Concept - bijlage bij voortgangsrapportage Input voor marktconsultatie
Perspectief op een middelgroot theater in Helmond
2
Inhoudsopgave 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6.
1. Inleiding Algemeen Marktconsultatie Doel van deze notitie Buiten traditionele kaders Doelgroep voor de marktconsultatie Stappenplan
5 5 5 5 5 6 6
2.1. 2.2. 2.2.1. 2.2.2. 2.2.3. 2.2.4. 2.2.5. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.6.1. 2.6.2. 2.7. 2.7.1. 2.7.2. 2.7.3. 2.8.
2. Uitgangspunten Randvoorwaarden wet- en regelgeving Analyse aanbod in de omgeving Grote theaters en muziekzalen Middelgrote theaters Kleine theaters Sociaal-culturele centra Zalen in Helmond Positionering Positie Helmond binnen B5-gemeenten Doelgroep Doelstellingen theater Culturele doelstellingen Zakelijke doelstellingen Programmering Cultuur Randprogrammering Zakelijk Niet speelbare voorstellingen in ’t Speelhuis
7 7 8 8 9 9 9 10 10 11 11 12 12 12 12 13 14 15 16
3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
3. Vertaling naar gebouw Algemeen Hoofdopzet vlekkenplan Relaties Verkeersstromen
17 17 18 18 19
4.1. 4.2. 4.3. 4.3.1. 4.3.2. 4.3.3. 4.3.4. 4.3.5. 4.3.6. 4.3.7.
4. Ruimteprogramma en omschrijving afzonderlijke ruimten Algemeen Ruimteprogramma Functionele randvoorwaarden afzonderlijke ruimten Publieksruimten Grote theaterzaal en annexen Kleine theaterzaal en annexen Backstage Facilitaire horecaruimten Kantoren theater Algemene ondersteunende ruimten
23 23 23 27 27 27 28 29 30 30 30
3
5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5. 5.6.
5. Ruimtelijke inpassing en inrichting omgeving Ruimtelijke opzet Locatie Bereikbaarheid/ontsluiting Inrichting omgeving Ruimtelijke kwaliteit Duurzaamheid
31 31 31 31 31 32 32
6.
33
Financieel
4
1.
Inleiding
1.1.
Algemeen Op 29 december 2011 is het voormalige theater van Helmond, ’t Speelhuis, door brand verwoest. In de daarop aansluitende periode is hard gewerkt aan een tijdelijke oplossing voor het theater, zodat geprogrammeerde voorstellingen en activiteiten doorgang kunnen vinden. Deze oplossing is gevonden in de Onze Lieve Vrouwe Kerk, die is aangepast en voor de komende periode zal fungeren als het theater van Helmond. Deze tijdelijke oplossing biedt de mogelijkheid om meer tijd te nemen voor het maken van keuzes voor een permanente oplossing. Als onderdeel van de verkenning naar de mogelijkheden voor een permanente oplossing willen we de markt de gelegenheid bieden om haar ideeën en gedachten in te brengen, zonder dat dit leidt tot verplichtingen of definitieve keuzes.
1.2.
Marktconsultatie Om input te krijgen van marktpartijen voor de realisering van de plannen is de gemeente Helmond voornemens om een marktconsultatie te houden. Hierbij brengt de gemeente Helmond brengt haar eerste ideeën en intenties op hoofdlijnen in beeld, vóór afronding en vaststelling van uitgangspunten. Op basis hiervan worden marktpartijen uitgenodigd om te reageren, met ideeën, suggesties en voorstellen. Marktpartijen worden uitgenodigd om te reageren of een middelgroot theater (inhoudelijk en financieel) haalbaar is en de gestelde randvoorwaarden realistisch zijn, private partijen interesse hebben en mogelijkheden zien een middelgroot theater te realiseren, de geschetste behoefte zal leiden tot de meest optimale oplossing, er innovatieve oplossingen zijn voor de geschetste vraag, danwel alternatieve oplossingsrichtingen, er relevante ontwikkelingen zijn die van invloed zijn op de geschetste vraag. De reacties van de marktpartijen kunnen invloed hebben op de verdere meningsvorming van de gemeente (B&W, commissie S, Raad, etc.) en op de latere vaststelling van de harde kaders voor het theater. De gemeente zal de marktconsultatie openbaar bekend maken door publicatie, maar ook specifieke partijen uitnodigen om te reageren.
1.3.
Doel van deze notitie Het voor u liggende document vormt de input voor de marktconsultatie. Het maakt nog geen keuzes, maar levert voldoende informatie voor marktpartijen over een mogelijke denkrichting van de gemeente op dit moment. De input moet nadrukkelijk niet worden gezien als dwingend, voorschrijvend, maar als mogelijke kaders en ideeën voor nadere uitwerking. Marktpartijen worden uitgenodigd hierop te reageren, af te wijken, met eigen invullingen en suggesties te komen die het theater tot een succes kunnen maken, kunnen bijdragen aan de culturele betekenis van het theater voor Helmond en haar omgeving en bijdragen tot een gezonde exploitatie. Daarnaast wil de gemeente graag weten aan welke voorwaarden zou moeten worden voldaan om de slagingskans zo groot mogelijk te laten zijn.
1.4.
Buiten traditionele kaders Met deze marktconsultatie nodigen we marktpartijen uit om buiten traditionele kaders te treden. Toekomstbestendige totaalconcepten bieden mogelijk meer kansen om commerciële en maatschappelijke belangen met elkaar te verbinden. Voor de gemeente liggen de prioriteiten bij het maatschappelijk belang en een theatervoorziening voor de lange termijn.
5
1.5.
Doelgroep voor de marktconsultatie De gemeente is geïnteresseerd in de reactie en mening van een breed scala aan marktpartijen. Denk aan: Exploitanten van theaters en andere culturele voorzieningen; Ontwikkelaars en beleggers in cultureel vastgoed; Ondernemers die het Helmondse theater een warm hart toedragen en willen meedenken; Gespecialiseerde adviseurs op het gebied van de realisatie en exploitatie van theaters. De marktconsultatie heeft niet als doel dat bedrijven zich presenteren met het oog op het verwerven van een opdracht: partijen moeten in deze fase een inhoudelijke bijdrage leveren. Tijdens de marktconsultatie zullen er geen toezeggingen worden gedaan over vervolgopdrachten. Er staat geen vergoeding tegenover de inspanningen of bijdragen van partijen. Als aanbestedende dienst dient de gemeente de aanbestedingsregelgeving in acht te nemen, hetgeen impliceert dat zij overheidsopdrachten conform de regelgeving dient aan te besteden. Hierin past niet dat er vooraf toezeggingen aan een bepaalde partij of meerdere partijen kunnen worden gedaan.
1.6.
Stappenplan Na goedkeuring door de Raad doorloopt de marktconsultatie de volgende stappen: a. Publicatie van marktconsultatie en oproep aan belangstellenden om zich bij de gemeente te melden; b. Uitnodiging aan specifieke partijen om deel te nemen aan de marktconsultatie; c. Toesturen van deze notitie en informatie over de procedure aan belangstellenden; d. Na circa 3 weken worden door een kleine ambtelijke commissie gesprekken met marktpartijen gevoerd, om hun kennis, ideeën en gedachten te vernemen. Voor deze eerste ronde zijn vooralsnog maandag 25 maart en dinsdag 2 april gereserveerd; e. Na de eerste ronde gesprekken wordt een beperkt aantal marktpartijen (circa 3) uitgenodigd om hun ideeën nader uit te werken en na nogmaals circa 3 weken te presenteren aan een bredere commissie. f. De marktconsultatie wordt afgerond met een rapportage van de ambtelijke commissie. De marktconsultatie levert input voor een voorstel aan de raad voor de vervolgstappen bij het proces. De totale doorlooptijd van de marktconsultatie is circa twee maanden. De start is voorzien na de raadsvergadering van 5 maart 2013, zodat de marktconsultatie in mei 2013 kan worden afgerond. Het resultaat van de marktconsultatie kan dan, als onderdeel van een integraal voorstel, worden aangeboden aan de raad ter bespreking in de raadsvergadering in juni.
6
2.
Uitgangspunten De uitgangspunten in deze notitie zijn uitgewerkt vanuit de hedendaagse gedachten over het theater. Deze worden na de marktconsultatie mogelijk nader uitgewerkt tot een Programma van Eisen met de uitgangspunten en randvoorwaarden voor het theater. Daarnaast spelen de randvoorwaarden uit de wet- en regelgeving een belangrijke rol. In de volgende hoofdstukken komen, naast deze randvoorwaarden uit wet- en regelgeving ook een analyse van het aanbod in de omgeving, positionering, doelgroepen, doelstellingen en programmering aan de orde.
2.1.
Randvoorwaarden wet- en regelgeving Ten aanzien van het theater zal aan alle relevante wet- en regelgeving en overige overheidsvoorschriften moeten worden voldaan. Binnen dit kader vallen (onder meer): • Gemeentelijke bouwverordening. • Vigerend bestemmingsplan. • Bouwbesluit. • Ministeriële richtlijnen. • Wet Milieubeheer. • Wet Geluidshinder. • Besluit Arbeidsplaatsen (BA). • NEN 2580. • Handboek voor Toegankelijkheid. • Aanvullende eisen zoals genoemd in het nog op te stellen Ruimtelijk Functioneel Programma van Eisen en het Technisch Programma van Eisen.
7
2.2.
Analyse aanbod in de omgeving Een analyse van de theaters en podia van verschillende categorieën die zich in de omgeving bevinden, hoe groot ze zijn en op welke markt (producties en bezoekers) ze zich richten levert het volgende beeld op:
groen: grote theaters en muziekzalen; rood: middelgrote theaters; oranje: kleine theaters; geel: sociaal-culturele centra; paars: aanbod Helmond.
2.2.1.
Grote theaters en muziekzalen Theaters met grote zalen in de regio hebben tevens een bovenregionale functie en trekken daarvoor ook producties aan voor een zeer breed verzorgingsgebied, waaronder Helmond. In de nabije omgeving van Helmond bevinden zich twee grote theaters (in groen aangegeven): Eindhoven, Park Theater (216.000 inwoners, 15 km van Helmond) Endinetzaal, 949 stoelen, heeft een bovenstedelijk verzorgingsgebied: niet alleen Eindhoven maar heel oostelijk Brabant en richt zich vooral op de grote producties. Philipszaal, 520 stoelen, uitschuifbare tribune, vlakke vloer, verschillende opstellingen mogelijk. De zalen halen een zeer hoog aantal voorstellingen: beide circa 200, samen dus zo’n 400 per jaar; vooral cabaret/comedy en toneel/voordracht. Daarnaast musical show/circus en muziek/theater. Eindhoven, Muziekgebouw (216.000 inwoners, 15 km van Helmond) Eindhoven Airportzaal, 1.343 stoelen, is volledig ingericht als concertzaal, met grote akoestische kwaliteit. Richt zich op symfonische muziek (grote nationale en internationale orkesten), kamermuziek, internationale singer/songwriters, jazz & wereldmuziek. Is de thuisbasis van Het Brabants Orkest. Rabobankzaal, 387 stoelen, idem. De zalen worden met circa 100 professionele voorstellingen per jaar per zaal bespeeld. Daarnaast worden circa 25 kleinschalige concerten georganiseerd in grand café Meneer Frits.
8
Eindhoven, Poppodium Effenaar (216.000 inwoners, 15 km van Helmond) Grote zaal: 1.300 staanplaatsen of 500 zitplaatsen. Vlakke vloer met twee niveaus. Kleine zaal: 400 staanplaatsen (inclusief balkon) of op uitschuifbare zittribune 126 zitplaatsen (uit te breiden met 50 extra stoelen). Vlakke vloer theater. De Effenaar richt zich vooral op popmuziek en is niet geschikt voor theatervoorstellingen.
2.2.2.
Middelgrote theaters Middelgrote theaters worden gekenmerkt door een grote zaal met circa 700 zitplaatsen, een podium van voldoende afmetingen om nagenoeg alle producties te kunnen vertonen, en alle benodigde theatertechniek en voorzieningen om deze producties te ondersteunen. In de omgeving van Helmond bevinden zich de volgende middelgrote theaters (in rood aangegeven): Uden, Theater Markant (40.700 inwoners, 27 km van Helmond) Eén zaal met 685 stoelen. Dit is een modern theater (1996), dat voldoet aan de huidige eisen. Venray, Schouwburg Venray (42.700 inwoners, 25 km van Helmond) Eén zaal met 673 stoelen, lijsttoneel. Dit is een theater uit de jaren zestig van de vorige eeuw met een later vergroot stoelenaantal (niet volgens de huidige comforteisen van het publiek) en met een beperkte toneelaccommodatie.
2.2.3.
Kleine theaters Kleine theaters voldoen niet aan de eisen waaraan middelgrote theaters voldoen. De zaal heeft te weinig stoelen en/of het podium is niet groot genoeg en/of de benodigde theatertechniek en voorzieningen om deze producties te ondersteunen zijn onvoldoende. Het gevolg hiervan is dat ze in hun programmering sterk worden beperkt met betrekking tot het aanbod aan producties en voorstellingen. ’t Speelhuis was/is hier een voorbeeld van. In de omgeving van Helmond bevinden zich de volgende kleine theaters (in oranje aangegeven): Veldhoven, De Schalm (43.500 inwoners, 23 km van Helmond) Grote zaal, lijsttheater met 503 stoelen en kleine zaal, 147 stoelen; richten zich vooral op Veldhoven en directe omgeving. Vooral muziekvoorstellingen en cabaret. Grote zaal vertoont circa 150 voorstellingen per jaar, kleine zaal circa 20 voorstellingen. Veghel, Theater De Blauwe Kei (37.400 inwoners, 22 km van Helmond) Bierens theaterzaal, lijsttheater met 520 stoelen, een kleine zaal met 133 stoelen en een evenementenzaal. Het theater richt zich vooral op Veghel en directe omgeving. Weert, Munttheater (48.500 inwoners, 30 km van Helmond) Eén theaterzaal, lijsttheater met 459 stoelen, lijsttheater. Het theater heeft een samenwerkingsverband met de theaters in Roermond, Venlo en Venray.
2.2.4.
Sociaal-culturele centra In veel gemeenten in de omgeving van Helmond zijn gecombineerde functies gerealiseerd. Deze voorzieningen zijn geschikt voor kleinschalige amateur- of commerciële voorstellingen en concerten. Ze zijn vooral een sociaal-cultureel centrum voor multifunctioneel gebruik voor de betreffende gemeente.
9
In de omgeving van Helmond bevinden zich de volgende sociaal-culturele centra (in geel aangegeven): Deurne, Cultuur Centrum (31.600 inwoners, 10 km van Helmond) Rabocultuurzaal, 365 stoelen en kleine zaal, 100 stoelen. Richt zich vooral op Deurne en directe omgeving. Someren, De Ruchte (18.300 inwoners, 14 km van Helmond) Sociaal-cultureel centrum De Ruchte in Someren heeft één zaal, de Rabozaal met 392 stoelen en de Comeet waar ook enkele voorstellingen gehouden worden. Het cultureel centrum richt zich vooral op Someren en directe omgeving. Asten, Creatief centrum ‘In de Brouwerij’ (16.200 inwoners, 13 km van Helmond) Creatief centrum met een Comedy Theater waar een zeer beperkt aantal voorstellingen per jaar worden gehouden. Het creatief centrum richt zich vooral op Asten en directe omgeving. Gemert, De eendracht (28.900 inwoners, 13 km van Helmond) Een sociaal-cultureel centrum met een theaterzaal met 400 stoelen. Richt zich op Gemert en de directe omgeving. Nuenen, het Klooster (22.200 inwoners, 10 km van Helmond) Zaal met 265 stoelen, 35 voorstellingen per jaar. Richt zich op Nuenen. Geldrop-Mierlo, Hofdael (38.300 inwoners, 10 km van Helmond) Sociaal-cultureel centrum Hofdael met een zaal met 250 stoelen, vlakke vloer. Richt zich op Geldrop. Son en Breugel, Vestzaktheater (15.600 inwoners, 15 km van Helmond) Rabotheaterzaal, 190 stoelen en kleine zaal, 50 stoelen. Richt zich op Son en Breugel. Sint-Oedenrode, Mariendael (17.800 inwoners, 21 km van Helmond) Sociaal-educatief centrum met meerdere gebruikers. Richt zich op Sint-Oedenrode.
2.2.5.
Zalen in Helmond Binnen Helmond (88.500 inwoners) zijn de volgende zalen aanwezig, die invloed kunnen hebben op het theater. Omgekeerd kan de positionering van het theater invloed hebben op het functioneren van deze zalen: Rabobank zaal, Traverse, 350 m², vlakke vloer (circa 400 stoelen) Annatheater, vlakke vloer zaal met 96 vaste stoelen en uit te breiden tot 180 zitplaatsen. Scala zaal, vlakke vloer zaal met 148 stoelen. Cacaofabriek. In toekomstige ontwikkelingen worden hier ook drie zalen voor het filmhuis en één zaal voor het poppodium gerealiseerd.
2.3.
Positionering Naast de Endinetzaal in Eindhoven (949 stoelen), een groot theater, zijn er geen grote of middelgrote theaters in de nabije omgeving van Helmond. Binnen een straal van 25 km van Helmond bevinden zich uitsluitend zalen tot 500 stoelen. Deze zalen zijn voornamelijk gericht op de eigen gemeente en zijn gericht op een bredere culturele context dan alleen theater.
10
Middelgrote theaters zijn multifunctionele podia die diverse podiumgenres kunnen presenteren omdat ze alle daarvoor benodigde faciliteiten bezitten. De dichtstbijzijnde middelgrote theaters bevinden zich in Uden en Venray. Zij bieden een brede programmering aan, die voor ‘t Speelhuis niet mogelijk was vanwege de beperkte zaalcapaciteit, lay-out, podiumafmetingen en theatervoorzieningen. In hoofdstuk 2.8 is een lijst met voorstellingen opgenomen, die kunnen worden gespeeld in een middelgroot theater, maar niet in ’t Speelhuis konden of kunnen worden geprogrammeerd. Gezien de geografische ligging, het inwonersaantal van de gemeente Helmond, het verzorgingsgebied en de afstand tot de overige middelgrote theaters willen we voor het theater in Helmond de mogelijkheden van een middelgroot theater (2.2.2) verkennen. Dit theater kan zich richten op Helmond en de Brainport regio.
2.4.
Positie Helmond binnen B5-gemeenten De provincie Noord-Brabant is samen met de B5-gemeenten (Breda, Tilburg, Eindhoven, ’sHertogenbosch, Helmond) voortdurend in overleg over de samenwerking op het terrein van cultuur. Een van de onderwerpen die hierbij op de agenda staan is de culturele infrastructuur. Daarbij wordt er gezamenlijk opgetrokken in het creëren en in stand houden van een zogenaamde Brabantse Culturele Basisinfrastructuur. Eenvoudig gesteld betekent het dat men er voor wil zorgen dat er een volledig (qua disciplines) en dekkend (qua verspreiding) cultureel aanbod in Brabant is. Een van de gedachten hierbij is dat de grote steden niet (slechts) een eigen aanbod creëren maar bijvoorbeeld een toneelgezelschap of orkest huisvesten (en mede financieren) dat de gehele provincie -en in een aantal gevallen zelfs Zuid-Nederland- bedient. Voorbeelden zijn: Het Zuidelijk Toneel, Het Brabants Orkest en Opera Zuid. Deze gezelschappen worden gefinancierd door zowel lokale, provinciale als rijksoverheden. Geen van deze provinciaal opererende gezelschappen zetelt op dit moment in Helmond. Daarnaast, hoewel Helmond wel als één van de B5-steden aan tafel zit om mee te praten, denken en beslissen over dit provinciale culturele aanbod -en daarin een volledig gelijkwaardige rol wil blijven vervullen-, was/is ‘t Speelhuis niet geschikt om de meeste producties van deze aanbieders te programmeren, en was dit aanbod niet in Helmond te zien. Met een middelgroot theater kan Helmond profiteren van dit provinciaal kwalitatief hoogstaande aanbod, en heeft de stad een gelijkwaardige positie in B5-verband.
2.5.
Doelgroep Het theater zal een eigen identiteit ontwikkelen, en zich daarmee positioneren ten opzichte van: • De Helmonders. • Bezoekers vanuit de Brainport-regio. • Aanbieders van voorstellingen, impresariaten, evenementenbureaus. • Andere theaters en zalen, in Helmond en de Brainport-regio. Een te ontwikkelen imago moet zo dicht mogelijk bij de identiteit aansluiten. Culturele voorzieningen zijn in belangrijke mate bepalend voor het imago van een stad en dus voor marketing en promotie van de stad. Een bruisend cultureel leven heeft een belangrijke invloed op de identiteit, ontwikkeling en versterking van het verblijfsklimaat in Helmond. Het gaat om levendigheid, uitstraling en aantrekkingskracht waar culturele instellingen een belangrijke bijdrage aan leveren. Daarbij komt dat lokale culturele kwaliteiten een stad kunnen onderscheiden van andere steden, waardoor de stad aantrekkelijk wordt als vestigingsplaats voor bedrijven.
11
2.6. 2.6.1.
Doelstellingen theater Culturele doelstellingen •
•
•
•
2.6.2.
De grote zaal van het theater heeft in de eerste plaats een culturele functie: het programmeren van een gevarieerd en hoogwaardig aanbod professionele podiumkunsten en het enthousiasmeren van een zo breed en groot mogelijk publiek voor deze voorstellingen. Het gevarieerde, hoogwaardige programma dat het theater biedt omvat onder andere cabaret, musicals, muziektheater, dans, klassiek en modern toneelrepertoire, klassieke en lichte muziek, opera en operette, jeugd- en familievoorstellingen. De kleine zaal beoogt nieuwe stromingen op het gebied van theater te signaleren en Brabantse theatermakers een plek te geven om zich verder te ontwikkelen en publiek op te bouwen. De nadruk ligt op eigentijds toneel, dans, lichte muziek, jonge cabaretiers en het aanbieden van kunsteducatieve activiteiten aan vmbo, havo en vwo in het kader van CKV (Culturele en Kunstzinnige Vorming). Het theater biedt ruimte voor de uitvoering van kunsteducatieve activiteiten voor het bereiken van een potentieel jong publiek. Instellingen voor kunsteducatie zorgen jaarlijks voor een ruim aanbod. Het theater schept speelruimte voor en technische ondersteuning aan de Helmondse amateur-podiumkunsten.
Zakelijke doelstellingen Een adequate commerciële en financiële bedrijfsvoering biedt mogelijkheden voor de realisering van de culturele doelstellingen. De gemeente Helmond is nadrukkelijk geïnteresseerd in de mogelijkheden die marktpartijen zien of hebben die een bijdrage leveren aan een gezonde exploitatie. Een aantal van de niet-culturele functies is onderdeel van het culturele totaalproduct. Een voorbeeld hiervan is de afdeling horeca en de horecabesteding van de theaterbezoekers. Aan het culturele product zijn verschillende toegevoegde waarden toe te schrijven. Het theater biedt het publiek geen ‘kale’ voorstelling, maar heeft faciliteiten in huis om het publiek een complete avond uit te kunnen bieden. Goede service, klantvriendelijkheid en een sfeervolle omgeving spelen hierbij een grote rol. Andere activiteiten, zoals de verhuur van delen van het theater voor zakelijke en/of feestelijke bijeenkomsten, staan min of meer los van de culturele functie. Deze activiteiten kunnen bijdragen aan de continuïteit van de bedrijfsvoering en daarmee ook aan de continuïteit van de culturele hoofdfunctie. Het combineren van zakelijke met culturele doelstellingen kan een drager zijn voor een succesvolle publiek-private samenwerking. Hier zal een sterke organisatie aan ten grondslag moeten liggen, die gericht is op het maximaal benutten van de kansen die zich voordoen.
2.7.
Programmering Exploitatieberekeningen moeten uitwijzen op welke wijze de beste exploitatieopzet kan worden bereikt. Daarbij is programmering van groot belang. Dit geldt niet alleen voor de grote zaal, maar ook voor allerlei andere vormen van programmering die de doelstellingen bereiken zoals verwoord in eerdere hoofdstukken en leiden tot de beste exploitatie.
12
Het theater Helmond biedt een ruim en gevarieerd aanbod aan producten en dienstverlening. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven. Theater Helmond: producten en dienstverlening Cultureel Cabaret Musicals Muziektheater Shows/revues Klassieke dans Moderne dans Repertoire toneel Komedies Modern toneel Buitenlands toneel Mime Klassieke kamermuziek Opera/operette Lichte muziek Wereldmuziek Niet-westerse theatervormen Jeugd/familietheater Popmuziek Jazz Amateur-podiumkunsten Educatieve producten
2.7.1.
Zakelijk Theatercafé/foyers Evenementen Presentaties Vergaderingen Congressen en symposia Gekoppeld aan voorstellingen/ optredens Lunches en diners Recepties Personeelsfeesten
Cultuur Culturele theaterprogrammering Hiermee wordt de reguliere seizoensprogrammering bedoeld zoals jaarlijks wordt gepresenteerd in de seizoensbrochure. De genres cabaret, populaire muziek, show/musical en toneel zijn favoriet bij bezoekers van het theater Helmond. Prijsstelling van deze voorstellingen liggen in de buurt van de tarieven in vergelijkbare steden. Programmering in aantallen speeldagen Genre toneel / mime dans cabaret musical, muziektheater e.a. populaire muziek / jazz wereldmuziek klassiek / opera / operette jeugd/familievoorstellingen amateurs educatieve verhuring (BISK) subtotaal commerciële verhuringen totaal 't Speelhuis/Scala-zaal
2011 toekomst 18 25 6 10 35 40 15 30 33 40 15 15 15 15 23 25 20 20 10 15 190 235 20 25 210 260
13
Amateur-podiumkunsten De amateurkunst kent in Helmond een lange traditie. Koren, muziek-, dans- en toneelgezelschappen vormen de basis van een inmiddels breed geschakeerde amateurkunstsector. Er zijn 40 gesubsidieerde verenigingen en stichtingen actief op instrumentaal, vocaal, theatraal en dansant-gebied. Een bloeiende amateurkunstsector is gediend met goede faciliteiten om zich te presenteren. Op initiatief van de gemeente is het ‘Platform Amateurkunst’ opgericht, waarin naast de gemeente de amateurkunstsector vertegenwoordigd is. Dit platform draagt in goede samenspraak met de theaterdirectie en gemeente zorg voor de planning van amateuractiviteiten in het theater. Educatieve producten De afgelopen jaren zijn met het Helmonds Kunstkwartier Regio Workshops Klassiek georganiseerd met deelname van de Kunstencentra in de regio. De workshops werden gegeven voor jonge amateurmusici door een gerenommeerd kamermuziekensemble, het Storioni Trio, (piano, viool en cello). Verder werd er nauw samengewerkt met de in Tilburg gevestigde Kunstbalie, een expertisecentrum voor cultuureducatie en amateurkunst. Een ander deel van de theatereducatie is niet gebonden aan een onderwijssysteem. Hier gaat het om de organisatie van lezingen en toelichtingen bij specifieke voorstellingen. Deze vorm van educatie is een instrument om publieksgroepen aan het theater te binden en het publiek van dichtbij te leren kennen. Toelichtingen worden gehouden bij toneel, klassieke muziek, opera, dans en jazz. De toelichtingen worden gehouden door een vaste kern medewerkers.
2.7.2.
Randprogrammering Buiten de in totaal circa 200 professionele voorstellingen in de kleine zaal en de grote zaal van het theater Helmond worden er tijdens het theaterseizoen ook professionele programma’s gepresenteerd in een aangepaste sfeer en omgeving die aansluit bij de beoogde doelgroep. Het zondagochtendconcert, grote zaal, doelgroep 60+ Een reeks van populaire muziek- en kleinkunst-programma’s op de zondagmorgen. Optredens van artiesten die geliefd zijn bij het oudere publiek. Laagdrempelig programma van circa 60/80 minuten zonder pauze, vriendelijk geprijsd. Speciaal horeca-arrangement met koffie, thee en gebak. Blind Dates, kleine zaal doelgroep 40+ De ontbijtclub op zondag. Vier ‘Blind Dates’ tijdens het seizoen op de zondagmorgen, inclusief uitgebreid ontbijtbuffet voorafgaand aan de voorstelling. Welke producties het publiek krijgt voorgeschoteld is bij aanvang van het theaterseizoen nog niet bekend en blijft geheim tot kort voor de voorstelling. Genre kleinkunst, toneel, muziek. Speciaal voor diegene die het avontuur niet schuwt. Meestal de geoefende kijker. Your Sundate, theaterfoyer, doelgroep 30+ Vier gratis toegankelijke muziekprogramma’s op de late zondagmiddag in de foyer, tussen 16.00 en 19.00 uur. Optredens van Nederlandse popbandjes die op het punt staan door te breken of al in de belangstelling staan door bijvoorbeeld een optreden bij een tv-programma als De Wereld Draait Door. Met dj en vj. Trendy, laagdrempelige staconcerten. Voor publiek dat erbij wil horen, gezien wil worden.
14
Theater Culinair, doelgroep 45+ Twintig avondvoorstellingen voorafgegaan door een driegangendiner in het theatercafé. Live entertainment door pianist aan de vleugel. Ultieme ‘avondje uit’-beleving voor jonge ouderen. Formule wordt vaak gebruikt om met vrienden iets te vieren of mee uit te nodigen om gezamenlijk naar het theater te gaan. Accordeonfestival in samenwerking met Kunstkwartier Helmond Tweejaarlijks programma voor amateur-accordeonisten met workshops en optredens. Helmond heeft een lange accordeontraditie. Helmonder Arie Willems was de eerste accordeondocent aan het Conservatorium in Amsterdam en oprichter van Accordeonorkest Accordeana. Helmonder Addy Kleingeld was ook een accordeonfenomeen, bekend componist en arrangeur. Hij trad regelmatig op in radioprogramma’s en was oprichter van het Helmondse Accordeon Ensemble.
2.7.3.
Zakelijk De gemeente Helmond is geïnteresseerd in de visie, ideeën en ervaringen van marktpartijen met betrekking tot zakelijke activiteiten. Om een beeld te geven van de huidige mogelijkheden geven wij onderstaand een overzicht van de zakelijke producten die momenteel al worden geboden: Theatergebonden horeca Hiermee wordt zowel de buffetverkoop rond voorstellingen bedoeld, als de nazit in het theatercafé. Ook worden tijdens het seizoen circa 20 speciale theatermenu’s aangeboden, waarbij de keuken inspeelt op de specifieke voorstelling en het geheel als totaalpakket wordt verkocht. Congressen, presentaties en personeelsfeesten Het bedrijfsleven is een specifieke doelgroep binnen de programmering van het theater. Zij verhuurt de accommodatie voor bedrijfspresentaties, congressen en evenementen. Als alternatief voor de geijkte personeels- en zakenrelatie-avonden wordt in overleg met de opdrachtgever een op maat gesneden programma ontwikkeld. De verschillende soorten bijeenkomsten c.q. evenementen hebben een eigen karakter met de daarbij behorende doelgroepen.
15
2.8.
Niet speelbare voorstellingen in ’t Speelhuis In dit hoofdstuk is een overzicht opgenomen van voorstellingen die vanwege technische en/of capaciteitsproblemen niet of zelden in ’t Speelhuis gespeeld werden, maar wel in een middelgroot theater kunnen worden geprogrammeerd. Daarmee kan een groot extra potentieel worden aangeboord. Cabaret Najib Amhali Marc-Marie Huijbregts Wim Helsen Youp van ’t Hek De Ploeg Nuhr Plien en Bianca Guido Weijers Herman van Veen Bert Visscher Jochem Myjer Ronald Goedemondt Theo Maassen Kommil Foo
Muziek en show Acda en de Munnink André van Duin Tineke Schouten Paul de Leeuw Boudewijn de Groot 3J’s Trijntje Oosterhuis Ruth Jacott Marianne Weber Frans Bauer Guus Meeuwis Tributes, onder andere Night of Queen, Abba Magic of the Dance Lord of the Dance
Opera, operette, musical Reismusicals van Joop van den Ende (middelgrote reisproducties). Reismusicals van impresariaten Albert Verlinde (onder andere Annie); De Graaf (onder andere de Jantjes); Bos (onder andere Hema de musical). Nationale en internationale (Oost-Europese) opera- en operetteproducties. Toneel Alle gesubsidieerde toneelgezelschappen met standplaats in de grote steden, onder andere Het Zuidelijk Toneel, Tilburg, Het Nationale Toneel, Den Haag, Ro Theater, Rotterdam. Dans Alle gesubsidieerde klassieke en moderne dansgezelschappen, vrije producties, onder andere Introdans, Arnhem, Scapino, Rotterdam, Nederlands Danstheater, Den Haag. Familie en jeugd Alle grootschalige commerciële producties, onder andere Kabouter Plop – Studio 100, Piet Piraat – Studio 100, De Ernst en Bobbie Show – Studio 100. Amateurgezelschappen; diversen Koninklijke Stadsharmonie Phileutonia, Helmonds Muziek Corps, Literair Café, Symfonieorkest Helmond-Venray. Carnavals activiteiten. Klassieke muziek Brabants Orkest (regulier jaarlijks concertprogramma).
16
3.
Vertaling naar gebouw In dit hoofdstuk geven wij een voorbeeld uitwerking van een middelgroot theater. Deze uitwerking van een middelgroot theater is ter indicatie, om marktpartijen een beeld te geven van een mogelijke nadere invulling, zonder dat deze hiermee dwingend wordt voorgeschreven.
3.1.
Algemeen Een normaal beeld bij een theater dat een brede programmering wil bieden is dat de beter lopende commerciële voorstellingen inkomsten leveren waarmee de kosten van artistieke producties voor een belangrijk deel kunnen worden gedekt. De inkomsten van horeca en commerciële verhuur dragen bij aan de dekking van de overige lasten. De programmering richt zich op voorstellingen in elke denkbare vorm, gebruik makend van de mogelijkheden die een middelgroot theater biedt. Dit betekent dat niet alleen wordt gekeken hoe de grote zaal 150 tot 200 avonden per jaar voorstellingen biedt, maar ook op welke wijze allerlei andere vormen van voorstellingen in en om het theater een plek kunnen vinden. Vanuit de programmering en het totaalconcept wordt duidelijk aan welke ruimten er behoefte is: een grote zaal, een kleine zaal, een grand café, een foyer. Flexibele zaalindelingen met inschuifbare tribunes en in hoogte verstelbare vloerdelen zorgen voor een brede inzetbaarheid van de zalen. De zalen kunnen gecombineerd worden met elkaar en er kunnen voorstellingen of commerciële activiteiten geprogrammeerd worden in de foyers. Gangbaar is dat een middelgroot theater uit exploitatieoogpunt over tenminste twee zalen beschikt: een grote zaal en een kleine zaal. Een grote zaal met 700 à 850 zitplaatsen voor lijsttheater met een toneelaccommodatie (toneeltoren), waarmee het landelijk aanbod van reizende voorstellingen kan worden uitgevoerd. Ook amateur-voorstellingen die gebruik maken van lijsttheater, kunnen in deze zaal terecht. De zaal en het toneel zijn van elkaar gescheiden door een toneellijst. Het publiek bevindt zich frontaal tegenover het toneelbeeld, eventueel ook op een of twee balkons. Voor de grote zaal in deze uitwerking wordt uitgegaan van een minimaal aantal exploiteerbare zitplaatsen van 700 à 750. Ten behoeve van voorstellingen met grotere publieke belangstelling is het uitgangspunt dat er een significant aantal extra zitplaatsen kan worden gecreëerd. Bijvoorbeeld: wegneembare stoelen ter plaatse van beweegbaar deel orkestbakvloer, geluideiland, rolstoelplaatsen, eventuele zitplaatsen die niet aan zicht- en/of geluidkwaliteit voldoen (bonusplaatsen, weinig/geen opbrengst uit kaartverkoop). Dit betekent bruto ca. 850 zitplaatsen. Met dit aantal wordt beoogd dat bij het publiek populaire voorstellingen de maximale opbrengst genereren. Dit past ook bij het publiekspotentieel in Helmond en de regio. De grootte van een middelgroot theater hangt overigens niet alleen af van het exacte aantal zitplaatsen: de toneelvoorzieningen, technische faciliteiten e.d. zijn daarvoor meer bepalend. Niet alleen vanwege de diversiteit van het aanbod in de programmering, maar ook het aantal professionele voorstellingen van in totaal 200 per seizoen, is het noodzakelijk om over meerdere zalen te kunnen beschikken. Voorstellingen voor een kleiner publiek, experimentele voorstellingen e.d. komen beter tot hun recht in een kleine zaal.
17
Een kleine zaal met 200 à 250 zitplaatsen op een telescopisch inschuifbare tribune, waarbij het publieksdeel en het podiumdeel één en dezelfde ruimte vormen. De zaalvloer is tevens de podiumvloer: vlakke-vloer-theater. Kleine professionele en amateur-theatervoorstellingen zijn veelal gemaakt voor dit type theater. Inherent aan dit zaaltype is de multifunctionele inzetbaarheid, ook voor evenementen die een vlakke vloer vragen (tribune ingeschoven). Congresexploitatie vraagt meerdere ruimten (“breakout rooms”) om behalve plenaire sessies ook parallelle sessies in kleinere groepen te kunnen houden. Daarvoor zijn zowel de kleine zaal als afzonderlijk bruikbare foyergebieden geschikt. Niet alleen voor de juiste theatersfeer, ontvangst van groepen, maar ook voor dit congresdoel wordt in deze beschrijving dan ook uitgegaan van een foyer bestaande uit meerdere geledingen.
3.2.
Hoofdopzet vlekkenplan Het theater wordt georganiseerd rondom een voorhuis met publieksruimten en een achterhuis met personeelsruimten (backstage gebied). Uitgangspunt is een grote zaal met een lijsttoneel en vast podium en een kleine zaal met een vlakke vloer. Schematisch zullen de vlekken een positie krijgen zoals in bijgevoegd schema weergegeven. Met zwarte lijnen zijn relaties tussen vlekken aangegeven die een sterke relatie hebben met elkaar, in blauwe stippellijnen zijn zwakkere relaties tussen vlekken aangegeven. Pijlen geven entrees aan. •
• • • • • •
3.3.
Eén royale entree voor het publiek waaraan de theaterkassa, de toegang tot de kantoren en de toegang tot de foyer liggen. Eén aparte entree voor het theatercafé/restaurant, zodat zowel de zalen als het café separaat van elkaar beheerd kunnen worden. Een foyer gecombineerd voor de grote zaal en de kleine zaal met niveauverschillen en verschillende ruimtelijke belevingen. De foyer dient opdeelbaar te zijn. Een theatercafé/restaurant dat gekoppeld kan worden aan de foyer, maar ook zelfstandig kan functioneren. Garderobes worden op een strategische plek gepositioneerd in de foyer. Sanitair voor publiek wordt decentraal op verschillende plekken gepositioneerd in de publieksruimten. Alle kantoorruimten bij elkaar positioneren. Locatie van de vlek is mogelijk op verschillende plekken. Aparte artiesten-/personeelsingang, niet in de nabijheid van de publieksentree.
Relaties Als ruimten een relatie hebben is de nabijheid en een goede verbinding van verschillende ruimten ten opzichte van andere ruimten vereist. Dit betekent dat de situering op een andere verdieping mogelijk kan zijn, mits een goede bereikbaarheid wordt gerealiseerd. We onderscheiden de volgende relaties: • Publiek: entree – zaal (grote en/of kleine) – publieksruimten. • Personeel/artiesten: artiesten-/personeelsingang – artiestenaccommodaties – toneel – werkruimten. • Horeca: entree – café/restaurant – foyer. • Goederen: toneelzaal (grote en/of kleine) – artiestenaccommodaties.
18
3.4.
Verkeersstromen Een onderscheid wordt gemaakt in de volgende typen verkeersstromen: • Publiek. • Artiesten. • Goederen toneelvoorzieningen. • Goederen diensten. In het ontwerp moeten de verkeersbewegingen die via deze stromen verlopen goed kunnen worden afgehandeld. De afstanden mogen niet te groot zijn. Indien de functies niet gelijkvloers zijn gelegen moet een lift of een niet te steile hellingbaan aanwezig zijn. De voornaamste (vereenvoudigde) stromen verlopen tussen: • Publiek: entreehal – kaartverkoop/controle – foyer – zaal (grote en/of kleine) – theatercafé/restaurant. • Artiesten: artiesteningang – kleedkamers – toneel zaal (grote en/of kleine) – artiestenfoyer. • Goederen toneelvoorzieningen: laad- en losbordes – (werkplaats) – toneel zaal (grote en/of kleine) of orkestbak. • Goederen diensten: laden/lossen horeca – opslag keuken – horeca-uitgiftepunten.
19
20
Entree publiek
Theater Kassa
Entree cafe
Theatercafe / restaurant
Bergingen en annexen
Keuken
garderobe
Foyer (opdeelbaar) + sanitair (decentraal) + bergingen + bar (decentaal) garderobe
Regie
Grote zaal Kleine zaal Expeditie horica
Publieksruimten (Voorhuis) Backstage gebied (Achterhuis)
Toneel Grote zaal
Theater Bergingen en werkplaats
Toneel Kleine zaal
sterke relatie Laden / lossen Theater Berging
zwakkere relatie
Kantoren Kleedkamers + Sanitair
Artiesten / personeelsingang artiestenfoyer
Project :
Nieuwbouw Theater
Opdrachtgever :
Gemeente Helmond
Onderwerp :
Vlekkenplan
Fase :
PVE concept
Datum :
01-05-2012
Getekend :
Gewijzigd :
Tekening nr :
Gecontroleerd : Schaal : Formaat :
Kleedruimte personeel
Project nr :
G53TT1136
AvD
PvE-V01
1 : 100 A3
pb|theateradviseurs Deze tekening mag niet worden gekopieerd en/of aan derden ter inzage worden gegeven zonder onze voorgaande toestemming
Blad :
B P T F E I
01 Runmolen 3, 5404 KP Uden Postbus 705, 5400 AS Uden Nederland +31(0) 413 264 344 +31(0) 413 252 260
[email protected] www.pbta.nl
4.
Ruimteprogramma en omschrijving afzonderlijke ruimten
4.1.
Algemeen Het vloeroppervlak van een gebouw kan op verschillende manieren worden weergegeven, bijvoorbeeld brutovloeroppervlak (m² bvo), nettovloeroppervlak, nuttig vloeroppervlak en functioneel nuttig vloeroppervlak (m² fno). De standaardisering voor oppervlaktemeting is vastgelegd in de NEN 2580. Het brutovloeroppervlak (bvo) is de totale vloeroppervlakte van het gebouw gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van opgaande scheidingsconstructie, dus de buitenzijde van het gebouw inclusief buitenwanden, constructies en installaties, maar exclusief vides (groter dan 4 m²). De term functioneel nuttig vloeroppervlak (m² fno) komt als zodanig niet voor in de NEN 2580, maar gelet op het gebruik komt dit overeen met de term ‘woonoppervlak’. Waar in de hiernavolgende teksten functioneel nuttig vloeroppervlak (m² fno) staat vermeld, dient dit als ‘woonoppervlak van een gebouw’ conform de NEN 2580 te worden gelezen. De volgende ruimten worden niet tot het functioneel nuttig vloeroppervlak gerekend, dit zijn dus ook geen nevenruimten. Deze ruimten vormen het verschil tussen het nettovloeroppervlak en het functioneel nuttig vloeroppervlak: • Vides en schalmgaten. • Technische ruimten. • Verkeersruimten (gangen, trappen, liften etc.). • Toiletgroepen en werkkasten. • Schachten.
4.2.
Ruimteprogramma Het ruimteprogramma is opgesteld op basis van de visie van een middelgroot theater met twee zalen en het aantal benodigde ruimten dat hierbij aansluit. Als bruto-/nettofactor is 1,45 gehanteerd. Het totaal bvo voor het theater bedraagt 7.075 m². Het opgestelde ruimteprogramma sluit hierbij aan. In het overzicht op de volgende pagina’s is het Programma van Ruimten weergegeven. De verschillende onderdelen uit het vlekkenplan zijn hierbij aangehouden.
23
24
25
26
4.3.
Functionele randvoorwaarden afzonderlijke ruimten Deze paragraaf beschrijft de functionele randvoorwaarden behorende bij de verschillende ruimten zoals aangegeven in het indicatieve ruimteprogramma. Ook hier geldt weer dat de beschrijving ter beeldvorming is: afwijkende invulling kan worden voorgesteld.
4.3.1.
Publieksruimten •
•
•
•
•
•
• •
4.3.2.
Entree/publiekshal: de entreehal geeft toegang tot het theater en is gekoppeld aan kassa/bespreekbureau. De ruimten voor kaartverkoop moeten ook toegankelijk zijn als het theater gesloten is. Kassa/bespreekbureau: de ruimte voor de kaartverkoop ligt open aan de entreehal, maar is afsluitbaar. De kassaruimte wordt, behalve voor de verkoop van plaatsbewijzen en informatie aan het publiek, tijdens kantooruren ook gebruikt voor telefonisch en administratief werk. In deze ruimte is plaats voor maximaal drie medewerkers. Foyer: de foyer is het centrale punt waaraan de diverse zalen/ruimten zijn gelegen en waar het publiek voor de voorstelling en in de pauze een consumptie kan gebruiken. De foyer wordt tijdens congressen/bijeenkomsten gebruikt voor koffie- en lunchpauzes. De foyer moet bij de ruimten van het theatercafé en de kleine zaal getrokken kunnen worden waardoor een geïntegreerd geheel ontstaat ten behoeve van diverse voorstellingen. Echter, de foyer moet ook zo gevormd zijn dat de ruimte prettig te gebruiken is bij een geringe en bij een volledige bezetting met meerdere hoeken en niveauverschillen. Theatercafé: het theatercafé moet voor het theaterpubliek en voor het winkelend publiek goed bereikbaar zijn en een prettige intimiteit hebben, waardoor mensen los van theatervoorstellingen hier komen voor een bezoek of blijven hangen na een voorstelling. Het café moet op een centrale en herkenbare plek gepositioneerd zijn in de stedenbouwkundige situatie. Buffetten: op diverse plekken (centraal en decentraal) wordt voorzien in buffetten. Op efficiënte, maar ook op intieme wijze dienen hier consumpties besteld te kunnen worden. De buffetten kunnen los van elkaar functioneren en ingezet worden. Garderobes publiek: de garderobes voor het publiek zijn conform het doorstroomprincipe (= lange balie voor snelle bediening) en moeten dicht bij de entreehal zijn gelegen. De garderobes moeten geschikt zijn voor circa 1.000 jassen. Het ontwerp moet zodanig zijn dat een flexibele verdeling in bewaakt en niet bewaakt variabel mogelijk is. Berging: nabij de foyer dient een berging aanwezig te zijn voor de foyerinventaris. Toiletten: voor het publiek zijn toiletten (inclusief mindervalidentoiletten) nodig, die in verband met geluidshinder niet naast de zalen mogen liggen. De toiletten dienen in kleinere toiletgroepen verspreid over de publieksruimten verdeeld te liggen.
Grote theaterzaal en annexen •
Grote zaal: een grote theaterzaal met netto 700 à 750 exploiteerbare zitplaatsen met, afhankelijk van de voorstelling, uitbreidingsmogelijkheden naar 800 à 850 zitplaatsen, bijvoorbeeld door op de beweegbare orkestbakvloer en ter plaatse van het zaalregieeiland stoelen te kunnen plaatsen wanneer deze niet in gebruik zijn. De zaal is een lijsttheater dat voldoet aan de landelijk gangbaar geworden standaard, en heeft tevens een multifunctionele vlakke vloer voor open podium-gebruik met het toneelgebied. De zitplaatsen op zaalniveau (parterre) bevinden zich op een telescopisch inschuifbare tribune of functioneel daarmee minimaal gelijk te stellen technische oplossing, zodanig dat de tribune ingeschoven kan worden (bijvoorbeeld onder het balkon) waardoor de vlakke vloer van het theater optimaal ingezet kan worden. Een deel van de theaterstoelen bevindt zich op het balkon. Door ook hier de stoelenrijen inschuifbaar te maken, is ook op het balkon multifunctioneel gebruik mogelijk.
27
Het stoelenplan dient gerealiseerd te worden tot een maximale kijkafstand van 25 meter tot de nullijn van het toneel (‘koperen kees’); een afstand die in verband met het waarnemen van kleine visuele effecten (gelaatsuitdrukkingen e.d.) als maximum aangehouden dient te worden. In de zaal bevinden zich een aantal lichtbruggen voor schijnwerpers e.d. Het zaalregieeiland is met name bedoeld voor de geluidstechnici en dient op de akoestisch juiste plek (in het midden van de zaal) te staan. De regiecabine van deze zaal dient volledig zicht op de toneelopening en het speelvlak te hebben.
•
•
• • •
•
4.3.3.
De grote zaal moet akoestisch geschikt zijn voor zowel gesproken woord als voor de te programmeren muziektheatervoorstellingen en concerten. De daarvoor vereiste aanpasbare (= variabele) akoestiek kan met verschillende technieken gerealiseerd worden (mechanisch en/of elektroakoestisch); de keuze wordt in het ontwerpproces gemaakt. Orkestbak: een vlakke vloer in de grote zaal waar een orkest van circa 60 personen kan plaatsnemen. Een deel van de orkestbak (circa 50%) is onder het toneel gelegen. Het resterende deel kan door middel van een traploze orkestbaklift op verschillende niveaus liggen, zoals: Het toneel (bij orkesten). De zaal (bij gewone uitvoeringen). Onder het toneel (bij gebruik orkestbak). Als de orkestbak niet wordt gebruikt moet een deel bij de zaal kunnen worden getrokken, waardoor het aantal zitplaatsen toeneemt tot het geplande aantal van 850 stoelen. Toneel: het toneel is een vlakke vloer met een toneeltoren van 24 m breed en 16 m diep (gezien vanuit de zaal). Het dak bevindt zich op circa 23 m boven de vloer. De netto hijshoogte van de trekkeninstallatie is 19 m boven de toneelvloer. De trekkeninstallatie is een geautomatiseerde elektrische installatie. De bouwkundige toneelopening is voor theater en muziektheater (lijsttoneel) 16 m breed en 9 m hoog. Door middel van theatertechnische voorzieningen kan de openingsgrootte in breedte en hoogte worden verkleind bij voorstellingen die dit vragen. Afhankelijk van het akoestisch ontwerp kan het noodzakelijk blijken dat de toneelopening voor muziek hoger en/of breder gemaakt kan worden. Zijtoneel: aan beide zijden van het toneel bevindt zich een zijtoneel. Deze zijn aan elkaar verbonden middels een achteromloopgang. Lierenkamers: voor de grote zaal wordt voorzien in twee ruimten ten behoeve van de lieren. Regiecabine: vanuit de regiecabine moet een goed overzicht over het toneel en de zaal mogelijk zijn. Om dit te bereiken moet de regiecabine midden achterin de zaal gelegen zijn, bij voorkeur achter de laatste stoelenrij op parterre-niveau. Dimmer-/versterkerruimte: centraal voor de grote en kleine zaal gezamenlijk gelegen dimmerruimte.
Kleine theaterzaal en annexen •
Kleine zaal: de kleine zaal is één ruimte met een vlakke vloer. Bij normaal gebruik is de zaal verdeeld in een toneeldeel en een zaaldeel. De zaal moet echter ook als één ruimte gebruikt kunnen worden. De vlakke vloer heeft geen vaste voorzieningen voor zijtoneel en achtertoneel. Wel te realiseren met gordijnen of verplaatsbare wanden. De grootte van het speelvlak moet variabel zijn. Bovenin de zaal komt een technisch grid, mogelijk in combinatie met enige lichtbruggen voor bevestiging van lampen e.d. Op de vlakke vloer
28
•
• •
4.3.4.
staat een eenvoudig tegen de achterwand te schuiven telescooptribune met circa 150 inklapbare stoelen. Balkon: de kleine zaal heeft een vast balkon met circa 50 vaste stoelen. In het midden van de voorste twee stoelenrijen kan een zaalregie (geluids)eiland worden gerealiseerd door ter plaatse een 12-tal stoelen wegneembaar uit te voeren. Regiecabine: vanuit de regiecabine moet een goed overzicht over de zaal mogelijk zijn. Dimmer-/versterkerruimte: centraal voor de grote en kleine zaal gezamenlijk gelegen dimmerruimte.
Backstage • •
•
• • •
•
• •
• • • • • • •
Artiesten-/personeelsingang: de entree voor artiesten en personeel van het theater dient niet in de nabijheid te liggen van de publieksentree. Vrachtwagengarage: een inpandige opstelplaats waar twee trailers en één bakwagen gelijktijdig binnen kunnen staan voor het laden en lossen van theatergoederen, waaronder decors en kledingkisten. Laad- en losplatform: het dubbele laadbordes is overdekt en moet gebruikt kunnen worden om de goederen uit of in de opgestelde vrachtwagens te laden. Tevens moeten er voor korte tijd goederen geplaatst kunnen worden waardoor het mogelijk is om bijvoorbeeld de in de pauze afgebroken decors na de pauze in de vrachtauto’s te kunnen laden. Werkplaats hout/metaal: werkplaats voor de technische dienst ten behoeve van werkzaamheden met hout en metaal. Werkplaats elektra/audio/video: werkplaats voor de technische dienst ten behoeve van werkzaamheden met elektra, audio en videomateriaal. Kleedkamers artiesten: de kleedaccommodatie bestaat uit 14 kleedkamers variërend voor gebruik door 1 tot 20 personen. Een of twee van de kleedkamers kunnen ook gebruikt worden als stemruimte, dus met extra geluidsisolatie. In de kleedkamers worden schminkplaatsen opgenomen. In de nabijheid van de kleedkamers worden toiletten en douches opgenomen. Direct bij de kleedkamers moet een opslag voor kleedkisten aanwezig zijn. Verblijfsruimte theatertechnici: een eigen ruimte voor theatertechnici waar zij kunnen verblijven, werken en hun spullen veilig kunnen achterlaten in de nabijheid van het laaden losplatform en de werkplaatsen. Toiletten/douches: ten behoeve van artiesten en personeel worden bij de kleedkamers toiletten en douches opgenomen. Artiestenfoyer: in de artiestenfoyer kunnen spelers en technici voor, tijdens en na de voorstelling verblijven en consumpties gebruiken. In de foyer moet plaats zijn voor circa 40 personen. Keuken artiestenfoyer: in de keuken bij de artiestenfoyer kunnen maaltijden klaargemaakt worden en consumpties ingeschonken worden. Voorraadruimte: kleine berging ten behoeve van de artiestenfoyer. Lampen- en filterberging: berging op toneelniveau ten behoeve van het bergen van lampen en filters. Berging audio/video: berging op toneelniveau ten behoeve van het bergen van audioen videoapparatuur. Algemene berging: algemene berging ten behoeve van theatertechnische zaken. Berging: algemene berging. Was- en strijkruimte: ten behoeve van het wassen en strijken van kleding en horecalinnen is een was- en strijkruimte benodigd met wasmachines, droogtrommels en strijktafels.
29
4.3.5.
Facilitaire horecaruimten • • • • • •
•
4.3.6.
Kantoren theater • • • • • • • • •
4.3.7.
Koffie-/afwaskeuken: horecakeuken voor het zetten van koffie en het spoelen (afwassen) van servies. Drankopslag: afgesloten drankopslag in de nabijheid van het centrale uitgiftebuffet voor het bergen van kratten en fusten bier. Magazijn: magazijn voor de opslag van keukenbenodigdheden. Emballageruimte: opslag voor lege kratten. Kleedruimten: voor het omkleden van het horecapersoneel zijn twee kleedruimten inclusief douche en toilet voorzien. Keuken: een keuken ten behoeve van het voorbereiden en maken van hapjes en maaltijden voor het theatercafé/restaurant. De keuken is gelegen bij het theatercafé en bij de foyer. Laden/lossen horeca: een separate entree voor het laden en lossen van goederen van de horeca. Ook worden hier tijdelijk goederen neergezet als tussendepot.
Kantoren: twee kantoorruimten met vier werkplekken, bestaande uit een bureau met computer en kastruimte. Kantoor directie: een kantoorruimte met één werkplek, bestaande uit een bureau met computer, vergaderopstelling voor acht personen en kastruimte. Kantoor hoofd bedrijfsvoering: één kantoorruimte met één werkplek, bestaande uit een bureau met computer en kastruimte. Kantoor toneelmeester: één kantoorruimte met één werkplek, bestaande uit een bureau met computer en kastruimte. Kantoor horecamanager: één kantoorruimte met één werkplek, bestaande uit een bureau met computer en kastruimte. Pantry, garderobe, toiletten: in de nabijheid van de kantoorruimten een pantry, garderobe en toiletten voor het personeel plaatsen. Archief/berging: een archiefruimte voor opslag van documenten, dossiers e.d. De archiefruimte nabij de kantoren situeren. Serverruimte: de serverruimte bevindt zich centraal in het gebouw. Kopieerruimte: nabij de kantoren een separate kopieerruimte.
Algemene ondersteunende ruimten • • •
•
Magazijn algemeen: op een centrale positie dient een magazijn aanwezig te zijn waar onder andere meubilair en kerstversiering opgeslagen kunnen worden. Schoonmaakdienst: een centrale opbergmogelijkheid voor schoonmaakmiddelen en -materieel. Werkkasten schoonmaak: de werkkasten moeten voldoende groot zijn, 4 tot 5 m², om de werkkarren en stofzuigers in te kunnen plaatsen. In deze ruimte moet ook een uitstortgootsteen met warm en koud water aangebracht worden. Centrale vuilverzameling: in de nabijheid van de horeca/expeditie-entree een ruimte voor het (gescheiden) opslaan van afval.
30
5.
Ruimtelijke inpassing en inrichting omgeving
5.1.
Ruimtelijke opzet Om een totaaltheater neer te kunnen zetten is, behalve de binnenzijde van het theater, de omgeving rondom het theater van groot belang. Een avondje uit is immers meer dan een voorstelling. Het gaat hier overigens niet alleen om de avondsituatie, maar ook om de betekenis van het theater in de dagsituatie. Het theater is de gehele dag in bedrijf en zal dit naar buiten toe etaleren. Het theater is zo mogelijk gesitueerd aan een pleinruimte, met een multifunctioneel & cultureel profiel en een aangenaam verblijfsklimaat. Theater en buitenruimte hebben een directe relatie en zijn integraal onderdeel van de openbare ruimte. De route naar de hoofdentree toe moet logisch en uitnodigend zijn, maar ook een ervaring op zichzelf zijn, waarbij het theater zich ook naar buiten kan manifesteren. Het theatercafé nodigt mensen uit om binnen of buiten iets te drinken, los van een voorstelling. Ook de techniek van het gebouw, waaronder de toneeltoren en het laden en lossen van decors, kunnen een zichtbaar element worden naar buiten toe. Doel is onder andere om met het theater de omgeving te verlevendigen. Het gebouw en zijn omgeving worden in een integraal ontwerp vormgegeven. Het kwaliteitsniveau is hoog.
5.2.
Locatie Er is nog geen keuze gemaakt over de locatie voor een nieuw theater. Dit zal onderdeel zijn van de besluitvorming door de raad op basis van voorstellen die worden uitgewerkt ná de marktconsultatie. Wel zijn er enkele locaties te noemen die vanuit het perspectief van de gemeente in aanmerking zouden kunnen komen: - de huidige locatie van de City-sporthal - op de plek van het oude PTT-kantoor - op het oude Obragas-terrein aan het kanaal - bij de Cacaofabriek In de voortgangsrapportage voor de raad is meer informatie over de locaties opgenomen. Tijdens de gesprekken kan om nadere informatie over deze locaties worden gevraagd. Het is ook mogelijk om met ideeën voor andere locaties te komen. Deze optie wordt nadrukkelijk open gehouden.
5.3.
Bereikbaarheid/ontsluiting Voor de bereikbaarheid van het theater gelden de volgende uitgangspunten: • Goede bereikbaarheid en toegankelijkheid voor alle verkeersstromen zoals voetgangers, mindervaliden, fietsers, brommers, (vracht)auto’s, taxi’s en hulpdiensten. • Goede bereikbaarheid voor logistieke aspecten van het theater (bevoorrading, afvalophaal). • Het theater is direct vanaf de openbare weg toegankelijk met een goede aansluiting op langzaam- en snelverkeerroutes. • In de directe nabijheid zijn voldoende parkeervoorzieningen aanwezig.
5.4.
Inrichting omgeving De inrichting van de openbare ruimte is locatie-afhankelijk. Het maakt een verschil of het theater wordt gerealiseerd aan een bestaand plein of op een nieuw te realiseren locatie. Ook is de context bepalend voor de inrichting van de buitenruimten. Is er sprake van een theater dat alzijdig grenst aan de buitenruimte, een hoeksituatie, of alleen een entreeruimte met theatercafé? Gelet op de functionaliteit van het theater, zal een aantal ruimten (noodzakelijk of wenselijk) op de begane grond zijn gesitueerd. Deze ruimten zijn niet alleen bepalend voor de footprint van het gebouw, maar stellen tevens eisen aan de buitenruimte.
31
Primair moet er in de buitenruimte plek zijn voor: • Entree en kassagebied. • Voorzieningen voor een buitentheater. • Buitenterras van het theatercafé. • Rode loper. • Ruimte voor halen en brengen tot de voordeur en taxi’s. • Veilige rijwielstalling. • Manoeuvreerruimte voor laaddocks. • Parkeerplaatsen voor mindervaliden. • Een plek om te roken.
5.5.
Ruimtelijke kwaliteit Bij de verdere uitwerking van een eventueel Programma van Eisen zal nader worden ingegaan op de ruimtelijke kwaliteit van het theatergebouw en de omgeving. Het gaat hierbij onder andere om het ambitieniveau op het gebied van architectuur en duurzaamheid. Het theater neemt een dominante positie in zijn omgeving in.
5.6.
Duurzaamheid Gebouwen moeten ‘duurzaam presteren’. Dat impliceert dat de focus niet alleen het bouwproces is, maar juist het totaal van bouwproces en volledige gebruikscyclus. Want juist in de gebruikscyclus bewijst de duurzame huisvestingsoplossing haar meerwaarde. De belangrijkste redenen waarom het noodzakelijk is om duurzame huisvestingsoplossingen te realiseren zijn dat het behoud van het klimaat, het gebruik van grondstoffen en de beheersing van reststoffen zowel landelijk als mondiaal onder grote druk staan. De bouwsector speelt hierbij een belangrijke rol, vooral waar het gaat om energieverbruik, CO2-emissie en afvalstromen. Dit betekent dat er een totale heroverweging moet komen van werkwijzen en dat duurzaamheid en de effecten medebepalend moeten worden bij het maken van keuzes. Milieuaspecten van het bouwen dienen breder gezien te worden dan de bekende invullijst van het ‘Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen’. De kern van duurzame ontwikkeling kan uitgedrukt worden in de begrippen People, Planet en Profit. People kan daarbij vertaald worden als de sociaal-culturele kant, het welzijn van de gebruikers en de omgeving en het creëren van gelijke rechten en mogelijkheden. Planet kan vertaald worden als de fysieke component, waarbij de blijvende beschikbaarheid van middelen, voldoende toegang tot die middelen en het creëren van een gezond milieu voor iedereen van belang is. Het ‘Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen’ is een uitwerking van dit fysieke aspect. Profit kan hierbij vertaald worden als de economische kant, waarbij de doelstellingen van de groep, de organisatie en de gemeenschap gerealiseerd worden op de korte en lange termijn. Samengevat is een gebouw duurzaam wanneer: • Het prettig en gezond is om in te verblijven en wanneer het bevorderend werkt op het functioneren van zowel de gebruiker als de organisatie (People). • Het goed in zijn omgeving past, energiezuinig is en gerealiseerd is met materialen die laag milieubelastend zijn (Planet). • Het goed te exploiteren en te onderhouden is (Profit). De beoordeling van eventuele maatregelen in het kader van de nieuwbouw dienen breed beoordeeld te worden teneinde te voorkomen dat een ogenschijnlijk duurzame maatregel op een ander niveau contraproductieve effecten heeft. Als voorbeelden van relevante aspecten kunnen hierbij genoemd worden het multifunctionele gebruik van het theater, de arbeidsomstandigheden en de werkomgeving, de aantrekkingskracht van het theater, de toegankelijkheid van faciliteiten en organisatie en het gebouw.
32
Financieel In de huidige financiële context zal de gemeente zich strak aan de financiële kaders moeten houden. Deze kaders worden in eerste instantie bepaald door de beschikbare middelen. Het betreft de potentiele verzekeringsuitkeringen en de huidige exploitatiebijdrage. Mogelijk worden hier in het kader van bezuinigingen nog taakstellingen voor geformuleerd. Het bedrag dat maximaal beschikbaar is vanuit de verzekering van ’t Speelhuis is €11 miljoen. Daarbij gelden ook nog enkele specifieke voorwaarden waarover mogelijk afstemming met de verzekeraars zal moeten plaatsvinden. In de gemeentebegroting over 2013 is voor de exploitatie van het theater €1,7 miljoen opgenomen. Dit betreft de aanvulling van het tekort op de totale exploitatie. In de marktconsultatie zijn we vooral geïnteresseerd in ideeën over een geïntegreerd contract (DBFMO) met een langere looptijd, maar ook andere vormen van publiek-private samenwerking worden op voorhand niet uitgesloten.
33