Concept Nota van Beantwoording Informatie-avonden Conceptvisies Sportstimulering en Sportparken

Concept Nota van Beantwoording Informatie-avonden Conceptvisies Sportstimulering en Sportparken Op dinsdag 21 en woensdag 29 februari heeft stadsdeel Nieuw-West twee informatie-avonden georganiseerd rondom de conceptvisies Sportstimulering en Sportparken. De beide visiedocumenten vormen een kader voor de ontwikkeling van sport en sportparken in stadsdeel Nieuw-West voor de komende jaren (Sportstimulering tot 2016 en Sportparken tot 2025). Alle sportverenigingen en de bij ons bekende overige belanghebbenden hebben een schriftelijke uitnodiging voor de avonden ontvangen, met later een herinnering via de email. Bovendien zijn de avonden aangekondigd via de Westerpost, Facebook, Twitter en de Stadsdeelkrant. De avonden hadden een informerend karakter: belanghebbenden konden vragen stellen aan aanwezige ambtenaren en portefeuillehouder Ronald Mauer. Er zijn geen plenaire presentaties gehouden, juist om het gesprek met individuele verenigingen en belanghebbenden te stimuleren. Dit document bevat een overzicht van de ingekomen reacties n.a.v. de informatieavonden en inspraakperiode, en bevat de wijze waarop met deze inspraakreacties wordt omgegaan in het komen tot een definitieve versie van de beide sportvisies. In totaal zijn 31 personen op de informatie-avonden aanwezig geweest, zij vertegenwoordigen 18 sportverenigingen. Alle aanwezigen hebben via de e-mail een herinnering ontvangen om hun eventuele inspraakreacties tijdig in te dienen. Gedurende de inspraakperiode zijn van 13 verenigingen (en/of andere belanghebbenden) inspraakreacties reacties ontvangen. Daarnaast hebben de sportadviesraad en DMO ook reacties gegeven. Alle ingekomen reacties zijn verwerkt in deze nota van beantwoording. Een aantal ingekomen reacties had geen directe relatie tot de inhoud van de beide visiedocumenten. Deze opmerkingen zijn wel weergegeven in het onderstaande overzicht, maar daarvoor is aangegeven dat deze opmerkingen niet van toepassing zijn op de inhoud van de tekst van een of beide visiedocumenten.

Reactie

Afzender

DCG acht zich een vitale vereniging. We hebben zelf al initiatieven genomen om met andere verenigingen samen te werken. Kunnen we rekenen op een actief stadsdeel i.v.m. afronding en concrete samenwerkingsafspraken? DCG heeft een groot potentieel “witte” vrijwilligers en een hoog percentage allochtone sporters. Vindt de politiek dit een gewenste ontwikkeling i.v.m. de visie op sportparken?

Voetbalvereniging DCG

3

Worden wij beloond voor het goede, correcte betalingsgedrag i.v.m. bijvoorbeeld veldhuur? Het wordt als niet professioneel ervaren om met terugwerkende kracht een forse verhoging te moeten betalen. Dit is namelijk niet begroot.


X

4

Er zijn in ons stadsdeel te weinig sporthallen

Handbalvereniging DSG

X

5

Er zijn te weinig/geen vrijwilligers door de week


6

We zijn het oneens met de constatering dat er 3 velden te veel zijn voor handbal


7

Er is geen sportparkmanager of verenigingsmanager aanwezig


8

Er is weinig aandacht voor handbal en andere ‘kleine’ sporten


9

Het sportverzamelgebouw moet worden doorgepakt

10

De samenwerking in het kader van het sportkwartet (Sportpark Sloten) moet worden gestimuleerd. Een overdekt veld (opblaashal) aanleggen

Handbalvereniging DSG Handbalvereniging DSG Handbalvereniging DSG Handbalvereniging DSG

1

2

11 12

De verenigingen uit het sportkwartet (Sportpark Sloten) streven naar behoud van onze sporten

13

In de conceptvisie op sportparken wordt handbal enigszins onderbelicht, terwijl het stadsdeel juist, mede door de spreiding van de sportparken, de meeste Amsterdamse verenigingen huisvest. In de kerninformatie in de visie op sportparken ontbreken de handballeden als veldsporters. Het gegeven dat er drie handbalvelden te veel zouden zijn wordt door de cijfers gelogenstraft: Westsite: 2 velden, 200 leden, DSG: 1 veld, 140 leden, Aristos: 2 velden, 100 leden. Gezien de ISA-norm zou er dus alleen op de Eendracht één veld over zijn.

14 15


Overgenomen

Behoeft geen aanpassing tekst X

X

X

X

X

X

X X X X

Handbalvereniging Westsite Handbalvereniging Westsite Handbalvereniging Westsite

Niet overgenomen

X

X X

Toelichting/Antwoord

Stadsdeel Nieuw-West staat positief tegenover dergelijke initiatieven van verenigingen en gaat graag in gesprek om te kijken welke wederzijdse afspraken kunnen worden gemaakt.

Stadsdeel Nieuw-West heeft zeker oog voor het signaal dat door DCG wordt afgegeven. Primair is het uiteraard een taak van de verenigingen zelf (i.s.m. hun sportbonden) om ervoor te zorgen dat de vrijwilligers van een vereniging een goede afspiegeling vormen van de eigen (ook de jonge) sporters. Diverse verenigingen maken met ouders van jeugdleden afspraken om taken te vervullen binnen de vereniging. De instrumenten waarmee het stadsdeel de verenigingen kan ondersteunen zijn de inzet van verenigingsondersteuning en van combinatiefunctionarissen. Het tarievenbesluit staat los van de inhoud van de visiedocumenten. Ter info: Het stadsdeel beraadt zich op de wijze van uitvoering van het amendement op het tarievenbesluit dat de Deelraad op 26 oktober 2011aannam. Overleg over de consequenties verloopt via andere kanalen. Correct betaalgedrag wordt door het stadsdeel overigens als normaal beschouwd en bij betalingsachterstand wordt momenteel krachtig opgetreden. Stadsdeel Nieuw-West deelt de constatering dat er (te) weinig sporthallen in Amsterdam zijn. Daarom komt er op termijn een nieuwe sporthal in Slotervaart (Calvijn). De bouw van sporthallen wordt op een hoger schaalniveau (centrale stad) gepland. Stadsdeel Nieuw-West herkent de constatering dat veel verenigingen te weinig vrijwillig kader hebben om de taken uit te voeren. Ook hier geldt dat de instrumenten waarmee het stadsdeel de verenigingen kan ondersteunen zijn o.a.: inzet van verenigingsondersteuning en combinatiefunctionarissen. (zie 2) De berekening van onderzoeksinstituut ISA Sport is als volgt: Er spelen in Nieuw-West 37 handbal normteams op zondag. Met een planningsnorm van 10 normteams per handbalveld (5 uit/5 thuis spelend) is er volgens ISA-sport een behoefte van 3,7 handbalvelden. Met een totaalbestand van 7 velden is er dus een overschot van (ruim) 3 velden. De opmerking is juist; één van de voorgestelde maatregelen om optimaal gebruik te bevorderen van de drie brede sportparken (ook tijdens de daluren) is het introduceren van sportparkmanagement. Op sportpark De Eendracht wordt hiermee nu reeds ervaring opgedaan. In de visie op sportparken wordt handbal meegenomen in de berekeningen en de toekomstperspectieven. In de visie op sportstimulering wordt handbal niet specifiek benoemd, maar valt het onder de zogenaamde basissporten. Het klopt dat daar minder aandacht aan wordt besteed dan aan de focussporten, maar het stadsdeel gaat ervan uit dat de bijdrage van handbal en andere ‘kleine’ sporten aan het bereiken van de doelstellingen (=aantal sporters) lager zal zijn dan die van focussporten. Dat zegt overigens niets over de waardering voor de nietfocussporten. Stadsdeel Nieuw-West is op dit moment in gesprek met vertegenwoordigers van de vier verenigingen op sportpark Sloten die gezamenlijk een dergelijke voorziening wensen. Het stadsdeel vindt initiatieven als het sportkwartet waardevol. Het past binnen het beleid van het stadsdeel om verenigingen te vitaliseren en een actieve rol in de maatschappij te geven. In de uitwerkingsplannen worden per sportpark alle opties nader bekeken. Het stadsdeel vindt initiatieven als het sportkwartet waardevol. Het past binnen het beleid van het stadsdeel om verenigingen te vitaliseren en een actieve rol in de maatschappij te geven. (zie 10) Het aantal handballers is relatief klein t.o.v. sporten als voetbal, ondanks het feit dat Nieuw-West de meeste Amsterdamse handbalverenigingen huisvest. Het stadsdeel waardeert actieve verenigingen en moedigt samenwerking t.b.v. goede accommodaties en een efficiënt gebruik daarvan aan. De opmerking is juist, de opsomming betrof echter alleen gebruikers van (grote) gras- en kunstgrasvelden. Tabel is aangevuld. (Idem punt 6) Er spelen in Nieuw-West in totaal 37 handbal normteams op zondag. Met een planningsnorm van 10 normteams per handbalveld (5 uit/5 thuis spelend) is er volgens ISA Sport een behoefte van 3,7 handbalvelden. Met een totaalbestand van 7 velden is er stadsdeelbreed dus een overschot van (ruim) 3 velden.

16

Het 20x40 meter veld op Ookmeer is onderdeel van het ALO-complex.

Handbalvereniging Westsite

X

17

Het afstoten van Riekerhaven als gemeentelijk sportpark wordt beschreven als een proces dat al in een eerder stadium is ingezet. De feiten zijn echter anders. In 2007 is er overleg geweest inzake de komst van het tennispark (o.a. Goldstar). Bij deze bespreking was het uitgangspunt dat zowel de KNVB als Westsite bespeler zouden blijven van het opnieuw te ontwikkelen park e.e.a. overeenkomstig het bestemmingsplan (1950). Het bouwrijp maken heeft een aanzienlijk bedrag gekost maar diverse rechtszaken vertraagden de uiteindelijke uitvoering totdat in mei 2011 de bouwvergunning onherroepelijk werd en er gebouwd zou moeten worden. Mede gezien de actualisering bestemmingsplan NW West van juni 2011 waarin vermeld wordt dat op sportpark Riekerhaven de sportfunctie wordt verkleind, is het onbegrijpelijk dat het stadsdeel er niet alles aan doet om het tennispark alsnog te realiseren. De conclusie (blz. 55) dat Sportpark Riekerhaven wordt ingezet als locatie voor sportaccommodaties onderschrijven wij daarom ten zeerste met als kanttekening dat als er geen concrete plannen zijn die het verdwijnen van de onderhoudsvrije handbalvelden noodzakelijk maken Westsite er nog, en wellicht voor altijd, gehuisvest blijft. Gelet op onze lange aanwezigheid op het sportpark, onze honderden actieve leden en de sociale functie die wij vervullen bevreemdt het ons dat het golfen niet in de categorie “overige sporten” wordt genoemd en in de bijlage 4 van de Visie op sportparken Golfclub Sloten niet in de kolom “overige exploitanten, commerciële functies” vermeld wordt. Wij vinden dit uwerzijds een omissie, omdat de beleidsnota’s het hebben over “bezettingsgraad”, “sociale controle”en “samenwerking”. Golfclub Sloten is de enige sportbeoefening op het park welke van 08.30 – 18.00 uur plaatsvindt. In hoofdstuk 5 geeft u onder 5.2 “vergelijking potentieel sportparken” op basis van gehanteerde argumenten aan in welke richting Ookmeer, de Eendracht en Sloten zich als brede sportparken kunnen ontwikkelen. Bij Sloten-West stelt u dat deze locatie op de langere termijn voor woningbouw in aanmerking komt. Voor de op het park gevestigde hockeyvereniging geeft u voor deze ontwikkeling noodzakelijke verplaatsing sportpark Sloten, dan wel sportpark Ookmeer aan. Alhoewel wij het zeer verheugend vinden dat hockey in uw definitie een focussport is en een sterke toestroom van leden heeft, kunnen wij ons niet vinden in de geschetste ontwikkeling. Alhoewel u op pagina 60 van de bijlage 6 “profielen sportpark” in een foto het golfen aangeeft, constateren wij helaas dat u golfen als buitensport in het profiel voor de ontwikkeling van sportpark Sloten in een breed sportpark niet aangeeft. Sterker nog, de geschetste mogelijke inrichting van Sloten geeft niet de garantie dat Golf Club Sloten in deze situatie aan de strenge eisen van de Nederlandse Golf Federatie kan voldoen en dreigt dan in die situatie de 9 holes C status te verliezen. Juist omdat de vitaliteit van de sportparken samenhangt met de vitaliteit van de verenigingen zijn wij van mening dat juist van Golf Club Sloten met enige honderden actieve leden en het gebruik van het sportcomplex van 08.00 – 18.00 uur een elkaar versterkende rol kan uitgaan. Daarnaast kan, passend in uw missie en doelstellingen, golfen richting jeugd een sportstimulerende rol spelen. Ook kan naast de reeds genoemde sociale rol die van onze

Handbalvereniging Westsite

X

18

19

20

Golf Club Sloten

Dit is onjuist, het veld is eigendom van het stadsdeel. De vereniging die hiervan gebruik maakt is Heracles. Deze betaalt daarvoor de verschuldigde huurprijs aan het stadsdeel. Ook de HvA (voormalige ALO) is huurder, tijdens les-/daluren. De inzet van het stadsdeel is om de gemeente niet langer verantwoordelijk te laten zijn voor de ontwikkeling en exploitatie van het sportpark. Ondernemers of ondernemende verenigingen die zelf kunnen zorgen voor aanleg van accommodaties en exploitatie daarvan zijn geschikt als mogelijke huurders van de grond. Daarom is het stadsdeel nog steeds zeer actief in contact met Pellikaan: hun bouwvergunning is onherroepelijk. De onderneming is echter nog niet gestart met de bouw.

X

In de Kerninformatie (bijlage 4) is de omissie rechtgezet. Golfactiviteiten zijn een goed voorbeeld voor benutting van sportparken op daluren; deze activiteiten zorgen tevens voor meer sportdeelname en voor meer sociale veiligheid op de parken. Voor de golfverenigingen zijn beperkt primaire voorzieningen aangelegd: zij maken (deels) gebruik van sportvelden die voor andere sportverenigingen zijn aangelegd. Dit creëert voor golf een afhankelijkheidspositie t.o.v. ontwikkelingen binnen andere sporten t.b.v. nieuwe (doel)groepen. E.e.a. zou consequenties kunnen hebben voor de (ligging van) golfholes/tijden golfvereniging(en).

Golf Club Sloten

X

Indien in de toekomst (na 2030) geen behoefte meer blijkt te zijn aan deze ruimte voor sportdoeleinden is het wellicht mogelijk om er andere ontwikkelingen te faciliteren. Dit laatste is bijvoorbeeld niet het geval op Ookmeer en de Eendracht i.v.m. geluidscontouren van Schiphol. De profielen die in bijlage 6 zijn geschetst zijn niet uitputtend; ook op Ookmeer is de golfclub niet meegenomen in het geschetste profiel. De foto’s van golfers in de illustraties geven aan dat hieraan geen negatieve conclusies moeten worden verbonden. Zie ook 18.

Golf Club Sloten

X

Stadsdeel Nieuw-West waardeert alle sportactiviteiten, ook die van de Golf Club Sloten. Het stadsdeel spreekt daarom graag verder met Golf Club Sloten over een concrete samenwerking rondom sportstimuleringsprojecten. Wel zijn in de nabije toekomst wellicht aanpassingen nodig (holes en tijden) om (ook) primaire accommodaties goed te laten benutten.

21

22

23

24

25

26

27

28

29

aanwezigheid uitgaat een eventuele rol in naschoolse opvang ingevuld worden. Wij zijn van mening dat, mogelijkheden afwegende, voor het verplaatsen van de hockeyvereniging de voorkeur moet uitgaan naar het brede sportpark Ookmeer. Wij gaan er vanuit dat het golfen georganiseerd door Golf Club Sloten wordt meegenomen in de verdere beleidsvorming en bij de verdere inrichtingsplannen van Sloten rekening wordt gehouden met de voorwaarden die nodig zijn om aan de eisen van de Golf Federatie te kunnen blijven voldoen. Wij constateren dat in de visie de sportstimulering van mensen met een zwakke psychische gezondheid onderbelicht blijft. Wij zouden graag in gesprek gaan om onze visie op sportstimulering t.a.v. deze doelgroep uiteen te zetten. Bij verplaatsing van de vereniging naar Sloten-Oost zal per direct behoefte zijn aan minimaal 5 ½ velden. In de nota wordt gesproken over een wens van 4 velden, maar het is niet alleen de wens van de vereniging maar meer nog het beleid van het stadsdeel om sporten te stimuleren waardoor uitbreiding van het aantal velden noodzakelijk is. Om te voldoen aan de wens om sport te stimuleren, wil Xenios op korte termijn alle kinderen van de wachtlijst aannemen. Hiervoor is minimaal 1 kunstgrasveld benodigd. Wellicht is er op Sloten-Oost in het komende seizoen 2012-2013 ruimte beschikbaar. Het doorberekenen van huur voor trainingsuren houdt direct in dat Xenios minder leden zal gaan aannemen in de toekomst. Voor meer leden zijn meer trainingsmomenten nodig, waarvoor veldhuur en trainers betaald moeten worden, maar waarvan minder contributie wordt ontvangen omdat ze niet aan wedstrijden zullen deelnemen i.v.m. geldgebrek. De ligging van sportpark Sloten(-Oost) waarop Xenios eventueel gevestigd zou gaan worden, is voor de huidige leden qua afstand redelijk overbrugbaar. De meeste leden komen uit Badhoevedorp en De Aker/ Nieuw-Sloten. Het zijn ongeveer 750 jeugdleden die twee keer per week voor trainingen en een keer per week voor wedstrijden per fiets naar de hockeyvelden komen. Ook voor scholieren, BSO e.d. is een veilige route belangrijk. Een ingang aan de zijde van de (verlengde) Ringvaartdijk voor fietsers/voetgangers zou qua veiligheid zeer wensbaar zijn. De Wielervereniging Amsterdam is verheugd over het voornemen van het stadsdeel om het sportpark Sloten als breed sportpark te betitelen. Daarmee geeft het stadsdeel aan te willen investeren in de sportfaciliteiten en het beter (laten) exploiteren van het sportpark. De WVA die gekenmerkt kan worden als vitale vereniging binnen sportpark Sloten, ondersteunt deze visie. Het bestuur van WVA zal graag met u van gedachten willen wisselen over de bijdrage die zij kan leveren met het verder ontwikkelen van het sportpark. Sportpark Spieringhorn ligt in principe gunstig t.a.v. de naastgelegen woonbuurten, alleen de ontsluiting is niet optimaal. Zoals ik op de inspraakavond heb vernomen van ruimtelijke ordening zijn er al jaren plannen voor een betere bereikbaarheid middels een brug over de Haarlemmerweg. Nog steeds niet gerealiseerd. Mijn idee is om in plaats van een brug over de Haarlemmerweg een oversteekplaats met stoplichten te maken voor voetgangers en fietsers ter hoogte van de Burgemeester Eliasstraat (daar is al een brug naar het fietspad langs de Haarlemmerweg) en aansluitend een brug over het water van de Haarlemmertrekvaart

Golf Club Sloten

X

Overleg over eventuele verhuizing van verenigingen vinden plaats samen met de direct betrokken verenigingen en vindt plaats tijdens het opstellen van de uitwerkingsplannen.

Golf Club Sloten

X

De aanwezigheid van golf op sportpark Sloten zal in de toekomst onderdeel vormen van brede afwegingen rondom optimaal gebruik van de dan aanwezige sportaccommodaties. Het is momenteel niet de intentie golf op Sloten te laten verdwijnen.

GGZinGeest / Circuit Actenz

X

De grote uitdaging voor stadsdeel Nieuw-West ligt bij grote groepen bewoners waarvan de sportparticipatie achterblijft. De nadruk ligt daarom de komende jaren op deze doelgroepen. Stadsdeel Nieuw-West gaat graag in gesprek met GGZinGeest en DMO om te kijken of een gezamenlijke inzet voor mensen met een zwakke psychische gezondheid die willen sporten te realiseren is en wat de rol van het stadsdeel daarin kan zijn. Op basis van eerdere gesprekken met het stadsdeel was het door de vereniging gewenste aantal velden (vier) bekend. Indien het reële aantal benodigde velden hoger ligt dan kan dat aantal inzet vormen voor overleg over toekomstmogelijkheden.

Hockeyvereniging Xenios

X

Dit zal onderwerp van gesprek zijn in brede context. De wens zal worden meegenomen in de uitwerking van de visie. Deze termijn is echter niet haalbaar.


X

Het tarievenbesluit staat los van de inhoud van de visiedocumenten. Ter info: Het stadsdeel beraadt zich op de wijze van invoering van het amendement op het tarievenbesluit dat de Deelraad op 26 oktober 2011 aannam. Overleg over de consequenties verloopt via andere kanalen.



X

X

Een veilige route van en naar het sportpark is sowieso van groot belang. Daarom worden alle mogelijkheden, inclusief de verbetering van de voorgestelde doorgang aan de Ringvaartdijk, in de volgende fase nader onderzocht.

Wielervereniging Amsterdam

X

Het stadsdeel waardeert de positieve reactie en de actieve bereidheid van verenigingen t.o.v. ontwikkeling van de eigen sport. Het stadsdeel gaat graag in gesprek met de vereniging om van gedachten te wisselen over de wederzijdse bijdrage en om deze te concretiseren.

Dhr. Versteeg, Voetbalvereniging SDW (op persoonlijke titel)

X

De suggestie wordt meegenomen in de discussie in brede context over de toegankelijkheid van het sportpark en de toekomst van de Haarlemmerweg. Gezien de karakteristieken van de weg behoort de voorgestelde oplossing waarschijnlijk niet tot de mogelijkheden (profielen/veiligheid).

30

31

32

33

34

35

36

en vanaf daar een voet/fietspad naar de Spaarnwouderdijk en de Brettenroute. Heb ik hiermee een alternatief bedacht, dat ook financieel haalbaar is. Tevens een mooie verbinding voor de hardlopers. De constatering op pagina 45/46 dat er sprake is van overcapaciteit van 1 korfbalveld: voor ons is niet inzichtelijk hoe ISA Sport tot de conclusies uit het capaciteitsonderzoek is gekomen. Ons verzoek is dan ook dit op een heldere manier te onderbouwen, dan wel om het rapport (met toelichting) van ISA Sport ter beschikking van de verenigingen te stellen

Korfbalvereniging MIK

X

ISA Sport heeft de berekening gemaakt op basis van het aantal ‘normteams’. Een normteam is een seniorenteam, een pupillenteam telt, vanwege de kortere speelduur van een wedstrijd, voor 0,4. Daarbij maakt het niet uit hoe groot het team is (maar hoe kleiner het team, hoe lager de sportparticipatie). De richtlijn is 10 normteams per dag (5 thuis, 5 uit). Op zaterdag spelen in totaal 19 teams (= 13,53 normteams), op zondag slechts 3. De verklaring van het overschot aan velden zit in de slechte bezetting op de zondag. Er is dus volop ruimte voor meer teams, oftewel: er is overcapaciteit.

Er zijn op sportpark Ookmeer twee korfbalverenigingen gevestigd. Dit zijn overigens de enige korfbalverenigingen in Nieuw-West. De conclusie dat er een overcapaciteit van één veld is, gecombineerd met de op pagina 61 op ons veld geplaatste ster die aangeeft dat de locatie "beschikbaar is voor nieuwe ontwikkelingen", kan niet anders dan inhouden dat het stadsdeel wil dat korfbalvereniging Mik van die locatie vertrekt. Wij staan echter als vereniging midden in de wijk. Wij doen korfbalprojecten op scholen (JIB) en stellen onze locatie ter beschikking van scholen voor sportdagen. Daarnaast zijn wij een financieel gezonde vereniging. Dat betekent echter niet dat wij onbeperkt alle lastenverhogingen aan onze leden kunnen doorberekenen. Wij vinden het belangrijk dat ook de minder draagkrachtigen bij ons kunnen sporten. Omdat wij een kleine maar zeer hechte vereniging zijn, hebben wij ook nog voldoende kader om onze jeugd te begeleiden. Wij steken veel energie in het werven van jeugd. Ook ouderen in het stadsdeel zijn welkom; zo hebben wij een grote groep klaverjassers die iedere twee weken in ons clubhuis hun hobby kunnen beoefenen. Naar onze mening zijn wij een vitale vereniging. Op pagina 17 wordt echter gesteld dat voor deze periode een minimum aantal van 300 leden per "vitale vereniging" wordt nagestreefd. Dat is voor de korfbalverenigingen onhaalbaar. Zelfs als Rohda en Mik zouden fuseren en daarbij alle leden behouden (hoewel in de praktijk een fusie gepaard zal gaan met enig ledenverlies) dan wordt dit aantal nog niet gehaald. Hoe ziet het stadsdeel dan de toekomst van het korfbal binnen haar grenzen? Moet het korfbal geheel verdwijnen uit Nieuw-West? Op pagina 47 wordt aangegeven dat er voorwaarden gesteld zullen worden om een huurcontract te kunnen krijgen of behouden. In zijn algemeenheid vragen wij ons af in hoeverre het juridisch mogelijk is om dergelijke voorwaarden te verbinden aan een huurcontract. In zijn algemeenheid is de conclusie uit de visie dat door een andere exploitatie van de sportparken een besparing kan worden gerealiseerd. Wetende dat de druk op de financiën in Amsterdam groot is, kunnen wij ons niet aan de indruk onttrekken dat de besparing het hoofddoel is, en de geformuleerde visie vooral met dat doel is opgesteld. Twee nota’s die los van elkaar worden gepresenteerd en aangeboden, maar wel onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. De verbondenheid wordt nergens expliciet gemaakt. De lezer moet zelf de verbanden leggen. Dit lijkt een bewuste keuze om negatieve consequenties te maskeren.


X

Het stadsdeel hecht zeer aan een divers sportaanbod: ook voor korfbal is op een breed sportpark dus plaats. Ook wil het stadsdeel vitale sportverenigingen graag op haar sportparken behouden. De illustratie zoals gegeven op pagina 61 van de visie sportparken heeft vooral tot doel om aan te geven dat er bij een efficiënte benutting van het sportpark ruimte zal ontstaan voor nieuwe ontwikkelingen. Onderdeel van een dergelijke ontwikkeling zou kunnen zijn dat de faciliteiten voor een bepaalde sport zo veel mogelijk worden geconcentreerd. Waar dat precies zou kunnen zal deel uitmaken van nadere uitvoeringsplannen. Die komen altijd tot stand in samenwerking met de betreffende verenigingen en hebben zeker niet de intentie korfbalprojecten op/met scholen te belemmeren.


X

Het getal van minimaal 300 leden is de kortermijnrichtlijn voor met name voetbalverenigingen (waarop het accent ligt in paragraaf 3.6). Andere richtlijnen voor vitale verenigingen zijn bespelingsgraad van de velden en betalingsgedrag etc. Maar ook de wijze waarop de vereniging invulling geeft aan haar maatschappelijke rol (bijvoorbeeld het binden van veel jeugdleden) en eigen ontwikkeling/beleid zijn belangrijke kenmerken van een vitale vereniging. Wij wijzen op het belang van de omvang van een vereniging voor het realiseren van de primaire doelstelling van een vereniging, namelijk veel mensen laten sporten.

De aanleiding van beide nota’s is het doorvoeren van bezuinigingen: bestuursperiode 1,4 miljoen, met als doel de

Natuurlijk wil het stadsdeel korfbal graag behouden als sport, zeker als deze sport wordt aangeboden door actieve verenigingen met veel aandacht voor jeugd. De minimum omvangsvraag kan voor andere typen sportverenigingen inderdaad verschillend liggen.


X

Het stadsdeel is als verhuurder een privaatrechtelijke partij en kan dergelijke voorwaarden stellen in een huurcontract.


X

Doelen van de beide visiedocumenten zijn sportstimulering en het doelmatig besteden van publiek geld: er is dus geen sprake van een primaire bezuinigingsdoelstelling. Een grote overcapaciteit (zoals bij voetbalvelden) dient uiteraard te worden aangepakt.

Voetbalvereniging ZSGOWMS

X


X

De beide nota’s zijn in nauwe samenspraak met elkaar opgesteld. Echter, sportstimulering is een publieke taak en beheer, onderhoud, exploitatie en ontwikkeling van sportparken geschiedt door het stadsdeel in een privaatrechtelijke context en bovendien leggen de sportparken een groot beslag op publieke middelen. Dit vraagt om eigen benaderingen van de opgaven in de beide visiedocumenten. De paragrafen over sportverenigingen zijn bijvoorbeeld wel degelijk aanvullend en op elkaar afgestemd. Verenigingen worden op dezelfde wijze ‘gesubsidieerd’. De veldhuurprijs voor voetbalverenigingen bedraagt momenteel slechts 10% van de totale exploitatiekosten van de

37

38

39

verenigingen 50% bij te laten dragen aan de exploitatie. Verenigingen van sportparken die niet als vitaal worden beschouwd worden niet gesubsidieerd betreffende huur van velden, accommodaties en andere voorzieningen. Dit met als enige doel het elimineren van de ‘zwakke broeders’ ten gunste van de sterke vitale verenigingen. Buiten beschouwing wordt gehouden dat sommige vitale verenigingen al jaren aan het ‘infuus’ van de subsidieverstrekker liggen (de Deelraad) en hierdoor een sterke concurrentiepositie hebben ten opzichte van verenigingen die onafhankelijk opereren. Voorbeelden van deze subsidies zijn: krijgen van kunstgrasvelden (€ 400.000 per stuk), hebben van combinatiefunctionarissen (€ 40.000 per jaar) en het opknappen van gebouwen. Kortom: de ouders van kinderen die spelen bij ‘niet vitale (en vaak onafhankelijke)’ vereniging hebben indirect (via de belastingen) bijgedragen de ‘vitaliteit’ van concurrerende verenigingen. Nu blijkt dat ze worden gestraft voor hun keuze. Het lijkt erop dat verenigingen die zelfstandig en zonder veel steun van de overheid werken worden gestraft en dat zwakke verenigingen die overeind worden gehouden door de overheid (dus vitaler zijn) worden gehonoreerd met een continuering van het bestaansrecht. Dit is in strijd met het rechtsgelijkheidprincipe dat door de overheid moet worden gehanteerd. In de nota inzake Sportparken Nieuw-West worden velden van sportverenigingen die geschikt zijn voor ontwikkeling gemarkeerd met een ster. Met betrekking tot sportpark Ookmeer wordt gesuggereerd dat deze ontwikkeling ‘woningbouw’ betreft. Vanuit stedenkundig perspectief zou vanuit de noordkant gebouwd kunnen worden (pagina 28 van de nota: “bebouwing voor een recreatieve functie (recreatiewoningen) op delen van het sportpark (met name aan de noordzijde) mogelijk is”. Wanneer dit uitgangspunt consequent zou worden uitgewerkt in de nota, dan zouden de velden van: voetbalvereniging voetbalclub AGB, de golfclub Ookmeer en van Boogschietclub Concordia moeten verdwijnen. Verbazingwekkend is de keuze van het stadsdeel. In plaats van de velden van AGB moeten de velden van ZSGOWMS verdwijnen. Velden die aan de oostzijde van Ookmeer liggen! Het stadsdeel handelt hier dus tegen het zelf geformuleerd uitgangspunt, zonder opgaaf van reden! In beide nota’s ontbreekt een financiële paragraaf over de kosten van de beoogde toekomstige situatie: centralisatie van verenigingen in ‘verzamelgebouwen, professionaliseren van het verenigingskader, bijdragen aan de exploitatie voor minimaal 50% (2012 zijn de huidige kosten per jaar: beheer- en onderhoudskosten € 4.200.000,-- & afschrijvingen en rentelasten van € 934.500). Wat de kosten zijn van de gewenste situatie is nergens terug te vinden. De huidige kosten van circa € 612,-- per gebruiker (veldsporter) per jaar. Dit betreft dus alle sporters van de huidige verenigingen (vitaal en niet vitaal). Stel dat de sportparken opnieuw worden ontwikkeld: velden worden verplaatst en verbeterd, gebouwen worden ontmanteld, verenigingen worden uitgekocht, vrijwillige kader wordt ingewisseld voor professionals (zoals het Parkmanagement in de Eendracht), enz. Wat zijn dan de kosten per sporter? Je hoeft geen financieel expert te zijn om te begrijpen dat deze investering niet tot een bezuiniging leidt! Welke verenigingen vitaal of niet vitaal zijn is bekend bij het stadsdeel. In de nota’s wordt verwezen naar de bijlagen. Helaas zijn deze bijlagen niet gepubliceerd. Tot op

velden/sportparken. Dat wil dus zeggen dat voor alle voetbalverenigingen 90% van de sportaccommodatiekosten wordt gedekt met publieke middelen. Dat is een nogal forse bijdrage waarvan bezien moet worden hoe het anders kan, bijvoorbeeld: hoe de exploitatielasten omlaag kunnen en op welke manier de bijdragen van de gebruikers omhoog kunnen, ook bijvoorbeeld door gebruik op andere/meer uren dan de huidige. Kunstgrasvelden zijn niet van verenigingen; het stadsdeel legt kunstgrasvelden aan op locaties waar grote behoefte is aan (trainings)capaciteit. Vrijwel overal worden kunstgrasvelden door meerdere verenigingen en/of andere organisaties, zoals de HVA en het Calandlyseum, gebruikt. Toewijzing van een combinatiefunctionaris is o.a. gekoppeld aan het hebben van veel jeugdleden. Een combinatiefunctionaris zorgt immers voor de koppeling tussen scholen en (sport)verenigingen. Combinatiefunctionarissen worden per (school)jaar aangesteld t.b.v. school en vereniging. Het stadsdeel verleent geen subsidie voor het opknappen van clubhuizen. De beschikbaarheid van de 1/3 regeling (= centraal stedelijke subsidie) is in principe beschikbaar voor elke vereniging. In het perspectief van de visie op de sportparken in Nieuw-West zullen aanvragen in overleg met de Centrale Stad worden bezien in het kader van de toekomstige ontwikkelingsplannen. Zie onder 32 wat onder "vitale verenigingen" wordt verstaan.


X

De illustraties in de bijlage geven d.m.v. sterren aan hoeveel ruimte bij benadering vrijkomt voor nieuwe (sport)ontwikkelingen indien de overcapaciteit aan (m.n. voetbal)velden worden opgeheven. De sterren zijn dus indicatief voor het overcapaciteitsvolume. Invulling van de wijze waarop de overcapaciteit aan velden wordt aangepakt is onderdeel van het vervolgtraject (uitvoeringsplan). Er is sprake van een onjuist citaat: woningbouwontwikkelingsmogelijkheden liggen niet op Ookmeer i.v.m. de geluidszone Schiphol.


X

Het betreft hier visiedocumenten en geen bezuinigingsplannen. In de visies zijn een aantal uitgangspunten gekozen die worden voorgelegd aan de deelraad en die, na vaststelling van de visiedocumenten, de kaders vormen voor de uitvoeringsplannen in het perspectief van 2025. De uitvoeringsplannen krijgen een financiële uitwerking op ‘projectniveau’. Soms moeten investeringen worden gedaan om in de toekomst een permanent lagere exploitatielast te realiseren. Investeringen in bijvoorbeeld de infrastructuur (energie e.d.) en aan gebouwen die niet voldoen aan het bouwbesluit zijn overigens op een aantal sportparken sowieso aan de orde.


X

Er wordt in de visie sportstimulering niet verwezen naar een bijlage waarin een opsomming van verenigingen wordt gegeven incl. hoe vitaal deze zijn volgens het stadsdeel. Wel wordt er een korte opsomming gegeven van criteria waar het

40

41

42

heden wordt de lijst met vitale verenigingen niet openbaar gemaakt. Ondanks verschillende verzoeken om deze te publiceren. De criteria die worden gehanteerd bij het vaststellen van de vitaliteit zijn vaak niet relevant. Zo wordt bijvoorbeeld het hebben van bestuurlijk kader en het hebben van een beleidsplan als criteria gebruikt en niet bijvoorbeeld het aantal vrijwilligers in relatie met het aard van de vereniging (primaire proces). Zo zijn voetbalverenigingen die bijvoorbeeld voor ieder jeugdelftal een gediplomeerde trainer en begeleider hebben, maar geen volledig bestuur en beleidsplan, voor het stadsdeel niet vitaal! Maar vereniging die op papier een volledig bestuur hebben en waar de lagere elftallen weinig aandacht krijgen (in de vorm van trainers en begeleiding), wel vitaal! Voor het stadsdeel is het hebben van ‘volledige besturen’ (lees overhead) en beleidsplannen belangrijker dan aandacht voor de sporterende kinderen. In sport geldt nog steeds hetgeen wat je op zaterdag of zondag op de mat neerlegt: de prestatie! Het Stadsdeel gaat voorbij aan dit principe. In een van doelen van de nota sportstimulering is mensen die nu niet sporten te motiveren om lid te worden van een vereniging. In het stadsdeel Nieuw West zijn dit vaak mensen die behoren tot een groep waar de financiële middelen ontbreken om de contributie voor hun zelf en kinderen te voldoen. Op dit moment zijn de zoals jeugdsportfonds en Scholierenvergoeding van DWI die gebruikt worden om deze doelgroep te ondersteunen leeg of niet toereikend voor het aantal dat hiervan gebruik wil maken. De komende jaren zal hier weinig verandering in komen. Doordat de contributies worden verhoogd (om aan de doelstelling van 50% bijdrage aan de exploitatie te kunnen voldoen) en de ondersteunende bijdragen (tegemoetkoming van de kosten uit de ‘armen’ potjes); wordt de financiële drempel om lid te worden nog hoger. De beoogde schaalvergroting, herverkaveling en professionalisering moet volgens het stadsdeel leiden tot een kwaliteitsverbetering. Waar is deze ‘beweging’ eerder geprobeerd? Juist; in de zorg en het onderwijs. Vooral in het onderwijs heeft deze ‘beweging’ geleid tot vervreemding, bestuurlijke wanorde en afhaken van leeraren en leerlingen. Van iedere Euro die bestemd is voor het primaire proces, het ‘overdragen van kennis van leraar naar kind’, gaat in sommige situaties maar 30%. Dus 70% gaat naar managers, vergaderen en andere ‘overhead’ taken. Wat geeft het stadsdeel het vertrouwen dat dit beter zal gaan in de sport? De nota’s geven hierop geen antwoord. In dit kader zijn de bevindingen (Jo Lucassen van het Mulier Instituut en collega’s) interessant (artikel: Instituut Moderniseren en professionaliseren van sportverenigingen: met gevoel voor realiteit graag!, 22-04-2008). De nota’s zijn tot stand gekomen zonder overleg met de verenigingen. Door het ontbreken van deze samenwerking zijn stellingen ingenomen en aannames gemaakt zonder de feiten te kennen. Zo wordt ZSGOWMS niet erkend als vitale vereniging, terwijl het voor de belastingbetaler en voor de gebruiker één van de goedkoopste vereniging is! Twee grasvoetbalvelden worden intensief gebruikt door onder andere 14 jeugdteams (13 in de competitie en 1 team trainend). De goedkoopste contributie bedraagt € 150,-en het clubhuis is in eigendom. Er is geen subsidie van de overheid (dan korting op veldhuur). De vitale vereniging DCG heeft 23 jeugdteams en bespeelt 6 voetbalvelden, waarvan twee van kunstgras; de goedkoopste contributie bedraagt € 210,--.

stadsdeel waarde aan hecht bij sportverenigingen. De criteria die het stadsdeel hanteert voor zijn visie op vitaal of niet vitaal zijn voor een groot deel dezelfde als de criteria die sportbonden (bijv de KNVB) hanteren, aangevuld met criteria die gerelateerd zijn aan bijvoorbeeld de huurrelatie. Wat uw voorbeelden betreft: naar de mening van het stadsdeel (en de bonden) kan er geen sprake meer zijn van een vereniging die zich staande probeert te houden met een minimaal aantal vrijwilligers dat voor alle taken opdraait. Een vereniging is een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor alle (ouders van) leden. Daarom is het hebben van een volwaardig vrijwillig kader een belangrijke peiler van een vitale vereniging. Het hebben van een volledig bestuur geeft aan dat een vereniging beschikt over voldoende mensen die zich verantwoordelijk voelen voor het reilen en zeilen van een vereniging (draagvlak binnen de eigen vereniging). Het opstellen van een beleidsplan maakt duidelijk waar een vereniging voor staat en zorgt voor toekomstoriëntatie. De KNVB is deze mening ook toegedaan: zie hun brief over ‘optimalisering sportparken’ t.b.v. stadsdeel Nieuw-West dd. Februari 2012.


X

De huurtarievendiscussie maakt geen onderdeel uit van de visie. Overigens ligt de oplossing voor een vereniging niet in het kunstmatig laag houden van de huurtarieven, maar in een financieel gezonde basis van de vereniging. Dit houdt o.a. in: het hebben en houden van voldoende leden, passende contributievormen en passende andere inkomsten, w.o. horecainkomsten en bijvoorbeeld inkomsten uit sponsoring en extra activiteiten. Voor minder draagkrachtige jonge leden zijn er middelen via DWI of het Jeugdsportfonds. Het stadsdeel wil hierbij graag een faciliterende rol spelen. De genoemde 50% dekking van de kosten zal worden nagestreefd met diverse middelen, daaronder vallen ook: het terugbrengen van de beheerkosten, de verhoging van het gebruik van de velden door andere partijen en het invoeren van een btw-belaste exploitatie. Door dat laatste kan het stadsdeel de btw op de investeringen terugvorderen en worden de kosten dus gedrukt.


X

Het vergelijken van professionalisering van zorg en onderwijs met het optimaliseren van het gebruik van sportparken en het opheffen van de overcapaciteit van – vooral – voetbalvelden, gaat niet op. Vanzelfsprekend moet alle inzet gericht zijn op het bevorderen van sportdeelname. O.i. is er geen relatie tot de inhoud van de visiedocumenten. Er is inmiddels her en der ervaring opgedaan met sportparkmanagement: geconstateerd is dat dit een positief effect heeft op het ‘rendement’ van sportparken (meer sportbeoefening).


X

Er is in de visiedocumenten nog géén sprake van een indeling van verenigingen op basis van vitaliteit. De visies hebben tot doel democratisch vastgestelde kaders en criteria te hebben t.b.v. uitvoeringsplannen. De beide visiedocumenten zijn tot stand gekomen in consultatie met de sportadviesraad, een afspiegeling van de sportverenigingen in stadsdeel NieuwWest. Bij het ontwikkelen van de uitvoeringsplannen zullen de verenigingen worden betrokken. Overigens staat ZSGOWMS bij het stadsdeel bekend als een slechte betaler.

43

44

45

46

47

Kortom: ZSGOWMS heeft een hogere bezettingsgraad en heeft een lagere financiële drempel; maar wordt niet genoemd als vitale vereniging en moet wellicht verdwijnen. DEVO’58 is van mening dat Sportpark Ookmeer op dit moment niet maximaal benut wordt. Er worden in de weekenden veel velden niet gebruikt en dat is zonde. DEVO’58 is daarom voorstander van het herstructureren van het sportpark om de niet volledig benutte velden rendabel te maken. Echter is DEVO’58 ook van mening dat, in de ter inspraak liggende conceptvisie, enkel naar onroerendgoedverdeling wordt gekeken en volledig voorbij wordt gegaan aan verenigingsbelang, clubcultuur en diversiteit tussen de verenigingen. Kleine, maar krachtige vitale voetbalverengingen lijken in deze visie geen bestaansrecht te hebben; Naar onze mening hebben deze verenigingen juist ook bestaansrecht en is DEVO’58 een goed voorbeeld. - DEVO’58 voldoet aan de bespelingnorm (één veld zaterdag en zondag benut) - DEVO‘58 is financieel gezond, er is door goed financieel management grote reserve opgebouwd. De club functioneert volledig op basis van eigen inkomsten - DEVO’58 is een afspiegeling van Nieuw-West met autochtonen, allochtonen, van lager tot universitair geschoold. - DVEO’58 heeft als enige club op Sportpark Ookmeer damesvoetbal. Toch heeft onze club volgens de visie geen bestaansrecht omdat het geen 300 spelende leden heeft en dit mogelijk ook niet ambieert. Herverdeling van onroerend goed lijkt belangrijker dan verenigingsleven en clubcultuur; Een grote vereniging betekent niet automatisch een vitale vereniging. Een grote vereniging betekent namelijk ook een groter kader en vrijwilligers. Iets wat in het huidige verenigingsleven steeds moeilijker blijkt. De kracht van een vereniging zit in het verenigingsgevoel en betrokkenheid van waaruit mensen bereid zijn zich kosteloos of tegen een geringe vergoeding in te zetten voor de club. Een bekend probleem bij grote clubs is dat er geen identiteit (meer) is, leden elkaar niet meer kennen en de betrokkenheid minder wordt. Daar komt bij dat een niet te onderschatten groep senioren recreanten ‘vergeten’ worden omdat alle aandacht visie en beleid gericht is op de jeugd en selectie elftallen. Juist bij kleine verenigingen is de betrokkenheid groot omdat iedereen elkaar kent, elkaar makkelijk aanspreekt en lijnen om iets voor elkaar te krijgen kort zijn. De visie laat de mogelijkheid van meerdere kleine krachtige verenigingen met een eigen identiteit en eigen onderkomen volledig buiten beschouwing; Er wordt niet gekeken naar de mogelijkheid voor gemeenschappelijk gebruik van de velden door meerdere (kleinere) verenigingen om op deze manier de veldbezetting omhoog te krijgen. Zo kunnen clubs wel hun identiteit (kantine/kleedruimte) behouden maar wordt wel de bespelingnorm gehaald. De visie beschrijft een einddoel over 13 jaar, hierbij wordt volledig voorbij gegaan aan de korte- en middellange termijn; Dit is voor de ontwikkeling, het stabiel maken en houden van een vereniging veel belangrijker richting 2025. Een club als DEVO’58 moet investeren om haar toekomst veilig te stellen door bijvoorbeeld de kleedkamer faciliteiten en de kantine aan te passen aan de huidige normen. De conceptvisie is zeer onduidelijk over

Voetbalvereniging DEVO ‘58

X

Het primaire belang van sportverenigingen en dus hun eerste doelstelling is het aanbieden van sport. Daarvoor worden sportaccommodaties aangelegd en in stand gehouden. Verenigingen die op succesvolle wijze sportbeoefening bevorderen en aan de contractvoorwaarden voldoen zijn welkom op de sportparken in Nieuw-West. De visie sportparken heeft zeker ook tot doel het bevorderen van het effectief gebruik van de sportparken, en inderdaad: velden onderhouden die niet worden gebruikt is zonde.


X

(zie ook opmerking 32) Het getal van minimaal 300 leden is de kortermijnrichtlijn voor met name voetbalverenigingen (waarop het accent ligt in paragraaf 3.6). Andere richtlijnen zijn bespelingsgraad van de velden en betalingsgedrag etc. Maar ook de wijze waarop de vereniging invulling geeft aan haar maatschappelijke rol (bijvoorbeeld het binden van veel jeugdleden) en eigen ontwikkeling/beleid zijn belangrijke kenmerken van een vitale vereniging. Wij wijzen op het belang van een redelijke omvang van een vereniging voor het realiseren van de primaire doelstelling, namelijk: mensen laten sporten. De realiteit leert dat te kleine verenigingen in deze tijd niet in staat zijn het hoofd boven water te houden. Zie daarvoor ook de KNVBbrief: ‘De KNVB attendeert verenigingen er op dat zij er zelf voor moeten gaan zorgen dat zij bij die 50 (overblijvende Amsterdamse) verenigingen horen.’


X

Per sportpark / per combinatie van verenigingen wordt uitvoerig gekeken naar vitaliteit en ontwikkelingsmogelijkheden. Uiteraard spelen identiteit van de vereniging, clubcultuur en achterban van de verschillende verenigingen een rol in het bepalen van welke verenigingen samen zouden kunnen gaan dan wel een accommodatie zouden kunnen delen. Dit betekent o.i. zeker niet dat bepaalde groepen leden (bijv senioren recreanten) in een vereniging buiten beeld hoeven te raken: deze leden hebben immers gewoon een stem die men (ook) moet willen horen.


X

Er wordt wel degelijk gekeken naar de mogelijkheid om velden en accommodaties door meerdere verenigingen te laten delen t.b.v. optimale bespeling. Op veel sportparken is dat al lang gebruikelijk. Dit praktische feit doet niets af aan het feit dat het stadsdeel verenigingen wil stimuleren om vitaler en groter te worden.


X

De visie beschrijft een ontwikkelingsrichting incl. het traject daar naar toe. Dus ook voor de korte en middellange termijn. In de volgende fase wordt per sportpark en per vereniging uitgewerkt wat de gewenste ontwikkeling is en hoe daar invulling aan dient te worden gegeven.

48

49

50

51

52

53

54

55

56

57

58

trajecten mogelijkheden en doelstellingen voor kleinere (voetbal)verenigingen om hun bestaansrecht te rechtvaardigen. De opvatting dat kunstgras voetbalvelden goedkoper en rendabeler zijn dan grasvelden is niet altijd juist. Specialisten die beide type veld beheren en onderhouden kunnen het kosten verschil exact voorrekenen. AMHC Westerpark is verheugd met de voor de hockeyvereniging ingetekende ruimte van 3 velden en een clubhuis. Mocht de groei doorzetten dan zal op termijn een 4e of zelfs 5e veld nodig zijn. Wij adviseren hiermee rekening te houden in de visie. Wij adviseren om in ieder geval één voetbalvereniging op het sportpark te behouden. Dit houdt de diversiteit van de belangrijkste buitenteamsporten op peil. Als alternatief voor een ijsbaan adviseren wij om deze locatie te onderzoeken als alternatieve plaats voor het Wagener hockeystadion. Qua locatie en infrastructuur is deze plaats wellicht beter dan het Amsterdamse Bos, waar nu plannen zijn om het huidige stadion te renoveren. Het stadion kan ook gebruikt worden voor concerten en andere evenementen. Wij adviseren om de belangrijkste fietsroute over de eeuwenoude dijk te laten lopen i.p.v. langs het park. Dit verhoogt de veiligheid op het park. Wij adviseren om alle lage begroeiing zowel op het park als langs het park te verwijderen voor meer veiligheid. Wij adviseren om een platform in te stellen van verenigingen en gemeente die samen gaan kijken hoe het park beter ingericht en beheerd kan worden tegen lagere kosten. Gymnastiek en turnen garandeert levenslang meedoen. De vele verschijningsvormen dienen behoud van fitheid en gezondheid, bieden kansen op revalidatie en functiebehoud, stimuleren samenwerken en vrijwilligerswerk. Deze vier waarden vormen de enorme kracht van gymsport. Investeren in de gymsport maakt elke samenleving sterker en socialer. Om die reden verzoeken wij u met klem om blijvend te investeren in de gymsport en deze op te nemen als focussport in de beleidsnota van stadsdeel Nieuw-West. Als je hockey tot focussport maakt, kun je sportpark Sloten-West niet opheffen.

De Sportadviesraad is benieuwd naar de uitwerking van de diverse plannen rondom sportstimulering en dringt aan op het opnemen van een paragraaf over de operationalisering. Juist in deze tijd hebben mensen vooral behoefte aan effectuering van beleidsplannen. Sport als vrijetijdsbesteding wordt in de visie sportstimulering gemist als aandachtspunt naast het gezondheidsaspect.

59

De sportdeelname is in tegenstelling tot wat in de visie sportstimulering staat in zijn totaliteit afgenomen (alle wijken en in Amsterdam geheel)

60

Een ketenaanpak van maatregelen per focussport, wordt dit ontwikkeld of doorgevoerd?

61

Waarom wordt in Nieuw-West gestreefd naar 61% sportparticipatie, waarom bijvoorbeeld geen 80%? Moet het gemiddelde niet veel hoger liggen dan in Amsterdam als Nieuw-West het sportstadsdeel wil zijn? “Fietsvriendelijk” klinkt alsof het nu slecht is. Voorstel: “Nog meer fietsvriendelijk”.

62


Hockeyvereniging AMHC Westerpark

X

Kennis over (kosten van) kunstgrasvelden is aanwezig in het stadsdeel/gemeente Amsterdam. Kunstgras wordt in NieuwWest vooral aangelegd t.b.v. trainingscapaciteit (intensieve bespeling, weinig weersgevoeligheid) en zorgt ervoor dat op gewilde uren veel mensen kunnen sporten. Dit intensievere gebruik zorgt voor relatief lagere kosten voor een kunstgrasveld. Ontwikkelingen gaan per definitie door. Als ontwikkelingen daartoe t.z.t. aanleiding geven, zal het stadsdeel in overleg met de vereniging uitbreiding van sportaccommodaties meenemen in de planvorming.

X

Hockeyvereniging AMHC Westerpark Hockeyvereniging AMHC Westerpark

X

In de uitwerking per sportpark worden alle mogelijkheden en wenselijkheden afgewogen, mede in het perspectief van het gewenste ‘profiel’ van het betreffende sportpark.

X

Alle (sport)ontwikkelingen zijn in principe mogelijk, mits niet in tegenspraak met bestemmingsmogelijkheden. Uitgangspunt is dat de ontwikkeling en exploitatie niet bij het stadsdeel komen te liggen. Een ondernemende partij met een ander plan is dus in principe welkom.

Hockeyvereniging AMHC Westerpark Hockeyvereniging AMHC Westerpark Hockeyvereniging AMHC Westerpark Stichting Turnstad Amsterdam

X

In het uitvoeringsplan wordt deze suggestie meegenomen.

X

De afdeling beheer is reeds begonnen met het uitdunnen van lagere begroeiing i.v.m. veiligheid. Wellicht is er de toekomst reden om dit verder door te voeren.

X

X

Sportadvies raad (reactie op eerdere concept versie)

X

De uitvoeringsplannen voor de (overblijvende) sportparken worden zeker opgesteld met participatie van de daarop gevestigde sportverenigingen en andere partijen, bijvoorbeeld in de vorm van een platform. Gymsport is een belangrijke tak van sport voor de fysieke en sociale ontwikkeling van kinderen. Goede huisvesting is daarvoor van groot belang. Echter, de bijdrage die vanuit de gymsport geleverd kan worden aan het verhogen van de sportparticipatie van inwoners van Nieuw-West is naar verwachting geringer dan die van de benoemde focussporten. Gymsport dient een meer centrale plek te krijgen in de samenwerking tussen gemeente Amsterdam en KNGU. Stadsdeel Nieuw-West huisvest in deze centrale ontwikkeling graag de grote gymsportpartijen, maar de tak van sport vraagt om meer centrale aanpak en regie. Het een sluit het ander niet uit. Voor een focussport wordt voor de langere termijn gekeken naar optimaliseringsmogelijkheden. Een daarvan kan zijn het verhuizen van een sportvereniging naar een ander sportpark waar meer uitbreidingsmogelijkheden zijn, en daarmee de mogelijkheid tot het vergroten van het aantal sporters. Er is inmiddels een paragraaf operationalisering toegevoegd. Ook komt er voor beide sportvisies een uitwerkingsplan waarin omschreven wordt wat er wanneer wordt aangepakt en hoe.

Sportadvies raad (reactie op eerdere concept versie)

X

Sportadvies raad (reactie op eerdere concept versie) Sportadvies raad (reactie op eerdere concept versie) Sportadvies raad (reactie op eerdere concept versie) Sportadvies raad (reactie op eerdere concept versie)

X

In de tekst zal meer nadruk worden gelegd op sport als (favoriete) vrijetijdsbesteding van veel mensen uit Nieuw-West

X

Cijfers en bijbehorende tekst zijn inmiddels aangepast.

X

Een ketenaanpak wordt zowel ontwikkeld als doorgevoerd. Dit zal worden verduidelijkt in de tekst.

Sportadvies raad (reactie

X

X

De visie sportstimulering heeft een tijdsspanne van enkele jaren (tot 2016). De doelstellingen moeten daarom realistisch zijn in verhouding tot wat in deze periode kan worden bereikt. Het doel op de langere termijn is om te komen tot een percentage dat hoger ligt dan het Amsterdamse gemiddelde, maar dit wordt nog niet in de huidige plannen uitgewerkt. Tekst zal worden aangepast.

63

Worden er voorzieningen voor “het fietsen” of voor “fietsers” gerealiseerd?

64

Bij het stuk over sportparken is het aan te bevelen om ook een paragraaf op te nemen over de accommodaties/infrastructuur van een aantal sportgerelateerde instellingen, die niet op de hoofdsportparken zijn gevestigd. Te denken valt aan het zwembad, de maneges, de vechtsporten e.d. De visie sportparken spreekt over van missie naar visie. Wij zien graag “van visie naar missie naar uitvoering”. De sportadviesraad is van mening dat hierbij een hoofdstuk gewijd aan de financiële uitwerkingen, met consequenties voor zowel het stadsdeel als verenigingen, niet mag ontbreken Dat sportverenigingen meer op eigen benen dienen te staan is in lijn met het werken met gezonde organisaties. De maatschappelijke functie dient echter wel geborgd te zijn. Een model van samenwerking tussen stadsdeelambtenaren en de vrijwilligers van meerdere verenigingen per sportpark heeft onze voorkeur. Een verdergaande verzelfstandiging als dat de vereniging alles zelf doet en overal verantwoordelijk voor is, is bedrijfseconomisch vanuit het stadsdeel bekeken aantrekkelijk, maar in onze ogen niet realistich. Echte samenwerking is de weg. In paragraaf 3.2 van de visie op sportparken wordt genoemd dat sport de laatste jaren meer ingezet wordt als middel. Of dit werkelijk zo is of vooral met de mond beleden wordt, is te bedicussiëren. Indien je dit echt waar zou willen maken, dan kan je bijvoorbeeld denken aan het inzetten van sportinstructeurs op de loonlijst van het stadsdeel bij de scholen als vakleerkracht lichamelijke opvoeding. Of de Olympische ambitie in dit stuk thuishoort is arbitrair. Als het helpt oké, maar het gaat hier toch meer om algemene principes.

65

66

67

68

69

70

Verzelfstandiging van een heel sportpark, dat gebruikt wordt door een focussport lijkt ons niet wenselijk. Eerder zou men juist in goed overleg met de verenigingen kunnen zorgen, dat zij met het stadsdeel een middellang plan opstellen om ze met actieve ondersteuning door te laten groeien en gefaseerd te laten verhuizen naar Sloten. De financiering van de verhuizing en de eventuele lokpremie kan gehaald worden uit de dan volgende herontwikkeling tot woongebied. Daarnaast is onze opvatting: Een sportpark is van de gemeenschap. Hierdoor zien we eigenlijk sowieso het nut en de noodzaak niet van verzelfstandigen. Het principe om op de sportparken te gaan werken met verzamelgebouwen wordt door de Sportadviesraad begrepen, maar strookt niet met het sociale karakter van sportverenigingen. Niet zelden is de kantine als plek van samenkomst de bindende factor van de clubleden. Het samenvoegen van clubgebouwen moet geen dogma zijn, maar kan als groeimodel nagestreefd worden, welke op termijn uitgewerkt kan worden. Gezonde sportverenigingen moeten het recht op een eigen clubhuis kunnen behouden.

op eerdere concept versie) Sportadvies raad (reactie op eerdere concept versie) Sportadvies raad

X

Voorzieningen voor “het fietsen” dienen uiteraard te voorzien in de behoefte van “de fietser”. De tekst zal daarom worden aangepast. X

Destijds is besloten die accommodaties buiten de visie sportparken te laten vanwege het verschil in problematiek en opgaven.

Sportadvies raad

X

Na vaststelling van de Visie op de sportparken door de deelraad, zal vanuit dit nieuwe kader, worden gewerkt aan uitvoeringsplannen. Financiële consequenties, zowel voor het stadsdeel/de gemeente als voor de verenigingen, zullen daarbij niet ontbreken.

Sportadvies raad

X

Het model van samenwerking tussen verenigingen en stadsdeel dat de sportadviesraad voorstaat, wordt ook in de visie op de sportparken voorgestaan. Het stadsdeel biedt in deze ondersteuning bij het professionaliseren, o.a. via inzet van combinatiefunctionarissen. Dat model van samenwerking tussen verenigingen en stadsdeel wordt geschetst voor de drie brede stadsdeelsportparken; deze sportparken hebben ruimte voor alle verenigingen die momenteel in het stadsdeel zijn gehuisvest. In die compacte vorm bespaart het stadsdeel een zeer groot bedrag op de exploitatiekosten. Voor (tijdelijke) oplossingen op andere locaties zal bekeken worden welke vormen van exploitatie haalbaar zijn. Het stadsdeel gaat via verenigingsondersteuning de verenigingen hierbij hulp bieden.

Sportadvies raad

Sportadvies raad

n.v.t.

Sportadvies raad

Sportadvies raad

X

Deze suggestie is niet in lijn met het huidige beleid van de gemeente Amsterdam.

n.v.t.

De Olympische ambities hebben een plaats gekregen in de visie sportparken omdat vanuit de gemeente Amsterdam meermaals het verzoek aan de stadsdelen is gericht om bij te dragen aan dit project. Nieuw-West kan de vorm van zijn bijdrage de komende tijd overwegen, o.a. door sportaccommodaties ter beschikking te stellen voor (pre-) Olympische doelstellingen. Extra sportstimulering voor jeugd/jongeren maakt ook deel uit van het Olympisch plan. De alinea over de verzelfstandiging van een heel sportpark (gedoeld wordt op Sloten-West) moet worden gezien in het kader van het zoeken naar een toekomstbestendige oplossing, mede in het licht van uitbreiding van sportvelden t.b.v. de hockeyvereniging. Indien wordt besloten tot (gefaseerde) verhuizing op (middellange) termijn, dan zal in dat kader een plan worden opgesteld in nauwe samenwerking met de vereniging. Daarbij is verzelfstandiging met eventueel een latere optie tot verhuizing wat ons betreft denkbaar.

X

X

Het stadsdeel beoogt met het hebben van verzamelgebouwen zeker niet om de gezelligheid en het verenigingsgevoel te doen verdwijnen. Maar anderzijds is dit niet het primaire doel van een sportvereniging. Wel beoogt het stadsdeel te komen tot een constructie die ervoor zorgt dat de gebouwen die gedeeltelijk met gemeenschapsgeld worden gebouwd ook nuttig kunnen worden gebruikt op de uren dat er geen of weinig verenigingsactiviteiten plaatsvinden. En dat er bovendien garanties worden ingebouwd dat alle gebouwen zodanig worden onderhouden dat er geen sprake meer kan zijn van onveilige voorzieningen door achterstallig onderhoud en matig beheer. In de komende tijd zal actief worden samengewerkt met verenigingen op de zuidzijde van sportpark Sloten om te kijken hoe een verzamelgebouw t.b.v. vier verenigingen vorm kan krijgen, met behoud van voorzieningen t.b.v. het ‘verenigingskarakter’ én met medegebruiksmogelijkheden voor andere doelgroepen, en dit alles binnen een realistisch financieel kader. Een vereniging die in staat is met eigen

71

72

73

74

75

Op pagina 37 van de visie sportparken staat ‘tijdelijk’ tussen haakjes bij de regeling voor verenigingsondersteuning. Tijdelijk geeft geen continuïteit, dus gelieve te schrappen. De aard en volume van de regeling kan wisselen, maar verenigingsondersteuning is voor alle tijden. In de in bijlage 6 beschreven profielen die de sportparken moeten krijgen, wordt door de Sportadvies raad geen duidelijk ‘eigen gezicht’ herkend. In de drie brede sportparken is sprake van veldsporten, contactsporten en verenigingssporten geprofileerd. Voor Spieringhorn wordt met het handhaven van één sportvereniging op het park geen toekomst gezien als sportpark. Of behoefte is aan een ijsbaan en of de afgelegen plek bij Spieringhorn uitnodigend genoeg is adviseren wij eerst goed te onderzoeken. Een breed sportaanbod in alle negen wijken strookt naar ons idee niet met het terugbrengen van het aantal sportparken naar 5.

Sportadvies raad

X

Sportadvies raad

X

Wens tot herformulering van een passage: “Sportservice Amsterdam kan op verzoek van het stadsdeel ondersteuning op maat bieden voor alle PO scholen en maakt daarbij gebruik van diverse middelen zoals kennismaking, toernooien, naschoolse sport en schoolsportverenigingen, evenals de inzet van de combinatiefunctionaris. In het project JUMP-in wordt voor een beperkt aantal scholen al een standaardpakket van middelen aangeboden, voor de overige scholen zijn er echter ook veel mogelijkheden die in overleg met het stadsdeel gerealiseerd kunnen worden. Denk aan de schoolsportvereniging en de wijksportvereniging voor meerdere scholen”.

DMO (geen inspraak, wel informele input)

Sportadvies raad

middelen en op eigen wijze een aan de eisen voldoend clubhuis te exploiteren binnen het noodzakelijke sportprofiel, heeft uiteraard recht op een eigen clubhuis. Waarbij vanuit het stadsdeel de aanbeveling zal blijven gelden dat samenwerking met maatschappelijke partijen het kenmerk is van een vitale vereniging. De verwijzing naar het (tijdelijk) betreft een tijdelijke extra inzet voor verenigingsondersteuning; verenigingsondersteuning zal, vanuit DMO/gemeente Amsterdam, in principe blijven bestaan. Verenigingen moeten overigens in onze optiek op een gegeven moment wel in staat zijn zelfstandig en verantwoordelijk te functioneren; gelukkig merkt de sportadviesraad al eerder in zijn advies op dat ‘sportverenigingen meer op eigen benen dienen te staan’. De profielen voor de brede sportparken zullen, o.a. tezamen met de verenigingen die zich op die drie parken willen huisvesten of daar willen blijven, verder worden uitgewerkt. Daarvoor is het nodig te weten welke verenigingen op welk park wensen te blijven dan wel te komen. Ook samenwerking met sportondernemingen kan zorgen voor verdere profilering; een ‘profilering’ moet zich ontwikkelen en kan niet ‘van achter de tekentafel’ worden opgelegd. X

Sportadvies raad

X

X

Ondernemers moeten hun eigen afwegingen kunnen maken en een eigen exploitabele formule kunnen ontwikkelen. Dergelijke afwegingen moet een ondernemer die in de winter een ijsbaan zou willen aanleggen ook zelf kunnen maken. Een breed sportaanbod in het stadsdeel kan alleen worden gegarandeerd als de exploitatielasten draaglijk blijven. In de 9 wijken zijn kleinschalige openbare buurtvoorzieningen altijd in de buurt, vooral voor kinderen. Daar waar die niet aanwezig zijn moeten in de nabije toekomst kansen worden benut om die wel aan te (laten) leggen. De tekst wordt aangepast conform het voorstel van DMO.

Concept Nota van Beantwoording Informatie-avonden Conceptvisies Sportstimulering en Sportparken

Recommend Documents