Cultureel Centrum CREA, Nieuwe Achtergracht 170, Amsterdam (www.crea.uva.nl) opdrachtgever; Universiteit van Amsterdam / CREA ontwerp: Joost Glissenaar, Amsterdam / architecten van Mourik, Den Haag projectarchitect: Joost Glissenaar (www.joostglissenaar.nl) projectteam: Pascal Tetteroo, Carolina Contreras, Paul van den Berg, Leo Klaassen, Wesley Leeman technisch architect: Bureau Bouwkunde, Rotterdam ontwerp buitenruimte: Inside Outside, Amsterdam aannemer bouwkundig: BK bouw, Bussum aannemer installaties: Burgers Ergon, Amsterdam interieurbouwer: Luiten Interieurbouw, Wateringen project management: Royal Haskoning, Hoofddorp adviseur constructie: Pieters Bouw Techniek, Utrecht adviseur bouwfysica: Peutz, Mook adviseur installaties: HE adviseurs, Rotterdam losse inrichting cafe: Kringloop winkel vloeroppervlakte: 5660m2 voorlopig ontwerp: november 2008 definitief ontwerp: april 2009 oplevering: februari 2012 bouwsom: € 9.000.000,- excl. btw (exclusief funderingsherstel) contactadres: Joost Glissenaar email:
[email protected] telefoon: 0626490219
nieuwbouw deel
bestaande gebouwen
Naast de wetenschappelijke betekenis heeft de universiteit ook een sociale betekenis; studenten ontmoeten tijdens hun studie vaak vrienden voor het leven. De diamantslijperij / CREA is een instituut dat daarbij in het Amsterdamse studenten leven een grote betekenis heeft. Het vormgeven van deze ontmoetingsplek is een bijzondere opgave: moeten we zoals de structuralisten in de jaren 70 deden een ruimte maken waarbij de ontmoeting in materiaal 'gestructureerd' wordt, of moeten we een lege ruimte bieden waar alles mogelijk is? Het ontwerp voor de Diamantslijperij laat zien dat een zorgvuldige ontworpen 3 dimensionaal infrastructureel knooppunt een goed kader is waarbinnen aan ontmoeting ruimte gegeven kan worden. Vanwege de herontwikkeling van het Roeterseiland heeft de Universiteit van Amsterdam besloten om een voormalige diamantslijperij te herbestemmen tot een cultureel centrum. Het originele fabriekscomplex bestond uit 8 bouwdelen (1845 – 1925) die voor 50% zijn gerenoveerd en voor 50% vervangen door nieuwbouw. Het nieuwe bouwdeel biedt ruimte aan functies waaraan bijzondere eisen ten aanzien van geluid en ruimte worden gesteld, zoals muziekstudio’s, theaterzaal en muziekzaal. Het nieuwe bouwdeel ligt verstopt achter een te behouden monumentale gevel aan de Nieuwe Achtergracht. In de voormalige voor- en achterfabriek worden de overige functies gehuisvest, zoals het café, kantoren, ateliers, workshop- en projectruimten. De functies zijn georganiseerd rond een binnenplaats en vide. In het verlengde van de binnenplaats tussen de gerenoveerde voor- en achterfabriek ligt in het nieuwe bouwdeel een centrale vide. De hoge ruimte is een infrastructureel knooppunt waarin de entreehal, trappen, bruggen, foyers en luchtkanalen te zien zijn. Het zichtbaar maken van de luchtbehandeling installatie in de vide is een beeldende referentie aan de industriële historie van het complex , het is een 'gevonden ornament' dat de theatrale kwaliteit van de ruimte versterkt. De vide is ook de plek waar alle bezoekers elkaar tegenkomen en kunnen ervaren welke breed aanbod aan activiteiten in het complex georganiseerd worden.
De hoofdentree is een bescheiden deur waar achter zich een warme goud gekleurde hal bevindt met een massieve trap die zich naar het studentencentrum wikkelt. Om de overgang tussen oud en nieuw te benadrukken zijn de oude gevels schoon gebikt en geconserveerd. Achter de entree hal opent zich de 19 meter hoge vide ruimte die gedomineerd wordt door de glanzende stalen luchtbehandeling. Slanke loopbruggen met glazen balustraden verbinden de verschillende bouwdelen en laten het natuurlijk licht toe tot diep in het gebouw. In de oude 'voor' en achter' fabriek is waar mogelijk het oude balken plafond blootgelegd en zijn de originele gietijzeren kolommen gerestaureerd. Achter de te behouden gevel aan de Nieuwe Achtergracht wordt een nieuwe ‘binnengevel’ geplaatst om geluid uit de muziekzalen te weren. Deze ‘binnengevel’ is aan de buitenzijde zichtbaar doordat de raamopeningen hierin iets kleiner zijn dan de raamopeningen in de monumentale ‘buitengevel’. Hierdoor wordt op een subtiele manier manifest dat achter de te behouden gevel van het voormalige fabriekscomplex een nieuw element is toegevoegd. Door middel van een strategische ingreep is een schijnbaar onbruikbaar en miskend gebouw een nieuw 'leven' gegeven. Ondanks het gelimiteerde budget is een rijk complex ontstaan dat zowel respect heeft voor de historie als het heden omarmd. Het is een sociaal gebouw dat ruimte geeft aan de bezoekers om hun eigen creativiteit te ontplooien en andere mensen te ontmoeten. Design als ondersteuning van het sociaal proces zonder te vervallen in geforceerde gezelligheid. Juist de theatrale kwaliteit van de centrale vide nodigt de bezoekers uit het gebouw en haar activiteiten te exploreren. De inpassing van deze vide, in feite slechts een opgeschaald trappenhuis annex leiding schacht, laat zien dat men door middel van het slim combineren van een aantal noodzakelijke elementen een gebouw kan maken dat de gebruikers en bezoekers heeft verrast. Met slechts kaal beton, verzinkte pijpen, aluminiumpapier, glas en licht is een afgeschreven gebouw gereanimeerd.