COMPLIANCE & INTEGRITEIT VU MAGAZINE NR. 1 JAARGANG 6 | MEI 2015
VIERING VAN HET 10 JARIG BESTAAN COMPLIANCE EN DE ROL VAN DE BESTUURDER COMPLIANCE OFFICER STAPT STEEDS VAKER UIT DE SCHADUW VAN DE REGELGEVING BREDE EVALUATIE OPLEIDING
INHOUD
3 4 6 Bestuurdersverantwoordelijkheid Gestapelde verantwoordelijkheden
VOORWOORD
MR. H.J.TH. BIEMOND COMPLIANCE EN DE ROL VAN DE BESTUURDER
DR. S.C. BLEKER-VAN EYK UITNODIGING INAUGURELE REDE VAN HOLBEWONER TOT MARSVERKENNER
6
BESTUURDERS VERANTWOORDELIJKHEID, GESTAPELDE VERANTWOORDELIJKHEDEN
7
COMPLIANCE OFFICER STAPT STEEDS VAKER UIT DE SCHADUW VAN DE REGELGEVING
SYMPOSIUM
Dinsdag 23 juni 2015 VU Amsterdam
8 11 12 2
BART C. KORTEWEG
RICHARD BAKKERS, LOES VAN DER PUTTEN EN MICHIEL OUDAKKER BREDE EVALUATIE OPLEIDING
ALUMNUS AAN HET WOORD… BART C. KORTEWEG SENIOR MANAGER BIJ DELOITTE
COLOFON Compliance & Integriteit is een uitgave van De Vrije Universiteit, Postgraduate opleiding Compliance & Integriteit Management De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam Compliance & Integriteit verschijnt 2 à 3x per jaar, oplage 550.
AGENDA
COMPLIANCE & INTEGRITEIT | NR. 1 | MEI 2015
REDACTIE: Richard Bakkers, Sylvie Bleker en Myriam Klopper EINDREDACTIE: Myriam Klopper FOTOGRAFIE: Rinie Bleeker, Rotterdam ONTWERP & OPMAAK: Room for ID’s, Nieuwegein DRUKWERK: NPN drukkers, Breda
VOORWOORD VIERING VAN HET 10 JARIG BESTAAN Met de lente in het hoofd en de zon die door het raam van mijn kantoor schijnt, schrijf ik het voorwoord voor deze uitgave van ons VU Magazine. Denk echter niet dat het de enige oorzaak is van het plezier dat ik voel. Precies 10 jaar geleden begon Prof. dr. Jean Frijns met de opleiding die toen nog ‘Corporate Compliance’ werd genoemd. Jean Frijns voorzag toen reeds de belangrijke plaats die compliance in de maatschappij zou innemen. Ver voor de financiële en economische crisis, ver voor alle maatschappelijke ontwikkelingen die zich in razend tempo opvolgen en de roep om begrenzing van ongewenst gedrag. Na 10 jaar floreert onze opleiding nog steeds en groeit het aantal studenten gestaag. Ik hoop van harte dat dit zo zal blijven. De feestvreugde geldt ook het aanstaande symposium. We hebben een trend gezet in onderwerpen waarbij we eerst de interne rol van compliance hebben behandeld, vervolgens de relatie tussen de compliance en bestuurders om vervolgens de verhouding tussen de ondernemingen en hun toezichthouders onder de loep te nemen. Nu sluiten we deze cyclus af met de verantwoordelijkheid die bestuurders dragen voor non-compliant gedrag binnen de onderneming. Deloitte is vanaf het begin onze symposium partner geweest en we werden en worden nog steeds gesteund door DNB. Vorig jaar sloot De Brauw Blackstone Westbroek zich aan als symposium partner. Ieder jaar proberen we weer een prachtig symposium neer te zetten met aantrekkelijke sprekers. Dit jaar is het gelukt om wederom een mooie lijst van sprekers aan onze toehoorders voor te stellen. U heeft inmiddels per post een uitnodiging ontvangen voor zowel het Symposium als mijn oratie. De datum is verschoven naar dinsdag 23 juni. Schrijf het op in uw agenda! Aansluitend aan het symposium zal ik mijn inaugurele rede uitspreken. Een mooi moment voor mij om tijdens de viering van het 10 jarig bestaan officieel de hoogleraar functie behorende bij deze opleiding te aanvaarden. Dit maakt dat ik een feestelijk gevoel heb, want mij in te zetten voor deze opleiding met deze studenten en alumni en de trouwe schare van symposium deelnemers maakt van mij een gelukkig mens. Ik wens onze opleiding, haar medewerkers, de studenten, alumni en allen die ons een warm hart toedragen een fijne verjaardag op de 23e juni. PROF. DR. SYLVIE C. BLEKER-VAN EYK PROGRAMMADIRECTEUR POSTGRADUATE OPLEIDING COMPLIANCE & INTEGRITEIT MANAGEMENT
COMPLIANCE & INTEGRITEIT | NR. 1 | MEI 2015
3
MR. H.J.TH. BIEMOND
COMPLIANCE EN DE ROL VAN DE BESTUURDER
De aandacht van sociale media richt zich steeds vaker op de persoon van de bestuurder. In het dagelijkse publiciteitsgeweld valt de verantwoordelijkheid van het collectief weg. De discussie over bonussen is er een voorbeeld van. En ook toezichthouders spreken de persoon van de bestuurder tegenwoordig aan, bijvoorbeeld door middel van een geschiktheidstoets. Door het individu van de bestuurder te toetsen, wordt beoogd de cultuur van de onderneming te veranderen. In alle boeken over compliance wordt gehamerd op het belang van the tone at the top. Het leidt soms tot de verzuchting dat in de boardroom alleen nog maar met juristen of compliance officers wordt gesproken. De tijd dat een bestuurder nog weg kon komen met een see no evil hear no evil mentaliteit ligt achter ons. Het bestuur van een rechtspersoon heeft de plicht om het belang van de rechtspersoon en de met haar verbonden onderneming te behartigen. Dat impliceert een verantwoordelijkheid voor het bevorderen van integer gedrag binnen de onderneming. Iedere bestuurder zou zich tot taak moeten stellen onwettig gedrag van medewerkers te voorkomen. Vanzelfsprekend kan in de onderlinge portefeuilleverdeling de verantwoordelijkheid voor het compliance framework bij één van de bestuursleden worden belegd. Maar ik zou menen dat de verantwoordelijkheid voor compliance an sich bij alle bestuursleden ligt. Er staan dagelijks voorbeelden in de krant die laten zien dat de juridische en reputatie risico’s voor bestuurders groot zijn. De hoeveelheid regels waar ondernemingen
4
COMPLIANCE & INTEGRITEIT | NR. 1 | MEI 2015
zich aan moeten houden, neemt hand over hand toe. In het economisch ordeningsrecht wordt veel regelgeving strafrechtelijk gesanctioneerd. Zodra een bestuurder als feitelijk leidinggever kan worden aangemerkt, is hij in beginsel strafrechtelijk aansprakelijk bij de overtreding daarvan. Het risico een overtreding te begaan, wordt vergroot doordat wetgeving niet altijd duidelijk is. De regelgeving kan per land verschillen, ook de handhaving ervan. De internationale sanctiewetgeving is daar een voorbeeld van. En normen veranderen. Zo lang is het niet geleden dat in Nederland corruptie als een noodzakelijk kwaad werd gezien bij het investeren in Afrika, Azië of Zuid-Amerika. Toch heeft ook de Nederlandse anticorruptiewetgeving al vanaf 2001 extraterritoriale werking. Als zich een compliance incident voordoet, zijn de gevolgen groot. De externe accountant onthoudt zijn goedkeurende verklaring; beleggers dienen claims in, toezichthouders starten onderzoeken op en last but not least, bestuurders worden administratieve boetes opgelegd of in het ergste geval strafrechtelijk vervolgd. Dit alles gaat niet zelden gepaard met een maalstroom van publiciteit, die – zoals gezegd – sterk gericht is op de persoon van de bestuurder. Het vennootschapsrecht mag dan als uitgangspunt hebben dat een bestuurder inschattingen mag maken en beslissingen mag nemen, zelfs als die uiteindelijk verkeerd uitpakken (behalve wanneer sprake is van een ernstig verwijtbaar handelen). In deze tijd van naming and shaming lijkt voor bestuurders geen margin of error meer te bestaan. Het gevaar bestaat dat bestuurders er door dit alles naar neigen alle risico’s te willen uitsluiten, maar het is de vraag of dat tot het gewenste resultaat leidt. Deze neiging kan ertoe leiden dat tick the box compliance systemen worden ingevoerd en talloze gedragscodes die de schijnzekerheid geven dat onwettig gedrag niet plaatsvindt. Of tot de situatie dat de bestuurders in het Nederlandse hoofdkantoor zich beroepen op een zero tolerance beleid – bijvoorbeeld ten aanzien van corruptie – terwijl zij hun medewerkers, die in corruptiegevoelige landen werken, tegelijkertijd houden aan
“HET IS BETER OM JE ALS BESTUURDER BEWUST TE ZIJN VAN DE ONVERMIJDELIJKHEID VAN COMPLIANCE RISICO’S.”
zeer ambitieuze groeidoelstellingen. De bestuurders houden zo – in theorie – schone handen, maar wentelen de dilemma’s die zich voor doen in de praktijk af op hun mensen in het ‘veld’. Het is beter om je als bestuurder bewust te zijn van de onvermijdelijkheid van compliance risico’s. Het is niet de vraag of het mogelijk is dat zich misstanden voor kunnen doen, het is meer de vraag wanneer en hoe deze aan de oppervlakte gaan komen. Pas als je daar open over bent, kan er een dialoog op gang komen over integriteitsdilemma’s en hoe daarmee om te gaan in de praktijk. De risicoparagraaf uit het jaarverslag biedt daarvoor een kans. Een kans die nu nog onvoldoende wordt benut. Teveel risicoparagrafen zijn nu te algemeen geformuleerd. Er wordt weinig vooruitgekeken, terwijl juist door kenbaar te maken dat een vertaling is gemaakt van bestaande naar toekomstige risico’s, de onderneming toont in control te zijn. Maar ook als een misstand wordt geconstateerd valt er iets te zeggen voor openheid. Dat is niet de meest natuurlijke reactie. Vaak wordt alles in het werk gesteld om een compliance incident zo stil mogelijk te onderzoeken en intern af te doen. Daarmee wordt – begrijpelijkerwijs – beoogd de reputatie van de onderneming te beschermen. Maar het kan juist ook krachtig overkomen als een onderneming aan de buitenwereld
laat zien dat zich een probleem heeft voorgedaan, waarvan afstand wordt genomen en waarvan wordt geleerd. Want hoe kan de onderneming van haar fouten leren als maar een hele beperkte kring van personen op de hoogte is van het incident? Het geeft eerder het signaal dat als je de regels overtreedt je er nog mee weg komt ook. Het komt niet zelden voor dat de ‘betrapte’ werknemer een keurige afvloeiingsregeling krijgt om een (openbare) rechtsgang te voorkomen. Tenslotte. Een bestuurder wordt geacht compliance risico’s pro-actief te agenderen. Een bestuurder zal niet snel worden aangerekend, dat zich een compliance incident voordoet. Hij wordt wel afgerekend op de wijze waarop hij reageert op dit incident. En in deze tijd, waarin bestuurders in een glazen huis lijken te leven, vooral op de manier waarop hij erover communiceert. Aan het rijtje van juristen en compliance officers die het bestuur bijstaan in de besluitvorming, kunnen dus de media adviseurs nog worden toegevoegd. HENDRIK JAN BIEMOND PARTNER BIJ ALLEN & OVERY
COMPLIANCE & INTEGRITEIT | NR. 1 | MEI 2015
5
UITNODIGING INAUGURELE REDE
dr. S.C. Bleker-van Eyk
VAN HOLBEWONER TOT MARSVERKENNER DINSDAG 23 JUNI 2015
Bestuurdersverantwoordelijkheid Bestuurdersverantwoordelijkheid Gestapelde verantwoordelijkheden Gestapelde verantwoordelijkheden
Dinsdag 23 juni 2015 VU Amsterdam
Dinsdag 23 juni 2015 VU Amsterdam
6
COMPLIANCE & INTEGRITEIT | NR. 1 | MEI 2015
Bestuurdersverantwoordelijkheid
BART C. KORTEWEG
COMPLIANCE OFFICER STAPT STEEDS VAKER UIT DE SCHADUW VAN DE REGELGEVING
Op 30 maart vond de eerste masterclass plaats, georganiseerd door de alumnivereniging. Tijdens deze goed bezochte bijeenkomst gingen de aanwezigen met elkaar in gesprek over het steeds veranderende universum van de compliance officer. Zo opereert de compliance officer steeds vaker niet alleen als compliance officer, maar ook als integriteitsofficer, reputatiemanager, gedragsbeïnvloeder en manager van belangen van stakeholders. Compliance officers komen daarmee steeds verder te staan van de regelgeving. Een goede ontwikkeling. Immers, regelgeving is vooral een repressief instrument van wetgevers om misstanden in de toekomst te kunnen voorkomen. En loopt daarmee altijd achter de feiten aan. De MiFID bijvoorbeeld, die de hegemonie van de nationale beurzen en het protectionisme wat daarbij hoorde, moest doorbreken. Of de AIFMD die Madoff-achtige praktijken bijna onmogelijk moet maken. Daar naast is het maar zeer de vraag
BART C. KORTEWEG
of het probleem binnen de financiële sector, een algemeen gebrek aan vertrouwen, kan worden opgelost met meer en stringentere regelgeving. Een cultuur- en gedragsverandering lijkt noodzakelijk. En die bereik je niet met het opleggen van meer regelgeving. In tijden dat de financiële sector zich moet heruitvinden, haar eigen positie en toegevoegde waarde opnieuw moet bepalen, kan de compliance officer niet achterblijven. En zal ook zij haar blik voorwaarts moeten richten. Natuurlijk is dit een enorme uitdaging. Toezichthouders hebben de druk opgevoerd op vele aandachtsgebieden, waardoor de gewenste richting soms vertroebeld wordt. De compliance officer moet steeds vaker gebruik maken van haar voel sprieten. Binnen en buiten de organisatie. En hiermee de richting aangeven die de
organisatie op moet. Als integriteitsofficer kan de compliance officer de discussie binnen de organisatie op gang brengen om helder te krijgen wat gewenst is en wat niet. En waarom. Als reputatiemanager gaat de compliance officer op zoek naar de oorzaken van de erosie van het vertrouwen (of specifiek de reputatie van de organisatie). Vervolgens zal in het gesprek met het bestuur moeten worden bepaald in hoeverre de reputatie moet worden hersteld. Als gedragsbeïnvloeder zal de compliance officer het gewenste gedrag zichtbaar maken. En uiteraard het gedrag wat juist niet langer zal worden getolereerd. Als manager van belangen van stakeholders tenslotte, zal de compliance officer haar blikveld nog verder openstellen en volledig loskomen van de regelgeving. Is de compliance officer verantwoordelijk voor deze gewenste cultuur- en gedragsverandering? Het moge duidelijk zijn dat de compliance officer haar mandaat moet zien te verbreden. Zodat ze de aanvullende taken en verantwoordelijkheden goed kan uitvoeren. Ook de compliance officer zal zich opnieuw moeten uitvinden. Gelukkig zien we steeds vaker dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. BART C. KORTEWEG SENIOR MANAGER BIJ DELOITTE
COMPLIANCE & INTEGRITEIT | NR. 1 | MEI 2015
7
RICHARD BAKKERS, LOES VAN DER PUTTEN EN MICHIEL OUDAKKER
BREDE EVALUATIE OPLEIDING
8
COMPLIANCE & INTEGRITEIT | NR. 1 | MEI 2015
Nu de postgraduate opleiding Compliance & Integriteit Management momenteel met haar tiende leergang bezig is, vonden wij het als opleidingsbestuur tijd voor een zogenaamde ‘brede evaluatie’ van onze opleiding. ‘Breed’ omdat we alle aspecten van de opleiding (opbouw programma, docenten, literatuur, de scriptie, etc.) wilden evalueren. Maar ook ‘breed’ omdat we met een breed publiek (studenten, alumni, werkgevers van studenten en alumni en docenten) wilden spreken om deze input op te halen. We hebben in de afgelopen tien jaar het onderwijs op diverse punten aangepast en verbeterd. Het tienjarig bestaan vonden wij een ideaal aanknopingspunt om een meer integrale evaluatie uit te voeren en wij vonden ook dat een externe bril daarbij noodzakelijk was. In de zomer van 2014 heeft het opleidingsbestuur daarom de hulp ingeroepen van SunIdee. SunIdee is een innovatieadviesbureau uit Amsterdam dat organisaties helpt bij vernieuwing. Wij hebben SunIdee leren kennen vanuit haar werk voor de reguliere bacheloropleidingen van de Faculteit der Economische Wetenschappen en
Bedrijfskunde. Voor deze opleidingen heeft SunIdee ook een dergelijke ‘brede evaluatie’ uitgevoerd, hetgeen heeft geleid tot aansprekende vernieuwingen in de diverse onderwijsprogramma’s. CO-CREATIE De kern van de aanpak van SunIdee is co-creatie. Dit betekent dat SunIdee
dus samen met de klant, in dit geval het opleidingsbestuur en de overige kerndocenten, het evaluatieproces in is gegaan. In hoofdlijnen bestond dit proces uit het afnemen van diepteinterviews – vernieuwen op basis van inzichten van de belangrijkste stakeholders is een andere kern van de aanpak van SunIdee – met studenten, alumni en werkgevers van studenten en alumni. Deze zijn gehouden in het najaar van 2014 en het voorjaar van 2015. De belangrijkste conclusies uit de interviews zijn tijdens een workshop in maart 2015 besproken met het opleidingsbestuur en de overige kerndocenten. Uiteraard hebben we hierbij ook de inzichten uit de reguliere college-evaluaties en de klankbordbijeenkomsten meegenomen. INZICHTEN, CONCLUSIES EN VERNIEUWING De genoemde inzichten uit de interviews zijn besproken en deze hebben geleid tot conclusies op een tiental aspecten, te weten: 1. Oriëntatie 2. Studenten(instroom) 3. Rode draad
COMPLIANCE & INTEGRITEIT | NR. 1 | MEI 2015
9
“HET KERNOBJECT VAN DE OPLEIDING IS DE UITDAGING OM DE ‘SPANNING’ TUSSEN HET INDIVIDUELE BELANG – DE VERLEIDING – EN HET ALGEMENE OF MAATSCHAPPELIJKE BELANG – HET GOEDE DOEN – TE ‘MENNEN’” 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Leerdoelen Docenten Literatuur Niveau Blok 3 Scriptie Netwerk
Deze conclusies zijn – apart en in samenhang - besproken en zijn vertaald naar ontwerpprincipes voor de verbeterde opleiding. We zijn vervolgens dieper ingegaan op het thema ‘de rode draad’. We hebben het principe geformuleerd dat de rode draad van de opleiding helder en duidelijk moet zijn voor studenten en (gast)docenten. We hebben daartoe een eerste aanzet van een heldere structuur van ons onderwijsprogramma ontwikkeld. Bij het onderdeel Vernieuwing is voor wat betreft de ‘rode draad’ geconcludeerd dat de opleiding Compliance & Integriteit Management Management haar theoretische fundament opgebouwd heeft uit een aantal wetenschappelijke basisdisciplines. In het middelste deel wordt duidelijk wat het kernobject van de opleiding is. Namelijk de uitdaging om de ‘spanning’ tussen het individuele belang – de verleiding – en het algemene of maatschappelijke belang – het goede doen – te ‘mennen’. Het ‘mennen’ is mogelijk vanuit verschillende entiteiten met verschillende mechanismen. In eerste instantie vanuit de overheid met wet- en regelgeving, vervolgens vanuit de toezichthouders met de verschillende toetsingskaders en -mechanismen. De focus van de
10
opleiding ligt op organisaties. De mechanismen die organisaties hebben om de ‘spanning’ te mennen komen uitgebreid aan de orde en liggen in het identificeren van de risico’s, het vormen van beleid en het implementeren van beheersmaatregelen. Dit alles om binnen organisaties een cultuur te creëren die de verleiding van ongewenst gedrag van personen minimaliseert en het goede gedrag stimuleert. Hiermee zijn wij er natuurlijk nog niet. De visualisatie van de structuur van de opleiding en de principes die zijn geformuleerd voor de overige 9 conclusies moeten primair nog worden omgezet in concrete colleges en bijbehorende docenten en secundair in bijvoorbeeld de bijbehorende literatuur, cases en (de wijze van) tentaminering. Eén van de besluiten die we hebben genomen naar aanleiding van deze brede evaluatie is dat we geen ‘modulestudenten’ meer opnemen in het najaar (Blok 3). In plaats daarvan zijn wij voornemens om jaarlijks in het voorjaar een Executive Program van 3
LOES VAN DER PUTTEN, SUNIDEE
COMPLIANCE & INTEGRITEIT | NR. 1 | MEI 2015
volledige dagen te organiseren op een externe locatie. Dit Executive Program is bedoeld voor hoofden compliance, hoofden legal, hoofden internal control/ IAD, etc. Via dit magazine en onze website zullen wij u over deze concretisering van de vernieuwing blijven informeren. Wij danken eenieder die aan deze ‘brede evaluatie’ heeft meegewerkt van harte! RICHARD BAKKERS, LOES VAN DER PUTTEN EN MICHIEL OUDAKKER
MICHIEL OUDAKKER, SUNIDEE
ALUMNUS AAN HET WOORD…
BART C. KORTEWEG
SENIOR MANAGER BIJ DELOITTE Op woensdag 11 juni 2014 organiseren POSTGRADUATE OPLEIDING de Postgraduate opleiding Compliance & COMPLIANCE & INTEGRITEIT MANAGEMENT Integriteit Management en Deloitte hun LEERGANG 7 jaarlijkse symposium. Dit jaar is voor het eerst In mei 2011 kwam ik terug uit India. Hyderabad om precies te zijn. Waar ik dan iets De Brauw Blackstone deEen zeer bijzondere ervaring, meer dan een jaar had gewoondWestbroek om mijn MBA tebij doen. die ik een ieder kan aanraden. Na enige tijd me te hebben georiënteerd op een eigen organisatie gevoegd. adviesbedrijf, vond ik uiteindelijk een plek bij Deloitte. Het team wat zich richt op de adviesdienstverlening rondom compliance. Op 15 september 2011 begon ik daar. Precies op tijd om ook nog mee te mogen met de groep die toen net was begonnen aan de compliance opleiding.
Bij beiden voelde ik me als een vis in het water. Bij Deloitte omdat ik daar in de praktijk kon brengen wat ik al die jaren daarvoor had mogen leren. Bij de VU omdat ik daar verder kon bouwen aan mijn eigen kennis en daarnaast een groep mensen mocht ontmoeten die zich met eenzelfde passie voor het vak bezighielden op het gebied van compliance. Mijn zoektocht naar de bezinning van organisaties ging verder. Ooit, als jonge VWO’er begon ik bij een accountantskantoor. Een bijzondere tijd. Als jongeling bij bedrijven langs gaan en me dan te mogen bemoeien met de ‘ keuken’ van de organisatie is een bevoorrecht iets. Toen al, was er ook de verbazing. Het feit dat het belangrijkste van de organisatie, de mensen, in de verslaggeving werden genegeerd. En dat de governance van organisaties toch wel zeer gericht was op eigenlijk maar een doel. Verantwoording afleggen aan de machtigste stakeholder, de aandeelhouder. In de tijd daarna mocht ik een beter begrip krijgen van de financiële sector en wat haar beweegt. En natuurlijk het hoger liggende doel van de toezichtswetten. En hoe dit bereikt kon worden. Mijn eerste kennismaking met beïnvloeding van gedrag binnen organisaties en binnen een sector. In India tenslotte, hoe kan het ook anders, leerde ik iets over de bezinning van bedrijven. Begrippen als transformational leadership verbinden met het daadwerkelijke doel of nut van een organisatie. Met op de achtergrond de zindering van het land India. Een machtig mooie tijd. Voor mijn scriptie ben ik op zoek gegaan naar de rol van de compliance officer bij het herstel van vertrouwen. Ik had het voorrecht om met een enorme diversiteit van diverse leiders hierover te praten. En daarnaast natuurlijk de diverse compliance officers gevraagd naar hun ervaringen. De komende tijd wil ik me gaan verdiepen in de redenen waarom binnen veel organisaties het gewenste gedrag juist wordt tegengehouden. Nog genoeg te ontdekken en leren!
COMPLIANCE & INTEGRITEIT | NR. 1 | MEI 2015
11
AGENDA LEERGANG 2013
SYMPOSIUM
BLOK IV: JANUARI T/M JUNI 2015 “SCRIPTIE EN ACTUALITEIT”
‘BESTUURDERSV ERANTWOORDE LIJKHEID – GESTAPELDE VERANT W OORDELIJKHEDEN’
De kennis die in de eerste drie blokken is opgedaan vormt de springplank naar een gedetailleerd onderzoek: de eindscriptie. Studenten doen – onder begeleiding van een deskundige scriptiebegeleider – onderzoek naar een onderwerp binnen compliance en integriteit. Zij kunnen colleges volgen waarin ze worden geholpen een weten schappelijk verantwoord onderzoeks project uit te voeren (deze hebben ze deels al in Blok II en III gehad). Op verschillende momenten presenteren zij de vorderingen van hun onderzoek. Op 2 juli 2015 is de diploma-uitreiking voor Leergang IX (2013-2015).
LEERGANG 2014 BLOK II: 12 JANUARI T/M 15 JUNI 2015 “MANAGEN VAN COMPLIANCE EN INTEGRITEIT” In blok II leren studenten complianceen integriteitsrisico’s, zoals belangen verstrengeling, mededinging en fraude te onderkennen en de essentie van die risico’s te doorgronden. Cultuur en gedrag kunnen op zich zelf een voedingsbodem vormen voor het ontstaan of escaleren van compliance- en integriteitsrisico’s. We gebruiken managementtheorieën om te analyseren hoe een compliance- en integriteitgerichte organisatiecultuur opgebouwd wordt en hoe zij compliance aan de organisatie kunnen ‘verkopen’. Studenten krijgen inzicht in het identificeren van (knelpunten in) cultuur en gedrag en mogelijke interventies hierop.
Vrijdag 23 juni 2015 van 12.00 – 18.00 uur, toegang gratis. Inschrijven mogelijk via de volgende site: www.compliancesymposium. eventassist.nl
ORATIE PROF. DR. S(YLVIE) C. BLEKER – VAN EYK De oratie van mw. Bleker – van Eyk zal op dinsdag 23 juni exact om 15.45 uur aanvangen in de Aula van de Vrije Universiteit te Amsterdam.
VOORLICHTINGS BIJEENKOMST VOOR LEERGANG XI, 2015 – 2017 Op woensdag 20 mei is er van 18.30 – 19.15 uur een voorlichtings bijeenkomst op de VU. U kunt zich aanmelden door te bellen naar de opleiding: 020 - 598 2509 of een mail te sturen:
[email protected]
Inschrijving voor de opleiding (Leergang XI, 2015-2017) via de website. Vanaf najaar 2015 zullen wij de Module ‘Verdieping in Compliance’ niet meer aanbieden. Het ligt in de bedoeling in het voorjaar van 2016 een Executive Program aan te bieden gericht op hoofden Compliance, Legal, Internal Audit/IAD etc.. Zodra meer informatie bekend is zal dat op de website te lezen zijn. Meer informatie is te vinden op: www.vucomplianceopleiding.nl