CONCEPT (versie 060911)
Dorpsgericht werken op de Utrechtse Heuvelrug
Projectnaam: Ambtelijk opdrachtgever: Bestuurlijk opdrachtgever: Projectleider: Datum:
Notitie Dorpsgericht werken Dhr. D. van der Sleen Wethouder T.J. Verhoef Mw. R.L. Parahoe september 2011 1
Inhoudsopgave Voorwoord .................................................................................................................................................................. 3 Samenvatting .............................................................................................................................................................. 4 1
Inleiding .............................................................................................................................................................. 5 1.1 1.2 1.3 1.4
Wat is Dorpsgericht werken?.............................................................................................................................................................. 6 Totstandkoming notitie Dorpsgericht werken ................................................................................................................................. 6 Waarom ook focus op gemeentelijke organisatie? ........................................................................................................................... 6 Leeswijzer.............................................................................................................................................................................................. 7
Het speelveld van Dorpsgericht werken ........................................................................................................ 9
2 2.1 2.2
Beleidskader.......................................................................................................................................................................................... 9 Overige ontwikkelingen binnen de gemeente................................................................................................................................ 12
Visie Dorpsgericht werken op de Utrechtse Heuvelrug............................................................................. 13
3 4
Organisatie Dorpsgericht werken.................................................................................................................. 16 4.1 4.2 4.3 4.4
Dorpsnetwerken................................................................................................................................................................................. 16 Dorpsteam........................................................................................................................................................................................... 17 De dorpswethouder ........................................................................................................................................................................... 18 Dorpscoördinator ............................................................................................................................................................................... 18
Dorpsgericht werken en de samenleving ..................................................................................................... 19
5 5.1 5.2
6
Participatierichtlijn............................................................................................................................................................................. 19 Instrumenten Dorpsgericht werken................................................................................................................................................. 22
Uitvoeringsprogramma en planning............................................................................................................. 27 6.1 6.2 6.3
7
Actiepunten als onderdeel van andere gemeentelijke projecten .................................................................................................. 27 Bestaande/lopende actiepunten als onderdeel van Dorpsgericht werken .................................................................................. 27 Nieuwe actiepunten als onderdeel van Dorpsgericht werken ..................................................................................................... 27
Financiën ........................................................................................................................................................... 29 7.1 7.2
8
Wat levert het dorpgerichter werken op? ....................................................................................................................................... 29 Financiële gevolgen uitvoeringsprogramma .................................................................................................................................. 29
Hoe verder ........................................................................................................................................................ 32 8.1 8.2
Inregelen interne en externe organisatie ......................................................................................................................................... 32 Evaluatie.............................................................................................................................................................................................. 32
Bijlage 1: Indeling dorpen ....................................................................................................................................... 33 Bijlage 2: Afwegingskader Duurzaamheid........................................................................................................... 33 Bijlage 3: Afwegingskader signalen dorp ............................................................................................................. 33 Bijlage 4: Dorpsgericht werken en de gemeentelijke organisatie ...................................................................... 33 Literatuur .................................................................................................................................................................. 34 Colofon ...................................................................................................................................................................... 35
2
Voorwoord De gemeente Utrechtse Heuvelrug wil de komende jaren meer dorpsgericht gaan werken. Dat past bij het karakter van onze gemeente, waarin ieder dorp zijn eigen identiteit, waarde en kracht heeft. Die identiteit, waarde en kracht moeten we benutten en willen we versterken. Dorpsgericht werken past ook in een tijd waarin burgers geëmancipeerd en beter opgeleid zijn. Inwoners hebben vanuit hun kennis en ervaring ideeën en meningen over de inrichting van hun leefomgeving en kunnen daarom een waardevolle bijdrage leveren aan het oplossen van problemen die zich hier voordoen. En dorpsgericht werken past bij een gemeentelijke overheid die de inwoners centraal wil stellen en met hen samen wil werken aan de leefbaarheid en het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving. We beginnen niet bij nul. Er is de afgelopen jaren al de nodige ervaring opgedaan met dorpsgericht werken. Daar kunnen we op voortbouwen. In de verschillende dorpen krijgen de komende tijd woonservicegebieden concreet vorm. Daarmee krijgt dorpsgericht werken direct en praktisch handen en voeten. De kern van dorpsgericht werken is niet het bedenken van nieuw beleid, maar het gaat vooral om de manier waarop we beleid ontwikkelen en uitvoeren: van aanbodgericht naar vraaggericht, zoals het ergens in de nota kernachtig staat verwoord. Dat vraagt het nodige van onze inwoners, maar zeker ook van onze organisatie. Het is niet een revolutie die de gemeente van de ene op de andere dag ingrijpend zal veranderen, maar wel een koers die we beslist zullen inzetten, omdat we overtuigd zijn van de vruchten die we van het dorpsgericht werken zullen plukken: hogere kwaliteit van beleid en uitvoering en grotere betrokkenheid van onze inwoners.
Tim Verhoef
3
Samenvatting Dorpsgericht werken gaat over het leveren van maatwerk op lokaal niveau, waarbij wordt ingespeeld op de identiteit van de dorpen. De notitie is opgedeeld in twee delen: een visie en een uitwerking daarvan in een uitvoeringsprogramma. De kern van de visie is de vormgeving van participatie bij de beleidsontwikkeling en de uitvoering van projecten. Het uitvoeringsprogramma beschrijft welke instrumenten de gemeente beschikbaar stelt om lokale initiatieven te ondersteunen. Ook wordt een beeld geschetst van de inbedding van het Dorpsgericht werken in de gemeentelijke organisatie.
Focus op het dorp, wijk, buurt of straat
Vertrekpunt is de leefwereld van iedere inwoner, werknemer of recreant
Alle invalshoeken in beeld met het oog op samenhang (integrale aanpak)
Per gebied een passende aanpak (maatwerk)
Voor de samenleving Het uitvoeringsprogramma is erop gericht om de afstand tussen inwoners en de gemeente klein te houden door vooral open, helder en tijdig te communiceren. De dorpscoördinator is de ‘spin in het web’ binnen een dorp en onderdeel van het dorpsteam, ookwel de oren en ogen van gemeente en professionele partners. Binnen het dorp is actief contact met verenigingen en instellingen. Inwoners kunnen de dorpscoördinator gemakkelijk benaderen tijdens het wekelijkse spreekuur. Zaken die binnen een dorp spelen worden beter gesignaleerd en door inwoners zelf opgepakt. De gemeente faciliteert hierin. Daarnaast worden aandachtspunten gezamenlijk besproken en geprioriteerd. Inwoners kunnen eenvoudig zien welke punten worden aangepakt door mede-inwoners of door de gemeente via het activiteitenoverzicht per dorp en de daaraan verbonden actiekaart. Centraal staan de wensen en behoeften van het dorp en haar inwoners. Dus mocht gedurende een jaar de prioritering veranderen dan wordt het activiteitenoverzicht per dorp gewijzigd. Voor de gemeentelijke organisatie Uitgangspunt is dat inwoners zelf actie ondernemen. Soms is een rol voor de gemeente hierin weggelegd. Om de slaagkans van het Dorpsgericht werken te vergroten is daarom een goede inbedding in de organisatie nodig. De inbedding komt mede tot stand door dorpsgericht werken een vast onderdeel te maken van adviezen en door een goede organisatie van de werkzaamheden. Bij elk nieuw plan, project of beleidsontwikkeling wordt een participatierichtlijn gehanteerd. De gemeentelijke afdelingen krijgen meer inzicht in wat er in de dorpen speelt door verschillende instrumenten en door betere communicatie. Dit bevordert de integraliteit van het werk en zorgt ervoor dat er geen onnodig werk wordt verricht. Dorpsgericht werken is er niet alleen voor dorpscoördinatie of de samenleving, maar ook voor de gehele gemeentelijke organisatie!
4
1
Inleiding
In het collegeprogramma van de gemeente Utrechtse Heuvelrug zijn de plannen en doelstellingen voor de periode 2010 – 2014 opgenomen. Er staat onder meer in dat het college van burgemeester en wethouders (college) ernaar streeft om in toenemende mate dorpsgericht te werken. Hierin wordt ook een voorschot genomen op de concrete invulling van het dorpsgerichter werken. Het college geeft aan: - de taken van de huidige wijkregisseurs uit te breiden op het gebied van coördinatie en regie van de ontwikkelingen per dorp; - inwoners en organisaties vanaf het begin te betrekken bij de planning en uitvoering van belangrijke projecten in de openbare ruimte in hun directe omgeving; - in dorpen de gemeente herkenbaar en aanspreekbaar te maken met een gemeentelijk servicepunt, waarbij per dorp wordt bekeken welke diensten en informatiefuncties hier kunnen worden opgenomen; - naast die fysieke servicepunten ook een virtueel ‘dorpsplein’ inrichten, waar inwoners niet alleen meldingen en ideeën kunnen doorgeven aan de gemeente, maar ook met elkaar kunnen communiceren over ontwikkelingen in hun dorp en de bijdragen die zij hierin kunnen leveren; - het fonds lokale sociale impuls in te zetten om lokale initiatieven van inwoners en projecten te stimuleren waarin inwoners samenwerken met de gemeente; - het beleid van de afgelopen jaren voort te zetten met dorpswethouders en de jaarlijkse dorpsbezoeken van het college; - de ontwikkeling van woonservicegebieden in alle dorpen met kracht voort te zetten.
Doel van het Dorpsgericht werken: ► de identiteit van en de sociale cohesie binnen de dorpen versterken; ► inwoners nog meer betrekken bij planvorming (zoals beleidsontwikkeling) en de uitvoering van projecten in hun directe omgeving; ► bestuurders en ambtelijke organisatie geven samen met inwoners, organisaties, professionals en partners inhoud aan de doelstellingen van het collegeprogramma ‘SamenWerk in uitvoering’ op een creatieve en interactieve wijze.
5
1.1
Wat is Dorpsgericht werken?
Dorpsgericht werken heeft twee kanten. Dorpsgericht werken speelt in op de behoeften van inwoners en lokale organisaties. Daarnaast vraagt het Dorpsgericht werken een gemeentelijke organisatie die flexibel en gemakkelijk te benaderen is, zodat het maatwerk kan bieden als het om lokale vragen gaat. Dorpsgericht werken is een manier van werken. Omdat Dorpsgericht werken doorlopend is en uitvoerend van karakter, is het juist belangrijk om een ideaal beeld – een visie - voor ogen te hebben. De visie omschrijft: - hoe effectieve (bewoner)participatie is vormgegeven èn wordt toegepast; - hoe de gemeente behoeften van inwoners in een buurt, wijk of dorp kan signaleren en welke instrumenten inwoners hebben om hier zelf acties aan te verbinden; - de voorwaarden om goed dorpsgericht te kunnen werken; - hoe Dorpsgericht werken is ingebed in de gemeentelijke organisatie. Dorpsgericht werken gaat over maatwerk op lokaal niveau. Het niveau is afhankelijk van het onderwerp en kan een buurt, wijk of dorp zijn. Voorop staat het inspelen op en behoud van de identiteit van de dorpen. In de nota wordt daarom niet gesproken over buurtgericht of wijkgericht werken, maar over Dorpsgericht werken. 1.2
Totstandkoming notitie Dorpsgericht werken
De notitie Dorpsgericht werken is tot stand gekomen in samenspraak met interne en externe partijen. Binnen de gemeente is met medewerkers gesproken die werkzaam zijn op verschillende (beleids-) velden onder meer in de vorm van een projectgroep. Op 24 maart 2011 is de gemeenteraad geïnformeerd over het voorbereidingsproces van het beleid Dorpsgericht werken. Tijdens de raadsinformatieavond deelden medewerkers van de gemeenten Baarn en Zeist hun ervaringen met wijk- en dorpsgericht werken met de raadsleden en was er gelegenheid om van gedachten te wisselen. Een virtueel dorpsplein werd op internet ingericht om inwoners te betrekken bij het beleidsvormingsproces. Inwoners kregen hier de gelegenheid om te discussiëren over verschillende stellingen in relatie tot Dorpsgericht werken. De respons op het virtuele dorpsplein was echter nihil en dus niet bruikbaar. De oorzaak hiervan kan hebben gelegen aan de onbekendheid van het gebruik van het nieuwe medium, onvoldoende communicatie of anders. Vanwege de lage respons is daarom besloten om tijdens de dorpsbezoeken alsnog in gesprek te gaan met inwoners over Dorpsgericht werken. Naast inwoners werden ook circa 65 maatschappelijke organisaties (professionele partners en verenigingen en stichtingen) uitgenodigd voor rondetafelgesprekken in het teken van Dorpsgericht werken. Ongeveer 20 organisaties maakten hiervan gebruik. De gesprekken hadden als doel om te toetsen welke vorm van Dorpsgericht werken het beste bij de gemeente Utrechtse Heuvelrug past en hoe de organisaties hun eigen rol en bijdragen zien. De resultaten van de gesprekken en discussies zijn verwerkt in deze notitie. De maatschappelijke organisaties zijn in september opnieuw uitgenodigd om hun mening over de conceptnota te horen. 1.3
Waarom ook focus op gemeentelijke organisatie?
Dorpsgericht werken gaat uit van de eigen kracht van inwoners. De kracht om verbindingen aan te gaan met andere inwoners (al dan niet thematisch), de kracht om te signaleren (of èn welke aandachtspunten er binnen een dorp zijn) en vooral de kracht om hier gevolg aan te geven.
6
Binnen een gemeente komt alles samen: vragen van inwoners maar ook van andere spelers in een dorp, van het sociaal-maatschappelijke tot het fysieke. Soms is het voor inwoners nodig om gebruik te maken van de kennis en kunde van de gemeente. Maar de gemeente kan ook van heel praktische betekenis zijn en kan bijvoorbeeld ‘smeerolie’ bieden en transparantie binnen een dorp bevorderen (wat gebeurt er en door wie). De ervaring van andere gemeenten is dan ook dat de slaagkans van Dorpsgericht werken sterk samenhangt met de inbedding van het Dorpsgericht werken binnen de gemeentelijke organisatie. 1.4
Leeswijzer
De nota bestaat uit twee onderdelen: een beleidskader & visie en de uitwerking van de visie & uitvoeringsprogramma. Beleidskader & visie In het beleidskader en visie wordt het speelveld van het Dorpsgericht werken uiteengezet. Met andere woorden het rijksbeleid, gemeentelijk beleid, huidige situatie en ontwikkelingen. De visie Dorpsgericht werken beschrijft wat het Dorpsgericht werken op de Utrechtse Heuvelrug betekent. Uitwerking visie & uitvoeringsprogramma In het deel ‘Uitwerking visie & uitvoeringsprogramma’ wordt aangegeven wat de visie concreet betekent, welke actiepunten hieruit voortkomen en wat de gevolgen zijn voor het uitvoeren en implementeren van de actiepunten. Grofweg bestaat de visie uit twee onderdelen: 1. Organisatie Dorpsgericht werken (hoofdstuk 4) 2. Dorpsgericht werken en de samenleving (hoofdstuk 5) a. Participatierichtlijn b. Instrumenten Dorpsgericht werken In hoofdstuk 2 paragraaf 2 wordt aangegeven dat er een sterke relatie is tussen verschillende ontwikkelingen binnen de gemeente en Dorpsgericht werken. Het kan zo zijn dat een bepaald actiepunt binnen een ander programma of project wordt opgepakt. Om toch een integraal beeld te geven wordt het actiepunt binnen dit uitvoeringsprogramma benoemd en wordt ook aangegeven binnen welk programma of project het actiepunt wordt uitgewerkt. Sommige actiepunten omschrijven wat nodig is om het startpunt te bereiken om effectief dorpsgericht te kunnen werken. Andere actiepunten zijn doorlopend en nodig om Dorpsgericht werken een plaats te geven in de samenleving en binnen de gemeentelijke organisatie. Hoofdstuk 6 geeft een overzicht van alle actiepunten, hoofdstuk 7 een indicatie van benodigde middelen en hoofdstuk 8 inzicht in de planning. Het Dorpsgericht werken gaat over het inspelen op de actualiteit, zowel fysiek als sociaal. Een jaarlijkse evaluatie is daarom nodig om het beleid te toetsen aan de werkelijkheid. In paragraaf 8.2 is opgenomen uit welke onderdelen de evaluatie bestaat. In bijlage 1 is een grafische weergave van de gebiedsindelingen opgenomen. Bijlage 2 bevat het afwegingskader Duurzaamheid. Hiermee kan een integrale afweging (people, planet, profit, proces) gemaakt worden binnen gemeentelijke projecten. Bijlage 3 is een instrument voor de gemeentelijke organisatie om te bepalen òf, wanneer en hoe een signaal uit de samenleving wordt opgepakt. Inbedding van het Dorpsgericht werken binnen de gemeentelijke organisatie is van essentieel belang voor de slaagkans hiervan. In bijlage 4 wordt geïllustreerd hoe de inbedding tot stand kan komen.
7
Beleidskader & visie
8
2
Het speelveld van Dorpsgericht werken
In dit hoofdstuk wordt aangegeven wat het rijksbeleid is in relatie tot Dorpsgericht werken en wordt ingezoomd op het gemeentelijk beleid. Vervolgens wordt de huidige situatie binnen de gemeente Utrechtse Heuvelrug geschetst. 2.1
Beleidskader
2.1.1 Rijksbeleid Versterking van buurten en wijken vergt een samenhangende, sociaalfysieke aanpak. In 2007 blies het toenmalige kabinet nieuw leven in de wijkenaanpak: een integrale en gebiedsgerichte manier van samenwerken in wijken. Het gaat hierbij om de aanpak op het gebied van beheer, bouw en onderhoud, maar ook om leefomgeving, veiligheid, gezondheid, werk, onderwijs en sociale cohesie. Bewoners staan hierin centraal. Het huidige kabinet ondersteunt deze opgave. De huidige financieel-economische situatie drukt echter een stempel op de inzet. Maar minder financiële middelen betekent niet dat er minder noodzaak is om steden en dorpen leefbaar te maken en te houden. Inwoners, maatschappelijke organisaties en gemeenten zijn hiervoor gezamenlijk verantwoordelijk. Het Rijk volgt de voortgang van leefbaarheid in steden en dorpen via de Leefbarometer1 en de Sociale Staat van het Platteland2. In 2012 wordt de tussenstand bekeken, waaronder de gemaakte prestatieafspraken ten aanzien van het Investerings Budget Stedelijke Vernieuwing 2010-20143. 2.1.2 Gemeentelijk beleid Al direct bij de herindeling onderkende de nieuwe gemeente Utrechtse Heuvelrug het eigen karakter van haar dorpen. Wensen en behoeften van inwoners, maar ook van lokale ondernemers en maatschappelijke organisaties verschillen van dorp tot dorp. Verschillende keren werd getracht om Dorpsgericht werken vorm te geven. De implementatie hiervan strandde, omdat de gemeentelijke organisatie op dat moment onvoldoende ontwikkeld was. Dorpsgericht werken raakt het merendeel van de beleidsvelden binnen een gemeentelijke organisatie. Het hebben van visies op beleidsveldniveau is daarom essentieel. Nu de meeste nota’s per beleidsveld zijn vastgesteld, is de gemeente klaar om Dorpsgericht werken te beschrijven en te implementeren. Hierna wordt de verbinding gelegd tussen de meest richtinggevende en integrale beleidsnota’s voor de gemeente Utrechtse Heuvelrug en Dorpsgericht werken.
De Leefbaarometer geeft online informatie over de leefbaarheid in alle buurten en wijken, zie www.leefbaarometer.nl De monitor sociale staat van het platteland is ontwikkeld door het Sociaal en Cultureel Planbureau en volgt de sociale en culturele veranderingen op het platteland 3 De Rijksoverheid investeert € 1,2 miljard via het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 2010-2014 (ISV3). De provincie Utrecht heeft een bedrag van € 956.294,- aan de gemeente Utrechtse Heuvelrug verleend, waarvan € 478.450,- voor bodemonderzoek en bodemsanering 1 2
9
Structuurvisie 2030 “Groen dus vitaal” De structuurvisie bevat meerdere onderdelen die een relatie hebben met Dorpsgericht werken. Thema 4 ‘Leefbare dorpen’ gaat expliciet in op Dorpsgericht werken. Binnen dit thema worden twee opgaven genoemd: het behoud van de eigenheid van ieder dorp en dat ook dorpsgericht invullen èn het bij elkaar brengen van behoeftes en wensen door herkenbare en bruisende dorpsharten te ontwikkelen. Het opstellen van beleid voor Dorpsgericht werken wordt concreet benoemd om genoemde opgaven te realiseren. Structuurvisie Utrechtse Heuvelrug
Maatwerk voor wonen & werken
Vrije tijd op de Utr. Heuvelrug
Leefbare dorpen
Op de schouders van ons erfgoed
Duurzaam bereikbaar
Natuur over de heuvels
Woonvisie “Wonen in een vitale gemeente” In de woonvisie worden naast het gemeentelijk woonbeleid, ook de dorpen afzonderlijk belicht. Vertrekpunt van de woonvisie is het werken aan vitale dorpen. Die vitaliteit rust op de pijlers: de lokale dynamiek, groei met respect voor het landschap, een gemengde bevolking, een passend lokaal voorzieningenniveau en goede leefomgeving. Als gevolg van een in de woonvisie genoemd actiepunt, is in 2010 een leefbaarheidonderzoek uitgevoerd onder alle inwoners van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. In 2012 wordt het onderzoek geëvalueerd aan de hand van de eerste effectmeting. Visie woonservicegebieden “Sociale rijkdom in alle dorpen” In de visie op woonservicegebieden staan onder meer de speerpunten van de Wet maatschappelijke ondersteuning centraal: zelfredzaamheid4 en participatie. Een woonservicegebied is een gebied waarin behalve “gewoon wonen” optimale condities zijn geschapen voor wonen gecombineerd met zorg en welzijn (dienstverlening) tot en met niet-planbare 24-uurs zorg. Door de participatie van inwoners wordt voeling gehouden met wat er in het woonservicegebied leeft en wat nodig is aan diensten. Zo sluiten vraag en aanbod beter op elkaar aan. In het woonservicegebied is de samenwerking versterkt of aangepakt met allerlei formele en informele inwonersorganisaties. Ze zijn actief betrokken bij het ontwikkelen van het woonservicegebied, zowel in de voorbereidende als uitvoerende (beheer) fase. Een woonservicegebied wordt zo een streefbeeld van Dorpsgericht werken! Ruimtelijk beleid Het ruimtelijk beleid zoals bestemmingsplannen gaat ook sterk uit van het lokale karakter. Binnen het milieubeleid worden aspecten ook gebiedsgericht benaderd: er wordt uitgegaan van het karakter en de functie van een plek om vervolgens te bepalen hoe hoog een milieulat wordt gelegd. Bijvoorbeeld: in een dorpskern wordt een hoger geluidsniveau geoorloofd dan in het buitengebied. Vooral ook in het ruimtelijk beleid valt nog winst te behalen door meer participatief te gaan werken.
4 Met zelfredzaamheid wordt het volgende beldoeld: het vermogen het eigen leven in te richten zonder hulp van anderen – ook zonder hulp van de overheid - en burgers die elkaar ondersteunen via sociale verbanden
10
2.1.3 De huidige situatie op de Heuvelrug De gemeente kent al dorpsgerichte acties, vanuit de algemene visie om aandacht te geven aan de verscheidenheid van de dorpen. In deze paragraaf wordt de huidige dorpsgerichte werkwijze toegelicht en aangegeven wat de overige ontwikkelingen zijn binnen de gemeentelijke organisatie. 2.1.4 Programmabegroting gemeente Utrechtse Heuvelrug Tot de Programmabegroting 2011-2013 kende de begroting een paragraaf Dorpsgericht werken. In de paragraaf werden de consequenties van de uitvoering van diverse taakvelden voor zover mogelijk per dorp in beeld gebracht. Met de wijziging van de coalitie in 2010 heeft ook de indeling van de programmabegroting een wijziging ondergaan. Dorpsgericht werken maakt nu onderdeel uit van programma 3 Dienstverlening. 2.1.5 De wijkregisseur De wijkregisseur adviseert bij organisatiebrede vraagstukken en beleidsontwikkelingen van de openbare ruimte, met nadruk op de functionele en sociale aspecten. Ook initieert de wijkregisseur (sociale) projecten op het gebied van de directe leefomgeving van inwoners. Dit doen zij samen met lokale partners, maar ook met inwoners van een straat of wijk. De wijkregisseur stimuleert samenwerking tussen alle partijen in de wijk waar het gaat om zaken in de directe fysieke en sociale leefomgeving. 2.1.6 Dorpswethouder De dorpswethouder is de verbinding tussen de inwoner en het bestuur van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. De dorpswethouder sluit de signalen uit het betreffende dorp kort met de beleidsverantwoordelijke wethouder en andersom. Ook probeert hij of zij bij belangrijke gebeurtenissen in een dorp aanwezig te zijn. De dorpswethouder is een klankbord, maar de portefeuillehouder is verantwoordelijk. 2.1.7 Dorpsbezoeken Het college houdt jaarlijks dorpsbezoeken om op een persoonlijke en directe wijze contact te leggen en te onderhouden met inwoners. De bezoeken zijn een informele manier om in gesprek te gaan met inwoners. De bezoeken zijn de afgelopen jaren thematisch ingevuld, met in 2009 het thema ‘Duurzaamheid’ en in 2010 ‘Wat leeft er in de dorpen?’. 2.1.8 Actieteams De gemeente Utrechtse Heuvelrug werkt met haar maatschappelijke partners samen in de actieteams. Het actieteam werkt in opdracht van de burgemeester en de wethouder Jeugd en staat onder leiding van de adviseur Openbare orde en Veiligheid. In het actieteam zitten de gemeente (naast beleidsmedewerker Veiligheid ook de beleidsmedewerker Jeugd en de wijkregisseurs), de politie, het jongerenwerk en de woningbouwcorporaties. Het actieteam monitort overlastplekken en spreekt waar nodig op maat acties af. Bij ernstigere overlast worden de groepen geanalyseerd. Er zijn daarbij lijnen van het actieteam naar de veiligheidsmakelaar5 en het zorgnetwerk 12+6. Het actieteam geeft ook signalen af over waar de gemeente keuzes zou moeten maken. Dat gebeurde bijvoorbeeld over het ontbreken van samenhangend beleid op het gebied van alcohol en over het ontbreken van een goede link naar het jongerenloket. Ook is het actieteam soms betrokken bij projecten rondom jongerenoverlast. Zo was het actieteam betrokken bij het initiatief van de Marokkaanse moskee in Driebergen om te gaan werken met buurtcoaches en is samen met Bureau HALT gewerkt aan betere afstemming van de activiteiten. 2.1.9 Fonds Lokale Sociale Impuls Op 9 november 2006 is via een amendement het Fonds Lokale Sociale Impuls (LSI) ingesteld. Het fonds had tot doel om initiatieven die direct of indirect voortkomen uit inwoners en die de sociale samenhang 5 De Veiligheidsmakelaar werkt voor het regionaal Veiligheidshuis en is intensief betrokken bij de persoonsgebonden aanpak van criminaliteit en onveiligheid 6 Het zorgnetwerk 12+ is een samenwerkingsverband van verschillende hulpverlenende instanties, die met elkaar zoeken naar de best passende oplossing voor kinderen met problemen in de leeftijd van 12 tot 23 jaar
11
in straten, wijken en dorpen bevorderen, eenmalig financieel te ondersteunen. Het fonds is per 28 april 2011 opgeheven, vanwege de gedachte dat het bereiken van het beoogde doel efficiënter via de exploitatie kan plaatsvinden. 2.1.10 Participatie Bij elke beleidsontwikkeling of uitvoering van projecten en plannen wordt participatie in meer of mindere mate toegepast. Welke actoren worden betrokken en hoe de participatie tot stand komt, wordt per situatie bekeken. Hier is momenteel geen eenduidige werkwijze of stappenplan voor. 2.2
Overige ontwikkelingen binnen de gemeente
2.2.1 Bezuinigingen en kerntaken De sterke daling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds aan de gemeente Utrechtse Heuvelrug dwingt het college en de raad om zich te bezinnen op de rol van de gemeente. Voor onze gemeente is dit de derde bezuiniging op een rij en moeten bezuinigingen daarom worden gezocht in de heroverweging van het bestaande beleid. Het college ziet het als een uitdaging om haar processen beter in te richten: dorpsgericht en integraal. De uitdaging is om ruimte te geven aan de eigen kracht van inwoners en deze te ondersteunen. De gemeente kan zich vervolgens richten op het verbeteren van de leefbaarheid vanuit de eigen kerntaken. 2.2.2 Dienstverlening Bij het leveren van een betrouwbare, effectieve en efficiënte dienstverlening staan inwoners, bedrijven en bezoekers centraal en moet duidelijk zijn wat zij van onze gemeente mogen verwachten. De optimalisatie van onze dienstverlening heeft grote raakvlakken met het Dorpsgericht werken. Bijvoorbeeld de vraag of en op welke wijze gemeentelijke servicepunten in de verschillende dorpen de drempel naar onze dienstverlening kunnen verlagen en de kwaliteit van die dienstverlening kunnen verhogen. 2.2.3 Duurzaamheid Duurzaamheid betreft de afweging van de behoefte die de mensen op de aarde – of lokaal op de Utrechtse Heuvelrug - hebben en hoe dit in de toekomst ontwikkeld kan worden zonder dat inwoners, het milieu of de economie in gevaar komen. Alles wat te maken heeft met maatschappelijk verantwoord leven, milieu, ecologie en toekomstgericht denken wordt onder duurzaamheid geschaard. In het huidige coalitieprogramma wordt sociale dorpse duurzaamheid omschreven. In de zeven dorpen is een rijk verenigingsleven en een groot sociaal bewustzijn. De ambitie is om deze verbinding in de samenleving verder te versterken, ondanks de beperking van middelen voor de maatschappelijke taken. Onlangs is een Afwegingskader Duurzaamheid gemaakt en vastgesteld (zie bijlage 2). In dit Afwegingskader worden alle aspecten benoemd die voor onze gemeente de duurzaamheid van haar werk bepalen, onderverdeeld in Planet, Profit, People en Proces. Veel elementen hiervan hebben direct betrekking op de kenmerken die essentieel zijn voor dorpsgericht werken. Het Afwegingskader Duurzaamheid is een instrument dat door de gehele organisatie als hulpmiddel wordt gebruikt om duurzaamheid in de dagelijkse praktijk handen en voeten te geven, en er over te kunnen communiceren.
12
3
Visie Dorpsgericht werken op de Utrechtse Heuvelrug
Dorpsgericht werken is een manier om inwoners mee te laten denken over zaken die spelen in hun dorp of wijk en om hen mee te laten werken aan de aanpak daarvan. Dorpsgericht werken leidt tot betere samenwerking tussen inwoners, organisaties en de gemeente. In relatie tot de samenleving Dorpsgericht werken is erop gericht om de sociale samenhang en leefbaarheid in buurten, wijken en dorpen te bevorderen. Dit met oog voor de lokale verschillen en eigenheid van de dorpen. Het speelt in op de zelfredzaamheid7 van inwoners. Bevordering van sociale samenhang (cohesie) krijgt zoveel mogelijk van onderaf gestalte. Inwoners worden uitgenodigd om over gemeentelijke acties mee te denken en met (aanvullende) ideeën en suggesties te komen. De resultaten van het tweejaarlijkse leefbaarheidonderzoek en de integrale veiligheidsmonitor dienen als basis voor het in gesprek gaan met inwoners over mogelijke initiatieven en prioritering van acties. Voor de initiatieven en acties geldt dat deze door en voor inwoners worden uitgevoerd. De gemeente initieert geen nieuwe buurt- en wijkverbanden of georganiseerde inwonersinitiatieven, maar maakt gebruik van bestaande netwerken en verbanden (dorpsnetwerk). De gemeente heeft wel een faciliterende taak wanneer inwoners aangeven zich te willen organiseren en kan een verbindende factor zijn. In het kader van Woonservicegebieden initieert de gemeente wèl gebiedsnetwerken. Bestaande beleidsvisies (ruimtelijk èn sociaal) en ontwikkelingen worden op dorpsniveau gebundeld en op een centrale locatie digitaal ontsloten. Op dezelfde locatie is ook een sociale kaart8 per dorp aanwezig. Deze informatie-uitwisseling draagt bij aan open communicatie en een integraal perspectief op de dorpen. In relatie tot de gemeentelijke organisatie De gemeente wil met Dorpsgericht werken haar doelstellingen beter realiseren en de samenhang en dienstverlening aan inwoners verbeteren. Met Dorpsgericht werken verandert er niets aan de gemeentelijke organisatiestructuur. Het is een manier van werken. Met het Dorpsgericht werken wordt gemeentelijk beleid meer op maat van het dorp toegepast en wordt beter ingespeeld op de behoeften van inwoners. Bij de uitwerking van plannen en projecten wordt bekeken of en hoe participatie tot stand wordt gebracht en vormgegeven aan de hand van de participatierichtlijn9. Dit versterkt het draagvlak onder inwoners en verhoogt hun betrokkenheid. Er is een wederzijds begrip voor standpunten. De gemeente wil werken in zes dorpsteams (Driebergen, Doorn, Amerongen, Overberg, Leersum, MaarnMaarsbergen). Een dorpsteam bestaat uit medewerkers van professionele organisaties en heeft als doel om ontwikkelingen (fysiek en sociaal) binnen het dorp te bespreken. De dorpscoördinatoren10 leggen het Van Dale woordenboek omschrijft dit begrip als “het vermogen om het leven in te richten zonder dat hulp van anderen nodig is” 8 Een sociale kaart is de aanduiding voor een verzameling van hulpverleningsinstanties. Daarbij moet men bij het woord kaart in de eerste plaats denken aan de geografische kaart, d.w.z de hulpverleningsmogelijkheden in een bepaalde regio. Die hulpverleningsmogelijkheden worden vaak in almanakken of adreswijzers ondergebracht. Een sociale kaart geeft een overzicht van de instellingen en organisaties op het gebied van bijvoorbeeld welzijn, gezondheidszorg, (sociale) voorzieningen. Een sociale kaart geeft aan voor wie die instellingen bedoeld zijn (de doelgroepen) en beschrijft de werkwijze (activiteiten, doelstelling). 9 De participatierichtlijn is een stappenplan om te bepalen met wie, wanneer en hoe participatie tot stand komt en wordt vormgegeven. Zie hoofdstuk 5 voor meer informatie. 10 De dorpscoördinator is een ambtenaar (voorheen wijkregisseur). Hij/zij fungeert als makelaar tussen gemeentelijke organisatie en samenleving, met de focus op samenleving. Zie paragraaf 4.4 voor meer informatie. 7
13
contact tussen de dorpsteams en interne afdelingen. Zij begeleiden en monitoren de gesprekken. Afdelingen zijn verantwoordelijk voor hun takengebied in de lijn. Afdelingen informeren het dorpsteam vroegtijdig over ontwikkelingen en acties in het dorp.
14
Uitwerking visie & uitvoeringsprogramma
15
4
Organisatie Dorpsgericht werken
Dorpsgericht werken is erop gericht om de unieke identiteit van de dorpen te behouden en te versterken. De organisatie van het Dorpsgericht werken heeft als doel om de contacten tussen inwoners en andere lokale partijen te versterken (bruggen leggen tussen), gezamenlijk activiteiten te ondernemen (bruggen bouwen) en als makelaar op te treden (bruggen slaan). Het is dus nodig dat de partijen in een dorp elkaar kennen, elkaar kunnen vinden en met elkaar samenwerken. Ze moeten met elkaar in gesprek gaan en blijven. De gemeente en maatschappelijk middenveld hebben een faciliterende rol binnen het Dorpsgericht werken, waardoor zij zich meer kunnen richten op aandachtspunten op het gebied van veiligheid en leefbaarheid. Georganiseerde inwonersverbanden en inwoners krijgen hierdoor een centrale en vooral actieve rol. stichtingen verenigingen ondernemers
inwoners
dorpsnetwerk gemeente
dorpscoördinatie
dorpsteam
professionele partners
4.1
Dorpsnetwerken
Een dorpsnetwerk is niets meer dan een verbinding van bestaande partijen in een dorp, om samenwerking en integraliteit te bevorderen. Omdat succes in het Dorpsgericht werken afhankelijk is van betrokkenheid en goede samenwerking tussen de verschillende vrijwilligers11 en professionals (van gemeente en partners) in het veld, bestaat het dorpsnetwerk uit professionals èn georganiseerde inwonersgroepen. De verbinding komt tot stand door de partijen in een dorp inzichtelijk te maken (sociale kaart) en regelmatig bijeen te komen. In relatie tot Woonservicegebieden Het belang van een dorpsnetwerk (gelijk aan het integrale gebiedsnetwerk) wordt ook door woonzorgpartijen in het kader van de Woonservicegebieden onderkend. Partijen geven aan elkaar beter te willen kennen en doel- en resultaatgerichter te willen gaan samenwerken. Binnen het project Woonservicegebieden wordt een sociale kaart per dorp opgesteld. Een sociale kaart is een overzicht van instellingen op het gebied van welzijn, gezondheidszorg, en maatschappelijke dienstverlening. Ten behoeve van het Dorpsgericht werken wordt het overzicht aangevuld met informatie van andersoortige verenigingen, stichtingen, instellingen en clubs die belangen behartigen of ten diensten staan van een doelgroep. Kortom een sociale kaart +. Tijdens de rondetafelgesprekken met maatschappelijke organisaties, verenigingen en stichtingen gaven de georganiseerde bewonersgroepen aan een actieve rol te willen spelen in het Dorpsgericht werken en te willen fungeren als klankbord.
11
16
Daarom wordt gestart met een jaarlijkse netwerkbijeenkomst per dorp12 waar de professionals en vrijwilligers in het veld zowel uit de hoek van het fysieke als uit het sociale beheer elkaar ontmoeten. Naast het tot stand brengen van verbindingen hebben de bijeenkomsten als doel om initiatieven uit een dorp te bespreken, resultaten en ervaringen te delen, om inspiratie op te doen, voor promotie en het stimuleren van integraal Dorpsgericht werken. Tijdens de bijeenkomst worden de actiepunten voor het activiteitenoverzicht per dorp (zie paragraaf 5.2.4) besproken. Actiepunten Sociale kaart+ Dorpsnetwerk organisatie dorpsnetwerk jaarlijks netwerkbijeenkomst per dorp
Onderdeel van Dorpsgericht werken i.s.m. woonservicegebieden Dorpsgericht werken
Voorbeeld Dorpsnetwerk in actie Elk jaar planten leerlingen van diverse scholen samen met wethouders bomen en bosplantsoen op verschillende locaties in de gemeente. Op deze manier werd ook Boomfeestdag 2011 gevierd. De gemeente, Staatsbosbeheer, de Vereniging voor Dorp en Natuur Amerongen-Leersum, Landgoed Huis te Maarn en Landgoed Maarsbergen maakten deze dag mogelijk. Zo werd onder meer een bijenboom geplant aan de Park de Wildbaan in Driebergen-Rijsenburg.
4.2
Dorpsteam
Het voornemen is om in elk dorp enkele professionals bijeen te brengen in een dorpsteam. Hierbij gaat het om medewerkers van woningcorporaties, politie en andere maatschappelijke organisaties en instellingen. Met de betreffende organisaties wordt de meerwaarde van een dorpsteam besproken en eventueel werkafspraken gemaakt. Hoewel het dorpsteam een sterke relatie heeft met de actieteams (eerder genoemd in paragraaf 2.1.8) en er wellicht personen zijn die in beide vormen zitting hebben, ligt de focus van een dorpsteam meer op algemene leefbaarheidvraagstukken (zie ook paragraaf 5.2.2). De dorpsteamleden zijn als het ware de tentakels van de organisaties in de dorpen en sparringpartner van de gemeentelijke dorpscoördinator (zie paragraaf 4.4). Het dorpsteam signaleert knelpunten bij inwoners van het dorp met betrekking tot de leefbaarheid en omgeving. Actiepunten Dorpsteams bespreken meerwaarde en organisatie dorpsteams met professionele partners maken werkafspraken (b.v. spreekuur, frequentie overleg)
Onderdeel van Dorpsgericht werken
Zoals in de visie op het Dorpsgericht werken (hoofdstuk 3) wordt aangegeven gaat het om de combinatie MaarnMaarsbergen en de overige afzonderlijke dorpen. Het gaat dus om zes dorpsteams en zes netwerkbijeenkomsten.
12
17
4.3
De dorpswethouder
De dorpswethouder is de intermediair tussen het college en het dorp en rapporteert regelmatig aan het college over het dorp. De dorpswethouder ziet toe op heldere dorpscoördinatie, zodat geen strijdige inhoudelijke activiteiten in het dorp gebeuren. De dorpswethouder heeft geen vakinhoudelijke taak binnen de dorpen waarvoor hij dorpswethouder is. De dorpswethouder heeft op basis van zijn bestuurlijke competenties en generieke beleidskennis de nodige bewegingsruimte om naar bevinding van zaken te kunnen handelen. Het dorpswethouderschap is echter ondergeschikt aan het vakportefeuillehouderschap. Bij sterk afwijkende voorstellen en wensen uit de dorpen vindt altijd eerst overleg met de vakportefeuillehouder plaats. Afwijkingen op beleid kunnen alleen in overleg met de vakportefeuillehouder en na besluit van het college plaatsvinden. Alleen zolang er geen sprake is van afwijking van het beleid kan een dorpswethouder daarom toezeggingen doen. De dorpswethouder neemt geen zitting in het dorpsteam, maar fungeert als sparringpartner van de dorpscoördinator. De dorpswethouder heeft geen spreekuur, maar is wel te benaderen voor zaken die in het dorp spelen. De dorpswethouder zit de dorpsnetwerkbijeenkomst voor. Indien gewenst treedt de dorpswethouder op als bestuurlijke intermediair tussen gemeente en samenleving. 4.4
Dorpscoördinator
Wijkregie ontwikkelt zich tot dorpscoördinatie. De dorpscoördinator kan worden gezien als de wijkregisseur ‘nieuwe stijl’. De dorpscoördinator is de spin in het web van het Dorpsgericht werken en op de hoogte van de interactie tussen alle partners die bij het Dorpsgericht werken zijn betrokken (dorpsnetwerk). De dorpscoördinator is de “ogen en oren” van de gemeente in een dorp en sparringpartner van de Dorpswethouder. De fysieke en sociale structuur van een wijk of dorp zijn geen geheim voor hem of haar, daarmee is de dorpscoördinator een bron van informatie. De dorpscoördinator weet welke processen er op gemeentelijk niveau of bij andere maatschappelijke organisaties spelen en is door een integrale benadering in staat hier meerwaarde uit te verkrijgen. Hij of zij bewaakt het contact tussen vakambtenaar en dorpsnetwerk en de voortgang rond vragen of toezeggingen via het volgsysteem (zie paragraaf 5.2.3). Verder is de dorpscoördinator voorzitter van het dorpsteamoverleg, beheerder van het dorpsnetwerk, ondersteunt hij of zij bij de organisatie van dorpsbezoeken en is beheerder van financiële budgetten m.b.t. Dorpsgericht werken. Voor de beoordeling van signalen vanuit de samenleving hanteert de dorpscoördinator een afwegingskader, zie bijlage 3. De dorpscoördinator is uitdrukkelijk niet de enige bij wie de hele verantwoordelijkheid t.a.v. het Dorpsgericht werken ligt. De vakafdelingen van de gemeentelijke organisatie hebben een essentiële rol in het Dorpsgericht werken. Zij blijven zelf verantwoordelijk voor het proces en inhoud van hun onderwerpen. De vakafdelingen hanteren de participatierichtlijn bij alle fasen van een plan (beleidsontwikkeling of project). De dorpscoördinator adviseert gemeentelijke afdelingen zonodig bij het hanteren van de participatierichtlijn. In relatie tot Woonservicegebieden Servicecoördinatie is één van de basiselementen binnen de Woonservicegebieden. Voor elk woonservicegebied wordt coördinatie en regie geregeld in de vorm van een servicecoördinator. Een groot deel van de taken en verantwoordelijkheden van dorpscoördinator en servicecoördinator komen overeen. Het is aan te bevelen om te onderzoeken of binnen één dorp cq woonservicegebied13 de dorpscoördinator en servicecoördinator dezelfde persoon kan zijn.
Hoewel de gebiedsindelingen niet geheel overeen komen wordt getracht om bij de uitvoering alsnog zoveel mogelijk op elkaar aan te sluiten.
13
18
5
Dorpsgericht werken en de samenleving
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe inwoners en andere partijen worden betrokken bij de uitwerking van plannen en projecten èn hoe op de lokale behoefte wordt ingespeeld. 5.1
Participatierichtlijn
Het hanteren van een participatierichtlijn heeft als doel om ruimte te geven aan de eigen kracht van inwoners. Hiervoor is het nodig dat de gemeente de eigen organisatie openstelt voor een sterkere inbreng van betrokken inwoners op verschillende velden. Als deskundige inwoners meedenken, worden gemeentelijke plannen (projecten of beleid) kwalitatief beter, is een soepelere uitvoering te verwachten vanwege wederzijds begrip, ontstaat er een gezamenlijk product en dus meer draagvlak en commitment. 5.1.1 Wat is participatie? Er zijn verschillende instrumenten om participatie vorm te geven. Daarom is het goed om van tevoren duidelijk te krijgen wat binnen de gemeente Utrechtse Heuvelrug onder participatie wordt verstaan. Bij participatie worden inwoners, verenigingen of stichtingen, lokale ondernemers, professionele partners, bedrijven en/of andere overheden in een zo vroeg mogelijk stadium bij het beleid betrokken om in een open wisselwerking met hen tot de voorbereiding, bepaling, de uitvoering en/of de evaluatie van beleid te komen.
Participatie is een verzamelterm voor allerlei processen waarbij de overheid interactie tussen diverse actoren organiseert of faciliteert om in dialoog maximaal gebruik te maken van elkaars kennis en ervaring. 5.1.2 Rollen en definities Een participatieladder is een instrument waarmee de verschillende rollen van inwoners en gemeentelijk bestuur trapsgewijs zijn weergegeven. Er zijn verschillende participatieladders in omloop. Hieronder worden de verschillende vormen van participatie schematisch weergegeven. Vorm
Rol van het bestuur Delegeren
Rol van de Werkwijze participant Wel interactief Meebeslissen Medebeslisser Bestuur geeft participant bevoegdheid zelf beslissingen te nemen of beleid uit te voeren (binnen randvoorwaarden) Faciliteren Faciliteren Initiatiefnemer Bestuur biedt ondersteuning (tijd, geld, hulpmiddelen, deskundigheid) Coproduceren Samenwerken Partner Bestuur werkt op basis van gelijkwaardigheid met andere partijen samen Adviseren Participeren Adviseur Bestuur vraagt open advies: participant brengt eigen probleemdefinitie en oplossingsrichting in Niet Raadplegen Consultatie Inspreker Bestuur raadpleegt participant over voorgenomen interactief beleidsaanpak (symbolisch Informeren Open autoritair Doelgroep Bestuur voert zelfstandig beleid, geeft hierover interactief) informatie, en probeert doelgroepen te overreden Gesloten Geen Bestuur voert zelfstandig beleid en geeft hierover autoritair geen informatie Zelfbeheer Geen Zelfbeheerder Groepen nemen zelf initiatief om in eigen beheer voorzieningen tot stand te brengen en te onderhouden.
19
Het participatieniveau heeft vooral te maken met de houding van het bestuur van de gemeente: welke rol krijgen participanten en welke het college en de gemeenteraad. Om de rol te kunnen bepalen moet helder zijn wat de gemeente kan en wil doen met de inbreng. 5.1.3 De participatierichtlijn De bovenste trede van de participatieladder is niet per definitie de beste voor elke situatie. Ambtelijke projectleiders bekijken per plan en fase welke vorm het meest geschikt is en adviseren college en raad hierover. Een goede voorbereiding is cruciaal en moet goed in kaart worden gebracht. Het gaat om: • wat de (beleids-)vraag is; • wie belangen, kennis, kunde of ideeën heeft; • welke mogelijkheden er financieel, juridisch en in de planning zijn om burgers te betrekken; • welke rol inwoners krijgen, welke het college en de raad en of deze rollen over en weer goed helder zijn; • waarover burgers mogen praten, denken, beslissen, onder welke randvoorwaarden en hoe het proces eruit ziet. Bovenstaande uitgangspunten en voorwaarden zijn omgezet in onderstaande participatierichtlijn14: 1. het maken van een krachtenveldanalyse; 2. het bepalen van het participatieniveau (informeren, raadplegen, adviseren, co-produceren); 3. bepalen met welke actoren (met welke kernboodschap) het participatietraject wordt doorlopen; 4. het plannen van het project; 5. het bepalen van de participatiemiddelen en –methoden (consultatieavond, internetpanel, e.a.). Gekoppeld aan bovengenoemde participatierichtlijn, zijn de volgende basisvoorwaarden: 1. openheid - participant heeft inzicht in het proces en de afweging van besluiten - participant geeft inzicht in de eigen afweging 2. duidelijkheid over rol en inbreng van het bestuur en de participant(en) - het bestuur weet waaraan het de uitkomsten van het interactieve traject toetst - het bestuur is er zich bewust van welke rol het zelf wil spelen en welke rol de participant krijgt toebedeeld 3. meerwaarde van de participatie - verwachtingen worden vooraf beschreven en gecommuniceerd - participanten zijn in staat en bereid de door het bestuur verwachte bijdrage te leveren 4. constructieve relatie tussen bestuur en participanten - belangentegenstellingen zijn beperkt, overbrugbaar of uitruilbaar 5. geschikte problematiek - er is voldoende tijd voor participatie en bevindt zich in een vroeg stadium 6. voldoende personele capaciteit en hulpmiddelen - zowel het bestuur als de participanten hebben voldoende menskracht, geld en andere hulpmiddelen beschikbaar - er wordt een goede afweging gemaakt tussen geld, tijd en effectiviteit Het hanteren van bovengenoemde participatierichtlijn zorgt voor verankering van participatie in alle fasen van het beleid/plan,ìnclusief de uitvoeringsfase. Participatie is sterk verweven met communicatie, daarom is de participatieparagraaf onderdeel van de communicatieparagraaf.
De participatierichtlijn ookwel ‘de Utrechtse participatiestandaard’ is door gemeente Utrecht ontwikkeld en wordt daar succesvol gehanteerd.
14
20
Actiepunten Participatierichtlijn hanteren bij elk plan, project en beleidsontwikkeling en bij alle fasen Toevoegen aan alle gemeente-adviezen (vakafdeling is inhoudelijk verantwoordelijk) onder de communicatieparagraaf Training medewerkers in Dorpsgericht werken en participatie
Onderdeel van Dorpsgericht werken Dorpsgericht werken
Dorpsgericht werken
Voorbeeld Amerongen De inwoners van Amerongen zijn zeer betrokken bij hun dorp en er leven veel ideeën over de toekomst van hun dorp. Woningbouwvereniging Amerongen pikte deze signalen op en startte het project ‘De toekomst van Amerongen’, een interactief proces met bewoners waarbij allerlei ideeën zijn geïnventariseerd. Dit was een extra aanleiding om samen met de inwoners van Amerongen aan de slag te gaan met een visie op recreatie en toerisme. De totstandkoming van de visie is begeleid door een Klankbordgroep, waarin verschillende vertegenwoordigers van de toeristisch-recreatieve sector zitting hebben gehad. In een vroeg stadium zijn gesprekken gevoerd met diverse belanghebbenden, zoals de ondernemers in dag- en verblijfsrecreatie, kasteel Amerongen, natuur- en landschapsorganisaties, Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug (NPUH), VVV Utrechtse Heuvelrug, stichting Vrienden van de Andrieskerk, de woningbouwvereniging, het tabaksteeltmuseum, en een vertegenwoordiging van de bevolking van Amerongen. Hiermee is inzicht verkregen in de ideeën, kansen en wensen die er leven in Amerongen ten aanzien van recreatie en toerisme. In een werkbijeenkomst is de opgave vervolgens verder uitgewerkt en is een projectenlijst met mogelijke projecten opgesteld. Deze bijeenkomst is bijgewoond door de leden van de projectgroep, de toeristisch-recreatieve sector, de detailhandel, belangenorganisaties, inwoners van Amerongen en beleidsmedewerkers van de gemeente. De uitkomsten van de werkbijeenkomst zijn uitgewerkt tot een concepteindrapport die op een inloopbijeenkomst is gepresenteerd aan de inwoners van Amerongen. De reacties op het concepteindrapport zijn verwerkt tot een inspiratieboek. In het inspiratieboek wordt aangegeven dat de visie en de beschreven projecten staan of vallen met een integrale samenwerking.
21
5.2
Instrumenten Dorpsgericht werken
Inwoners van de gemeente Utrechtse Heuvelrug voelen zich verbonden met het eigen dorp en leefomgeving15. De gemeente wordt daarom gekenmerkt door vele actieve inwoners in de vorm van vrijwilligers en georganiseerd in verenigingen. Inwoners wìllen meepraten en meedenken. Onze inwoners weten wat de aandachtspunten en behoeften zijn van hun eigen dorp. Dorpsgericht werken gaat over het herkennen van die aandachtspunten en behoeften en het leveren van instrumenten aan inwoners – al dan niet in georganiseerd verband - om daar concrete acties aan te verbinden. In deze paragraaf wordt aangegeven op welke wijze aandachtspunten en behoeften worden gesignaleerd, welke instrumenten de gemeente kan leveren en hoe de instrumenten kunnen worden ingezet. Voor de afweging en prioritering van gesignaleerde punten wordt verwezen naar bijlage 3. 5.2.1 Gemeente of inwoner? Het doel is om ruimte te geven aan de eigen kracht van inwoners en deze kracht te ondersteunen. Binnen het Dorpsgericht werken heeft de gemeente een faciliterende rol. Natuurlijk blijven zaken die bij de kerntaken van de gemeente horen de verantwoordelijkheid van de gemeente. Zaken zoals losliggende stoeptegels, omgevallen bomen en verkeersveiligheid. Maar soms kan de gemeente niet direct actie ondernemen als er bijvoorbeeld ook andere urgente zaken zijn. Feit is dat een euro maar één keer uit te geven is, ook als het van de gemeente is. Het maken van keuzes is daarom onvermijdelijk. Betrokken inwoners kunnen hierin een rol spelen. Voorbeeld Driebergen-Rijsenburg De bewoners van de Welgelegenlaan zijn vanaf 1999 fysiek actief in het onderhouden van de Sprengbeek die door het midden van de Welgelegenlaan loopt. Deze beek zou niet op het huidige niveau van onderhoud zijn zonder de door de bewoners geleverde inspanningen. De oevers van de beek zijn met hulp van de bewoners hersteld en de toekomst van de beek ziet er positief uit. 5.2.2 Signalering aandachtspunten en behoeften Dorpsgericht werken is gericht op de leefbaarheid in dorpen, wijken, buurten en straten. Leefbaarheid omvat: - fysieke en sociale aspecten - directe leefomgeving en gemeentebrede opgaven
Fysieke opgaven Sociale opgaven
Dorpspecifieke opgaven gekoppeld aan directe leefomgeving Zwerfvuil, groenonderhoud, verlichting, inrichting/onderhoud woonerven, parkeren in de dorpen Spelen, ontmoeten/hangen, participeren van jongeren of ouderen, aanpak huiselijk geweld en criminaliteit
Gemeentebrede opgaven met gevolgen voor de leefomgeving van het dorp Verkeer, ruimtelijke ordening, woningbouwrealisatie Zorg en welzijn, armoedebestrijding, sport en cultuur
De gemeente heeft naast de dorpscoördinator en het dorpsnetwerk verschillende kanalen en monitoren om sociaal-maatschappelijke en fysieke aandachtspunten te signaleren. Voorbeelden zijn: • Wijkschouwen Een wijkschouw is een wandeling door een deel van de wijk waarbij inwoners de Dorpsteamleden (evt. ook andere ambtenaren en professionals) laten zien op welke punten verbeteringen van de openbare ruimte of leefbaarheid nodig of wenselijk zijn. Aan bod komen zowel fysieke zaken als sociaal-maatschappelijke zaken. Iedere wijkinwoner mag aan de wijkschouw deel te nemen. Uit het leefbaarheidsonderzoek gemeente Utrechtse Heuvelrug 2010 blijkt dat de gemiddelde Utrechtse Heuvelrugger gemiddeld 24,5 jaar15 binnen het eigen dorp woont en hier het liefst ook wil blijven wonen
15
22
•
•
Wijkanalyses Een bundeling van beschikbare informatie (er worden dus geen nieuwe onderzoeken uitgevoerd). Op wijkniveau worden de fysieke (planet), sociale (people) en economische (profit) kenmerken geanalyseerd. Ook wordt ingegaan op de leefbaarheid in de wijken (gegevens afkomstig van het gemeentelijk leefbaarheidsonderzoek, veiligheidsmonitor en Sinforeonderzoek16 ) en indien aanwezig wijkspecifiek beleid. De wijkanalyses worden gebundeld per dorp en gecombineerd met de sociale kaart. De analyse levert een sterkte/zwakte-analyse op. Deze sterkte/zwakte-analyse zal onder meer aandachtspunten leveren voor de samenspraak met inwoners. Melding Openbare Ruimte en Gemeentewinkel Voor meldingen over de woonomgeving en de openbare ruimte kunnen inwoners terecht bij de Melding Openbare Ruimte via de gemeentelijke website. Hier kunnen inwoners terecht voor fysieke meldingen, zoals defecte straatverlichting, overhangend openbaar groen, losliggende stoeptegels, rondzwervend afval en vernielde bushokjes.
Actiepunten Wijkanalyses Leefbaarheidonderzoeken t.b.v. leefbaarheidmonitor Utrechtse Heuvelrug (tweejaarlijks) Wijkschouwen Onderzoek naar participatie in het provinciaal toetsingsinstrument ‘Staat van Utrecht17’
Onderdeel van Dorpsgericht werken Dorpsgericht werken Dorpsgericht werken Dorpsgericht Werken
5.2.3 Dorpsbezoeken Tijdens de dorpsbezoeken kunnen inwoners in een informele sfeer in gesprek gaan met het bestuur van de gemeente. Het doel van de bezoeken is voor het college om persoonlijk en direct contact te hebben met inwoners en zo op de hoogte te blijven van wat er in de verschillende dorpen leeft. Daarnaast is het doel voor het college om te laten zien waar het voor staat. Het beleid wordt op hoofdlijnen gepresenteerd, waarbij de nadruk ligt op de speerpunten voor de komende periode voor het dorp dat bezocht wordt. Hierbij wordt zo mogelijk ingespeeld op onderwerpen die door inwoners zelf vantevoren aangedragen worden. Elk jaar wordt daarom een specifiek thema gekozen. Actiepunten Dorpsbezoeken Volgsysteem toezeggingen / afspraken Kwartaaloverzicht verzoeken en toezeggingen
Onderdeel van Dorpsgericht werken Dienstverlening Dorpsgericht werken
Voorbeelden Leersum De buitenruimte rondom De Binder in Leersum is, na de bouw van De Binder, lange tijd onderwerp van gesprek geweest. Ook in het dorpsbezoek van 2010 is door een inwoner aandacht gevraagd voor de situatie. In de eerste helft van 2011 is na intensief overleg met omwonenden een plan voor de inrichting gemaakt. De uitvoering van het plan wordt in 2011 gerealiseerd. Overberg Op de Haarweg is een bushalte waar de passagiers in de berm (gras) moesten wachten op de bus. Tijdens een dorpsbezoek is dit onder de aandacht gebracht waarna in de berm een verhard perron is gemaakt. De passagiers kunnen nu met droge voeten wachten op de bus. Een onderzoek uitgevoerd door onderzoeksbureau Sinfore in opdracht van de lokale woningcorporaties. Het onderzoek geeft inzicht in demografische ontwikkeling en vergrijzing, inkomens en het woningbouwprogramma 17 De Staat van Utrecht scan (SvUscan) is een instrument om concrete beleidsvoornemens en plannen te toetsen op hun bijdrage aan duurzame ontwikkeling. Het geeft inzicht in de stand van zaken op ecologisch, economisch en sociaal gebied in de provincie Utrecht. 16
23
5.2.4 Activiteitenoverzicht & actiekaart per dorp Zowel vanuit de samenleving als de gemeentelijke organisatie is er behoefte om acties in een dorp inzichtelijk te maken. Het gaat om acties in de breedste zin van het woord: plannen en projecten, zowel gemeentelijk als vanuit de samenleving. Bijvoorbeeld ‘waar vinden wegwerkzaamheden plaats’, maar ook ‘waar wordt de buurtbarbecue gehouden’. Het doel van het activiteitenoverzicht per dorp is om openheid en transparantie te bevorderen en communicatie te verbeteren. Het is een dynamisch overzicht en geeft een actueel beeld van de ontwikkelingen in een dorp. Het activiteitenoverzicht per dorp heeft daarom geen formele status. In het activiteitenoverzicht per dorp zijn alle acties binnen een dorp, zowel op sociaal-maatschappelijk als fysieke vlak gebundeld. Het gaat om acties door gemeente, haar professionele partners èn door inwoners. Zo is snel en eenvoudig inzichtelijk wat het daaropvolgend jaar wordt aangepakt. Ook eventueel geprioriteerde actiepunten komen terug in het activiteitenoverzicht per dorp. In relatie tot Woonservicegebieden Voor het opstellen van het uitvoeringsprogramma van de Woonservicegebieden is in elk dorp een dialoogavond gehouden. De gewenste actiepunten die tijdens de avonden zijn benoemd, zijn in het uitvoeringsprogramma van de woonservicegebieden opgenomen. Ook deze actiepunten worden in het activiteitenoverzicht per dorp opgenomen als ze in het betreffende jaar worden opgepakt. Het activiteitenoverzicht per dorp wordt door het dorpsteam opgesteld en gepubliceerd op het virtuele Dorpsplein. Via het Dorpsplein wordt ook een actiekaart ontsloten, waarop alle lopende acties in een dorp zichtbaar zijn en eenvoudig kunnen worden toegevoegd. De wijze waarop de actiekaart wordt ontsloten en bewerkt wordt vergelijkbaar met de kaart van www.verbeterdebuurt.nl. Actiepunten Actiekaart Opstellen activiteitenoverzicht per dorp
Onderdeel van Dienstverlening Dorpsgericht werken
5.2.5 Dorpsbudget Het dorpsbudget wordt specifiek ingezet ter ondersteuning van lokale initiatieven, dus activiteiten die door en voor inwoners worden opgepakt en uitgevoerd. Het dorpsbudget kan ook een rol spelen bij de aanpak van kleine probleempjes en klachten die geen uitstel dulden. In deze situaties fungeert het dorpsbudget als ‘smeerolie’, de uitvoering blijft bij de inwoners. De gemeente is beheerder van het dorpsbudget en besluit over besteding. Zie paragraaf 7.2.2 voor meer informatie over de dekking van het budget. Voorbeeld Doorn Tijdens de landelijke opschoondag wordt in veel dorpen het zwerfvuil geruimd door groepen inwoners. De gemeente ondersteunt dit met prikstokken en hesjes en het afvoeren van het verzamelde zwerfvuil. Voor een structurele aanpak van zwerfvuil wordt op dit moment met een actieve inwoner uit Doorn gewerkt aan een plan van aanpak. Hierbij wordt samengewerkt met politie, jongerenwerk en scholen. Het komend schooljaar wordt een wedstrijd gehouden waarin jongeren worden uitgedaagd om het beste idee voor de bestrijding van zwerfafval te bedenken.
24
N.B. Uit het onlangs opgeheven fonds Lokale Sociale Impuls werden voornamelijk straatfeesten gesubsidieerd. Straatfeesten zijn niet alleen leuk, ze bevorderen ook de sociale samenhang binnen straten en buurten. Eén van de doelstellingen van het Dorpsgericht werken. Het is daarom belangrijk om de straatfeesten niet zomaar van tafel te vegen. Een onderzoek naar vormen voor ondersteuning van straatfeesten is wenselijk. Actiepunten Initieren dorpsbudget Onderzoek naar vormen van ondersteuning m.b.t. straatfeesten
Onderdeel van Dorpsgericht werken Dorpsgericht werken
5.2.6 Virtueel Dorpsplein & ‘Dorp in actie’ Het virtueel Dorpsplein is een onderdeel van de gemeentewebsite en bedoeld om informatie te ontsluiten op dorpsniveau. Onderdeel van het Dorpsplein is het Dorpscafé, een virtuele ontmoetingsplek voor inwoners. Op termijn wordt aansluiting gezocht met bestaande sociale media, zoals Twitter en Facebook. Kenmerken van de dorpen, contactinformatie van dorpsactieteams en informatie over woonservicegebieden zijn in het Dorpsplein ondergebracht. Het plein blijft in ontwikkeling en wordt naar gelang van behoefte uitgebreid. Voor het bijhouden van de digitale informatie wordt aangesloten op het gemeentelijk contentbeheerplan.
Voor het dorpsnieuws wordt een speciale nieuwspagina ‘Dorp in actie’ ontwikkeld. De speciale nieuwspagina heeft als doel om zaken die zich in een dorp afspelen extra aandacht te schenken. De nieuwspagina wordt elk kwartaal gepubliceerd in de Kaap/Stichtse Courant. Ook wordt contactinformatie van belangrijke personen/instellingen (ook in het kader van de woonservicegebieden) geplaatst. Actiepunten ‘Dorp in actie’ nieuwspagina
Onderdeel van Dorpsgericht werken
5.2.7 Leefstijlenonderzoek Het begrip ‘identiteit’ vormt een belangrijke factor in het Dorpsgericht werken. De identiteit zegt iets over wat een gemeenschap in het dorp is. Is het een gemeenschap waar iedereen een beetje naast elkaar leeft, is het een gemeenschap met sterke sociale verbanden, is het een gemeenschap waar men veel waarde hecht aan ontwikkeling en waar sprake is van een rijk cultureel leven? Deze identiteiten kunnen een uitstekende basis vormen voor beleidsvorming, gericht op een duurzame maatschappelijke structuur in de toekomst. Identiteiten kunnen verdeeld worden in vier groepen, ook wel ‘belevingswerelden’ genoemd. 25
De belevingswerelden zijn: • de rode wereld: Vitaliteit • de blauwe wereld: Controle • de gele wereld: Harmonie • de groene wereld: Zekerheid
Kennis van de belevingswereld van de inwoner is erg nuttig gebleken bij het ontwikkelen van huisvestingsprojecten, vooral bij het invullen van de architectuur, stedenbouwkundig plan, openbare ruimte, voorzieningen, beoogd type bewoners en meer. Het gaat erom dat de woonomgeving met de locatie een totaalbeleving vormt die nauw aansluit bij de diepere behoeften van de inwoner. Door te denken vanuit belevingswerelden kunnen scherpe keuzen worden gemaakt in het ontwerpproces, zodat een project een duidelijke identiteit meekrijgt. De resultaten van een leefstijlenonderzoek geeft inzicht in de beweegredenen en behoeften van inwoners. De gemeente kan haar participatie en communicatie hierop aanpassen, waardoor het draagvlak – en dus de slaagkansen - voor het plan groter wordt. In relatie tot woonservicegebieden Ook in het kader van de woonservicegebieden komen de resultaten van een leefstijlenonderzoek van pas, is de ervaring van gemeente Rotterdam. De woonservicegebieden zijn daar onderdeel van het gebiedsgericht werken. Inwoners van een bepaalde buurt of deelgemeente is in te delen naar leefstijlen. Een gebiedscoördinator houdt samen met de zorgaanbieders, corporaties en welzijnsorganisaties in de gaten dat het dienstenaanbod past bij het leefstijl in het gebied. Zo worden onder meer keuzes gemaakt over het wel of niet plaatsen van een woonservicepunt. Actiepunten Het uitvoeren van een leefstijlenonderzoek Service- en informatiepunt per dorp
Onderdeel van Dorpsgericht werken Woonservicegebieden
26
6
6.1
Uitvoeringsprogramma en planning
Actiepunten als onderdeel van andere gemeentelijke projecten
1
Actiepunten Volgsysteem toezeggingen/afspraken
Onderdeel van Dienstverlening
2
Actiekaart
Dienstverlening
3
Service- en informatiepunt per dorp
Woonservicegebieden
6.2
Omschrijving Zie paragraaf 6.1.2 en 6.2.5 – De gemeente maakt binnenkort gebruik van een softwaresysteem voor zaakgewijs werken. Dit systeem kan ook worden gebruikt als volgsysteem van toezeggingen/afspraken. Zie paragraaf 5.2.8 – De gemeente onderzoekt hoe meldingen in de openbare ruimte grafisch kunnen worden weergegeven. Het doel is om op termijn een grafisch systeem in te voeren. De actiekaart zoals genoemd in deze notitie wordt in hetzelfde traject meegenomen. Zie paragraaf 6.1.3
Bestaande/lopende actiepunten als onderdeel van Dorpsgericht werken
4
Actiepunten * Sociale kaart+
Partijen** G, P, B
5
Wijkanalyses
G
6
Leefbaarheidonderzoeken (tweejaarlijks)
G, P
7
Dorpsbezoeken
G, B
*
zie hoofdstuk 8 voor toelichting van alle kosten
**
G = gemeente P = professionele partijen (b.v. woningcorporatie, politie, welzijnswerk, zorgorganisaties) B = georganiseerde bewonersverbanden (verenigingen & stichtingen)
***
V = Voorbereiden, B = Besluiten, U = Uitvoeren
6.3 8
9
10
Planning*** VB 4e kw ‘11 U v.a. 2012 VB v.a. 2011 U VB v.a. 2012 U VB jaarlijks
Nieuwe actiepunten als onderdeel van Dorpsgericht werken Actiepunten * Dorpsnetwerk (wsg: integrale gebiedsnetwerk) - organisatie dorpsnetwerk - wijkschouwen - jaarlijks netwerkbijeenkomst per dorp Dorpsteams - bespreken meerwaarde en organisatie dorpsteams met professionele partners - maken werkafspraken (b.v. spreekuur, frequentie overleg) Participatierichtlijn - participatierichtlijn hanteren bij elk plan,project en beleidsontwikkeling en bij alle fasen - toevoegen participatieparagraaf onder de communicatieparagraaf van alle gemeente-adviezen
Partijen** G, P, B
Planning*** VB U
4e kw ‘11 v.a. 2012
U U U
4e kw ‘11 v.a. 2012 v.a. 2012
G, P
G
27
11
12
13 14
Onderzoeken & instrumenten - onderzoek naar participatie in het provinciaal toetsings-instrument ‘Staat van Utrecht’ - leefstijlenonderzoek - initiëren Dorpsbudget - onderzoek naar vormen van ondersteuning m.b.t. straatfeesten Communicatie - 'Dorp in actie'' nieuwspagina - activiteitenoverzicht per dorp (digitaal) Gemeentelijke organisatie - training medewerkers in Dorpsgericht werken en participatie (intervisie) Controle & evaluatie - kwartaaloverzicht verzoeken en toezeggingen - jaarlijkse evaluatie
G
VB U
4e kw ‘11 1ste kw ‘12
G, P
VBU
v.a. 2012
G
V BU VU
4e kw ‘11 1ste kw ‘12 v.a. 2012
G
*
zie hoofdstuk 8 voor toelichting van alle kosten
**
G = gemeente P = professionele partijen (b.v. woningcorporatie, politie, welzijnswerk, zorgorganisaties) B = georganiseerde bewonersverbanden (verenigingen & stichtingen)
***
V = Voorbereiden, B = Besluiten, U = Uitvoeren
28
7
Financiën
Er zijn verschillende financiële consequenties gekoppeld aan de inregel- en implementatiefase van het Dorpsgericht werken. In dit hoofdstuk worden de positieve en negatieve financiële gevolgen uiteengezet. 7.1
Wat levert het dorpgerichter werken op?
Het resultaat van Dorpsgericht werken is vooral inwonertevredenheid. Daarnaast zijn er ook positieve gevolgen voor de gemeentelijke organisatie. Zoals in paragraaf 2.3 staat vermeld is het Dorpsgericht werken in lijn met de kerntakendiscussie en de verandering van een aanbodgerichte naar een vraaggerichte organisatie. De gemeente richt zich op haar kerntaken en faciliteert waar nodig is. Dit levert een forse efficiency en effectiviteitslag, waardoor er op termijn een financieel voordeel te halen is. ‘Op termijn’ omdat eerst een investering nodig is om de basisvoorzieningen voor het Dorpsgericht werken op te zetten. Hieronder wordt kort aangegeven op welke punten er (op termijn) voordeel te halen is. 7.1.1 Goede (correct en actueel) informatie-uitwisseling Door open en actief te communiceren zijn inwoners, organisaties èn de interne gemeentelijke afdelingen op de hoogte van elkaars acties en wat er speelt binnen de dorpen. Dit verhoogt de integraliteit en voorkomt ‘dubbel’ werk of tegenstrijdig beleid. Hiermee is voor alle partijen winst te behalen, zowel kwalitatief als kwantitatief (financieel). 7.1.2 Gezamenlijke prioritering Zoals in paragraaf 8.3 is aangegeven worden signalen vanuit de samenleving beoordeeld aan de hand van het genoemde afwegingskader. Hieruit volgen actiepunten voor de middellange en lange termijn en wordt ook bekeken welke punten nìet worden opgepakt. De prioritering van de punten vindt per dorp plaats, samen met inwoners. Het gezamenlijk prioriteren heeft als gevolg dat er een nauwkeurig beeld ontstaat van de urgentie en draagvlak voor de genoemde punten. En wordt het ook inzichtelijk welke punten minder urgent, niet breed gedragen of niet haalbaar zijn. Dit levert weer besparingen op. 7.1.3 Besluitvormingsproces Rapporten van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en de Commissie Elverding tonen aan dat investeren aan de voorkant van een proces zich terugverdient in latere fasen van het proces. Dorpsgericht werken draagt dus bij aan de slagvaardigheid van het gemeentebestuur. 7.1.4 Leefstijlenonderzoek Inzicht in de belevingswerelden van inwoners is waardevol als het gaat om plan- of beleidsontwikkeling en uitvoering. Het zorgt ervoor dat inwoners zich hierin zullen herkennen, met als gevolg: minder weerstand en soepeler verloop van procedures. 7.2
Financiële gevolgen uitvoeringsprogramma
7.2.1 Bestaande/lopende actiepunten Wijkanalyses Medio 2011 is gestart met het uitvoeren van 5 wijkanalyses in de vorm van een pilot. De geschatte kosten voor de 5 analyses zijn € 13.000,-. Na de pilot wordt bekeken of de wijkanalyses in de huidige vorm worden voortgezet. Eind 2011 volgt hierover een rapportage aan het college. Leefbaarheidonderzoek De nulmeting en eerste effectmeting van de leefbaarheid zijn onderdeel van het uitvoeringsprogramma van de Woonvisie ‘Wonen in een vitale gemeente’. Ook is dit later opgenomen in het prestatieconvenant 2009-2014 tussen gemeente en de lokale woningcorporaties. De nulmeting vond plaats in 2010. Momenteel vinden de voorbereidingen plaats voor de eerste effectmeting in 2012. De in 2012 geplande 29
effectmeting is tevens een evaluatie. In het onderzoek van 2012 worden ook de onderdelen van de Veiligheidsmonitor opgenomen, zodat er één integraal beeld ontstaat. Dit is ook gunstig vanuit het kostenperspectief. De kosten van het leefbaarheidonderzoek zijn circa € 40.000, -. Omdat de nulmeting en eerste effectmeting een gezamenlijk initiatief was/is van gemeente en lokale woningcorporaties, zijn de kosten gedeeld. De kosten van het onderzoek in 2012 zijn circa € 20.000, - voor de gemeente en worden gedekt uit de reserve Woonkwaliteit18. Inmiddels kan worden gesteld dat het leefbaarheidonderzoek een belangrijke graadmeter is geworden voor de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Het is belangrijk dat er een tweejaarlijkse effectmeting plaats blijft vinden, om de ontwikkelingen binnen de gemeente te blijven volgen. Ook om te bekijken of eventueel getroffen maatregelen afdoende zijn. Nadere uitwerking van dit actiepunt vindt daarom plaats bij de evaluatie van het leefbaarheidonderzoek in 2012. Hierbij wordt een integrale afweging gemaakt en kan worden gezocht naar dekking van de kosten van onderzoeken vanaf 2014. Dorpsbezoeken De jaarlijkse kosten zijn afhankelijk van het thema en de invulling. Dit wordt jaarlijks via een advies voorgelegd aan het college. De cluster Communicatie neemt hierin het voortouw. Idealiter wordt het bezoek georganiseerd door het dorpsnetwerk. 7.2.2 Nieuwe actiepunten Bijeenkomsten en communicatie Dorpsgericht werken gaat niet alleen om het leveren van maatwerk, maar ook om herkenbare communicatie. Voor draagkracht bij de verschillende professionele en niet-professionele partijen is het nodig om bijeenkomsten in de betreffende dorpen te houden. Hierdoor wordt Dorpsgericht werken niet iets van de gemeente, maar iets van iedereen. Jaarlijks is een budget nodig voor communicatiedoeleinden en voor de huur van ruimten op locaties in de dorpen. Het gaat om de “Dorp in actie” nieuwspagina en om een jaarlijkse bijeenkomst in de zeven dorpen. Daarnaast is in 2011 eenmalig een bedrag van € 750,- nodig voor het grafisch ontwerp van de gemeentenieuwspagina. De kosten worden gedekt uit het budget voor Dorpsgericht werken. Dorpsbudget Veel gemeenten, die ervaring hebben met gebiedsgericht (dorpsgericht of wijkgericht) werken, hebben een dorps- of wijkbudget gebaseerd op het aantal inwoners. Daar bovenop is er vaak ook een budget voor communicatiedoeleinden en overige bijkomende kosten. De ervaringen met een dorpsbudget zijn positief. Ook in onze gemeente is een dorpsbudget gewenst. Met een dorpsbudget moet meer mogelijk zijn dan alleen ‘leuke dingen doen’, hoewel dat ook belangrijk is. Het dorpsbudget zorgt ervoor dat er ingespeeld kan worden op de actualiteit en dat dynamiek die er is in een dorp, onmiddellijk gesteund kan worden. Het gaat om de slagkracht die bewoners kunnen hebben met een dergelijk budget. Het dorpsbudget dient dan ook als ‘smeerolie’ voor bewonersinitiatieven. Het gaat om initiatieven voor en door inwoners. Idealiter is het dorpsbudget dus een vast bedrag per inwoner. Maar als we van bijvoorbeeld € 1,- per inwoner uitgaan, vraagt dit wel een budget van ongeveer € 50.000,- per jaar. Gezien de bezuinigingsdruk is het onrealistisch om een extra bijdrage te vragen uit de algemene reserves of van andere (beleids-
18
De raad heeft op 27 januari 2011 hiermee ingestemd middels het raadsvoorstel van de reserve Woonkwaliteit
30
)budgetten. Daarom wordt in het eerste jaar gewerkt met het gereserveerde bedrag voor Dorpsgericht werken uit de lopende exploitatie. Het gaat om een jaarlijks bedrag van € 15.600,00 (€ 20.000,00 minus € 4.400,00). Het budget is in beheer bij de gemeente. Bij de jaarlijkse evaluatie wordt bekeken of de hoogte van het budget afdoende is. Leefstijlenonderzoek De kosten die gemoeid zijn met een leefstijlenonderzoek worden geraamd op € 5.500, -. De kosten zijn éénmalig en worden gedekt uit de huidige exploitatie van het dorpsgericht werken (budget 2011). ‘Staat van Utrecht’ als toetsingsinstrument voor Plannen, ideeën en beleidsvoornemens De ‘Staat van Utrecht’ (SvU) is een integraal monitoringsinstrument op provinciaal niveau. Hiermee worden de verwachte effecten van een plan of beleid zichtbaar en ook waar de verbetermogelijkheden zitten. De SvUscan kan op twee manieren worden gebruikt, namelijk individueel en door een groep. In het laatste geval wordt een aantal mensen gevraagd om de scan uit te voeren. Zo ontstaat een groepsoordeel. Naast het groepsoordeel geeft de SvU-scan ook inzicht in de verschillen van mening tussen de groepsleden. Onderzocht wordt of de gemeente Utrechtse Heuvelrug hierin kan participeren en ook wat de financiële gevolgen zijn bij deelname. Hierover volgt een afzonderlijk advies. Budget Dorpsgericht werken in lopende exploitatie In de lopende exploitatie is jaarlijks (sinds 2011) een bedrag van € 20.000,00 beschikbaar voor Dorpsgericht werken (budget DW). Hieronder een overzicht van de benodigde middelen. De jaarlijkse kosten worden gedekt uit dit budget. Zie paragraaf 2.1.9 voor meer informatie over de oorsprong van het budget.
“Dorp in actie” nieuwspagina Bijeenkomsten Dorpsbudget Leefstijlenonderzoek Totaal
eenmalig € 750,00*
€ 5.500,00** € 6.250,00
jaarlijks € 2.000,00 € 2.400,00 € 15.6000,00 € 20.000,00 (dekking budget DW in 2012 e.v.)
* Eenmalig gedekt uit het budget DW van 2012 ** Vanwege een uitgavenstop is het niet meer mogelijk de kosten van het leefstijlenonderzoek te dekken uit de lopende exploitatie van 2011. Inzicht in de leefstijlen van onze inwoners is erg nuttig gebleken bij het ontwikkelen van woningbouwprojecten, vooral bij het invullen van de architectuur, stedenbouwkundig plan, openbare ruimte, voorzieningen, beoogd type bewoners en meer. Het gaat erom dat de woonomgeving met de locatie een totaalbeleving vormt die nauw aansluit bij de diepere behoeften van de inwoner. Door te denken vanuit belevingswerelden kunnen scherpe keuzen worden gemaakt in het ontwerpproces, zodat een project een duidelijke identiteit meekrijgt. De gemeente kan haar participatie en communicatie aanpassen aan de beweegredenen en behoeften van inwoners, waardoor het draagvlak – en dus de slaagkansen - voor het plan groter wordt. Omdat een leefstijlenonderzoek positief bijdraagt aan het credo ‘de juiste woning op de juiste plek’, is het voorstel om de kosten te dekken uit de reserve Woonkwaliteit. Dit op basis van artikel 4 lid 2c van de Verordening Reserve Woonkwaliteit: ‘’2. Het budget kan worden ingezet voor het geheel of gedeeltelijk dekken van de volgende kosten: ...... c. (extra) onderzoek, inhuur van externe deskundigheid en of tijdelijk inhuren van externe adviseurs ten behoeve van het wegnemen van knelpunten en het bevorderen van de procesgang. 3. …….’’. 31
8
8.1
Hoe verder
Inregelen interne en externe organisatie
Na vaststelling van deze notitie kan worden gestart met het concretiseren van het uitvoeringsprogramma. Het inregelen van de interne en externe organisatie begint in het vierde kwartaal van 2011. ► Voor de interne organisatie betekent dit: (trekker: managementteam van de gemeente) - het inbedden van het Dorpsgericht werken in de organisatie, zie ook bijlage 4; - implementatie dorpscoördinatie; - het hanteren van de participatierichtlijn en dit toevoegen aan alle adviezen. ► Voor de externe organisatie betekent dit: (trekker: dorpscoördinatoren) - het organiseren van de dorpsteams; - het opstellen van de sociale kaart en organiseren van de dorpsnetwerken; - het organiseren van de eerste dorpsnetwerkbijeenkomst. ► Verder: - het opstellen van een communicatieplan voor communicatie naar inwoners (samen met dorpsnetwerk) over de nieuwe werkwijze en structuur van het Dorpsgericht werken; - onderzoek naar en eventueel implementatie van de instrumenten voor Dorpsgericht werken; - doorlopend afstemming met de projectleiders van genoemde gemeentelijke projecten. 8.2
Evaluatie
Het Dorpsgericht werken wordt jaarlijks geëvalueerd. De evaluatie vindt plaats in de vorm van een rapportage. Hierin worden de volgende vragen beantwoord: ► Activiteitenoverzicht per dorp: • Wat waren de activiteiten per dorp? • Zijn alle acties uitgevoerd? Waarom zijn sommige punten niet opgepakt? • Zijn er extra activiteiten geweest, buiten het activiteitenoverzicht per dorp? Zo ja, welke? ► Dorpsbudget: • Hoe zijn de middelen uit het dorpsbudget besteed? (bestedingsverslag) • Is de hoogte van het dorpsbudget afdoende? ► Organisatie Dorpsgericht werken: • Hoe was het verloop van de dorpsnetwerkbijeenkomsten? • Hoe zijn de dorpsbezoeken verlopen? • Hoe hebben de dorpsteamleden de teams ervaren? Is continuering gewenst? • Bij welke grote projecten waren de dorpscoördinatoren betrokken? ► Conclusie Welke onderdelen worden hier niet in opgenomen: ► Participatie: dit is onderdeel van alle adviezen via de communicatie-/participatieparagraaf; ► Leefbaarheidonderzoek: de resultaten, verloop en vervolg worden na elk onderzoek gerapporteerd via een afzonderlijk advies.
32
Overzicht Bijlagen Bijlage 1: Indeling dorpen Bijlage 2: Afwegingskader Duurzaamheid Bijlage 3: Afwegingskader signalen dorp Bijlage 4: Dorpsgericht werken en de gemeentelijke organisatie
33
Literatuur (Beleids-)nota’s en documenten gemeente Utrechtse Heuvelrug Coalitieprogramma “SamenWerk in Uitvoering” Structuurvisie 2030 “Groen dus vitaal” Woonvisie “Wonen in een vitale gemeente” Visie woonservicegebieden “Sociale rijkdom in alle dorpen” Interactieve beleidsvorming (2007) Amendement Fonds Lokale Sociale Impuls Programmabegroting 2011-2014 Programmabegroting 2012-2015 Visie Gemeentewinkel⊕ Externe documenten Brief minister J.P.H. Donner over Wijkenaanpak en Vogelaarheffing van 28 januari 2011 In actie “Naar buiten”, spoorboekje burgerparticipatie voor raad en college Wijkbudgetten ‘Geld maakt een beetje gelukkig’ door J. Hofman / KEI kenniscentrum Handout Krachtenveldanalyse door mr drs A.H. Lazeron Krachtenveldanalyse door KEI kenniscentrum Websites www.beleidsplanwmo.nl www.leefbaarometer.nl www.verbeterdebuurt.nl www.movisie.nl www.smartagent.nl www.kei-centrum.nl www.staat-van-utrecht.nl
34
Colofon Uitgave Gemeente Utrechtse Heuvelrug Afdeling Ruimtelijke ontwikkeling Teksten R.L. Parahoe Bijdragen van T.J. Verhoef, E. Klarenbeek, H. van Dijk, M. Simons, A. Brouwer. Met dank aan Burgers, verenigingen en maatschappelijke organisatie Kamer van Koophandel Midden-Nederland: G. Weck Regiobibliotheek ZOUT: M. Wolterbeek Welnúh: S. Blenk St. Huurdersplatform Amerongen: A. van Boort en A. Kooijman Vereniging Leefbaar Doorn: E. Rintel en C. Moen Maarn Maarsbergen Natuurlijk: R. Zweekhorst Woon Advies Commissie Utrechtse Heuvelrug: E. van der Plas – Emondt Kbg Amerongen, Amerongen Inspireert, AVA: W. Kimmel Seniorenplatform Utrechtse Heuvelrug: M. Copier Heuvelrug Wonen: S. Saygi en P. Kamp Dorp en Natuur: de heer Poolman Wmo-raad: H. Achterberg Amerongen Inspireert, AMON Ondernemers: R. van Ee Dorp & Natuur, Amerongen Inspireert: M. Cappenberg, A. Kooijstra Huurdersraad Doorn, Driebergen en Leersum: A. van Zandt Cultuurhistorische Commissie, Federatie Groene Heuvelrug: T. Meinders Huurdersplatform Driebergen: de heer Van Doest Dorp & Natuur, groen: B. Mabelis Overige gemeenten Gemeente Zeist: C. de Bruijn Gemeente Baarn: F. van Nieuwenhuijzen Gemeente Woerden: J. Scheenstra Gemeente Utrechtse Heuvelrug Stuurgroep Dorpsgericht werken: T.J. Verhoef, D. van der Sleen, J. Pieters, H. Witjes Projectgroep Dorpsgericht werken: A. Brouwer, B. van Poelgeest, C. Lamoré, H. van Dijk, L. Bekema, M. Simons Overig: P. Broertjes, J. Salverda, M. de Boom, F. Boxman, M. van Eeghen, D. Brom, G. van Amerongen, A. Sonneveld, J. Roelofse Meer informatie Gemeente Utrechtse Heuvelrug Telefoon (0343) 565 600 Email
[email protected] www.gemeenteutrechtseheuvelrug.nl
35