Compenserende funderingen van wegen, woningen en industriële gebouwen 1.2
Rupeltunnel Boom - 1980 1.2.1 1.2.1. Rupeltunnel Boom - 1980 - Ministerie Openbare Werken: Bruggenbureau Ir. De Buck - Studiebureau: Christians Nielsen Copenhagen - Aannemer: Tijdelijke Vereniging Rupeltunnel (CFE, Ackermans & Van Haaren, Franki, Belgische Beton Mij.) - Argex-toepassing: gewichtsvermindering op tunneldak en onder industrieweg N 149 (1.750 m3 8/16) Op het dak van het eerste tunnelgedeelte (zuidelijke inrit) bevindt zich een kofferdam met een weg van zwaar verkeer die de tunnel op deze plaats kruist (nieuwe verbinding Boom - Ruisbroek). Dit gedeelte bestond reeds op het ogenblik dat er beslist werd het dijklichaam, waarover de weg loopt, aan te passen. Een nieuwe berekening van de belasting op de tunnel wees uit dat de aanvulling van de kofferdam met ongeveer 2.000 ton verlicht moest worden. De technische en economisch beste oplossing bleek een gedeeltelijke lichte aanvulling met Argex 8/16 (1.750 m3) die afgedekt werd met een filtermat. Over het algemeen was de Argex-laag 3 meter dik.
De hierboven beschreven toepassing van Argex in de bouw van de Rupeltunnel te Boom is, voor zover ons bekend, een primeur in België.
Door de lichtheid van het materiaal verliep het verwerken en uitspreiden ervan vlugger en makkelijker dan verwacht. Het aantrillen van Argex gebeurt met trilplaten. De compactatie is zeer gering omwille van de grove ronde vorm van de korrel. Sinds augustus 1980 is de weg in gebruik genomen voor zwaar verkeer en gedraagt de hele constructie zich uitstekend.
Mietec Oudenaarde - 1983 1.2.2. Mietec Oudenaarde - 1983 - Project: Compenserende fundering onder micro-elektronicafabriek. - Bouwheer: Bell Telephone, Antwerpen Gewestelijke Investeringsmaatschappij Vlaanderen - Conceptie: Varioplan Tractionel (Gent) - Architect: Voncke, Gent - Aannemer: Vanhout NV (Geel) - Argex-toepassing: methode van compenserende fundering (5.000 m3 8/16), in het geval van slechte ondergrond. Langsheen de weg Oudenaarde Gent, even buiten Oudenaarde, werd onder de vloer van een industrieel gebouw Argex 8/16 gebruikt in een funderingslaag met variërende dikte (van 0,25 tot 1,25 m). Bij het ontwerp moest men rekening houden met enkele specifieke problemen die elkaar wederzijds beïnvloedden, nl. - de aard van de ondergrond: weinig draagkracht, - trillingen, die veroorzaakt worden door externe factoren en door het productieproces, moesten zoveel mogelijk gedempt en geïsoleerd worden, en dit in functie van het gebruik van het gebouw: productie van micro-elektronisch materiaal door middel van procédés die zeer trillingsgevoelig zijn, in de nabijheid van een weg met zwaar verkeer (belangrijke uitwendige trillingsbron), - de korte uitvoeringstermijn.
1.2.2
Varioplan Tractionel Gent vergeleek drie funderingsconcepten met elkaar, nl. - fundering van zowel gebouw als vloerplaten op palen, - fundering van het gebouw op palen en van de vloerplaten op een compenserende Argex-onderlaag, - grondverbetering met grindpalen. Uiteindelijk werd geopteerd voor het concept met Argex-onderlaag, want: - het eerste en tweede concept leken gelijkwaardig, terwijl het derde duurder zou uitvallen, - de aanvulling met Argex betekende een eenvoudiger concept, de dikte van de laag Argex kon een-
voudig worden aangepast aan de wisselende belasting op de vloerplaten. Door de geringe draagkracht van de ondergrond mochten de vloerplaten niet rechtstreeks op de grond geplaatst worden en een zandbed zou, gezien de grote afmetingen van de plaat, te diep moeten worden uitgevoerd. Een Argex-aanvulling leverde een belangrijke compensatie van de belasting op de ondergrond op daar 1 m3 Argex een gewichtsreductie van ongeveer 1 ton oplevert t.o.v. een zelfde volume klassiek vulmateriaal.
Hierbij mag opgemerkt worden dat, hoewel dit geen eis voor de onderlaag was, Argex een degelijke en kosteloze isolatielaag vormt. Vanhoud n.v. diende bij de uitvoering bijzondere aandacht te besteden aan de verdichting. Ter controle van deze verdichting werd door de producent van Argex, in samenwerking met het laboratorium voor Grondmechanica van de RUG een methode uitgewerkt die voor alle partijen aanvaardbaar bleek.
R.I.T. Smithkline Beecham Rixensart - 1991 1.2.3. R.I.T. Smithkline Beecham - Rixensart - 1991 - Project: lichte aanvulling onder weg en parking - Bouwheer: Smithkline Beecham (Rixensart) - Studiebureau: Coppée - Courtoy (Brussel) in samenwerking met het Labo Grondmechanica van Prof Lousberg ( UCL ) - Aannemer: Hoebreghts (Brussel) - Argex-toepassing: methode van compenserende fundering met behulp van een lichte aanvulling in Argex. (3.000 m3) De aanleg van de weg en de parking werd bemoeilijkt door de staat van de ondergrond. Die was weinig draagkrachtig omwille van een 7 m dikke turflaag. De oplossing die voorgesteld werd door Prof. Lousberg en het studiebureau Coppée-Courtoi was een compenserende Argex-aanvulling. De grond werd jarenlang bedekt met een zandaanvulling. Regelmatig werden metingen gedaan. Op basis van die resultaten bleek dat een Argexaanvulling de grond zou kunnen ontlasten. Om een strikte controle van de werken mogelijk te maken, werden de Argex-korrels aangebracht in lagen en telkens ingepakt in een geotextiel. 5 jaar na de uitvoering zijn de resultaten conform aan de berekende waardes. De zettingen zijn te verwaarlozen. Opeenvolgende lagen - ondergrond - geotextiel - Argex 2,5 m - geotextiel of zuiverheidsbeton - gestabiliseerd zand - klinkers
1.2.3
Rijkswachtkazerne Gent 1.2.4
1.2.4. Rijkswachtkazerne Gent - Project: Bouwen van een rijkswachtkazerne op de plaats van enkele kleine woningen - Bouwheer: Regie Der Gebouwen, Ir Dooms, stabiliteitsdienst, Brussel - Toepassing: compenserende fundering , lichte aanvulling onder algemene funderingsplaat. De oude woningen aan de Rooigemlaan te Gent waren al geruime tijd eigendom van de Regie Der Gebouwen. Men wilde hier de nieuwe rijkswachtkazerne inplanten. Metingen
gaven een weinig draagkrachtige ondergrond aan. Daarom moest de aanvulling gebeuren met een licht materiaal. De beslissing om voor Argex te kiezen, lag voor de hand. De bestaande kelders werden volgeblazen met Argex om de druk op de ondergrond niet onnodig te vergroten. Daarboven werd het systeem van compenserende fundering toegepast. Er werd een geotextiel ge-
plaatst als afscheiding tussen de heterogene onderlagen en de uit te voeren definitieve funderingen. Dan volgde een aanvulling met Argex 8/16 tot op het peil dat noodzakelijk was voor de aanzet van de algemene funderingsplaat. Tenslotte werd hierop een laag van 7 cm zuiverheidsbeton aangebracht als stabilisator en als werkvloer onder de algemene funderingsplaat van 30 cm.
Place St-Lambert te Luik 1.2.5 1.2.5. Place St-Lambert te Luik - Studiebureel: Bureau Lesage (Bressoux) - Architecten: Bureau Lequerre (Alleur), Bureau Atelier du SartTilman (Tilf) - Aannemer: T.V. Bageci-BesixFranki-Galère Het renovatieproject van de Place StLambert omvat het aanleggen van een busstation en een ondergrondse parking, heraanleg van de site en het bouwen van een winkelgalerij. Argex werd sinds het begin der jaren ’90 aangewend door het architectenbureau Atelier du Sart-Tilman. De zeer specifieke karakteristieken van het product konden een antwoord bieden aan vaak zeer moei-
lijke problemen. Enkel Argex kon oplossingen bieden dankzij zijn opmerkelijke eigenschappen (stabiliteit, lage densiteit, thermische en akoestische isolatie, brandweerstand).
bracht over een dikte van 20 cm tot 1,20 m. Dit lichtbeton (minder dan 650 kg/m3) liet toe de lasten aanzienlijk te verminderen in vergelijking met een klassieke aanvulling (≈ 1900 kg/m3).
Tussen 1990 en 1996 werd het niveau van de wegen boven de ondergrondse structuren verhoogd. Deze rijksweg moet volgens de Belgische normen weerstand bieden aan uitzonderlijk vervoer tot 360 Ton. Bij de aanvang der werken was deze weg hier niet voorzien, de ondergrondse structuur was niet begroot voor dergelijke lasten.
De afwerkingslaag boven dit korrelbeton bestaat uit porfier kasseien op een zandlaag ingebed in een geotextiel.
Rekening houdend met het belangrijk volume van de aanvulling was haar volumemassa van kapitaal belang. 8000 m3 Argex korrelbeton werd aange-
Tijdens de werken werden ruïnes van een 12e eeuwse kathedraal ontdekt op de site van de Place St-Lambert. Een droom voor archeologen, een nachtmerrie voor aannemers. De site werd beschermd door de regering en er werd besloten een “archeoforum” te bouwen. Juist op deze locatie was een ondergrondse
parking met 2 niveaus gepland. Rekening houdend dat kolommen deze site zouden ontsieren werd voor de dekvloer boven het “archeoforum” gekozen voor een structuur in licht structureel Argexbeton. Deze structuur in licht beton met een geringe dode massa betekende een verminderde belasting op de elementen van de ondergrondse parking. Na een grondige studie van Bureau Lesage, werden ongeveer 500 m3 structureel Argexbeton (r < 1600 kg/m3 en R > 30 N/mm3) aangewend. Andere elementen van de site zoals de toegangstreden werden eveneens in licht structureel beton uitgevoerd. In 1997 werden 600 m3 halfopen korrelbeton geleverd voor de verwezenlijking van
hellingsbeton op de esplanade, het archeoforum en de winkelgalerij. Op de esplanade werd dit beton berekend om de overlast van een circustent en belangrijke puntbelastingen te verdragen. Nog in 1997 werd door de groendienst van Luik een daktuin aangelegd op de Square Notger vóór het Prinsbisschoppelijk Paleis. 160 m3 Argex werd aangewend als draineerlaag onder het substraat en de beplantingen. Het ondergronds busstation heeft bijzondere aandacht gevergd omwille van de specifieke problemen van geluidsweerkaatsing. Daarom heeft het Architectenbureau Lequerre zichtbaar metselwerk voorgesteld met hoge akoestische absorptie. In de tunnels werden dan ook 350 m3 Topargexblokken verwerkt. Door de nabijheid van de ondergrondse parkings was de hoge brandweerstand van het metselwerk een bijkomend criterium bij de keuze van het materiaal. In 1999 werden Argexkorrels gebruikt als draineerlaag bij de aanleg van de nabijgelegen daktuin Ilot St-Michel. De uitdaging voor 2000 ligt erin om gewapende betonbalken met een overspanning van 22 m te beschermen. Deze zullen de uitbreiding van het Gerechtshof bo-
ven de site van de spoorweg ondersteunen. De eisen van de NMBS zijn de volgende : een onderhoudsvrije techniek, zonder risico van loskomen en met een minimale brandweerstand van 4 uur. Opgehangen panelen werden als oplossing weerhouden. Rekening houdend dat die panelen aan de balken opgehangen worden over meer dan 3000 m3, is het duidelijk dat het gewicht van deze een zeer belangrijke rol speelt. Argexpanelen met een densiteit van 1500 kg/m3 en een dikte van 14 cm hebben een brandweerstand van 4 uur. Vergeleken met zwaar beton à 2200 kg/m3 met een vereiste dikte van 20 cm biedt de Argex oplossing een gewichtsbesparing van meer dan 50 %.