen zoals de justitiële jeugdinstellingen blijven buiten de verdeling. Geen wijziging in doelstelling T.a.v. de uitgezette beleidslijnen blijven twee zaken duidelijk overeind: Het doel van Passend onderwijs blijft voluit boven tafel: goed onderwijs en goede zorg voor alle leerlingen.
zorgplan 2010-2011
18
We gaan dit organiseren zo dicht mogelijk bij scholen, leerlingen en leraren, zo effectief moge-
lijk. 4.6.2 Passend Samenwerken in de Meierij Het streven om te komend tot passend onderwijs zoals hierboven beschreven heeft verschillende partners in de regio de Meierij er toe gebracht om de samenwerking te zoeken. In De Meierij werken scholen voor primair, voortgezet en speciaal onderwijs samen om voor ieder kind een passend onderwijsaanbod te realiseren. Het initiatief voor deze samenwerking is ruim twee jaar geleden ontstaan. In november 2007 hebben de negen partners van Passend Samenwerken een bestuurlijk convenant getekend om de samenwerking verder inhoud en vorm te geven. De negen partners zijn: 1. WSNS Den Bosch 2. WSNS Vught 3. WSNS Schijndel 4. WSNS Pluralis Boxtel 5. WSNS De Opmaat Zaltbommel 6. VO De Meierij 7. REC 2 ZEON (een samenwerkingsverband van een aantal scholen voor Speciaal Onderwijs aan kinderen met auditieve en/of communicatieve handicaps: dove kinderen, slechthorende kinderen en kinderen met spraak en/of taalproblemen.) 8. REC 3 Balein (De scholen van REC Balein zijn hoofdzakelijk bestemd voor kinderen met (meervoudig) lichamelijke beperkingen, zeer moeilijk lerende kinderen, langdurig zieke kinderen en kinderen met een combinatie van deze beperkingen. Soms vinden leerlingen met ernstige sociaal- emotinele problematiek als gevolg van bijv. een Autisme Spectrum Stoornis er een plek.) 9. REC 4 Chiron (REC Chiron biedt begeleiding en onderwijs voor kinderen met ernstige gedrags- en ontwikkelingsproblemen). Waarom een convenant? De verschillen tussen deze deelnemers zijn groot; hun geschiedenis is anders, hun insteek verschilt en soms lijken belangen tegengesteld. We delen echter met elkaar de overtuiging, dat nauwer samenwerken noodzakelijk is. Reguliere scholen zijn ingericht op de gemiddelde leerling. Het vinden van de juiste oplossing voor leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte is niet eenvoudig door de veelheid van speciale scholen, expertisecentra, bekostigingsregels en toelatingsprocedures. Kinderen en ouders, maar ook scholen, lopen soms vast in deze complexiteit. Dat moet veranderen. In het convenant hebben we vastgelegd dat we het ook gáán veranderen! De partners van Passend Samenwerken in de regio De Meierij hebben voor de indicatiestelling voor de clusters 2, 3 en 4, voor LWOO en Praktijkonderwijs en voor de beschikking van de PCL één onderwijskundig rapport (OKR) vastgesteld. Voor de indicatie voor de clusters dient er naast het OKR, ook een bijlage ingevuld te worden. Zowel OKR als bijlagen zijn op de website te vinden.
zorgplan 2010-2011
19
Hoofdstuk 5: Jaarplan 2010-2011 5.1 inleiding. In het jaarplan worden de activiteiten vermeld die als uitgangspunt gelden voor de vertaling van de missie en visie van Pluralis. 5.2 uitwerking van de doelen in actieplannen. Om gestelde doelen te realiseren, worden acties en/of activiteiten uitgewerkt. Deze worden weergegeven in de actieplannen. De actieplannen worden zo ”smart” mogelijk geformuleerd. de doelgroep hoofddoel werkwijze tijdsinvestering evaluatie borging (eventuele) kosten 5.3 de rol van de zorgcoördinator m.b.t. de actieplannen De rol van de ZC bij de actieplannen is met name gericht op het initiëren en stimuleren bij het opstarten van de activiteiten en het tot uitvoering brengen van de actieplannen. Soms echter zal hij de rol van de voorzitter van de werkgroep op zich nemen. 5.4 Activiteiten in 2010-2011 gericht op ontwikkelen (nieuw) beleid. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Passend Onderwijs “Kind op de Gang” Zorg-Teams en Zorg-Advies-Team Leerlingen die thuiszitten of dreigen thuis te zitten. (pilot van één jaar) Hoog- en meerbegaafdheid Juniorcoach Taken en positie van de PCL in de toekomst (in relatie tot Passend Onderwijs)
zorgplan 2010-2011
20
5.4.1 Passend onderwijs (“Kind op de gang”) (Studiedagen per school zijn gestart in 2009 en lopen nog door tot in het najaar van 2010) Om passend onderwijs op een praktische manier handen en voeten te geven, heeft de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) een praktijksimulatie ontwikkeld: voor het Primair Onderwijs het spel “Kind op de Gang!” De praktijksimulatie begint met het nadrukkelijk betrekken van alle leerkrachten bij de bewustwording van hun (gewenste) rol, en eindigt met strategische keuzes op school-, bestuurs-, en samenwerkingsverbandniveau. Deelnemers:
alle scholen van het samenwerkingsverband
onderwerp 1 Doelgroep Hoofddoel
Deeldoelen
Werkwijze
Tijdsinvestering Evaluatie Borging
Kosten
Passend onderwijs (“Kind op de gang”) Alle scholen van het SWV Pluralis Scholen kunnen zich door gebruikmaking van de praktijksimulatie ‘Kind op de Gang!’ voorbereiden op de toekomst van passend onderwijs. De grenzen van de leerlingenzorg worden in beeld gebracht – er mag ook “nee” worden gezegd Bepalen van de individuele hulpvraag bij het omgaan met leerlingen met speciale onderwijsvragen Zicht op aanwezige kennis en kunde bij het personeel Formuleren van het huidige zorgprofiel van de school Iedere school ontwikkelt haar eigen zorgprofiel Zicht op eigen team in het omgaan met leerlingen met speciale onderwijsvragen De scholen bepalen zelf hun eigen zorgprofiel en de speerpunten voor schoolontwikkeling in de komende jaren, waarbij de opbrengst van de studiedag een van de belangrijke bouwstenen is. Plan van Aanpak voor de ontwikkeling van nieuwe expertise in het omgaan met leerlingen met speciale onderwijsvragen Elke leerkracht wordt actief betrokken bij Passend Onderwijs, er ontstaat draagvlak voor passend onderwijs en de als “bedreigend” ervaren karakter wordt omgedraaid naar een “kans” karakter. Met de rapportages van de individuele scholen wordt gekeken of er op het niveau van het samenwerkingsverband ingezet kan worden op gezamenlijke acties. (bijv. scholing, ontwikkelen beleid) Gedurende een studiedag met het schoolteam wordt het zorgprofiel bottomup door het onderwijspersoneel in beeld gebracht. Daarbij is aandacht voor de wensen van de school, de doelgroep en de omgevingsfactoren. 1 voorbereidingsbijeenkomst voor directies en intern begeleiders 1 studiedag voor het gehele team AVS zorgt voor een eindrapportage per team op schoolniveau na afloop van de studiedag. De bevindingen op schoolniveau worden verzameld op niveau van het samenwerkingsverband en vormen de nulmeting voor o.a. de expertise op schoolniveau en de behoefte aan scholing of deskundigheidsbevordering. € 15.000 ten laste van zorgplan 2010-2011 (het gehele project € 25.000)
zorgplan 2010-2011
21
5.4.2 Zorgteams (op schoolniveau) en Zorg-advies-team
deelnemers: alle scholen van het samenwerkingsverband IB-er basisschool Schoolmaatschappelijk werk Sociaal Verpleegkundige GGD onderwerp 2 Doelgroep
Zorgteam en Zorgadviesteam Alle scholen van het SWV Pluralis
Hoofddoel
Doel van het zorgteam: Dat alle kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen, ondersteuning en hulp krijgen bij belemmeringen in de ontwikkeling en dat kinderen en hun ouders passende hulp krijgen bij psychosociale en psychosomatische problematiek (soms gecombineerd met didactische en/of leerproblemen). Het zorgteam bereikt dit door middel van een optimale samenwerking tussen het onderwijs en de zorginstellingen. Uitgangspunt is zorg aan te bieden onder het motto ‘zoveel als nodig, niet meer dan noodzakelijk’.
Deeldoelen
Dat de leerkrachten van de basisschool voldoende vaardig zijn in de signalering van psychosociale of psychosomatische problematiek en daarin kunnen handelen. Het zorgteam bereikt dit door ondersteuning van leerkrachten in zorgteambesprekingen, deelname aan teambijeenkomsten en individuele ondersteuning van leerkrachten. Dat gesignaleerde individuele problematiek leidt tot preventieve en groepsgerichte activiteiten in het Centrum voor Jeugd en Gezin.
Werkwijze
De afspraken over de werkwijze van de zorgteams op schoolniveau en het bovenschools Zorgadviesteam komen in één verzamelband en komen ter beschikking van alle participanten in de zorgstructuur. Het (school) zorgteam komt 1 x per 6 weken bij elkaar (IB-er is voorzitter) Het (bovenschools) zorgadviesteam kent een frequentie van 1 x per 3 weken
Tijdsinvestering
Evaluatie
ZT en ZAT zullen regelmatig terug komen op de agenda van het IB-netwerk.
Borging
De evaluatie met alle deelnemende partners onder regie van de gemeente zal moeten leiden tot bijstellingen en borging
Kosten
voor het samenwerkingsverband zijn er geen kosten
Zorgteam Zorgteams op alle basisscholen in Boxtel stellen ons in staat preventief en multidisciplinair te werken ten behoeve van kinderen, ouders en leerkrachten. In het zorgteam zijn, school, maatschappelijk werk en gezondheidszorg gezamenlijk actief, waardoor het kind multidisciplinair besproken kan worden. De hele context van de leerling (school, gezin, gezondheid) zitten aan tafel. Het zorgteam is een belangrijk onderdeel in de zorgroute in de school en daarmee ook van het samenwerkingsverband. Het zorgteam kan ook een belangrijke rol spelen in de lokale zorgstructuur. Een zorgteam vraagt om samenwerking. Een goed functionerend zorgteam is meer dan de som van individuele prestaties. Belangrijk zijn: heldere doelstellingen, gezamenlijke verantwoordelijkheid, open communicatie, wederzijds respect, flexibiliteit, initiatief en plezier.
zorgplan 2010-2011
22
Samenwerking in het belang van de leerling. De basisschool is en blijft verantwoordelijk voor de leerling, zolang deze onderwijs volgt op de desbetreffende basisschool. De ouders zijn verantwoordelijk voor de keuzes die zij maken op basis van de informatie en advies van de school. Zorgadviesteam Wanneer sprake is van complexe problematiek op meerdere gebieden kan er door het zorgteam een aanmelding worden gedaan bij het bovenschoolse zorgadviesteam. Op dit moment is de samenstelling van het bovenschools ZAT nog niet bekend. De gemeente streeft naar een zo breed mogelijke samenstelling. Mogelijke deelnemers: maatschappelijk werk, jeugdarts, bureau jeugdzorg, WSNS, Mee, jeugd GGZ, en anderen op afroep of eigen verzoek bijv. BBL-er, Ib-er, ouder, leerplicht, politie, e.a.. samenwerking met BBL
Met de komst van de zorgteams en het ZAT kan de rol en plaats van de BBL-er van Pluralis ook beter in lijn gezet worden. De BBL-er participeert binnen de keten van de zorgstructuur. De BBL-er moet duidelijk kunnen aansluiten/inspelen op de zorgvraag vanuit het zorgteam. De BBL kan op afroep aanwezig zijn bij het bespreken van een leerling in het zorgteam op schoolniveau. M.i.v. het schooljaar 2010-2011 kunnen scholen (IB-ers) hun hulpvragen stellen met behulp van een formulier. Het format voor de hulpvraag kan worden gedownload van de site www.pluralis.nl Op deze manier krijgt het samenwerkingsverband zicht op de gestelde hulpvragen, en de daaruit ondernomen acties. Het monitoren en evalueren kan input opleveren voor een nieuw op te stellen zorgplan.
zorgplan 2010-2011
23
5.4.3 leerlingen die thuiszitten of dreigen thuis te zitten. (pilot van één jaar) Voor leerlingen die (tijdelijk) geschorst zijn of definitief van school verwijderd worden bestaan wettelijke regelingen. Voor leerling die het gevaar lopen thuis te komen zitten zijn geen wettelijke protocollen of afspraken. Verantwoordelijk is de school waar de leerling staat ingeschreven. Er kunnen zich noodsituaties voordoen waarbij een school in handelingsverlegenheid komt. Er is dan sprake van een acute crisissituatie. Schorsing of verwijdering die de uitkomst zijn van een al langer lopend proces is geen crisissituatie. Wat kan de rol zijn van het samenwerkingsverband bij een echte crisissituatie?
deelnemers: coördinator Pluralis directeur en IB-er bao directeur en IB-er SBO onderwerp 3
(dreigende) thuiszitters
Doelgroep Hoofddoel
Alle scholen van het SWV Pluralis Pilot voor één jaar om ervaring op te doen en beleid te kunnen ontwikkelen wanneer kinderen thuis zitten of dreigen thuis te komen zitten.
Deeldoelen
Mocht de situatie van (dreigend) thuiszitten gaan ontstaan zijn er afspraken over hoe met elkaar om te gaan in een dergelijke situatie Zoveel mogelijk voorkomen dat leerlingen geen onderwijs meer kunnen volgen
Werkwijze
Mocht zich een noodsituatie voordoen dan vraagt de schooldirectie aan de ouders toestemming om de situatie en de mogelijkheden te bespreken op niveau van het samenwerkingsverband. Voor Pluralis bestaat de bovenschoolse zorg uit: een eigen SBO De Maremak en de BBL (Bovenschoolse Begeleider Leerlingenzorg.) Deze zouden een rol kunnen spelen bij de zorg voor (dreigend) thuiszittende leerlingen. In geval van crisis wordt het SBO gevraagd of zij dit specifieke kind, tijdelijk, kunnen plaatsen. Ziet het SBO mogelijkheden dan vindt er een groot overleg plaats. Daarbij zijn aanwezig: directeur, IB en leerkracht basisschool, directeur SBO, IBSBO, mogelijk de “toekomstige” leerkracht SBO en Pluralis. Mocht het SBO iets kunnen betekenen kan de leerling worden opgenomen als “gastleerling”. De ouders zullen hiervoor toestemming moeten geven. (Wellicht is het ook mogelijk om in voorkomende gevallen een “gewone” basisschool te vragen als gastschool op te treden.) De thuisschool blijft formeel verantwoordelijk maar mandateert de gastschool het toezicht en onderwijs te verzorgen alsof het een eigen leerling betreft. De leerling wordt ook niet uitgeschreven van de “eigen” school en ook niet ingeschreven bij SBO De Maremak. Het betreft dus een tijdelijke situatie met als doel de oorspronkelijke situatie te herstellen. De “eigen” school is verantwoordelijk voor de voortgang van b.v. onderzoek, aanmelding PCL, REC etc. Ze rapporteert aan en blijft ook in overleg met de ouders. De school van herkomst stelt zich op de hoogte van de schoolvorderingen op het SBO. Het SBO en de “eigen” school houden elkaar op de hoogte. Mocht de leerling beschikken over een rugzak dan worden middelen en inzet van bijv. een AB ter beschikking gesteld aan het SBO. Het “gastleerlingschap” duurt in principe 6 weken. Binnen die periode moet
zorgplan 2010-2011
24
er een duidelijke totaaldiagnose te zijn binnen de driehoek leerling, ouders, en school. Voordat een leerling als “gast” wordt aangenomen wordt er een “contract” opgesteld dat door alle belanghebbenden wordt ondertekend. Dit contract bevat een plan van aanpak, beschrijft afspraken en voorwaarden. De coördinator van het samenwerkingsverband kan na overleg het gastleerlingschap verlengen of beëindigen. Inzicht verkregen in de gastperiode kan leiden tot: terugplaatsing eigen school, plaatsing op andere basisschool van het samenwerkingsverband Pluralis, aanvraag beschikking PCL zodat de leerling op de Maremak kan blijven, aanvraag beschikking voor één van de REC’s voor plaatsing op een SO-voorziening. Tijdsinvestering Evaluatie
… na iedere gastplaatsing.
Borging
opnemen in de procedures van het samenwerkingsverband.
Kosten
Gereserveerd in begroting € 15.000
zorgplan 2010-2011
25
5.4.4 Hoog- en meerbegaafdheid Deelnemers:
Zorgcoördinator 4 IB-ers
onderwerp 5
Hoogbegaafdheid / Meerbegaafdheid
Doelgroep
Alle leerkrachten Kinderen behorend tot deze doelgroep zoals omschreven in protocol hoogbegaafdheid
Hoofddoel
Herkenning en erkenning van deze doelgroep. Tegemoetkoming aan de behoeften van deze doelgroep.
Deeldoelen
Alle leerkrachten, IB-ers, directies informeren over hoogbegaafdheid en over de verschillende type leerlingen die we daarbij kunnen onderscheiden. Helder krijgen wat hoogbegaafde kinderen betekenen voor de zorg en de organisatie van de zorg op schoolniveau. Streven naar specialisten/aanspreekpunten hoogbegaafdheid per school Formuleren van vervolgactiviteiten voor de 2e helft van het schooljaar 20102011.
Werkwijze
Bijeenkomst voor alle leerkrachten / IB-ers / directies van SWV Pluralis. Bijeenkomst voor leerkrachten onderbouw (1 t/m 4) gericht op signalering en herkenning. Bijeenkomst voor leerkrachten bovenbouw (5 t/m 8) gericht op signalering en herkenning Werven van specialisten per school Tussentijdse evaluatie met werkgroep van het samenwerkingsverband Werkgroep formuleert voorstellen inzake voortgang. 3 bijeenkomsten op woensdag middag. 5 bijeenkomsten werkgroep HB 3 bijeenkomsten specialisten HB periodieke ondersteuning/begeleiding Giralis (deze bijeenkomsten worden gepland in de eerste periode van het schooljaar en zijn voor de Kerstvakantie afgerond)
Tijdsinvestering
Evaluatie
Eerste evaluatie na afloop van de 3 informatie bijeenkomsten
Borging
Bevindingen vormen een onderdeel van het nieuw op te stellen zorgplan 2011-2012
Kosten
3 bijeenkomsten met Giralis = ± € 6.500 5 bijeenkomsten werkgr.4 personen x 10 uur = 40 uur x € 35,- = € 1.400 € 7.900
zorgplan 2010-2011
26
5.4.5 Juniorcoach deelnemers:
Zorgcoördinator Juniorcoach
onderwerp 6
Juniorcoach
Doelgroep
leerlingen van wie de basisschool van mening is dat extra begeleiding bij de overgang naar het voortgezet onderwijs nodig is.
Hoofddoel
Ondersteuning van de warme overdracht van kwetsbare leerlingen met sociaal emotionele problematiek (eventueel in combinatie met leerproble-men) en kinderen met milde gedragsproblemen.
Deeldoelen
leerling oefenen in vaardigheden die nodig zijn om adequaat te reageren in de nieuwe situatie leerling alvast vertrouwd te maken met de nieuwe omgeving en de nieuwe werkwijze contact te leggen met de mentor en de kennismaking te begeleiden begeleiden van de warme overdracht tussen de intern begeleider van de basisschool en de zorgcoördinator en mentor van de school voor voortgezet onderwijs de leerling in de beginperiode op de nieuwe school regelmatig te ontmoeten en te horen wat de ervaringen zijn de leerling zo nodig handvatten te bieden om zich beter te kunnen handhaven binnen de nieuwe school brugfunctie tussen de leerling en de school: wat zijn de onderwijsbehoeften van deze leerling, bespreken van relevante achtergrondinformatie
Werkwijze
Eind groep 7 worden de risicokinderen door de IB-er aangemeld bij Pluralis. De aanmeldingen worden door de coördinator samen met de juniorcoach bekeken. Over de aanmeldingen die eventueel in aanmerking komen voor het traject, overlegt de coördinator met Marianne v.d. Velden, de orthopedagoog van het ACT (Advies & Consultatie Team SWV De Meierij)
Tijdsinvestering
In overleg met de juniorcoach
Evaluatie
Tijdens en na afloop van de begeleidingsperiode
Borging
De juniorcoach maakt een verslag per gecoachte leerling
Kosten
1 personen x 12 uur (per leerling) x € 35 per uur (maximaal 8 leerlingen per schooljaar)
= € 3.360
In actieplan 11 staat in het kort de doelstellingen van het traject Juniorcoach. De juniorcoach is een samenwerking tussen het samenwerkingsverband Pluralis en het samenwerkingsverband VO De Meierij. De juniorcoach is opgenomen als actieplan omdat het niet alleen bedoeld is om het plan uit te werken voor de situatie Boxtel, maar ook meteen ter uitvoering wordt opgenomen.
zorgplan 2010-2011
27
5.4.6 Taken en positie van de PCL in de toekomst (in relatie tot Passend Onderwijs) Wanneer “Passend Onderwijs” door de politiek wordt vastgesteld, heeft dit gevolgen voor het aanvragen van “zorg-op-maat” door de scholen en voor de toewijzing van zorg en middelen. Op dit moment is hierover nog geen duidelijkheid. Passend Onderwijs gaat uit van handelingsgericht werken en handelinggericht indiceren, waardoor de leerling een beter aangepast aanbod kan worden gedaan. Het samenwerkingsverband krijgt daarin waarschijnlijk een centrale rol. Om de beschikbare middelen goed te kunnen toedelen is expertise nodig op niveau van het samenwerkingsverband. Wellicht kan de huidige PCL daar een rol in vervullen. Op dit moment wordt er op diverse plaatsen in het onderwijsveld druk gesproken over mogelijke “zorgzwaartepaketten”. Binnen Passend Samenwerken is uitgesproken dat t.a.v. het ontwikkelen van de inhoud van de zorg en de daaraan gekoppelde middelen gezocht wordt naar enige harmonisatie in de regio waarin we passend samenwerken. Wellicht krijgt de PCL van Pluralis ook een rol in het toekennen van zorg en middelen. Op dit moment is dit nog niet duidelijk. Wanneer duidelijk is dat de PCL hierin een taak gaat vervullen, wordt onderstaande werkgroep actief. Deelnemers:
zorgcoördinator voorzitter PCL directeur SBO IB-er de BBL-er
onderwerp 4
Ontwikkelen van een visie op taken en positie van de PCL in de toekomst, mede in relatie tot het convenant passend samenwerken
Doelgroep
bestuur Pluralis IB-ers directies basisscholen Pluralis
Hoofddoel
Heroriëntatie op de rol en taken van de PCL van het SWV in het licht van de huidige ontwikkelingen richting passend onderwijs.
Deeldoelen
Positie en taken van de PCL in relatie tot de afspraken in het overleg van de partners in Passend Samenwerken
Werkwijze
De werkgroep heeft zicht op de ontwikkelingen richting passend onderwijs en de regionale ontwikkelingen op gebied van indicatiestelling. De werkgroep heeft bepaald wie als aanspreekpunt fungeert
Tijdsinvestering
3 bijeenkomsten van 2 uur per persoon.
Evaluatie
Tijdens bespreking jaarverslag 2010-2011
Borging
De afspraken geldend voor onze eigen PCL worden opgenomen in de huidige infokaarten PCL
Kosten
2 personen x 9 uur x € 35 per uur voorzitter PCL 9 uur x € 45 totaal
zorgplan 2010-2011
= € 630 = € 405 = € 1.035
28
Deel C Personeel en middelen Hoofdstuk 6: Personeel 6.1 Inleiding. Het beleid van het SWV is erop gericht, dat zoveel mogelijk kinderen op professioneel verantwoorde wijze in de reguliere basisschool worden opgevangen. In het verlengde hiervan streeft het SWV naar een daling van het deelnamepercentage aan de SBO (3 ½ % excl. grensverkeer). Conform de statuten heeft het bestuur van het SWV het beheer over de zorgformatie en moet in onderling overleg worden bepaald op welke wijze de middelen ten behoeve van het SWV kunnen worden ingezet. Om haar doelstelling mede te realiseren heeft het bestuur van het SWV personeel benoemd. Dit personeel is ondergebracht bij de centrale dienst (CD) van het SWV. Het betreft de zorgcoördinator en de bovenschoolsbegeleider leerlingenzorg. Daarnaast voorziet het SWV, binnen SBO De Maremak, in het bieden van een onderwijspunt voor kinderen die een positieve beschikking hebben ontvangen van de PCL 6.2 Bekostiging SBO. De inkomsten aan zorgmiddelen voor de SBO zijn op basis van het aantal leerlingen in het SWV vast te stellen. Van het rijk ontvangt de SBO de basisformatie op basis van het aantal leerlingen op de teldatum. Op 01-10-2009 was dit aantal 107 leerlingen. Daarnaast ontvangt de SBO zorgformatie. Deze vergoeding is gebaseerd op een vergoeding van 2 procent van het aantal leerlingen binnen het SWV. Voor het aantal leerlingen boven deze 2%, ontvangt de school middelen vanuit het SWV. Tevens ontvangt de SBO voor deze leerlingen een materiële vergoeding vanuit het SWV. Overige inkomsten die beschikbaar zijn voor de SBO zijn de middelen met betrekking tot cumiformatie*, een toeslag voor de schoolleiding en de middelen in het kader van de Leerlinggebonden Financiering (rugzakje). * De formatie voor de culturele minderheden (cumi) wordt berekend op grond van het aantal leerlingen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond boven het aantal van 4. Tussentijdse groei: Binnen het reguliere onderwijs bestaat de mogelijkheid om bij groei van het leerlingaantal bij het ministerie een aanvullende vergoeding aan te vragen. Indien de daarvoor geldende drempel gehaald wordt, vindt de vergoeding plaats. Het SBO kent een dergelijke regeling niet. Binnen SWV Pluralis is het volgende afgesproken om met een groeisituatie om te gaan: Aanvullende vergoeding vindt plaats indien de groei 5% (of meer) bedraagt ten opzichte van het vorige telmoment. De vergoeding bestaat uit de basisformatie + zorgformatie / 12 * aantal maanden. 6.3 Inzet van de beschikbare formatie SBO. Rekening houdend met de in dit zorgplan beschreven uitgangspunten zal SBO De Maremak in het schooljaar 2010-2011 het ter beschikking gestelde budget aanwenden voor de onderwijsactiviteiten behorende bij een opvangcapaciteit van 8 groepen. Mocht vermindering van het personeelsbestand in de toekomst nodig zijn, dan zal de totstandkoming afhankelijk zijn van het beleid inzake werkgelegenheid en afvloeiing, dat door het bevoegd gezag van SBO De Maremak is vastgesteld.
zorgplan 2010-2011
29
6.4 Overige inzet financiële middelen van het SWV. Naast de bekostiging van het SBO, de Centrale Dienst en de in dit zorgplan opgenomen actieplannen, heeft het bestuur van het SWV er voor gekozen om zorgmiddelen aan de basisscholen over te dragen, teneinde de interne zorgstructuur te kunnen versterken. Het gaat hierbij om de volgende onderdelen: Van de zorgformatie gaat jaarlijks een percentage terug naar de basisscholen. Voor het schooljaar 2010-2011 gaat het om een percentage van 15%. Vergoeding gebeurt op basis van het leerlingaantal. Jaarlijks zal dit percentage geëvalueerd en zo mogelijk aangepast worden. Van de beschikbare reserve zal in de komende 4 jaar een jaarlijks vast te stellen bedrag terugvloeien naar de basisscholen. Dit betekent voor het schooljaar 2010-2011 een bedrag van €40.000,-. Ook hier vindt herverdeling plaats op basis van het leerlingaantal van de diverse scholen. Tussentijdse wijzigingen in het risicoprofiel van het SWV kunnen van invloed zijn op het over te dragen bedrag. Definitieve percentages en bedragen worden jaarlijks in het zorgplan en de hieruit voorvloeiende begroting opgenomen.
zorgplan 2010-2011
30
Hoofdstuk 7: inzet van middelen
Baten
2010-2011
Lasten
Zorgformatie basisscholen
409.195
Grensverkeer inkomend =
58.939
Overdrachtsverplichting > 2%
Zorgbedrag materieel =
19.432
Overdrachtsverpl. materieel > 2%
Bijdrage van derden (gemeente) - *1
40.089
Groei boven T-1 + 5% - *2
Rente
5.000
2010-2011
SBO
196.034 10.254 0
Personele inzet CD Zorgcoördinator en Bovenschool begeleider
95.700
Overig
Uitgaand grensverkeer
4.210
PCL (+ centrale indicatie Passend Samenw.)
10.500
Deskundigheidsbevordering CD
1.000
Reiskosten
750
Representatiekosten
1.000
Bijdrage aan gemeente
12.171
Passend Samenwerken (contributie)
1.159
Zorgplan: algemeen / stuurgroep
20.000
Zorgplan: IB-netwerk
7.700
Zorgplan: Leerlingenzorg-scholen - *3
81.839
Zorgplan: Speelpraatgroep
8.010
Zorgplan: Actieplannen
42.295
Zorgplan: Leerlingenz scholen aanvullend- *4
40.000
Verzekeringen
2750
Arbodienst
500
Overige adm. kosten (OSG, accountant, bank)
10.000
Materialen Totaal baten
532.655
Totaal lasten
546.871
1.000 546.871
Resultaat (ten laste van de reserves) -14.216
*1 De bijdrage: jaarlijks door gemeenteraad vast te stellen / aanvragen voor 1 april. *2 Groeiregeling: zie H6 *3 Percentage v.d inkomsten = jaarlijks te bepalen, verdeling naar rato leerlingaantal *4 Bedrag vanuit reserves = jaarlijks vast te stellen, verdeling naar rato leerlingaantal
zorgplan 2010-2011
31
Deel D Informatie Door middel van infokaarten zijn afspraken en procedures vastgelegd die gelden voor alle geledingen van het samenwerkingsverband Pluralis. ------------------------------------------Infokaart 1: Zorgniveaus binnen het SWV zorgniveau 1 en 2: 1 Het betreft de zorg op groepsniveau 2 Het betreft extra zorg op groepsniveau Betrokkenen: leerlingen leerkrachten onderwijsassistentes Kader m.b.t. de interne zorgstructuur: De inrichting van het onderwijs in de groep is gericht op het kunnen omgaan met verschillen. Centraal staat het ontwikkelen van de benodigde competenties van de groepsleerkracht. Welke zijn deze competenties? Wat hebben we nodig om deze kerncompetentie te realiseren? Er is hierbij aandacht voor: Kennis van de leerkracht Vaardigheden van de leerkracht Motivatie van de leerkracht Persoonskenmerken van de leerkrachten: Er is een adequaat functionerend leerlingvolgsysteem. Het gaat hierbij om een cyclisch proces van signaleren/observeren, registreren, analyseren, diagnosticeren, plan opstellen, uitvoeren en evalueren. De toetsen: Er is afstemming op bovenschools niveau. De wijze waarop gedifferentieerd wordt om zorgniveau 1 en 2 uit te voeren. Bij de instructie. Welke instructiemodellen worden gehanteerd? Verlengde instructie / grote groep kleine groep? Bij de leerstof / doelstellingen. De wijze van didactische aanpak. Van zelfstandig naar zelfverantwoordelijk leren. Welke visie op leren ligt er achter? De wijze waarop de leerkrachten begeleid worden. Interne consultatie door de IB-er Collégiale consultatie Scholing zorgniveau 3 Het betreft de extra zorgbuiten de groep op schoolniveau m.b.t. de interne zorg Betrokkenen: Zorgteam van de school Leden IB-Management ( IB-er, RT-er) Klassenassisitent Onderwijsassistent
zorgplan 2010-2011
32
zorgniveau 4: Het betreft extra zorg waarbij externen betrokken zijn Betrokkenen: Bovenschoolse zorgvoorziening (bijv. expertise SBO) Schoolmaatschappelijk werk Bovenschools Begeleider Leerlingenzorg eigen samenwerkingsverband Onderwijsbegeleidingsdienst Bureau Jeugdzorg (Preventieve) Ambulante begeleiding vanuit de REC’s Logopedie Dyslexietraining Fysiotherapie ………………… ------------------------------------------Infokaart 2: Werkwijze PCL inleiding Ieder kind heeft recht op een optimale ontwikkeling die naast de opvoeding thuis ook op school plaatsvindt. De school heeft de taak om er voor te zorgen dat elk kind optimale ontwikkelingskansen worden geboden. Het kan gebeuren dat de ontwikkelingen niet naar wens verlopen; zowel de school als de ouders kunnen dat signaleren (daar waar sprake is van ouders worden indien van toepassing ook voogden of verzorger(s) bedoeld). Vaak proberen ouders en school tot een oplossing te komen door te kiezen voor een speciaal op het kind afgestemd leerprogramma of door extra ondersteuning thuis. Toch kan het gebeuren dat zowel ouders als de school tot de conclusie komen dat het niet meer lukt. De school kan niet voldoende antwoord geven op de hulpvragen van het kind. Een speciale school voor basisonderwijs (SBO) kan dan een oplossing bieden. De speciale school voor basisonderwijs "De Maremak" maakt samen met de tien basisscholen van de gemeente Boxtel deel uit van het Samenwerkingsverband Pluralis. Deze scholen zijn samen verantwoordelijk voor het onderwijs aan kinderen van 4 tot 12 jaar. Indien ouders alleen of samen met de school tot de conclusie zijn gekomen dat speciaal basisonderwijs voor het kind beter is, melden de ouders het kind aan bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). De PCL heeft de wettelijke taak te beoordelen of verwijzing van een leerling naar een speciale school voor basisonderwijs noodzakelijk is. Deze commissie geeft een positieve of negatieve beschikking af. voortraject Een kind krijgt op school in eerste instantie extra begeleiding van de leerkracht. De school kan de hulp in roepen van de bovenschools begeleider leerlingenzorg (BBL-er) van het samenwerkingsverband en de ouders een begeleidingstraject gestart. In dit traject worden handelingsplannen gemaakt waarin de problematiek is omschreven en de wijze waarop binnen bepaalde tijd resultaten verwacht mogen worden. Als deze extra begeleiding niet tot het gewenste effect leidt, kan de school de ouders adviseren om het kind door een externe deskundige te laten onderzoeken. Ouders moeten daar in toestemmen. Vanzelfsprekend kan onderzoek ook op initiatief van de ouders plaatsvinden. Dit onderzoek kan leiden tot een nieuw of bijgesteld handelingsplan.
zorgplan 2010-2011
33
traject Wanneer blijkt dat het voortraject niet tot het gewenst resultaat leidt of dat de hulpvraag van het kind zodanig is dat de school daaraan niet langer kan voldoen, melden de ouders het kind aan bij de PCL, al dan niet in samenspraak met de school. De basisschool levert binnen vier weken een onderwijskundig rapport aan en een geldig psychologisch onderzoeksverslag dat niet ouder is dan anderhalf jaar. Als alle gegevens compleet zijn aangeleverd begint de besluitvormingsprocedure. De totale procedure van aanmelding tot besluitvorming duurt maximaal acht weken. de PCL kan:
een positieve beschikking afgeven voor plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs; een negatieve beschikking afgeven voor plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs. In het laatste geval kan de PCL adviseren het kind te handhaven op de huidige school of het kind te plaatsen op een andere basisschool binnen het samenwerkingsverband. De PCL stuurt het besluit naar de ouders en een kopie naar de school waar het kind zit. Ook kan de PCL adviseren het kind aan te melden bij de Commissie Voor Indicatiestelling (CVI) in verband met een mogelijke plaatsing op een (cluster) school voor Speciaal Onderwijs (SO). Wanneer de CVI een positieve indicatie afgeeft, dan kunnen ouders ervoor kiezen hun kind aan te melden bij een SO-school of hun kind op de reguliere basisschool te laten blijven. In dit laatste geval ontvangt de leerling een ‘rugzakje’ waarmee het mogelijk wordt een extra bijdrage te leveren aan begeleiding van deze leerling. Ten behoeve van het Speciaal Onderwijs zijn 4 clusters ingericht: cluster 1: Scholen voor blinde en slechtziende leerlingen; cluster 2: Scholen voor dove leerlingen, slechthorende leerlingen (SH) en scholen voor kinderen met ernstige spraaktaalmoeilijkheden (ESM); cluster 3: Scholen voor lichamelijke en/of verstandelijk gehandicapte leerlingen: mytylscholen, tyltylscholen, scholen voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) en scholen voor Langdurig Zieke Kinderen (LZK); cluster 4: Scholen voor kinderen met psychiatrische of ontwikkelingsstoornissen: ZMOKscholen, Pedologische Instituten en LZK-scholen. vervolgtraject Ouders melden het kind aan bij de speciale school voor basisonderwijs (SBO. Het bevoegd gezag van de ontvangende school bepaalt wanneer het kind wordt toegelaten. De SBO kent drie instroommomenten: de eerste schooldag, 1 januari, 1 april. De SBO kan een kind maximaal drie maanden op een wachtlijst plaatsen alvorens tot plaatsing over te gaan. Als een kind niet op een basisschool zit, maar bijvoorbeeld op een Medisch Kinderdagverblijf, Peuterspeelzaal, een kliniek voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie e.d. en ouders willen het kind aanmelden op een speciale school voor basisonderwijs dan wordt dezelfde procedure gevolgd als bij andere kinderen. De aanmelding van een kind uit een ander samenwerkingverband zal niet in behandeling worden genomen indien de PCL uit het eigen SWV een negatieve beschikking heeft afgegeven. Ook in geval van een positieve beschikking is het mogelijk dat de PCL van Pluralis tot een andere uitspraak komt. afspraken m.b.t. het aanleveren van dossiers voor de PCL. Ongeveer 2 weken voor de PCL-bijeenkomst worden de dossiers in vier-voud aangeleverd bij de Zorgcoördinator van het SWV. Bij afwijking hiervan wordt contact opgenomen met de ZC.
zorgplan 2010-2011
34
De ZC controleert of alle gegevens aanwezig zijn: ouderformulieren en onderwijskundig rapport. Bij het dossier hoort ook een geldig psychologisch onderzoeksverslag dat niet ouder is dan anderhalf jaar. De ZC geeft de administratie van het Meldpunt opdracht de dossiers naar de PCL-leden te versturen. Indien nodig, vraagt de voorzitter van de PCL nog gegevens op bij de BBL-er, IB-er of externe instanties. Binnen een week na de PCL-bijeenkomst zorgt de voorzitter van de PCL voor schriftelijke afhandeling van de dossiers. bezwaar Als ouders het niet eens zijn met de beschikking, kunnen zij binnen zes weken schriftelijk bezwaar maken. Deze termijn loopt vanaf de dag van verzending van de beschikking aan de ouders. De voorzitter van de PCL richt zich met het bezwaarschrift tot de Regionale Verwijzingscommissie (RVC) met het verzoek binnen vier weken verslag uit te brengen. Na ontvangst hiervan belegt de voorzitter van de PCL een hoorzitting met de ouders, waarna de voorzitter de ouders meedeelt welk besluit er is genomen ten aanzien van het bezwaarschrift. Ouders die het niet eens zijn met het besluit over het bezwaarschrift kunnen, binnen zes weken na het verzenden van de nieuwe beschikking, beroep aantekenen tegen dit besluit van de PCL bij de sector bestuursrecht van de arrondissementsrechtbank. Hierna doet de rechter uitspraak. Zijn ouders het niet eens met de uitspraak van de rechter dan kunnen zij in beroep gaan bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. klachtenregeling Als ouders klachten hebben over gedragingen en/of beslissingen die niet vallen onder de bezwaaren beroepsmogelijkheid dan kunnen zij een klacht indienen bij de Zorgcoördinator van het samenwerkingsverband of bij de klachtencommissie van het VBKO (Vereniging Besturen Katholiek Onderwijs). De Zorgcoördinator van het samenwerkingsverband is te bereiken bij: Meldpunt Jeugdzorg, Liduinahof 35 (vijfde etage) tel. 0411-634580 Correspondentieadres: Postbus 100, 5280 AC Boxtel. afspraken PCL en Bestuur Pluralis De PCL voert het beleid uit dat het samenwerkingverband heeft vastgesteld. Pluralis beïnvloedt direct noch indirect de oordeelsvorming van de PCL. Pluralis is niet bevoegd om aanwijzingen te verstrekken aan de PCL omtrent inhoud van de beschikking, noch op enig andere wijze zich te bemoeien met de wijze waarop de PCL tot oordeelsvorming komt. Zie punt 3 in de bijlage bij de Overeenkomst van Opdracht d.d. 7 april 2004. Wanneer de PCL-leden nadere informatie nodig vinden m.b.t. een dossier, benaderen zij de BBL-er of de IB-er vooraf of na de behandeling van het dossier. De ZC houdt gegevens bij m.b.t. de dossiers voor het jaarverslag. De PCL stelt binnen 2 maanden na afloop van schooljaar een jaarverslag op. Zie punt 5 in de bijlage Overeenkomst van Opdracht d.d. 7 april 2004. De ZC stuurt het jaarverslag m.b.t. de dossiers in september naar het Bestuur.
-------------------------------------------
zorgplan 2010-2011
35
Infokaart 3: Criteria PCL 1. leerlingen met een algehele ontwikkelingsachterstand. De toetsingscriteria 1. Cognitieve vaardigheden: Leerlingen met een IQ-score beneden de 60 zijn doorgaans aangewezen op Speciaal Onderwijs binnen cluster 3 (Zeer Moeilijk Lerende Kinderen). Wanneer uit psychologisch onderzoek blijkt dat er sprake is van een verstandelijke beperking met een IQ tussen de 60 en 65 dan is leerbaarheid en automatiseringsvaardigheid een voorwaarde voor plaatsing op het SBO. Onder leerbaarheid wordt verstaan dat het kind in een groep van 15 leerlingen moet kunnen functioneren en dat er een ontwikkelingsvooruitgang zichtbaar is (per leerjaar zich minimaal 1/3 van de leerstof van de basisschool van het betreffende jaar eigen kunnen maken). Het profiel van de leervorderingen vertoont over het algemeen een redelijk harmonisch beeld; de achterstand komt tot uiting in alle elementaire schoolse vaardigheden. 2. leerlingen met sociaal-emotionele problematiek, waarbij een ernstige onderwijs achterstand geconstateerd wordt. De toetsingscriteria 2.1
2.2
2.3.
Cognitieve vaardigheden: Het intelligentieniveau ligt boven 85; deze score is de norm. Het profiel van de leervorderingen vertoont een redelijk harmonisch beeld; de achterstand komt tot uiting in alle elementaire schoolse vaardigheden. De leerling vertoont een aanmerkelijke achterstand in leervorderingen, veroorzaakt door gedragsstoornissen en/of psychiatrische problemen. De ernst van de problematiek is bepalend voor het wel of niet afgeven van een positieve beschikking. Indien het kind niet in staat is om in een groep te functioneren door onvoldoende ontwikkeling van de persoonlijkheid en niet in staat is om deel te nemen aan schoolse situaties wordt geen positieve beschikking afgegeven. De nadruk moet liggen op de onderwijskundige en pedagogische aanpak en niet op de therapeutische aanpak (volgen van verschillende therapieën). Voor jong aangemelde leerlingen is een langer durende observatie nodig om de aard van de geconstateerde leerbelemmeringen vast te stellen. Bij de leerling kan sprake zijn van een: Ernstig werkhoudingprobleem Sociaal-emotionele problemen door gevoelens van tekortschieten, die zich uiten in een negatief zelfbeeld en negatieve succeservaringen ten aanzien van het leren en het omgaan met anderen. Diffuse en specifieke stoornissen in de algehele ontwikkeling van het kind (bijvoorbeeld een stoornis binnen het autistisch spectrum (A.S.S.), ADHD-problematiek). Alleen vaststelling van deze stoornissen op zich, leidt niet per definitie tot het afgeven van een positieve beschikking. Afhankelijk van de ernst van de problematiek kan er besloten worden tot handhaving binnen het basisonderwijs, plaatsing op de speciale school voor basisonderwijs of doorverwijzing naar een Regionaal Expertise Centrum (REC). Van belang is op welke wijze de stoornis zich op school manifesteert in het gedrag van de leerling en van invloed is op het onderwijs in samenhang met andere onderwijsbelemmeringen.
3. leerlingen met een disharmonisch ontwikkelingsprofiel. De toetsingscriteria Belemmeringen op didactisch gebied: Ernstige werkhoudingproblemen
zorgplan 2010-2011
36
Taal/spraakproblemen die de ontwikkeling van auditieve leesvoorwaarden en daarmee het lees/spellingsproces belemmeren of vertragen. Indien het kind gebaat is bij een spraak/taal therapeutische setting, wordt het kind niet toelaatbaar verklaard.
overige bepalingen: Binnen het Samenwerkingsverband gelden verder de volgende afspraken: A. leerlingen afkomstig van scholen voor basisonderwijs met een door een indicatiecommissie toegekend leerlinggebonden budget (rugzakje). Dossiers van kinderen die van de CVI een positieve beschikking hebben ontvangen, worden door de PCL niet in behandeling genomen. B. leerlingen afkomstig van scholen voor speciaal onderwijs. Dossiers van kinderen vanuit het SO die (mogelijk) uitgeplaatst worden, kunnen door de PCL in behandeling worden genomen. C. Door de Boxtelse scholen is een gedragscode vastgesteld, waarin beschreven staat op welke wijze gehandeld wordt, wanneer een ouder contact opneemt over een mogelijk (over)plaatsing van hun kind.
------------------------------------------Infokaart 4: Het Centrum Jeugd en Gezin Het Centrum Jeugd en Gezin Boxtel is een samenwerkingsverband van 8 organisaties die in Boxtel werkzaam zijn op het brede terrein van de jeugdzorg in de leeftijd vanaf 0 tot circa 23 jaar. Deze instellingen hebben hun personele capaciteit en deskundigheid gebundeld. Zij zijn zoveel mogelijk vanuit één loket, kinderen, ouders en organisaties behulpzaam bij een evenwichtige ontwikkeling van jeugdigen in de gemeente Boxtel. Door zo vroeg mogelijk (vroegsignalering) de helpende hand te bieden (preventie), probeert men erger te voorkomen (curatief). Soms zullen jeugdigen en/of hun ouders uitgenodigd worden voor een bezoek aan het meldpunt, in veel gevallen echter bezoeken de medewerkers de peuterspeelzalen en scholen (vindplaatsgericht werken). De volgende instellingen zijn werkzaam binnen het Centrum Jeugd en Gezin: Stichting Vivent ‘s–Hertogenbosch GGD Hart voor Brabant Pluralis, samenwerkingsverband primair onderwijs DELTA, stichting welzijn Boxtel Bureau HALT Stichting Peuterspeelzalen Boxtel Gemeente Boxtel Homestart Zorg-Advies-Team In januari 2003 is het netwerk 12- van start gegaan. Aan dit overleg, onder voorzitterschap van schoolmaatschappelijkwerk Boxtel, nemen uitvoerende vertegenwoordigers deel van de GGD, Vivent, Pluralis, Algemeen Maatschappelijk Werk, Peuterspeelzaalwerk en Leerplicht. Pluralis is vertegenwoordigd door de Bovenschoolse Begeleider(s) Leerlingenzorg. Vanaf augustus 2010 gaat dit verder als Zorg-Advies-Team en sluit aan op de ZorgTeams van de scholen.
zorgplan 2010-2011
37
doelstellingen zorg-advies-team Het vroegtijdig opsporen van jeugdigen met problemen in de leeftijd van 0-12 jaar; Het realiseren van een goede afstemming (voorkomen van dubbele activiteiten) en samenwerking tussen de deelnemende organisaties / instanties met betrekking tot het signaleren en concretiseren van problemen / hulpvragen van deze jongeren en of hun ouders; Ondersteunend werken voor de individuele deelnemers aan het netwerk door het bieden, respectievelijk het doorgeleiden naar een passend aanbod van hulpverleningen; Bewaken van de gemaakte afspraken. Pluralis is vertegenwoordigd in het ZAT. De BBL van het samenwerkingsverband neemt op afroep of op aanvraag deel aan het overleg. Doelstellingen en werkwijze ZT en ZAT worden neergelegd in een document spreekuren Centrum Jeugd en Gezin Door de samenwerkende instellingen is met ingang van het schooljaar 2003-2004 de publieksfunctie van het centrum geoperationaliseerd. De opvoedingsondersteuning en ontwikkelingsstimulering wordt door middel van spreekuren centraal aangeboden voor ouders en kinderen. Het basisonderwijs heeft hierin een belangrijke verwijzende functie. De spreekuren worden centraal vanaf de locatie van het Centrum Jeugd en Gezin Boxtel aan de Baroniestraat 22 aangeboden. Scholen kunnen ouders attent maken op de mogelijkheid van hulp d.m.v. het Opvoedingsspreekuur, wanneer zij aangeven thuis tegen grenzen aan te lopen in de opvoeding van hun kind of anderszins behoefte hebben aan ondersteuning bij de opvoeding van hun kind. Naar aanleiding van een gesprek bij één van de opvoedingsspreekuren kan een gesprek met de bovenschoolse begeleider leerlingenzorg BBLworden georganiseerd. opvoedingsondersteuning is gericht op: ondersteuning van het opvoedingsproces. Het gaat om het verbeteren van de opvoedingsituatie van kinderen, verbeteren van opvoedingscompetentie en attitude van ouders; alle ouders en opvoeders met opvoedingsvragen en lichte opvoedingsproblemen. ontwikkelingsstimulering is gericht op: het voorkomen van (dreigende) ontwikkelingsachterstand van kinderen die in minder gunstige omstandigheden opgroeien; het voorkomen van onderwijsachterstanden waardoor de kansen op een succesvolle schoolcarrière en daarmee op een kansrijke maatschappelijke positie worden vergroot.; ouders en kinderen die als gevolg van hun sociale of culturele situatie in een achterstandspositie verkeren. schoolmaatschappelijk werk. Vanaf schooljaar 2006-2007 kunnen scholen gebruik maken van de ondersteuning via het Schoolmaatschappelijk werk. De SMW heeft iedere 6 weken een gesprek met de IB-er van de individuele scholen. Indien nodig kunnen scholen ook tussentijds een beroep doen op het SMW. Schoolmaatschappelijk werk krijgt een vaste plek in het zorgteam op schoolniveau en werkt daar samen met IB en sociaalverpleegkundige van de GGD homestart Home-Start is een programma voor opvoedingsondersteuning. Ervaren en getrainde vrijwilligers bieden ondersteuning, praktische hulp en vriendschap aan ouders met ten minste één kind van 6 jaar of jonger. De gezinnen geven zélf aan op welke gebieden zij steun wensen: hun vragen staan centraal. Door de ondersteuning probeert Home-Start: te voorkomen dat alledaagse problemen uitgroeien tot ernstige en langdurige problemen
zorgplan 2010-2011
38
het zelfvertrouwen van ouders te vergroten de sociale relaties van ouders te versterken gezinnen aan te moedigen om efficiënt gebruik te maken van beschikbare diensten, vooroorzieningen en regelingen.
------------------------------------------Infokaart 5: Definitie grensverkeer Als grensverkeer is gedefinieerd de overgang van een leerling van een basisschool in het ene samenwerkingsverband naar een speciale basisschool (SBO) in een ander samenwerkingsverband. Voor deze leerlingen bestaat per 1 augustus 1998 een bekostigingsverplichting voor het samenwerkingsverband van waaruit de leerling vertrekt. Het gaat hierbij dus uitsluitend over een overgang van een reguliere basisschool naar een SBO. Leerlingen die van de SBO van enig samenwerkingsverband naar de SBO van een ander samenwerkingsverband gaan vallen dus niet onder de definitie. Ook leerlingen die uit andere vormen van onderwijs instromen (Medisch Kinderdagverblijven, Peuterspeelzalen, SO-scholen) vallen niet onder deze definitie. De overdracht van de vergoeding i.v.m. grensverkeer vindt plaats in het schooljaar volgend op het schooljaar van plaatsing.
------------------------------------------Infokaart 6: Leerlinggebonden financiering (LGF) Ten behoeve van de schoolgids van iedere school wordt onderstaande tekst als concept vanuit het SWV aangeboden. Met ingang van 1 augustus 2003 kunnen leerlingen met een leerling-gebonden financiering (het zogenaamde Rugzakje) worden aangemeld op het reguliere basisonderwijs, dus ook op onze school. In dat geval zal de school, samen met de ouders, de hulpvraag van het kind bespreken en afwegen of met de extra middelen die beschikbaar worden gesteld, de school aan die hulpvraag tegemoet kan komen. Centraal hierbij staat het belang van het kind én de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen, zonder een onevenredige claim te leggen op de beschikbare begeleidingscapaciteit. De school zal bij deze afweging gebruik maken van scholen die aangesloten zijn bij een Regionaal Expertisecentrum en/of van de mogelijkheden van SWV Pluralis. Het besluit om kinderen wel of niet toe te laten zal altijd gebeuren in overleg met het team. Als een kind wordt toegelaten zal samen met de ouders een handelingsplan worden opgesteld dat ieder jaar minimaal één keer wordt geëvalueerd. Aan de hand van die evaluatie zal steeds opnieuw de afweging worden gemaakt of het verantwoord is het kind op school te laten. Als de school zijn grenzen bereikt in de mogelijkheden om het kind goed te begeleiden, dan zal dat met de ouders besproken worden. -------------------------------------------
zorgplan 2010-2011
39
Infokaart 7: Definitie zorgleerling Om per leerling een beeld te krijgen van de mate waarin deze een zorgleerling is, worden drie indicatoren gebruikt: 1. De leerling heeft een kenmerk waardoor de kans aanwezig is dat hij/ zij extra zorg nodig heeft. 2. De leerling heeft een of meerdere problemen waardoor hij/ zij extra zorg nodig heeft. 3. De mate waarin de leerling extra zorg nodig heeft. 1 kenmerk: 1.1 Kansarm: leerlingen met ouders met een zwakke sociaal-economische status. Deze status kan onder andere zichtbaar worden in het leerling-gewicht. 1.2 Anderstalig: leerlingen die afkomstig zijn uit een niet-Nederlands land en waarvoor geldt dat Nederlands niet hun moedertaal is 1.3 Meer/ hoogbegaafden: leerlingen die door de school zijn aangeduid als meerbegaafd 2 problemen: 2.1 leerlingen met cognitieve beperkingen en/ of problemen/leerstoornis: beperkte intelligentie, leerproblemen op het gebied van taal/rekenen / concentratie / taakgerichtheid / zelfstandig werken / doorzettingsvermogen / nauwkeurigheid / werktempo. 2.2 leerlingen met sociaal-emotionele problemen: faalangst / pestgedrag of slachtoffer hiervan / vaak ruzie zoeken / interactieproblemen / emotioneel instabiel of laag zelfbeeld. 2.3 leerlingen met handicaps of stoornissen: die in aanmerking komen voor ondersteuning van een REC (Rugzakje). 2.4 leerlingen met psychische/ psychiatrische problemen: autisme / ADHD / onvoorspelbaar gedrag. 2.5 leerlingen met een handicap: visuele / auditieve / motorische / neurologische / vaak ziek. 2.6 leerlingen met psychosociale problemen: criminaliteit / werkloosheid / ontbreken ouderbetrokkenheid / stress, psychische problemen / therapeutische gezinsproblemen. 3 mate van extra zorg: 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
binnen de groep op te vangen; extra aandacht binnen de school b.v. RT buiten de groep; BBL-consultatie; externe zorg ingeschakeld b.v. GGD/ opvoedingsspreekuur; leerling wordt verwezen naar SBO.
-------------------------------------------
zorgplan 2010-2011
40
Infokaart 8: Procedure overstap bao – bao in Boxtel Onderstaande procedure beschrijft de gang van zaken bij een overstap van een leerling van de ene basisschool binnen Pluralis naar een andere basisschool. procedure 1.
Ouders melden de leerling aan op school. De directeur informeert naar reden, wens en verwachting van ouders en leerling. Hiervan wordt een schriftelijk verslag gemaakt.
2.
De directeur vraagt toestemming aan de ouders om te overleggen met de school van herkomst.
3a.
De directeur overlegt met de directeur 3b. van de school van herkomst.
Indien de ouders geen toestemming verlenen, wordt de leerling een dag uitgenodigd ter observatie.
4a.
Wanneer er geen bezwaren zijn wordt 4b. contact gelegd door de intern begeleider met de intern begeleider van de school van herkomst. Ter sprake komt; reden van schoolwisseling leerlinginformatie inzage in dossier Van dit gesprek wordt een schriftelijk verslag gemaakt.
Wanneer er sprake is van een (zorg) leerling met specifieke hulpvragen volgt een nadere analyse van de problemen. Aanvullende acties. consultatie van de betrokken Bovenschools Begeleider Leerlingenzorg observatie van de leerling in de groep gesprek met de groepsleerkracht gesprek met de leerling (indien mogelijk) Hiervan wordt een schriftelijk verslag gemaakt.
5.
Bevindingen worden besproken met de directeur.
6a.
Bij een positief besluit neemt de directeur 6b. contact op met de directeur van de school van herkomst en de ouders. Een kopie van het dossier wordt overgedragen aan de nieuwe school.
7.
De intern begeleider overlegt met de leerkracht waar de leerling in de klas komt. Indien er sprake is van een zorgleerling stellen zij samen een handelingsplan op (eventueel in overleg met de BBL’er), in overige gevallen sluit de leerling aan bij het groepsplan.
8.
Er wordt een afspraak gemaakt met de ouders ten aanzien van de plaatsingsdatum. Indien er sprake is van een zorgleerling bespreken de leerkracht en de IB’er het handelingsplan met de ouders.
Bij een negatief besluit neemt de directeur contact op met de directeur van de school van herkomst en de ouders en meldt de redenen van het besluit.
------------------------------------------Infokaart 9: Dossiervorming Op bovenschoolniveau vindt geen dossiervorming plaats. Gegevens die op bovenschoolniveau gegenereerd worden komen terecht in het leerling-dossier waarvan de school eigenaar is. Dossiers van kinderen die op het kantoor van Pluralis (BBL of ZC) aanwezig zijn, zijn er altijd tijdelijk. Dit geldt ook voor leerling-gegevens die aanwezig zijn bij de coördinator van de “speelpraatgroep” en de leerkrachten die de activiteiten met deze groepen uitvoeren.
zorgplan 2010-2011
41
1. dossiers bij BBL-er. Het leerling-dossier kan aanwezig zijn bij de BBL-er in geval van: voorbereiding van gesprek met IB-er voorbereiding van gesprek met leerkracht voorbereiding gesprek met ouders voorbereiding observatie voorbereiding andere interventies Het dossier gaat zo snel mogelijk weer terug naar de school. Na afloop van de gepleegde interventies worden relevante gegevens van de BBL-er toegevoegd aan het leerling-dossier of worden vernietigd. De BBL-er houdt voor eigen administratie bij; voor welke leerlingen zij werkzaamheden heeft verricht. In deze administratie wordt vermeld: Initialen leerling geboortedatum school van herkomst aard van problematiek gepleegde interventie 2. dossiers bij zorgcoördinator Alleen het leerling-dossier van de, door de ouders, aangemelde leerling voor de PCL. Dit dossier wordt door de school in viervoud aangeleverd. De zorgcoördinator beoordeelt of het aangeleverde dossier compleet is. Het origineel blijft bij de zorgcoördinator. De drie kopieën gaan naar de leden van de PCL. De PCL beoordeelt het dossier op inhoud en geeft een positieve of negatieve beschikking af. De zorgcoördinator ontvangt ook de afgegeven beschikking en stuurt dan het gehele dossier terug naar de school van de desbetreffende leerling. Het dossier kan ook, door de school, worden opgehaald op het CJG. De school zelf is verantwoordelijk voor de overdracht van dit dossier naar een andere onderwijsinstelling. De kopieën die ingestuurd zijn voor de PCL worden na het afgeven van de beschikking vernietigd. De PCL houdt geen eigen archief bij. De zorgcoördinator houdt wel een administratie bij van de ingestuurde dossiers. Hierin wordt opgenomen. naam leerling geboortedatum / geslacht geslacht school van herkomst datum van inzending naar PCL enkele leerling kenmerken aard problematiek uitslag beschikking van PCL bijzonderheden Deze administratie wordt bijgehouden, zodat de PCL aan de hand van deze gegevens haar jaarverslag kan opstellen. 3. speelpraatgroep De coördinator verzamelt de gegevens van de leerlingen die aangemeld worden voor de “Speelpraatgroep”.
zorgplan 2010-2011
42
coördinator selecteert aan de hand van de aangeleverde aanmeldingen de kinderen die in aanmerking komen voor de op te starten groepen. gegevens van kinderen die mee gaan doen in de groep worden doorgegeven aan de begeleiders van de groep. gegevens van kinderen die (nog) niet in aanmerking komen gaan terug naar de IB-er van de school van herkomst de coördinator houdt wel administratie bij van de kinderen die aangemeld zijn voor de speelpraatgroep. Deze gegevens bestaan uit: - initialen - geboortedatum - leerjaar - geplaatst in welke groep - reden van afwijzing De begeleiders van de speelpraatgroepen brengen na afloop verslag uit aan de IB-er en/of leerkracht van het desbetreffende kind. De begeleiders houden geen eigen archief bij.
-------------------------------------------
Infokaart 10: Overleg directies en coördinator van het samenwerkingsverband Na het opheffen van het RDO vond er geen structureel overleg meer plaats tussen de directies van de Pluralisscholen en de zorgcoördinator van het samenwerkingsverband. M.i.v. het schooljaar 2009-2010 wordt het contact en overleg weer structureel opgenomen in de activiteiten van het samenwerkingsverband. Op twee manieren vindt dit overleg plaats: Eén keer per jaar bezoekt de zorgcoördinator de directeur van de school Minimaal twee keer per jaar komen de schooldirecties en de zorgcoördinator plenair samen. Hierbij wordt het lopende zorgplan besproken en wordt er al gekeken naar het nieuw op te stellen zorgplan De agenda van zowel de schoolbezoeken als de plenaire ontmoetingen staan in het teken van het , voor dat jaar geldende, zorgplan en de ambities en doelen zoals beschreven in het koersplan. De IB-ers hebben hun eigen netwerkbijeenkomsten. Het is denkbaar dat het wenselijk of effectief kan zijn om een ontmoeting te plannen waarbij zowel de directeur(en) als de IB-er(s) aanwezig zijn.
------------------------------------------Infokaart 11: Juniorcoach Inleiding: Het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs in de Meierij werken samen om kwetsbare leerlingen te begeleiden in de overgang naar het voortgezet onderwijs. Doelgroep: leerlingen van wie de basisschool van mening is dat extra begeleiding bij de overgang naar het voortgezet onderwijs nodig is. De begeleiding zien we als ondersteuning van de warme overdracht van kwetsbare leerlingen met sociaal emotionele problematiek (eventueel in combinatie met leerproblemen) en kinderen met milde gedragsproblemen. Voorwaarde is dat de problematiek
zorgplan 2010-2011
43
bekend en beheersbaar is. We verwachten dat de kinderen zelf ook een hulpvraag hebben, zodat we kunnen spreken van probleembesef. Kinderen met een clusterindicatie vallen buiten dit aanbod. Werkwijze aanmelding: Eind groep 7 worden de risicokinderen aangemeld bij hun eigen samenwerkingsverband. De aanmelding komen via de IB-er van de school naar de coördinator van Pluralis. De aanmeldingen worden door de coördinator samen met de juniorcoach bekeken. Over de aanmeldingen die eventueel in aanmerking komen voor het traject, overlegt de coördinator met Marianne v.d. Velden, de orthopedagoog van het ACT (Advies & Consultatie Team SWV De Meierij) Na de intake in groep 8 wordt een inschatting gemaakt over het uit te zetten traject. Tot december groep 8 kunnen er mogelijke interventies plaatsvinden. Hierbij denken we aan het in kaart brengen van de sociaal emotionele behoeften van de kinderen dmv. bestudering LVS, observaties, vragenlijsten. In december ligt het beslismoment voor traject junior (eventueel gesteund door het drempelonderzoek).
Werkwijze juniorcoach: In januari start de juniorcoach het traject met een begeleidingsplan (opgesteld in december in overleg met de IB-er). Na 4 contactmomenten terugkoppeling naar de zorgcoördinator van Pluralis. Uiteraard is tussentijds overleg mogelijk Bij overgang naar VO draagt de coördinator de casus over aan het ACT. De juniorcoach zorgt voor een tussenrapportage voor de orthopedagoog van het ACT. Het begeleidingsplan wordt geëvalueerd Op het VO heeft de coach contact met de leerling, de mentor en de zorgcoördinator. Na 4 contactmomenten vindt er terugkoppeling plaats naar de orthopedagoog van het ACT. Bij afsluiting van de casus maakt de juniorcoach een beknopt eindverslag. Rol juniorcoach: De begeleiding door een juniorcoach loopt van januari in groep 8 tot januari in de brugklas. Gedurende de periode in groep 8 gaat de juniorcoach in gesprek met de leerling, de leerkracht, de intern begeleider en met de ouders. Verder oudercontact zal er zijn bij de overgang naar het VO waarbij het begeleidingsplan geëvalueerd wordt en bij de afsluiting van de begeleiding. Op het VO heeft de juniorcoach contact met de leerling, de mentor en de zorgcoördinator. De Juniorcoach ziet toe op algemeen welzijn van de leerling en heeft daarnaast een goed beeld van de vaardigheden die verondersteld worden aanwezig te zijn bij binnenkomst in een reguliere school voor voortgezet onderwijs waaronder: - zelfstandig naar school gaan, - zich handhaven in een grote vrije ruimte zonder direct toezicht, - omgaan met wisselende leerkrachten, een wisselend lesrooster en wisselende leslokalen, - aanpassen aan nieuwe lessituaties, - nieuwe vrienden maken, voldoende weerbaar zijn in contact met leeftijdsgenoten, sociaal zeker zijn, in staat zijn contact te maken, aansluiting vinden binnen de groep - op een adequate manier omgaan met gevoelens als frustratie, faalangst, boosheid, onzekerheid - organiseren van huiswerk, boekentas e.d. Juniorcoaches zijn er in eerste instantie voor de leerling, daarnaast ook voor advisering aan de mentor en zorgcoördinator. Werkzaamheden van de juniorcoach op het VO zijn: - de leerling oefenen in vaardigheden die nodig zijn om adequaat te reageren in de nieuwe situatie - de leerling alvast vertrouwd te maken met de nieuwe omgeving en de nieuwe werkwijze - contact te leggen met de mentor en de kennismaking te begeleiden
zorgplan 2010-2011
44
- begeleiden van de warme overdracht tussen de intern begeleider van de basisschool en de zorgcoördinator en mentor van de school voor voortgezet onderwijs - de leerling in de beginperiode op de nieuwe school regelmatig te ontmoeten en te horen wat de ervaringen zijn - de leerling zo nodig handvatten te bieden om zich beter te kunnen handhaven binnen de nieuwe school - brugfunctie tussen de leerling en de school: wat zijn de onderwijsbehoeften van deze leerling, bespreken van relevante achtergrondinformatie De Juniorcoach zorgt ervoor de begeleiding vóór 1 januari te hebben afgerond en overgedragen aan de mentor en de zorgcoördinator van de VO-school. Zo nodig kan tijdens of na het traject nog gebruik gemaakt worden van maatwerktrajecten van de Meierij.
lijst van afkortingen: ALV BBL CD IB IC KPC LGF OP PCL SBO SPG SWV ZC ZAT ZT
= = = = = = = = = = = = = = =
Algemene Ledenvergadering Bovenschools Begeleider Leerlingenzorg Centrale Dienst Intern Begeleider Inhoudelijk Coördinator, voortaan te noemen Zorgcoördinator Katholiek Pedagogisch Studiecentrum Leerlinggebonden financiering Onderwijs Personeel Permanente Commissie Leerlingenzorg Speciale school voor Basisonderwijs Speelpraatgroep Samenwerkingsverband Zorgcoördinator Zorg-Advies-Team Zorg-Team
postadres: bezoekadres: telefoon: fax: e-mail : website: zorgplan 2010-2011
Postbus 100 5280 AC Boxtel Baroniestraat 22 5281 JE Boxtel 0411-657954 0411-657976
[email protected] www.pluralis.nl 45
zorgplan 2010-2011
46