Zaaknummer: 00414699 Onderwerp:
uitspraak rechtbank niet aanwijzing kerk Vliedberg tot monument
Collegevoorstel Inleiding De rechtbank Oost-Brabant deed op 10 oktober 2014 uitspraak op een beroepschrift dat zich richtte tegen de weigering om de kerk van de Goddelijke Voorzienigheid aan de Nassaulaan in Vlijmen (Vliedberg) aan te wijzen als beschermd gemeentelijk monument. Hierna wordt ingegaan op deze uitspraak. Feitelijke informatie Op 4 december 2012 besloot u om, in afwijking van het advies van de monumentencommissie, het verzoek om aanwijzing van de kerk van de Goddelijke Voorzienigheid tot gemeentelijk monument af te wijzen. Het hiertegen ingediende bezwaarschrift verklaarde u op 6 augustus 2013 ongegrond. Tegen de beslissing op bezwaar is vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank Oost-Brabant. Deze hield in deze zaak op 3 april 2014 zitting en deed vervolgens op 10 oktober 2014 uitspraak. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard met de volgende van belang zijnde overwegingen: - de belangen van de parochie bij herontwikkeling zijn zodanig concreet dat deze bij de aanwijzing van belang zijn en niet pas bij een aanvraag om omgevingsvergunning voor sloop van de kerk aan de orde komen; - het voorbijgaan aan het positieve advies van de monumentencommissie is gerechtvaardigd door een eigen afweging die het college aan de afwijzing ten grondslag heeft gelegd: - meegewogen mocht worden dat het in deze tijd lastig is een investeerder te vinden en het daarom van groot belang is dat gestand wordt gedaan aan de tussen partijen gesloten intentieovereenkomst; - de financiële precaire toestand van de kerk mocht worden meegewogen; - aan de vrees voor verloedering en sociale onveiligheid bij leegstand van de kerk mocht betekenis worden toegekend; - van betekenis is ook dat een woonvoorziening goed past op deze locatie; - van belang geacht kon worden dat bezwaren uit de omgeving ontbreken; - van belang ook was dat in de plannen is verzekerd dat de meest zichtbare kenmerkende elementen van de kerk behouden blijven en dat er ruimte is voorzien waar kerkdiensten kunnen worden gehouden; - aan het bestaan van eventuele alternatieve plannen komt niet de betekenis toe die appellant wenst. Deze plannen zijn onvoldoende concreet. Afweging Voor de verdere inhoud wordt verwezen naar bijgevoegde uitspraak. De termijn tot het instellen van hoger beroep tegen deze uitspraak is inmiddels ongebruikt verstreken. Dit betekent dat de uitspraak onherroepelijk is. Het voorstel is om de uitspraak voor kennisgeving aan te nemen. Inzet van Middelen Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel. Risico's Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel. Procedure De procedure is, nu er geen hoger beroep is ingesteld, met deze uitspraak beëindigd. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
1
Zaaknummer: 00414699 Onderwerp:
uitspraak rechtbank niet aanwijzing kerk Vliedberg tot monument
BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 16 december 2014 besloten:
de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 10 oktober 2014, SHE 13/4528, betreffende de niet aanwijzing van de kerk van de Goddelijke Voorzienigheid in Vlijmen (Vliedberg) tot beschermd gemeentelijk monument, voor kennisgeving aan te nemen.
namens het college van Heusden, de secretaris,
mr. J.T.A.J. van der Ven
2
(NGEKOMEN
1 4 OKT 2014 de Rechtspraak Rechtbank
4
AANTEKENEN
1. 1
PER POST
( ~t college van burgemeester gemeente Heusden Postbus 41 5250 AA Vlijmen
datum onderdeel contactpersoon doorkiesnummer ons kenmerk uw kenmerk
1. 1
Oost-Brabant
PER FAX 073-5131799
en wethouders
afdeling
onderwerp
BESTUURSRECHT
van de bezoekadres Leeghwaterlaan 8 5223 BA 's-Hertogenbosch correspondentieadres Postbus 90125 5200 MA 's-Hertogenbosch
13 oktober 2014 Afdeling I Zitting mevr E.J.M. Lowe 073-6202700 zaaknumrner SHE 13 14528 VEROR V79 00361289
t 073-6202020 f www.rechtspraak.nl
Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts een zaak in uw brief behandelen.
bijlage(n) faxnummer
Gemeente Heusden
073-6202790 het beroep van Stichting Cuypersgenootschap
te Arnhem
Geachte heer/mevrouw, Over het beroep met zaaknummer
SHE 13 14528 VEROR V79 deel ik u het volgende mee.
De rechtbank heeft uitspraak gedaan. Ik stuur u een kopie van de uitspraak, lndien in deze uitspraak wordt verwezen naar een uitspraak met een ECLI-nummer, is de tekst van de betreffende uitspraak onder dat numrner gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat voor een belanghebbende en het bestuursorgaan hoger beroep open. Dit dient te worden ingesteld binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak door een beroepschrift en een kopie van deze uitspraak te zenden aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019,2500 EA Den Haag. In uw beroepschrift moet u vermelden waarom u het niet eens bent met de uitspraak. U kunt ook digitaal hoger beroep instel1en bij de Afde\ing Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Kijk op www.raadvanstate.nl voor meer informatie over het indienen van digitaa\ beroep. Als u naar aanleiding van deze briefvragen hebt, kunt u contact opnemen met de administratie rechtbank op het hierboven vermelde doorkiesnummer. A
BE022
u de rechtbank belt of schrijft, verzoek ik u het zaaknummer
te vermelden.
van de
uitspraak RECHTBANK
005T -BRABANT
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch Bestuursrecht zaaknurnmer: SHE 13/4528
uitspraak
van de meervoudige
kamer van 10 oktober 2014 in de zaak tussen
Stichting tot behoud van het negentiende en twintigste-eeuwse Nederland en tot ondersteuning van het Cuypersgenootschap, (gernachtigden: L.W. Dubbelaar en N. Vervat),
cuItuurgoed in te Maasgouw, eiseres
en het collegevan burgemeester en wethouders (gernachtigde: J.E.W. van Baardwijk).
van de gemeente Heusden, verweerder
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenornen: Voorzienigheid, te Vlijmen, de parochie (gernachtigde: mr. F.C.J.J. Jessen).
Parochie van de Goddelijke
Procesverloop Bij besluit van 4 decernber 2012 (het prirnaire besluit) heeft verweerder het verzoek van eiseres om de rooms-katholieke kerk van de Goddelijke Voorzienigheid en de daarbij behorende pastorie, gelegen aan de Nassaulaan 2-4 en het Burgerneester van Houtplein 1 te Vlijmen (de kerk), als bescherrnd gemeentelijk monurnent op de gemeentelijke rnonurnenten lijst te plaatsen, afgewezen. Bij besluit van 6 augustus 2013 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. De gronden dateren van 14 oktober 2013. Bij brief van 21 rnaart 2014 heeft eiseres aanvullende stukken overgelegd. Verweerder heeft een verweer chrift ingediend. De parochie heeft bij brief van 18 november 2013 haar reactie gegeven en bij brieven van 26 maart 2014 en 31 maart 2014 nadere stukken overgelegd. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 apri12014. Eiseres is verschenen bij haar gernachtigden. Verweerder heeft zich laten vertegenv oordigen door zijn gemachtigde en verder is verschenen voor verweerder ir. C.J. van TuV 1. amens de parochie zijn verschenen L. Pulles en H. van de Wijenberg, bijgestaan door de gemachtigde van de parochie.
zaaknummer:
SHE 13/4528
blad 2
Na afloop van de zitting is de behandeling geschorst teneinde eiseres in de gelegenheid te stellen te reageren op het op 31 maart 2014 overgelegde nadere stuk van de parochie. Die reactie i op 14 april 2014 door eiseres ingezonden. Daarop hebben verweerder en de parochie op 13 mei 2014 gereageerd. Vervolgens heeft eiseres op 30 juni 2014 nog een reactie ingezonden, waarop de parochie op 9 juli 2014 andermaal heeft gereageerd. Nadat partijen de rechtbank toestemming hebben verleend om zonder nadere zitting uitspraak te doen, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.
Overwegingen 1.
De rechtbank neemt de volgende,
door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand
aan.
1.1. Eiseres is een stichting die zich ten doel stelt het negentiende- en twintigste-eeuwse bouwkundig erfgoed in Nederland te behouden. In het licht van die doelstelling heeft eiseres verweerder bij briefvan 19 juli 2011 verzocht orn de kerk overeenkomstig de vigerende rnonumenten- of erfgoedverordening aan te wijzen als gemeentelijk monument. 1.2. Bij brief van 20 december 2011 heeft verweerder eiseres meegedeeld dat hij niet voornemens is de kerk de status van gemeentelijk monument te geven. Hiertegen heeft eiseres bezwaar gemaakt, dat in overleg rnet eiseres nadien is aangemerkt als zienswijze. 1.3. Vervolgens heeft GMA Cultuurhistorisch Advie te Epse (GMA) op verzoek van verweerder een rapportage uitgebracht, gedateerd jul i 2012. Deze rapportage bestaat uit een Cultuurhistorische Waardenstelling en een redengevende beschrijving. 1.4. Op verzoek van de parochie heeft Fraaije Architectuur te Waalre onderzoek gedaan naar de bouw- en gebruiksgeschiedenis van de kerk. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in een rapportage van februari 2012. 1.5. Op 27 september 2012 heeft een hoorzitting van de Cornrnissie Ruimtelijke Kwaliteit (de monurnentencomrnissie) plaatsgevonden. Uit het verslag daarvan blijkt dat de monumentencommissie adviseert de kerk tot gemeentelijk monument te verklaren. 1.6. Bij het primaire besluit heeft verweerder, in afwijking van het advies van de monumentencommissie, besloten de kerk niet als beschermd gemeentelijk monument gerneentelijke monumentenlijst te plaatsen.
op de
1.7. Hiertegen heeft eiseres bezwaar gemaakt. Er heeft een hoorzitting van de Comm issie bezwaarschriften van de gemeente Heusden (de bezwaarcommi sie) plaatsgevonden. De bezwaarcommissie heeft geadviseerd het bezwaar gegrond te verklaren. 1.8. Bij het bestreden besluit heeft verweerder, in afwijking van het advies van de bezwaarcommissie, besloten het bezwaar van eiseres ongegrond te verklaren. 2.
De standpunten
van partijen komen, zakelijk weergegeven,
op het volgende neer.
2.1. Verweerder heeft in het bestreden besluit - kort gezegd - gesteld dat er plannen bestaan om de kerk te herontwikkelen en er een woonzorgvoorziening te vestigen. Daartoe is een
zaaknumrner: SHE 13/4528
blad 3
intentieovereenkomst gesloten tussen de parochie, Woonveste en de Schakelring. In die overeenkomst is een aanwijzing als monument opgenomen als ontbindende voorwaarde. Gelet op het financiele belang van de parochie, de concreetheid van de plannen en andere aspecten, zoals het toegezegde behoud in de toekomst van de a!s waardevol beoordeelde toren en de !eefbaarheid ter plaatse, heeft verweerder de belangen om de kerk niet a!s monument aan te wijzen zwaarder laten wegen dan de belangen om de kerk wel a!s monument aan tc wijzen. Verweerder heeft orn die reden de afwijzing van het primaire besluit gehandhaafd. 2.2. De parochie heeft in beroep aangevoerd dat de kerk een beperkte monumentale waarde heeft. Aanwijzing als monument zalleiden tot sluiting en verval van de kerk. NlI er concrete herontwikkelingsplannen zijn, heeft verweerder de (financiele) belangen van de parochie reeds in deze procedure kunnen betrekken. Op grond van de door verweerder uitgevoerde belangenafweging is het verzoek van eiseres terecht afgewezen. 2.3. Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarorn hij is afgeweken van de adviezen van de monumentencommissie en de bezwaarcommissie. De door verweerder gestelde problemen bij het vinden van een nieuwe bestemming voor de kerk komen pas aan de orde bij de belangenafweging in een vergunningsprocedure overeenkomstig de erfgoedverordening. Financiele redenen kunnen en mogen geen reden zijn om een monumentenstatus te onthouden. Een bescherming als monument hoeft een ontwikkeling van de kerklocatie met (gedeeJtelijke) sloop niet in de weg te staan. Dit dient echter in een vergunningsaanvraag voor verandering, verstoring of sloop van een gemeentelijk monument overeenkomstig de erfgoed verordening in behandeling te worden genomen. 3. Ingevolge artikel 1, aanhef en onder a, van de Monurnentenverordening 2012 van verweerders gemeente (de verordening), wordt daarin onder gemeentelijk monument verstaan: een overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen zaak, die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde. Ingevolge artikel 3 van de verordening aan de monumentencommissie.
is de advisering over monumentenzorg
opgedragen
Ingevolge artikel 4 van de verordening kunnen burgemeester en wethouders besluiten onroerende monumenten als beschermd gemeentelijk rnonurnent op de gemeentelijke monurnentenlijst te plaatsen. 4.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. !. De rechtbank gaat er met verweerder van uit dat de kerk rnonurnentale waarde heeft en aldus is te beschouwen a!s ' onroerend monurnent" in de zin van artikel 4 van de verordening. Verweerder heeft beleidsvrijheid bij de aanwijzing van een zaak als beschermd gemeentelijk monument. Die vrijheid vindt haar begrenzing in de verordening en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De rechter toetst de aanwijzing terughoudend; ter beoordeling staat of verv eerder in redelijkheid, bij afweging van de betrokken belangen, tot het besluit heeft kunnen komen. 4.2. Vooropgesteld wordt dat aan een advies van een rnonurnentencornmissie als bedoeld in artikel 3 van de monumentenverordening grote betekenis dient te worden gehecht, maar dat
zaaknumrner: SHE 13/4528
blad 4
verweerder bij de uitoefening van de aanwijzingsbevoegdheid
een eigen oordeel dient te van de Raad van State (ABRvS) 13 november 2013, ECLI:NL:RYS:2013: 1885). 4.3. De door de parochie naar voren gebrachte belangen bij herontwikkeling zijn naar het oordeel van de rechtbank zodanig concreet dat zij reeds bij de aanwijzing van belang zijn en niet, zoals door eiseres bepleit, pas bij een aanvraag orn een orngevingsvergunning voor sloop van de kerk aan de orde komen (zie ook ABRvS 3 april 2013, ECLI:NL:RYS:2013:BZ754). vorrnen en een eigen afweging moet maken (Afdeling bestuursrechtspraak
4.4. Yerweerder heeft in dit geval dan ook mogen meewegen dat het in deze tijd, waarin kerken en kerklocaties op grote schaal vrijkomen, lastig is om investeerders voor herbesternrning ofhergebruik te vinden, en dat het daarom van groot belang is dat de intentieovereenkomst die is gesloten met de beoogde ontwikkelaar, gestand wordt gedaan, alsook dat de parochie - zoals ter zitting nader is toegelicht - in een financieel precaire situatie verkeert en indien de kerk op de monumentenlijst wordt geplaatst, dat zal leiden tot haar faillissement. Voorts heeft verweerder blijkens het primaire en het bestreden besluit ook andere dan financiele belangen betrokken bij zijn besluitvorming. Er bestaat geen grond voor het oordeel dat verweerder daarbij geen betekenis heeft rnogen toekennen aan de vrees voor verloedering en sociale onveiligheid bij een leegstaande kerk en dat een woonvoorziening goed past op de locatie. Yerweerder heeft uiteengezet dat die voorziening een sterke irnpuls zal geven aan de leefbaarheid in de wijk en een aanvulling vormt op de al eerder gerealiseerde multifunctionele accommodatie De Caleidoscoop. Voorts heeft verweerder van belang kunnen achten dat bezwaren uit de omgeving ontbreken, dat in de plannen is verzekerd dat de meest zichtbare kenrnerkende elernenten van de kerk behouden blijven en dat er een ruirnte is voorzien waar kerkdiensten kunnen worden gehouden. 4.5. Verweerder heeft aldus aan de afwijzing een eigen afweging ten grondslag gelegd, zodat het betoog van eiseres dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom hij aan het positieve advies van de monumentencommissie voorbij is gegaan, faalt. 4.6. Aan het betoog van eiseres dat alternatieve plannen bestaan waarbij wel wordt overgegaan tot aanwijzing, waartoe zij in beroep een in haar opdracht uitgevoerde herbestemmingsstudie van Tarra Architectuur heeft overgelegd waarin de kerk niet wordt gesloopt maar er negen appartementen in worden gevestigd, komt niet de betekenis toe die eiseres daaraan gehecht wenst te zien. Zowel verweerder als de parochie hebben gemotiveerd uiteengezet dat en waarom deze plannen onvoldoende concreet zijn. Gezien verweerders eerder aangehaalde discretionaire bevoegdheid, kan het betoog van eiseres niet leiden tot het door haar beoogde doel en faalt het. 4.7. Verweerder heeft gelet op het voorgaande voldoende gemotiveerd waarom hij geen gebruik heeft gemaakt van de aanwijzingsbevoegdheid. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard. 4.8. Voor een proceskostenveroordeling
bestaat geen aanleiding.
zaaknummer: SHE 13/4528
blad 5
Beslissing De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M.H. Rijken-Lie, voorzitter, en mr. H.M.H. de Koning en I11r. A. Venekamp, leden, in aanwezigheid van P.L.M.M. tlqers, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2014. ) r,
//)
1/7
Afschrift verzonden aan partijen op:
/,1 ' ,._/W--
1') iU(T.'2014
Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hoger beroepsrechter worden verzocht orn het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening,
-u
'" a.
0
v>
ff-
n
OT
C v> -0
(jQ>
s
:J
" 0
N _U1
~ co
u1 N
0 0
0; tr
~ » :I:
8CD
00 v> ()
zr
RECHTBANK OOST-BRABANT Postbus 70584. 5201CZ 'S-HERTOGENBOSCH
iR
Aangetekend
Recommande
3SGQYQ700018221
I
G·A·1
B EN W GEMEENTE HEUSDEN Postbus 41 5250M VLlJMEN
SBR 13/4528
N
o
::::
CJ)
0 '::T
.-,. rn
..,
"c Q) Q)
Q>
~
v>
NL
CJ)
Al
1 gr.
CL
3SGQYQ700018221
A