Contact gegevens: El Grecostraat ST Almere Telefoonnummer adres

Schoolondersteuningsprofiel School:

Het Meesterwerk

Contact gegevens:

El Grecostraat 171 1328 ST Almere Telefoonnummer 036 5239002 e-mail adres directie@[email protected]

Directie en IB:

Directeur: Marjon Dries Adjunct directeur: Sander Hawinkels Intern begeleiders: Josephine van der Lee (groep 1-4) en Sander Hawinkels (groep 5-8). M.i.v. 20-2-2015 neemt Natascha Calis deze taak over van Sander.

Inleiding Alle scholen zijn in het kader van de Wet Passend Onderwijs verplicht om een school ondersteuningsprofiel op te stellen. De inhoud van het profiel wordt in de wet als volgt omschreven: “een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor de ondersteuning van leerlingen die extra ondersteuning behoeven”. (leerlingen met speciale onderwijsbehoeften) Het ondersteuningsprofiel is tevens het document op basis waarvan de school kan beargumenteren of het wel of niet aan de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van een leerling kan voldoen. Het ondersteuningsprofiel geeft een beeld op twee niveaus: 1) Basisondersteuning: o Preventieve en lichte curatieve (kortdurende) interventies; o Onderwijs ondersteuningsstructuur; o Planmatig werken; o Basiskwaliteit; o Handeling -en opbrengstgericht werken; o Meer- en hoogbegaafdheid. 2) Extra ondersteuning: De extra ondersteuning beschrijft de specifieke mogelijkheden van de school, die verder gaan dan de afspraken die gemaakt zijn over de basisondersteuning. De extra ondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van arrangementen. Deze Schoolondersteuningsprofiel van brede school het Meesterwerk

1

arrangementen kunnen licht en kortdurend van aard zijn, of zwaar en langdurig. De arrangementen worden door de school gerealiseerd al dan niet met behulp van middelen, menskracht of expertise van buiten de school. Schoolconcept /Onderwijsvisie Het Meesterwerk is een middelgrote basisschool met ± 390 leerlingen. Door vergrijzing binnen de wijk, is het aantal leerlingen licht dalend. De school is gehuisvest in een groot gebouw, waarin ook andere wijkvoorzieningen zijn ondergebracht. Al jarenlang staat de school te boek als een Brede School. Hiermee heeft de school ook landelijke bekendheid verkregen, de school wordt dan ook regelmatig bezocht door geïnteresseerden vanuit andere regio‟s. Hoewel bij aanvang de school in 2004 zich profileerde als school voor ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO), is onder druk van kritische geluiden vanuit de inspectie ten aanzien van de opbrengsten het accent verlegd in de richting van meer programmagericht onderwijs (PGO). Binnen de kleutergroepen wordt er echter wel via het OGO concept lesgegeven en werken we met het HOREB (=handelingsgericht observeren en registreren Basisontwikkeling) registratie systeem, evenals de opvang en de peutergroepen. We zijn er trots op dat de school het keurmerk „Brede School‟ draagt. Op alle aspecten voor het keurmerk scoort de school zeer positief (8,7 van 10 punten!). In de schoolvisie staat een aantal begrippen centraal: optimale resultaten halen, kloppend hart van de wijk zijn als Brede School, teamsamenwerking, kinderen als unieke mensen zien, HandelingsGericht Werken (HGW), samenwerking met ouders, sterke zorg en aanbod voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. De school werkt door de subsidie vanuit Passend Onderwijs met drie plusklassen: voor leerlingen met behoefte aan meer structuur of met meervoudige leer-problematieken. Als de subsidie stopt volgend jaar, zullen we deze plusklassen niet meer in stand kunnen houden. Gelukkig is de expertise van de speciale leerkrachten dan nog wel in school aanwezig. We hadden in 2007 tien kinderen met een rugzakje, van alle tien de kinderen werd het geld daarvoor in de plusklas gestoken, zodat veel meer leerlingen er van konden profiteren. 1) kleuterplusklas met het oog op vroeg signalering en preventieve aanpak 2) een plusklas voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. 3) Een pilot kleuterplusklas voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. Het schoolplan/ de schoolgids is op te vragen bij de directie van de school.

Schoolondersteuningsprofiel van brede school het Meesterwerk

2

Basisondersteuning Preventieve en licht curatieve interventies Onderwijsondersteuningsstructuur 1)Basisondersteuning: Op het Meesterwerk zijn twee intern begeleiders werkzaam. De intern begeleiders organiseren 2x per jaar groepsbesprekingen waarbij de groepsplannen geëvalueerd worden. Hiernaast worden er leerlingbesprekingen georganiseerd, die ook 2x per jaar worden ingeroosterd. Hierbij is er vooral aandacht voor de analyse van „zorg‟-leerlingen en worden de vorderingen van deze leerlingen besproken. (Deze gesprekken worden alleen georganiseerd als er leerlingen te bespreken zijn). Soms neemt de leerkracht het initiatief voor een leerlingbespreking, soms de intern begeleider. Voor leerlingen van wie verwacht wordt dat zij de einddoelen van groep acht niet zullen halen, wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld. Met behulp van het OPP wordt ernaar gestreefd om aan de specifieke onderwijsbehoeften van de betreffende leerling tegemoet te komen. Door een nauwgezette signalering in de onderbouwgroepen, gebeurt het nauwelijks nog dat leerlingen pas op latere leeftijd een OPP krijgen. Tegelijkertijd pogen we d.m.v. convergente differentiatie de leerlingen binnen het programma te houden. Leerlingen met dyslexie worden naast de reguliere spellingsmethode begeleid met de methode “taal in blokjes” (de schoolversie) voor dyslectische kinderen. Deze methode biedt herhaling van de basisvoorwaarden van het spellen van klanken. In de klas worden taakopdrachten voorgelezen, ze krijgen meer tijd voor opdrachten en het maken van toetsen en ze worden gekoppeld aan een (lees-)maatje. Daarnaast kunnen zij voor de leesondersteuning onder begeleiding werken aan de methode leesbalans die voor de dyslecten gekoppeld wordt aan de methode “taal in blokjes”. Voor kinderen die onder behandeling zijn bij Het Taalcentrum of het Regionaal Instituut Dyslexie (RID) kan de keuze gemaakt worden om bepaalde toetsen niet af te nemen op gebied van lezen en spelling. Wij houden dan de toetsmomenten aan van het centrum die de leerling begeleidt en voeren deze resultaten in ons LOVS- systeem in. Dit om toetsfrustratie te voorkomen. Voor meer- en hoogbegaafde leerlingen bestaat de mogelijkheid een dag in de


3

veertien dagen (vergelijkbaar met een ochtend per week) in de daarvoor ingerichte plusklas mee te draaien. We maken m.i.v. 2014 gebruik van het digitaal handelingsprotocol hoogbegaafden(DHH)om sneller te diagnosticeren op hoogbegaafdheid. Bij het vermoeden van dyscalculie (of kenmerken van) bij een leerling wordt er een passend plan van aanpak ingezet. Dit houdt in dat er gebruik wordt gemaakt van de fasen Handelingsgerichte Diagnostiek (HGD) Pameijer en Beukering (2010) om het diagnostisch onderzoek voor te bereiden. Bij het omschrijven van de fasen in onderwijsbehoeften van de leerling hanteren we de fasen van het protocol Ernstige Reken en Wiskunde-problemen en Dyscalculie (ERWD) van Groenesteijn, Borghout en Janssen(2010): Verloop van de stappen volgens het ERWD protocol van groep 1 t/m 8: Fase groen: Normale rekenontwikkeling. De onderwijsbehoeften zijn nog niet specifiek (Basis ondersteuning) Fase geel : Er doen zich in de ontwikkeling geringe reken en wiskundige problemen voor op deelgebieden. Op die deelgebieden ontstaan er specifieke onderwijsbehoeften. ( Basis ondersteuning) Fase oranje: Er doen zich ernstige reken-wiskundige problemen voor die in principe door deskundige begeleiding oplosbaar zijn binnen de school. Er is sprake van specifieke onderwijsbehoeften op het gebied van rekenen en wiskunde. De IB-er volgt de HGD cyclus als volgt voor extra ondersteuning van de leerling: - Gesprek met ouders en kind over de problematiek. - Bepalen beginsituatie van de leerling door diagnostische toets UGT-R wordt afgenomen (in groep 4 aangevuld met de diagnostische toets van Zuid Vallei). - N.a.v. resultaat wordt een plan opgesteld. Deze wordt besproken door de IB met ouders en leerkracht. - Plan wordt uitgevoerd en regelmatig geëvalueerd met ouders en eventueel het kind ( vanaf groep 5) Fase rood: Er doen zich ernstige en hardnekkige reken-wiskundige-problemen voor, die in principe te begeleiden zijn binnen de school, maar waarbij mogelijk externe ondersteuning gewenst is. De specifieke onderwijsbehoeften op het gebied van rekenen-wiskunde worden structureel. - Bij onvoldoende vooruitgang zal er in groep 5 een dyscalculie onderzoek afgenomen worden door een rekenspecialist van Passend Onderwijs. - Bij het vaststellen van dyscalculie wordt in samenspraak en begeleiding van de rekenspecialist een eigen leerlijn ontwikkelt voor de leerling. Er wordt ook een Ontwikkelperspectiefplan(OPP) opgesteld voor de leerling om de ontwikkeling goed in kaart te brengen. - Vanaf groep 5-8 wordt de testbatterij Zareki-R gebruikt als diagnostisch instrument om de beginsituatie van de leerling te bepalen. Voor de preventie gedragsproblemen (in de klas) hanteren we verschillende beloningssystemen ( stickers verdienen, blokjes verdienen enz.). Beloningssystemen zijn gebaseerd op het principe het gewenste gedrag belonen het ongewenste gedrag zoveel mogelijk te negeren. In de kleuterklassen en Schoolondersteuningsprofiel van brede school het Meesterwerk

4

groep 3 wordt de “nadenkstoel” gehanteerd. Mocht een leerling ongewenst gedrag vertonen wordt de directie erbij gehaald. Deze bespreekt de gebeurtenis met het kind. Vervolgens gaat het kind te allen tijde terug naar de klas bij de eigen leerkracht. Verwijzing naar inspectieverslag: In de Extra basisondersteuning biedt de school twee trainingen aan: Eén in het kader van leren en één in het kader van sociaal emotionele ontwikkeling. Twee trainingen in het kader van leren: 1) ik leer anders en ik leer leren. Ik leer anders is een training voor beelddenkers, dyslectische kinderen, kinderen met ASS, kinderen met AD(H)D en kinderen met dyslexie (dyscalculie). De handvatten helpen de kinderen om makkelijker te kunnen leren. De IB-er en de plusklasleerkracht zijn gecertificeerde coaches voor de training “ik leer anders” en zullen het team hier ook in scholen en begeleiden bij het invoeren van dit traject. Meer informatie staat op de website www.ikleeranders.nl 2) Ik leer leren is een training voor kinderen van 10-16 jaar. Deze training laat kinderen kennis maken met hun leerstijl, leert ze omgaan met faalangstige gedachten en hoe het zit met hun motivatie om iets te leren. De IB-er van de school is een gecertificeerd „ik leer leren” coach. Meer informatie staat op de website www.ikleerleren.nl Eén training in het kader van sociaal-emotionele ontwikkeling kids‟skills: Het doel van Kids' Skills is, kinderen vaardigheden te leren om hun problemen op te lossen. Het kan gaan om doodgewone alledaagse, of ernstiger problemen. Kinderen krijgen autonomie over hun eigen denkproces en worden zelfverzekerd. De training wordt 1 op 1 aangeboden aan kinderen en is een korte interventie. De IB-er van de school is een gecertificeerde coach. Meer informatie staat op de website www.kidsskills.org 2)Extra ondersteuning: Leerlingen die veel specifieke aandacht nodig hebben, kunnen één of meerdere dagdelen extra begeleid worden in één van de drie plusklassen. Leerlingen in deze plusklassen doen gewoon mee met het programma van de groep, maar doen de verwerking van de lesstof in de (nog) meer gestructureerde omgeving van Plusklas, waar zij extra uitleg en specifieke begeleiding kunnen krijgen. In de Plusklas voor meer- en hoogbegaafden van Chris nemen ze hun eigen werk niet mee. Ze werken daar aan gezamenlijke projecten. De Plusklassen werden bekostigd vanuit middelen die door het samenwerkingsverband zijn toebedeeld. Dit is de reden waarom we deze voorziening rekenen tot de „Breedtezorg‟. De leerkrachtbezetting voor de plusklassen wordt door de school met leerkrachten uit het eigen team geregeld. We hoopten op een vaste bekostiging vanuit Passend Onderwijs, zodat de continuïteit gewaarborgd zou zijn voor de komende jaren. Met de invoering van


5

de wet op passend onderwijs (2014) is dat niet gelukt. We krijgen alleen (afbouwend in de komende jaren) een vergoeding van het rugzakje. De eerstgenoemde Plusklas (kinderen met een meervoudige problematiek) wordt hoofdzakelijk bezocht door leerlingen die een SBO-zorgbeschikking hebben en zo toch binnen de school begeleid kunnen worden. Andere leerlingen die gebruik maken van de Plusklassen vinden we in de categorieën:  jonge risico kinderen,  hoog- en meerbegaafde leerlingen en  leerlingen met leer- of gedragsproblemen en motorische problemen. De school is niet rigide in het toewijzen van dit arrangement. Naast de leerlingen met een SBO-zorgbeschikking kunnen ook andere leerlingen gebruik maken van de voorziening. Leerlingen met dyslexie of leerlingen met dyslectische kenmerken bijvoorbeeld, die begeleid worden door de Stichting Taalhulp, kunnen binnen de Plusklas ook op school werken met en begeleid worden bij de methode „Taal in blokjes‟. Er komt de komende jaren een andere bekostiging, hierdoor staat de continuïteit van de plusklas onder financiële druk. Het ligt in de wijk Tussen de Vaarten op tafel (overleg passend onderwijs in de wijk) (POIDW) om de plusklas te bespreken als wijkvoorziening. Multiteam: Er is een ondersteuningsteam (het „Multiteam‟) aan de school verbonden. Bijeenkomsten van het Multiteam worden georganiseerd en gecoördineerd door de zorgcoördinatoren/IB van Het Meesterwerk. Het doel van deze bijeenkomsten is adequaat, efficiënt en snel de juiste, professionele hulp in te zetten. De bijeenkomsten vinden plaats op vaste tijden. Aanwezig zijn in ieder geval:  beide IB-ers  schoolverpleegkundige  leerkracht(en) van het kind  schoolmaatschappelijk werk  ambulant begeleider passend onderwijs/ collegiale consultant Daarnaast is het mogelijk derden uit te nodigen zoals:  opvang  pleegzorg  gezinsbegeleiding  logopediste  plusklasleerkracht  Fysiotherapeute Ouders worden hiervan altijd op de hoogte gebracht en moeten toestemming geven voor het inbrengen van een kind in de multiteambespreking. Het Multiteam kan adviseren nader onderzoek te verrichten door passend onderwijs Almere of verwijzen naar de permanente commissie leerlingzorg (PCL). Per 1 augustus 2014 is dit er niet meer. Het Zorg Advies Team (ZAT), de GGD, Fornhese. Observatie door de Collegiale Consultant(CC) of Ambulant begeleider (AB) van passend onderwijs behoort ook tot de mogelijkheden.


6

De school maakt gebruik van de diensten van de passend onderwijs Almere (ambulante begeleiding) en van IB-netwerk, leerlingbegeleiding, Passend onderwijs in de Wijk, GGD, logopedie). Hiernaast wordt samengewerkt met Bartimeus (REC1), Stichting Taalhulp, RID, fysiotherapie (binnen het gebouw aanwezig), voorschoolse voorzieningen (Peuterspeelzaal en Kinderdagverblijf), VSO-TSO-NSO en allerlei wijkvoorzieningen. Binnen het vroeg- en voorschoolse educatie programma (VVE-programma) werken de voorschoolse voorzieningen van de speelzaal en opvang met Startblokken en de groepen 1-2 met Basisontwikkeling (OGO en HOREB) nauw samen. Nieuwe ketenpartners in de brede school zijn: 1. Hilde Kwakkel (integratieve kindertherapie) Doel van de therapie: Het aanspreken van het zelfhelende vermogen van uw kind, zodat het weer leert zelfstandig datgene te bereiken wat hij of zij wil. Het kind bepaalt mede het doel van de therapie en is daarom ook zeer gemotiveerd om dit doel te bereiken! Integratieve kindertherapie: is een kortdurende vorm van psychotherapie voor kinderen in de basisschoolleeftijd, die op een bepaald moment van hun leven extra hulp kunnen gebruiken. Het kind is bijvoorbeeld erg onzeker, kan slecht omgaan met een bepaalde ziekte of situatie, heeft vaak ruzie met anderen of wordt vaak gepest. Een kindertherapeut kan uitkomst bieden op het moment, dat de ouders niet meer weten hoe ze hun kind kunnen helpen. Ieder mens, dus ook ieder kind, is uniek en heeft daarom recht op een behandeling waarbij gekeken wordt naar de specifieke eigenschappen van het kind, de klacht en de omstandigheden. Het kind staat centraal; het kind bepaalt het te behalen doel en het tempo van de therapie. Als integratieve kindertherapeut ga ik er van uit dat een kind zelf weet wat goed voor hem is. Tijdens de therapie selecteer ik die interventies uit verschillende psychologische behandelmodellen, die van belang zijn voor dit specifieke kind. In sommige gevallen zal het kind worden doorverwezen naar een arts of andere therapeut. Het kan zijn dat het kind medisch behandeld dient te worden of dat er een sprake is van een contra-indicatie voor kortdurende kindertherapie. 2. Astrid Reimers (kernvisie): Kernvisie methode De Kernvisie methode maakt gebruik van het talent dat deze kinderen reeds hebben. Het leert hen woordbeelden te maken en deze actief op te slaan in het lange termijngeheugen. Hierna kan het kind het woord te allen tijde reproduceren. Wanneer het kind deze “techniek “ beheerst, kan dit ook worden toegepast op spellingsregels, tafels en rekenvarianten. De Kernvisie methode vormt de basis van iedere coaching. Oplossingen, die uit de mens zelf komen beklijven beter. Vanuit de overtuiging, dat de mens veel meer in zijn eigen vermogen heeft dan hij nu gebruikt, is hij in staat grote gedragsveranderingen te realiseren. Deze veranderingen hebben als resultaat een betere ordening in het hoofd en daardoor meer rust in het functioneren op


7

school en in de eigen woonomgeving. Effectiviteit en snelheid van de coaching staat voorop. De Kernvisie methode behelst de ongelofelijke ontdekking dat met name rechtsgeoriënteerde kinderen in staat zijn woorden, cijfers en gedachtes uit het hoofd te verwijderen en er andere voor in de plaats te zetten. De resultaten zijn verbluffend. Kinderen worden assertiever en enthousiaster, ze vinden leren leuker en ze presteren beter op school. Daardoor krijgen ze meer tijd om te spelen en hebben meer plezier in het leren. Wanneer de grenzen aan de mogelijkheden van de school om leerlingen goed te kunnen begeleiden bereikt zijn, wordt de zorg en de verantwoordelijkheid voor deze leerlingen overgedragen aan externe voorzieningen, lees het Speciaal Onderwijs (SO). Voorbeelden van leerlingen, waarbij de school de grenzen bereikt, kunnen zijn:  Ernstige leerproblemen, waardoor de ontwikkeling stagneert en het zelfbeeld aangetast wordt of de veiligheid van de groep niet meer gewaarborgd kan worden  Ernstige vormen van gedragsproblemen  Er is een protocol schorsing en verwijdering geldend voor alle ASG scholen. Hier willen we benadrukken dat de school met haar eigen ondersteuningsmogelijkheden in de plusklassen tot vergaande begeleiding in staat is. Ook geeft de school aan goede ervaringen te hebben met bijvoorbeeld REC-4 leerlingen die teruggeplaatst zijn. In uitzonderlijke gevallen gebeurt het dat leerlingen met (meervoudige) gedrags- en/of leerproblematiek worden toe geleid naar een SO of SBO school. Schoolscan door seminarium Orthopedagogiek: Op basis van deze scan is het volgende profiel vastgesteld: De profielscan heeft geleid tot de conclusie dat “het Meesterwerk op dit moment een inclusieve school is op grond van het aantal leerlingen met een SBObeschikking of vermoedens van SBO- geschiktheid (4,6%). Men zal zich moeten realiseren dat op basis van het aantal REC- leerlingen (1,6%) de school op dit moment op de grens zou vallen van netwerkschool- smalle zorgschool. Als de school zich als inclusieve school wil profileren, zal dit vooral een toename betekenen van het aantal leerlingen met een REC- indicatie. Het team van de school realiseert zich dit terdege, getuige hun input en reacties tijdens de teammiddag naar aanleiding van de profielscan. De aanbevelingen die uit het rapport in 2012 kwamen hadden betrekking op: - Afstemming en differentiatie binnen de groepen. Ouders en inspectie signaleren het gevaar van het extern organiseren van de hulp aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Leerkrachten geven aan hierin zelf ook stappen te willen zetten. - Ruimte voor zelfsturend leren waarbij leerlingen zelf keuzes kunnen maken.


8

-

-

-

Oudercommunicatie: de ontwikkeling van een gezamenlijke, uniforme aanpak hiervan. Hierbij dient ook aandacht te worden besteed aan helderheid over wat ouders van de school mogen verwachten. En wat wij van de ouders mogen verwachten. Het aanbod voor meer- en hoogbegaafden. De verdere ontwikkeling hiervan zal een waardevolle aanvulling zijn op het huidige onderwijsaanbod. Coöperatieve werkvormen. Bij een inclusieve school valt winst te halen door buddy- systemen of tutorleren structureel bij het leren en het begeleiden van leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte in te zetten. Dit kan goed aansluiten op het tutorlezen en voorlezen en het groepsdoorbroken werken tijdens projectmatig onderwijs, zoals dat nu al binnen de school plaatsvindt.

Het is van belang dat de school bewust stilstaat bij de heterogeniteit van haar leerlingenpopulatie. Dit heeft niet alleen consequenties voor de inrichting, vormgeving en organisatie van het onderwijs, maar ook voor de wijze waarop de school in meer of mindere mate zichzelf in staat acht om te beantwoorden aan de diversiteit aan onderwijsbehoeften. De school zoekt een balans tussen de oorspronkelijke visie en de druk vanuit het bestuur en de inspectie om de nadruk te leggen op de opbrengsten en prestaties. De school hecht er waarde aan te blijven functioneren als een Brede School. Het positieve imago van de school in de wijk is wellicht vooral verbonden aan de school als Brede School met voorzieningen voor opvang, onderwijs en speelzaal. De school voert een volle veranderagenda, waarin een aantal onderwerpen benoemd worden: woordenschat-begrijpend lezen- Nieuwsbegrip XL, technisch lezen, rekenen (methode), actieve directe instructiemodel, groepsplannen door ontwikkelen, analyse leeropbrengsten en leerresultaten, OPP en het implementeren van „Kinderen en hun sociale talenten‟, sociale competentie observatielijst (SCOL), een leerlingvolgsysteem gericht op sociaal-emotioneel leren, en coöperatieve werkvormen. ( groepsplan gedrag?) Deze veranderagenda laat zien dat de school de kritische opmerkingen van de inspectie opgepakt heeft en vertaald heeft in het schoolbeleid. De school kiest op dit moment nog bewust voor het hanteren van standaard niveaugroepen. In de toekomst zullen mogelijk meer afgestemde instructiegroepen worden gevormd.

Extra ondersteuning: Arrangement

Invulling

De school heeft een gerichte aanpak voor

Deskundigheid: De school heeft een taalcoördinator die daartoe een


9

leerlingen met een gerichte opleiding heeft afgerond. Er is een meer jaren specifieke plan geschreven waar de komende jaren aan gewerkt taalonderwijsbehoefte wordt binnen het team onder begeleiding van de coördinator en de IB-er. Ook is er een coördinator voor meer en hoogbegaafden en er is een gedragsspecialist. Aandacht en tijd: Het meerjarenplan binnen het taalbeleid loopt tot 2017. Door allerlei bezuinigingen is er geen extra tijd en valt de uitwerking onder de taakuren. Er is een taalwerkgroep samengesteld die in overleg met elkaar zorgdragen voor de uitwerking van de plannen die in het meerjarenplan staan beschreven. Daarnaast zijn er twee leescoördinatoren die samen met de medewerkster van de bibliotheek(binnen school)overleg hebben over de inhoud van de bibliotheek, aanschaf nieuwe boeken en het tutorlezen binnen school gestalte geven en onderhouden. Zij houden (en voeren uit) aangeboden activiteiten in de gaten ter bevordering van het taalleesonderwijs. De groepen variëren van 23-33 kinderen. We kiezen daarom voor extra handen in de groep middels stagiaires van bv het ROC. Gebouw: Binnen het gebouw is een goed gesorteerde orthotheek waar allerlei materiaal te vinden is ter ondersteuning van het taalonderwijs. Dit wordt indien nodig aangevuld door de taalcoördinator. Er is ook een ruim gesorteerde bibliotheek aanwezig waar de kinderen dagelijks boeken al dan niet met hun ouders kunnen lenen, dit is tot stand gekomen in een samenwerkingsverband met de bibliotheek Almere stad. Er is in alle groepen sprake van goed klassenmanagement, waarbij gewerkt wordt met de aanduiding welke stem gebruikt mag worden, de aanduiding van de tijd middels de time timer, vragenkaartjes en picto‟s bij coöperatieve werkvormen. Samenwerking: Er is geregeld contact met de ambulant begeleider, de IB-ers en de groepsleerkrachten, taalwerkgroep binnen school, bibliotheek en overleg momenten tussen de taalcoördinatoren onderling vanuit de opleiding.


10

Voorbeelden van arrangementen die we kinderen bieden: Arrangement

Invulling

De school heeft drie plusklassen (zie voorgaande informatie).

Deskundigheid Het schoolteam heeft ervaring met leerlingen met een rugzak; cluster 1, 2, 3 en 4 en leerlingen met een zorgbeschikking. Er is een speciale leerkracht (pedagoog) die de Master Pedagogiek heeft afgerond en bezig is met Master Sen Begeleiden. Daarnaast heeft de speciale leerkracht veel expertise en ervaring op het gebied van met name gedrags- en aandachtstoornissen. Aandacht en tijd De school heeft een Plusklas voor kinderen met meervoudige problematiek die extra zorg behoeven. Dit wil zeggen een combinatie van cognitieve problemen, met gedrag of sociaal emotionele problematiek en motorische problemen. De kinderen van groep 3 t/m 8 kunnen afhankelijk van de problematiek één of meerdere dagdelen opgevangen worden. Voorzieningen De „gewone‟ leermaterialen worden ingezet. Daarnaast wordt er begeleiding geboden met bijv. Stippestappen voor kinderen met planningsproblematiek. Er wordt gewerkt met time-timers en de time-coach, met dag planners. Hiernaast wordt gebruik gemaakt van o.a. de „beertjes aanpak‟ en beloningssystemen, Kid‟s skills, Coole Kikker, “Ik ben anders” en Sociale verhalen. In de orthotheek zijn tal van remediërende programma‟s aanwezig; Maatwerk, Zuidvallei Spellen en Begrijpend lezen, leesbegeleiding etc. waar deze kinderen gebruik van kunnen maken. Gebouw Binnen het pand zijn drie „plusklassen‟ en twee extra lokalen met daarin tafels van wisselende hoogte en de „normale‟ inventaris. Daarnaast zijn er twee patio‟s. Eén met dieren (kippen en konijnen) en één waar de schooltuin in gevestigd is. Ook deze kunnen aansluiting geven aan een kind met speciale onderwijsbehoeften. Samenwerking De expertise die de plusleerkrachten hebben delen zij met de andere leerkrachten. Zij stellen samen de plannen op en voeren ze uit en evalueren ze. De plusklasleerkracht observeert de leerlingen in de klas. De ambulant begeleider van de rugzakleerlingen wordt met name preventief ingezet op aanvraag van de


11

leerkracht, de speciale leerkracht en de intern begeleider. Voor de leerlingen in de plusklas wordt door de leerkracht een speciaal plusklas- HP opgesteld. Dit wordt besproken met de plusklas leerkracht die van hieruit met gerichte doelen aan de slag kan met de leerling.

Bijlage 1 In aansluiting op de aanmeldingsprocedure van de basisschool worden bij een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte aanvullend de volgende stappen gevolgd: • Ouders melden hun kind schriftelijk aan bij de school. Het is van belang dat ouders bij de aanmelding aangeven of hun zoon/dochter extra ondersteuning nodig had in het basisonderwijs én of die extra ondersteuning voortgezet moet worden. • De school krijgt de gelegenheid de extra ondersteuningsbehoefte van de aangemelde leerling in kaart te brengen en beoordeelt in hoeverre de school die ondersteuning kan bieden. • 6 tot 10 weken na de aanmelding horen ouders van de school of hun kind is toegelaten en kan worden ingeschreven. Als de school de gewenste ondersteuning niet kan bieden, dan heeft de school in overleg met ouders de plicht samen te zoeken naar een andere geschikte onderwijsplek. • Leerlingen met extra ondersteuning worden in het regulier onderwijs besproken in het Ondersteuningsteam. In het speciaal onderwijs worden alle leerlingen besproken in de Commissie voor de Begeleiding (CvB). Natuurlijk informeert de school u wat daar besproken is. • Leerlingen die aangemeld worden bij het speciaal (basis) onderwijs hebben een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig. Na 1 augustus 2014 kan een TLV aangevraagd worden door de school bij Passend onderwijs Almere. Bij tussentijdse instroom of verhuizing naar Almere gelden dezelfde stappen: In aansluiting op de aanmeldingsprocedure van de basisschool worden bij een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte aanvullend de volgende stappen gevolgd: 

Ouders melden hun kind schriftelijk aan bij de school. Het is van belang dat ouders bij de aanmelding aangeven of hun zoon/dochter extra


12









ondersteuning nodig had in het basisonderwijs en of die extra ondersteuning voortgezet moet worden in het VO. De school krijgt de gelegenheid de extra ondersteuningsbehoefte van de aangemelde leerling in kaart te brengen en beoordeelt in hoeverre de school die ondersteuning kan bieden. 6 tot 10 weken na de aanmelding horen ouders van de school of hun kind is toegelaten en kan worden ingeschreven. Als de school de gewenste ondersteuning niet kan bieden, dan wordt door de school in overleg met ouders naar een andere geschikte onderwijsplek gezocht. Leerlingen met extra ondersteuning worden in het regulier onderwijs besproken in het Ondersteuningsteam. In het speciaal onderwijs worden alle leerlingen besproken in de Commissie voor de Begeleiding (CvB). Natuurlijk informeert de school u wat daar besproken is. Leerlingen die aangemeld worden bij het speciaal (basis) onderwijs hebben een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig. Na 1 augustus 2014 kan een TLV aangevraagd worden door de school bij Passend onderwijs Almere.

NB: Bij tussentijdse instroom of verhuizing naar Almere gelden dezelfde stappen.


13

Contact gegevens: El Grecostraat ST Almere Telefoonnummer adres

Recommend Documents