Competentiegericht Onderwijs Het didactisch model en de vormgeving in het mbo
2010 Klaas van den Herik Pierre Winkler Deze tekst of delen daaruit mogen vrij gebruikt worden ten behoeve van de vormgeving van CGO in opleidingen of voor andere niet-commerciële doelen, op voorwaarde van bronvermelding.
1
Inhoudsopgave 1.1
Vaki’s en competenties .............................................................................................. 3
1.2
De deelnemer - van klant naar werknemer-in-opleiding........................................... 3
1.3
Leerlijnen ................................................................................................................... 4
2.1
Kerntaken en werkprocessen...................................................................................... 5 Kerntaak 1 en 2: Studieloopbaanbegeleiding Kerntaak 3 t/m 7: Burgerschap
6 6
2.2
Kerntaken, werkprocessen en competenties............................................................... 7
2.3
Kwalificatieprofielen.................................................................................................. 7
2.4
Voorbeeldfragmenten uit een kwalificatieprofiel ...................................................... 8 KWC’s en gedragsvoorbeelden Competentiemodel Kwalificatiedossier Marketing & Communicatie
10 10 11
2
1 Wat is competentiegericht onderwijs?
1.1
Vaki’s en competenties
De visie op de wijze waarop beroepsonderwijs moet worden vormgegeven is de afgelopen jaren sterk veranderd. Nog niet zo heel lang geleden kon de docent volstaan met het overdragen van kennis. Kennisverwerving stond centraal en als de deelnemer in de jaren van de studie voldoende kennis had opgedaan, was hij klaar om de arbeidsmarkt te betreden. Die visie is enigszins beperkt. Immers, de beroepsbekwame deelnemer heeft niet alleen kennis nodig, maar ook inzicht en de vaardigheden om die kennis specifiek in zijn beroepspraktijk te kunnen toepassen. Bij vaardigheden gaat het niet alleen om praktische bekwaamheid in het omgaan met apparaten, machines en andere middelen, maar ook om sociale en communicatieve vaardigheden, zoals het kunnen werken in teams, plannen, overleggen, initiatief nemen enzovoort. Om die vaardigheden te kunnen verwerven, maar ook om kennis en inzicht te verkrijgen, is ook een goede, professionele houding (attitude) onmisbaar. Kortom, om later succesvol in de beroepspraktijk te kunnen functioneren, moet de deelnemer niet alleen kennis verwerven, maar een geheel van vaardigheden, attitude, kennis en inzicht. Deze worden ook wel kortweg vaki’s genoemd. Het verwerven van deze vaki’s is het centrale doel van competentiegericht onderwijs. Een competentie wordt immers gedefinieerd als een combinatie van vaardigheden, attitude, kennis en inzicht die je in staat stelt om een beroepstaak met succes te kunnen uitvoeren. 1.2
De deelnemer
-
van klant naar werknemer-in-opleiding
Het traditionele, kennisgerichte, onderwijsmodel is niet geschikt om dergelijke competenties optimaal te ontwikkelen. Niet alleen omdat het te eenzijdig op kennis gericht is, maar ook omdat de deelnemer een te passieve rol had. Hij was als het ware de klant, die niet alleen kon en mocht verwachten dat hem alle benodigde kennis werd aangedragen, maar ook dat hij bij zijn leerproces op allerlei manieren begeleid en ondersteund werd. Dit was natuurlijk een bijzonder onrealistische wereld, die in niets lijkt op de beroepswereld waarin de deelnemer later terechtkomt. Daar gaat het immers juist om eigen initiatief tonen, zelf verantwoordelijkheid nemen, zelf bijleren en eigen keuzes maken. Het competentiegericht onderwijs is erop gericht om deze en andere vaardigheden, die een deelnemer nodig heeft om met succes en plezier te kunnen werken, aan te leren. Maar dat betekent ook dat al tijdens de opleiding de deelnemer een veel meer zelfstandige rol moet hebben, waarin hij in hoge mate zelf verantwoordelijk is voor zijn leerproces. In plaats van klant is hij werknemer-in-opleiding geworden, die zelf keuzes maakt, zelf bepaalt wat hij al kan en wat hij nog bij moet leren en zelf op basis daarvan plannen maakt en actie onderneemt.
3
1.3
Leerlijnen
Om het competentiegericht onderwijs goed vorm te geven is er een onderscheid gemaakt tussen verschillende leerlijnen: 1 De conceptuele lijn In de conceptuele leerlijn vindt vooral de theoretische vorming plaats: concepten, modellen, theorieën, kritisch denken, relaties tussen leerstof ontdekken en verbanden zien. 2 De vaardighedenlijn De vaardighedenleerlijn is gericht op training en ontwikkeling van belangrijke praktische vaardigheden. Het gaat hierin om concrete, niettheoretische trainingen, zoals het leren omgaan met softwarepakketten als Word of Excel en het werken in de praktijk met behulp van apparatuur en middelen. 3 De integrale lijn In de integrale leerlijn ligt de nadruk op samensmelting van praktijk, theorie, eigen ervaring en professioneel gedrag. Deze leerlijn zorgt ervoor dat de verschillende elementen in de opleiding met elkaar verbonden worden. Als zodanig vormt de integrale lijn het hart van het competentiegericht onderwijs (zie figuur). De integrale leerlijn wordt vormgegeven door middel van projectonderwijs, waar deelnemers in teams binnen een vastgestelde termijn een bepaald product moeten leveren, bijvoorbeeld een bedrijfsonderzoek, een computernetwerk, een website, een buurtactiviteit, een adviesverslag, enzovoort. Dit wordt nader toegelicht in het document Implementatie (zie onze website www.vandenherikenwinkler.nl). 4 De studieloopbaanbegeleiding (SLB) In de leerlijn studieloopbaanbegeleiding staat het ontwikkelingsproces van de deelnemer centraal. Het gaat om motivatie, inzet, het maken van keuzes, zelfstandig leren, samenwerken, het vermogen kritisch naar de eigen ontwikkeling te kijken, enzovoort. Belangrijke leermiddelen in deze leerlijn zijn het portfolio (een verslag van de eigen leerontwikkeling en geleverde prestaties) en het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Daarnaast gaat het in deze lijn om vaardigheden met betrekking tot communiceren en presenteren en het ontwikkelen van een professionele attitude en gedrag: feedback geven, reflectie op eigen persoonlijke en professionele kwaliteiten, kunnen werken in teams, projectmatig werken, plannen, zelfstandig leren, collegialiteit, enzovoort. Kortom, bij SLB verwerft de deelnemer vaardigheden die onmisbaar zijn in de latere beroepspraktijk, maar ook onmisbaar bij het succesvol doorlopen van de andere leerlijnen. SLB is daarmee de ruggengraat van het competentiegericht onderwijs. Op de praktische vormgeving van SLB gaan we nader in in het document Implementatie (zie onze website www.vandenherikenwinkler.nl).
4
2 “Leren, Loopbaan, Burgerschap” en Beroepskwalificaties
2.1
Kerntaken en werkprocessen
In het Brondocument Leren, Loopbaan, Burgerschap - ontwikkeld door het Gemeenschappelijk Procesmanagement Competentiegericht Beroepsonderwijs, ondersteund door CINOP, SLO - worden in de vorm van werkprocessen de kerntaken beschreven die de deelnemer in zijn latere beroepspraktijk moet kunnen uitvoeren. Die kerntaken en bijbehorende werkprocessen worden als volgt omschreven:
Kerntaken
Werkprocessen
Kerntaak 1: Benoemt zijn eigen ontwikkeling en gebruikt middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken.
1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling. 1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren. 1.3 Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende manieren van leren. 1.4 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit. 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren.
Kerntaak 2: Stuurt de eigen loopbaan
2.1 Reflecteert op eigen kwaliteiten en motieven. 2.2 Onderzoekt welk werk er is en wat bij hem past, 2.3 Stuurt de eigen loopbaan en onderneemt acties die daarbij nodig zijn.
Kerntaak 3: Participeert in het politieke domein, in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding
3.1 Oriënteert zich op onderwerpen waarover politieke besluiten genomen worden. 3.2 Vormt een eigen mening. 3.3 Onderneemt acties naar aanleiding van gemaakte keuzes.
Kerntaak 4: Functioneert als werknemer in een arbeidsorganisatie
4.1 Gedraagt zich als werknemer bij het uitvoeren van het werk. 4.2 Maakt gebruik van werknemersrechten. 4.3 Stelt zich collegiaal op.
Kerntaak 5: Functioneert als kritisch consument
5.1 Oriënteert zich op de consumentenmarkt en houdt rekening met eigen wensen en mogelijkheden. 5.2 Onderneemt acties om producten en diensten aan te schaffen.
Kerntaak 6: Deelnemen aan allerlei sociale verbanden en respectvol gebruiken van de openbare ruimte
6.1 Neemt deel aan sociale verbanden en leeft in de openbare ruimte. 6.2 Voert activiteiten uit voor de leefbaarheid van zijn sociale omgeving.
Kerntaak 7: Zorgt voor de eigen gezondheid (vitaal burgerschap)
7.1 Zoekt informatie over een gezonde leefwijze. 7.2 Beslist op basis van informatie en handelt ernaar. 7.3 Onderneemt activiteiten om gezondheid te bevorderen.
5
Kerntaak 1 en 2: Studieloopbaanbegeleiding
Kerntaken 1 en 2 en de bijbehorende werkprocessen en competenties (zie hieronder) vormen een apart vak: Studieloopbaanbegeleiding (Leren & Loopbaan). Dit is een doorlopende leerlijn, waarin de deelnemer alle sociale, communicatieve, reflectie-, plannings- en andere vaardigheden verwerft die noodzakelijk zijn voor een succesvol studietraject en een succesvolle start in de loopbaan. SLB is daarmee de basis en ruggengraat van het competentiegericht onderwijs.
Kerntaak 3 t/m 7: Burgerschap
De overige kerntaken en bijbehorende competenties vormen samen het vak Burgerschap. Ze worden behandeld in MOVE! – Professioneel Burgerschap. Burgerschap lijkt in veel opzichten op het ‘oude’ maatschappijleer of MCV, maar daargelaten een iets andere inhoud heeft het ook een nieuwe vorm gekregen. Burgerschap is niet alleen gericht op kennis, maar ook op de praktische koppeling daarvan met de samenleving en met de beroepspraktijk. Die koppeling en het daaruit voortkomende inzicht in de praktische relevantie van Burgerschapskennis voor de deelnemer voor zijn functioneren in samenleving en beroep, maakt het vak natuurlijk alleen maar aansprekender en uitdagender.
6
2.2
Kerntaken, werkprocessen en competenties
Deze kerntaken en werkprocessen worden in het brondocument verder uitgewerkt in competenties. Een voorbeeld van hoe dit gedaan is ziet u hieronder, met betrekking tot kerntaak 1. Kerntaak 1 Benoemt de eigen ontwikkeling en kiest middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken 1. 1 Werkproces Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling Omschrijving:
Voor de deelnemer start het leerproces met het ontdekken van de eigen leerbehoeften. Deze leerbehoeften komen voort uit eigen ambities of veranderingen in de omgeving. Het leidt tot een keuze van leerdoelen.
Gewenst resultaat:
De deelnemer heeft de leerdoelen voor de eigen ontwikkeling benoemd.
Competentie
Componenten
Prestatie-indicator
Gedrevenheid en ambitie tonen
. uitdagingen aanvaarden . succes willen boeken . initiatief nemen . de lat steeds hoger leggen
Deelnemer aanvaardt de uitdaging om de eigen leerbehoeften te ontdekken en investeert in tijd en energie om tot een keuze te komen
Onderzoeken
. informatie achterhalen
Deelnemer stelt zich op de hoogte van de veranderingen in de samenleving en werkomgeving en maakt hiervan gebruik om zichzelf leerdoelen te stellen.
Analyseren
. informatie genereren uit gegevens . verbanden leggen . conclusies trekken
Deelnemer analyseert verschillende leerbehoeften, ambities en veranderingen in de omgeving. Hij bekijkt welke leerdoelen het beste aansluiten bij de eigen ambities zodat hij een afgewogen keuze kan maken.
. structuur aanbrengen
Deelnemer formuleert zijn leerkansen en leerdoelen gestructureerd, zodat de toekomstige ontwikkeling goed in kaart is gebracht en begrijpelijk voor anderen.
Formuleren en rapporteren
2.3
Kennis en vaardigheden
. kennis van bronnen waarin de ontwikkelingen in de samenleving en werkomgeving worden beschreven.
. kent manieren om informatie te ordenen en verbanden te leggen.
. schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid
Kwalificatieprofielen
De competenties zoals in het brondocument geformuleerd zijn stuk voor stuk te beschouwen als algemene of kerncompetenties. Naast dit brondocument zijn door diverse branche- en beroepsverenigingen zogeheten kwalificatieprofielen uitgewerkt, waarin de in het brondocument genoemde competenties concreter en gedetailleerder worden uitgewerkt per beroep of beroepsgroep. Brondocument en kwalificatieprofielen vullen elkaar dus aan en
7
geven samen een volledig beeld van de competenties die deelnemers moeten bezitten. In paragraaf 2.4 ziet u als voorbeeld een aantal fragmenten van een kwalificatieprofiel zoals ontwikkeld door ECABO. Idealiter worden de verschillende competentiebeschrijvingen verder uitgewerkt in fases van ontwikkeling, zodat de deelnemer zijn ontwikkeling naar een volledig competente professional – van ‘beroepsgeschikt’ naar ‘stagebekwaam’ tot ‘beroepsbekwaam’ - in de loop van de opleidingsjaren goed kan volgen en beschrijven. Door sommige beroepsorganisaties is dat al gedaan, andere laten deze verdere fasering aan de opleidingen zelf over. In ons boek Studieloopbaanbgeleiding deel 1, module 2, hoofdstuk 4 (niveau 3-4) ziet u een voorbeeld van deze gefaseerde uitwerking. Zie ook het online portfolio op onze site www.vandenherikenwinkler.nl, waar de fasering zoals gegeven door de Stichting Praktijkleren is gebruikt. Uit onderstaande fragmenten mag duidelijk zijn dat het bij kerntaken 1 en 2 uit het brondocument, de kerntaken die bij SLB aan bod komen, om een breed scala van competenties gaat die de deelnemer naast de specifiek vakinhoudelijke competenties moet bezitten. Die competenties zijn te rubriceren binnen zes gebieden die de kerndoelen vormen van onze boeken: 1 2 3 4 5 6
Studie- en beroepskeuze maken Sociale competenties ontwikkelen Communicatieve competenties (schriftelijk en mondeling) ontwikkelen Goede studie- en beroepshouding ontwikkelen Reflectie op eigen ontwikkeling Leerproces plannen en sturen
In het document Implementatie, dat u ook via onze site kunt downloaden, hebben we toegelicht hoe we deze kerndoelen vormgegeven hebben in onze boeken en hoe u met behulp van deze boeken SLB in de praktijk vorm kunt geven. 2.4
Voorbeeldfragmenten uit een kwalificatieprofiel
De kwalificatiedossiers zijn ontwikkeld in 2006 en in gebruik genomen in schooljaar 20072008. De oude benaming is competentieprofielen. Een kwalificatiedossier bevat een verzameling kwalificaties, waarin opgenomen: − − − − − −
het beeld van het beroep; de kwalificaties; de uitwerking van kwalificaties; de verantwoording; de beroepscompetentieprofielen; het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap.
Een kwalificatiedossier kent een beperkt aantal kerntaken. De onderliggende werkprocessen en de relevante competenties worden per kerntaak verzameld in de zogenaamde procescompetentie-matrix. In deze matrix wordt door middel van kruisjes zichtbaar gemaakt welke competenties relevant zijn bij de uitvoering van de onderscheiden werkprocessen.
8
In het format staan drie begrippen centraal: − − −
Kerntaken; de daar onderliggende Werkprocessen van het beroep; de Competenties, die noodzakelijk zijn bij de uitvoering hiervan.
Kerntaak De kerntaak betreft een substantieel deel van de beroepsuitoefening naar omvang en/of belang en is kenmerkend voor het beroep. Werkproces Een afgebakend geheel van beroepsactiviteiten binnen een kerntaak. Het werkproces kent een begin en een eind, heeft een resultaat en wordt als kenmerkend herkend in de beroepspraktijk. Schematisch voorbeeld Kwalificatie
Medewerker Marketing & Communicatie
Uitstroomdifferentiatie 1 bijv. Medewerker evenementenorganisatie Kerntaak 1 Assisteert bij opstellen beleidsplannen Werkprocessen 1.1 Zoekt informatie
Werkprocessen 1.2 Analyseert inform. Kerntaak 4 Organiseert evenementen Uitstroomdifferentiatie 2, bijv. Marketingmedewerker
Competenties Een juiste combinatie van kennis, vaardigheden, attituden en inzichten om een beroepstaak met succes uit te voeren. Competenties geven aan dat een persoon in staat is om (beroeps)problemen op te lossen. Of een persoon competent is valt af te lezen aan het vertoonde gedrag: het resultaat, de prestatie of het beroepsproduct dat is opgeleverd. Competenties zijn meetbaar met behulp van gedragsindicatoren. Zie ook het kader hieronder.
9
KWC’s en gedragsvoorbeelden
Op onze website www.vandenherikenwinkler.nl hebben we in het portfolio aan de Kerntaken, Werkprocessen en Competenties (KWC’s) gedragsvoorbeelden (gedragsindicatoren) toegevoegd. Deze maken het voor de deelnemer makkelijker om zich een concreet beeld te kunnen vormen van wat hij concreet moet kunnen om aan de KWC’s te kunnen voldoen. Competentiemodel
Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (KBB) (powered by SHL) Factoren Leiden en beslissen
Ondersteunen en samenwerken
Interacteren, beïnvloeden, presenteren
Analyseren en interpreteren
Creëren en leren
Organiseren en uitvoeren
Aanpassen en aankunnen
Ondernemen en presteren
Competenties A
Beslissen en activiteiten initiëren
B
Aansturen
C
Begeleiden
D
Aandacht en begrip tonen
E
Samenwerken en overleggen
F
Ethisch en integer handelen
G
Relaties bouwen en netwerken
H
Overtuigen en beïnvloeden
I
Presenteren
J
Formuleren en rapporteren
K
Vakdeskundigheid toepassen
L
Materialen en middelen inzetten
M
Analyseren
N
Onderzoeken
O
Creëren en innoveren
P
Leren
Q
Plannen en organiseren
R
Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten
S
Kwaliteit leveren
T
Instructies en procedures opvolgen
U
Omgaan met verandering en aanpassen
V
Met druk en tegenslag omgaan
W
Gedrevenheid en ambitie tonen
X
Ondernemend en commercieel handelen
Y
Bedrijfsmatig handelen
10
Kwalificatiedossier Marketing & Communicatie
Uitstroom: Medewerker evenementenorganisatie Overzicht Proces-competentiematrices In de proces-competentie-matrix wordt aangegeven welke competenties aangewend worden bij de uitvoering van de werkprocessen van een kerntaak ( zie kruisjes).
Competenties A Beslissen en activiteiten initiëren B Aansturen C Begeleiden D Aandacht en begrip tonen E Samenwerken en overleggen F Ethisch en integer handelen G Relaties bouwen en netwerken H Overtuigen en beïnvloeden I Presenteren J Formuleren en rapporteren K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten M Analyseren N Onderzoeken O Creëren en innoveren P Leren Q Plannen en organiseren R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten S Kwaliteit leveren T Instructies en procedures opvolgen U Omgaan met verandering en aanpassen V Met druk en tegenslag omgaan W Gedrevenheid en ambitie tonen X Ondernemend en commercieel handelen Y Bedrijfsmatig handelen
X
X
X X
X X
X
X
X X
X X X
X X X
3.6 Ontwikkelt en beheert voorlichtings-, promotie- en o/of pr-materiaal
Evalueert het projectplan en het behaalde resultaat
Voert een projectplan uit
Werkprocessen 3.3 3.4 3.5
Stelt een projectplan op
3.2
Bedenkt een oplossing
Kerntaak 3 Zet marketing- en/of communicatieactiviteiten op en voert ze uit.
Brengt een marketing en/of communicatie-activiteiten in kaart
3.1
X X
X
X X X X
X
X X
X
X
11
Competenties A Beslissen en activiteiten initiëren B Aansturen C Begeleiden D Aandacht en begrip tonen E Samenwerken en overleggen F Ethisch en integer handelen G Relaties bouwen en netwerken H Overtuigen en beïnvloeden I Presenteren J Formuleren en rapporteren K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten M Analyseren N Onderzoeken O Creëren en innoveren P Leren Q Plannen en organiseren R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten S Kwaliteit leveren T Instructies en procedures opvolgen U Omgaan met verandering en aanpassen V Met druk en tegenslag omgaan W Gedrevenheid en ambitie tonen X Ondernemend en commercieel handelen Y Bedrijfsmatig handelen
Verzorgt het vervoer van materialen en personen
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X X
X
4.8
Assisteert tijdens het evenement
Maakt een draaiboek voor het evenement en licht dit toe
4.7
Organiseert de beveiliging van locaties
Overlegt met opdrachtgever
Kerntaak 4 Organiseert evenementen
Werkprocessen 4.4 4.5 4.6
Voert werkzaamheden op het gebied van personeelszaken uit
4.3
Draagt zorg voor de dagelijkse voorzieningen
4.2
Richt ruimtes in en installeert materialen
4.1
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
12