Rammelnesten
Colofon Rammelnesten is een aangepaste versie van Kunstenmakers. Een samenwerkingsproject van JSO Expertisecentrum Jeugd Samenleving Opvoeding en Kunstgebouw, stichting Kunst en Cultuur ZuidHolland, Rijswijk. Conceptontwikkeling, auteur educatief materiaal Corie Grootendorst Kunstenaar Nico Parlevliet Bijdragen lied- en educatief materiaal Corrie Brocken, Hildebrand Otto, Lex Gorter, Francisca Stam Dvd Concept en begeleiding: Marja Hamacher, Hildebrand Otto Regie: Henk Augustijn Slagwerkers: Eric Robillard, Frank Wienk, Lonneke van Straaten, Tom Gelissen Redactie Jolanda Konings Désirée Papare EDU-ART
Zeelandsingel 40 6845 BH Arnhem Postbus 30100 6803 AC Arnhem telefoon 026 400 19 00 fax 026 400 19 99 e-mail
[email protected] website www.edu-art.eu © 2008 EDU-ART Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De boomwhackers® die in dit project worden gebruikt zijn enkele jaren geleden ontworpen door Craig Ramsell. De naam boomwhacker® is een geregistreerd merk van Whacky Music, Inc. Zie voor meer informatie de internetsite: www.boomwhackers.com. Hierna wordt gesproken over boomwhacker.
Inhoud Inleiding
3
Route binnenschoolse activiteiten
5
Route binnen- en buitenschoolse activiteiten
9
Kaarten
15
1
2
Inleiding Voor u ligt de lesbrief van het multidisciplinaire project 'Rammelnesten': een project met voornamelijk muziek gecombineerd met beeldend, spel en dans. Het projectmateriaal bestaat uit een totaal van 32 lessen die u met uw leerlingen kunt uitvoeren. Daarvoor gebruikt u de bijgeleverde sets boomwhackers. Dit zijn de gekleurde kunststof buizen die door hun verschil in lengte ieder een eigen klank voortbrengen, en de drie rammelnesten. Doel van het project is stimulering van de ontwikkeling op verschillende multidisciplinaire gebieden, namelijk muziek, spel, dans en beeldend. De leerlingen worden op allerlei manieren geprikkeld en enthousiast gemaakt. De lessen in deze lesbrief zijn onderverdeeld in kennismaking, verdieping en afsluiting en op die manier achter elkaar geordend. Dat geeft u de ruimte om zelf te kiezen welke lessen en disciplines u combineert. De aangegeven leeftijden zijn slechts een indicatie. Na enige aanpassing zouden sommige activiteiten ook geschikt kunnen zijn voor jongere of oudere kinderen. Zonder aanpassing zijn vooral de beeldende activiteiten en spelroute 2 geschikt voor de jongste kinderen. Ook de duur per activiteit is slechts om aan te geven hoe het zou kunnen zijn. Activiteit 1 is een introductiekaart die bedoeld is voor de leerkracht om te lezen. De meeste activiteiten van de routes zijn niet afhankelijk van elkaar en er kan dus ook gekozen worden om bepaalde activiteiten weg te laten (of juist toe te voegen).
Binnen- en buitenschoolse activiteiten Het project Rammelnesten is erg geschikt om in te zetten voor binnen schoolse activiteiten die een vervolg krijgen in buitenschoolse lessen. Een manier van werken die dit project erg interessant maakt voor Brede Scholen. De inhoud van de lessen, die variëren van kennismaking - verdieping - afsluiting, bieden de mogelijkheid om een thema of discipline uit te breiden tot een langere lessenreeks. Het is geen enkel probleem om drie kennismakingsactiviteiten uit te voeren of vier verdiepende activiteiten. En of u deze extra lessen met alle leerlingen uitvoert of sommige alleen met de leerlingen die ook de buitenschoolse activiteiten volgen. Als u er maar op let dat alle leerlingen minimaal één kennismakingsles krijgen, één verdiepende en één afsluitende les.
Samengestelde routes Om u richting te geven in het grote aanbod aan activiteiten hebben we een aantal routes uitgestippeld die u met de leerlingen kunt uitvoeren. Dit is een reeks van ongeveer vier activiteiten die bij elkaar passen en eventueel toewerken naar een leuke presentatie en gebonden aan een discipline of thema. Een activiteit als onderdeel van een reeks duurt ongeveer 30 tot 45 minuten.
Als eerste vindt u de routes voor binnensschoolse activiteiten. Deze routes gaan ervan uit dat alle activiteiten onder schooltijd en met alle leerlingen uitgevoerd worden. Als tweede vind u de routes voor de binnensschoolse activiteiten die een vervolg krijgen in de buitensschoolse uren. Deze routes gaan ervan uit dat alle leerlingen onder schooltijd dezelfde activiteiten volgen en dat sommige leerlingen extra lessen krijgen in de buitenschoolse uren.
3
4
Routes binnenschoolse activiteiten Beeldend Kennismaking
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
activiteitnummer
8
22
23
31
route 1
rammelnesten bekijken
een warm nest
een veilig nest
hoe maak ik een tentoonstelling?
geschikt voor
4-7 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
duur
30 minuten
30 minuten
60 minuten
1 of 2 keer 45 minuten
Kennismaking
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
2
10
20
29
onthulling van de boomwhackers stap 1 t/m 4 geschikt 4 jaar
bouwen met 3 rammelnesten
donkere dieren
hoe maak ik dierenmaskers
4-7 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
30 minuten
45 minuten
30-45 minuten
30 minuten
Kennismaking
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
2
24
25
27
onthulling van de boomwhackers stap 1 t/m 4 geschikt 4 jaar
wat doe je met een stok
stokkendans
hoe maak ik een tentoonstelling?
5-7 jaar
5-7 jaar
4-7 jaar
30 minuten
30 minuten
30 minuten
afhankelijk
Kennismaking
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
activiteitnummer
9
6
23
27
route 2
rammelende nesten
olifant en muis
een veilig nest
hoe maak ik een tentoonstelling?
geschikt voor
stap 1, 2 en 4 geschikt 4 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
duur
30-45 minuten
15-30 minuten
1 uur
afhankelijk
activiteitnummer route 2 geschikt voor duur
Spel activiteitnummer route 1 geschikt voor duur
5
Muziek
activiteitnummer
Kennismaking
Verdieping
Afsluiting
2
9
17
26
stap 1, 2 en 4 geschikt 4 jaar
op stap met een lepeltje stap 1 en 2 geschikt 4 jaar
30 minuten
30-45 minuten
30 minuten
30-45 minuten
Kennismaking
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
Activiteitnummer
3, 5
7
15
28
route 2
tikken, schudden
bom, bom
de dirigent
het grote dierenorkest
geschikt voor
deels geschikt 4 jaar
stap 1 t/m 4 geschikt 4 jaar
stap 1 en 3 geschikt 4 jaar
5-7 jaar
duur
3: 10 minuten per activiteit 5: 30 minuten
30 minuten
30 minuten
30 minuten
route 1 geschikt voor duur
6
Kennismaking onthulling van de boomwhackers stap 1 t/m 4 geschikt 4 jaar
rammelende nesten
speel het parcours 5-7 jaar
Multidisciplinair Olifant en muis Kennismaking
Kennismaking
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
2
9
6
7
28
onthulling van de boomwhackers stap 1 t/m 4 geschikt 4 jaar
rammelende nesten stap 1, 2, 4 geschikt 4 jaar
olifant en muis
bom bom bom
het grote dierenorkest
4-7 jaar
stap 1 t/m 4 geschikt 4 jaar
5-7 jaar
30 minuten
30-45 minuten
15-30 minuten
30 minuten
30 minuten
Kennismaking
Verdieping
Verdieping
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
nummer
9
12
13
14
15
28
activiteit
rammelende nesten
rinkel- en rammelinstrumenten
tik- en trommel instrumenten
klots-, rasp- en rammelflessen
de dirigent
het grote dierenorkest
geschikt voor
stap 1, 2, 4 geschikt 4 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
stap 1, 3 geschikt 4 jaar
5-7 jaar
duur
30-45 minuten
45 minuten
45 minuten
45 minuten
30 minuten
30 minuten
Kennismaking
Verdieping
Verdieping
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
nummer
2
9
11
24
25
27
activiteit
onthulling van de boomhackers
rammelende nesten
het whackorkest
wat doe je met een stok
stokkendans
hoe maak ik een tentoonstelling?
geschikt voor
stap 1 t/m 4 geschikt 4 jaar
stap 1, 2, 4 geschikt 4 jaar
stap 1, 2 geschikt 4 jaar
5-7 jaar
5-7 jaar
4-7 jaar
duur
30 minuten
30-45 minuten
30 minuten
30 minuten
30 minuten
afhankelijk
Verdieping
Verdieping
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
nummer
10
19
20
22
31
activiteit
bouwen met 3 rammelnesten
rommelnesten
donkere dieren
een warm nest
hoe maak ik een tentoonstelling?
geschikt voor
4-7 jaar
5-7 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
duur
45 minuten
45 minuten
30-45 minuten
30 minuten
1 of 2 keer 45 minuten
nummer activiteit geschikt voor duur
Zelfgemaakte instrumenten
De voorstelling
De tentoonstelling
7
Voor de allerjongsten Hieronder de activiteiten die in hun geheel geschikt zijn voor de jongste kinderen. b = beeldend m = muziek s = spel
kennismaking
verdieping
afsluiting
8
nummer
activiteit
6
olifant en muis
S
8
rammelnesten bekijken
B
12
rinkel- en rammelinstrumenten
b
13
tik- en trommelinstrumenten
b
14
klots-, rasp- en rammelflessen
b
16
speel mee met de cd
m
18
met veren en pluimen
b
20
donkere dieren
b
22
een warm nest
b
27
hoe maak ik een voorstelling
s
29
hoe maak ik dierenmaskers
b
30
hoe maak ik een vouwboek
b
31
hoe maak ik een tentoonstelling
b
32
hoe maak ik een poster
b
Routes binnen- en buitensschoolse activiteiten In deze routes vind u in de eerste rij de activiteit die onder schooltijd met alle leerlingen plaats vindt. Daaronder de aanbevolen activiteiten voor de buitenschoolse uren. Het is wel de bedoeling deze activiteiten parallel te laten verlopen, bijvoorbeeld: 1e kennismakingsles in week 1, 1e kennismakingsles in de buitenschoolse uren ook in week 1.
Beeldend Kennismaking
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
activiteitnummer
8
22
23
31
route 1
rammelnesten bekijken
een warm nest
een veilig nest
hoe maak ik een tentoonstelling?
geschikt voor
4-7 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
duur
30 minuten
30 minuten
60 minuten
1 of 2 keer 45 minuten
buitenschools
Kennismaking
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
activiteitnummer
2
18
20
30
onthulling van de boomwhackers stap 1 t/m 4 geschikt 4 jaar
met veren en pluimen
donkere dieren
hoe maak ik een vouwboek
4-7 jaar
4-7 jaar
30 minuten
105 minuten
30-45 minuten
Kennismaking
Kennismaking
Verdieping
Afsluiting
2
10
20
29
onthulling van de boomwhackers stap 1 t/m 4 geschikt 4 jaar
bouwen met 3 rammelnesten
donkere dieren
hoe maak ik een vouwboek
4-7 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
duur
30 minuten
45 minuten
30-45 minuten
30 minuten
buitenschools
Kennismaking
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
activiteitnummer
8
19
21
29
activiteit
rammelnesten bekijken
rommelnesten
de regenboogslang
hoe maak ik een dierenmasker
geschikt voor
4-7 jaar
5-7 jaar
stap 1 t/m 5 geschikt 4 jaar
4-7 jaar
duur
30 minuten
45 minuten
60 minuten
30 minuten
activiteit geschikt voor duur
activiteitnummer route 2 geschikt voor
9
Spel Kennismaking
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
2
24
25
27
onthulling van de boomwhackers stap 1 t/m 4 geschikt 4 jaar
wat doe je met een stok
stokkendans
hoe maak ik een tentoonstelling?
5-7 jaar
5-7 jaar
4-7 jaar
duur
30 minuten
30 minuten
30 minuten
afhankelijk
buitenschools
Kennismaking
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
activiteitnummer
3 t/m 5
6
23
28
activiteit
tikken, rollen, schudden
olifant en muis
een veilig nest
het grote dierenorkest
geschikt voor
4-7 jaar
4-7 jaar
stap 1, 2, 3 geschikt 4 jaar
6-7 jaar
duur
afhankelijk
15-30 minuten
60 minuten
30 minuten
Kennismaking
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
activiteitnummer
9
6
23
27
route 2
rammelende nesten
olifant en muis
een veilig nest
hoe maak ik een tentoonstelling?
geschikt voor
stap 1, 2 en 4 geschikt 4 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
duur
30-45 minuten
15-30 minuten
1 uur
afhankelijk
buitenschools
Kennismaking
Verdieping
Verdieping
activiteitnummer
5
7
28
bom, bom, bom
het grote dierenorkest
4-7 jaar
6-7 jaar
30 minuten
30 minuten
activiteitnummer route 1 geschikt voor
activiteit geschikt voor duur
10
onthulling van de boomwhackers stap 1 t/m 4 4 jaar 30 minuten
Muziek
activiteitnummer route 1 geschikt voor
Kennismaking
Kennismaking
Verdieping
Afsluiting
2
9
17
26
onthulling van de boomwhackers stap 1 t/m 4 geschikt 4 jaar
stap 1, 2 en 4 geschikt 4 jaar
op stap met een lepeltje stap 1 en 2 geschikt 4 jaar
rammelende nesten
speel het parcours 5-7 jaar
duur
30 minuten
30-45 minuten
30 minuten
30-45 minuten
buitenschools
Kennismaking
Kennismaking
Verdieping
Afsluiting
activiteitnummer
7
11
21
28
activiteit
bom, bom
het whackorkest
regenboogslang
het grote dierenorkest
geschikt voor
stap 1 t/m 4 geschikt 4 jaar
stap 1 en 2 geschikt 4 jaar
stap 1 t/m 5 geschikt 4 jaar
5-7 jaar
duur
30 minuten
30 minuten
90 minuten
30 minuten
Kennismaking
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
Activiteitnummer
3, 5
7
23
28
route 2
tikken, schudden
bom, bom
een veilig nest
het grote dierenorkest
geschikt voor
deels geschikt 4 jaar
stap 1 t/m 4 geschikt 4 jaar
stap 1 en 2 geschikt 4 jaar
5-7 jaar
duur
3: 10 minuten per activiteit 5: 30 minuten
30 minuten
60 minuten
30 minuten
buitenschools
Kennismaking
Kennismaking
Verdieping
Afsluiting
activiteitnummer
4 of 2
11
15
21
het whackorkest
de dirigent
regenboogslang
stap 1 en 2 geschikt 4 jaar
stap 1 en 3 geschikt 4 jaar
stap 1 t/m 5 geschikt 4 jaar
30 minuten
30 minuten
90 minuten
activiteit
geschikt voor duur
rollen of onthulling van de boomwhackers 4: stap 1, 4 en 6 2: stap 1 t/m 4 geschik 4 jaar 15-30 minuten
11
Multidisciplinaire routes Olifant en muis
nummer activiteit geschikt voor
Kennismaking
Kennismaking
Kennismaking
Afsluiting
Afsluiting
2
6
7
28
27
olifant en muis
bom bom bom
het grote dierenorkest
hoe maak ik een voorstelling
4-7 jaar
stap 1 t/m 4 geschikt 4 jaar
5-7 jaar
4-7 jaar
onthulling van de boomwhackers stap 1 t/m 4 geschikt 4 jaar
duur
30 minuten
15-30 minuten
30 minuten
30 minuten
afhankelijk
buitenschools
Kennismaking
Kennismaking
Kennismaking
Afsluiting
Afsluiting
nummer
9
23
20
29
30
een veilig nest
donkere dieren
hoe maak ik dierenmaskers
hoe maak ik een vouwboek
stap 1, 2 en 3 geschikt 4 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
60 minuten
30-45 minuten
30 minuten
45 minuten
activiteit geschikt voor duur
rammelende nesten stap 1, 2 en 4 geschikt 4 jaar 30-45 minuten
Zelfgemaakte instrumenten Kennismaking
Verdieping
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
nummer
2
13
14
15
28
activiteit
onthulling van de boomwhackers
tik- en trommel instrumenten
klots-, rasp- en rammelflessen
de dirigent
het grote dierenorkest
geschikt voor
stap 1 t/m 4 geschikt 4 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
stap 1, 3 geschikt 4 jaar
5-7 jaar
duur
30 minuten
45 minuten
45 minuten
30 minuten
30 minuten
buitenschool s
Kennismaking
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
nummer
9
12
16
26
activiteit
rammelende nesten
rinkel- en rammelinstrumenten
speel mee met de cd
speel het parcours
geschikt voor
stap 1, 2 en 4 geschikt 4 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
5-7 jaar
duur
30-45 minuten
45 minuten
15 minuten
30-45 minuten
12
De voorstelling Kennismaking
Verdieping
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
Afsluiting
nummer
2
11
24
25
28
27
activiteit
onthulling van de boomhackers eventueel 3: tikken 4: rollen 5: schudden
het whackorkest
wat doe je met een stok
stokkendans
het grote dierenorkest
hoe maak ik een tentoonstelling?
geschikt voor
deels 4 jaar
stap 1, 2 geschikt 4 jaar
5-7 jaar
5-7 jaar
5-7 jaar
4-7 jaar
duur
afhankelijk
30 minuten
45 minuten
60 minuten
30 minuten
afhankelijk
buitenschools
Kennismaking
Verdieping
Verdieping
Afsluiting
nummer
9
17
23
29
rammelende nesten stap 1, 2 en 4 geschikt 4 jaar
op stap met een lepeltje stap 1 en 2 geschikt 4 jaar
een veilig nest
hoe maak ik dierenmaskers
stap 1, 2 en 3 geschikt 4 jaar
4-7 jaar
30-45 minuten
30 minuten
60 minuten
30 minuten
Kennismaking
Kennismaking
Verdieping
Presentatie
Afsluiting
nummer
2
10
20
30
31
activiteit
onthulling van de boomhackers
bouwen met 3 rammelnesten
donkere dieren
hoe maak ik een vouwboek
hoe maak ik een tentoonstelling?
geschikt voor
stap 1 t/m 4 geschikt 4 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
4-7 jaar
duur
30 minuten
45 minuten
30-45 minuten
45 minuten
1 of 2 keer 45 minuten
buitenschools
Kennismaking
Kennismaking
Verdieping
Presentatie
nummer
8
18
19
22
activiteit
rammelnesten bekijken
met veren en pluimen
rommelnesten
een warm nest
geschikt voor
4-7 jaar
4-7 jaar
5-7 jaar
4-7 jaar
duur
30 minuten
105 minuten
45 minuten
30 minuten
activiteit geschikt voor duur
De tentoonstelling
13
Voor de allerjongsten Hieronder de activiteiten die in hun geheel geschikt zijn voor de jongste kinderen. b = beeldend m = muziek s = spel
kennismaking
verdieping
afsluiting
14
nummer
activiteit
6
olifant en muis
S
8
rammelnesten bekijken
B
12
rinkel- en rammelinstrumenten
b
13
tik- en trommelinstrumenten
b
14
klots-, rasp- en rammelflessen
b
16
speel mee met de cd
m
18
met veren en pluimen
b
20
donkere dieren
b
22
een warm nest
b
27
hoe maak ik een voorstelling
s
29
hoe maak ik dierenmaskers
b
30
hoe maak ik een vouwboek
b
31
hoe maak ik een tentoonstelling
b
32
hoe maak ik een poster
b
1 Wat zijn boomwhackers? Geschikt voor
kennismaking
4-7 jaar
Boomwhackers zijn slaginstrumenten in de vorm van gestemde, holle plastic buizen. Ze komen tot klinken door er mee op een willekeurig oppervlak te tikken. Ook kunnen ze stuk voor stuk of naast elkaar liggend op de grond (als een grote xylofoon) worden bespeeld met kleine trommelstokken of andere voorwerpen. De buizen zijn gestemd en hebben ieder een eigen klank: 1 set bassen diatonisch en 1 set pentatonisch. kleur rood oranje geel lichtgroen donkergroen blauw paars rood
toonhoogte c - do d - re e - mi f - fa g - so a - la b - ti c - do
Boomwhackers zijn geschikt voor kinderen die de fijne motoriek nog volop ontwikkelen. Het zijn goed bruikbare instrumenten om ritme, samenklank of melodie te ontdekken. Samen musiceren met boomwhackers vereist concentratie. Kinderen tussen 4 en 7 jaar kunnen maximaal 15-20 minuten samenspelen met boomwhackers. Enkele aanwijzingen Spreek van te voren af dat boomwhackers niet gebruikt mogen worden als zwaarden, stokken of speren. Laat de leerlingen zelf ontdekken hoe je de beste klankkwaliteit krijgt: tikken in je hand, op je arm, je schouders, de zijkant van je schoenen, de stoelleuning, het tafelblad, de muur, de vloer (met vloerbedekking of met zeil), enzovoort. Een hard oppervlak kan ook bedekt worden door bijvoorbeeld een handdoek. Welk klankverschil hoor je dan? Het best klinkende resultaat wordt bereikt als de buis ongeveer 10 centimeter van het uiteinde wordt bespeeld. De boomwhackers kunnen ook met ritmestokjes, kloppertjes en zelfs met potloden worden bespeeld. . Bij harde tikken is er minder resonans te horen. De klankkwaliteit is het beste als je de boomwhackers losjes vasthoudt en terug laat 'stuiteren' van de grond. Dit vereist enige oefening. De dvd De dvd Boemboom toont een tiental korte tracks waarop de boomwhackers worden bespeeld door slagwerkers. De tracks laten verschillende speelwijzen zien en zijn bedoeld om begeleiders en leerlingen te inspireren. Bekijk van tevoren de dvd en kies fragmenten die u aan de leerlingen wilt laten zien.
15
16
2 De onthulling van de boomwhackers? Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit Nodig
Duur Voorbereiding
kennismaking
muziek 4-7 jaar de nummers t/m zijn geschikt voor vierjarigen ontdekken en spelen introductie in de hele groep, daarna groepjes van maximaal 6 leerlingen de leerlingen ontdekken zoveel mogelijk verschillende klankmogelijkheden van de boomwhackers 1 boomwhacker per leerling 7 linten van crêpepapier of 7 kleine touwen cd track 1: loopmuziek cd-speler dvd 'boemboom' dvd-speler 30 minuten maak evenveel bundels boomwhackers als er groepjes leerlingen zijn bind de boomwhackers (7 à 8) samen met een grote strik van crêpepapier of met een touw zet de bundels met voldoende tussenplaatsen, op verschillende plaatsen in de ruimte, rechtop neer op
Aan de slag
De leerlingen zitten in een kring rond een aantal bundels boomwhackers. Vertel dat deze muziekinstrumenten boomwhackers heten. Trek op theatrale wijze de strik van het lint of touw los en verklaar daarbij plechtig het kunstproject voor geopend. Vraag aan de leerlingen of de omgevallen boomwhackers lang of kort, hard of zacht hebben geklonken. Herhaal deze vraag bij het lostrekken van de strik van de tweede bundel boomwhackers.
De leerlingen luisteren naar het omvallen van de derde en volgende bundels boomwhackers en proberen het geluid daarvan zo goed mogelijk met hun stem te imiteren.
Als alle bundels boomwhackers zijn onthuld, krijgt iedere leerling een eigen boomwhacker. Individueel of samen onderzoeken de leerlingen de klankmogelijkheden van de boomwhackers. Neem hiervoor ruim de tijd. Het is de bedoeling dat de leerlingen zoveel mogelijk verschillende speelmanieren ontdekken.
De leerlingen laten aan elkaar verschillende speelmanieren horen. Vraag naar de klank die daarbij ontstaat: hard of zacht, scherp of dof, enzovoort.
5
Alle leerlingen zitten in een kring met de eigen boomwhacker in de hand. Om beurten maakt iedere leerling één origineel geluid met zijn of haar boomwhacker. Ieder volgend geluid moet 'nieuw' zijn, dat wil zeggen: nog niet eerder door een andere leerling in de kring gemaakt. Klinkt er een 'oud' geluid, of wordt er te lang nagedacht, dan is de betreffende leerling af. Hoeveel keer zal een klankketting met nieuwe geluiden in de kring van de leerlingen kunnen rondgaan?
17
6
Alle leerlingen lopen vrij door het speellokaal in de maat van de muziek (track 1) en tikken daarbij met hun boomwhacker in de handpalm mee. Zet op onregelmatige momenten met behulp van de pauzetoets de muziek stil en roep daarna een van de zeven kleuren van de boomwhackers. De leerlingen met boomwhackers van de genoemde kleur gaan bij elkaar staan en maken met een lint of een touw weer een bundel van hun boomwhackers, precies zoals in het begin. Deze leerlingen blijven bij hun gebundelde boomwhackers staan. De andere leerlingen lopen ondertussen weer mee in de maat van de muziek totdat u in de volgende stilte een andere kleur noemt. Op het eind zijn er zeven bundels boomwhackers van dezelfde kleur gevormd.
7
Kijk samen met de leerlingen ter afsluiting enige fragmenten uit de dvd Boemboom.
Documentatie Leg de eerste reacties van de leerlingen op de boomwhackers vast. Fotografeer of film de activiteiten. Vraag de leerlingen tekeningen te maken van boomwhackers.
18
3 Tikken Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit
Nodig
Duur
kennismaking
muziek 4-7 jaar de nummers b, c, e en f zijn geschikt voor vierjarigen ontdekken en spelen variabel de leerlingen ontdekken spelenderwijs welke klanken je door middel van tikken met boomwhackers kunt maken. Daarna voeren ze met die manieren van spelen één of meer muzikale spelvormen uit. 1 boomwhacker per leerling linten en touwen cd track 1: loopmuziek cd track 2: speel op de whackers (vocaal) cd track 3: speel op d whackers (instrumentaal) cd-speler dvd 'boemboom' dvd-speler afhankelijk van het aantal uit te voeren activiteiten: 10 minuten per activiteit
Aan de slag 1
Laat de leerlingen individueel of in kleine groepjes (her)ontdekken op welke manieren je kunt tikken met of op de boomwhackers. De leerlingen ervaren dat een zachte of harde ondergrond een ander geluid oplevert. Ook tikken op de boomwhacker met een lepeltje levert een ander geluid op dan tikken met de nagels van je vingers.
2 Voer één of meer van de volgende spelvormen met de boomwhackers uit: 2a klankketting Om beurten proberen de leerlingen nu zo snel mogelijk na elkaar te spelen door met de boomwhacker op de grond te tikken. Wordt het geluid regelmatig doorgegeven in de kring? Laat de leerlingen varianten op dit doorgeefspel bedenken: iedere leerling moet twee maal tikken, alle leerlingen met rode boomwhackers moeten driemaal op hun schoen tikken, enzovoorts. b klanklawine Alle leerlingen zitten in een kring met een boomwhacker in de hand. Een door u aangewezen leerling begint voortdurend te tikken met of op de boomwhacker, een tweede door u aangewezen leerling gaat meedoen, een derde leerling, totdat alle leerlingen meedoen. Daarna maakt u door middel van een wegveeggebaar duidelijk welke leerlingen moeten stoppen. Aan het eind tikt er nog maar één leerling. c klankwandeling1 Iedere leerling zit op een eigen plekje in het speellokaal. U loopt tussen de leerlingen door. De afspraak daarbij is dat alleen de leerling dat u passeert met of op de eigen boomwhacker mag tikken. De andere leerlingen wachten tot het hun beurt is om (even) te gaan tikken. Na zelf een aantal keer te hebben rondgelopen kunt u ook een leerling laten 'klankwandelen'. 2d klankwandeling 2 Alle leerlingen zitten in twee rijen tegenover elkaar in het speellokaal. U loopt tussen deze rij door. De afspraak daarbij is dat alle leerlingen zó met hun boomwhackers meespelen dat te horen is hóe u loopt: zwaar of licht, snel of langzaam, plotseling stilstaand of verder lopend, enzovoorts. Ook dit wandelen kunt u na enkele herhalingen door een leerling laten doen.
19
e liedje speel op de boomwhackers Zing het lied voor of laat het horen (track 2). De leerlingen tikken tussen de regels door steeds drie keer heel hard, wat zachter, heel zacht, nog zachter en tenslotte uiterst zacht met hun boomwhackers. Herhaal het liedje zonder onderbreking een aantal keer. Gebruik na een aantal herhalingen de instrumentale versie(track 3). Vallen alle leerlingen dan ook op het juiste moment in? f lichaamstaal Alle leerlingen staan vrij opgesteld in het speellokaal met goed zicht op u. Start de loopmuziek (track 1) en doe voor op welk deel van hun lichaam de leerlingen in de maat moeten tikken. Na enkele herhalingen doet u zelf de bewegingen niet meer voor, maar noemt u uitsluitend de naam van het lichaamsdeel waarop de leerlingen moeten tikken. 2g telwerk Alle leerlingen hebben een eigen boomwhacker. Op het moment dat u een kleur noemt, bijvoorbeeld 'rood', beginnen alle leerlingen met een buis in die kleur zachtjes mee te tikken. Op het moment dat u een andere kleur noemt gaan andere leerlingen spelen. Ook de volgende speelopdrachten met allerlei zelf te bedenken varianten zijn mogelijk: speel 3x rood speel 2x groen speel langzaam 2x paars enzovoort 3
Kijk samen met de leerlingen ter afsluiting enige fragmenten uit de dvd Boem.
Speel op de whackers (tik, tik, tik) We spelen heel hard. (tik, tik, tik) We spelen wat zachter. (tik, tik, tik) En we spelen heel zacht. (tik, tik, tik) We spelen nog zachter. (tik, tik, tik) Tot je bijna niks hoort. (tik, tik, tik)
20
4 Rollen Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit
Nodig
Duur
kennismaking
muziek 4-7 jaar de nummers , en zijn geschikt voor vierjarigen ontdekken, spelen en zingen variabel de leerlingen ontdekken spelenderwijs welke klanken je door middel van rollen met boomwhackers kunt maken. Daarna voeren ze met die manier enkele muzikale spelvormen uit. 1 boomwhacker per leerling eventueel een triangel voor stap 3 cd track 4: muziek om bij te rollen cd-speler dvd 'boemboom' dvd-speler 15-30 minuten
Aan de slag
De leerlingen zitten verspreid op hun knieën in de ruimte. Vóór iedere leerling ligt een boomwhacker op de grond. Laat de leerlingen individueel (her)ontdekken op welke manieren je geluid kunt maken met een boomwhacker door ermee te rollen. De leerlingen rollen de boomwhackers voor zich uit, heen en weer, met beide handen. Laat enkele leerlingen deze bewegingen voordoen. Vraag de leerlingen of je verschil kunt horen tussen snel of langzaam rollen.
2
Zing met de leerlingen een willekeurig bekend liedje en laat ze daarbij langzaam in de maat van het lied met hun boomwhacker heen en weer rollen. Pas het tempo van het zingen zo veel mogelijk aan het tempo van het rollen aan. Overdrijf bij het zingen de klemtonen in de tekst, zodat de leerlingen goed aanvoelen wanneer er gerold moet worden.
3
De leerlingen voeren deze rolbewegingen uit in de maat van de muziek (track 4). Het tempo van de muziek is erg langzaam. Geef in het begin eventueel zelf met behulp van een tikje op een triangel aan wanneer de leerlingen de volgende rolbeweging moeten maken.
De leerlingen zitten op de knieën in twee rijen tegenover elkaar. De onderlinge afstand is ongeveer een meter. Op uw teken rollen de eerste leerlingen van iedere rij, na elkaar, hun boomwhacker naar de overkant. Hierna zijn de volgende tweetallen aan de beurt. Het naar de overkant rollen moet zonder onderbreking doorgaan en vooral na elkaar gebeuren. Bij iedere herhaling van dit spel kan de onderlinge afstand worden vergroot, zodat de klank van de rollende boomwhackers ook steeds langer wordt.
5
De spelvorm van de vorige stap kan ook als een 'wave' worden uitgevoerd. Voordat de laatste leerlingen van iedere rij de boomwhacker naar elkaar toe rollen begint het eerste tweetal leerlingen, op uw teken, opnieuw.
Kijk samen met de leerlingen ter afsluiting enige fragmenten uit de dvd Boemboom.
21
22
5 Schudden Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit
Nodig
Duur
kennismaking
muziek 4-7 jaar de nummers , , , (1e deel) en zijn geschikt voor vierjarigen ontdekken, spelen en zingen variabel de leerlingen ontdekken spelenderwijs welke klanken je door middel van schudden met boomwhackers kunt maken. Daarna voeren ze met die manier enkele muzikale spelvormen uit. boomwhackers met octavatorcaps 1 boomwhacker per leerling 1 velletje aluminiumfolie per leerling lapjes, stevig papier en sterk elastiek cd track 2: speel op de whackers (vocaal) cd track 3: speel op de whackers (instrumentaal) cd-speler dvd 'boemboom' dvd-speler 30 minuten
Aan de slag
Alle leerlingen zitten in een kring en hebben een boomwhacker waarop aan de onderzijde een octavator cap is geschoven. Deel de velletjes aluminiumfolie uit en vraag de leerlingen er een balletje van te maken dat past in de boomwhacker. Op welke manier kun je het balletje laten horen? Het balletje mag er niet uitrollen.
Dirigentenspel: maak snelle of langzame schudbewegingen met uw handen; de leerlingen imiteren deze bewegingen met hun boomwhackers en balletjes. Hou het spannend door zo nu en dan uw beweging te bevriezen. Stopt iedereen op het juiste moment?
Doorgeefspel: alleen de eerste leerling van de kring heeft nu een bolletje van aluminiumfolie in de boomwhacker, de buizen van de anderen zijn leeg. De eerste leerling schudt kort met het bolletje en probeert het dan, zonder dat het bolletje op de grond valt, door te geven aan de volgende in de kring. Ook deze schudt even met het bolletje en geeft het door aan de volgende, enzovoort. Ook deze activiteit kan als een wave met twee of drie balletjes na elkaar worden uitgevoerd.
4
Laat de leerlingen individueel of in kleine groepjes op zoek gaan naar kleine voorwerpen in het klaslokaal en ontdekken op welke manieren je daarmee kunt schudden in de boomwhackers. Eén voor één laten de leerlingen de geluiden aan elkaar horen. Bespreek daarna kort welke voorwerpen of materialen een hard of een zacht geluid maken. Sluit iedere boomwhacker ook aan de bovenzijde af, zodat de leerlingen ook horizontaal met de boomwhackers kunnen schudden. U kunt hiervoor een lapje of stevig papier gebruiken dat u vastzet met een sterk elastiek. Ook deze horizontale speelmanier levert weer nieuwe klanken op, niet alleen door golvende bewegingen te maken maar ook door de buis zelf langzaam rond te draaien.
23
Zing met de leerlingen het lied 'Speel op de whackers'. Gebruik eventueel als tekstvariant 'Schud met de whackers'. Het liedje staat in een vocale en een instrumentale versie (track 2 en 3). In plaats van alle leerlingen op alle momenten tijdens het liedje te laten meespelen kunt u ook met de leerlingen uitzoeken welke boomwhackers het beste klinken bij de verschillende onderdelen van het lied. In het liedje worden vijf geluidssterkten genoemd: heel hard, wat zachter, heel zacht, nog zachter, tot je bijna niets hoort. Wie heeft een boomwhacker met een hard of een zacht geluid, wie heeft er iets tussenin? Vorm vijf groepjes leerlingen die op het juiste moment tijdens het liedje meespelen in de gevraagde geluidssterkte. De eerste keer na 'Speel op de whackers' spelen alle groepen samen. Vervang het zingen van de leerlingen ook eens door de instrumentale versie van de cd te laten horen.
Kijk samen met de leerlingen ter afsluiting enige fragmenten uit de dvd Boemboom.
Speel op de whackers (tik, tik, tik) We spelen heel hard. (tik, tik, tik) We spelen wat zachter. (tik, tik, tik) En we spelen heel zacht. (tik, tik, tik) We spelen nog zachter. (tik, tik, tik) Tot je bijna niks hoort. (tik, tik, tik)
24
6 Olifant en muis Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit
Nodig
Duur Voorbereiding
kennismaking
spel en muziek 4-7 jaar deze activiteit is in zijn geheel geschikt voor vierjarigen spel, vrij bewegen door de ruimte hele groep als een muis en een olifant bewegen de leerlingen zich langzaam en snel door de ruimte. Ze reageren op afbeeldingen van de dieren en op het orkest van boomwhackers. De leerlingen spelen vlug en langzaam op de boomwahckers als muis of olifant wordt getoond. een lege ruimte, bijvoorbeeld speellokaal boomwhackers kopieën van de afbeeldingen van muis en olifant 15-30 minuten kopieer de afbeeldingen van muis en olifant en vergroot deze eventueel maak daarmee 2 kaarten (1 van olifant en 1 van muis)
Aan de slag 1
U vertelt dat u twee dieren hebt meegenomen. Laat de muis en de olifant aan de leerlingen zien. Vraag aan de leerlingen hoe elk dier loopt en laat een leerling het voordoen. Alle leerlingen doen dit na. Leg de nadruk op langzaam en vlug, en niet op stampen.
2
De leerlingen lopen door de ruimte, ze blijven u in de gaten houden. Houd om de beurt een kaart omhoog en de leerlingen lopen als muis of olifant. Wissel dit steeds af, soms lang, soms kort.
3
Geef alle leerlingen een boomwhacker. Hoe klinken muis en olifant als je dat op een boomwhacker speelt? Houd weer om beurten de kaarten omhoog. De leerlingen reageren daar met de boomwhackers op.
4
Maak twee groepen. Eén groep is het orkest en krijgt boomwhackers (deze groep heeft een vaste plek in de ruimte). De anderen leerlingen zijn de lopers. Ga met de kaarten bij het orkest staan. Het orkest speelt de muziek van de kaart die u ophoudt, de lopers reageren op het orkest.
5
Maak drie groepen. Eén groep is het orkest, één groep is de olifant, één groep is de muis. Laat de kaarten weer om en om aan het orkest zien. De groep olifant gaat alleen lopen bij olifantenmuziek en de muizen alleen bij muizenmuziek.
6
Wissel de groepen een aantal keer zodat iedereen een keer in het orkest heeft gezeten.
Tip Experimenteer samen met de leerlingen met andere diersoorten of nodig de leerlingen uit dat te doen.
25
26
7 Bom, bom, bom Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit Nodig
Duur
kennismaking
muziek 4-7 jaar de nummers t/m zijn geschikt voor vierjarigen zingen en spelen op instrumenten variabel de leerlingen leren een nieuw lied en begeleiden zichzelf daarbij met verschillende klanken van de boomwhackers boomwhackers cd track 5: 'bom, bom, bom' cd track 6: bom, bom, bom' cd-speler 30 minuten
Aan de slag
Zing het lied 'Bom, bom, bom' voor of laat het de leerlingen horen (track 5). Stel vragen over de inhoud van het lied: over welke twee dieren gaat het in dit lied? Zijn het vrienden? Hoe weet je dat? Laat het lied nog een of twee keer horen en vraag daarna de leerlingen het lied mee te zingen. Let op een goede houding bij het zingen en een duidelijk zichtbare, en daardoor ook verstaanbare, uitspraak van de tekst.
De leerlingen zingen het lied zelfstandig. Gebruik daarbij de instrumentale begeleiding (track 6).
Tijdens de vorige spelactiviteit (kennismakingskaart 6) hebben de leerlingen met de boomwhackers olifanten- en muizenmuziek gemaakt. Het ging daarbij vooral om snel of langzaam spelen. Herhaal de daar beschreven olifanten- en muizenmuziek en laat deze muziek spelen door een groepje leerlingen dat u 'orkest A' noemt. De overige leerlingen zingen daarna aansluitend het lied van de olifant.
Tijdens het zingen van het lied spelen enkele andere leerlingen met hun boomwhacker mee in de maat. Noem deze groep 'orkest B'. Vermijd hierbij de buizen met de tonen F (lichtgroen) en B (paars) omdat deze minder goed passen in de toonsoort van het lied.
5
Voer het gehele liedje uit met muziek voor en tussen de coupletten door van orkest A. Orkest B speelt de ritmische begeleiding tijdens het zingen. Wissel de zangers en de spelers een aantal keer af zodat iedereen een keer in een van de groepen heeft meegedaan.
Tip Varieer hierop: orkest A speelt uitsluitend olifantenmuziek als voorspel van couplet 1. Het tweede couplet gaat over de muis, daar hoort dus vooraf muizenmuziek te klinken. Bespreek met de leerlingen van orkest A hoe ze gaan spelen voorafgaand aan het derde couplet waarin het over beide dieren gaat. Speelt iedereen olifanten- en muizenmuziek na elkaar? Zou het ook door elkaar gespeeld kunnen worden? Hoe pak je dat dan aan? Bedenk samen met de leerlingen nieuwe coupletten bij het lied met andere dieren.
27
Bom bom bom
Bom bom bom Bom bom bom kijk daar gaat olifant, Wat is hij groot, wat is hij sterk Bom bom bom kijk daar gaat olifant, Wij lopen met hem mee. Trip trip trip, daar rent een kleine muis Wat is hij snel, wat is hij slim Trip trip trip, daar rent een kleine muis Wij rennen met hem mee. Klap klap klap voor muis en olifant Muis is heel slim, olifant groot Met zijn twee lopen zij hand in hand Wij lopen met hen mee.
28
8 Rammelnesten bekijken Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit Nodig
Duur Voorbereiding
Belangrijk!
kennismaking
beeldend 4-7 jaar deze activiteit is in zijn geheel geschikt voor vierjarigen de kunstwerken bekijken variabel rammelnesten van Nico Parlevliet wordt geïntroduceerd. De leerlingen combineren de boomwhackers. rammelnesten boomwhackers kleed of lap 30 minuten onderzoek ter voorbereiding de bouwmogelijkheden met de boomwhackers in één object (zie voorbeeldfoto's in de projectkoffer) De rammelnesten zijn unieke en kostbare kunstwerken. De leerlingen werken alleen met de rammelnesten onder toezicht.
Aan de slag 1
Haal één object uit de kist met de rammelnesten en leg die op het kleed in de kring. Kijk samen met de leerlingen naar dit wonderlijke ding. Waar doet die hen aan denken?
2
Geef de leerlingen de tijd om zoveel mogelijk details te benoemen. Bekijk het object van alle kanten. Het is aan alle kanten anders. Vraag de leerlingen te vertellen wat zij vanaf hun plek aan het object kunnen zien.
3
Eén leerling mag het object voorzichtig oppakken en voelen hoe zwaar het is, horen dat het geluid maakt, het neerzetten 'op z'n mooiste kant'.
4
Dit object is een kunstwerk. De kunstenaar die dit object heeft gemaakt noemt het een nest. Kunnen de leerlingen zien wie er in dit nest wonen? Is het een vogelnest of wonen er andere dieren in?
5
U bekijkt zo ook het tweede en het derde rammelnest. U vergelijkt de drie nesten met elkaar.
6
Onderzoek samen met de leerlingen wat er gebeurt als je boomwhackers in de gaten steekt. Wat verandert er nu? U onderzoekt de verschillende mogelijkheden. Hoe worden de objecten samen met boomwhackers het mooist?
7
De leerlingen maken verschillende opstellingen.
8
De leerlingen maken vrije tekeningen of schilderijen naar aanleiding van de objecten.
Tip De leerlingen kunnen in boeken en tijdschriften dierenafbeeldingen, knuffels en speelgoedbeesten zoeken die ze ook in de rammelnesten zien.
Documentatie Beschrijf wat leerlingen zien in de rammelnesten, wat hen het eerst opvalt, maak samen met hen foto's van de verschillende mogelijkheden met de nesten. Maak verzamelvellen van hun opmerkingen.
29
Over Nico Parlevliet Bij de kunstwerken van Nico Parlevliet blijft het nooit bij kijken alleen. Hij maakt werken waarbij zijn publiek de mogelijkheid heeft om naast het kijken en luisteren ook de smaak-, reuk- of tastzin te gebruiken. "Ruik de tijd, hoor de beweging, kijk naar de klank" is zijn motto. Nico's favoriete zintuig is het oor: zijn kunstwerken ritselen, neuriën, klingelen of fluisteren. Je ziet ze bewegen en langzaam van vorm veranderen. Hij maakte al eens 'The crying Carpet', een fluitend vloerkleed dat door 10 luchtbedpompjes kon worden opgepompt en fluitend weer uitademde. Een ander voorbeeld is het 'Mooi weer rinkelding', waarbij motortjes die de geluiden voortbrachten, werden aangedreven door zonne-energie. Zo kon je de zon dus horen schijnen! De rammelnesten zijn raadselachtige objecten die door hun vorm de fantasie van leerlingen prikkelen. Je kunt ze van alle kanten bekijken en sommige leerlingen zullen er poten, nekken, koppen of ledematen van dieren in zien. Ze rammelen als je ze schudt... Ze vormen ook de koppelstukken die boomwhackers verbinden en een nieuwe betekenis geven: ze worden zo ook tot bouwmateriaal en ze inspireren tot steeds weer nieuwe verhalen en activiteiten. Kijk voor meer informatie over Nico Parlevliet op de website: www.parl.nl.
Mooi weer rinkelding
30
The crying carpet
9 Rammelende nesten Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit
Nodig
Duur
Belangrijk!
kennismaking
muziek 4-7 jaar de nummers , en zijn geschikt voor vierjarigen ontdekken, bewegen en spelen met de kunstwerken variabel de rammelnesten van Nico Parlevliet worden geïntroduceerd en de klankmogelijkheden ervan uitgeprobeerd. Daarna voeren de leerlingen er enkele spel- en bewegingsvormen mee uit. rammelnesten boomwhackers ritmestokjes of andere voorwerpen om mee te tikken cd track 1: loopmuziek cd-speler 30-45 minuten De rammelnesten zijn unieke en kostbare kunstwerken. De leerlingen werken alleen met de rammelnesten onder toezicht.
Aan de slag Twee rammelnesten staan ver van elkaar opgesteld in de werkruimte, de derde staat aan de zijkant. De leerlingen zitten in een kring rond één rammelnest. De leerlingen hebben vast al ontdekt dat deze nesten ook zelf geluid kunnen maken. Laat één voor één de leerlingen steeds een ander (nieuw) geluid zoeken met het rammelnest in de kring. Hoeveel verschillende geluiden kunnen we met elkaar bedenken? Tel maar mee! Eén leerling gaat bij het andere rammelnest buiten de kring zitten. Deze leerling laat een manier van spelen horen op het tweede rammelnest. Wie van de leerlingen in de kring kan deze manier van spelen nadoen op het rammelnest? Klinkt het precies hetzelfde? Geef meerdere beurten. 3
Maak de ruimte vrij om te kunnen bewegen. De leerlingen staan los van elkaar. Leg uit dat u met een rammelnest laat horen hoe iedereen moet lopen. U rammelt bijvoorbeeld drie keer; daarna loopt ieder drie stappen voorwaarts. Ook als u snel of langzaam rammelt of juist heel hard of zacht, moet dat daarna in de beweging van de leerlingen te zien zijn. Dat kan door op de tenen te lopen of te stampen. Geef steeds door middel van een knikje met het hoofd aan wanneer de leerlingen met hun bewegingen moeten beginnen. Varieer zoveel mogelijk en maak stap voor stap de reeks van rammelgeluiden langer.
Bespreek met de leerlingen welke bewegingen van dieren passen bij de verschillende geluiden van het rammelnest. Bijvoorbeeld lopen als een olifant bij sterke geluiden, trippelen als een muis bij snelle en zachte geluiden. Nadat enkele dierenbewegingen zijn uitgeprobeerd, spreekt u met de leerlingen af welke dierenbewegingen horen bij een bepaalde manier van spelen op het rammelnest. Speel op het rammelnest een aantal verschillende geluiden na elkaar; de leerlingen reageren hierop met de juiste dierenbewegingen.
31
32
10 Bouwen met drie rammelnesten Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit Nodig
Duur Voorbereiding
Belangrijk!
kennismaking
beeldend 4-7 jaar deze activiteit is in zijn geheel geschikt voor vierjarigen bouwen, construeren en tekenen, schilderen of boetseren eerst de hele groep, daarna individueel de leerlingen onderzoeken hoe de drie rammelnesten, door middel van boomwhackers met elkaar verbonden kunnen worden. rammelnesten 7 boomwhackers gekleurde limonaderietjes boetseerklei of plasticine/kleiplanken potloden om gaatjes in de klei te prikken 15 minuten bouwen en kijken 30 minuten beeldende vorming onderzoek de verschillende bouwmogelijkheden met de rammelnesten (zie voorbeeldfoto's in de projectkoffer) De rammelnesten zijn unieke en kostbare kunstwerken. De leerlingen werken alleen met de rammelnesten onder toezicht.
Aan de slag 1
Maak voordat de leerlingen binnenkomen een bouwwerk van twee rammelnesten en boomwhackers. Plaats dit op een kleed in de kring. De leerlingen zitten er vervolgens omheen. Kijk samen met hen naar dit nieuwe kunstwerk. Wat is veranderd? Waar doet dit nieuwe bouwwerk de leerlingen aan denken?
2
Er is nog één rammelnest over. Wie weet een manier om het aan de andere twee vast te zetten? Kan het ook anders? Bouw samen met de leerlingen door totdat een mooi bouwwerk is gemaakt dat een poosje kan blijven staan.
3
De leerlingen kiezen nu hun verwerkingsmateriaal. Ze gebruiken om te beginnen drie of vijf rietjes en twee of drie bolletjes klei, passend in hun hand.
4
De leerlingen maken hun rammelnesten. Zij kunnen hun rammelnesten staarten, koppen, vleugels en poten geven. Zij kunnen natuurlijk ook heel eigen vormen kiezen. Zij maken in hun rammelnesten met een potlood gaatjes voor de rietjes. Zij verbinden hun rammelnesten met rietjes.
5
Bekijk samen met de leerlingen hun kunstwerken. Lijken zij op die van Nico Parlevliet of hebben ze heel andere gemaakt? Hebben zij dieren gemaakt? Zijn er groepjes van dieren te maken die bij elkaar horen? Weten de leerlingen mooie namen voor hun rammelnesten?
Tip De leerlingen kunnen hun werkstukken met rietjes, of stokjes en andere materialen uitbouwen en aan elkaar verbinden tot één groot rammelnest.
Documentatie Fotografeer de bouwwerken met de rammelnesten, zowel de kunstwerken als de werkstukken met klei en rietjes. De leerlingen kunnen de kunstwerken ook tekenen.
33
Ontwerpen van Nico Parlevliet: rietjes en klei enkel en verbonden
34
11 Het Whack-orkest Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit Nodig
Duur
verdieping
muziek 4-7 jaar de nummers en zijn geschikt voor vierjarigen spelen op instrumenten variabel de leerlingen spelen met boomwhackers mee met muziek. Zij gebruiken daarbij verschillende manieren van spelen en reageren op aanwijzingen van een dirigent. boomwhackers om te tikken, te rollen en te schudden (gevuld met diverse materialen) voor iedere leerling een instrument cd track 7: invulmuziek cd track 8: meespeelmuziek 1 cd-speler dvd 'boemboom' dvd-speler 30 minuten
Aan de slag De leerlingen zitten met hun boomwhackers in een kring. Laat een gedeelte horen van track 7 en klap tijdens de stiltemomenten steeds twee keer in de handen. Op deze manier vult u de stilte tussen de muziekzinnen op. Na enkele herhalingen gaan de leerlingen na een uitnodigend gebaar van uw kant meedoen. Als dit goed gaat, start u track 7 opnieuw en laat u de leerlingen zelfstandig de twee handklappen uitvoeren tijdens de muziek. Iedere leerling krijgt een boomwhacker waarmee het naar eigen keuze twee keer gaat tikken of schudden tussen de muziekzinnen van track 7 door. Begon iedereen op het juiste moment en speelde iedereen twee keer? 3
Geef door middel van handgebaren aan of de leerlingen tussen de muziekzinnen tikken of schudden. Laat de leerlingen deze handgebaren ruim van te voren zien. U kunt de groep leerlingen ook in tweeën verdelen. Ieder groepje neemt dan één van de speelmanieren (tikken of schudden) voor zijn rekening op het moment dat u dat aangeeft.
4
Laat een gedeelte van track 8 horen en vraag de leerlingen om met hun boomwhackers mee te spelen in de maat van de muziek. Als dit goed gaat, start u track 8 opnieuw en geeft u (groepjes) leerlingen door middel van handgebaren aan hoe er met de muziek meegespeeld moet worden. De aangewezen (groepjes) leerlingen blijven op deze manier doorgaan, terwijl u weer andere (groepjes) leerlingen aanwijst om op een bepaalde manier te gaan meedoen. Door elkaar kunnen verschillende manieren van spelen klinken: langzaam rollen, snel schudden, sterk tikken, zachtjes 'strepen trekken' over de grond, met de platte hand tikken op de bovenkant van de buis. Als alle leerlingen meespelen, kunt u door het maken van wegveeggebaren bepaalde (groepjes) leerlingen weer laten stoppen. Uiteindelijk speelt er nog maar één leerling mee met de cd. Bepaal zelf van te voren in welke volgorde, bijvoorbeeld van zacht naar sterk en weer terug, u de leerlingen wilt laten spelen.
5
Kijk samen met de leerlingen ter afsluiting enige fragmenten uit de dvd Boemboom.
35
36
12 Rinkel- en rammelinstrumenten Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit
Nodig
verdieping
beeldend 4-7 jaar deze activiteit is in zijn geheel geschikt voor vierjarigen vormgeven met kosteloos materiaal individueel of in groepjes de leerlingen maken verschillende rammelinstrumenten met kosteloze materialen. De leerlingen gebruiken deze instrumenten later in muziekactiviteiten. Groepen leerlingen kunnen verschillende instrumenten maken, zodat de groep over verschillende rammelinstrumenten beschikt. voor de schudkokers: wc-rollen, keukenrollen (of lege frisdrankblikjes zonder deksel) vulling: verschillende boontjes, rijst, popcornkorrels, kraaltjes, spijkertjes, punaises, paperclips afsluiting plastic afplakband versiering verf, kwasten, cadeaulint voor de sambaballen: per set 2 plantenstokjes van 15 cm, 2 kokers van fotorolletjes met deksel vulling: rijst, boontjes kleine kraaltjes afsluiting sterke lijm versiering: verf, kwasten, snippers papier, gekleurde tape, cadeaulint voor de tamboerijnen: papieren borden vulling: rijst, bonen, enzovoort afsluiting nietmachine versiering: verf, kwasten, snippers papier, cadeaulint voor de castagnetten: stroken stevig karton (20x8 cm), potlood, schaar, vier metalen flesdoppen, lijm, verf, kwasten, snippers papier, cadeaulint
Duur Voorbereiding
45 minuten - zet op een tafel verschillende soorten bonen, rijst en andere rammelende materialen klaar maak voorbeelden van verschillende rammelmaterialen in blikjes en kokers, zodat de leerlingen kunnen luisteren en vergelijken hoe die klinken
.
37
Aan de slag Schudkokers De leerlingen plakken de onderkant van de rol dicht met stroken plastic plakband. Zij vullen de koker voor 1/3 met rammelmateriaal en plakken de bovenkant ook dicht met stroken plastic plakband. Ze versieren hun schudkoker. Tip Maak een regenmaker. Gebruik tekenkokers met doppen. De leerlingen rollen met zijn tweeën een stuk aluminiumfolie (twee keer zo lang als de koker) stevig ineen (tot een soort slang) totdat deze ongeveer een diameter van 1,5 cm heeft. Schuif samen met hen zigzaggend het aluminiumfolie in de koker, totdat het er helemaal in past. Ze gooien een half kopje bonen in de koker. Ze sluiten de koker af met de doppen. Ze versieren de koker met stiften of verf. De leerlingen draaien de koker samen voorzichtig om. De bonen glijden langs het aluminiumfolie, het geluid lijkt op een zachte regenval.
Sambaballen De leerlingen zagen de plantenstokken in twee stukken (van ongeveer 15 cm lang). Ze beschilderen de twee stokjes met verf. Maak met hen een gaatje in de deksels van de twee kokers van fotorolletjes. Ze schuiven hier de plantenstok in. Maak het gaatje niet te groot anders valt de koker van het stokje. De leerlingen vullen de kokers halfvol met rijst, bonen of kleine kraaltjes. Ze bevestigen de deksels weer op de kokertjes en schuiven de stokjes erdoor. Met een beetje sterke lijm aan het gaatje in de deksel blijft een stokje beter zitten. Versier de sambaballen met gekleurde tape, verf of beplak ze met stukjes papier.
Tamboerijnen De leerlingen beschilderen elk de buitenkant van twee borden en laten ze drogen. Ze strooien op één bord wat rijst of bonen en nieten het andere bord eraan vast. Ze nieten gekleurde cadeaulinten onder aan de tamboerijn. Tip De leerlingen maken met een prikpen of een perforator gaatjes in de rand een plastic wegwerp-bordje. Ze rijgen belletjes of houten kralen aan een lange draad en knopen het vast. Ze nieten gekleurde cadeaulinten onder aan de tamboerijn vast. Ze maken er krullen in met een schaar.
Castagnetten Knip voor elke leerling een reep karton van 20 x 8 cm.. Zij vouwen die dubbel. Zij lijmen aan de binnenkant van elk uiteinde twee doppen. De leerlingen versieren de repen met verf of potloden of plakfiguurtjes. Laat ze goed drogen. Documentatie De leerlingen maken tekeningen van het instrument van hun keuze, ze plakken daarbij de materialen (boontjes, linten et cetera) die ze gekozen hebben. Maak daarmee samen met hen een vouwboek. (zie presentatiekaart 5) 38
13 Tik- en trommelinstrumenten Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit
Nodig
verdieping
beeldend 4-7 jaar deze activiteit is in zijn geheel geschikt voor vierjarigen vormgeven met kosteloos materiaal individueel en in groepjes de leerlingen maken verschillende slaginstrumenten met kokers. Groepen leerlingen kunnen verschillende instrumenten maken, zodat de groep over verschillende eigen slaginstrumenten beschikt. voor boomwhakcers: pijpen en kokers van allerlei soort (passend in een kinderhand: elektriciteitsbuizen, kunstofpijpen, keukenrollen, kartonnen chipsbussen, tekenrollen), enige zagen versiering verf en kwasten, papiersnippers, stiften, band voor staande trommels waspoedertonnen of stevige dozen, blikken en tonnen versiering kosteloze materialen voor meegedragen trommels stevig koord touw of lint om de trommels op te hangen, schaar of priem om gaten te maken voor trommelstokken takken, plantenstokken, stukken elektriciteitsbuis, potloden
Duur
voor de uiteinden van de trommelstokken klosjes, kralen, polystyreen bolletjes, kurken 45 minuten
Aan de slag boomwhackers De leerlingen kiezen buizen die passen in hun hand en zagen die op een lengte die mooi klinkt als je ermee op de grond slaat. Zij kunnen al zagend verschillende lengtes proberen. Kunnen zij twee pijpen van gelijke lengte te zagen? Zij versieren hun eigen boomwhackers door ze te beschilderen en te beplakken met papiersnippers, band, enzovoort. trommels Staande trommels De leerlingen kiezen een doos, blik of een ton die zij beschilderen en versieren. Kleinere trommels kunnen ook meegedragen worden: gebruik dan een schaar of priem om een gat in het midden, de boven- en onderkant van de ton te maken. Trek een stuk koord, touw of lint door de gaten en zorg dat deze zolang is dat het om de nek van het kind kan waardoor de trommel op de taille hangt. Trommelstokken De leerlingen zagen stokjes van 20 cm. van een tak of van plantenstokken, Zij lijmen klosjes, grote kralen, polystyreen bolletjes of kurken aan het uiteinde van de stokken.
Documentatie De leerlingen maken tekeningen van het instrument van hun keuze, ze plakken daarbij bijvoorbeeld de materialen die ze gekozen hebben. Maak daarmee samen met hen een vouwboek (zie presentatiekaart 5).
39
40
14 Klots-, rasp- en rammelflessen Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit
Nodig
verdieping
beeldend 4-7 jaar deze activiteit is in zijn geheel geschikt voor vierjarigen vormgeven met kosteloos materiaal individueel of in kleine groepjes de leerlingen maken verschillende muziekinstrumenten met plastic flessen. Groepen leerlingen kunnen verschillende instrumenten maken, zodat de groep over verschillende eigen flesinstrumenten beschikt. boomwhackers: plastic flessen, vierkant of rond, zonder dop en bodem acryl- of andere hobbyverf die hecht aan de fles kwasten raspen: iets om mee te raspen een plantenstokje of plastic mes plastic flessen, vierkant of rond, met ribbels, zonder dop en bodem acryl- of andere hobbyverf die hecht aan de fles kwasten rammelen: plasticflessen in verschillende maten met bodem en dop bonen, grint, spijkers, kralen trechters en lepels acryl- of andere hobbyverf die hecht aan de fles kwasten
Duur
klotsen: 1,5 liter frisdrankflessen met dop een emmer water en trechters of de kraan acryl- of andere hobbyverf die hecht aan de fles kwasten 45 minuten
Aan de slag boomwhackers De leerlingen bekijken de verschillende flessen en kiezen daaruit elk een fles met een mooie vorm en klank. Laat de verschillende flessen om beurten bij de hals in de hand nemen en ermee op de tafelrand slaan. Wat is het verschil in klank? Welke fles vinden zij mooi? Hoe klinkt de fles het mooist? Zij proberen verschillende mogelijkheden uit. Zij beschilderen de fles van hun keuze met acryl- of hobbyverf. raspen De leerlingen kiezen raspen, bijvoorbeeld een plantenstokje van 20 cm, een satéprikker of een plastic mes. De leerlingen bekijken de verschillende flessen en kiezen daaruit elk een fles met een mooie vorm en klank. Zij nemen de flessen om beurten bij de hals in de hand en raspen over de ribbels. Hoe klinkt dat het mooist? Welke fles klinkt het mooist? Zijn er verschillende geluiden? Kunnen de leerlingen ook zelf ribbbels maken op hun fles? Zij beschilderen de fles van hun keuze met acryl of hobbyverf.
41
rammelen De leerlingen bekijken de verschillende flessen en kiezen daaruit een fles met een mooie vorm. Vervolgens proberen zij in hun fles verschillende soorten rammelvulling uit: ze doen de dop op de fles en luisteren. Welke fles klinkt het mooist? Zijn er verschillen? Zij beschilderen de fles van hun keuze met acryl of hobbyverf. klotsen De leerlingen vullen de flessen met water. Zij doen de dop erop en luisteren. Hoor je het water klotsen als je schudt? Wanneer maakt de fles met water het mooiste geluid? Met veel of met weinig water? Zij onderzoeken de verschillende mogelijkheden. Wat zou je nog meer in een fles kunnen doen zodat hij klotst? Zij beschilderen de fles van hun keuze met acryl- of hobbyverf.
Documentatie De leerlingen maken tekeningen van het instrument van hun keuze, ze plakken daarbij de materialen die ze gekozen hebben. Maak daarmee samen met hen een vouwboek (zie presentatiekaart 5).
42
15 De dirigent Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit
Nodig
Duur
verdieping
muziek 4-7 jaar de nummers en zijn geschikt voor vierjarigen spelen op instrumenten gehele groep de leerlingen spelen met hun zelfgemaakte muziekinstrumenten mee met de muziek op de cd. Zij spelen daarbij op verschillende manieren en reageren op aanwijzingen van een dirigent. de door de leerlingen gemaakte muziekinstrumenten cd track 7: invulmuziek cd track 8: meespeelmuziek 1 cd-speler 30 minuten
Aan de slag De leerlingen zitten in een kring met hun zelfgemaakte muziekinstrumenten. Inventariseer welke klankmogelijkheden deze instrumenten hebben, bijvoorbeeld door alle leerlingen om beurten een- of tweemaal op hun instrument te laten spelen. 2
Vraag de leerlingen een geluid te bedenken met hun muziekinstrument dat nog niet eerder is gehoord. Geef de leerlingen een paar minuten tijd om iets op hun instrument uit te proberen. Speel daarna met elkaar een of meerdere klankkettingen (zie kennismakingskaart 3). Iemand die voor de tweede keer eenzelfde geluid laat horen is 'af'. Hoe lang kan de klankketting doorgaan? Zie ook kennismakingskaart 2.
Herhaal met de zelfgemaakte muziekinstrumenten de activiteiten met de invulmuziek (track 7) van verdiepingskaart 1. Op het juiste moment laten de leerlingen twee willekeurige klanken met hun muziekinstrument horen. Als dit goed gaat, kunt u de volgende variant uitvoeren: in plaats van twee keer spelen de leerlingen een ander aantal tellen tussen de muziekzinnen door. U geeft de te spelen aantallen aan door ruim van te voren één, twee, drie of vier vingers op te steken. 4
Laat een gedeelte van track 8 horen en vraag de leerlingen om met hun zelfgemaakte muziekinstrumenten mee te spelen in de maat van de muziek. Als dit goed gaat, start u track 8 opnieuw en geeft u (groepjes) leerlingen door middel van handgebaren aan hoe er met de cd moet worden meegespeeld. De door u aangewezen (groepjes) leerlingen blijven op deze manier doorgaan, terwijl u weer andere (groepjes) leerlingen aanwijst om op een andere manier te gaan meedoen. Gelijktijdig kunnen dan verschillende manieren van spelen klinken: draaien met een schudkoker een sambabal omgekeerd ronddraaien met de nagels krassen over een wegwerpbordje rammelen met castagnetten snel of langzaam spelen op een trommel raspen over de buitenkant van een geribbeld flesje snel of langzaam klotsen met gevulde waterflesjes Als alle leerlingen meespelen, kunt u door het maken van wegveeggebaren bepaalde (groepjes) leerlingen weer laten stoppen. Op het eind speelt er nog maar één leerling mee met de cd. Bepaal zelf van te voren in welke volgorde, bijvoorbeeld van zacht naar sterk en weer terug, u de leerlingen wilt laten spelen.
Tip Nadat de leerlingen dit onderdeel enige keren met u hebben gedaan, kunt u één van de leerlingen laten dirigeren. 43
44
16 Speel mee met de cd Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit
Nodig
Duur
verdieping
muziek 4-7 jaar deze activiteit is in zijn geheel geschikt voor vierjarigen spelen op instrumenten gehele groep de leerlingen spelen met hun zelfgemaakte muziekinstrumenten mee met de muziek op de cd. Zij werken in twee groepen. Zij reageren daarbij op de contrasten in de muziek. de door de leerlingen gemaakte muziekinstrumenten cd track 9: meespeelmuziek 2, gehele werk cd track 10: meespeelmuziek 2, bibbermuziek cd track 11: meespeelmuziek 2, loopmuziek cd-speler 15 minuten
Aan de slag 1
Alle leerlingen zitten in een kring. De zelfgemaakte muziekinstrumenten liggen op een tafel in het midden van de kring of onder hun stoel. Laat de muziek van track 9 horen. Valt de leerlingen de 'bibbermuziek' in het begin op en de 'loopmuziek' daarna? Laat de muziek nog een keer horen en vraag de leerlingen alleen mee te klappen met de loopmuziek. Bij de bibbermuziek houdt iedereen de armen over elkaar.
2
Bespreek met de leerlingen welke muziekinstrumenten geschikt zijn om met de bibbermuziek mee te spelen. Eigenlijk zijn alle instrumenten daarbij te gebruiken, afhankelijk van de manier van bespelen. Kies met elkaar de meest geschikte instrumenten en de daarbij passende speelwijze uit. Probeer enkele van de vele mogelijkheden uit. Vergelijk het klankresultaat regelmatig met de bibbermuziek (track 10).
3
Eén groep leerlingen bespeelt de bibberinstrumenten. Laat de muziek van track 9 weer horen; zij spelen mee met de bibbermuziek. Tijdens de loopmuziek spelen deze leerlingen niet mee. Vraag aan de andere leerlingen naar het klankresultaat. Speelde iedereen op het juiste moment mee? Klonk het geheel niet te hard of te zacht?
4
Kies op dezelfde manier voor de overgebleven instrumenten speelmanieren uit die passen bij de loopmuziek. De tweede groep leerlingen bespeelt deze instrumenten. Gebruik bij het uitzoeken van deze speelmanieren regelmatig track 11.
5
Stel nu de twee groepen leerlingen gescheiden op in de werkruimte. De ene groep met de bibberinstrumenten en de andere groep met de loopinstrumenten. Start track 9. Beide groepen spelen mee met hun eigen muziek. Geef eventueel in het begin met een handgebaar aan welke groep aan de beurt is.
Opmerking Het slot van het muziekstuk kan nog een punt van discussie worden. Op dat moment klinken namelijk beide muzieksoorten min of meer gelijktijdig. Laat de leerlingen hiervoor een oplossing bedenken.
45
46
17 Op stap met lepeltje Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit
Nodig
Duur
verdieping
muziek 4-7 jaar de nummers en zijn geschikt voor vierjarigen spelen op voorwerpen gehele groep de leerlingen gaan met een theelepeltje op zoek naar de klankmogelijkheden van voorwerpen in het gebouw. Met elkaar vormen ze een lange klankketting door het gebouw. een plastic of metalen lepeltje voor iedere leerling cd track 1: loopmuziek cd-speler 30 minuten
Aan de slag Alle leerlingen zitten in een kring en hebben een lepeltje in de hand. Laat track 1 horen en doe voor hoe de leerlingen met hun lepeltje in de maat van de muziek kunnen spelen: op de knie, een stoelpoot, vegen over de leuning, schrapen over de grond, enzovoort. Bespreek na afloop welke geluiden sterk of zacht klonken. Laat de leerlingen tijdens het spelen van de muziek naar een voorwerp in de klas zoeken dat mooi klinkt als je er met een lepeltje geluid mee maakt. Als je dat voorwerp hebt gevonden, blijf je erbij staan en speel je mee in de maat van de muziek. Bij ieder voorwerp kan slechts één leerling staan. Als de muziek stopt, is het stil. Gaat de muziek weer verder, dan speel je ook verder met het lepeltje. 3
Als alle leerlingen een plekje bij een voorwerp in het lokaal hebben gevonden, nummert u de leerlingen. De opdracht is nu om tijdens de muziek, na elkaar, één of tweemaal met het lepeltje op het uitgekozen voorwerp te spelen. Het spelen in de maat mag niet onderbroken worden. Als de laatste leerling aan de beurt is geweest, gaat de eerste leerling verder met een tweede ronde.
4
Hierna gaan de leerlingen tijdens het spelen van de muziek op zoek naar voorwerpen buiten het lokaal. Ze moeten nog wel binnen gehoorafstand zijn.
5
Geef door de leerlingen te nummeren aan in welke volgorde het spelen op de uitgekozen voorwerpen moet plaatsvinden. Nadat het laatste kind van de klankketting zich heeft laten horen, gaat het geluid via de voorlaatste leerling weer terug naar voren. Bij deze laatste activiteit gebruikt u geen muziek van de cd.
Documentatie Fotografeer samen met de leerlingen de voorwerpen waarop zij met hun lepeltjes geluiden hebben ontdekt, of vraag ze die te tekenen.
47
48
18 Met veren en pluimen Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit
Nodig
Duur
Belangrijk!
verdieping
beeldend 4-7 jaar deze activiteit is in zijn geheel geschikt voor vierjarigen materialen uit de natuur verzamelen en vormgeving, fotograferen, schilderen gehele groep, daarna groepjes van minimaal 2 leerlingen de leerlingen verzamelen natuurlijke materialen, plaatsen die in de rammelnesten en fotograferen de resultaten. Zij maken naar aanleiding daarvan schilderingen met ecoline en limonaderietjes. rammelnesten enkele boomwhackers takken, twijgen, lange en korte veren en rietstengels, lange grassen, bloemen, bamboestokken ecoline in drie kleuren op schoteltjes grote vellen schilderpapier 50 x 60 cm. kwasten limonaderietjes wc-papier schilderschorten 45 minuten: wandeling 30 minuten: nieuwe objecten en foto's 30 minuten: schilderopdracht De rammelnesten zijn unieke en kostbare kunstwerken. De leerlingen werken alleen met de rammelnesten onder toezicht.
Aan de slag 1
Maak met de leerlingen een wandeling waarbij zij de materialen verzamelen.
2
De leerlingen zitten in de kring rondom één rammelnest met boomwhackers erin. De verzamelde materialen liggen erbij. U fotografeert de verschillende fasen van het bouwen, of laat iemand dat doen. De takken en twijgen, veren en stengels kunnen in de boomwhackers worden gezet.
3
Vraag de leerlingen om beurten iets toe te voegen en bekijk het resultaat. Wat vinden de leerlingen ervan? Passen de stokken en veren bij de nesten? Zien zij er nu wellicht ook andere dingen in?
4
Kunnen de takken ook in het nest zonder verbindende boomwhacker? Wie wil dat proberen?
5
Wie weet een naam voor het nieuwe nest? Inventariseer de namen.
6
Kunnen twee rammelnesten zo ook met elkaar verbonden worden? Hoe? Wie wil dat proberen? En drie nesten? Kunnen de leerlingen nog meer voorwerpen bedenken die in de rammelnesten passen?
7
De leerlingen schilderen naar aanleiding de nieuwe kunstwerken met ecoline en limonaderietjes. Een groepje leerlingen werkt op een groot vel papier, zij krijgen drie kleuren ecoline op schoteltjes. Met een kwast brengt elke leerling een vlek ecoline aan voor zich op het papier. Met limonaderietjes blazen zij voorzichtig de ecoline vanaf de vlek over het papier, totdat de kleur van de ene leerling dat van de ander raakt. Doe dit zonodig voor. Kijk samen met de leerlingen naar hun werkstukken. Hebben zij rammelnesten en pluimen en veren geschilderd? Lijken hun schilderijen op de rammelnesten van Nico Parlevliet of helemaal niet?
49
Tip 1 Maak van de werkstukken vlaggen voor in de stengels. Tip 2 Kleed de rammelnesten samen met de leerlingen aan met stokken, schoenen, wanten en mutsen. Bespreek samen de resultaten.
Documentatie Maak een verzamelvel van de opmerkingen van de leerlingen bij het bouwen.
50
19 Rommelnesten Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit Nodig
Duur
verdieping
beeldend 5-7 jaar deze activiteit is niet geschikt voor vierjarigen vormgeven met kosteloos materiaal individueel of in groepjes de leerlingen verbinden proppen, blikjes, doosjes en kokers gevuld met rammelend materiaal tot grote rammelende objecten kleine doosjes, busjes, kokertjes proppen aluminiumfolie, proppen papier elastiekjes in verschillende maten verschillende boontjes, belletjes, spijkers, rijst, kralen enzovoort breed en smal plakband, garen in verschillende kleuren, koord, touw 45 minuten
Aan de slag 1
Vandaag geen rammelnest maar een rommelnest, dat zijn verschillende rammelende dingen aan elkaar. De leerlingen maken daarvoor een keuze uit de materialen.
2
Zij bedenken eerst: hoe moet ons rommelnest klinken? Welk rammelmateriaal stoppen we in de verschillende doosjes? Veel of weinig? Zij vullen vervolgens de doosjes met het rammelmateriaal.
3
De leerlingen bedenken nu hoe ze de onderdelen gaan verbinden en waarmee? Waar beginnen we mee?
4
U kunt de leerlingen uitnodigen om bij elkaar te kijken naar goede oplossingen om verschillende elementen aan elkaar vast te zetten. Laat de leerlingen de rommelnesten zo groot mogelijk maken. Wellicht kunnen verschillende groepen hun nesten samenvoegen tot een grotere?
5 6
Kijk samen met de leerlingen naar de resultaten. Zijn er grote rommelnesten gemaakt? Zijn er ook heel spannende bij? Lijken zij op de rammelnesten van Nico Parlevliet? Hoe kunnen de kunstwerken geluid maken? Door ze te rollen of te schudden? Vraag de leerlingen de ogen te sluiten en te luisteren. Laat één voor één de rommelnesten klinken. Kunnen de leerlingen de klank van hun eigen rommelnest herkennen? Zijn er ook ritsel-, ruis- of rinkelnesten? Zijn er nesten bij met een heel andere naam?
Tip Beschilder de rommelnesten. Versier ze met natuurlijke materialen. Tip Voeg de verschillende nesten samen tot één groot rollend rommelnest.
Documentatie Fotografeer of film het werkproces op verschillende momenten.
51
52
20 Donkere dieren Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit
Nodig
Duur
verdieping
beeldend 4-7 jaar deze activiteit is in zijn geheel geschikt voor vierjarigen vingerverven of schilderen, knippen, scheuren of prikken, collage individueel en daarna in groepjes de leerlingen schilderen naar aanleiding van de rammelnesten van Nico Parlevliet grote dieren. Zij besteden daarbij aandacht aan staarten, vleugels en poten. De schilderijen worden uitgeknipt, geprikt of gescheurd. De losse dieren kunnen worden samengevoegd tot een groot rammelnest. rammelnest zonder boomwhackers voor iedere leerling gekleurd karton van 50 x60 cm. zwarte, rode, gele en blauwe verf bord of palet zand of vogelzaad om door de verf te mengen papier, golfkarton of behang voor de grote ondergrond van het groepswerk 15-30 minuten: schilderen 15 minuten: samenvoegen
Aan de slag 1
Kijk samen met de leerlingen nog een keer goed naar de objecten van Nico Parlevliet. Benoem de onderdelen van dieren die de leerlingen herkennen. Hoe noemen de leerlingen de kleur van het nest?
2
De leerlingen mengen donkere kleuren om daarmee hun donkere dieren te schilderen. Hoe maak je zelf een donkere kleur? Onderzoek dit zonodig eerst samen met de leerlingen op een groot vel papier met zwarte verf met rood, geel of blauw. De leerlingen kunnen hun verf mengen met wat zand of vogelzaad voor meer structuren. Kijk samen met hen naar verschillende mogelijkheden.
3
De leerlingen schilderen nu elk een dier naar keuze op het gekleurde karton. Zij mengen hun eigen kleur en structuur. Zij werken met kwasten of met hun vingers. Moedig de leerlingen aan de poten vleugels, snavels oren van hun dier duidelijk te laten zien.
4
Laat de schilderingen vervolgens goed drogen. Kijk samen met de leerlingen naar hun geschilderde dieren. De leerlingen vertellen wat zij hebben geschilderd en geven hun dier een naam. Wie heeft het donkerste dier gemaakt? Kunnen de leerlingen hun dieren ook met hun handen voelen met hun ogen dicht?
5
De leerlingen knippen, prikken of scheuren hun dier uit. Dat hoeft niet precies, er kunnen randen van het gekleurde ondergrondpapier zichtbaar blijven. Zonodig kunnen oudere leerlingen daarbij helpen.
6
Maak nu een grote ondergrond voor het groepswerk van papier, golfkarton of behang.
7
Groepen leerlingen (of alle leerlingen van de groep) plakken hierop hun dieren bij elkaar. De tussenruimten tussen de verschillende dieren wordt daarbij zo klein mogelijk gemaakt, zodat alleen nog kieren van de ondergrond zichtbaar blijven. Een leerling kan zijn dier als eerste neerleggen. Een volgende legt het zijne er dicht naast, en zo verder. Als alle dieren naar ieders tevredenheid zijn neergelegd op de juiste plek, kan het groepswerkstuk worden vastgeplakt.
Tip Maak boomwhackers uit stroken gekleurd papier en maak daarmee het grote rammelnest nog mooier.
Documentatie Welke dieren zien de leerlingen in de kunstwerken? Welke dieren vinden zij het interessantst? Verzamel de namen die de leerlingen aan hun geschilderde dieren geven. 53
54
21 De regenboogslang Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit
Nodig
Duur
verdieping
beeldend en muziek 4-7 jaar de nummers t/m zijn geschikt voor vierjarigen schilderen op groot papier individueel of in kleine groepjes de leerlingen verzamelen voorwerpen in de kleuren van de boomwhackers. Zij maken van hun verzamelde voorwerpen een schilderij op groot papier. De schilderijen worden achter elkaar geplakt tot een lange regenboogslang. boomwhackers stuk behangpapier per leerling plakkaatverf of vingerverf in de kleuren van de regenboog kwasten per kleur een mand of een tas om voorwerpen in te verzamelen 15 minuten: voorwerpen verzamelen 30 minuten: schilderen 15 minuten: slang samenstellen
Aan de slag Leg de boomwhackers op kleur naast elkaar als een xylofoon. Benoem zonodig samen met de leerlingen de kleuren. Een leerling of een groepje leerlingen kiest een kleur uit de reeks en verzamelt in de werkruimte, in het gebouw, of ook buiten, zoveel mogelijk voorwerpen in die kleur. De verschillende voorwerpen in één kleur worden zo uitgestald op een tafel dat ze allemaal goed te zien zijn. De leerlingen schilderen elk één voorwerp op een stuk behangpapier. Zij gebruiken daarvoor één kleur verf. Oudere leerlingen kijken daarbij ook naar de verschillende nuances die één kleur kan hebben. Zij mengen zonodig met wit en zwart of andere kleuren. Hang de schilderijen van elke kleur achter elkaar tot een lange regenboogslang. Zet de verzamelde voorwerpen onder de schilderijen. 6 Groepjes leerlingen met rode, oranje, gele, groene of blauwe boomwhackers zitten op een rij voor het schilderij. Speel samen muziek bij de regenboogslang: Dirigeer: de rode boomwhackers beginnen en de oranje komen erbij enzovoort. Herhaal dit musiceren een aantal malen waarbij de leerlingen variaties bedenken. Tip 1 Koop of pluk met de leerlingen een groot boeket bloemen in de kleuren van alle boomwhackers. De leerlingen schilderen de losse bloemen of het boeket in alle kleuren. Zij spelen daar boomwhackermuziek bij. Kunnen de leerlingen muziek bedenken die past één van de bloemen? Tip 2 Maak een regenboogtaart met veel punten in de kleuren van alle boomwhackers. Tip 3 De leerlingen schilderen grote gekleurde cirkels in hun lievelingskleur. De cirkels vormen samen de kralen van een ketting. De volgorde van de gekleurde kralen kan worden nagespeeld met de boomwhackers.
55
Tip 4 Hebben leerlingen uitgesproken lievelingskleuren of verandert bij anderen de lievelingskleur juist vaak? En waarom? Vraag de leerlingen op een dag kleren te dragen in hun lievelingskleur. Is er ook een boomwhacker in die kleur? Musiceer met elkaar in de kleuren van de kleren.
Documentatie Maak grote verzamelvellen in alle kleuren van de regenboog. Kan iemand de naam van de kleur groot op dat papier schrijven? De leerilngen verzamelen uit tijdschriften en kranten voorwerpen en plaatjes in die kleur en plakken die op het vel. Zo ontstaat de regenboog muurkrant.
56
22 Een warm nest Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit Nodig
Duur
verdieping
beeldend 4-7 jaar deze activiteit is in zijn geheel geschikt voor vierjarigen leerlingen bouwen met natuurlijke materialen gehele groep, daarna individueel en daarna weer gehele groep de leerlingen bouwen kleine nesten. In het nest maken zij dieren van klei. beeldmateriaal of prentenboeken over nesten en dieren platte dozen en bakjes: ronde platte kaasdoosjes, bakjes van groente en fruit vulling: mos, stro, hooi, wol, watten, veren, takjes, bladeren, klei 30 minuten
Aan de slag 1
Nico Parlevliet heeft bij zijn rammelnesten gedacht aan nesten voor vogels en andere dieren. Hebben de leerlingen wel eens vogelnesten of nesten van andere dieren gezien? Kijk samen met ze naar foto’s of bekijk samen een prentenboek.
2
Kijk samen met de leerlingen naar de verschillende materialen en vraag: hoe bouwt een vogel zijn nest? Wat vindt een vogel belangrijk en welke materialen heeft hij daarvoor nodig?
3
Voor wie willen de leerlingen een nest bouwen? Vooreen vogel of voor een ander dier, of net als Nico voor meer dieren tegelijk? Wat vinden zij belangrijk? Welk materiaal kiezen zij om een mooi nest te bouwen?
4
De leerlingen verzamelen de materialen van hun keuze in een doosje. Zij kunnen eventueel dit doosje ook als basis voor het nest gebruiken.
5
De leerlingen maken hun nest.
6
Van klei maken zij de dieren die in het nest horen. Broedt er een dier, of zijn er al jonge dieren in geboren? Kijk samen met de leerlingen naar de resultaten. Iedere leerling vertelt voor wie hij een nest gebouwd heeft. Maak samen met de leerlingen met dozen en lappen een mooie opstelling van alle nesten. De leerlingen houden daarbij rekening met nesten die heel hoog horen, of die dicht bij elkaar horen. Zijn er nesten die je niet kunt zien omdat ze een beetje verstopt zitten?
Tip 1 Vraag de leerlingen een verhaal te bedenken bij hun nest en dit verhaal te vertellen in een tekening of schilderij. Tip 2 In de activiteit hierboven is gekozen voor klein en intiem bouwen. Bouw voor een groot formaat met gaas, pitriet, dun ijzerdraad, lange gescheurde stroken stof, garens enzovoort.
57
58
22 Een veilig nest Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit Nodig Duur
verdieping
beeldend, muziek en spel 4-7 jaar de nummers t/m zijn geschikt voor vierjarigen een combinatie van ruimtelijk creëren van grote nesten of holen, inleven in de dieren en reageren op geluid groepjes 4-5 leerlingen de leerlingen maken grote nesten of holen waar zij in of op kunnen. Vervolgens spelen ze de bewoners. Met geluid worden de dieren uit hun hol gelokt. lappen, lakens, tafels, waslijn, knijpers, stokken, papier, dozen een lege ruimte, bijvoorbeeld speellokaal (of zet tafels en stoelen aan de kant) 30 minuten: bouwen 30 minuten: spel en muziek
Aan de slag Maak drie groepen van vier of vijf leerlingen. Elke groep bouwt een nest of hol met lappen of lakens, tafels, stokken, een door u gespannen waslijn en knijpers op drie plekken in het lege lokaal, bijvoorbeeld in drie hoeken. Controleer de stevigheid van de constructies, zodat er geen ongelukken gebeuren als de leerlingen in of op hun nest of hol gaan zitten. Als de nesten of holen klaar zijn spelen de leerlingen de bewoners van hun bouwsel. De leerlingen bedenken welke dieren zij willen zijn en wie ouders en jonge dieren zijn. Op uw teken komen de leerlingen uit hun nest en bewegen als het dier van hun keuze door de ruimte. De leerlingen uit één hol of nest komen te voorschijn, de andere leerlingen kijken. Laat de andere leerlingen na afloop raden wat voor dieren het waren. Dit doen alle groepen om beurten. Alle leerlingen zitten weer in hun hol of nest. U speelt zachtjes op een boomwhacker of tamboerijn. Dat is het teken dat de dieren voorzichtig tevoorschijn komen. Als u hard speelt, keren de leerlingen zo snel mogelijk weer terug naar hun veilige nest of hol. 4
Een groep leerlingen krijgt een boomwhacker en is het orkest. U spreekt een teken af voor hard en zacht spelen. Bijvoorbeeld hand omlaag is zacht, hand omhoog is hard; of handen tegen elkaar is zacht, handen steeds verder uit elkaar is harder. U dirigeert het orkest en de dieren reageren op de muziek van het orkest.
Tip Eén leerling is de tikker en komt tevoorschijn als de muziek hard is en mag de dieren voordat ze in hun hol of nest zijn proberen te tikken.
59
60
24 Wat doe je met een stok? Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit
Nodig Duur
verdieping
spel 5-7 jaar deze activiteit is niet geschikt voor vierjarigen bewegingsspel met een stok gehele groep een boomwhacker is behalve muziekinstrument ook een stok waarmee allerlei bewegingen kunnen worden nagespeeld. De leerlingen bedenken handelingen en bewegingen met een stok. lange boomwhacker stok voor iedere leerling (bamboestok, bezemsteel enzovoort) 30 minuten
Aan de slag 1
De leerlingen zitten in een kring op de grond. Kies een lange boomwhacker en laat er zonder woorden drie verschillende dingen mee zien, bijvoorbeeld een bezem, een hengel, een wandelstok. De leerlingen raden de verschillende voorwerpen.
2
Wie weet er nog meer? Om beurten laten leerlingen verschillende voorwerpen/bewegingen zien in de kring. De andere leerlingen raden wat de leerling bedoelde.
3
Alle leerlingen staan in een ruime kring. Deel de stokken uit. Eén leerling doet een handeling voor met zijn stok. De andere leerlingen doen hem vervolgens na. Steeds komt een andere leerling aan de beurt met een nieuwe beweging. Een beweging van een leerling start en stopt als u een teken geeft. De herhaling door de groep start en stopt als u een teken geeft. Door de beweging even te laten duren ontstaat een ritme als eenbeginnende dans. U kunt hier ook een kijkspel van maken. Speel met de stok en benoem de handelingen. De leerlingen kunnen handelingen van elkaar raden. De leerlingen kunnen vervolgens in groepjes nieuwe handelingen bedenken en die in de kring uitvoeren. Ideeën voor bewegingen zijn: lopen met een wandelstok (door de ruimte gaan, actieve armbewegingen, kijken waar je loopt, elkaar passeren, niet botsen, elkaar groeten), leunen en wachten (accent op houding, steeds een andere houding kiezen om te wachten), een juk op twee schouders (accent op zwaarte), vishengel( stilstand, concentratie en werpen in bepaalde richtingen), schep (graafbewegingen met veel kracht), verrekijker, (kijken in allerlei richtingen), staf, (schrijden, waardig lopen), paraplu, (bukkend, wegschuilend bewegen) Met behulp van verdiepingskaart 25 maken de leerlingen met deze stokbewegingen een dans.
Documentatie Noteer (fotografeer, film) de handelingen die leerlingen bedenken en laat hen er tekeningen bij maken.
61
62
25 Stokkendans? Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit
Nodig Duur
verdieping
spel 5-7 jaar deze activiteit is niet geschikt voor vierjarigen dans vanuit handelingen met een stok inleiding gehele groep, daarna groepjes van 3 leerlingen met verschillende bewegingen die de leerlingen hebben onderzocht (verdiepingskaart 24) maken zij een stokkendans in vier bewegingen. De leerlingen tonen hun stokkendansen om beurten in de groep lange boomwhacker stok voor iedere leerling (bamboestok, bezemsteel enzovoort) 30 minuten
Aan de slag 1
Wat kan er ook al weer allemaal met een stok? Herhaal met de leerlingen het spel met de verschillende handelingen van verdiepingskaart 24.
2
Met de stok gaan leerlingen nu een klein verhaal vertellen. Zij kiezen daarvoor zelf een handeling. Of u selecteert een eerste handeling voor hen en voert die uit, waarna ze er vervolgens zelf één kiezen.
3
De leerlingen vertellen hun verhaal in vier bewegingen. Ook die kunt u de eerste keer zelf bedenken en de beweging samen met ze maken, waarna ze de bewegingen vervolgens zelfstandig uitvoeren. Bepaal samen met de leerlingen de volgorde van de bewegingen. Het blokje van vier bewegingen kan steeds worden herhaald. Houd bij jonge leerlingen de bewegingen eenvoudig en werk de eerste keren sturend. Oudere leerlingen kunnen de vier bewegingen zelf in een groepje selecteren en de volgorde bepalen. Een voorbeeld: a Sjouwen met een vishengel. b Vishengel naar achter. Werp je hengel uit. c Blijf doodstil staan. Vang een vis. d Doe hem in een emmer.
4
De groepjes tonen om beurten hun stokkendans in vier bewegingen aan de andere leerlingen. Het kan hen helpen als u met vier rustige tikken, bijvoorbeeld met een boomwhacker, het begin van elk van de vier bewegingen aangeeft.
Documentatie Maak foto’s. Vraag de leerlingen tekeningen over hun stokkendans te maken. Plak foto’s en tekeningen die bij elkaar horen samen op.
63
64
26 Speel het parcours Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit Nodig
Duur
presentatie
muziek 5-7 jaar deze activiteit is niet geschikt voor vierjarigen spelen van een parcours gehele groep, bij stap 3 in groepjes van 2 leerlingen de leerlingen bouwen een muziekparcours op uit boomwhacker, zelfgemaakte muziekinstrumenten en anderen klankbronnen en spelen daarmee boomwhackers zelfgemaakte instrumenten klankvoorwerpen A4-papier viltstiften cd track 12: muziekparcours cd-speler 30-45 minuten
Aan de slag 1
De leerlingen zitten naast elkaar op een bank in het speellokaal. Op de vloer van het lokaal liggen een aantal boomwhackers, zelfgemaakte muziekinstrumenten en klankvoorwerpen die bij eerdere activiteiten zijn gebruikt. Eén leerling komt naar voren, kiest één van de instrumenten of klankvoorwerpen en laat hiermee een kort geluid horen. Een tweede leerling herhaalt dit eerste geluid en speelt daarna een tweede geluid met een ander instrument. Ook de derde leerling laat eerst weer de geluiden 1 en 2 horen en speelt daarna een volgend geluid. Dit gaat zo door totdat een van de leerlingen niet meer in staat is alle voorgaande geluiden in de juiste volgorde en met de juiste manier van spelen te laten horen.
2
Leg enkele muziekinstrumenten of klankvoorwerpen in een rij op de grond en vertel de leerlingen hoe ze straks op ieder instrument of voorwerp moeten spelen, bijvoorbeeld: 4x tikken met de rode boomwhacker 2x rammelen met de schudkoker met een ritmestokje een cirkel tekenen op de grond 10 tellen in de handen wrijven Bouw het muziekparcours stap voor stap op, zodat bij iedere herhaling van de activiteit het parcours langer wordt. Om beter te kunnen onthouden wat er bij ieder instrument of voorwerp moet worden gedaan kunt u geheugensteuntjes laten maken: afbeeldingen getekend met viltstift op een vel papier. Bij ieder instrument of voorwerp staat dan op papier genoteerd welke klanken er op die plek gemaakt moeten worden. Laat track 12 horen en vraag alle leerlingen om beurten het kleine muziekparcours af te leggen. Het tikken, rammelen, wrijven, enzovoorts moet worden uitgevoerd in het tempo van de muziek.
3
De leerlingen bouwen met elkaar een groot muziekparcours. Geef van te voren aan welke ruimten in het gebouw hiervoor gebruikt kunnen worden: de gang, de hal, het speelplein. Verdeel de leerlingen in tweetallen. Ieder tweetal zoekt een boomwhacker, zelfgemaakt instrument of een ander klankvoorwerp en plaatst dat op een geschikte plek in het parcours. Het is niet toegestaan dat er na elkaar twee keer hetzelfde geluid in het parcours voorkomt. Ieder tweetal moet daarop letten en overleggen met de buren in het parcours.
65
4
Oudere leerlingen kunnen daarbij op één of andere manier op papier zetten hóe er op die plek met het instrument of voorwerp moet worden gespeeld. Ze kunnen dit doen met lijnen, streepjes, stippen en figuren. Neem met de leerlingen eerst alle speelaanwijzingen door die in het parcours voorkomen. Vraag de leerlingen of alle tekeningen, lijnen, streepjes, stippen en figuren duidelijk genoeg aangeven hoe je straks moet spelen. Laat het verantwoordelijke tweetal eventueel nog verbeteringen in de notatie aanbrengen.
5
Nodig één leerling uit om zonder verdere hulp het hele parcours muzikaal te laten horen. Vraag na afloop aan de leerlingen of alles goed werd uitgevoerd. Laat zonodig nog een andere leerling alle klanken van het parcours uitvoeren.
6
Laat alle leerlingen kort na elkaar, met een tussenruimte van tien à vijftien tellen, het parcours als in een wave afleggen. Bij een niet al te lang parcours kunt u ook nog gebruikmaken van track 12. De muziek kan dan leiden tot een ritmische uitvoering van het parcours. Als u merkt dat in het parcours files ontstaan kunt u in overleg met de leerlingen besluiten een of meerdere speelaanwijzingen te veranderen.
66
27 Hoe maak ik een voorstelling? Discipline Geschikt voor Activiteit Nodig
Duur
presentatie
spel 4-7 jaar deze activiteit is in zijn geheel geschikt voor vierjarigen de leerlingen kunnen de muziek en de toneelstukken die ze hebben gemaakt tijdens het project, in een voorstelling te laten zien en horen aan publiek goede opstelling van de zaal, eventueel met oplopende zitplaatsen zoals matten, banken en stoelen, zodat iedereen het goed kan zien voldoende speelplek en een plek waar alle kleding en attributen klaar liggen afhankelijk van het aantal onderdelen van de voorstelling. Bewaak de tijd wel, beter kort dan te lang waardoor de aandacht van het publiek verslapt.
Aan de slag 1
Bepaal samen wie het publiek is. Wie wordt er uitgenodigd? Ouders, andere groepen, iedereen die wil komen?
2
Kies met de leerlingen de onderdelen uit die gepresenteerd gaan worden, denk daarbij aan de doelgroep. Verzamel de gegevens van alle onderdelen met naam, deelnemers, leiding, opbouw, benodigdheden.
3
Bepaal een logische volgorde. Hang een lijst op met de volgorde van de onderdelen. Kijk of de volgorde haalbaar is wat betreft muziek, omkleden, schmink, attributen.
4
Herhaal de activiteiten die u wilt presenteren in de voorstelling. Zomogelijk oefenen de leerlingen zelfstandig hun onderdelen. Of zij laten hun muziek nog eens zien en horen aan de groep of aan u en krijgen daarbij aanwijzingen ter verbetering.
5
Plan een generale repetitie in de situatie van de voorstelling (opbouw zaal).
6
Spreek af wie de onderdelen aankondigt.
7
Waar blijven de leerlingen als zij niet aan de beurt zijn?
8
Wie verzorgt de bediening van het geluid tijdens de voorstelling?
9
Hoe wordt de kleding verzorgd? Wordt deze verzameld door leerlingen en volwassenen of wordt deze gemaakt door de leerlingen?
10 Wie kleden de leerlingen aan voor de voorstelling? Waar kleden de leerlingen zich om? Wat is de volgorde van omkleding? 11 Wie schminken de leerlingen voor de voorstelling? 12 Is er een decor nodig? Maak een lijstje en maak de benodigde decors met de leerlingen. 13 Wanneer wordt de ruimte ingericht? 14 Wie begeleidt het publiek? 15 Wie is er bij de leerlingen als ze niet optreden 16 Hoe wordt de voorstelling afgerond?
67
68
28 Het grote dierenorkest Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit Nodig
Duur
presentatie
beeldend, muziek en spel 6-7 jaar deze activiteit is alleen geschikt voor 6 en 7 jarigen spelen op instrumenten en daarbij bewegen gehele groep met de zelfgemaakte instrumenten en boomwhackers worden dierenorkesten gevormd. Een groep leerlingen speelt de dieren uit bij de boomwhacker-orkesten. boomwahckers zelfgemaakte instrumenten cd cd-speler schmink en verkleedkleren 30 minuten
Aan de slag 1
Deel de groep in zes groepen: vijf orkesten en een groep bewegers, uitbeelders. Twee orkesten krijgen de boomwhackers en zijn de olifanten en muizen zoals bij kaart 6 en 7. De zelfgemaakte instrumenten worden verdeeld in schudinstrumenten, tikinstrumenten en flessen. Maak een orkest per soort. U spreekt per groep af op welk teken zij spelen. U kunt hier pictogrammen van dieren voor gebruiken of zelf het betreffende instrument bespelen. Luister met elkaar naar elk orkest met zelfgemaakte instrumenten. Welk dier zou dit kunnen zijn? Enkele suggesties: schudden: sluipende/spinnende katten, ratelslangen slagbuizen: honden; flessen met water: vissen flessen zonder water: paarden.
2
Op uw teken spelen de orkesten om beurten hun muziek.
3
De bewegers spelen de dieren die bij elk orkest horen en bewegen op de muziek. Laat eventueel één leerling per dierengroep de leider zijn.
4
Zo ontstaan vijf soorten muziek en vijf dansen die gepresenteerd kunnen worden. De leerlingen worden per diersoort geschminkt en verkleed. Als er voldoende leerlingen zijn, is het aan te bevelen om de uitbeelders ook per diergroep te verdelen, zodat zij ook verkleed worden als deze dieren.
5
Gebruik kaart 27; Hoe maak ik een voorstelling? om alles goed te laten verlopen. Zie ook kaart 29: Hoe maak ik dierenmaskers?
69
70
29 Hoe maak ik dierenmaskers? Discipline Geschikt voor Werkvorm Activiteit
Nodig
Duur
presentatie
beeldend 4-7 jaar deze activiteit is in zijn geheel geschikt voor vierjarigen tekenen met oliepastels met dierenmaskers, maskers in een bij de boomwhackers passende kleur of versiering kunnen leerlingen hun presentatie opluisteren. De leerlingen maken daarvoor eenvoudige maskers en witte papieren tassen. voor elke leerling een witte papieren tas oliepastelkrijtjes eventueel kosteloos materiaal zoals papieren stroken om te versieren 30 minuten
Aan de slag 1
Alle leerlingen passen hun papieren tas op hun hoofd. Geef met een viltstift de plaats van de ogen en mond aan op de tas en knip daar gaten in zodat in de leerlingen goed door het masker kunnen kijken. Knip eventueel een stuk van de onderkant van de tas zodat die stabiel op hoofd en schouders staat.
2
De leerlingen versieren hun tas/masker nu aan voor- en achterzijde met oliepastel. Voor een masker in een boomwhacker-kleur kiezen zij zoveel mogelijk oliepastel in nuances van de kleur van hun keuze. Daarmee versieren zij de tas aan voor en achterkant. Voor een krachtiger kleur kan het masker worden beschilderd met een sponsje met ecoline of waterverf in de kleur van hun keuze. Laat de beschilderde maskers zeer goed drogen. De leerlingen kunnen voor een dierenmasker de kop van het dier van hun keuze op de zak tekenen. Zij tekenen die op voor en achterkant. Zij kunnen dit masker nog mooier maken met boven uitstekende oren of onder uit hangende manen die aan de tas worden geniet.
71
72
30 Hoe maak ik een vouwboek? Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit
Nodig
Duur
presentatie
beeldend 4-7 jaar deze activiteit is in zijn geheel geschikt voor vierjarigen tekenen of schilderen, schrijven, vertellen individueel of in groepjes van 2 leerlingen in een vouwboek worden individuele werkstukken, tekeningen, schilderingen of strips samengevoegd tot een samenhangend verhaal. Het vouwboek kan worden geëxposeerd, voorgelezen of gepresenteerd worden aan andere groepen. zoveel vellen karton als er werkstukken zijn (wit of in een kleur) De maat van de vellen karton is aan alle kanten iets groter dan de werkstukken. lijm, plakband eventueel viltstiften, verf en kwasten 45 minuten
Aan de slag 1
Leg de werkstukken in een rij achter elkaar op de grond.
2
Bepaal de maat en de kleur van de kartonnen vellen waarop de werkstukken worden geplakt. Het karton is aan alle zijden iets groter dan de werkstukken. De stukken karton zijn allemaal even groot.
3
Leg de werkstukken op het karton en plak ze vast.
4
Komen er teksten op de bladzijden van het boek? Wie maakt die teksten?
5
Komen er versieringen op de bladzijden van het boek? Er kan bijvoorbeeld een rand of een versiering onder en boven langs alle bladzijden doorlopen zoals een fries (zie tekening). De versiering kan met viltstift of verf worden gemaakt.
6
Hoe heet het boek?
7
Wie maakt de titelpagina?
8
Wanneer de bladzijden van het boek klaar zijn, worden ze genummerd en aan elkaar geplakt (zie tekening) met plakband.
9
Het boek wordt in elkaar gevouwen tot een boek.
10 Wanneer één leerling het verhaal vertelt, kunnen anderen het boek uitvouwend presenteren. Het boek kan ook als een lange strook of strip worden gepresenteerd.
73
74
31 Hoe maak ik een tentoonstelling? Discipline Geschikt voor Werkvorm Groepsgrootte Activiteit
Nodig
Duur
presentatie
beeldend 4-7 jaar deze activiteit is in zijn geheel geschikt voor vierjarigen presenteren variabel de leerlingen tonen en presenteren de resultaten van verschillende beeldende activiteiten. Ze maken opstellingen die het werkproces laten zien en titelkaarten bij de werkstukken. gekleurd tekenpapier voor passe-partouts stroken gekleurd papier voor lijsten of wissellijsten witte correspondentiekaarten fineliners kratten, dozen, kleine tafeltjes, gekleurde lappen in verschillende maten eventueel hulpmiddelen zoals flessen of blikken of zand om de werkstukken in te zetten 1 of 2 keer 45 minuten
Aan de slag 1
Maak de werkruimte en de wanden leeg.
2
Zoek samen met de leerlingen de werkstukken uit die zij willen tonen. Verdeel de taken. Welke werkstukken kunnen bij elkaar worden gezet? Welke kunnen bij elkaar worden gevoegd op één vel gekleurd papier of in één lijst? Welke foto’s en materialen worden getoond? Wie schrijft op een groot papier de titel van de tentoonstelling?
3
Bepaal de plaatsen waar de werkstukken komen te staan en hangen. Maak sokkels van kleine tafeltjes, dozen, kratten, blikken met een mooie lap erover. Maak van correspondentiekaarten bij elke presentatie kaartjes met het onderwerp erop. Zorg voor ruime looppaden, zet de ruimte niet te vol.
Tip Leerlingen maken een poster voor de tentoonstelling. Zij geven rondleidingen langs de werkstukken die ze hebben gemaakt.
75
76
32 Hoe maak ik een poster? Discipline Geschikt voor
Werkvorm Groepsgrootte Activiteit
Nodig
Duur
presentatie
beeldend 4-7 jaar deze activiteit is in zijn geheel geschikt voor vierjarigen 4, 5 en 6 jarigen maken een tekening voor de poster tekenen, schilderen en schrijven individueel en groepjes van 2 leerlingen twee leerlingen werken samen aan een poster die een presentatie, voortselling of tentoonstelling aankondigt. De ene leerling werkt aan een tekening of schildering op de poster, de ander schrijft de tekst. gekleurd A3-papier viltstiften of fineliners lijm tekenpapier 20 x 15 cm. tekenmateriaal schetspapier A3 om de tekst te oefenen 45 minuten
Aan de slag 1
Twee leerlingen bepalen samen welke tekst er op de poster komt: Wie? De kinderen van Brede School de Regenboog Wat? Hebben een voorstelling gemaakt met eigen muziekinstrumenten Waar? In het speellokaal aan de Tuinstraat 14 Wanneer? Op 15 januari om 19.00 uur
2
De leerlingen bepalen samen wat voor tekening er op de poster komt. Ze geven aan op de poster waar de tekening komt: met potloodlijnen wordt het papier van 20 x 15 cm nagetrokken op de poster.
3
Eén leerling maakt de tekening op het papier van 20 x 15 cm.
4
Een ander schrijft de tekst goed leesbaar op de poster.
5
De tekening wordt op de juiste plaats op de poster geplakt.
Tip Maak de poster in kleur of zwart wit en kopieer hem.
77