Constructieve veiligheid en NEN 8700
Ing. A. de Vries
Regels Bouwbesluit 2012, afd. 2.1 Algemene sterkte van de bouwconstructie
Regels Bouwbesluit 2012, overige afdelingen,
Rechtens verkregen niveau Definitie Bouwbesluit 2012
Niveau dat het gevolg is van de toepassing op enig moment van de relevante op dat moment van toepassing zijnde technische voorschriften en dat niet lager ligt dan het niveau van de desbetreffende voorschriften voor een bestaand bouwwerk en niet hoger dan het niveau van de desbetreffende voorschriften voor een te bouwen bouwwerk.
Rechtens verkregen niveau
De Woningwet vanaf 14 maart 2012 De Woningwet kent een aantal artikelen die van belang zijn voor beoordeling van de constructieve veiligheid van Bouwconstructies. Belangrijke artikelen zijn: Artikel 1; definities van onder andere “bouwen” en “gebouw”; Artikel 1b; algemene bepalingen voor het bouwen en de staat van bouwwerken; Artikel 2; verwijzing naar inhoudelijke regels, het Bouwbesluit; Artikel 4; wat moet voldoen aan regels voor bouwen en wat aan die voor de staat van bouwwerken, bij verbouw;
De Woningwet vanaf 14 maart 2012 En nog een tweetal artikelen voor bijzondere handhavingsituaties: Artikel 1a; het zorgplichtartikel, geldt uitsluitend voor de kernaspecten veiligheid en gezondheid; Artikel 13; maakt aanschrijving mogelijk op een hoger niveau dan bestaande bouw in bijzondere situaties.
Bouwbesluit 2012, ingegaan 1-4-2012 Belangrijke onderdelen aangaande constructieve veiligheid: Artikel 1.1; begripsbepalingen; Artikel 1.3; gelijkwaardigheidsbepaling; Artikel 1.5; toepassing normen; Artikel 1.12; verbouw; Artikel 2.1; algemene sterkte van de bouwconstructie; bouwen; Artikel 2.6; algemene sterkte van de bouwconstructie; staat van bouwwerken.
Ministeriële regeling Bouwbesluit 2012 De regeling is beschikbaar. Met uitzondering van de lijst met aangewezen normen (bijlage 1, behorend bij artikel 1.2) zijn er geen relevante bepalingen in relatie tot constructieve veiligheid.
NEN 8700 In de Bouwbesluit verwijzing is NEN 8700 een primaire norm. In de vorige versie diende NEN 8700 ervoor om de staat van bestaande gebouwen te kunnen toetsen met de Eurocodes.
De huidige versie dient een breder doel. Naast bestaande gebouwen dient het normblad er ook voor om een verbouw situatie te kunnen beoordelen met de Eurocodes, en thans geldt de norm ook voor bouwwerken geen gebouw zijnde.
NEN 8700 Het normblad wordt gebruikt in afdeling 2.1 van het Bouwbesluit 2012. In deze afdeling bij verbouw en bestaande bouw integraal (prestatieniveaus en belastingen) verwezen naar dit blad. Ook in afdeling 2.2 (sterkte bij brand) wordt NEN 8700 gebruikt. Voor de toets op het rechtens verkregen niveau (zie artikel 2.12) of het niveau bestaande bouw (zie artikel 2.15) wordt uitgegaan van buitengewone belastingcombinaties die kunnen optreden volgens NEN 8700.
De structuur van NEN 8700 De structuur van NEN 8700 is gelijk aan die van NEN-EN 1990. De artikelnummers staan bij de overeenkomstige onderwerpen en dit verklaart ook waarom de nummering van de artikelen van NEN 8700 niet steeds aaneensluitend is. Weggelaten artikelen hebben dus geen tegenhanger van het betreffende artikel van NEN-EN 1990 bij verbouw en bestaande bouw. Dit houdt in dat NEN 8700 gebruikt kan worden op een gelijke wijze als de NEN-EN 1990.
Voorbeeld gebruik van NEN 8700 Stel de fundamentele belastingscombinaties moeten worden bepaald bij een verbouwsituatie. In NEN-EN 1990 vinden we de combinaties in artikel 6.4.3.2 en dat is dan ook het artikelnummer in NEN 8700.
Voor alle correctiefactoren en belastingfactoren moeten de waarden uit de tabellen van NEN 8700 zijn gebruikt. De uit te voeren sommen zijn verder niet verschillend van de sommen die met NEN-EN 1990 alleen worden gemaakt.
Van belang zijnde documenten Voor een meer fundamenteel gebruik van NEN 8700 zijn verdere documenten van belad. Gereed en beschikbaar is NEN 8701, waarvan het gebruik is mogelijk gemaakt via artikel 4.1.8 van NEN 8700.
Naast NEN 8701 zullen ook materiaal gebonden delen van de “8700 serie” verschijnen, alsook een NEN 8707 voor beoordeling van bestaande en verbouwsituaties bij funderingen.
De wetenschappelijke onderlegger Door TNO is een onderdocument gemaakt met de theoretische achtergronden van de beschouwingen rond bestaande bouw en verbouw, e.e.a. in combinatie met de eurocodes. Dit rapport (TNO-060-DTM-2011-03086) is het vervolg en een uitbreiding van het rapport 2008-D-R0015/B en van een eerder rapport 2004-CI-R0159.
Dieper op de materie ingaan Deze korte introductie van NEN 8700 kan constructeurs op weg helpen. Door NEN in samenwerking met het COBc wordt een tweedaagse cursus aangeboden om dieper op de materie in te gaan. O.a. wordt bij deze cursus op de relatie met gelijkwaardigheid ingegaan en ook wordt de plaats van NEN 8700 in de architectuur van de regelgeving nader gepreciseerd. De cursus behandelt een aantal casussen die de constructeur met de meer complexe toepassing vertrouwd maakt.
En dan een casus….. Een eenvoudige casus, die tot doel heeft snel het basisprincipe van het werken met NEN 8700 in de vingers te krijgen. Het is niet de bedoeling om sommen te maken, maar meer het vaststellen van de procesgang om te komen tot de oplossing.
CASE 1 Dakkapel en zolder wordt verblijfsruimte • Betreft een verbouwing van zolder tot slaapkamer met dakkapel • Het betreft een kap met spanten en gordingen • Het pand is gebouwd in 1964 en heeft geen speciale status • Verandering beschouwen vanuit: 1. Constructieve overwegingen, en 2. Overwegingen gebaseerd op toezicht en handhaving • Welke documenten moeten worden gehanteerd? • Welke eisen moeten of mogen worden gesteld? • Welke berekeningen dienen te worden gemaakt? • Waar moet de toegang van de zolder aan voldoen? • Beoordelingsopdracht: Gevraagd wordt de afwegingen te formuleren met betrekking tot de constructieve aspecten van de verbouwing. Welke procedures moeten in dit verband worden gevolgd? Uitgangspunten voor de beoordeling van de constructieve aspecten te benoemen en keuzes te motiveren, e.e.a. gebaseerd op aan te geven bepalingen uit de bouwregelgeving. Welke rol speelt toezicht en handhaving van het bouwtoezicht en welke regels en bepalingen spelen hierbij een rol?
Bestaande woning
De verbouwing
Waar staande regels? Startpunt: de Woningwet. Artikel 1b, lid 1: Tenzij een omgevingsvergunning het uitdrukkelijk toestaat, is het verboden: a. een gebouw te bouwen, voor zover daarbij niet wordt voldaan aan de
op dat bouwen van toepassing zijnde voorschriften, bedoeld in artikel 2, eerste lid; b. een bouwwerk, niet zijnde een gebouw, te bouwen, voor zover daarbij niet wordt voldaan aan de op dat bouwen van toepassing zijnde voorschriften, bedoeld in artikel 2, derde lid.
Waar staande regels? Startpunt: de Woningwet. Artikel 1b, lid 2; Het is verboden: a. een bestaand gebouw in een staat te brengen, te laten komen of te houden die niet voldoet aan de op de staat van dat gebouw van
toepassing zijnde voorschriften, bedoeld in artikel 2, tweede lid; b. een bestaand bouwwerk, niet zijnde een gebouw, in een staat te brengen, te laten komen of te houden die niet voldoet aan de op de staat van dat bouwwerk van toepassing zijnde voorschriften, bedoeld in artikel 2, vierde lid.
Waar staande regels? Startpunt: de Woningwet. De Wet kent dus slechts eisen voor het bouwen en voor de staat van een bouwwerk (gebouw). Om verder te komen bij een activiteit waarbij een bouwwerk (gebouw) gedeeltelijk wordt verbouwd is nog een artikel van de Woningwet nodig.
Waar staande regels? Startpunt: de Woningwet. Artikel 4 Indien een bouwwerk gedeeltelijk wordt vernieuwd, veranderd of vergroot, zijn de voorschriften, bedoeld in artikel 2, voor zover zij betrekking hebben op dat bouwen, slechts van toepassing op die
vernieuwing, verandering of vergroting.
Vaststellen of en wat er wordt gebouwd Bij het huis van het voorbeeld zal dus moeten worden vastgesteld wat er vernieuwd, veranderd of Vergroot wordt. In de volgende tekening zijn de onderdelen van het gebouw die aan dit criterium voldoen rood gemaakt.
Wat wordt er “gebouwd”?
Wat wordt er “gebouwd”? De volgende onderdelen vallen dus onder bouwen en moeten derhalve (via artikel 2, eerste lid van de Woningwet) voldoen aan het gestelde in artikel 2.1 van het Bouwbesluit 2012. De dakkapel; De nieuwe vaste trap naar de zolderverdieping; De raveelconstructie in de zoldervloer mits het criterium voor bouwen daarvoor geldt; De nieuwe vloerafscheiding op de zolderverdieping.
Regels voor de constructie De algemene regel voor de sterkte van een te bouwen constructie staat in artikel 2.1 van het Bouwbesluit 2012. Artikel 2.1 Aansturingsartikel 1. Een te bouwen bouwwerk is voldoende bestand tegen de daarop werkende krachten.
2. Voor zover voor een gebruiksfunctie in tabel 2.1 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.
Regels voor de constructie In tabel 2.1 is artikel 2.5 aangewezen als voorschrift bij elke gebruiksfunctie. Dit artikel geeft een nuancering op de voorschriften van de artikelen 2.2 t/m 2.4, in het geval van het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk (gebouw).
Artikel 2.5 Verbouw Op het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk zijn de artikelen 2.2 tot en met 2.4 van overeenkomstige toepassing, waarbij in plaats van het in die artikelen aangegeven niveau van eisen wordt uitgegaan van het niveau zoals aangegeven in NEN 8700.
Basisprincipe Bij een verbouwing gelden voor de constructie van te bouwen onderdelen dus de regels zoals ze moeten zijn toegepast conform NEN 8700. NEN 8700 dient steeds te worden gebruikt in combinatie met NEN-EN 1990. De indeling van de artikelen van NEN 8700 is gesynchroniseerd met die van de NEN-EN 1990. Om een goed beeld te hebben in de relaties tussen ontwerplevensduur, restlevensduur en referentieperiode is het bestuderen van artikel 2.3 van NEN 8700 opportuun.
NEN 8700, Artikel 2.3 (1e alinea) (1a) In deze norm is, naar analogie van de ontwerplevensduur, sprake van een restlevensduur. Voor verbouw moet de restlevensduur zodanig zijn gekozen, dat deze niet eindigt voor het einde van de oorspronkelijke ontwerplevensduur van de overige constructiedelen. Voor de restlevensduur moet 15 jaar als absoluut minimum zijn aangehouden. Enz.
Ontwerplevensduur (NEN-EN 1990, artikel 1.5.2.8) Veronderstelde periode gedurende welke een constructie of een deel ervan te gebruiken is voor het doel als beoogd, met inbegrip van het voorziene onderhoud, maar zonder dat ingrijpend herstel nodig is.
Restlevensduur (NEN8700, artikel 1.5.2.8.a). Veronderstelde periode gedurende welke een bestaande of verbouwde constructie of een deel ervan is te gebruiken voor het beoogde doel.
N.B. Lees ook de opmerkingen bij dit artikel.
Referentieperiode (NEN-EN 1990, artikel 1.5.3.15). Gekozen tijdsperiode die wordt gebruikt als grondslag voor statistische waarde bepaling van veranderlijke belastingen en eventueel voor buitengewone belastingen.
Bij het onderhavige voorbeeld hebben we te maken met Restlevensduur. Gezien het gebouw van 1964 is hebben we te maken met de minimum eis (15 jaar, zie artikel 2.3 van NEN 8700).
Welke delen van het huis uit het voorbeeld blijven bestaan?
Welke delen van het huis uit het voorbeeld blijven bestaan? In beginsel komen alle onderdelen die in de voorgaande tekening niet rood zijn gekleurd, hiervoor in aanmerking. Omdat deze onderdelen in eerste instantie niet worden vernieuwd, veranderd of vergroot en er dus geen sprake is van bouwen, maken zij geen deel uit van de verbouwing en gelden dus niet de regels voor het bouwen.
Regels voor de constructie Voor deze onderdelen gelden echter wel steeds de regels voor de staat van een bouwwerk (of een onderdeel daarvan). Die onderdelen moeten derhalve (via artikel 2, tweede lid van de Woningwet) voldoen aan het gestelde in artikel 2.6 van het Bouwbesluit 2012. Dit artikel beschrijft het prestatie-niveau dat een constructie of een deel daarvan ten minste moet bezitten in een bestaande situatie.
Regels voor de constructie Artikel 2.6 Aansturingsartikel 1. Een bestaand bouwwerk is gedurende de restlevensduur voldoende bestand tegen de daarop werkende krachten. 2. Voor zover voor een gebruiksfunctie in tabel 2.6 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.
Regels voor de constructie In tabel 2.6 is artikel 2.7 aangewezen als voorschrift bij elke gebruiksfunctie. Dit geldt tevens voor artikel 2.8, het eerste lid. Uit deze artikelen blijkt dat ook voor bestaande bouw NEN 8700 de leidraad is voor constructieve beschouwingen Artikel 2.7 Fundamentele belastingscombinaties Een bouwconstructie bezwijkt niet gedurende de in NEN 8700 bedoelde restlevensduur bij de fundamentele belastingscombinaties als bedoeld in NEN 8700.
Regels voor de constructie In tabel 2.6 is verder artikel 2.8 aangewezen. Het tweede lid van dit artikel is niet van toepassing op alle gebruiksfuncties. Artikel 2.8 Uiterste grenstoestand 1. Het niet bezwijken als bedoeld in artikel 2.7 wordt bepaald volgens NEN 8700.
2. Bij een niet in een woongebouw of logiesgebouw gelegen woonfunctie of logiesfunctie kan het bepalen van het niet bezwijken als bedoeld in artikel 2.7 rekening worden gehouden met de stabiliteitsvoorziening van een op een aangrenzend perceel gelegen gebruiksfunctie van dezelfde soort.
Restlevensduur, referentieperiode De restlevensduur voor bestaande constructies is 1 jaar (zie NEN 8700, artikel 1.5.1.0a, LET OP! Bij opmerking 2 staat foutief “gevolgklasse 1”, dit moet zijn “gevolgklasse 1a”). De toe te passen referentieperiode voor de veranderlijke belastingen staat goed verwoord in opmerking 3 van artikel 1.5.2.8a van NEN 8700. Voor de casus (delen bestaande bouw) is derhalve de restlevensduur 1 jaar en de referentieperiode voor de veranderlijke belastingen 15 jaar.
Bestaande constructies; twee mogelijkheden. 1. Bij de toets van de constructies waaraan niet wordt gebouwd op de criteria voor bestaande bouw blijkt dat een getoetste constructie voldoet aan die criteria. Publiekrechtelijk behoeft er dan niets te worden gedaan. 2. Bij de toets blijkt dat het onderdeel niet voldoet. Er is dan strijd met artikel 1b, lid 2 van de Woningwet en als de eigenaar niets doet, is hij in overtreding. Er kan worden gehandhaafd. De eigenaar moet de constructie aanpassen. Voor de constructie is dan sprake van “verbouw” en hij zou “rood” moeten zijn gekleurd .
Voor welke onderdelen is de toets bestaande bouw opportuun? In de casus zouden de volgende onderdelen van de bestaande constructie in aanmerking komen voor de controle: 1. De onderdelen van de dakconstructie waar de dakkapel in is opgelegd; 2. De onderdelen van de bestaande zoldervloer waar de nieuwe vaste trap in is opgelegd. 3. De onderdelen van de verdiepingvloer waar de nieuwe vaste trap in is opgelegd. 4. Het resterende deel van de zoldervloer, als gevolg van belastingverhoging i.v.m. de nieuwe gebruiksfunctie.
Bedankt voor uw aandacht !!