CONTROLE VAN VERPAKKINGSMATERIALEN IN DE LEVENSMIDDELINDUSTRIE
RAPPORT ND03T002/01
Dr. K. Bouma Ing. D.K. Kalsbeek-van Wijk Voedsel en Waren Autoriteit Regionale dienst Noord Keuringsdienst van Waren Postbus 465 9700 AL Groningen tel.nr. fax e-mail
050 – 5886000 050 – 5886100
[email protected]
internet site
www.vwa.nl
oktober 2003
KvW Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
INHOUDSOPGAVE pagina SAMENVATTING SUMMARY 1.
INLEIDING 1.1 Verpakkingen voor levensmiddelen 1.2 Wettelijke aspecten 1.3 Doel van het onderzoek
1 1 1 2
2.
MATERIAAL EN METHODE 2.1 Monstername 2.2 Screening van verpakkingen 2.3 Samenstelling verpakkingsmateriaal 2.4 Screening van migranten
3 3 3 3 4
3.
RESULTATEN EN DISCUSSIE 3.1 Samenstelling verpakkingsmateriaal 3.2 Resultaten screening 3.3 Ingewonnen informatie over verpakkingsmateriaal
5 5 6 10
4.
CONCLUSIES
11
5.
LITERATUUR
12
BIJLAGE I: Inspectieformulier BIJLAGE II: Samenstelling verpakkingsmateriaal BIJLAGE III: Migranten in verpakkingsmateriaal
KvW Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
SAMENVATTING en TREFWOORDEN Het onderzoek aan verpakkingen voor levensmiddelen binnen de VWA/KVW richtte zich tot nu toe voornamelijk op verpakkingen bemonsterd bij de verpakkingsindustrie. De productie van verpakkingsmaterialen is echter een Europese of zelfs mondiale aangelegenheid. Vandaar dat monstername van verpakkingen in de levensmiddelindustrie een betere indruk geeft dan monstername in de verpakkingsindustrie, wat betreft de blootstelling van de Nederlandse consument aan verpakkingsmaterialen. Het doel van dit project was om verpakkingsmaterialen, bemonsterd in de levensmiddelindustrie, te controleren. De Regeling Verpakkingen en gebruiksartikelen (Warenwet) bestaat uit positieve lijsten van stoffen die (uitsluitend) gebruikt mogen worden ter vervaardiging van verpakkingen voor levensmiddelen. Daarnaast bevat deze Regeling een groot aantal (migratie)limieten voor het eindproduct. Omdat de officiële analysemethoden zeer arbeidsintensief zijn, hanteert de VWA in eerste instantie een screeningsmethode, om vast te stellen of er stoffen aanwezig zijn in het verpakkingsmateriaal, welke mogelijk naar het levensmiddel kunnen migreren. Begin 2003 zijn 48 verpakkingen bemonsterd in de levensmiddelindustrie. Polyetheen werd veelvuldig gebruikt als contactlaag met het levensmiddel. Daarnaast werd vaak polypropeen en polystyreen aangetroffen. Een aantal verpakkingen bestond uit meerlaagse verpakkingen. Aan de buitenkant van de verpakking werden ook andere materialen aangetroffen, waaronder polyamide, polyethyleen tereftalaat en papier/karton. Deze verpakkingsmaterialen zijn gescreend op potentiële migranten. Tijdens de screening zijn de volgende groepen stoffen aangetroffen in het extract: monomeren en uitgangsstoffen, oligomeren, weekmakers, anti-oxidanten, glijmiddelen en andere hulpstoffen. Niet alle stoffen zijn toegelaten volgens de Regeling Verpakkingen en gebruiksartikelen. Opvallend was dat het UV-B filter 2ethylhexyl-4-methoxycinnamaat in allerlei verpakkingsmaterialen werd aangetroffen. Deze stof staat niet vermeld op de positieve lijst van de Regeling Verpakkingen en gebruiksartikelen. Het merendeel van de geïnspecteerde bedrijven had geen informatie beschikbaar over de samenstelling van het materiaal, of een verklaring dat de verpakking geschikt is om met levensmiddelen in aanraking te komen. Het bewustzijn van het potentiële risico op migratie vanuit het verpakkingsmateriaal is laag. Trefwoorden: verpakking, levensmiddel, screening, identificatie, migratie.
KvW Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
SUMMARY and KEYWORDS Up to now the survey of food contact materials of the Inspectorate for Health Protection mainly concerned packaging materials, sampled in the packaging industry. The market of food contact materials is an European or even global market. Therefore the exposure of Dutch consumers to food contact materials is better approached by sampling these materials in the food industry. The aim of this project was to check food packaging materials, sampled in the food industry, for compliance with regulations. The Packaging and Food-utensils Regulation (Food and Commodities Act) is based on positive lists of substances that may be used to make food contact materials. In addition, this Regulation contains a great number of (migration)limits for the endproduct. As the official methods of analysis are very labour-intensive, the Inspectorate starts compliance testing by screening the packaging material for substances that may migrate from the packaging material into the food. In January and February 2003, 48 food contact materials were sampled in the food industry. Polyethylene was the main plastic used in the layer in contact with the foodstuff. In addition polypropylene and polystyrene were frequently found. A number of packaging materials consisted of several different layers (so called multilayers). On the outside of the food contact materials also other materials were found, such as polyamide, polyethylene terephthalate and paper(board). These food contact materials were screened for potential migrants. During this screening the following groups of substances were detected in the extract: monomers and starting substances, oligomers, plasticisers, antioxidants, lubricants and other additives. Some of these substances were not listed in the Packaging and Food-Utensils Regulation. It was striking that the UV-B filter 2-ethylhexyl-4methyoxycinnamate was detected in several different materials. This substance is not on the positive list of the Packaging and Food-utensils Regulation. The majority of the inspected companies had no information available on the composition of the food contact material, or a statement that the packaging material was suitable for food contact. The awareness that migration of substances may impose a risk on the food safety was low. Keywords: food contact material, screening, identification, migration.
KvW Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
1. INLEIDING 1.1 Verpakkingen voor levensmiddelen Bijna alle levensmiddelen in Nederland worden in verpakte vorm aangeboden aan de consument. Het is daarom voor de voedselveiligheid belangrijk dat deze verpakkingen veilig zijn. In 2000 is in het project NDFCM007 [5.1] in samenwerking met het VT team Noord onderzoek uitgevoerd naar verpakkingen voor levensmiddelen, gebruikt in de levensmiddelindustrie. In dat project werden verpakkingen aseptisch bemonsterd en onderzocht op microbiologische besmetting. Daarnaast is gekeken in hoeverre de levensmiddelindustrie zelf documentatie heeft over het verpakkingsmateriaal wat betreft samenstelling, chemische en microbiologische besmetting. Gebleken is dat er weinig bewustzijn is wat betreft de chemische veiligheid van deze verpakkingen. In dat project (NDFCM007) werd de microbiologische besmetting onderzocht van plastic verpakkingen. In een ander project (NDFCM006) [5.2,5.3] is de microbiologische besmetting van papier en karton onderzocht. Gebleken is dat de microbiologische besmetting van zowel plastic als papieren verpakkingen geen risico met zich mee brengt voor contaminatie van het levensmiddel. 1.2 Wettelijke aspecten In het Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit (Warenwet) [5.4] worden eisen gesteld aan de chemische en microbiologische veiligheid van verpakkingen en gebruiksartikelen, bestemd voor levensmiddelen. De Regeling Verpakkingen en gebruiksartikelen (Warenwet) [5.5] geeft invulling aan het Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit, voor wat betreft de chemische veiligheid. Het Besluit en de Regeling vormen een zodanig stelsel van eisen dat, zelfs wanneer wordt uitgegaan van zeer gevaarlijke grondstoffen (bijv. acrylnitril, vinylchloride, butadieen), in beginsel veilige verpakkingen geproduceerd kunnen worden. In deze Regeling worden 10 materiaalcategorieën gedefinieerd: I. Kunststoffen II. Papier en karton III. Rubberproducten IV. Metalen V. Glas en glaskeramiek
VI. Keramische materialen en emails VII. Textielproducten VII. Folie van geregenereerde cellulose IX. Hout en kurk X. Deklagen
Ieder hoofdstuk bevat eisen aan de gebruikte grond- en hulpstoffen. In de meeste gevallen zijn dit positieve lijsten van grond- en hulpstoffen en additieven. Dit betekent dat alleen die stoffen mogen worden gebruikt, die op deze lijst vermeld staan. Daarnaast geldt een globale migratielimiet. Voor de meeste materialen bedraagt deze 60 mg/kg levensmiddel. Dit betekent dat maximaal 60 mg aan bestanddelen van het verpakkingsmateriaal naar het levensmiddel mag migreren. Voor sommige stoffen wordt op basis van hun toxicologische eigenschappen ook een specifieke migratielimiet (SML) gesteld of een maximaal restgehalte in het verpakkingsmateriaal of gebruiksartikel (QM). Het meest representatief is om de migratie in het levensmiddel zelf te bepalen. Dit geeft een accuraat beeld van de daadwerkelijke blootstelling van consumenten. Helaas is dit niet altijd eenvoudig te bepalen. Daarom staat in deel B van de Regeling Verpakkingen en gebruiksartikelen voorgeschreven welke levensmiddelen simulanten mogen worden gebruikt en welke blootstellingstijd- en temperatuur moeten worden gehanteerd.
Kvw Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
1
1.3 Doel van het onderzoek Tot nu toe is het gebruikelijk geweest binnen de VWA om verpakkingen en gebruiksartikelen voor levensmiddelen te bemonsteren bij de verpakkingsindustrie. Aangezien het een internationale (mondiale) markt is voor verpakkingsmaterialen en ook levensmiddelen, geeft controle van deze producten geen totaal beeld van de veiligheid van verpakkingen waar de Nederlandse consument mee in aanraking komt. Deze controle is uiteraard wel heel zinvol, ook uit het oogpunt van 'home authority' principe. Het doel van dit onderzoek is om de verpakkingen voor levensmiddelen te controleren, welke worden gebruikt in de levensmiddel industrie. Dit om meer controle uit te oefenen op de verpakkingen voor levensmiddelen voor de Nederlandse consument, en om de levensmiddel industrie bewust te maken van het mogelijke risico van verpakkingsmaterialen. Daartoe zijn 48 verpakkingen bemonsterd. Deze zijn onderzocht op materiaalsoort en er is een screening uitgevoerd om te kijken welke stoffen uit deze verpakkingen kunnen migreren. De wettelijke status van deze migranten is voorts beoordeeld.
Kvw Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
2
2. MATERIAAL EN METHODE 2.1 Monstername In de maand januari en februari 2003 zijn 48 verpakkingen bemonsterd in de levensmiddel industrie. De verpakkingen waren bestemd voor de volgende levensmiddelen: deegwaren, zuivel, salades, vlees, snoep en zuivel. Deze bemonstering is uitgevoerd door controleurs van het VT team in de regio Noord (provincies Friesland, Groningen en Drenthe). In totaal zijn 15 bedrijven geïnspecteerd. 2.2 Screening van verpakkingen Vanwege het groot aantal (migratie)limieten, is het een zeer arbeidsintensief karwei om de verpakkingen te testen op de migratie van alle mogelijk aanwezige stoffen met een limiet. Daarom heeft de VWA (Utrecht) een screeningsmethode ontwikkeld [5.6]. Gestart wordt met identificatie van het verpakkingsmateriaal. Hiermee kan het hoofdstuk, waarin de van toepassing zijnde wettelijke eisen staan, worden vastgesteld. Daarna wordt het materiaal onderworpen aan een extractie en de aanwezige stoffen in dit extract worden geïdentificeerd. Gekeken wordt of deze stof zich op de positieve lijst bevindt en of er een (migratie)limiet geldt. Een schatting kan worden gemaakt van het gehalte in het extract. Op basis hiervan wordt beoordeeld of de (migratie)limiet mogelijk wordt overschreden. In dat geval moet een migratietest worden uitgevoerd zoals voorgeschreven in de Regeling Verpakkingen en gebruiksartikelen [5.5], in de juiste levensmiddelsimulant onder juiste blootstellingscondities (tijd en temperatuur). De specialisatie 'Verpakkingen' van de VWA in Utrecht heeft destijds onderzoek gedaan naar de migranten uit verschillende soorten verpakkingsmaterialen volgens de beschreven screeningsprocedure [5.7]. In deze publicatie wordt aangegeven welke migranten zijn gevonden in de belangrijkste plastic verpakkingsmaterialen voor levensmiddelen. 2.3 Samenstelling materiaal De samenstelling van het verpakkingsmateriaal is bepaald met behulp van FT-IR (Fourier Transformed Infra Red), volgens SOP CHE01-ND511 [5.8]. Zowel de contactzijde met het levensmiddel als de buitenkant is geïdentificeerd. In het geval van meerlaagse folies is niet getracht om alle aparte lagen te identificeren, alleen van de beide buitenste lagen is een spectrum opgenomen. Een cirkel met een diameter van 23 mm werd gestanst uit het verpakkingsmateriaal. Hiervan is een reflectiespectrum opgenomen met een Perkin Elmer apparaat. Vier scans werden opgenomen van 4000 tot 450 cm-1 met een resolutie van 4.0 cm-1.
Kvw Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
3
2.4 Screening van migranten In sommige gevallen bestond een verpakking uit 2 verschillende onderdelen. Voorbeelden hiervan zijn een bakje met deksel, of een kuipje afgedekt door een folie. In deze gevallen, is van beide onderdelen een gelijk deel afgewogen en gelijktijdig gescreend, zodat één extract werd verkregen. Voor de screening van migranten werd SOP SIG01-ND425 [5.8] als basis gebruikt. Er zijn een aantal aanpassingen wat betreft GC-MS analyse. Ongeveer 300 mg van het fijnverdeelde materiaal werd afgewogen in een buis. Hieraan werd 2 ml interne standaardoplossing in diethylether toegevoegd. Deze interne standaardoplossing bevat 15 µg/ml aan dodecaan. Deze buis werd afgesloten en gedurende 30 minuten in een ultrasoonbad geplaatst. De oplossing werd, eventueel na filtreren, overgebracht in een vial. Deze oplossing werd met behulp van GC-MS geanalyseerd. Sommige bestanddelen (geëxtraheerde stoffen) losten niet op in diethylether. Voor deze monsters werd hexaan gebruikt als extractievloeistof. Dit betrof de volgende monsters: 34048746, 34117144, 34117276, 34340595, 34340706, 34340714 Ook is aan een aantal monsters na ultrasoneren extra interne standaardoplossing toegevoegd omdat er zwelling van het monster optrad en, waardoor er te veel van de vloeistof werd geabsorveerd.
Kvw Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
4
3. RESULTATEN EN DISCUSSIE 3.1 Samenstelling verpakkingsmaterialen In Bijlage I is een overzicht per monster voor welk soort levensmiddel het bestemd is en uit welk materiaal het bestaat. Dit betrof verpakkingen voor deegwaren, zuivel, salades, vlees, snoep en zuivel. In tabel 1 staat een overzicht uit welke materialen de verpakking bestond, aan de contactzijde met het levensmiddel en de buitenkant. Totaal waren 48 verpakkingen bemonsterd, 3 verpakkingen bestonden echter uit 2 deelmonsters. Het totaal aantal onderzocht monsters bedroeg daarom 51. In Figuur 1 wordt het gebruikte materiaal in verpakkingen voor levensmiddelen weergegeven. Tabel 1: Samenstelling verpakkingsmateriaal (totaal aantal 51) materiaal PE PP PS PET PVC PA PMMA nitrocellulose papier PE: polyetheen PP: polypropeen PS: polystyreen
aantal 23 10 8 4 1 1 0 0 4
contactzijde % 45 20 16 8 2 2 0 0 8
aantal 12 6 6 7 2 6 1 2 9
PET: polyethyleentereftalaat PVC: polyvinylchloride
PE PP PS PET PVC PA papier
buitenkant % 23 12 12 14 4 12 2 4 17 PA: polyamide (nylon) PMMA: polymethylmethacrylaat
PE PP PS PET PVC PA PMMA nitrocellulose papier
Figuur 1: Verpakkingsmateriaal in contact met levensmiddel (links) en buitenkant (rechts). Totaal aantal onderzochte verpakkingen bedraagt 51. Uit voorgaand onderzoek [5.9] was gebleken dat polyolefines (PE en PP) voornamelijk worden gebruikt als verpakkingsmateriaal voor levensmiddelen. PVC, PET en PS werden daarnaast veel aangetroffen. De monstername van dit project is echter te beperkt en selectief geweest om harde conclusies uit te kunnen trekken. Uit tabel 1 blijkt wel dat PE en PP vaak werden gebruikt als verpakkingsmateriaal voor levensmiddelen, maar vooral aan de contactzijde met het levensmiddel. Deze materialen zijn goedkoop, makkelijk verwerkbaar en worden vaak als dichtings(seal)laag aangebracht. PA (barrièrelaag) en papier (lage prijs) werden meer gebruikt aan de buitenkant van het levensmiddel.
Kvw Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
5
3.2 Migranten uit verpakkingsmateriaal In Bijlage II wordt per monster aangegeven welke stoffen zijn aangetroffen in het extract van het verpakkingsmateriaal. Voor iedere migrant wordt weergegeven wat de relatieve concentratie in het extract is. Verder wordt de wettelijke status weergegeven, indien bekend. In tabel 2 worden deze resultaten samengevat. Alleen de contactzijde van het verpakkingsmateriaal en de buitenkant zijn geïdentificeerd; mogelijke tussenliggende lagen zijn niet onderzocht. Een aantal verpakkingen bestond uit meerlaagse folies. De gevonden migrant kan ook afkomstig zijn uit een van de tussenliggende lagen. Tabel 2: Migranten aangetroffen tijdens het screeningsonderzoek (totaal 48 monsters) stof
CAS nr.
frequentie
relatief piekopp.1
status RVG [5.5]
aangetroffen in materiaal
100-42-5 105-60-2
11 4
0.2-0.7 0.3-0.7
geen beperking SML=15 mg/kg2
PS/PE/PET/papier PA/PE
101-68-8
1
0.3
QM(T)=1 mg/kg4
PE/PA
584-84-9 26447-40-5
1 1
0.5 0.4
QM(T)=1 mg/kg4 QM(T)=1 mg/kg4
PE/PA PE/PA
13475-82-6 629-50-5 629-59-4 629-62-9 544-76-3
2 2 2 2 8
0.8-3.3 0.1-0.2 0.5-0.6 0.1-0.2 0.1-2.3
heptadecaan octadecaan nonadecaan tetramethylpentadecaan eicosaan
629-78-7 593-45-3 629-92-5 1921-70-6 112-95-8
5 7 2 1 4
0.1-0.4 0.1-0.5 0.2-0.4 0.4 0.5-9.7
phytaan docosaan tetracosaan pentacosaan hexacosaan heptacosaan octacosaan triacontaan hentriacosaan pentatriacontaan cyclotetradecaan cyclohexadecaan cyclotetracosaan tetradeceen hexadeceen octadeceen nonadeceen docoseen tricoseen squaleen
638-36-8 629-97-0 646-31-1 629-99-2 630-01-3 593-49-7 630-02-4 638-68-6 630-04-6 630-07-9 295-17-0 295-65-8 297-03-0 1120-36-1 629-73-2 112-88-9 18435-45-5 1599-67-3 35857-62-6 7683-64-9
1 4 1 2 1 3 1 2 1 1 1 2 2 1 1 2 8 2 2 20
0.3 0.2-0.6 5.3 0.1-0.6 2.8 0.1-3.6 1 0.4-9.0 1 0.3 0.7 0.9 0.1-0.9 0.4 0.9 0.8-1.3 0.1-1.4 0.2-1.2 0.2 0.1-1.5
1,13-tetradecadieen
21964-49-8
1
0.5
monomeren styreen caprolactam overige uitgangsstoffen methyleen difenyl diisocyanaat 2,4-tolueendiisocyanaat 1,1'-methyleenbis (isocyanatobenzeen) koolwaterstoffen pentamethylpentaan tridecaan tetradecaan pentadecaan hexadecaan
Kvw Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
PE/PP PE/PET PE PE/PA/karton PE/PP/PA/PVC/ papier/nitrocell. PE/PS/PVCpapier PE/PA/karton PE/PA/papier PE/PA PE/PP/PA/papier/ nitrocellulose PE/karton PP/PE/PA papier PP/PET/PVC papier PP/PET/papier papier papier papier PP PE/PA PS/papier PE/PA PE PE PE PE/PA/PET PE/PA PE/PA PE/PP/PA/PET/PV C PS/PMMA/papier PP
6
stof
CAS nr.
frequentie
relatief piekopp.1
status RVG [5.5]
aangetroffen in materiaal
amides hexadecanamide oleamide erucamide
629-54-9 301-02-0 112-84-5
1 1 17
0.9 6.5 0.7-12
geen beperking geen beperking geen beperking
88-19-7 70-55-3 80-39-7
1 1 2
0.1 0.1 1-2.3
PP PP PE/PP/PA/PET/ papier PE/PET PE/PET PP/papier
143-07-7 1002-84-2 57-10-3 57-11-4 112-80-1 60-33-3 141-22-0
1 1 3 3 1 2 1
0.03 0.5 0.2-0.5 0.2-0.3 0.5 0.2-1.2 3.1
geen beperking
PE PS PE/PS PE PS/papier PE/PA/papier PP
103-23-1 1330-86-5 77-94-1 77-90-7 84-66-2 84-74-2 84-69-5
4 1 2 1 1 3 6
0.7-4.3 0.2 2.8-6.4 12 0.1 0.1-2.0 0.1-1.0
84-78-6 89-19-0 117-81-7 28553-12-0 109-43-3 142-91-6 23470-00-0 141-24-2 1235-74-1
1 1 4 1 4 4 3 1 3
0.2 0.1 1.1-4.8 0.8 1.9-5.0 0.1-0.3 0.3-0.4 0.6 0.1-0.4
621-61-4
1
0.4
PP/nitrocellulose
122-32-7
1
0.8
PE/papier
629-76-5 25154-52-3 593-50-0 629-96-9 474-62-4 83-47-6
1 1 1 1 1 1
20071-09-4
8
2.4-2.9
24157-81-1 85-44-9 5495-84-1 529-20-4 1081-75-0
1 1 2 1 4
0.3 0.1 0.6-1.0 0.1
5466-77-3
19
0.04-2.2
o-tolueensulfonamide p-tolueensulfonamide ethyl-tolueensulfonamide vetzuren laurinezuur pentadecaanzuur palmitinezuur stearinezuur oleinezuur linolzuur ricinolzuur weekmakers bis(2-ethylhexyl) adipaat diisooctyladipaat tributylcitraat tributylacetylcitraat diethylftalaat dibutylftalaat diisobutylftalaat butyloctylftalaat butyldecylftalaat bis(2-ethylhexyl)ftalaat diisononylftalaat di-n-butyl sebacaat isopropyl palmitaat 2-palmitoylglycerol methyl ricinoleaat dehydrobietinezuur,methyl ester 2-hydroxy-1-(hydroxy methyl)ethyl octadecanaat glycerol trioleaat alcoholen pentadecanol nonylfenol 1-triacontanol 1-eicosanol campesterol sitosterol antioxidanten 1,1'-(1,2-cyclobutane diyl)bis-, trans- benzeen 2,6-diisopropylnaftaleen ftaalzuur anhydride 2-isopropylthioxanthone o-tolualdehyde 1,3-difenylpropaan overige stoffen 2-ethylhexyl-4-
Kvw Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
geen beperking geen beperking geen beperking geen beperking SML=42 mg/kg SML=18 mg/kg geen beperking geen beperking geen beperking SML=15 mg/kg SML=15 mg/kg3
SML=40 mg/kg geen beperking geen beperking zie [5] geen beperking
PE/PP/PA/PS PE/PET PP/papier PVC PE/PET PE/PP/PA/PVC PE/PE/PVC/PS/PE T PE PE/PET PE/PA/PS/PVC PVC PE/PET/PS PE/PA PP/PMMA/nitrocel. PP PE/PA/papier
PS PE PE papier papier papier
0.2 0.5 0.4
PS/PET/papier
geen beperking
PE/PA PE/PET PP/PMMA PP/PET PS PS/PE/P/PP/PET/
7
stof methoxycinnamaat 2,2'-methyleen-bis(6-tertbutyl-para-cresol) 1,3-bis(1,1dimethylethyl) benzeen 2,4-di-tert-butylfenol 2,6-di-tert-butyl-p-cresol 1,4-di-tert-butylbenzeen SML: QM: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
CAS nr.
frequentie
relatief piekopp.1
119-47-1
1
1014-60-4
1
0.7
96-76-4 128-37-0 1012-72-2
3 1 1
0.3-1.2 0.1 0.3
status RVG [5.5] SML=1.5 mg/kg6
aangetroffen in materiaal PVC/papier PET PE/PP
geen beperking
PE/PP PE/PP PE
specifieke migratielimiet restgehalte in verpakkingsmateriaal relatief piekoppervlak ten opzicht van de interne standaard dodecaan (15 µg/ml) SML(T)=15 mg/kg voor caprolactam en het natrium zout hiervan Hoofdstuk X (deklagen), §12.3 eisen aan het eindproduct uitgedrukt als NCO, groepslimiet voor een aantal diisocyanaten palmitinezuur en esters met glycol zijn toegelaten zonder restrictie groepslimiet samen met 2,2'-methyleen bis(4-ethyl-6-tert-butylfenol)
Monomeren en uitgangsstoffen Styreen, het monomeer voor polystyreen, werd in enkele polystyreen verpakkingen aangetroffen. Voor deze stof gelden geen restricties. Dit betekent dat de globale migratielimiet van 60 mg/kg levensmiddel geldt voor de gehele verpakking. Caprolactam is het monomeer voor nylon (polyamide) en dit werd een aantal malen aangetroffen in folies met een PA laag. Voor deze stof geldt een SML van 15 mg/kg. Van zowel styreen als caprolactam waren de gehaltes in het extract laag. Voor beide stoffen geldt ook dat de geurdrempel vrij laag is en er eerder een mogelijk risico is op een geur- of smaakafwijking van het verpakte levensmiddel. Daarnaast zijn nog enkele cyanaten aangetroffen in lage gehaltes. Deze worden bijvoorbeeld gebruikt in polyurethaan lijmlagen of drukinkten. Voor deze stoffen geldt een QM (restgehalte) van 1 mg/kg verpakkingsmateriaal. Alkanen en alkenen (koolwaterstoffen) Een groot aantal alkanen en alkenen zijn aangetroffen tijdens de screening (C13-C35). Dit zijn onder andere oligomeren, welke aanwezig zijn in polyolefines (PE en PP). Tijdens het onderzoek van de VWA Utrecht [5.7] werden deze oligomeren ook veelvuldig aangetroffen. In hoofdstuk I (kunststoffen) [5.5] staat hierover gemeld dat ze aanwezig mogen zijn in het eindproduct, voor zover het eindproduct blijft voldoen aan artikel 2, eerste lid, onderdeel c van het Verpakkingen- en gebruiksartikelen besluit (Warenwet) [5.4]. Dit wil zeggen geen geur- of smaakafwijking veroorzaken aan de eetwaar, of een gevaar (kunnen) opleveren voor de volksgezondheid. Een andere bron zijn de wassen welke worden aangebracht op papier en karton vanwege de water- en vetafstotendheid. Aan deze wassen zijn alleen zuiverheidseisen gesteld voor wat betreft het gehalte aan polycyclische aromaten (Hoofdstuk II: Papier en karton). Amides Een aantal amides is aangetroffen tijdens deze screening. Erucamide is een veel gevonden amide, hiervoor geldt geen restrictie. Ook in het onderzoek van de voormalige specialisatie in Utrecht [5.7] is deze stof veelvuldig aangetroffen. Deze stof wordt wel toegepast in PVC en polyolefines als glij- en losmiddel [5.10].
Kvw Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
8
Tolueensulfonamides zijn stoffen die wel gebruikt worden in gekleurde laklagen. Aan kleurstoffen en pigmenten zijn eisen gesteld aan de afgifte van zware metalen en aromatische amines, maar niet aan tolueensulfonamides. p-Tolueensulfonamide staat ook bekend als ontledingsproduct van het desinfectiemiddel Halamid (Na zout van p-tolueensulfonchlooramide). Dit zou ook een mogelijke bron kunnen zijn voor deze stof. Voor deze stof geldt een maximaal residu gehalte van 0.1 mg/kg [5.11]. Vetzuren Een aantal vetzuren werden aangetroffen in het ether extract: laurinezuur, palmitinezuur, stearinezuur, oleinezuur, en linolzuur. Deze vetzuren worden gebruikt als oppervlakte actieve stof. Voor deze vetzuren geldt geen restrictie. Ricinolzuur en de methylester hiervan werden aangetroffen in een plastic PP zak. Voor ricinolzuur geldt een SML van 42 mg/kg. Hiervan werd een grote hoeveelheid aangetroffen in het extract. Weekmakers In het merendeel van de monsters zijn weekmakers aangetroffen. Adipaten, citraten en ftalaten waren hierbij de meest voorkomende weekmakers. Ook in eerder onderzoek van de VWA [5.7] werden deze weekmakers veelvuldig aangetroffen. De hoogste gehaltes werden destijds in PVC films gevonden. Voor een aantal weekmakers is een SML vastgesteld, voor sommige geldt geen restrictie en sommige andere staan niet vermeld op de positieve lijst. Alcoholen Een aantal alcoholen is aangetroffen tijdens de screening (C15-C30). Deze stoffen worden wel gebruikt als glijmiddel. Deze stoffen staan echter niet vermeld op de positieve lijst. De gevonden gehaltes zijn laag. Nonylfenol werd tijdens eerder onderzoek van de VWA aangetroffen in PS en PVC verpakkingen. Tijdens het marktonderzoek van de VWA naar weekgemaakt PVC speelgoed [5.12] werd deze stof ook in PVC aangetroffen in lage gehaltes. Campesterol en sitosterol werden aangetroffen in een kartonnen doos. Deze stoffen zijn sterolen die van nature voorkomen en beide sterolen zijn tijdens het onderzoek naar migranten in vleesnetten (rubber en katoen) veelvuldig aangetroffen [5.13]. Antioxidanten Een aantal antioxidanten is aangetoond, waaronder di-tert-butyl-p-cresol (BHT) en 2,4-di-tert-p-cresol. Deze zijn voornamelijk in polyolefines aangetroffen. Voor BHT geldt geen restrictie. 1,4-di-tertbutylbenzeen is een van de uitgangsstoffen voor antioxidanten. 2,2'-methyleen-bis(6-tert-butyl-paracresol) is gevonden in een PET verpakkingsmateriaal. Voor deze stof geldt een SML van 1.5 mg/kg, samen met een andere stof. Overige stoffen 1,3-difenylpropaan is aangetroffen in een aantal vleesschaaltjes van PS schuim. Dit is een bekend blaasmiddel voor PS. De stof 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat is veelvuldig aangetroffen in verpakkingen van allerlei materialen. De identiteit van deze stof is bevestigd door middel van analyse van de referentiestof met GC-MS. Dit is een bekend UV-B filter, welke veelvuldig gebruikt wordt in antizonnebrand middelen. Het Wetenschappelijk Comité [5.14] heeft deze stof geëvalueerd en kwam tot de conclusie dat deze stof geen acute toxiciteit heeft. De mutagene, fotomutagene en fotoclastogeniciteit testen waren negatief. Voor de tetragene activiteit werd een NOAEL (No Adverse Effect Level) vastgesteld van 500 mg/kg bw/dag.
Kvw Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
9
2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat was soms in hoge hoeveelheden aanwezig in het ether extract. Deze stof is niet toegelaten voor verpakkingsmaterialen voor levensmiddelen. Er is niet gehandhaafd op de aanwezigheid van deze stof, omdat dit een signaleringsproject betrof en de termijn tussen monstername en analyse enige maanden bedroeg. 3.3 Ingewonnen informatie over verpakkingsmateriaal Aan de hand van het inspectieformulier (zie Bijlage I) is informatie ingewonnen bij de levensmiddel producent over het verpakkingsmateriaal. In Bijlage II wordt aangegeven in hoeverre informatie beschikbaar was over het verpakkingsmateriaal. Het belangrijkste was of de samenstelling van het verpakkingsmateriaal bekend was en of er een verklaring was dat het materiaal geschikt was om met levensmiddelen in aanraking te komen. Uit tabel 3 (Bijlage II) blijkt dat slechts 6 van de 15 bedrijven (40%) deze informatie beschikbaar had voor de gebruikte verpakkingsmaterialen. Voor 16 van de 48 verpakkingen (30%) was deze informatie aanwezig. Dit is weergegeven in figuur 2. Uit voorgaand onderzoek in 2000 [5.1] was ook gebleken dat de producenten van levensmiddelen zich weinig bewust zijn van het potentiële risico van verpakkingsmaterialen.
informatie geen informatie
Figuur 2: Informatie beschikbaar bij levensmiddel industrie over verpakkingsmateriaal. Totaal aantal geïnspecteerde bedrijven bedroeg 15.
Kvw Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
10
4. CONCLUSIES Verpakkingen voor de volgende categorieën levensmiddelen zijn onderzocht: deegwaren, zuivel, salades, vlees, snoep en zuivel. Polyetheen werd veel aangetroffen aan de contactzijde met het levensmiddel. Daarnaast werden polypropeen en polystyreen veel aangetroffen. Sommige verpakkingen bestonden uit meerlaagse systemen. Aan de buitenkant van de verpakking werd polyetheen, polypropeen, polystyreen, polyamide en papier veel gebruikt. Tijdens de screening zijn de volgende groepen stoffen aangetroffen in het extract: monomeren en uitgangsstoffen, oligomeren, weekmakers, anti-oxidanten, glijmiddelen en andere hulpstoffen. Niet alle stoffen staan vermeld in de Regeling Verpakkingen en gebruiksartikelen. Opvallend was dat het UV-B filter 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat in allerlei verpakkingsmaterialen werd aangetroffen. Deze stof staat niet vermeld op de positieve lijst. Het merendeel van de geïnspecteerde levensmiddel bedrijven heeft geen informatie beschikbaar over het verpakkingsmateriaal, zoals de samenstelling van het materiaal en een verklaring dat het materiaal geschikt is om met levensmiddelen in aanraking te komen. Het bewustzijn van het potentiële risico van migratie is laag.
Kvw Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
11
5. LITERATUUR 5.1
Bouma, K. & Nab-Vonk, J.M. Juli 2000. Hygiëne van verpakkingen voor levensmiddelen. Rapport Keuringsdienst van Waren Noord, NDFCM007/01.
5.2
Gaikema, F.J. & Nab-Vonk, J.M. Oktober 2001. Microbiologisch onderzoek van papier en karton. Rapport Keuringsdienst van waren Noord, NDFCM006/03.
5.3
Bouma, K., Nab-Vonk, J.M. & Gaikema, F.J. 2003. Microbiological contamination of plastic and paper food contact materials. De Ware(n) Chemicus. 2: 190-198
5.4
Verpakkingen en gebruiksartikelenbesluit (Warenwet) van 1 oktober 1979, Stb. 558.
5.5
Regeling verpakkingen en gebruiksartikelen (Warenwet) van 20 november 1979, nr. 147708, Stcrt. 1980, 28.
5.6
Van Battum, D. & Van Lierop, J.B.H. 1988. Testing of food contact materials in the Netherlands. Food Additives and Contaminants. 5: 381-389.
5.7
Van Lierop, J.B.H. 1997. Enforcement of food packaging legislation. Food Additives and Contaminants. 14(6-7): 555-560.
5.8
Kwaliteitshandboek Keuringsdienst van Waren Noord.
5.9
Bouma, K., Stavenga, K. & Draaijer, A. Augustus 2003. Domestic use of food packaging materials in the Netherlands. Rapport Keuringsdienst van Waren Noord, NDFCM010/01.
5.10 Van Lierop, B., Castle, L., Feigenbaum, A. & Boenke, A. 1998. Spectra for the identification of additives in food packaging. Kluwer Academic Publishers, Dordrecht. 5.11 Regeling residuen van bestrijdingsmiddelen (Warenwet) van 31 januari 1984, nr. 254588, Stcrt. 54, zoals laatstelijk gewijzigd bij regeling van 24 augustus 2002, nr. VGB/VL 2306058, Stcrt. 163. 5.12 Bouma, K. & Schakel, D.J. 2002. Migration of phthalates from PVC toys into saliva simulant by dynamic extraction. Food Additives and Contaminants 19: 602-610. 5.13 Bouma, K. & Schothorst, R.C. 2003. Identification of extractable substances from rubber nettings used to package meat products. Food Additives and Contaminants 20: 300-307. 5.14 Scientific Committe for Cosmetic Products, and Non-food Products intended for Consumers. Opnion on the evaluation of potentially estrogenic effect of UV-filters adopted by the SCCNFP during the 17th plenary meeting of 12 June 2001.
Kvw Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
12
BIJLAGE I: INSPECTIEFORMULIER Inboeken in ISI: project code NDFCM008, inboeken op NC (lab CCO van Lucas Nijboer) De monsters zullen worden onderzocht door Frank Nab. Datum
: …………………………………
Inspectielocatie
: …………………………………
Controleur
: …………………………………
Monsternummer
: …………………………………
Materiaalsoort
: plastic/papier/metaalfolie/* (meerdere lagen mogelijk) * doorhalen wat niet van toepassing is
Monstername Op welke plek is het monster genomen?
……………………….……………………………………………
Was de bulkverpakking open of gesloten? .………………………………………………………………….. Wat voor levensmiddel wordt verpakt?
……………………….……………………………………………..
Wat is de inhoud van de verpakking? ……………… ml/g* Wie is de leverancier van de verpakking? ………………….………………………………………………… Desinfectie Wordt het levensmiddel gesteriliseerd in de verpakking? Wordt de verpakking gedesinfecteerd voor afvullen?
………..………………………………………..
…………………….………………………………..
Zo ja: Waarmee wordt de verpakking gedesinfecteerd?
………………………………….………………………..
Welk toelatingsnummer staat op het desinfectiemiddel?
…………………………………………………..
Wie is de toelatingshouder? ……………………………………………………………………………………. (naam en adres op etiket) Eisen aan verpakking Welke normen worden door het bedrijf gehanteerd voor de verpakking? Chemisch: ……..…………………………………………………….……………….……………….………….. Hoe vaak worden de verpakkingen getoetst aan deze norm?
…………………………………………….
Wie controleert die norm? ………………………………………………………………………………………. Wat zijn hiervan de uitkomsten? ………………………………………………………………………………. Mogelijk zijn er certificaten aanwezig van bijv. TNO of andere onderzoeksinstanties. Het liefst hier een kopie van maken. Anders de datum van dit certificaat en de onderzoeksinstelling noteren datum afgifte: ……………..… onderzoeksinstituut
KvW Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
………………………………….……………………..
Bijlage I
KvW Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
BIJLAGE II: SAMENSTELLING VERPAKKINGSMATERIAAL Sommige verpakkingen bestaan uit 2 verschillende onderdelen. Deze zijn in de tabel gesplitst in deelmonsters a en b. Tabel 3: Overzicht van onderzochte verpakkingen
Bijlage II
monsternr. 34047472 34047499 34047502 34047529 34047537 34048584 34048592 34048606 34048614 34048649 34048657 34048665 34048673 34048681 34048703a 34048703b 34048711a 34048711b 34048738 34048746 34048754 34048762 34048789 34117144 34117152
levensmiddel snoep (spekjes) snoep (schuim) snoep (spekjes) snoep (trekdrop) snoep (spekjes) Indische cake kaas aardappel salade suikerbrood cake melk zuivelproduct huzarensalade rundvlees salade salade salade huzaren salade huzaren salade koekjes koekjes cake oranjekoek koekjes vlees vlees
verpakkingsvorm plastic puntzak onderleg vel karton doos met plastic inlegvel karton doos met plastic inlegvel plastic zak plastic folie plastic folie ronde plastic bak plastic zak plastic zak kartonnen melkpak meerlaagse folie ronde plastic bak ronde plastic bak rond plastic bakje ronde deksel rond plastic bakje ronde deksel plastic zak plastic tray plastic zak plastic zak plastic tray schaaltje van schuim (zwart) schaaltje van schuim (wit)
specificatie bedrijf PP
certificaat1
PE/PA/PE PE tetrapak PET/PE folie PP, acryl gelakt
aanwezig aanwezig
aanwezig aanwezig aanwezig aanwezig aanwezig
PP, acryl gelakt PETG PA laminaat
aanwezig aanwezig aanwezig
PET laminaat PS PS
aanwezig aanwezig aanwezig
contactzijde PP papier PS PS PP PE PE PP PE PE PE PE PP PP PP PET PP PP PVC PET PE PP PET PS PS
buitenkant PP papier papier gecoat papier PP PVC PE nitrocellulose PA PA karton PET PP nitrocellulose PP PET PMMA PP PVC PET PA PP PET PS PS
KvW Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
monsternr. 34117187 34117179 34117187 34117195 34117209a 34117209b 34117217 34117225 34117233 34117241 34117276 34117284 34117292 34117306 34117314 34340595 34340609 34340617 34340625 34340633 34340641 34340668 34340676 34340684 34340692 34340706 34340714
levensmiddel vlees vers vlees/vleeswaren vlees droge worst droge worst droge worst vlees vlees vlees vlees vlees carpaccio carpaccio carpaccio vlees kipschnitzel kalkoenendijen diepvries kipnuggets diepvries kipnuggets diepvries cordon bleu divers kip divers divers vlees vlees vlees
verpakkingsvorm plastic inlegvel plastic vacuümzak inlegvel plastic zak plastic zak kartonnen label plastic zak plastic zak plastic zak (krat wikkel) papieren vel schaaltje van schuim (zwart) plastic dieptrekfolie antifog plastic folie plastic folie (antifog) krat schaaltje van schuim (geel) zwarte plastic rol kartonnen doos kartonnen doos kartonnen doos blauwe plastic kratzak witte plastic zak gele plastic kratzak witte plastic kratzak transparante plastic zak schaaltje van schuim schaaltje van schuim
specificatie bedrijf PE/PA
certificaat1 aanwezig
PET/PE
papier met PE coating
aanwezig
LLDPE
aanwezig
1: verklaring dat het verpakkingsmateriaal geschikt is om met levensmiddelen in aanraking te komen PE: polyetheen PA: polyamide (nylon) LLDPE: linear low density polyethylene PET: polyethyleentereftalaat PP: polypropeen PVC: polyvinychloride PS: polystyreen PMMA: polymethylmethacrylaat
contactzijde PE PE PE PE PE karton PP PE PE papier PS PET PE PE PE PS PA karton PE PE PE PE PE PE PE PS PS
buitenkant PE PA PE PET PA karton PE PE PE papier PS PE PET PET PE PS PA karton karton karton PE PE PE PE PE PS PS
Bijlage II
BIJLAGE III: MIGRANTEN IN VERPAKKINGSMATERIAAL Tabel 4: Migranten in verpakkingsmateriaal monsternr. 34047472 PP/PP
34047499 papier 34047502 PS/papier 34047529 PS/gecoat papier
34047537 PP/PP
34048584
34048592 PE/PA/PE
34048606 PE/PVC
34048614 PE/PA
34048649 PE/PA
34048657 PE/karton
migrant N-ethyl-4-tolueensulfonamide hexadecanamide tributylcitraat oleamide erucamide 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat squaleen styreen diisobutyl ftalaat styreen heptadecaan 1,1'-(1,2-cyclobutanediyl)bis-, transbenzeen oleinezuur 1,13-tetradecadieen n-docosaan methyl ricinoleaat erucamide ricinolzuur N-ethyl-4-tolueensulfonamide n-triacontaan tributylcitraat bis(2-ethylhexyl)adipaat erucamide caprolactam tricoseen 1-docoseen erucamide heptadecaan hexadecaan 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat 2-palmitoylglycerol squaleen 2,6-diisopropylnaftaleen methyleen difenyl diisocyanaat 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat bis(2-ethylhexyl) adipaat erucamide squaleen isopropyl palmitaat 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat erucamide squaleen diisobutylftalaat 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat
KvW Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
CAS nr. 80-39-7 629-54-9 77-94-1 301-02-0 112-84-5 5466-77-3 7683-64-9 100-42-5 84-69-5 100-42-5 629-78-7 20071-09-4
relatief A1 2.3 0.9 2.8 6.5 12 0.1 0.2 0.7 1.0 0.5 0.4 0.5
112-80-1 21964-49-8 629-97-0 141-24-2 112-84-5 141-22-0 80-39-7 638-68-6 77-94-1 103-23-1 112-84-5 105-60-2 35857-62-6 1599-67-3 112-84-5 629-78-7 544-76-3 5466-77-3 23470-00-0 7683-64-9 24157-81-1 101-68-8 5466-77-3 103-23-1 112-84-5 7683-64-9 142-91-6 5466-77-3 112-84-5 7683-64-9 84-69-5 5466-77-3
0.5 0.5 0.5 0.6 9.2 3.1 1.0 0.4 6.4 0.7 0.7 0.7 0.2 0.2 3.2 0.3 0.3 0.3 1.2 0.4 0.3 0.3 0.3 2.0 4.4 0.6 0.3 2.2 2.9 1.5 0.2 0.1
status RVG [5.5] geen beperking geen beperking geen beperking geen beperking
geen beperking SML=15 mg/kg5 geen beperking
geen beperking
geen beperking SML=42 mg/kg
geen beperking SML=18 mg/kg geen beperking SML(T)=15 mg/kg2
geen beperking
geen beperking
QM(T)=1 mg/kg3 SML=18 mg/kg geen beperking zie [4] geen beperking SML=15 mg/kg5
Bijlage III
monsternr. 34048665 PE/PET
34048673 PP/PP (acryl gelakt) 34048681 PP/nitrocellulose
34048703 PP/PET
34048711 PP/PMMA
34048738 PVC
34048746 PET
34048754 PE/PA
34048762 PP/PP
migrant squaleen ftaalzuur anhydride o-tolueensulfonamide p-tolueensulfonamide di-n-butyl sebacaat 1-nonadeceen erucamide heneicosaan pentatriacontaan bis(2-ethylhexyl) adipaat 2-isopropylthioxanthone 2-palmitoylglycerol hexadecaan eicosaan 2-palmitoylglycerol 2-hydroxy-1-(hydroxymethyl)ethyl octadecanaat o-tolualdehyde heptacosaan pentacosaan 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat heneicosaan 2-isopropylthioxanthone 2-palmitoylglycerol squaleen diisobutyl ftalaat dibutyl ftalaat pentacosaan tributylacetylcitraat bis(2-ethylhexyl) ftalaat diisononyl ftalaat styreen 1,1'-(1,2-cyclobutanediyl)bis-, transbenzeen 1-nonadeceen 2,2'-methyleen-bis(6-tert-butyl-paracresol) 2,4-tolueen-diisocyanaat diisobutyl ftalaat dibutyl ftalaat 1,1'-methyleenbis (isocyanatobenzeen) bis(2-ethylhexyl) ftalaat erucamide 2,4-di-tert-butylfenol docosaan heptacosaan erucamide
KvW Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
CAS nr. 7683-64-9 85-44-9 88-19-7 70-55-3 109-43-3 18435-45-5 112-84-5 629-94-7 630-07-9 103-23-1 5495-84-1 23470-00-0 544-76-3 112-95-8 23470-00-0 621-61-4
relatief A1 0.1 0.1 0.1 0.1 1.9 0.1 0.3 0.3 0.3 4.3 0.6 0.4 0.3 0.5 0.3 0.4
529-20-4 593-49-7 629-99-2 5466-77-3 629-94-7 5495-84-1 23470-00-0 7683-64-9 84-69-5 84-74-2 629-99-2 77-90-7 117-81-7 28553-12-0 100-42-5 20071-09-4
0.1 0.1 0.1 0.1 0.4 1.0 0.4 0.3 0.5 0.6 0.6 12 1.5 0.8
18435-45-5 119-47-1
status RVG [5.5] geen beperking
geen beperking geen beperking
SML=18 mg/kg geen beperking
geen beperking
geen beperking SML=15 mg/kg5 SML=15 mg/kg geen beperking SML=40 mg/kg geen beperking geen beperking
SML(T)=1.5mg/kg6
584-84-9 84-69-5 84-74-2 26447-40-5
0.5 3.2 2.0 0.4
QM(T)=1 mg/kg3 SML=15 mg/kg5 SML=15 mg/kg QM(T)=1 mg/kg3
117-81-7 112-84-5 96-76-4 629-97-0 14167-59-0 112-84-5
1.1 2.6 0.4 0.3 0.6 6.2
SML=40 mg/kg geen beperking
geen beperking
Bijlage III
monsternr. 34048789 PET/PET 34117144 PS
34117152 PS
34117179 PE/PA
34117187 PE
34117195 PE/PET
34117209 PE/PA
migrant 1,1'-(1,2-cyclobutanediyl)bis-, transbenzeen styreen 1,1'-(1,2-cyclobutanediyl)bis-, transbenzeen 1-pentadecanol cyclohexadecaan di-n-butyl sebacaat bis(2-ethylhexyl) adipaat bis(2-ethylhexyl) ftalaat styreen 1,3-difenylpropaan 1,1'-(1,2-cyclobutanediyl)bis-, transbenzeen palmitinezuur pentadecaanzuur di-n-butyl sebacaat bis(2-ethylhexyl) ftalaat caprolactam octadecaan cyclotetradecaan 1-nonadeceen 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat cyclotetracosaan erucamide squaleen 1-tetradeceen nonylfenol 1-nonadeceen palmitinezuur 1-octadeceen isopropoyl palmitaat stearinezuur 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat cyclotetracosaan erucamide squaleen 1-triacontanol caprolacatam diethylftalaat butyldecylftalaat 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat erucamide squaleen caprolactam pentadecaan hexadecaan 2,6,10,14-tetramethylpentadecaan
KvW Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
CAS nr. 20071-09-4
relatief A1 2.4
694-87-1 20071-09-4
status RVG [5.5]
geen beperking
629-76-5 295-65-8 109-43-3 103-23-1 117-81-7 694-87-1 1081-75-0 20071-09-4
2.4 0.4 2.9
57-10-3 1002-84-2 109-43-3 117-81-7 105-60-2 593-45-3 295-17-0 18435-45-5 5466-77-3 297-03-0 112-84-5 7683-64-9 1120-36-1 25154-52-3 18435-45-5 57-10-3 112-88-9 142-91-6 57-11-4 5466-77-3 297-03-0 112-84-5 7683-64-9 593-50-0 105-60-2 84-66-2 89-19-0 5466-77-3 112-84-5 7683-64-9 105-60-2 629-62-9 544-76-3 1921-70-6
0.5 0.5 5.0 4.8 0.3 0.1 0.7 0.5 0.1 0.1 1.1 0.2 0.4 0.2 0.7 0.2 0.8 0.2 0.2 0.3 0.9 3.3 1.1 0.5 0.3 0.1 0.1 0.1 0.6 0.3 0.3 0.2 0.4 0.4
geen beperking SML=18 mg/kg SML=40 mg/kg geen beperking
geen beperking geen beperking SML=40 mg/kg SML(T)=15 mg/kg2
geen beperking
geen beperking zie [4] geen beperking
geen beperking
SML(T)=15 mg/kg2
geen beperking SML(T)=15 mg/kg2
Bijlage III
monsternr.
34117217 PP/PE
34117225 PE
34117233 PE
34117241 papier
34117276 PS 34117284 PET/PE 34117292 PE/PET 34117306 PE/PET
34117314 PE/PE 34340595
migrant octadecaan docosaan linolzuur dehydroabietine zuur, methyl ester erucamide squaleen 2,2,4,6,6-pentamethylheptaan 1,3-bis(1,1-dimethylethyl)benzeen 2,4-di-tert-butylfenol 2,6-di-tert-butyl-p-cresol (BHT) dibutylftalaat 2,2,4,6,6-pentamethylheptaan 1,4-di-tert-butylbenzeen 2,4-di-tert-butylfenol laurinezuur docosaan 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat tetradecaan 1-hexadeceen 1-octadeceen butyloctylftalaat 1-nonadeceen 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat 1-docoseen cyclohexadecaan tetracosaan hexadecaan hexacosaan heptacosaan heneicosaan triacontaan octacosaan eicosaan hentriacontaan styreen 1,1'-(1,2-cyclobutanediyl)bis-, transbenzeen diisobutylftalaat
CAS nr. 593-45-3 629-97-0 60-33-3 1235-74-1 112-84-5 7683-64-9 13475-82-6 1014-60-4 96-76-4 128-37-0 84-74-2 13475-82-6 1012-72-2 96-76-4 143-07-7 629-97-0 5466-77-3 629-59-4 629-73-2 112-88-9 84-78-6 18435-45-5 5466-77-3 1599-67-3 295-65-8 646-31-1 544-76-3 630-01-3 593-49-7 629-94-7 638-68-6 630-02-4 112-95-8 630-04-6 100-42-5 20071-09-4
relatief A1 0.4 0.2 0.2 0.2 2.1 0.2 0.8 0.7 1.2 0.1 0.1 3.3 0.3 0.3 0.03 0.6 0.04 0.6 0.9 1.3 0.2 1.4 0.1 1.2 0.9 5.3 2.3 2.8 3.6 7.2 9.0 1.0 9.7 1.0
84-69-5
0.1
SML=15 mg/kg5
diisobutylftalaat erucamide tridecaan dibutylftalaat diisooctyl adipaat squaleen geen identificeerbare pieken
84-69-5 112-84-5 629-50-5 84-74-2 1330-86-5 7683-64-9
0.1 0.6 0.1 0.1 0.2 0.2
SML=15 mg/kg5 geen beperking
styreen
100-42-5
KvW Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
status RVG [5.5]
geen beperking geen beperking
geen beperking SML=15 mg/kg
geen beperking
geen beperking
SML=15 mg/kg geen beperking
geen beperking
Bijlage III
monsternr. PS
34340609 PA
34340617 karton
34340625 PE/karton
34340633 PE/karton
34340641 PE
34340668 PE
migrant 1,3-difenylpropaan 1,1'-(1,2-cyclobutanediyl)bis-, transbenzeen di-n-butyl sebacaat 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat bis(2-ethylhexyl)ftalaat nonadecaan nonadeceen eicosaan squaleen styreen hexadecaan heptadecaan octadecaan linolzuur 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat dehydroabietine zuur, methyl ester 1-eicosanol squaleen campesterol sitosterol styreen heptadecaan octadecaan 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat dehydroabietine zuur, methyl ester squaleen styreen pentadecaan hexadecaan heptadecaan octadecaan phytaan nonadecaan 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat glycerol trioleaat squaleen styreen tetradecaan hexadecaan octadecaan palmitinezuur eicosaan stearinezuur 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat squaleen erucamide
KvW Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
CAS nr. 1081-75-0 20071-09-4 109-43-3 5466-77-3 117-817 629-92-5 18435-45-5 112-95-8 7683-64-9 100-42-5 544-76-3 629-78-7 593-45-3 60-33-3 5466-77-3 1235-74-1 629-96-9 7683-64-9 474-62-4 83-47-6 100-42-5 629-78-7 593-45-3 5466-77-3 1235-74-1 7683-64-9 100-42-5 629-62-9 544-76-3 629-78-7 593-45-3 638-36-8 629-92-5 5466-77-3 122-32-7 7683-64-9 100-42-5 629-59-4 544-76-3 593-45-3 57-10-3 112-95-8 57-11-4 5466-77-3 7683-64-9 112-84-5
relatief A1
status RVG [5.5]
geen beperking SML=40 mg/kg 0.2 0.4 1.1 1.5 0.2 0.6 0.4 0.3 1.2 0.4 0.4 0.4 0.4
0.3 0.1 0.2 0.1 0.1 0.4 0.2 0.1 0.8 0.4 0.5 0.3 0.4 0.2 0.8 0.2 0.2 0.5 0.6 0.5 0.5 0.5 0.3 0.2 0.2 3.4
geen beperking
geen beperking
geen beperking
geen beperking
geen beperking
geen beperking geen beperking
geen beperking
Bijlage III
monsternr. 34340676 PE 34340684 PE
34340692 PE
34340706 PS 34340714 PS
1. 2. 3. 4. 5. 6.
migrant erucamide
CAS nr. 112-84-5
relatief A1 2.4
tridecaan isopropylpalmitaat nonadeceen 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat tricoseen nonadeceen squaleen hexadecaan octadecaan isopropylpalmitaat 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat erucamide squaleen styreen 1,3-difenylpropaan squaleen styreen 1,3-difenylpropaan 1,1'-(1,2-cyclobutanediyl)bis-, transbenzeen 2-ethylhexyl-4-methoxycinnamaat squaleen
629-50-5 142-91-6 18435-45-5 5466-77-3 27519-02-4 31035-07-1 7683-64-9 544-76-3 593-45-3 142-91-6 5466-77-3 112-84-5 7683-64-9 100-42-5 1081-75-0 7683-64-9 100-42-5 1081-75-0 20071-09-4
0.2 0.1 0.2 0.3 0.2 0.2 1.1 0.1 0.2 0.2 0.4 12 1.0
status RVG [5.5] geen beperking
zie [4]
zie [4] geen beperking geen beperking
geen beperking
5466-77-3 7683-64-9
relatief piekoppervlak ten opzicht van de interne standaard dodecaan (15 µg/ml) SML(T)=15 mg/kg voor caprolactam en het natrium zout hiervan uitgedrukt als NCO, groepslimiet voor een aantal diisocyanaten palmitinezuur en esters met glycol zijn toegelaten zonder restrictie Hoofdstuk X (deklagen), §12.3 eisen aan het eindprodukt groepslimiet samen met 2,2'-methyleen bis(4-ethyl-6-tert-butylfenol)
KvW Noord, rapportnummer ND03T002/01, oktober 2003
Bijlage III