Programma Fiets
Colofon Uitgave: Provincie Limburg Afdeling Mobiliteit Postbus 5700 6202 MA Maastricht Tel: +31 (0)43 389 99 99 Fax: +31 (0)43 389 89 30 E-mail:
[email protected] Internet: www.limburg.nl
februari 10-246
Programma Fiets Afdeling Mobiliteit
Maastricht, 25 november 2009
4
Programma Fiets
Inleiding Voor veel inwoners van Limburg is de fiets een belangrijk vervoermiddel. Vele Limburgers verplaatsen zich regelmatig op de fiets naar hun bestemming. De een doet dat dagelijks naar werk of school, de ander om met de trein verder te reizen, weer anderen pakken de fiets naar de sportclub of om te gaan winkelen in de stad. Ook fietsen als doel op zich wordt veel gedaan in Limburg, van recreatieve rondjes in de buurt tot sportieve prestaties op de heuvels in Zuid-Limburg.
De voordelen van de fiets Vraag je fietsers waarom ze de fiets nemen, dan wordt vaak geantwoord: de fiets is handig, snel, gezond en leuk om te doen. De collectieve voordelen zijn even positief: fietsen is goed voor de bereikbaarheid, voor de economie en de leefbaarheid van Limburg. De fiets vervult een onmisbare rol in het vervoerssysteem, zeker in stedelijke gebieden waar de verkeersproblematiek het grootst is en de ruimte beperkt.
PVVP De provincie Limburg erkent het belang van de fiets en wil het fietsgebruik zo veel mogelijk stimuleren. De fiets moet optimaal gefaciliteerd worden. Als onderdeel van het totaalaanpak van het mobiliteitsvraagstuk zijn de hoofdlijnen van het fietsbeleid vastgelegd in het Provinciaal Verkeer- en Vervoersplan. Dit programma geeft aan hoe de PVVP-doelstellingen voor de fiets gerealiseerd gaan worden.
Programma Fiets Fietsbeleid komt door de gemiddelde kleine verplaatsingsafstand met name lokaal tot uitdrukking. Op landelijk niveau spelen vooral fiscale regelingen, de aanpak van fietsendiefstal en fietsvriendelijke regelgeving, zoals de verplichte fietsenberging in het Bouwbesluit. Dit programma richt zich op samenwerking met gemeenten voor ondersteuning van lokaal fietsbeleid/projecten en op projecten en activiteiten die door de provincie zelf uitvoert.
Leeswijzer Het programma beschrijft eerst de positie van de fiets in Limburg en gaat vervolgens in op de hoofdthema’s (1) fietsbeleid steden, (2) fietsnetwerk, (3) ketenmobiliteit en (4) imagoversterking. De aansluitende hoofdstukken hebben betrekking op de kosten en organisatie.
Programma Fiets
5
6
Programma Fiets
2 Positie van de fiets in Limburg Hoewel de fiets voor Limburg een belangrijk vervoermiddel is, ligt het fietsgebruik onder het Nederlands gemiddelde. Het aandeel van de fiets in de vervoermiddelkeuze ligt in Limburg op 20% van het aantal verplaatsingen, landelijk is dat 25%. Op korte afstand tot 7,5 km fietsen Limburgers het meest (27%), maar dat is nog altijd substantieel lager dan het landelijk gemiddelde van 35%1). Plaatselijk kunnen de verschillen wel groot zijn. In de steden wordt doorgaans meer gefietst, maar Zuid-Limburg blijft het fietsgebruik juist achter.
Verplaatsingsmotieven Het meest wordt de fiets gebruikt om naar de winkel te gaan, gevolgd door woonwerk en woon-school verplaatsingen. De gemiddelde afstand van een woon-werkritje per fiets is 4 km. Ook fietsen als doel op zich is een belangrijk ritmotief. Fietsrecreatie is bovendien een economische factor in de toeristische branche. De tienduizenden dagelijkse fietsrecreanten in het seizoen in Limburg geven gemiddeld € 5,80 per persoon uit op een fietstocht2), wat neerkomt op een besteding in de horeca van tientallen miljoenen euro per jaar.
Fietsvoorzieningen Het ontbreekt in Limburg niet aan fietsvoorzieningen. Op veel wegen met een doorgaande functie beschikt de fietser over vrijliggende fietspaden. In de bebouwde kom hebben de hoofdwegen vaak ook aparte fietspaden. Veel kruispunten zijn veiliger geworden door de aanleg van rotondes, die bovendien in de bebouwde kom ervoor zorgt dat fietsers non-stop kunnen doorrijden. In verblijfsgebieden is de positie van de fiets verbeterd door de invoering van 30-km zones. Voor recreatieve tochten is het fietsknooppuntennetwerk gerealiseerd, dat toeristische fietsers over de mooiste en meest fietsvriendelijke routes van Limburg leidt. Deze voorzieningen zijn een gevolg van continue aandacht voor verkeersveiligheid en voor de fiets als vervoermiddel. In de afgelopen jaren heeft de provincie dat onder meer gedaan door middel van een subsidieregeling voor fietsvriendelijke infrastructuur op de hoofdfietsroutes in Limburg. Het aantal vrijliggende fietspaden op veelgebruikte fietsroutes in het buitengebied is hierdoor verder uitgebreid. 1) 2)
Mobiliteitsonderzoek Nederland 2007 Onderzoek “Beleef het groen” naar het fietsknooppuntensysteem in de Midden-Benelux 2006
Programma Fiets
7
Verkeersveiligheid Ondanks alle fietsvoorzieningen zijn er in Limburg nog altijd jaarlijks honderden slachtofferongevallen met fietsers. Fietsers blijven kwetsbare verkeersdeelnemers. In de afgelopen vijf jaar schommelde het aantal dodelijke ongevallen tussen de 7 en 18 en het aantal zwaargewonden tussen de 108 en 146. Het aandeel fietsers op het totaal aantal ernstige ongevallen ligt rond de 20%, wat niet veel afwijkt van het Nederlands gemiddelde. Er is geen sprake van een duidelijke opgaande of dalende trend. Wel ligt het aantal fietsongevallen met letsel in de praktijk naar verwachting nog aanzienlijk hoger door onderregistratie. Dit betreft met name eenzijdige ongevallen, waarvan bekend is dat die voor een substantieel deel verantwoordelijk zijn voor letselongevallen onder fietsers.
Verklaring fietsgebruik Dat het fietsgebruik desondanks enigszins achterblijft, laat zich niet eenduidig verklaren. Als oorzaken worden de hoogteverschillen genoemd (in het zuiden), het nederzettingenpatroon van kleine kerkdorpen, de perifere ligging van veel bedrijfsterreinen, de bevolkingssamenstelling met relatief veel ouderen en een op veel relaties blijvend sterke concurrentiepositie van de auto. De vermeende culturele factor is in ieder geval geen verklaring: daarvoor zijn de culturele verschillen in Nederland te klein (De la Bruhèze en Veraart 2001).
Potentie Deze factoren zijn moeilijk te beïnvloeden. De focus ligt daarom op het maximaal faciliteren van de fiets door zoveel mogelijk drempels voor de fiets weg te nemen die wel te veranderen zijn. Een lager fietsgebruik betekent namelijk ook dat de fiets nog potentie moet hebben.
8
Programma Fiets
3
Fietsbeleid grote steden
Op korte afstand is de fiets snel, of zelfs het snelste vervoermiddel om op de plaats van bestemming te geraken. Zeker in stedelijke gebieden in de spitsuren is dat vaak het geval. Fietsers hebben geen last van congestie- en parkeerproblemen in de stad en rijden zonder vertraging naar praktisch elke gewenste lokatie. Het bereik en ruimtebeslag van de fiets sluiten ideaal aan op de schaal van de stad: de afstand wijk-centrum ligt vrijwel altijd binnen de maximale 7,5 km en vrij stallen kan op praktisch elke plek.
Fietsgebruik in de stad Ondanks de gunstige ruimtelijke condities is het aandeel van de fiets in de steden doorgaans niet bovengemiddeld groot. Van de grote steden scoort alleen Venlo met 35% hoog, Roermond, Maastricht en Sittard-Geleen hebben een aandeel rond het Nederlands gemiddelde (25%-30% )en Heerlen sluit op 13%. Belangrijke factoren die het fietsgebruik in de steden beïnvloeden zijn concurrerend stadsvervoer, hogere kans op diefstal en de bevolkingssamenstelling. De gunstige uitgangspositie van de fiets in stedelijke omgeving betekent dat de fiets nog meer gebruikt kan worden. Voor de provincie Limburg is dit reden expliciete aandacht te schenken aan het fietsbeleid in de grote steden van Limburg. In de stad heeft fietsbeleid de meeste potentie om bij te dragen in de aanpak van de bereikbaarheidsproblemen.
Fietsplannen voor de steden Het fietsbeleid in de steden is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Venlo, Sittard-Geleen, Maastricht en Heerlen/Parkstad hebben elk een actuele fietsnota, Roermond is bezig met een actualisatie. De plannen hebben alle tot doel het fietsgebruik in de stad te stimuleren. De aanpak is vergelijkbaar: verbetering van het fietsnetwerk, meer en betere fietsparkeervoorzieningen en promotie van de fiets als prettig vervoermiddel. Accenten per stad zijn: Venlo Venlo heeft in het GVVP een hoogwaardig fietsnetwerk gedefinieerd waarop een groot aantal verbetering zijn benoemd die voor de fietser gewenst zijn. Vooral op de ruggengraat van het netwerk en toeleidende hoofdroutes geeft Venlo veel ruimte voor de fietser. Jaarlijks wordt bepaald welke een projectstatus krijgen en afhankelijk van prioritering en kosten in het Uitvoeringsprogramma worden opgenomen.
Programma Fiets
9
Roermond Een grote impuls die Roermond geeft aan de fiets is het aanbod van gratis bewaakt stallen in het centrum. Wegens succes wordt de formule verder uitgebreid. Verbetering van het fietsnetwerk koppelt Roermond vaak aan wegreconstructies. Sittard-Geleen Sittard-Geleen streeft in het fietsbeleidsplan in het bijzonder naar vrijliggende fietspaden langs gebiedsontsluitingswegen, een oplossing voor een fietsroute door het centrum en aanpak van fietsendiefstal. Het beleidsplan wordt uitgewerkt in een uitvoeringsplan dat de maatregelen in de tijd programmeert. Maastricht Maastricht werkt aan een nieuw fietsplan waarin accent wordt gelegd op het slechten van barrières in fietsverbindingen, ontvlechting van het fiets- en autonetwerk en park+bike. Uit het plan vloeien projecten voort die Maastricht onderbrengt in de passende kaders. Heerlen/Parkstad Limburg Heerlen en Parkstad willen het achterblijvende fietsgebruik verhogen door onder meer een gratis bewaakte stalling in het centrum van Heerlen, een hoogwaardige fietsroute van station naar de onderwijsboulevard, fietspaden of minimaal fietsstroken op alle hoofdfietsroutes en meer fietsbewegwijzering. In het Actieplan Fiets zijn de projecten en actiehouders benoemd en wordt een kostenindruk gegeven.
Rol provincie De provincie kan voor het fietsbeleid in de steden met name van betekenis zijn door projecten te co-financieren (subsidies). Niet alleen nieuwe fietspaden, maar ook stallingsvoorzieningen, fietsvriendelijke verkeerslichten of goede fietsoversteken op drukke routes zijn maatregelen die de provincie inhoudelijk en financieel wil ondersteunen. De kansen van de fiets in de stad benadrukken we met een apart budget voor fietsprojecten in de vier grote gemeenten (zie hoofdstuk 7). Daarnaast zorgt de provincie voor het uitwisselen van kennis en ervaringen op fietsgebied. In het uitvoeringsprogramma zijn de knelpunten/projecten opgenomen waarvoor co-financiering vanuit dit budget in beeld is.
10
Programma Fiets
4
Fietsnetwerk
Fietsen kan in Limburg op praktisch alle (niet-autosnel)wegen. Het fietsnetwerk bestaat in feite uit alle wegen en paden van de provincie waar gefietst mag worden. De fietser kiest daar de voor hem optimale route uit: de kortste en snelste route, of juist een mooie en rustige. Fietsverkeer heeft door het fijnmazige netwerk een sterk kris-kras patroon.
Fietsroutenetwerk Op een groot deel van het netwerk hebben fietsers geen speciale voorzieningen nodig. Binnen de kom zijn 30-km gebieden een goede basisvoorziening, op rustige erftoegangswegen buiten de kom voldoen 60 km zones. Mits goed ingericht zijn deze wegen geschikt voor fietsverkeer en is de menging met het autoverkeer acceptabel. Hoofdfietsroutes Op interlokaal niveau vallen (de korste) hoofdfietsroutes vaak samen met het autonetwerk. De routes lopen over deze logische, gestrekte wegen tussen kernen, centra en wijken. Op gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom (80 km/u) zijn vrijliggende fietspaden een absolute must om veilig en comfortabel te kunnen fietsen. Op drukkere 60-km wegen hebben vrijliggende fietspaden ook de voorkeur. Gebiedsontsluitingswegen binnen de kom hebben idealiter ook vrijliggende fietspaden, maar in het geval van ruimtegebrek kan volstaan worden met fietsstroken. Huidig niveau fietsvoorzieningen De meeste gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom hebben vrijliggende fietspaden. Het provinciaal wegennet is vrijwel volledig voorzien van vrijliggende fietspaden, of er is een geschikte parallelle route. Ook op een aanzienlijk aantal belangrijke woon-werk en school-thuisroutes in het buitengebied van gemeenten hebben fietsers een apart fietspad. Op de hoofdroutes in steden en dorpen zijn niet overal vrijliggende voorzieningen beschikbaar, met name als gevolg van de aanwezige bebouwing. Gewenste kwaliteit De hoofdfietsroutes hebben nog niet overal de gewenste kwaliteit. De provincie streeft ernaar ook op die delen van het netwerk de kwaliteit op niveau te brengen. In 2004 is in het kader van het Provinciaal fietsroutenetwerk in overleg met de
Programma Fiets
11
gemeenten geïnventariseerd welke regionale verbindingen verbetering behoeven. Dit betreft vooral wegen waar de gemeente wegbeheerder is. De kaart op pag .. laat zien om welke routes het gaat. Aanpak De resterende knelpunten uit dit netwerk willen we in samenspraak met de gemeenten graag aanpakken. De gemeenten hebben zelf de regie over de planvorming en prioritering, de provincie treedt ondersteunend op door middel van subsidie via de jaarlijkse verdeling van de BDU Fiets. Nadrukkelijk komen ook andere belangrijke hoofdfietsroutes dan die uit het fietsroutenetwerk in aanmerking voor de BDU, waarmee tegemoet wordt gekomen aan het fijnmazige karakter van fietsverplaatsingen.
Provinciale fietsinfrastructuur De fietsopgave voor de eigen infrastructuur betreft het handhaven en zo nodig verbeteren van de kwaliteit van deze fietspaden, het verbeteren van fietsoversteken en het vinden van een oplossing van de twee resterende provinciale wegvakken waar fietsers nog gebruik moeten maken van de rijbaan. Onderhoud fietspaden Voor het onderhoud bestaat het fietspadenprogramma, een jaarlijkse programmering van het onderhoud aan fietspaden langs de provinciale wegen. Hierin worden fietspaden geëgaliseerd en voorzien van een nieuwe deklaag of betonverharding. Projecten worden geselecteerd op basis van inspectie en opgenomen in het Meerjarenprogramma Infrastructuur Programma van de provincie. Knelpunten Na de aanstaande realisatie van het fietspad langs de N291 Ven-ZelderheideDuitse grens resteren twee wegvakken van de provincie waar de fietser niet beschikt over een fietspad: de N564 (Weert-Lozen) tussen de zinkfabrieken en de Belgische grens en de N595 op het wegvak Wijlre-Wittem. Voor deze trajecten wordt elk een tracé-haarbaarheidsstudie uitgevoerd om te bepalen wat hier de beste oplossing is voor de fiets. Daarnaast worden fietsoversteken waar nodig verbeterd door de aanleg van middengeleiders, waarbij een veilig eiland in het midden van de rijbaan wordt gelegd.
12
Programma Fiets
Snelfietsroutes Naast fietsroutes over het beschikbare wegennet bestaat het fietsnetwerk ook uit zelfstandige fietsverbindingen. Deze solitaire fietspaden komen voor in de bebouwde kom als kortste route van omliggende wijken naar het stadscentrum, als centrale as van een nieuwbouwwijk of in een korte variant als doorsteek tussen twee straten. Buiten de bebouwde kom lopen solitaire fietspaden vaak langs gestrekte infrastructuur zoals een spoorlijn of kanaal of zijn het fietspaden door natuurgebieden met vooral een recreatieve functie. Ideale fietsinfrastructuur Een fietspad met een eigen tracé is voor de fietser prettige infrastructuur. Het zijn directe routes zonder hinder van autoverkeer. Idealiter heeft de route voorrang op kruisende wegen, is voldoende breed (4 m) en voorzien van glad asfalt. In deze uitvoering wordt gesproken van snelfietsroutes, die zeer concurrerend zijn voor een verplaatsing per auto. Fiets filevrij Vanuit bereikbaarheidsdoelen en imagoversterking van de fiets verdienen snelfietsroutes aandacht. Nieuwe routes zijn vooral kansrijk in congestiegevoelige gebieden langs/door herkomst- of bestemmingsgebieden. Waar hoogwaardige fietsroutes zinvol en haalbaar zijn, wordt in overleg met de steden bezien. Kansrijke routes zullen worden voorgedragen voor een rijksbijdrage in het kader van de subsidieregeling voor regionale snelfietsroutes “Fiets filevrij”. Potentiële routes zijn Venlo-Greenport en Beek-Maastricht.
Toeristische fietsroutes Het wegennet van Limburg wordt ook veel gebruikt voor recreatief fietsen. Voor deze fietsers is vooral de omgeving bepalend in de routekeuze. Zowel inwoners als toeristen genieten per fiets van de grote landschapsvariëteit van heuvelland, natuurgebieden en cultuurlandschap, al dan niet afgewisseld met leuke en interessante plaatsen. Qua infrastructuur zijn fietspaden en rustige wegen voor hen het meest interessant. In Zuid-Limburg zijn de heuvels nog een speciale trekker voor de sportieve fietser. Knooppuntensysteem Voor de recreatieve fietser zijn er tal van fietsroutes uitgezet die leiden over mooie en rustige wegen. Deze routes maken veel gebruik van het fietsknooppuntensysteem. Met dit systeem is het ook eenvoudig zelf een fietstocht te plannen. Het knooppuntennetwerk kunnen we beschouwen als het toeristische hoofdroutenetwerk van Limburg.
Programma Fiets
13
Toeristische fietsinfrastructuur De toeristische routes vragen in de meeste gevallen niet om infrastructurele aanpassingen, omdat ze gebruik maken van wegen die zo zijn gekozen dat ze voor de doelgroep al aantrekkelijk zijn (rustige wegen en/of fietspaden). Wel moeten sommige van deze wegen nog conform de duurzaam-veiligrichtijnen worden ingericht. Infrastructurele uitbreiding van het toeristische netwerk is denkbaar door de aanleg van solitaire fietspaden (bijv. langs onverharde wegen of in natuurgebieden), maar de provincie Limburg voert hier geen actief beleid op. Nieuwe recreatieve verbindingen zullen primair lokaal of vanuit de toeristische sector ontwikkeld worden. Beheer routes Het beheer van de bebording van het knooppuntensysteem is het belangrijkst voor de kwaliteit van het knooppuntensysteem. Dit wordt bewaakt door de Veiligheidsregio Limburg-Noord en door het routepunt van de VVV Zuid-Limburg, die afspraken hebben met de wegbeheerder voor het plaatsen van knooppuntborden bij vermissing of als er nieuwe routes worden toegevoegd.
School-thuisroutes Een speciale groep gebruikers van het fietsnetwerk is de schoolgaande jeugd. Scholieren gaan vaak per fiets naar school. Veilige fietsroutes zijn voor deze jeugdige verkeersdeelnemers extra belangrijk. De routes die scholieren nemen, worden school-thuisroutes genoemd. Deze routes worden in kaart gebracht via de scholen en scholieren. Via internet (www.opwegnaarschool.nl) kunnen deelnemers hun route opgeven, incl. ervaringen. ROVL De meeste school-thuisroutes die in kaart zijn gebracht, betreffen de basisschool en zijn vooral gelegen binnen de bebouwde kom. Het ROVL streeft ernaar de routes naar alle scholen te inventariseren, in het bijzonder ook middelbare scholen. Deze routes zijn langer en leiden ook meer over wegen buiten de bebouwde kom. Het ROVL stimuleert scholen mee te doen. De routes worden geregistreerd in Viastat-online, een grote database met kenmerken van het wegennet. Meerwaarde Voor wegbeheerders is het van belang de routes te kennen waar scholieren gebruik van maken, zodat die routes extra aandacht kunnen krijgen. Als een knelpunt op een school-thuisroute ligt, is dat een extra reden de situatie te verbeteren. Via Viastat-online kunnen wegbeheerders de routes raadplegen. Het ROVL stimuleert dat aanpak van de (reële) knelpunten in de programmering van de betreffende wegbeheerder terecht komt. In het geval deze op een provinciale weg liggen, onderneemt de provincie actie hierop.
14
Programma Fiets
1
Provinciaal Fietsroutenetwerk EE E EE
E
Molenhoek
E
EE
EE
E E E
EE
E
E
EE
Milsbeek
EE
E
EE EE
E
E E
EEEEEE E
E
EE
E
E
EE
E
EEE E E EE E E E E E E E E
Gennep
EE
E
Heijen
EE E E E
7 A7
EE
EE
EE
EE
EE
E E
E
E
1-2-2010
EE E E E E
E
EE
E E
Siebengewald E
EE E
Afferden
EEE E
E
E
EE
EE
E
E
E
© Provincie Limburg. Top. ondergrond © 2008 Kadaster/Geo, Apeldoorn © Eurosense Breda
E
E
E
EEE
E
E
E
E E E EE E
E EEEE EE E E
E
Heukelom
E
Nieuw Bergen
E
E
E
E
EE
Bergen
E
E
EE
EEEE E EE
E
E
EE
E
E
E
E EE
E
E
EE
E
EE
E
E EE
EE
E
EE
Geijsteren
EE EE
Vredepeel
Wellerlooi
Wanssum
E
E
E
E
Oostrum
E EE EE E EE E E E EEEE
EE EEEE
E
Megelsum
Oirlo
EEE
E
E
Venray Meerlo
Leunen Heide
Broekhuizenvorst
Tienray
Castenray
Broekhuizen
Arcen
EE E E E EE E E E E EE EEEE E EEEEEEE EE E EEEE EEE
Veulen
E EE
Ysselsteyn
Swolgen
3 A7
EEEE EEEE
E
E EE
E
Blitterswijck
Merselo
EEEE EEE
Lingsfort Zwaanenheike
Lottum
Melderslo
Horst Meterik
Griendtsveen EE
E
E
EE
Lomm America
EE
EE
EE
E
EE
Hegelsom
Schandelo
Sevenum
Grubbenvorst
EE
E
EE
Kronenberg
EE
E
A6 7
EE
EE
EE
Velden
Steeg
Evertsoord
E
EE
EE
Venlo
Blerick Koningslust
Maasbree
E
E
E
E
EE
E E
E
EE
E
E
E
E
E
E
E EEE
E EE
Belfeld
Egchel Heibloem
E
E E
E E E
E
E E E E
EE
E
E
EE
E
E
E
E
EE
E
E
E
E
E E
E
E
E E EE
E EE
E
EE
EE
E
E
E
E
EE
EE
E EE E
E
E E
E
E
E
E
E
E E E E EE
E
EE
E E
EE E
EEE EE
E EE E
E
EE
E
EE
E
E E
EE
E E
E
E
E
E
EE
E EE
E
E
E EEE
E EE
E
E E
E
E
E EEE E
E
E EE
EE
EE
E
E E
E
E
E
EE E
E
E
E
E EE
E
E
E EE
EE E
E
EE
E
EE
E
E
E
EEE EE E
E
EE E
E
E
E EE EE E E E E
E E
E
E EE
E
EE
E
EE
E
E
EEE
E
EE
E E
E
E EE
E
E E EE
E
E E E E
Sint Odilienberg
Maasbracht
E
EE
E E E
E
E
EE
E
Linne
E
EE
E
EE
E EE E
EE
Herkenbosch
E
E
EEE
EE
E
E
EE
EEE
E
EE
EE
Melick
E
EE
EE EE
3 A7
Wessem
E E E
EE
E
EE
E
E
Thorn
EE
Heel
Ittervoort
Roermond
Herten
EE
E
Asenray Ool
EE
Neeritter
Boekoel
Leeuwen
Beegden
Panheel
EE E E E E EE
EE E E
EE E EE
E EE E E
E
E
E
E
E E E EEE EE
EE E E E EE E
E
EE E EEEE EEE E E EE E
Grathem
Hunsel
Haler
E
EE
Stramproy
A2
EE E EE
EE
Horn
E
EE
Asselt
Kelpen
Ell
Tungelroy
Swalmen
Buggenum
Baexem
EE
E
E
Wieler Haelen
Swartbroek
E
E
Nunhem De Horck
Altweerterheide
E
E
Heythuysen Leveroy
Altweert
EE
E
Neer
E
Weert
E
E
3 A7
Beesel Roggel
Boshoven
Reuver
Nederweert Eind
EE
Laar
E
EEEE EEE E E E E E E E E EE
Kesseleik
E EE
A2
EE
E
E
E
E
E
E
Kessel
E
E
E
Ospel
Nederweert
EE
EE E EE EE
E
Steijl
Baarlo
Panningen Ospeldijk
E
EE
EE E
EE E
EE
EE
EE
EE
EE
E
Beringe
E
EE
EE
E
Tegelen
E
Meijel
E
Grashoek
EE
EE
E
EE
EE
E
EE
EE
EE
E
EE
EE
EE
E
E
EE
EE
E
E
EE
EE
E
E
EE E
EE
EE
E
E
E EE
EE
EE
E
EE
E
E
A67
E
E
EE
EE
E EE
E EE
EE
E EE
EE
E EE
E
E
E
EEE
E
EE EEEE EEEE EEEE
E
E
Well
E
EE EEEEEE
E
EE
E EE
E
E
E
E
E
E EE
E
E
E
E
EEE
E EE E E SmaktE E E
EEE
E EE
E
E EE EEEE
E
Aijen
E
i0911 1355
Ven Zelderheide
E
E
EEE E EE
Ottersum
E EE
Meters
E E EE
2.500
EE
/
E E
Middelaar
EE
E
E EEE E EE
E E E EE E E E E E E
E
E
E EE E
EE
E EE E E Plasmolen
E
EE
Mook
E EE E
Ontbrekende fietsvoorziening
EE
Bestaande fietsvoorziening
EE
Legenda
E
E E EEE
E EE E
Programma Fiets
15
EE
EE
EEE E
EE
EE
E
EE
EE
EE
E
E
E
E
E
E
E
EEE EEE
E E E
E E E
E
E
E
E
EE
Heibloem E
Ospel
E
E E E E E
EE
E E E EE
EE
E
EE
E
E
EE
EE
EE
EE
E
E EE E
E E E EE E E
EE
E E E EEE EE
E E E E
E E
E
E EE E
E E
E E EE E
E EE
EEE
E EEE
E
E
E
EE
E E EE
E
E
EE
E
E
E
E
E
E EE EE
E
E
E EE
E
Lemiers E
Ontbrekende fietsvoorziening E
EE
EE
E E
EE
E
E
E
E EE
E E
E
E
EE
E
E
E E E EE
E
E E EE
E E EE E
E E
E
E EE E EE EE E E EE
E EE
E
E E EEE
EE
E
E E EE
E
Vaals Raren
E
EE
E
Holset
EE E E
Slenaken
EE
E EE E
Noorbeek
Epen
EE E
E EEE
Heijenrath
E
EE
E
E
E E EE
E E E
E
E EE
EE
EE
EE E
EE
EE
EE
E
E E
E E EEE
EEE
E
E
E E E EE EE
E
Vijlen
E
E E
EE
E
Bestaande fietsvoorziening
E E
E
E EE E
E
E
EEEE
E
Banholt
E
E
E
Mechelen
Mheer
E
Euverem
Legenda
E
EE
Nijswiller
E
E
Reijmerstok
Wahlwiller
E
Gulpen
EE E
A2
E
EE E
E E E
E EE E
E
EE
EE
Bocholtz Baneheide
Maarland Sint Geertruid
EE
EE
Eys
Ingber Wittem
Eckelrade
EE
Simpelveld E
Simpelveld
Scheulder
Gronsveld
EE
EEE E
Wijlre
E E
Schin op Geul Sibbe
E6 E7 A
E
E
Ubachsberg
E EEE EE
Spekholzerheide
Ransdaal
EE
E E E
E
E
Kerkrade E E
E
EE
E
E
E
E
E EEE
E
E
E
E
Termaar
Vilt
Margraten
E
E
E EE
EE EE E
E EE
EE
E
E E E E E EE
E EE E
EE
EE
E EE E E E
E
E
E EE
E
EE
E
E E EE E E
E
E E E EE
E
E
E
E
Walem
Valkenburg
E
E EE
E
E
E
E
EE
E E E EE
E EE
Eygelshoven Voerendaal
Groot-Welsden
EE E E
E
Landgraaf
E E EE E E
Vroenhof
Cadier en Keer
E
E E
E E EE E E EE
EEE
E
EE
EE
EE E
E
E E
E
E E
E
EE
EE
EE
E
E EE
Ubach Over Worms
Wijnandsrade Swier Weustenrade
Klimmen
Terblijt
E
EE
E EE E E E
EE
Heerlen
E
E
EE E
E
E
E
EE
E EE E E E E E
Heerlen
EEE E
Schimmert
Arensgenhout
Bemelen
E EE
E EE E EE
E
A76
EE
E
EE E
EE
E
Berg en Terblijt
EE E E EE
E
E E
E
E
EE E
Hoensbroek
E
E E E E E
EE
EE
Vaesrade
EE
Oensel
E E E EEEE
Rothem
EE
EE
EE
Brunssum
Schinnen Amstenrade Hommert
Spaubeek
Nuth
A79
E EE EE EE
EE
Puth Oirsbeek
Groot Genhout
Kelmond
Meerssen
Mariadorp
E
E E E
E
Schinveld
Merkelbeek
Hulsberg
Mesch
E
E EE E E E E E E E E E
E
Geverik
Borgharen
Eijsden
E E EE
EE E EE
EEE EE
E
E
E EE
E
E EE
EE E
Beek
Moorveld
Rijckholt
E
E
Bingelrade
EE
E
Jabeek
EEE
E
E EE E
E
Sweikhuizen
Catsop
Amby
E
E
E
EE EEEE E
EEE
E
Aalbeek
Limmel
E E E E
E
E
E
EEE
E
Neerbeek
Ulestraten
E
E
E
E E
E
E
EE E
E E EE EE E EE
E
Doenrade
Elsloo
Hussenberg
E E
E Windraak EE E
Munstergeleen
6 A7
EE
E
E E
E
E
EE
Sittard
Einighausen
Bunde
Maastricht E
E EE EE E E E E
E
E
EE E
Limbricht
Geleen
E
EE E E
EE
E
EE E
Guttecoven
Itteren
E
Koningsbosch
Nieuwstadt E
Born
E
E
Susteren
Holtum Schipperskerk Buchten
E
Maria Hoop
Urmond
E E
E
E
Echt
E E
E EE
Maasband
Geulle
E
EE
E
E E
EE
Posterholt
A2
E
Stein
E
Vlodrop E
Reutje
Roosteren
Berg aan de Maas
E
E
E
Montfort
Sint Joost
Dieteren
Obbicht
Kleine Meers
E
E
E EE E E
E
E
E E
Sint Odilienberg
E E E Stevensweert
Ohé en Laak
E
EE
EE
E
E
E
E Urmond
E
E
E
E
E
EE
Grevenbicht
E
E EE E
Herkenbosch
E E E
Etsberg
E Laak
E
EEE
EE
Linne
Maasbracht
EE
EEE
E
EE
EE
EE
Melick
E E
EE
E
EE
E
Wessem
Thorn
EE
3 A7
E
E
EE
EE
A2
E
E
E
E
Heel
Ittervoort
Roermond
Herten
EE
EE
Asenray Ool
EE
Neeritter
Boekoel
Leeuwen
Beegden
Panheel
EE E E E E EE
EE E E
Grathem
Hunsel
Haler
E
EE
E
EE
Asselt
EE E EEEEEEE
Stramproy
EE
EE
Baexem
E
Swalmen
Buggenum
Kelpen
Ell
Tungelroy
E
Wieler Haelen
Horn
E
E
E
Nunhem
Swartbroek
E
E
E
Altweert
E EE E
E
Heythuysen Leveroy
De Horck
Altweerterheide
E
Neer
Roggel
EE
3 A7
Beesel
Weert
Boshoven
E
Reuver
Nederweert Eind
EE EE
Laar
EE E E
A2
EEEE EEE E E E E E E E EEE
Kesseleik
Nederweert
E
E
E
E
E
E
E
E
Kessel
E
E
1
E E E
Belfeld
Egchel
E
EE E EE EE
E
Ospeldijk
E E EE E
EE
E
Steijl
Baarlo
Panningen
EE
EE
E
E
E
EE
EE
EE
EE
EE
EE
EE
EE
E EE
EE
E EE
E
Tegelen Beringe
Provinciaal Fietsroutenetwerk E EE
E
E
E
EE
EE
E
EE
E
EE
EE
E
E
E
E EE
EE
EE
EE
E
E
E
EE E
EE
EE
E
E
E
EE
E EE
EE
E EE
E
E
E
EE
E
E
E
E
Aachen
/
E
2.500
Meters
i0911 1355
1-2-2010
© Provincie Limburg. Top. ondergrond © 2008 Kadaster/Geo, Apeldoorn © Eurosense Breda
16
Programma Fiets
5
Ketenmobiliteit
De fiets is niet alleen handig als hoofdvervoermiddel voor de korte afstand, maar is ook een aantrekke-lijke optie voor langere verplaatsingen in combinatie met het openbaar vervoer. De keten fiets-trein is een succesvolle combinatie, maar ook naar de bus kan de fiets bruikbaar zijn. De fiets-OV combi willen wij optimaal bevorderen. Fietsparkeervoorzieningen zijn daarvoor de schakel.
Met de fiets naar het station Alle stations in Limburg hebben fietsparkeergelegenheid. Reizigers kunnen hun fiets zetten in de onbewaakte stalling of beveiligd achterlaten op het station. Op de IC-stations zijn dat inpandige bewaakte stallingen, bij kleinere haltes zijn fietskluizen aanwezig. De kwaliteit is hoog: vrijwel alle stations hebben moderne (overdekte) stallingen die voldoen aan de kwaliteitseisen die Verkeer & Waterstaat stelt aan fietsparkeervoorzienigen bij het station. Succesvolle combi Het belang van de fiets in het spoorvervoer is fors. Gemiddeld gebruikt zo’n 40% van de reizigers de fiets in het voortransport en 10% in het natransport. Bij kleine stations is het aandeel fiets doorgaans groter dan in de steden, waar het lokale OV een grotere rol speelt. In absolute aantallen scoren de stations in de grote steden het hoogst, waar elke dag duizenden fietsen geparkeerd staan. Bij de IC-stations is het aandeel bewaakt stallen ook groter. Stallingstekort Het hoge fietsgebruik van treinreizigers is zichtbaar aan de goedgevulde stallingen bij stations. Een aantal stations heeft zelfs te maken met een structureel tekort aan stallingsgelegenheid. Oorzaken zijn de toename van het OV-gebruik en van het fietsgebruik naar het station van de afgelopen jaren. De IC-stations hebben de grootste tekorten, maar ook stoptreinstations hebben te maken met forse overbezetting op de drukste momenten in de week. Op de Maaslijn en Heuvellandlijn kan dat direct worden toegeschreven aan de betere dienstverlening van Veolia. Uitbreiding gewenst De volle stallingen zijn een obstakel voor zowel bestaande treinreizigers als voor meer ketenmobiliteit. Op stations met een tekort is uitbreiding van de stallingsca-
Programma Fiets
17
paciteit noodzakelijk. Fietsparkeervoorzieningen bij stations zijn een rijksverantwoordelijkheid. Prorail zorgt voor aanleg en beheer. De exploitatie van bewaakte stallingen en kluizen is in handen van NS Fiets. Samenwerking Prorail Voor het oplossen van de capaciteitstekorten zijn wij aangewezen op samenwerking met Prorail. Prorail kan stallingen uitbreiden via het programma Ruimte voor de Fiets. Voorwaarde is 50% co-financiering door de regio. Prorail zorgt voor de planvorming en uitvoering. Deze aanpak is aantrekkelijk om onze doelstellingen voor ketenmobiliteit te realiseren. Gezien het lokale belang van de stallingsvoorzieningen vragen we ook gemeentelijke (financiële) betrokkenheid. Aan te pakken lokaties Uitbreiding van de stallingsvoorzieningen is verdeeld in twee fases. De eerste tranche bevat 10 stoptreinstations waarover afspraken met Prorail en gemeenten al zijn vastgelegd. Deze lokaties worden in 2010 uitgevoerd. In totaal worden hier 1750 fietsparkeerplaatsen bijgeplaatst, waarvan 70 fietskluizen. Daarnaast is capaciteitsvergroting nodig op een aantal andere haltes. Deze tweede tranche bevat ca. 1000 extra plaatsen. De te realiseren capaciteiten zijn toekomstvast (prognosejaar 2020).
tranche 1
tranche 2
Maaslijn
Heuvellandlijn
NS-lijnen
Swalmen
Valkenburg
Beek-Elsloo
Reuver
Voerendaal
Geleen-Lutterade
Tegelen
Echt
Blerick
Horst-Sevenum
Venray
Chèvremont
Bunde
Kerkrade Centrum
Hoensbroek
Klimmen-Ransdaal
Schinnen
Landgraaf
Spaubeek
Meerssen
Susteren Nuth
IC-stations De IC-stations (Weert, Roermond, Venlo, Sittard, Heerlen en Maastricht) vergen een speciale aanpak vanwege de ruimtelijke druk en de latente capaciteit als gevolg van weesfietsen*. Voor een deel is hier fietsparkeerplek te winnen via goed beheer van de stalling. Desondanks belopen de capaciteitsramingen voor deze stations in totaal 3500 extra benodigde fietsparkeerplaatsen. In overleg met Prorail en de steden wordt bezien welke mogelijkheden er ruimtelijk zijn om op deze stations meer stallingsruimte te creëren. * langdurig gestalde fietsen die kennelijk niet meer gebruikt worden
18
Programma Fiets
Met de fiets naar de bus Bij bushaltes zijn fietsparkeervoorzieningen niet standaard. Door het fijnmazige lijnennet en de korte halteafstanden is de rol van de fiets als voor- en natransportmiddel niet groot. De meeste busreizigers lopen naar de halte. De combinatie fiets-bus komt vooral voor in het buitengebied en in plaatsen waar de bus niet door de kern rijdt. Op een aantal van dergelijke haltes zijn enkele fietsklemmen of soms een overdekte stalling aanwezig. Gebruik en bezetting worden niet gemonitord. Verspreide verantwoordelijkheid Het beheer van bushaltes incl. fietsparkeervoorzieningen is doorgaans de verantwoordelijkheid van de wegbeheerder. In de nieuwe concessie voor het busvervoer in Limburg heeft ook de vervoerder een rol gekregen met betrekking tot fietsparkeren bij bushaltes. Veolia heeft vanuit die rol geïnventariseerd bij welke haltes nu fietsparkeervoorzieningen aanwezig zijn. Haltetypes Onderscheid wordt gemaakt naar luxe, comfort en basishaltes. Op luxe haltes is in beginsel een overdekte stalling vereist, op comforthaltes minimaal een aantal fietsklemmen. Hier kan van worden afgeweken vanwege de lokatie (bijv. ziekenhuis) of ruimtelijke situatie (in stadscentrum). Daarnaast kan ook op een aantal basishaltes behoefte zijn aan een fietsparkeerplek. Op deze haltes zijn we vraagvolgend. Met de inventarisatie van Veolia als vertrekpunt zal worden bepaald welke haltes precies een stallingsvoorziening moeten krijgen of uitgebreid moeten worden. Geschat wordt dat in ieder geval op een tiental busstations en op ca. 150 luxe-halteparen fietsvoorzieningen aanwezig moeten zijn Aanpak Veolia is conform de concessie verantwoordelijk voor de haltevoorzieningen, incl. fietsvoorzieningen op de luxe en comforthaltes. Daarom wordt de aanpak in overleg met Veolia bepaald, waarbij Veolia vanuit de concessie een belangrijke rol moet spelen. Op een aantal haltes wordt vanuit toegankelijkheidseisen al rekening gehouden met fietsparkeerruimte. Deze haltes worden uitgevoerd door de betreffende wegbeheerders.
OV-fiets De OV-fiets is een succesvolle innovatie in het natransport, die door Prorail is ontwikkeld en ingevoerd. OV-reizigers kunnen met dit systeem eenvoudig een fiets op het bestemmingsstation huren tegen beperkte kosten en nauwelijks administratieve lasten. De service is op de meeste grote stations met een bewaakte stalling beschikbaar. Daarnaast heeft OV-fiets ook kluizen op kleinere stations en enkele niet-spoorgebonden lokaties waar (geregistreerde) reizigers een fiets kun-
Programma Fiets
19
nen meenemen. NS OV Fiets BV (zelfstandige dochter van NS) zorgt voor de exploitatie van de formule. OV-fiets in Limburg In Limburg is op dit moment OV-fiets alleen beschikbaar op de IC-stations met een bewaakte stalling (Venlo, Weert, Roermond, Sittard en Maastricht). Maastricht heeft de meeste verhuur en zit met 1000 verhuurde fietsen per maand in de subtop van Nederland. Op de andere IC-stations wordt de OV-fiets meerdere honderden keer per maand gehuurd, wat past bij de schaalgrootte van deze stations/steden. Uitbreiding NS Fiets werkt veel met decentrale overheden samen, in het bijzonder voor stations zonder bewaakte stalling. De investeringen voor OV-fiets aanbod zijn op deze lokaties hoog in vergelijking met de IC-stations, omdat hier speciale fietskluizen met geavanceerd uitgiftesysteem nodig zijn. NS OV Fiets BV kan op deze stations OV-fiets alleen exploiteren als de kluizen door derden wordt gefinancierd. Aanpak Vanuit ketenmobiliteit en het gebleken succes streven we naar uitbreiding van OV-fiets in Limburg. In overleg met NS OV Fiets BV wordt bepaald op welke stations OV-fiets kansrijk is en tegen welke kosten. NS Fiets doet een voorstel met mogelijke lokaties. Op basis van dit voorstel kunnen NS Fiets en provincie afspraken maken over de realisatie. De volgende stations zijn op basis van attractiewaarde voor een eerste tranche in beeld: ■
Venray
■
Valkenburg
■
Maastricht Randwijck
■
Horst-Sevenum
■
Meerssen
■
Reuver
■
Echt
■
Landgraaf
■
Kerkrade Centrum
20
Programma Fiets
Park+Bike In het verlengde van OV-fiets is Park+Bike een nieuw concept waar mogelijk kansen voor bestaan. Hierbij wordt het laatste stukje van een autoverplaatsing per fiets afgelegd. In enkele steden wordt dit toegepast, waar in parkeergarages leenfietsen beschikbaar zijn. Voor reguliere (woon-werk) reizigers is de voorziening in betaalde parkeergarages niet interessant. Voor deze groep kan gedacht worden aan het aanbieden van individuele fietskluizen op (gratis) parkeerterreinen aan de rand van het centrum of stad. Aanpak Of Park+Bike voorziet in een (latente) behoefte, zou in een pilotsfeer beproefd moeten worden. In overleg met de steden wordt gezocht naar een kansrijke lokatie. Een mogelijke lokatie hiervoor is het parkeerterrein op de Caberg in Maastricht en de te bouwen nieuwe halte Maastricht Beatrixhaven.
Programma Fiets
21
22
Programma Fiets
6
Imagoversterking
Fietsvriendelijke infrastructuur is een noodzakelijke voorwaarde om fietsen te stimuleren. Maar ook andere factoren hebben invloed op het fietsgebruik. Nu wordt de fiets door de meeste Nederlanders al positief beoordeeld, blijkt uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (2007). Fietsen wordt geassocieerd met vrijheid en betrouwbaarheid. Maar er worden ook meer of minder subjectieve minpunten genoemd, zoals het weer en diefstal. Door dergelijke beelden wordt er geregeld niet voor de fiets worden gekozen terwijl die wel een optie is. Met de volgende activiteiten willen we het imago van de fiets versterken.
Fietsrouteplanner Routeplanners en navigatiesystemen voor autoverplaatsingen waren er al, maar voor de fiets bleven de digitale mogelijkheden tot voor kort uit. Sinds enige tijd is dit veranderd met de opkomst van de speciale fietsrouteplanner in enkele provincies. Ook bestaan er tegenwoordig individuele fietsnavigatiesystemen. Eén planner voor Zuid-Nederland In Limburg ontbeert de mobilist nog de mogelijkheden om online de beste fietsroute te plannen. Wij willen dan ook meegaan met de ontwikkeling rond de fietsrouteplanner en zodoende bijdragen aan een modern imago van de fiets. Voor de Limburgse planner is samenwerking ontstaan met Brabant en Zeeland, die beide ook een fietsrouteplanner wensen. Hierdoor kan één digitale fietskaart van heel Zuid-Nederland worden gebouwd. Aanpak De fietsrouteplanner Zuid-Nederland wordt openbaar aanbesteed. In de aanbesteding worden eisen opgenomen ten aanzien van dichtheid van het fietsnetwerk, updates, routevoorkeursmogelijkheden en eigendom van data. De opdracht wordt eind 2009 gegund, de planner wordt in de tweede helft van 2010 opgeleverd.
Mobiliteitsmanagement Met mobiliteitsmanagement worden plannen en activiteiten bedoeld die zich richten op het organiseren van het vervoer bij (grotere) werkgelegenheidslokaties. Het doel is in samenwerking met de bedrijven de bereikbaarheid te verbeteren door afspraken te maken over alternatieve vervoersmogelijkheden. Het scala is breed: van andere vormen van reiskostenvergoeding en mobiliteitspassen tot parkeeroplossingen en bedrijfsvervoer.
Programma Fiets
23
Met de fiets naar het werk De fiets heeft binnen mobiliteitsmanagement een duidelijke plaats. Voor bedrijven met parkeer- en bereikbaarheidsproblemen is het interessant als meer werknemers de fiets naar het werk nemen. Veel bedrijven en instellingen houden al rekening met fietsende werknemers en bezoekers, maar toch komt het regelmatig voor dat er geen fietsvoorzieningen zijn of van matige kwaliteit. Subsidieregeling De positie van de fiets bij werklokaties kan verbeterd worden door de fietser warm te onthalen met een prettige, overdekte fietsenstalling dichtbij de ingang van het bedrijf. Het voorstel is bedrijven te stimuleren te zorgen voor een goede stalling en aanvullende faciliteiten (zoals kleedruimte en lockers) met behulp van een (eenmalige) subsidieregeling die voor een aantal kansrijke bedrijfsterreinen gaat gelden. Bedrijven kunnen met een eigen bijdrage van 50% hoogwaardige fietsparkeergelegenheid realiseren. Aanpak Voorgesteld wordt de mogelijkheden en interesse voor zo’n regeling te onderzoeken binnen de lopende/komende initiatieven op het gebied van Mobiliteitsmanagement Maastricht, de corridor A2 Kerensheide-het Vonderen en in de omgeving Venlo.
Fietsevenementen De fiets heeft ook een sterke sportieve dimensie. Wielrennen en mountainbiken zijn populaire sporten. Sportieve fietsers profiteren van de vele mooie routes in de provincie over prettige wegen en fietspaden. Voor deze groep fietsers worden regelmatig toertochten en wedstrijden georganiseerd die vele deelnemers en bezoekers uit binnen- en buitenland trekken. De provincie ziet deze fietsevenemenen als belangrijke economische activiteiten die ook bijdragen aan de regiobranding van Limburg als toeristische provincie. Het WK Wielrennen dat in 2012 in Limburg wordt gehouden, is op dit vlak een summum. Sportieve fietsers dragen bovendien bij aan een snel imago van de fiets, dat ook uitstraalt naar de dagelijkse mobiliteit. Via vergunningverlening zorgt de provincie Limburg ervoor dat georganiseerde tochten in goede banen worden geleid. Ook werken wij mee aan het initiatief voor bewegwijzering van de Amstel Gold Race voor wielrenners die in Limburg willen fietsen. Dit programma bevat zelf geen maatregelen op het gebied van de fietssport.
Fietsbalans De Fietsersbond organiseert periodiek de Fietsbalans. Met de fietsbalans wordt het fietsklimaat in deelnemende gemeenten in kaart gebracht, onder andere wat betreft de mate van directheid, aantrekkelijkheid, verkeersveiligheid, tevredenheid
24
Programma Fiets
en beleid. Op basis van de resultaten wordt ook de Fietsstad van het jaar gekozen. In het verleden hebben de steden van Limburg en Landgraaf al eens de Fietsbalans laten uitvoeren. Aanpak De fietsbalans is een goede graadmeter voor het fietsbeleid en geeft aanbevelingen hoe het fietsgebruik verder aangemoedigd kan worden. Gemeenten kunnen gestimuleerd worden mee te doen aan de volgende fietsbalans door een actieve promotie door de provincie. Voorgesteld wordt de kosten voor de Fietsbalans voor 50% voor rekening van de provincie te brengen als gemeenten zich laten meten. Dit is van belang voor monitoring van het fietsbeleid in Limburg.
E-bike Een recente innovatie op fietsgebied is de elektrische fiets. De e-bike is in opmars, nu de elektromotors in elektrische fietsen krachtiger worden en langer meegaan, en de prijzen dalen. Waar de fiets met trapondersteuning in het begin vooral door senioren werd gebruikt, komt de e-bike met het uiterlijk van een normale fiets nu ook in beeld bij andere doelgroepen. Met name voor woon-werkverplaatsingen kan de elektrische fiets een interessant alternatief zijn door de voordelen van een groter bereik, weinig inspanning en hogere gemiddelde snelheid. Grote potentie In potentie kan de e-bike fors bijdragen aan het oplossen van bereikbaarheidsknelpunten en verdient dan ook aandacht. Aangezien de elektrische fiets geen aanpassingen aan (fiets)infrastructuur vergt en er sprake is van een normaal functionerende markt, richt de provinciale inzet zich alleen op promotieactiviteiten van de elektrische fiets als utilitair vervoermiddel. Aanpak Concreet is het idee om werknemers kennis te laten maken met de e-bike door fietsen uit te lenen aan bedrijven en werknemers, die de fiets een tijdje kunnen uitproberen. Eventueel kan de actie worden uitgebreid met een reductie op de aanschaf van een e-bike. Gezien de doelgroep past Try-and-bike goed in de plannen van Mobiliteitsmanagement Maastricht, waar we het idee dan ook inbrengen.
Programma Fiets
25
26
Programma Fiets
7
Financieel
Het programma Fiets is als geheel een omvangrijke meerjareninvestering. De uitvoering van het programma berust voor een belangrijk deel op co-financiering. Financiële partners zijn onder andere gemeenten, Prorail en Veolia, die mede door een bijdrage van de provincie in staat worden gesteld fietsprojecten uit te voeren. BDU-Fiets Het financiële kader voor deze subsidies is de BDU. In het PVVP is de bijdrage aan dit programma gesteld op ongeveer € 2,5 mln per jaar. In het Limburgs Mobiliteitsprogramma wordt jaarlijks het budget voor het komende jaar vastgelegd. Voor de BDU Fiets is dat gemiddeld € 2 mln, waarvan 0,5 mln is gereserveerd voor fietsprojecten in de grote steden. Projecten op het gebied van ketenmobiliteit worden in principe gefinancierd uit het bestedingsdoel Bereikbaarheid en doorstroming OV (budget € 1 mln). De fietsprojecten die de provincie zelf als wegbeheerder uitvoert, worden gefinancierd via het MIP. De kosten voor imagoversterkingsprojecten passen binnen de bijdragen die hieraan in het PVVP zijn gelabeld. Verder is er € 10 mln beschikbaar voor fietsprojecten van Heerlen, Sittard-Geleen en Maastricht uit het mobiliteitsfonds Stedelijk Netwerk Zuid-Limburg, waarin de provincie een derde heeft ingelegd. De provincie heeft verder nog € 3,3 mln bijgedragen in het netwerkanalysefonds van Tripool, bestemd voor fietsprojecten van Heerlen, Sittard-Geleen en Maastricht. Kosteninschatting Onderstaand overzicht geeft een indruk van de kosten en lasten voor uitvoering van de programma-onderdelen t/m 2015. De kosten voor het fietsbeleid steden en fietsnetwerk zijn budget-based, waarbij uitgegaan is van een provinciale bijdrage van 25%. Dit is het maximale investeringsvolume wat met de BDU-fiets bereikt kan worden. De andere programmaonderdelen zijn gebaseerd op kosteninschattingen.
Programma Fiets
27
Het programma kan tot en met 2015 in totaal tegen de € 75 mln belopen, waarvan een derde door de provincie wordt gefinancierd. Het grootste deel hiervan betreft infrastructuurprojecten. Het overzicht moet geïnterpreteerd worden als indicatieve financiële doorkijk. Hierop kan geen aanspraak worden gemaakt; de definitieve financiële kaders worden jaarlijks via de begroting en het Limburgs Mobiliteitsprogramma gepresenteerd. (sub)programmaonderdeel
(indicatieve) kosten
provinciale inzet
max. € 12 mln
€ 3 mln
€ 10 mln
€ 3,3 mln
max. € 48 mln
€ 12 mln
€ 2 mln
€ 4 mln
n.n.b.
n.n.b.
verbetering diverse fietsoversteeklokaties
€ 0,1 mln
€ 0,1 mln
verbetering fietsoversteeklokaties (oa. nav. "Op weg naar school")
€ 0,4 mln
€ 0,4 mln
€ 72,5 mln
€ 22,8 mln
fietsparkeren stations 1ste tranche
€ 1,2 mln
€ 0,3 mln
fietsparkeren stations 2de tranche
€ 2 mln
€ 0,5 mln
fietsparkeren bus
€ 0,5 mln
€ 0,25 mln
OV-fiets
€ 0,4 mln
€ 0,4 mln
OV-fiets tweede tranche (optioneel)
€ 0,2 mln
€ 0,2 mln
park-and-bike pilot
€ 50.000
€ 50.000
totaal ketenmobiliteit
€ 4,3 mln
€ 1,7 mln
fietsrouteplanner
€ 0,4 mln
€ 0,1 mln
bedrijven)
€ 0,2 mln
€ 0,1 mln
sponsoring fietsevenementen
€ 50.000
€ 50.000
fietsbalans
€ 50.000
€ 25.000
e-bike try-and-bike
€ 50.000
€ 50.000
€ 0,75 mln
€ 0,3 mln
fietsbeleid steden fietsprojecten Tripool (Netwerkanalyse) fietsroutenetwerk provinciale fietspaden N595 en N564 snelfietsroute(s)
totaal fietsinfrastructuur
mobiliteitsmanagement (subsidieregeling fietsparkeren bij
totaal imagoversterking fiets lichtblauw gemarkeerde onderdelen betreft reeds vastgestelde bijdragen
28
Programma Fiets
8
Planning en organisatie
De provincie heeft zowel een coördinerende als uitvoerende taak om het programma Fiets te verwezenlijken. De coördinatie vanuit de provincie betreft met name de afstemming met gemeenten rond gewenste nieuwe lokale fietsinfraprojecten. Uitvoeringsafspraken over deze projecten maken gemeenten en provincie via de RMO’s bij de jaarlijkse invulling van het BDU-budget. Interne organisatie De fietsinfraprojecten die de provincie zelf uitvoert, worden door de afdeling Mobiliteit voorbereid en door Provinciale Wegen uitgevoerd. Deze afdeling zorgt ook voor het beheer en onderhoud van bestaande fietspaden. De activiteiten op het gebied van imagoversterking worden door de afdeling Mobiliteit ontwikkeld. Planhorizon Het programma Fiets heeft als horizon 2015. Daarbij zijn we deels afhankelijk van de wensen, prioriteiten en financiële mogelijkheden van de lokale wegbeheerders. Bovendien vergt de planvorming van fietspaden veel tijd, zeker als er meerdere grondaankopen of reconstructies in de bebouwde kom aan de orde zijn. De maatregelen op het gebied van fietsparkeren OV en imagoversterking spelen op kortere termijn. Op hoofdlijnen is de planning per (sub)programmaonderdeel als volgt: (sub)programmaonderdeel fietsbeleid steden fietsprojecten Tripool (Netwerkanalyse) fietsroutenetwerk provinciale fietspaden N595 en N564 snelfietsroute(s)
oplevering doorlopend 2010-2015 2010 doorlopend 2010-2015 2012-2015 2011
op weg naar school (school-thuisroutes)
n.n.b.
fietsparkeren stations 1ste tranche
2010
fietsparkeren stations 2de tranche
2011-2012
fietsparkeren bus
2011-2013
OV-fiets
2010
OV-fiets tweede tranche (optioneel)
2012
park-and-bike
2011
fietsrouteplanner
2010
mobiliteitsmanagement (subsidieregeling fietsparkeren bij bedrijven) sponsoring fietsevenementen
2010-2012 doorlopend 2010-2015
fietsbalans
2011
e-bike try-and-bike
2010
Programma Fiets
29
Programma Fiets