COMETA. DE ELEMENTEN VAN HET MODEL DAVID COPPOOLSE, BART DE NIL, HENK VANSTAPPEN
Versie 1.0 – Augustus 2011
WAT IS COMETA? Cometa staat voor ‘collectiemetadata’, gegevens over collecties. Het is een model voor het maken van gestructureerde beschrijvingen van erfgoed op het niveau van de collectie. Binnen het model kan het woord ‘collectie’ ook verwijzen naar een deelcollectie of een archiefbestand. Cometa is geen technische standaard maar een hulpmiddel om beschrijvingen op collectieniveau te maken die volledig, consistent, uitwisselbaar en uitbreidbaar zijn. Het is een model dat voor en door cultureel-erfgoedinstellingen werd ontwikkeld om iedereen in Vlaanderen die een collectiebeschrijving wil maken, snel op weg te helpen.
DOELSTELLINGEN Cometa is een staalkaart van elementen die mogelijk interessant zijn om op te nemen in collectiebeschrijvingen. Cometa helpt hier voorkomen dat erfgoedspelers het wiel moeten heruitvinden .
Cometa is een gemeenschappelijk model voor het creëren van collectiebeschrijvingen met gestandaardiseerde elementen. Instellingen die het Cometamodel volgen, kunnen hun gegevens gemakkelijk uitwisselen of delen met andere spelers in de sector die dat ook doen. Hier helpt Cometa te voorkomen dat dezelfde gegevens telkens opnieuw moeten worden verzameld. Cometa is een hulpmiddel voor het aggregeren van metadata over collecties. Daarom baseert Cometa zich op de RSLP Collection Description-standaard. 1 RSLP-CD werd in het Verenigd Koninkrijk ontwikkeld als uitwisselingsformaat voor archieven, bibliotheken en musea voor het beschrijven op collectieniveau. Wie het Cometamodel volgt, zal de centrale elementen van zijn collectiebeschrijvingen op eenvoudige manier kunnen exporteren in RSLP-CD-formaat. RSLP-CD houdt rekening met het gegeven dat veel archieven bestandsbeschrijvingen maken in de formaten ISAD(G) of EAD, waardoor het mogelijk is deze formaten via een correspondentietabel om te zetten naar RSLP-CD.
IN DIT DOCUMENT In dit document vind je een gedetailleerde beschrijving van de elementen van het Cometamodel: Voor elk element een duidelijke omschrijving van wat ermee wordt bedoeld en welke informatie moet worden opgenomen.
Tips voor bijkomende standaarden die je kunt gebruiken om elementen uit je beschrijvingen te standaardiseren en uitwisselbaar te maken (bijv. via het gebruik van ISO-richtlijnen of breed geaccepteerde thesauri). Tips voor bijkomende standaarden die je kunt gebruiken om elementen uit je beschrijvingen te standaardiseren en uitwisselbaar te maken (bijv. via het gebruik van ISO-richtlijnen of breed geaccepteerde thesauri).
Een voorbeeld van hoe je de gegevens in het Cometamodel zou kunnen opslaan in een relationeel databasesysteem.
1
http://www.ukoln.ac.uk/metadata/rslp/
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
|2
INHOUDSOPGAVE I
DE OPBOUW VAN COMETA ........................................................................................................................... 4 Basis, Plus, Extra ............................................................................................................................................................................... 4 Secties ................................................................................................................................................................................................... 4 Elementen ............................................................................................................................................................................................5
II BESCHRIJVING VAN DE ELEMENTEN ............................................................................................................. 6 1
Algemeen .................................................................................................................................................................................. 6
2
Agenten ..................................................................................................................................................................................... 8
3
Relaties....................................................................................................................................................................................... 8
4
Inhoud ........................................................................................................................................................................................ 9
5
Collectiebeleid ...................................................................................................................................................................... 10
6
Ontsluiting ............................................................................................................................................................................. 10
7
Rechten .....................................................................................................................................................................................12
8
Behoud en beheer ................................................................................................................................................................12
III MATERIAALTYPES .......................................................................................................................................... 13 IV TECHNISCHE DETAILS VAN DE ELEMENTEN ................................................................................................. 15 Een plat of een relationeel model ........................................................................................................................................... 15 Collectiebeschrijving .................................................................................................................................................................... 16 Locatiebeschrijving ....................................................................................................................................................................... 19 Agentbeschrijving..........................................................................................................................................................................20 Systeembeschrijving ....................................................................................................................................................................20
MEER INFORMATIE OVER COMETA Dit document is onderdeel van een online informatiedossier dat te vinden is op www.cometamodel.be. Je vindt hier onder meer: Een inleidende brochure die antwoord geeft op vragen als: Waarom zou je op collectieniveau beschrijven? Wat is een (deel)collectie? Hoe begin je aan het beschijven van (deel)collecties?
Een beschrijving van hoe de elementen van Cometa corresponderen met de velden van standaarden als RSLP-CD, EAD en ISAD(G).
Sjablonen voor een vragenlijst op basis van het model en voor de verwerking van de gegevens in een spreadsheet.
Links en achtergrondinformatie rond beschrijven op collectieniveau.
Informatie over het gebruik van CollectiveAccess bij het maken van collectiebeschrijvingen.
Contactgegevens voor als je vragen hebt of feedback wilt geven op basis van je eigen ervaringen.
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
|3
I
DE OPBOUW VAN COMETA
BASIS, PLUS, EXTRA Het Cometamodel heeft drie trappen. Bij elke trap worden extra gegevens toegevoegd om de inzetbaarheid van de collectiebeschrijving te verhogen. Hoe specifieker de gegevens, hoe minder uitwisselbaar ze worden. Cometa Basis is de minimale set gegevens. Dit is informatie die nuttig is bij het publiek ontsluiten van erfgoedcollecties. De gegevens kunnen zeer breed worden uitgewisseld. Cometa Plus breidt Cometa Basis uit met informatie die relevant is voor het ondersteunen van beheersfuncties en beleidsontwikkeling. Deze gegevens kunnen uitgewisseld worden met andere erfgoedinstellingen die het Cometamodel volgen. Cometa Extra. Sommige subsectoren of instellingen zullen behoefte hebben aan gegevens die niet in Cometa Plus voorkomen. Cometa Extra is het deel van een beschrijving dat buiten het brede uitwisselingsdoel van Cometa valt. Daarbinnen kan een organisatie, eventueel in samenspraak met andere instellingen die dezelfde gegevens nodig hebben en verzamelen, eigen elementen definiëren.
SECTIES Cometa hanteert de volgende secties bij de opbouw van een collectiebeschrijving: 1.
Algemeen. Elementen die de collectie algemeen beschrijven.
2.
Agenten. Gegevens van bij de collectie betrokken partijen.
3.
Relaties. Samenhang met andere collecties.
4.
Inhoud. Beschrijving van de collectie via trefwoorden.
5.
Collectiebeleid. Uitgangspunten bij de verdere ontwikkeling van de collectie.
6.
Ontsluiting. Detaillering van de registratie- en digitaliseringsgraad.
7.
Rechten. Gegevens over de intellectuele eigendomsrechten op objecten uit de collectie.
8.
Behoud en beheer. Conserverings- en preserveringsinformatie.
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
|4
ELEMENTEN De onderstaande elementen kunnen voorkomen in de beschrijving van erfgoed op collectieniveau (een collectiebeschrijving) volgens het Cometamodel. Sommige van deze elementen zijn nog verder onderverdeeld in subelementen. De elementen met een asterisk (*) zijn verplicht.
Sectie
Cometa Basis
Cometa Plus
1. Algemeen
Naam*
Naam*
Identificatienummer*
Identificatienummer*
Collectietype*
Collectietype*
Beschrijving
Beschrijving
Beheerhistoriek (Provenance)
Beheerhistoriek (Provenance)
Materialen*
Materialen*
Taal
Taal
Verzamelperiode
Verzamelperiode
Ouderdom
Ouderdom
Opmerkingen
Opmerkingen
Locatie*
Locatie* Eigendom*
2. Agenten
3. Relaties
4. Inhoud
5. Collectiebeleid
Eigenaar
Eigenaar
Beheerder
Beheerder*
Collectievormer
Collectievormer
Supercollectie
Supercollectie
Subcollectie
Subcollectie
Gerelateerde collectie
Gerelateerde collectie
Gerelateerde publicatie
Gerelateerde publicatie
Concept
Concept
Object
Object
Naam
Naam
Plaats
Plaats
Periode
Periode
Acquisitiestatus
Acquisitiestatus* Onderdeel kerncollectie?* Collectiebeleidsplan?* Samenvatting collectiebeleid
6. Ontsluiting
Registratiesysteem
Registratiesysteem* Registratiegraad* Digitaliseringgraad*
7. Rechten
Raadpleegbaarheid fysieke objecten
Raadpleegbaarheid fysieke objecten*
Raadpleegbaarheid digitale objecten
Raadpleegbaarheid digitale objecten
-
Regime Rechthebbenden
8. Behoud en beheer
-
Passieve conservatie (preservering)* Actieve conservatie & restauratie Digitaal depot
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
|5
II BESCHRIJVING VAN DE ELEMENTEN We beschrijven de elementen per sectie. Daarbinnen vind je eerst de elementen die behoren tot Cometa Basis (de minimale collectiebeschrijving) en daarna de bijkomende elementen voor Cometa Plus (de uitgebreide beschrijving). Soms is ook nog een suggestie gedaan voor elementen onder Cometa Extra, het deel van het model dat je naar eigen inzicht kunt invullen. In de beschrijvingen wordt soms verwezen naar standaardterminologiën, bijvoorbeeld voor landcodes en trefwoorden. We raden je aan je zo veel mogelijk op dit soort standaarden te baseren bij het registreren van de gegevens. Het gebruik ervan is niet verplicht maar de uitwisselbaarheid van collectiebeschrijvingen is er erg mee gebaat. Soms zijn er meerdere standaarden mogelijk. In dat geval kies je degene die het best op jouw collecties van toepassing is. Voor meer informatie over deze standaarden verwijzen we naar de Cultureel ErfgoedStandaarden Toolbox (CEST) op www.projectcest.be. Je vindt ze onder CEST Richtlijnen Ik wil een deelcollectie registreren.
1
ALGEMEEN
COMETA BASIS Naam. De volledige naam waaronder de collectie bekend is. Als er gekende acroniemen zijn voor delen van de naam, worden die toegevoegd tussen haakjes. Bijvoorbeeld: ‘Archief van de Gentse Studentenwerkgroep (over) Homofilie (GeSWH) en het Gespreks- en Ontmoetingscentrum (GOC) Gent’. [Verplicht in Cometa Basis en Cometa Plus.]
Identificatienummer. Een uniek nummer voor de collectie. Gebruik een eventueel bestaande nummering of hanteer een eenvoudig volgnummer. Als collecties van verschillende instellingen worden opgenomen, is het handig als het identificatienummer een instellingscode bevat. In een bibliotheekcontext zou bijvoorbeeld van het ISIL-nummer [ CEST] gebruik kunnen worden gemaakt. [Verplicht in Cometa Basis en Cometa Plus.]
Collectietype. Een globale indicatie van de aard van de collectie, te kiezen uit de volgende vaste opties: archiefbestand, bibliotheekcollectie, museale collectie, documentaire collectie of audiovisuele collectie (of meerdere opties bij een gemengde collectie). [Verplicht in Cometa Basis en Cometa Plus.]
Beschrijving. Een beschrijving van de inhoud van de collectie. Die begint met een algemeen deel dat ook begrijpelijk is voor een geïnteresseerde leek, gevolgd door eventuele gedetailleerde of specialistische informatie.
Beheerhistoriek (of Provenance). Een beschrijving van de veranderingen van eigenaar of beheerder in de geschiedenis van de collectie, voor zover die van belang zijn voor de authenticiteit, integriteit of interpretatie van de collectie.
Materialen. Een lijst van materiaaltypes die voorkomen in de collectie, indien mogelijk met het aantal per type. Zie hoofdstuk III voor een overzicht van materiaaltypes. [Verplicht in Cometa Basis en Cometa Plus.]
Taal. De belangrijkste talen van de collectie. Maak eventueel een onderscheid in primaire taal en andere veel voorkomende talen. Gebruik bij voorkeur standaard taalcodes zoals die zijn gedefinieerd in bijvoorbeeld ISO 639 [ CEST]. [Verplicht in Cometa Basis en Cometa Plus.]
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
|6
Verzamelperiode. De periode (begin- en eindjaar) waarin de collectie werd aangelegd. Als de collectievorming niet werd afgesloten, neem je geen eindjaar op.
Ouderdom. De periode waarin de objecten in de collectie werden vervaardigd of zijn ontstaan (ontstaansjaar van het oudste object en het jongste object).
Gebruik bij voorkeur een standaard datumnotatie, bijvoorbeeld volgens ISO 8601 [ CEST]. Als de data voor ‘Ouderdom’ en ‘Verzamelperiode’ niet exact gekend zijn, is het verleidelijk om te werken met een indicatieve tijdsaanduiding (‘begin 16e eeuw’) of een periodenaam (‘Renaissance’). Geef in plaats daarvan toch geschatte jaartallen op bij deze elementen en geef eventueel een toelichting onder ‘Opmerkingen’ of neem de periode-aanduiding op onder het inhoudelijke element ‘Tijd’. Opmerkingen. Alle verdere informatie over de collectie die je niet onder een ander element kwijt kunt.
Locatie. De (fysieke of digitale) bewaarplaats van de collectie. Op één locatie worden soms meerdere collecties bewaard. [Verplicht in Cometa Basis en Cometa Plus.]
Om verdubbeling van informatie te voorkomen, kun je afzonderlijke locatiebeschrijvingen maken die je dan koppelt aan de collectiebeschrijvingen (zie ook hoofdstuk IV). In het kader hiernaast staan de elementen per locatie opgesomd.
COMETA PLUS Eigendom. Een indicatie van het type eigenaar van de collectie, te kiezen uit een aantal vaste opties: de federale overheid; de Vlaamse overheid; een provincie/VGC (Brussel); een gemeentelijke overheid; een publiekrechtelijke instelling; een private rechtspersoon; een privépersoon of een familie; andere eigenaar; niet bekend; niet gedocumenteerd. [Verplicht in Cometa Plus.]
De gegevens van de eigenaar(s) van de collecties worden beschreven in het element ‘Eigenaars’ in de sectie ‘2. Agenten’.
COMETA EXTRA Periode-aanduiding. Wil je naast jaartallen ook periodeaanduidingen gebruiken voor verzamelperiode of ouderdom van de collecties, neem die dan op als extra elementen. Gebruik een vooraf gedefinieerde keuzelijst, bijvoorbeeld op basis van de AAT-NED [ CEST]. Gebruik voor inhoudelijke tijdsaanduidingen (de periode waarop het materiaal betrekking heeft) het element ‘Tijd’ in sectie ‘4. Inhoud’.
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
LOCATIEBESCHRIJVING COMETA BASIS Locatienaam. De volledige naam waaronder de locatie gekend is, eventueel gevolgd door een gekend acroniem tussen haakjes. Postadres. Het volledige postadres van de locatie. Postcode. De postcode van de locatie. Land. Het land waarin de locatie zich bevindt. Gebruik een standaard landcode, bijvoorbeeld op basis van ISO 3166 [ CEST]. URL. De online locatie van de collectie. Beheerder. De gegevens van de agent die verantwoordelijk is voor de (fysieke of elektronische) bewaarplaats van de collectie (zie onder Agenten). Toegangsvoorwaarden. De voorwaarden waarbinnen toegang tot de collectie wordt verschaft. Denk hierbij aan openingsuren, toestemming van derden, etc. Zie ook. Verwijzing naar bronnen waar meer informatie over de locatie kan worden gevonden, zoals een website.
|7
2
AGENTEN
‘Agenten’ zijn bij de collectie betrokken personen en organisaties. Dezelfde agenten zijn soms betrokken bij meerderen collecties. Een bepaald type agent kan meerdere keren voorkomen per collectie (er zijn bijvoorbeeld twee eigenaars). Om verdubbeling van informatie te voorkomen, kun je afzonderlijke agentbeschrijvingen maken die je dan koppelt aan de collectiebeschrijvingen (zie ook hoofdstuk IV). In het kader hiernaast staan de elementen per agent opgesomd.
COMETA BASIS
Eigenaar. De gegevens van de eigenaar van de collectie.
Beheerder. De gegevens van de beheerder van de collectie. [Verplicht in Cometa Plus.]
Collectievormer. De gegevens van degene die de collectie heeft samengebracht.
COMETA EXTRA Curator of Collectiebeheerder. De gegevens van de directe verantwoordelijke voor de collectie.
3
RELATIES
AGENTBESCHRIJVING COMETA BASIS Naam. De naam waaronder de agent (persoon of organisatie) gekend is. Identificatienummer. Een uniek nummer voor de agent. Gebruik een eventueel bestaande nummering (zoals een ISIL-code [ CEST]) of hanteer een eenvoudig volgnummer. Rol. De functie die de agent uitoefent. Organisatie. De volledige naam van de organisatie waartoe de agent behoort, eventueel gevolgd door een gekend acroniem tussen haakjes. Telefoonnumer. In E.123 Internationalformaat: +32 2 123 4232. Faxnummer. In E.123 Internationalformaat: +32 2 123 4232. E-mailadres. In SMTP- formaat: naam@domein. Biografie / Geschiedenis. Achtergrondinformatie over de agent. Zie ook. Verwijzing naar bronnen waar meer informatie over de agent kan worden gevonden, zoals een website.
Collecties staan vaak niet op zichzelf en het is zinvol de samenhang met andere collecties op te nemen in een collectiebeschrijving. Afhankelijk van je technische mogelijkheden kun je volstaan met het opnemen van de naam en/of identificatie van de andere collecties, of kun je databankkoppelingen of URL-links voorzien (zie ook hoofdstuk IV).
COMETA BASIS Supercollectie (of Moedercollectie). Een grotere collectie waartoe de beschreven deelcollectie behoort. Subcollectie (of Deelcollectie). Eén of meer kleinere collecties die deel uitmaken van de hier beschreven collectie.
Gerelateerde collectie. Eén of meer collecties die dezelfde herkomst (provenance) hebben als de hier beschreven collectie (bijvoorbeeld de bibliotheek en het archief van een auteur die als afzonderlijke collecties worden beschreven). Het gaat hier niet over andere collecties met inhoudelijke overeenkomsten: dat soort relaties kan worden gelegd op basis van inhoudelijke trefwoorden (zie hieronder).
Gerelateerde publicatie. Eén of meer relevante publicaties die zijn gebaseerd op de collectie. Denk vooral aan publicaties die het belang van de collectie laten zien of deze helpen ontsluiten, zoals een repertorium.
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
|8
4
INHOUD
Cometa hanteert vijf categorieën voor trefwoorden die de inhoud van de collectie beschrijven. Die maken het gemakkelijker om relevante (deel)collecties te vinden en om verbanden te leggen tussen collecties met gerelateerde inhoud.
COMETA BASIS Concept. Een (abstract) concept of thema waarop items de collectie betrekking hebben. Bijvoorbeeld: Architectuur.
Object. De naam van een (concreet) object waarop items in de collectie betrekking hebben. Bijvoorbeeld: Boekentoren.
Naam. De naam van een persoon of organisatie die wordt geassocieerd met (items in) de collectie. Bijvoorbeeld: Henry Vandevelde.
Plaats. De aanduiding van een plaats, regio of ruimte waarop items in de collectie betrekking hebben. Bijvoorbeeld: Gent.
Tijd: De aanduiding van een tijdstip of periode waarop items in de collectie betrekking hebben. Bijvoorbeeld: Interbellum.
Het is aan te raden om voor de trefwoorden bestaande trefwoordenlijsten, thesauri, ‘authority records’, etc. te gebruiken, eventueel aangevuld met eigen, specifieke termen waar nodig. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
AM-MovE-thesaurus Object
Nederlandstalige versie van de Art & Architecture Thesaurus (AAT-NED) Concept, Tijd
NIS-code voor geografische gebieden in België Plaats
ODIS-databank van het Vlaamse middenveld Naam
BALaT (Belgian Art Links and Tools) Naam
Universele Decimale Classificatie (UDC) Concept
Gemeenschappelijke Thesaurus Audiovisuele Archieven (GTAA) Concept, Naam, Plaats
Meer teminologieën vindt je in CEST en in de ‘Inventiarisatie Terminlogiebronnen’ van Digitaal Erfgoed Nederland (http://www.den.nl/terminologiebronnen), die mede gebaseerd is op wat gebruikt wordt in Vlaamse instellingen. Als je termen uit een van deze of andere standaardlijsten gebruikt, documenteer dan welke termen je uit welke lijst hebt overgenomen. De herkomst (en definitie) van inhoudelijke termen kennen is heel nuttig bij het uitwisselen van collectiebeschrijvingen.
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
|9
5
COLLECTIEBELEID
Niet elke collectie wordt even actief uitgebouwd en wordt als even belangrijk gezien. De gegevens in deze sectie kunnen bijvoorbeeld helpen om zwaartepunten te identificeren.
COMETA BASIS
Acquisitiestatus. Dit element is onderverdeeld in drie subelementen. Acquisitiebeleid. Het globaal uitgangspunt voor uitbreiding van de collectie. Kies één optie uit een vaste lijst: actief (er wordt volledigheid nagestreefd), partieel (er wordt selectief uitgebreid), passief (er wordt uitgebreid als het zo uitkomt) of afgesloten (er wordt niet meer uitgebreid). [Verplicht in Cometa Plus.]
Acquisitiemethode. De manieren waarop de collectie uitgebreid. Kies uit een aantal vaste opties: aankoop, depot, schenkingen, bruikleen, overname of ruil. [Verplicht in Cometa Plus.]
Acquisitiefrequentie. De frequentie waarmee de collectie wordt uitgebreid. Kies één optie uit een vaste lijst: regelmatig, onregelmatig of niet. [Verplicht in Cometa Plus.]
Licht eventueel toe in het element ‘Samenvatting collectiebeleid’.
COMETA PLUS Onderdeel kerncollectie. Maakt deze deelcollectie deel uit van de kerncollectie van de locatie? Kies uit ja of neen. [Verplicht in Cometa Plus.]
Collectieplan. Is er een collectieplan is voor (dit deel van) de collectie? Kies één optie uit een vaste lijst: afzonderlijk plan, onderdeel algemeen plan of geen plan. [Verplicht in Cometa Plus.]
‘Een collectieplan is een document waarin de samenstelling en betekenis van de collectie, het collectiebeleid en de geplande activiteiten van een museum of andere collectiebeherende instelling beschreven zijn. Het is een uitwerking van het algemene beleidsplan. Onderwerpen die in het collectieplan aan de orde komen zijn bijvoorbeeld verzamelen en afstoten, behoud, registratie en gebruik.’ 2 Samenvatting collectiebeleid. Een samenvatting van de belangrijkste punten in het collectieplan met betrekking tot deze collectie.
6
ONTSLUITING
COMETA BASIS Registratiesystemen. Dit element bestaat uit een aantal subelementen, die telkens worden opgenomen voor elk registratiesysteem:
Systeemnaam. De naam van het gespecialiseerd registratie- of collectiebeheersysteem. [Verplicht in Cometa Plus.]
2
‘Registratie en documentatie/Collectieplan’. In: erfgoedwijs.nl. http://www.erfgoedwijs.nl/index.cfm?art_id=42.
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
| 10
Raadpleegbaarheid. De manier waarop het publiek het registatiesysteem kan raadplegen. Kies uit een vaste lijst van opties: niet raadpleegbaar, ter plaatse raadpleegbaar of online raadpleegbaar. [Verplicht in Cometa Plus.] URL. De internetlocatie waarop de publieksversie van het registratiesysteem kan worden geraadpleegd. Geef indien mogelijk een link naar een pagina van waaruit specifiek kan worden gezocht of gebladerd binnen de deelcollectie. Toelichting. Aanvullende informatie die nodig is om in het registratiesysteem de objecten van de deelcollectie te vinden.
Raadpleegbaarheid fysieke objecten. Dit element bestaat uit twee subelementen. Mate. Omschrijving van de raadpleegbaarheid van fysieke objecten uit de deelcollectie. Kies uit een vaste lijst van opties: niet raadpleegbaar, ter plaatse vrij raadpleegbaar, ter plaatse beperkt raadpleegbaar of uitleenbaar. [Verplicht in Cometa Plus.]
Wijze. Manier waarop de fysieke objecten kunnen worden geraadpleegd, te kiezen uit een vaste lijst: open kast, leeszaal, tentoonstelling, kijkdepot of anders.
Raadpleegbaarheid digitale objecten. Dit element bestaat uit twee subelementen. Mate. Omschrijving van de raadpleegbaarheid van digitale objecten uit de deelcollectie. Kies uit een vaste lijst van opties: niet raadpleegbaar, ter plaatse vrij raadpleegbaar, ter plaatse beperkt raadpleegbaar, online beperkt raadpleegbaar, online vrij raadpleegbaar.
URL. De internetlocatie waarop de digitale objecten uit de deelcollectie kunnen worden geraadpleegd.
COMETA PLUS Registratiesystemen. Per registratiesysteem zijn er in Cometa Plus nog enkele bijkomende subelementen:
Type systeem. Het soort registratiesysteem, te kiezen uit een aantal vaste opties: geen registratiesysteem, steekkaartensysteem, inventaris op papier, inventaris in kantoorautomatiseringssysteem, gespecialiseerd stand-alone registratieprogramma of netwerkregistratiesysteem. [Verplicht in Cometa Plus.]
Herkomst. De herkomst van het registratiesysteem, te kiezen uit een aantal vaste opties: commercieel systeem, openbronsysteem, zelfontwikkeld systeem of n.v.t. (geen systeem).
Standaarden. De standaarden die worden gehanteerd bij registratie van de deelcollectie in dit systeem. [Verplicht in Cometa Plus.]f
Registratiegraad. Voor een archiefbestand te kiezen uit een aantal vaste opties: depotlijst/stortingslijst, inventaris of bestandsniveau. Voor andere collectietypes het percentage van de objecten die afzonderlijke beschreven zijn. Dit steeds per materiaaltype (zie onder). [Verplicht in Cometa Plus.]
Digitaliseringsgraad. Het percentage van de objecten die in digitale vorm beschikbaar zijn. Dit steeds per materiaaltype (zie onder). [Verplicht in Cometa Plus.]
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
| 11
7
RECHTEN
Met het oog op ontsluiting en hergebruik van materiaal uit de collectie wordt in deze sectie de status van het intellectueel eigendom samengevat.
COMETA BASIS Geen elementen.
COMETA PLUS Regime. Het auteursrechtenregime waar (de grote meerderheid van) de werken in deze collectie onder valt. Kies één of meer opties uit een vaste lijst: onbekend, publiek domein, auteursrecht, Creative Commons of anders.
Rechthebbenden. Dit element bestaat uit een tweetal subelementen:
Gekend. Het percentage objecten in de collectie waarvan de rechthebbenden gekend zijn.
Niet achterhaalbaar. Het percentage objecten in de collectie waarvoor de rechthebbenden niet kunnen worden achterhaald (verweesde werken).
8
BEHOUD EN BEHEER
Om inzicht te kunnen verwervern in de stand van zaken rond conservering en preservering van (deel)collecties zijn enkele elementen opgenomen die de staat en de bewaaromstandigheden van het materiaalin de collectie beschrijven.
COMETA BASIS Geen elementen.
COMETA PLUS Passieve conservatie (preservering). De mate waarin de bewaaromstandigheden van de deelcollectie beantwoorden aan de normen of condities van optimale preservering en opslag. Kies uit enkele vaste opties: in zeer grote mate; in grote mate; in voldoende mate; in eerder kleine mate; in zeer kleine mate of in geen enkele mate. [Verplicht in Cometa Plus.] Actieve conservatie & restauratie. Percentage van te behandelen objecten in de deelcollectie dat actieve conserveringshandelingen dient te ondergaan en het percentage reeds behandelde objecten. Dit steeds per materiaaltype (zie onder).
Digitaal depot. Percentage van de het digitaal materiaal in de deelcollectie waarvan de langetermijnbewaring voldoende is gegarandeerd door opslag in een digitaal depot op basis van het OASISmodel [ CEST] of een ander gevestigd model voor langetermijnbewaring.
COMETA EXTRA Conserveringsproblematiek. Beschrijving van de specifieke voorwaarden en uitdagingen bij het bewaren van deze collectie.
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
| 12
III MATERIAALTYPES COMETA BASIS In een Cometa Basis-beschrijving neem je op welke materiaaltypes voorkomen in de collectie en in welke hoeveelheden. Vertrek hierbij van de volgende materiaaltypes:
Materiaaltypes
Meeteenheid
TEKSTMATERIAAL Boeken (20e-21e eeuw)
exemplaren
Boeken (19e eeuw)
exemplaren
Oude drukken (15e-18e eeuw)
exemplaren
Manuscripten, handschriften
exemplaren
Bladmuziek, partituren
exemplaren
Pamfletten en brochures
exemplaren
Andere zelfstandige publicaties
exemplaren
Kranten
titels of meters
Tijdschriften
titels of meters
Andere periodieke publicaties
titels of meters
Archief en documentatie
meters
BEELDMATERIAAL Foto’s, dia’s, prentkaarten
exemplaren
Affiches
exemplaren
Kaarten, plannen
exemplaren
Microfiches of -films
exemplaren
Ander beeldmateriaal
exemplaren
AUDIOVISUEEL MATERIAAL Filmopnames (diverse formaten)
uur
Filmrollen of -banden, andere dragers
exemplaren
Video-opnames (diverse formaten)
uur
Videobanden, andere dragers
exemplaren
Muziek- en geluidsopnames
uur
Geluidsdragers, audiocassettes, LP’s,…
exemplaren
OBJECTMATERIAAL Kunstobjecten – tweedimensionaal (schilderijen, grafisch werk, tekeningen, …)
stuks
Kunstobjecten – driedimensionaal (beeldhouwwerken, installaties, poppen, …)
stuks
Artefacten, niet-gemotoriseerde voorwerpen van menselijke oorsprong (archeologische, gebruiks- of siervoorwerpen, handwerktuigen, meubels, textiel, speelgoed, geld, …)
stuks
Natuurhistorische specimens (fossielen, planten, dieren, gesteenten, mineralen, …)
stuks
Gemotoriseerde en niet gemotoriseerde voertuigen (rijdend, rollend, varend, vliegend)
stuks
Gemotoriseerde machines of werktuigen (agrarisch, industrieel, huishoudelijk)
stuks
Andere objectmaterialen
stuks
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
| 13
COMETA PLUS In een Cometa Plus-beschrijving neem je bovendien voor elk van de materiaaltypes informatie op over de mate van:
Aspect
Meeteenheid
ONTSLUITING Geregistreerd of beschreven
% (°1)
Beschreven in online toegang (°2)
%
Beschreven in offline toegang (°2)
%
DIGITALISERING Gedigitaliseerd (reproductie of representatie)
%
Online toegang digitaal materiaal (°2)
%
Offline toegang digitaal materiaal (°2)
%
BEHOUD Langetermijnbewaring digitale objecten verzekerd (opgeslagen in digitaal depot)
%
Te behandelen fysieke objecten
%
Reeds behandelde fysieke objecten
%
°1 Voor een archiefbestand te kiezen uit een aantal vaste opties: depotlijst/stortingslijst, inventaris of bestandsniveau. °2 ‘Online toegang’ houdt in dat gebruikers toegang hebben via een netwerkapplicatie, via Internet of via een computer op locatie. Bij ‘offline toegang’ denk je aan raadpleging ter plaatse via artefacten als een kaartcatalogus of DVDs.
Materiaaltype
Omvang
Geregistreerd/ Beschreven
Online beschreven
Offline beschreven
Digitaal/ Gedigitaliseerd
Offline toegankelijk
Online toegankelijk
In digitaal depot
Te behandelen fysieke objecten
Reeds behandelde fysieke objecten
Veel collecties bestaan uit meerdere materiaalsoorten. Om deze gegevens overzichtelijk te verwerken en presenteren, gebruik je best een tabelvorm, zoals in het voorbeeld hieronder voor een audiovisuele collectie:
Filmopnames (diverse formaten)
# uur
%
%
%
%
%
%
%
%
%
Filmrollen/-banden, andere dragers
# exempl.
%
%
%
%
%
%
%
%
%
Video-opnames (diverse formaten)
# uur
%
%
%
%
%
%
%
%
%
Videobanden, andere dragers
# exempl.
%
%
%
%
%
%
%
%
%
Muziek-/ geluidsopnames
# uur
%
%
%
%
%
%
%
%
%
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
Ontsluiting
Digitalisering
Behoud
| 14
IV TECHNISCHE DETAILS VAN DE ELEMENTEN In dit hoofstuk geven we technische details die van nut kunnen zijn bij het verwerken van Cometagegevens in een toepassing.
EEN PLAT OF EEN RELATIONEEL MODEL In eenvoudige situaties is Cometa perfect te gebruiken als een ‘plat’ model: je beschrijft één soort van entiteit, een collectie, en je neemt alle elementen op in één ‘record’. Het enquêtesjabloon dat voor Cometa beschikbaar is, is hier een voorbeeld van: alle gegevens die rond een collectie kunnen worden geregistreerd, zijn opgenomen in één formulier en per (deel)collectie gebruik je één vragenlijst. Maar uit de beschrijving van de elementen wordt snel duidelijk dat er impliciet sprake is van relaties met andere entiteiten, zoals andere collecties, personen en organisaties, locaties en systemen. Cometa is dan ook gebaseerd op RSLP Collection Description, waarin we deze relaties terugvinden:
Figuur 1. Relaties volgens het RSLP DC-schema
Zoals gezegd, het is mogelijk om de gegevens van al deze entiteiten op te nemen in de collectiebeschrijvingen zelf. Maar een deel van de gegevens is mogelijk identiek voor verschillende (deel)collecties. Zo kunnen twee collecties dezelfde beheerder hebben, en kunnen hun objecten worden bewaard op dezelfde locatie en zijn beschreven in hetzelfde registratiesysteem. Misschien zijn er ook meerdere eigenaars, locaties, verzamelaars, registratiesystemen, etc. per collectie. In zulke gevallen kan het interessant zijn om afzonderlijke beschrijvingen te maken voor agenten, locaties en systemen, en die te koppelen aan de collectiebeschrijvingen. Hieronder geven we een voorbeeld van hoe zo’n complex systeem eruit zou kunnen zien:
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
| 15
Figuur 2. Voorbeeld van relationele oplag van collectiegegevens
In de onderstaande tabellen met technische informatie over de Cometa-elementen hebben we daarom collectie-, agent-, locatie- en systeembeschrijvingen afzonderlijk opgenomen. Wat toelichting bij de tabellen: In de kolommen Basis en Plus geeft een V aan dat het gegeven verplicht moet worden opgenomen binnen Cometa Basis, dan wel Cometa Plus. Een O staat voor ‘optioneel’. Als een gegeven niet voorkomt in Cometa Basis, staat er een streepje (–) in de colom. In de kolom E/H wordt aangegeven of het gegeven Enkelvoudig is (er mag maar één waarde worden opgenomen) of Herhaalbaar (er mogen meerdere afzonderlijke waardes voorkomen). In de kolom Invoerformaat/opties is aangegeven wat voor soort informatie het betreft. Dat is onder meer relevant bij het sturen van de invoer en voor het opslagformaat.
COLLECTIEBESCHRIJVING Gegeven
Subgegevens
Invoerformaat/opties
E/H
Basis
Plus
Naam
–
Tekst (kort)
E
V
V
Identificatienummer
–
Tekst (kort)
E
V
V
Collectietype
–
Tekst (kort) met vaste keuzelijst: Bibliotheekcollectie; Archiefcollectie; Museale collectie; Documentaire collectie; Audiovisuele collectie
H
V
V
Beschrijving
–
Tekst (lang)
E
O
O
Beheerhistoriek/Provenance
–
Tekst (lang)
E
O
O
Materialen
–
Tabel. Zie III Materiaaltypes
–
V
V
Taal
–
Keuzelijst (ISO-codes)
H
O
O
Ouderdom
Oudste object
Jaartal (vier positities)
E
O
O
Jongste object
Jaartal (vier positities)
E
O
O
1. ALGEMEEN
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
| 16
Verzamelperiode
Beginjaar
Jaartal (vier positities)
E
O
O
Eindjaar
Jaartal (vier positities)
E
O
O
Opmerkingen
–
Tekst (lang)
E
O
O
Locatie
Locatienaam
Locatiebeschrijving (tekst (lang), blok met subvelden of link(s) naar Locatiebeschrijving(en))
H
V
V
Eigendom
–
Tekst (kort) met vaste keuzelijst:
H
–
V
de federale overheid; de Vlaamse overheid; een provincie/VGC (Brussel); een gemeentelijke overheid; een publiekrechtelijke instelling; een private rechtspersoon; een privépersoon of een familie; andere eigenaar; niet bekend; niet gedocumenteerd
2. AGENTEN Eigenaar
–
Agentbeschrijving (tekst (lang), blok met subvelden of link(s) naar Agentbeschrijving(en))
H
O
O
Collectievormer
–
Agentbeschrijving (tekst (lang), blok met subvelden of link(s) naar Agentbeschrijving(en))
H
O
O
Beheerder
–
Agentbeschrijving (tekst (lang), blok met subvelden of link(s) naar Agentbeschrijving(en))
H
O
V
Supercollectie
–
Tekst (kort) of link naar Collectiebeschrijving
E
O
O
Subcollectie
–
Tekst (kort) of link naar Collectiebeschrijving(en)
H
O
O
Gerelateerde collectie
–
Tekst (kort) of link naar Collectiebeschrijving(en)
H
O
O
Gerelateerde publicatie
–
Tekst (lang)
H
O
O
Concept
–
Tekst (kort). Bij voorkeur vaste keuzelijst gebaseerd op gecontroleerde thesaurus
H
O
O
Object
–
Tekst (kort). Bij voorkeur vaste keuzelijst gebaseerd op gecontroleerde thesaurus
H
O
O
Naam
–
Tekst (kort). Bij voorkeur vaste keuzelijst gebaseerd op gecontroleerde thesaurus
H
O
O
Plaats
–
Tekst (kort). Bij voorkeur vaste keuzelijst gebaseerd op gecontroleerde thesaurus
H
O
O
Periode
–
Tekst (kort). Bij voorkeur vaste keuzelijst gebaseerd op gecontroleerde thesaurus
H
O
O
3. RELATIES
4. INHOUD
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
| 17
5. COLLECTIEBELEID Acquisitiestatus
Acquisitiebeleid
Tekst (kort) met vaste keuzelijst:
E
O
V
H
O
V
E
O
V
E
–
V
H
–
V
Tekst (lang)
E
–
O
Actief; Partieel; Passief; Afgesloten Acquisitiemethode
Tekst (kort) met vaste keuzelijst: Aankoop; Depot; Schenkingen; Bruikleen; Overname; Ruil; N.v.t. (afgesloten)
Acquisitiefrequentie
Tekst (kort) met vaste keuzelijst: Regelmatig; Onregelmatig; N.v.t. (afgesloten)
Onderdeel kerncollectie
–
Tekst (kort) met vaste keuzelijst: Ja, Neen
Collectiebeleidsplan
Samenvatting collectiebeleid
–
–
Tekst (kort) met vaste keuzelijst: Afzonderlijk plan; Onderdeel algemeen plan; Geen plan
6. ONTSLUITING Registratiesystemen
-
Systeembeschrijving (tekst (lang), blok met subvelden of link(s) naar Systeembeschrijving(en))
H
O
V
Raadpleegbaarheid fysieke objecten
Beperkingen
Tekst (kort) met vaste keuzelijst: Niet raadpleegbaar; Ter plaatse vrij raadpleegbaar; Ter plaatse beperkt raadpleegbaar; Uitleenbaar
E
O
V
Wijze
Tekst (kort) met vaste keuzelijst: Open kast; Leeszaal; Tentoonstelling; Kijkdepot; Anders
H
O
O
Beperkingen
Tekst (kort) met vaste keuzelijst: Niet raadpleegbaar; Ter plaatse vrij raadpleegbaar; Ter plaatse beperkt raadpleegbaar; Online beperkt raadpleegbaar; Online vrij raadpleegbaar
H
O
O
URL
Tekst (kort)
H
O
O
Registratiegraad
–
Tabel. Zie III Materiaaltypes
–
–
V
Digitaliseringsgraad
–
Tabel. Zie III Materiaaltypes
–
–
V
Regime
–
Tekst (kort) met vaste keuzelijst: Onbekend; Publiek domein; Auteursrecht; Creative Commons; Anders
H
–
O
Rechtenhebbenden
Gekend
Getal (percentage)
E
–
O
Niet achterhaalbaar
Getal (percentage)
E
–
O
Raadpleegbaarheid digitale objecten
7. RECHTEN
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
| 18
8. BEHOUD- EN BEHEER E
–
V
Tabel. Zie III Materiaaltypes
–
–
O
Reeds behandelde objecten
Tabel. Zie III Materiaaltypes
–
–
O
–
Tabel. Zie III Materiaaltypes
–
–
O
Passieve conservatie (preservering)
–
Actieve conservatie & restauratie
Te behandelen objecten
Digitaal depot
Tekst (kort) met vaste keuzelijst: In zeer grote mate; In zeer grote mate; In voldoende mate; In eerder kleine mate; In zeer kleine mate; In geen enkele mate
LOCATIEBESCHRIJVING Gegeven
Invoerformaat/opties
E/H
Basis
Plus
Locatienaam
Tekst (kort)
H
V
V
Postadres
Tekst (lang)
E
O
O
Postcode
Nummer, vier posities
E
O
O
Land
Tekst (kort), vaste keuzelijst van landcode (ISO-codes)
E
O
O
URL
Tekst (kort)
E
O
O
Beheerder
Agentbeschrijving (tekst (lang) of blok met subvelden of link(s) naar Agentbeschrijving(en))
E
V
V
Toegangsvoorwaarden
Tekst (lang)
E
O
O
Zie ook
Tekst (lang)
E
O
O
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
| 19
AGENTBESCHRIJVING Gegeven
Invoerformaat/opties
E/H
Basis
Plus
Naam
Tekst (kort)
H
V
V
Identificatienummer
Tekst (kort)
E
O
O
Rol
Tekst (kort)
E
O
O
Organisatie
Tekst (kort), vaste keuzelijst van landcode (ISO-codes)
E
O
O
Telefoonnummer
Tekst (kort) in In E.123 Internationalformaat: +32 2 123 4232
E
O
O
Faxnummer
Tekst (kort) in In E.123 Internationalformaat: +32 2 123 4232
E
O
O
E-mailadres
Tekst (kort) in SMTP- formaat:
[email protected]
E
O
O
Biografie/Geschiedenis
Tekst (lang)
E
O
O
Zie ook
Tekst (lang)
E
O
O
E/H
Basis
Plus
SYSTEEMBESCHRIJVING Gegeven
Invoerformaat/opties
Systeemnaam
Tekst (kort)
E
V
V
Publieke raadpleegbaarheid
Tekst (kort) met vaste keuzelijst: Niet raadpleegbaar; Ter plaatse raadpleegbaar; Online raadpleegbaar
E
O
V
URL
Tekst (kort)
E
O
O
Toelichting
Tekst (lang)
E
O
O
Tekst (kort) met vaste keuzelijst:
E
–
V
E
–
O
E
–
V
Type systeem
Geen registratiesysteem; Steekkaartensysteem; Inventaris op papier; Inventaris in kantoorautomatiseringssysteem; Gespecialiseerd stand-alone registratieprogramma; Netwerkregistratie-systeem Herkomst systeem
Tekst (kort) met vaste keuzelijst: Commercieel systeem; Openbronsysteem; Zelf ontwikkeld systeem; N.v.t. (geen systeem)
Standaarden
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
Tekst (kort)
| 20
COLOFON Auteurs: David Coppoolse, Bart De Nil, Henk Vanstappen Dit document kwam tot stand naar aanleiding van het afstemmingstraject in de werkgroep Collecties van het project Prisma in 2010 en 2011. Aan deze werkgroep namen deel: Jeroen Buysse (Archiefbank Vlaanderen), David Coppoolse (Vlaamse Erfgoedbibliotheek), Bart De Nil (FARO), Sophie Gyselinck (Archiefbank Vlaanderen), Bart Ooghe (Erfgoedcel Waasland), Jan Stuyck (ADVN), Kristien Suenens (KADOC), Toon Toelen (CAG), Klaas Jaap van der Meijden (Resonant), Jurgen Vanhoutte (CRKC), Veronique Van Nierop (Erfgoedcel Leuven), Henk Vanstappen (PACKED), Bruno Vermeeren (VVBAD), Michel Vermote (Archiefbank Vlaanderen), Jeroen Walterus (FARO), Bert Woestenborghs (CAG), Eva Wuyts (Vlaamse Erfgoedbibliotheek) Een uitgave van: FARO. Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed | www.faronet.be PACKED. Expertisecentrum digitaal erfgoed | www.packed.be Vlaamse Erfgoedbibliotheek. Netwerk van erfgoedbibliotheken | www.vlaamse-erfgoedbibliotheek.be met steun van de Vlaamse overheid. Augustus 2011 Bij dit document hoort een online informatiedossier dat te vinden is op www.cometamodel.be. Dit document wordt ter beschikking gesteld onder Creative Commons-licentie ‘NaamsvermeldingNietCommercieel-GelijkDelen 2.0 België (CC BY-NC-SA 2.0)’
.
De elementen van het model Versie 1.0 – Augustus 2011
| 21