contacts reghber contactos netwerken = kansen versterken netwerk module lesmateriaal #
manual
netwerken
= kansen versterken Dit is de cursistenmanual van het educatief pakket ‘netwerken = kansen versterken’ dat focust op het trainen van netwerkvaardigheden. De focus ligt op netwerken met als doel een (betere) job te vinden maar we streven ernaar om netwerken een soort tweede natuur te laten worden die veel ruimer is en ook privé inzetbaar is. Deze module leert je om bewuster te netwerken en je netwerk op te bouwen en te onderhouden.
Netwerken hangt niet af van wie je kent, maar van wie je bent.
Veel succes!
wat vind je in deze manual? 1. wat is netwerken 1.1 historiek 1.2 doel 1.3 definitie 1.4 kenmerken 1.5 vaardigheden 1.6 waar en wanneer netwerken Dit materiaal kadert in een Vlaams Diversiteitsproject van Gent, stad in werking. De Dienst Studieadvies van de Arteveldehogeschool tekende voor de ontwikkeling van het materiaal.
2. zelfanalyse 2.1 waarom 2.2 wie ben ik 2.3 wat wil ik 2.4 persoonlijke doelstelling
3. werken aan je netwerk
PG 6 6 7 8 9 12 16 PG 17 17 17 19 19 PG 21
3.1 je persoonlijk netwerk in kaart brengen 3.2 voorbereiding op een ontmoeting 3.3 de ontmoeting 3.4 je netwerk onderhouden
21 22 24 27
bronnenlijst
PG 28
PG 5
1 wat is netwerken? 1.1 historiek
je kan je netwerk gebruiken om een job te vinden
netwerken is positief, iedereen doet het
sociale netwerken zijn nu globale en virtuele netwerken waarin gelijkgestemden elkaar vinden
PG 6
Netwerken werd voor het eerst in de Verenigde Staten in de jaren zestig en zeventig als doelbewuste methodiek uitgewerkt door loopbaanadvies- en werving & selectiebureaus. Daarna namen een aantal bureaus in Nederland het over en werd het concept verder ontwikkeld. Zij zagen in dat het bewust inzetten van je netwerk je kan helpen bij het vinden van een baan die écht bij je past en dat het netwerken als activiteit stimulerender is dan solliciteren. Netwerken wordt vaak als marketinginstrument of verkooptechniek ingezet. Maar het heeft eigenlijk weinig te maken met jezelf aanprijzen of verkopen. Netwerken is een onderzoeksmethodiek waarbij je informatie uitwisselt over het terrein waarin je werkzaam wilt zijn: je persoonlijke arbeidsmarkt. (Van Eeden, 2004) Netwerken is een modewoord en kan een negatieve associatie oproepen: vooral bedoeld voor mensen uit de zakenwereld of de politiek (‘vriendjespolitiek’) of voor hoogopgeleiden. Maar iedereen doet het (al) zonder het te weten of zo te noemen en het is juist iets positiefs. Het zit in ons bloed, we zijn op zoek naar iets en vragen: ‘Weet jij toevallig waar ik een goede…(kapper, bakker, restaurant etc ) kan vinden?’ En vooral vrouwen zijn er goed in. Denk maar eens aan de homeparty’s waarbij er op de party wordt gevraagd wie van de dames het ziet zitten om de volgende keer haar kennissen uit te nodigen voor een demonstratie bij haar thuis. We merken de laatste decennia een sterke evolutie in de vorm en het belang van netwerken in de moderne samenleving. Enerzijds merken we dat de omgeving van veel organisatie en individuen sterk aan het veranderen is, onder andere door technologische ontwikkelingen die het mogelijk maken om werken
en wonen van elkaar te scheiden. Anderzijds veranderen onze gelegenheidsstructuren waarin mensen elkaar ontmoeten heel sterk. Woonplaatsen, huwelijken en dienstverbanden worden niet meer voor de eeuwigheid gekozen en gesloten. De oorspronkelijke sociale netwerken boeten daardoor aan waarde in en worden vervangen door meer globale en virtuele netwerken waarin gelijkgestemden elkaar weten te vinden. Het aloude buurtnetwerk wordt vervangen door de ‘community’ op internet waar mensen eerder een gedeelde interesse herkennen dan bij de buurvrouw die je eigenlijk niet tegenkomt. (Notten, 2010)
1.2 doel 1.2.1 maatschapelijke context: netwerken als sociaal kapitaal
sociaal kapitaal
Netwerken gebeurt altijd in relatie tot anderen in een maatschappelijke context, je kan niet netwerken in je eentje. De gedachte achter het woord ‘netwerken’ is er duidelijk op gericht dat het onderhouden van relaties met mensen iets oplevert, met respect, aandacht en plezier als belangrijke beginpunten. Netwerken geeft dus toegang tot middelen waardoor we dingen beter kunnen doen dan wanneer we alles alleen aanpakken. Door relaties goed te onderhouden kan je kennis en inzichten ruilen met anderen. Als we dit gegeven op een strategische manier bekijken dan kunnen we stellen dat we met relaties omgaan als een soort ‘kapitaal’: een beheerde voorraad die een bepaalde waarde kent en waaruit we kunnen putten. Met andere woorden sociaal kapitaal is datgene wat beschikbaar komt via anderen door de relatie die je met hen onderhoudt. Je investeert in die relaties om die te laten voortbestaan, te laten renderen. Je doet dit in eerste instantie omdat het prettig is, bijvoorbeeld met je partner, kinderen, vrienden, ... Maar door deze relaties te onderhouden mag je ook aanspraak maken op het kapitaal van je vrienden, we mogen hun kapitaal benutten. We mogen iets vragen van de mensen die we “kennen” zonder direct iets terug te hoeven doen. Het sociaal kapitaal wordt
PG 7
wederzijdse leerervaringen vormen de basis voor vertrouwen
1.2.2 professionele context: netwerken als onderdeel van de zoektocht naar werk
80% van de openstaande vacatures wordt op informele wijze ingevuld
langzaam opgebouwd via vertrouwen. Dit vertrouwen krijg je door wederzijdse leerervaringen die tot stand komen via ontmoetingen en gesprekken. Wederkerigheid, onderhoud en een gezamenlijke toekomst dragen bij aan de stabiliteit van het sociaal kapitaal van je relaties. (Notten, 2010) Netwerken kan een belangrijk onderdeel zijn in het zoeken naar werk. Via verschillende relaties kan je interessante contacten opdoen. Het loont de moeite om in een netwerk te investeren. Want veel vacatures worden namelijk ingevuld via netwerken. Dit bevestigt ook Sabine Tobback, loopbaanadviseur bij outplacementbureau ADV Consult: ”Uit onze statistieken blijkt dat in economisch barre tijden 80% van de openstaande vacatures op informele wijze wordt ingevuld. De meeste vacatures geraken dus nooit gepubliceerd. Jammer genoeg zoekt slechts 20% van de sollicitanten op de verborgen arbeidsmarkt. En dat is zonde. Zeker voor de oudere werkzoekenden. De meerderheid van de werkzoekenden beperkt zich tot openbare kanalen zoals het internet of kranten.” Binnen deze vorming benaderen we het netwerken vooral met het oog op het vinden van een gepaste job. Maar de vaardigheden die we aanleren, kunnen ook gebruikt worden als je wilt netwerken vanuit een sociaal perspectief.
1.3 definitie
PG 8
Op basis van voorgaande informatie kunnen we stellen dat de definitie van netwerken geformuleerd door Adrie Reinders en Marion Freijsen in hun boek ‘de N-factor, succesvol netwerken’ goed aansluit bij de visie die we in deze vorming volgen.
Namelijk: ‘Netwerken is het opbouwen en onderhouden van relaties op basis van gezamenlijk vertrouwen en respect, voor de langere termijn’ opbouwen
onderhouden
gezamenlijk vertrouwen
respect lange termijn
Netwerken is een actief proces waar je tijd en energie in stopt, het vraagt een investering. Je begint klein en dichtbij en bouwt in de loop van de jaren iets op. Een netwerk is nooit ‘af’. Netwerken is een continue proces van nieuwe contacten leggen en oude contacten warm houden. Je moet er dus aan blijven werken. Openheid is onontbeerlijk bij netwerken. Hoe meer je van jezelf durft te laten zien, hoe groter de basis voor de relatie is en hoe meer betrokkenheid er over en weer zal zijn. Zoals bij iedere relatie moet vertrouwen groeien. De ander respecteren is de basis voor ieder contact. Richt je interesse op die ander. Wat heeft hij/zij nodig? Netwerken vraagt tijd, je bouwt geen netwerk op, van de ene op de andere dag. Verwacht dus ook niet te snel resultaat, het kan goed zijn dat je pas maanden, zo niet jaren later iets “terug krijgt” van je netwerk. Heb dus geduld.
1.4 kenmerken
Afgeleid van de definitie en het doel van netwerken komen we al snel terecht bij verschillende kenmerken van een netwerk.
1.4.1 netwerken is een actief, dynamisch gegeven
Netwerken is een werkwoord, je moet er iets voor doen, er op uit gaan, actief veldonderzoek verrichten. Waar zitten die mensen die ik wil spreken, beter wil leren kennen, wie kan mij met hen in contact brengen? Wat doet de organisatie eigenlijk waarvoor ik wil werken, enz. Dat betekent niet alleen veel opzoekwerk van achter je computer maar ook effectief jezelf laten zien, persoonlijke contacten leggen.
PG 9
1.4.2
1.4.3
netwerken is een wederkerig gegeven
netwerken is geen toeval
six degrees of separation
de wereld is klein
PG 10
De rijkdom van netwerken is het boemerang effect. Het gaat om het principe van wederkerigheid, jij-helpt-mij-ik-help-jou. Het is een wisselwerking waarbij de boemerang vertrekt van bij jezelf. Probeer daarom als netwerker steeds te vertrekken van de vraag: “Wat kan ik jou bieden, wat kan ik voor jou betekenen?” Daarom is het goed te zoeken naar een klik. Wat bindt jullie, is er een gemeenschappelijke interesse, ervaringen? Ben je bijvoorbeeld net naar dezelfde stad op citytrip geweest? Waar heb jij gelogeerd, met welke luchtvaartmaatschappij heb je gevlogen, waar heb je lekker gegeten, ... Alles heeft te maken met oprechte belangstelling voor wat de ander doet. Denk met hem mee, verplaats je in de ander, luister naar zijn verhaal. De feedback zorgt dat het vertrouwen groeit. Weet dat je door te geven zal ontvangen maar doe het niet uit opportunisme. Deze keer heb jij aan de ander tips gegeven, de volgende keer is het misschien aan jou om tips te ontvangen. Netwerken werkt niet als je van mening bent dat je iedere keer iets terug moet krijgen nadat je hebt gegeven. Om te starten met netwerken hoef je geen uitgebreid netwerk te hebben. De stelling van Stanley Milgram1, of ook wel de theorie “six degrees of separation” genoemd, zegt namelijk dat iedereen ‘six handshakes’ van elkaar verwijderd is (1967). Milgram stelt dat iedereen op aarde verbonden kan worden met ieder ander via maximaal 6 personen. Om dit aan te tonen liet Milgram proefpersonen een brief bezorgen bij iemand van wie zij alleen de naam kenden. De brief posten kon dus niet, ze mochten uitsluitend gebruik maken van hun eigen netwerk van familie, vrienden en kennissen. Van alle brieven kwam de helft binnen zes stappen aan bij de geadresseerde. Je herkent wellicht allemaal het gevoel dat je hebt als je iemand tegen komt die je niet kent maar bij nadere kennismaking men-
Stanley Milgram (New York, 15 augustus 1933 – 20 december 1984) was een sociaal psycholoog aan de Yale University. die vooral bekend geworden is door een tweetal experimenten: het zgn. Small World-experiment en het vandaag de dag nog steeds schokkende Milgram-experiment, over gehoorzaamheid aan autoriteit. 1
sen blijkt te kennen die jij ook kent. We zeggen dan dikwijls: de wereld is klein. Het kenmerkende van netwerken is net dat je dat toeval een beetje gaat afdwingen door er bewust mee om te gaan. Een interessant concept dat Watts (Watts, 1999) toepast op netwerken is: context. Mensen kennen elkaar (afgezien van familie) door de dingen die ze doen. Wonen in Gent is een context, een bepaalde hobby, alles wat we doen, alles wat ons in contact brengt met anderen, wordt bepaald door contexten. Het aantal, de omvang en variatie van die contexten bepalen onze netwerken en wat we ermee kunnen. Simpel gezegd: hoe meer je je verbindt via allerlei contexten, hoe verder je netwerk reikt en hoe meer je ermee kunt doen. 1.4.4
netwerken is overzicht bewaren
Als je actief gaat netwerken kan je netwerk ontzettend snel groeien. Daarom is het belangrijk dat jouw netwerk beheersbaar blijft. Je kunt nu eenmaal niet met 500 mensen bevriend zijn en al die contacten uit het hoofd kennen en onderhouden. Daarom noteer je best de informatie die je verzamelt op een manier die jou best past. In een adresboekje, digitaal, aan de hand van visitekaartjes, ... Zoek een methode waar jij je goed bij voelt.
1.4.5
netwerken is een snel evoluerend proces
Net zoals je vriendenkring en interesses met de tijd evolueren, zo evolueert ook je netwerk. Daarom is het belangrijk jouw netwerk voortdurend bij te houden en aan te passen. Iemand uit jouw contacten is verhuisd, krijgt kinderen of is van job veranderd. Deze informatie komt soms spontaan naar je toe maar denk er ook aan om ze aan te passen in jouw adresboek.
1.4.6
netwerken is een continue proces
Zorg dat jouw netwerkpartners op jou kunnen rekenen. Als je iets belooft, bijvoorbeeld om een mailtje te sturen met tips over leuke adresjes in Barcelona, doe dat dan ook. Als je zelf een tip hebt gekregen van iemand, zorg dan ook dat je iets laat weten
PG 11
na afloop. Was het inderdaad een goed adresje? Als je niets meer van je laat horen, zal de ander niet zo snel meer geneigd zijn jou informatie te geven. 1.4.7
netwerken is cultureel gebonden
kies een veilig gespreksonderwerp
kijk goed hoe het eraan toe gaat
1.5 vaardigheden
PG 12
Netwerken doe je altijd in een context die cultureel gebonden is. Voor Vlaanderen zou je kunnen zeggen dat ‘de Vlamingen’ in een eerste contact eerder bescheiden en gereserveerd zijn. De relatie werkgever – werknemer is redelijk formeel en er is in het algemeen respect voor autoriteit. In Vlaanderen is het heel gebruikelijk dat vrouwen buitenshuis werken. Als je op een evenement bent waar je niemand kent dan kan je beter veilige gesprekonderwerpen kiezen om een gesprek op gang te brengen. Voor Vlamingen zijn dit doorgaans: Belgisch bier en eten, kunst en architectuur, voetbal en wielrennen. Het ligt delicater om te beginnen over politiek en grappen te maken over Walen of Vlamingen. Met humor moet je sowieso oppassen. Humor kan zeer ontwapenend zijn, maar tezelfdertijd is er ook altijd het risico dat jouw humor mis begrepen wordt wat de gesprekssfeer niet ten goede komt. Het is goed je bewust te zijn van de cultureel gebonden eigenheden van de groep waarin je op dat moment beweegt en in de mate van het mogelijke hier ook rekening mee te houden. Anderzijds kan je niet zomaar alle cultuurgebonden gegevens generaliseren, want niet iedere Belg of iedere Vlaming herkent zich in dit profiel. Het belangrijkste is dat je je vooraf goed informeert en dat je goed kijkt hoe het er op bijeenkomsten aan toe gaat. Worden er handen geschud bij het binnenkomen? Wordt er gekust of begroet men elkaar met een kort knikje, ..?
Degelijk netwerken vraagt een aantal vaardigheden van een persoon. Sommigen bezitten deze spontaan, anderen zullen hier meer bewust mee moeten omgaan.
Gelukkig zijn dit zaken die je met een beetje goeie wil kan leren. De manier waarop je naar mensen toe stapt is ontzettend belangrijk bij netwerken. Met een sterke uitstraling en voldoende enthousiasme gaan veel deuren open. Deze eigenschappen hebben alles met persoonlijkheid te maken. Maar vertrekken vanuit de intentie dat je je open wilt stellen naar anderen maakt al veel mogelijk. Enthousiast zijn betekent niet dat je uitbundig moet zijn, maar het is wel leuk als mensen merken dat jij er zin in hebt. Ook al voelt het van binnen soms wel onwennig. Wees je bewust van hoe jij zelf overkomt op anderen. De eerste indruk die je op iemand maakt wordt vooral bepaald door je nonverbaal gedrag en minder door wat je zegt.
1.5.1
uitstraling en enthousiasme
1.5.2
een open blik
Een open blik hebben voor wat er rondom jou gebeurt maakt netwerken een stuk makkelijker. Als je interesse hebt voor actualiteit, voor de bedrijven of branches waar je mee in contact wilt komen, op de hoogte blijft van belangrijke evoluties, ... dan is het vaak makkelijker om mensen te benaderen en een gesprek aan te knopen. Zeker als je bewust gaat netwerken met een specifiek doel voor ogen moet je weten wat er in de sector speelt op dat moment. Zorg dat je op de hoogte bent van de ontwikkelingen in het vakgebied dat jou aanbelangt.
1.5.3
actieve luisterhouding
In 1.4.2 zagen we dat netwerken een wederkerig proces is waarbij je vertrekt vanuit de vraag: ‘Wat kan ik jou bieden?” Daarom is een actieve luisterhouding heel belangrijk. Dit lijkt op het eerste zicht eenvoudig want luisteren kan iedereen. Maar toch vraagt het heel wat oefening wil je er echt goed in worden. Daarom zetten we wat ‘spelregels’ op een rijtje:
houd de focus op de ander gericht
Als je een vraag stelt, luister dan ook nieuwsgierig naar het antwoord en sta niet onmiddellijk klaar met jouw eigen mening
PG 13
gebruik je lichaamstaal
probeer een correcte afstand te behouden durf verduidelijking vragen
interpreteer de signalen van je gesprekspartner vat samen
1.5.4 Alertheid
1.5.5
PG 14
Geefmentaliteit
of verhaal. Luister begrijpend zonder commentaar te geven. Laat je oprechte interesse blijken uit je houding. Kijk je gesprekspartner aan met een open houding. Laat merken of je het verhaal al dan niet kan volgen door kleine hoofdbewegingen, vragende ogen, instemmend te knikken,... Een uitnodigend gesprek moet dicht genoeg gebeuren om persoonlijke betrokkenheid te laten merken maar ook ver genoeg om niet opdringerig te worden. Toon je nieuwsgierigheid door niet te snel tevreden te zijn met een kort antwoord. Stel daarbij open vragen die kansen bieden tot gesprek. Veel gesloten vragen na elkaar kunnen er voor zorgen dat een gesprek stilvalt. Probeer rekening te houden met de signalen van je gesprekspartner. Benoem wat je ziet, bijvoorbeeld, ik zie dat u niet akkoord bent/twijfelt etc. Vertaal wat je ‘denkt’ te hebben begrepen. “Dus als ik het goed begrijp heeft u vooral nood aan iemand die…etc.” Of “Klopt het dat u dan eerder op zoek bent naar iemand die…etc.” Kansen creëren om te netwerken heeft heel veel te maken met alertheid. Houd je ogen en oren open dan vang je veel meer op. Als je bijvoorbeeld een cursus volgt of een bijscholing, houd dan de deelnemerslijsten bij, zij geven jou een schat aan informatie en mogelijk nieuwe netwerkpartners. Doe je best om de namen van de mensen die je ontmoet ook te onthouden. Herhaal desnoods de naam, dan weet je meteen of je het goed hebt verstaan. Naambadges kunnen hierbij een handig hulpmiddel zijn, gebruik ze dan ook. Je kan een naam ook snel ergens noteren. Alle hulpmiddeltjes zijn welkom, zolang jij maar de naam onthoudt. Soms ontstaat er weerstand als je doelgericht wil netwerken. Kan dat wel? Misbruik je je vrienden en relaties niet? Is het
niet een beetje opportunistisch? Met vrienden en familie heb je vooral een emotionele band en daar wil je geen misbruik van maken. Maar in punt 1.4.2 bij het principe van wederkerigheid gaven we het al aan. Als je het ‘goed’ doet en steeds vertrekt vanuit de vraag: “Wat ik voor jou betekenen?” versterk je de onderlinge band alleen maar. Wees er dus alert voor om op een eerlijke en onbaatzuchtige manier te netwerken en niet berekenend en egoïstisch. Als je er in investeert zonder aan “winst” te denken levert het des te meer op. Maak van de geefmentaliteit je tweede natuur. Dit kan over heel eenvoudige dingen gaan zoals een krantenartikel doorsturen, een nuttige website doorgeven, ... Er zijn tal van zaken waarmee je de ander een plezier kan doen. Hiermee breng je je netwerk in beweging. 1.5.6
Geduldig zijn
Je kan vooraf moeilijk inschatten wat netwerken jou kan opleveren. Soms komt er reactie uit een onverwachte hoek. Vraag je niet te veel af of en wanneer het tot resultaten zal leiden. Het is een werk van lange adem. Soms is het moeilijk om vol te houden als je geen werk hebt maar vroeg of laat zal het zaaien oogsten worden.
1.5.7 Authenticiteit
Je kan heel actief inzetten op netwerken en alle voorgaande vaardigheden hard nastreven, maar blijf vooral jezelf. Door te netwerken zul je al snel merken wat jouw stijl is, doe het op je eigen manier. Verloochen nooit jezelf om toch maar een contact ‘binnen te halen’. Dit wordt snel doorprikt door je gesprekspartner en getuigt uiteraard niet van betrouwbaarheid. Netwerken kan overal en altijd. Laat jezelf zien! Netwerken kan op speciaal daarvoor georganiseerde evenementen maar evengoed op een verjaardagsfeestje van de buren. Het maakt niet uit waar het gebeurt. Tegenwoordig wordt bijna iedere lezing of cursus gevolgd door een informeel moment waarbij er ge-
PG 15
legenheid is tot netwerken. En als die er niet is, is er altijd nog de koffiepauze.
1.6 waar en wanneer netwerken?
Maar netwerken is vaak nog het meest verrijkend met minder voor de hand liggende contacten zoals bijvoorbeeld oude studiegenoten of docenten, of vrienden van kennissen, ... Want uit onderzoek van de Amerikaanse socioloog Mark Granovetter blijkt dat van de mensen die via hun netwerk een baan hebben gevonden slechts 16,7% de betreffende contactpersoon vaak ontmoette. 55,6% heeft deze persoon zo nu en dan ontmoet en 28% zag hem of haar zelden. Mensen vinden niet zozeer werk via goede vrienden, maar vooral via verre kennissen. Volgens Granovetter komt dat doordat je vrienden in dezelfde wereld vertoeven als jij. Wat zij weten, weet jij ook al. Maar verre kennissen introduceren je in nieuwe werelden. Hij noemt dit de kracht van de zwakke schakels. Jan Vermeiren beschrijft hetzelfde principe maar spreekt hierbij over de kracht van de tweede graad. Hij zegt: “Gebruik jouw contacten van de eerste graad, de mensen die je goed kent, om mensen te benaderen uit de tweede graad, die mensen die je minder goed kent.” Ga met andere woorden niet alleen naar feestjes waar je iedereen al kent maar ga ook eens naar een receptie van de werkgever waar je twee weken hebt gewerkt als interim (Vermeiren, 2010).
We geven een lijstje ter inspiratie van mogelijke netwerkplaatsen: recepties, congressen, lezingen, seminars, cursussen, opleidingen, trainingen, reünies, netwerkclubs, netwerkevenementen, verenigingen van hobby’s of beroep, sportclubs, sociale netwerksites (zoals LinkedIn, Facebook, …), feestjes, verjaardagen, buurtbijeenkomsten …
PG 16
2 zelfanalyse 2.1 waarom?
denk na over jezelf en je kwaliteiten
2.2 wie ben ik?
kennis versterkt talenten en vaardigheden
Netwerken vraagt een goede voorbereiding. En een goede voorbereiding is het halve werk. De eerste stap is dat jij jezelf heel goed kent. Waar ben je écht goed in, wat zijn jouw talenten, wat zijn jouw sterke punten? Pas daarna kan je stilstaan bij de vraag wat je wilt doen of wat je wilt bereiken. Als je netwerkt met het oog op een job is het goed om even te stoppen met solliciteren, hoe gek dit ook klinkt. Op het eerste zicht is nadenken over jezelf en je kwaliteiten misschien tijdverlies. Maar als je dit proces grondig doormaakt, zal je merken dat het jou na verloop van tijd winst zal opleveren. Je hebt meer kans op succes als je helder en beknopt kan weergeven wie je bent en waar je voor staat. Alleen als jezelf ben je van betekenis voor de ander. Netwerken hangt niet af van wie je kent maar van wie je bent.
Om te weten wie je bent is het goed te weten wat je sterke punten zijn. Sterke punten verwerf je in je leven op basis van drie elementen: talenten, vaardigheden en kennis. In zijn boek ‘Ik kies voor mijn talent’ omschrijft Luk Dewulf talent als volgt: ‘Talent betekent het hebben van een natuurlijke aanleg, het hebben van een gave en/of het begaafd zijn. Het gaat over patronen in ons denken en in ons handelen die van nature sterk zijn ontwikkeld.’ Als we deze definitie volgen, betekent dit dat talenten aangeboren zijn en niet verdwijnen. Vaardigheden zijn niet aangeboren maar aangeleerd. Ze zijn noodzakelijk om je aangeboren talent verder uit te bouwen. Zodat je er ook echt iets aan hebt in het dagelijks leven. De kennis die we in ons leven opdoen is uiteraard ook aangeleerd en heel belangrijk om de talenten die we bezitten en de
PG 17
voorbeeld
Youssef kan al sinds hij heel jong is vlot met een bal overweg. Als kind speelde hij heel veel met de bal. Niemand had hem daar speciaal op getraind en toch was hij er heel goed in. Deze balvaardigheid is zijn talent. Op zijn zesde jaar begint hij te voetballen in de club. Door het vele oefenen in de voetbalclub heeft Youssef de vaardigheid geleerd om heel vlot te dribbelen en de bal te trappen naar de goal. De trainingen hebben Youssef veel geleerd op vlak van speltactiek en spelinzicht. Hij bezit een grote kennis over voetbal. Deze drie componenten samen maken dat Youssef heel sterk is in voetbal. Zijn sterkte is om op het juiste moment in een wedstrijd zich met de bal vrij te lopen en te scoren met een goed doelpunt.
vaardigheden die we aanleren te versterken. Om op zoek te gaan naar je eigen sterke punten is het goed te weten waar je op moet letten. Een sterk punt is in de eerste plaats gebaseerd op activiteiten waarbij je succesvol bent. Het zijn die activiteiten waar je goed in bent. Je moet er minder moeite voor doen dan iemand anders en mensen zijn tevreden over wat je doet. Maar daarnaast is het ook een activiteit waar je vooraf naar uitkijkt, een activiteit die je aantrekt. Misschien bezorgt die activiteit jou wel wat stress, of ben je er nu nog niet zo goed in, maar toch voel je je aangetrokken tot die activiteit. Terwijl je de activiteit doet, blijf je ook betrokken en geconcentreerd. Je moet als het ware de klok in de gaten houden tijdens de activiteit want de tijd vliegt voorbij, je ervaart ‘flow2’. Je leert ook nieuwe zaken heel makkelijk, het kost je weinig moeite. Tot slot ervaar je achteraf ook een grote voldoening. Je bent misschien wel fysiek moe door de activiteit, maar mentaal ben je opgeladen. Om je eigen sterke punten en talenten te leren kennen, kan je allerlei testen maken. Online is ‘Strenghtsfinder3’ een zeer degelijke test. Maar voor deze online testen moet je je wel eerst registreren en veel testen zijn enkel verkrijgbaar tegen betaling. Omdat wij er vanuit gaan dat sterke punten die activiteiten zijn waarbij jij je goed voelt, die je aantrekken, vlot lukken en ook succesvol zijn, ben jij de beste persoon om ze te herkennen. Anderzijds kan hulp van anderen verrijkend zijn. Door bij anderen te rade te gaan krijg je misschien sterke punten te horen
Flow refereert naar een mentale toestand waarin een persoon volledig opgaat in zijn of haar bezigheden. Flow wordt gekenmerkt door op de betreffende acties gerichte energie en activiteit, volledige betrokkenheid daarbij, alsmede het feit dat men de activiteiten succesvol uitvoert. Belangrijkste theoreticus achter dit concept is de Amerikaanse psycholoog Mihaly Csikszentmihalyi. 3 http://strengths.gallup.com/111244/How-Use-Your-StrengthsFinder-Access-Code.aspx 2
PG 18
waarvan je zelf dacht dat ze niet zo bijzonder waren. Of je merkt dat je omgeving andere sterke punten verkiest boven deze die jij zelf voorop stelt. Daarom kan het goed zijn je sterke punten eens af te toetsen bij mensen die jou goed kennen.
2.3 wat wil ik? voorbeeld
Het doel van mijn netwerkactiviteiten is het vinden van een job die past bij mijn diploma. De elementen in een job die mij aantrekken zijn: een job met veel variatie, in de onderwijs- of opvoedingssector, met mensen werken, veel nieuwe zaken uitdenken, ... De elementen die mij afschrikken zijn: weekend werk, veel administratie, eentonig werk, ... De zoekrichtingen waarin ik wil netwerken zijn: onderwijsinstellingen, medisch-pedagogische centra, kinderafdelingen van ziekenhuizen, ...
2.4 persoonlijke doelstelling
In voorgaande punten stonden we stil bij het belang van het herkennen van je sterke punten. Maar om gericht te netwerken is dit niet voldoende. Het is belangrijk dat je eerst vertrekt van het doel dat je wil bereiken via je netwerkactiviteiten. Zoek je een (betere) job, wil je zelfstandig werken, wil je je engageren in een vereniging, ... Daarna staan we stil bij de elementen met betrekking tot jouw doel. Met elementen bedoelen we de aspecten die aan jouw doel verbonden zijn en die jij belangrijk vindt. Wat wil ik doen, hoe, in welke omgeving, met welke mensen, wil ik voltijds of deeltijds werken... Als je weet welke elementen met betrekking tot jouw doel belangrijk zijn, kan je de zoekrichting van je netwerkactiviteiten bepalen. Met zoekrichting bedoelen we de branche waarin de elementen van jouw doel aan bod komen.
Het doel van de voorgaande zelfanalyse is om tot een helder, beknopt overzicht te komen van wie je bent en waar je voor staat. Je kan dit zien als een persoonlijke doelstelling die je formuleert. Je komt tot een doelstelling door je sterke punten en je zoekrichting om te zetten in een doelstelling. Over een persoonlijke doelstelling denk je dus vooraf goed na en zet je best eerst op papier. Daarna kan het ook dienen als basis om jezelf
PG 19
elevator pitch
sticky story
voorbeeld
PG 20
Na 7 jaar als lesgever in het middelbaar onderwijs ben ik toe aan verandering: een nieuwe uitdaging waarin ik mijn grenzen kan verleggen. Ik hou van leidinggevende en organisatorische aspecten in een job, liefst in een organisatie met ruimte voor eigen initiatief, ontplooiing en ontwikkeling. Ik weet nog niet wat ik precies wil. Mijn interesse gaat uit naar de reiswereld, de horeca of de sport- en vrijetijdssector. Ik wil verder leren in combinatie met een nieuwe baan. Ik ben een positief ingestelde probleemoplosser die graag planmatig te werk gaat. Daarbij sta ik open voor ideeën van anderen en probeer voortdurend iets bij te leren.
op een korte maar heldere manier voor te stellen. Dus moet het die zaken bevatten waarvan jij wil dat de ander ze onthoudt. Het is belangrijk dat het in heel korte tijd de interesse opwekt bij je gesprekspartner. In het kader van netwerken spreekt men vaak over een ‘elevator pitch’. Hiermee wordt de tijd bedoeld die je nodig hebt om met de lift van de begane grond naar de tweede verdieping te komen om jezelf voor te stellen op zo’n manier dat het bij je toehoorder blijft hangen. Daarom spreekt men ook soms van een ‘sticky story’. Deze doelstelling is dus zeker geen oplijsting van alles wat je reeds gedaan hebt, daarvoor heb je een CV. Maar je kan je persoonlijke doelstelling wel bovenaan je CV zetten. Dit maakt de CV persoonlijker en geeft onmiddellijk een beeld van wie je bent en waar je voor staat. Een dergelijke CV met een extraatje wordt ook wel eens een resumé genoemd. Heel dit hoofdstuk over zelfanalyse lijkt misschien omslachtig als voorbereiding op je netwerkactiviteiten. Maar toch is het zinvol om voldoende aandacht te besteden aan de vraag wat jij het liefst van al zou doen en hoe je dit verwoordt vooraleer je gaat netwerken. Want een helder beeld hebben van jouw doelstelling geeft richting aan je netwerkzoektocht. Het helpt je de juiste mensen te ontmoeten in de juiste sector. Ook al wordt jouw doelstelling niet onmiddellijk gerealiseerd en moet je eerst met minder tevreden zijn, het kan toch al een kleine stap in de goede richting zijn van hetgeen je echt wilt. Daarbij komt nog dat in de huidige samenleving veel waarde wordt gehecht aan mensen die weten wat ze willen en een duidelijke visie op hun toekomst hebben.
3 werken aan je netwerk 3.1 je persoonlijk netwerk in kaart brengen
Zoals vermeld in punt 1.6 is het bij netwerken belangrijk dat jouw sterke schakels of anders gezegd je warme contacten jou in contact kunnen brengen met je zwakke schakels of de koude contacten.
voorbeeld
Om een duidelijk zicht te krijgen op wie je wel kent en wie je minder goed kent kan je je netwerk in kaart brengen. Je vertrekt hierbij vanuit de doelstelling die je voor ogen hebt en bepaalt welke categorieën hiermee verband houden.
voorbeeld
Vertrekkende van deze categorieën noteer je alle namen van de mensen die je goed en minder goed kent. Het kan zijn dat je sommige mensen enkel van naam of functie kent en verder niets van hen weet. Maar toch noteer je ze best. Daarna ga je na welk warm contact jou kan verder helpen om in contact te komen met die mensen die je nauwelijks kent maar die wel belangrijk kunnen zijn om je doelstelling te bereiken.
Ik zou graag de directeur spreken van een bedrijf waar ik graag wil werken. Maar ik ken hem niet persoonlijk. Ik ken wel iemand uit de voetbalclub die hem kent. Ik kan dus eerst die kennis aanspreken om mij met hem in contact te brengen.
Mijn doelstelling: “... Een nieuwe uitdaging waarin ik mijn grenzen kan verleggen. Mijn interesse gaat uit naar de reiswereld, de horeca of de sport- en vrijetijdssector. Ik wil verder leren in combinatie met een nieuwe baan...” De categorieën kunnen zijn: de mensen die ik ken via de school van mijn kinderen, mijn buren, de middenstandszaken uit mijn gemeente, sportverenigingen...
PG 21
3.2 voorbereiding op een ontmoeting belangrijkste regel bij netwerken met het oog op een job is: “Je vraagt in een eerste ontmoeting nooit onmiddellijk om een job!”
Nu je hebt bepaald wié je wilt ontmoeten, kan je je voorbereiden op een ontmoeting. Je kan dit onmiddellijk met de persoon zelf regelen of je gaat via een warm contact die je hierbij kan helpen. Dat maakt niet uit. Hoe je dit doet kies je zelf: telefonisch, via email, of zelfs per brief. Of je gaat naar een evenement waarvan je weet dat die persoon daar aanwezig zal zijn. Je uiteindelijke doel is een ontmoeting regelen. Dit vraagt behoorlijk wat initiatief en de nodige dosis moed, maar het loont de moeite!
stel open vragen
stel specifieke vragen
wees niet bang om vragen te stellen
3.2.1
wat kan je vooraf te weten komen?
zoek informatie
3.2.2 wat wil je te weten komen tijdens de ontmoeting?
PG 22
Alles wat je vooraf via het internet of publicaties te weten kan komen hoef je niet meer te vragen, dat kan alleen maar ergernis opwekken bij een eerste contact. Je komt op die manier sneller tot het doel van jouw gesprek. Zoek daarom informatie op over de persoon die je wil ontmoeten. Zoek informatie op over de organisatie waar hij/zij werkzaam is. Door informatie op te zoeken kan je ook al een inschatting maken van de manier waarop het gesprek zal verlopen, serieus of wat losser? Met andere woorden, wat is de bedrijfscultuur? Of wat zijn de gewoontes op een evenement? Op welke locatie vindt het gesprek plaats? In een bedrijfsgebouw, een hotel, een school, café, etc.. Probeer er ook achter te komen wat de dresscode is. Niets is zo gênant om ergens aan te komen in driedelig pak terwijl het ook ‘casual’ mag, of andersom. Waarom wil je die persoon spreken? Met welke informatie wil je buiten gaan of welke informatie wil je meegeven? Wens je een afspraak te maken met hem/haar? Of is het voor jou al voldoende dat hij jou en je activiteiten kent? Denk dus vooraf goed na over de vragen die je gaat stellen en de informatie die je zelf wil geven.
bepaal vooraf de waardevolle contacten
vraag niet naar een job
3.2.3
wat neem je mee?
Als je vragen stelt, probeer dan open vragen te stellen. Met open vragen kom je het meest te weten. Bijvoorbeeld: “Wat houdt uw functie in? Hoe bent u in uw huidige functie terecht gekomen?” Zorg er ook voor dat je vragen specifiek genoeg zijn. “Kent u bedrijven die zich in de buurt gaan vestigen? Kent u iemand die zijn of haar baan heeft opgezegd? Mag ik een kopie van mijn cv achterlaten om evt. aan anderen te geven? “ Wees niet bang om vragen te stellen. Een Nederlands spreekwoord zegt: “Nee heb je, ja kan je krijgen.” Waarmee we willen aangeven dat je alleen maar kan winnen door vragen te stellen. Bepaal vooraf ook voor wie jij een waardevol contact zou kunnen zijn. Als je naar een evenement of cursus gaat, probeer vooraf aan een deelnemerslijst te komen en die goed te bekijken. Wie gaat er zijn? van welk bedrijf of organisatie is die persoon, wat is zijn/haar functie? Zie jij linken met jouw vaardigheden, talenten, kennis,... dit is best een moeilijke oefening maar stel jezelf misschien tot doel om tenminste één van de aanwezigen iets aan te bieden, al is het maar iets simpels. Denk aan de wederkerigheid (zie punt 1.4.2) Het gesprek dat je wilt voeren is geen sollicitatie, maar voordat je het weet begint het daar toch op te lijken. Bewaak dit. Nogmaals: vraag niet naar een job. Bijna niemand kan zomaar een job uit zijn mouw schudden. Maar mensen zijn wel bereid je informatie te geven die jou verder kan helpen. Als je een ontmoeting plant is het handig een visitekaartje mee te nemen. Je kan uiteraard ook je CV in je tas houden. Of je het afgeeft doet er eigenlijk niet toe, zorg dat je het bij je hebt en tast af of het gepast is om iets achter te laten en wanneer het juiste moment is. Soms word je hierbij geholpen doordat de ander jou zijn of haar visitekaartje eerst overhandigt of vraagt naar jouw CV. Alleszins doe je dit niet aan het begin van het ge-
PG 23
sprek. Zorg dat je een goede reden hebt om te vragen naar het visitekaartje van je gesprekspartner. Daarna is het makkelijker om het jouwe te geven.
3.3.1
3.3 de ontmoeting
Aanleren hoe je precies een gesprek aanknoopt en gaande houdt, voelt al heel snel zeer technisch en geforceerd aan. Maar als je hierin niet zo vaardig bent of je bent onzeker over je Nederlands taalgebruik, dan kan je best oefenen op onderstaande elementen van een goed gesprek.
een gesprek aanknopen
Misschien ben je iemand die stilletjes wacht tot iemand jou spontaan aanspreekt. Op zich is daar niets mis mee maar een afwachtende houding bij netwerken brengt je niet verder. Probeer zelf eens als eerste op iemand af te stappen en een gesprek aan te knopen. Dit vraagt lef maar is op zich wel eenvoudig. Je stapt op iemand af, geeft een hand, je stelt je voor en begroet de mensen. Zeg hierbij duidelijk je voor- en achternaam en onthoud de naam van je gesprekspartner. Het getuigt van interesse als je weet hoe iemand heet.
begin over alledaagse dingen
PG 24
Om het gesprek te openen kan je over alledaagse dingen beginnen. Bijvoorbeeld over de locatie, vaak is er een onthaal op een evenement en sta je daar met andere deelnemers te wachten om je badge te krijgen en een kop koffie. Knoop gewoon een praatje aan. Wees jezelf, het hoeft niet hoogdravend te zijn, gebruik zeker geen spectaculaire openingszin. Als mensen tijdens een bijeenkomst luchtig met elkaar praten en misschien zelfs oogcontact met je maken, is dat een uitnodiging je aan te sluiten. Wacht op een pauze in het gesprek om je voor te stellen. Probeer een klik te vinden: “Ah, u komt ook uit Gent, hoe bent u naar hier gekomen?” Als je je al wat zekerder voelt op evenementen probeer dan
eens het initiatief te nemen om twee mensen die jij kent met elkaar in contact te brengen. Probeer daarbij de gemeenschappelijke raakvlakken aan te stippen zoals bijvoorbeeld woonplaats, branche of hobby’s. 3.3.2
het gesprek voeren
verdiep het gesprek door te informeren
laat de ander aan het woord
De kunst is om het gesprek dat je hebt aangeknoopt op te tillen van het “oppervlakkige” naar een “hoger” niveau. Om deze brug te slaan van een luchtig naar een zakelijk gesprek heb je tussenvragen nodig die telkens wat dieper gaan. Vraag bijvoorbeeld wat bij voor soort bedrijf iemand werkt. Om vervolgens te vragen hoe hij of zij in die branche terecht is gekomen. Je kan ook vragen om hulp, advies, ideeën, inspiratie en tips. Vraag niet of ze je werk willen overnemen, vraag dingen waar jij weer mee verder kan. Doe een beroep op creativiteit, steun, expertise of ervaringen. Verdieping in een gesprek krijg je ook door naar iemands visie te vragen of bijvoorbeeld naar trends of gebeurtenissen in een branche. Het hoeven dus niet alleen informatieve vragen te zijn naar feitelijke informatie maar het kunnen ook persoonlijke vragen zijn die peilen naar interesses, gevoelens en beleving. Vraag de ander bijvoorbeeld eens wat hij of zij het leukste vindt aan zijn of haar werk. Iedereen wordt graag gezien als expert in zijn eigen branche. Je kunt uiteraard ook zelf dingen vertellen maar laat de ander steeds meer aan het woord zonder je eigen doel uit het oog te verliezen. Je kunt bijvoorbeeld ook vragen: “Met wie zou ik volgens u contact moeten opnemen om… “ Als je dit goed hebt gedaan leveren de gesprekken volgende contacten op. Als je een naam krijgt is het belangrijk na te gaan hoe je die persoon het beste kunt benaderen. Stel eerst vast of het gaat om een doorverwijzing of een aanbeveling. Een doorverwijzing is een naam van een persoon die je zelf benadert. Je kunt hierbij zelf kiezen of je verwijst naar je contactpersoon (degene van wie je
PG 25
varieer de duur van het gesprek
het klikt niet met iedereen
de naam hebt doorgekregen) of niet. Bij een aanbeveling introduceert je contactpersoon je zelf bij het nieuwe contact. Het is op zich een sterker medium maar je bent hierbij wel afhankelijk van je contactpersoon. Het is dus afwachten wanneer je contactpersoon zijn afspraak nakomt.
3.4 je netwerk onderhouden
Het is belangrijk dat je opvolging geeft aan je gelegde contacten. Maak aantekeningen voor jezelf over de inhoud van het gesprek en noteer ook wat je hebt afgesproken. Best noteer je ook de datum en de plaats van ontmoeting. Maak er een gewoonte van je adressenboekje regelmatig te aan te vullen.
De gemiddelde duur van een gesprek is een beetje afhankelijk van het type gesprek. Is dit op een evenement dan zijn de gesprekken vaak wat korter (10 à 15 minuten). Vindt het gesprek op een niet gepland moment plaats omdat je die persoon daar toevallig ontmoet, hou je het gesprek best wat korter. Als je het gevoel hebt dat er voldoende informatie is uitgewisseld en je de indruk hebt dat de ander ook geen vragen meer heeft dan kan je het gesprek beëindigen. Bedank de ander voor de informatie, het advies, de tips of het nieuwe contact. Geef ook aan dat jij bereid bent tot een wederdienst. Vraag of je nog eens mag bellen voor informatie. Zeg dat je zult laten weten of het advies dat je hebt gekregen ook heeft geholpen. Om af te ronden kan je bijvoorbeeld zeggen: Veel succes met…en tot ziens. Zit er niet mee in om een gesprek af te breken als je graag ook nog andere mensen wilt ontmoeten en zeg dan gewoon: “ Ik zou graag ook nog die en die willen spreken ..”
schakelen
denk niet te snel dat iemand niets voor jou kan betekenen
In feite begint de ketting van contacten nu. De eerste schakel was het gesprek, de tweede schakel is een telefoontje of e-mail om te laten weten wat je gedaan hebt met een tip, of waarin je terug komt op iets dat jij beloofd had door te sturen, enz. Je doet dit best een aantal dagen tot een week na het eerste contact. Zorg ervoor dat het niet dood bloedt tenzij je al snel voelt dat er weinig gemeenschappelijks is maar zelfs dan, denk niet te snel dat iemand niets voor je kan betekenen. Jij kan wellicht wel iets voor de ander betekenen. Denk hierbij ook terug aan de wederkerigheid (zie punt 1.4.2)
Ook als je voelt dat er niet meteen een klik is hoef je niet te panikeren, het klikt gewoonweg niet met iedereen. Durf daarom soms ook bij een eerste contact het gesprek vriendelijk maar snel af te breken als je merkt dat er geen wederkerige interesse of respect aanwezig is.
vragen aanbieden bedanken
speel informatie door
Wees alert voor zaken die interessant kunnen zijn voor anderen en speel die informatie door. Een krantenartikel opsturen, een nuttige website die je tegen komt, er zijn tal van zaken waarmee je de ander een plezier kan doen. Vraag je niet te veel af of en wanneer het tot resultaten zal leiden. Soms is het moeilijk om vol te houden als je geen werk hebt maar vroeg of laat zal het zaaien oogsten worden. Kortom, de beste manier om je netwerkstroom te laten groeien en in stand te houden is samen te vatten in drie woorden: vragen, aanbieden en bedanken. vragen: Weet jij iemand die …? aanbieden: Kan ik voor jou iets betekenen? bedanken: Hierdoor verstevig je de relaties met mensen.
PG 26
PG 27
bronnenlijst boeken
DE JONG, R. (2006). De essentie van netwerken, ontwikkel je eigen netwerkstijl. Den Haag: Sdu Uitgevers bv. DEWULF, L. (2009). Ik kies voor mijn talent. Tielt: Uitgeverij Lannoo nv. GRIT, R. & GUIT, R. & VAN DER SIJDE, N. (2006) Sociaal Competent, professioneel aan het werk! Groningen/Houten: WoltersNoordhoff bv KRAUTWURST, F. (2006). Afgedwongen toeval… en andere geheimen van succesvol netwerken. (s.l.): Uitgeverij van Schouten & Nelissen. ISBN 90 5871 376 8
artikel
internet
NOTTEN, M. (2010). De Haves en de Have not’s. Twee zijden van dezelfde netwerkmedaille. Develop, 1-2010, p. 35-41.
VERMEIREN, J. E-course Netwerking Geraadpleegd op 1 mei 2010, op http://www.networking-coach.com VDAB www.vdab.be/carrierelectuur/solliciteren/ zoeken_verborgenarbeidsmarkt.shtml
REINDERS, A. & FREIJSEN, M. (2007). De N-factor, succesvol netwerken. (s.l.): Nieuw Amsterdam Uitgevers. VAN EEDEN, R. (2004). Netwerken werkt, op weg naar de baan die je wilt. Houten: Uitgeverij het Spectrum. VAN EEDEN, R. (2009). Netwerken, zo eenvoudig is het (niet). Houten: Uitgeverij het Spectrum. WATTS, D. (1999). Small Worlds: The Dynamics of Networks between Order and Randomness. New Yersey, USA: Princeton University Press.
PG 28
PG 29
colofon Deze vorming is een Vlaams Diversiteitsproject van Gent, stad in werking. Met de steun van: Stad Gent en de Vlaamse Gemeenschap:
Met dank aan: Stad Gent, SERR Gent en Rondom Gent, VDAB, Randstad Diversity, VOKA Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen, UNIZO Gent-Meetjesland, Cel Diversiteit en Gender UGent, Vooruitzenden VFU, Divers en Actief, Federatie van Zelforganisaties in Vlaanderen (FZO-VL) Samenstelling & redactie: Eva Booms, Regine Van den Bogaerde (Arteveldehogeschool), Tineke Cartreul (Gent, stad in werking)
Concept & vorm: Liselotte Courtens (
[email protected]) & Katrien Davans (
[email protected])
PG 30
PG 31
V.U. Sofie Bracke, Botermarkt 1, 9000 Gent
netwerkmodule
3 onderdelen
Dit is een educatief pakket dat focust op het trainen van netwerkvaardigheden met het oog op toeleiding van hoger opgeleide allochtonen naar de arbeidsmarkt. Het pakket bevat: • • •
een handleiding voor de lesgever 14 opdrachtfiches een adresboekje voor de cursisten om netwerken in praktijk te brengen