Collectif MANIFESTEMENT
Eisen van Brusselse (pre-)daklozen MANIFESTATIE-BOEK
www.manifestement.be
[email protected]
VAN DEZELFDE AUTEUR BIJ UITGEVERIJ MAELSTRÖM Manifeste du dégagisme. Révolutionnaires d’hier et d’aujourd’hui : dégageons !, 2011.
De coverfoto werd op 31 december 2010 te Brussel genomen tijdens de manifestatie « De daklozen vieren 2010 », een initiatief van Collectif MANIFESTEMENT : © Jean-‐Frédéric Hanssens De originele versie verscheen in het Frans : Revendications des (pré-‐)SDF bruxellois
www.manifestement.be www.maelstromeditions.com
1
Dit is geen boek. Dit is een betoging. De daklozen nemen het woord en klagen publiekelijk de vernederingen aan die ze dagelijks ervaren, evenals het slecht functioneren van de hulp die hen geboden wordt. De daklozen zijn geen ‘stemlozen’ meer. Dit is geen opeenstapeling van moraliserende en beschuldigende criteria van hogerhand voor herintegratie, reactivatie of verplichte responsabilisering. Dit is een lijst met politieke eisen van daklozen zelf. Helemaal van onderuit, van de onderkant van de samenleving. Dit is niet het zoveelste zwartgallige boek over dakloosheid. Dit is een aanklacht tegen het overleg, dat nooit wordt opgestart. Want de tijd is voorbij, beste burger, om u af te vragen wat u van daklozen kan verlangen. Het is tijd om hen te vragen wat ze van u mogen eisen en voor zichzelf mogen hopen.
2
Inhoudstafel
Voorwoord …………………………................………….………………………p. 4 1. Ja, we bedelen af en toe. Dat is toch (nog) geen misdaad ? ………………...p. 6 2. Ja, soms drinken we. En jullie dan ? Jullie gaan zelfs op vakantie !……….p. 7 3. Ja, soms stinken we. Een gebrek aan hygiëne of aan douches ?....................p. 8 4. Hou op met doen alsof je ons niet ziet ! ……………..……………………….p. 9 5. Sorry dat we er vaak naast pissen ! …………………………………....…….p. 9 6. Maak woningen toegankelijker !………………………….............................p. 10 7. « Doorlopen ! Dit is geen slaapplaats ! » ……………………………............p. 12 8. Onderdak, het maakt niet uit wat het kost ? ……………………………….p. 13 9. Stop ons niet allemaal in hetzelfde vakje ! ………………………………….p. 15 10. Stop ons niet allemaal onder hetzelfde dak !………………………………p. 15 11. Straf ons niet omdat we een hond hebben ! ………………………………p. 17 12. De kleren maken heus niet altijd de man !……………………………….. p. 17 13. Weg met het veiligheidsgeweld ! ……………………………………….......p. 18 14. Weg met de administratieve mallemolen ! …………………………….......p. 19 15. Stop met ‘prettige’ pesterijtjes ! ………………………………...................p. 21 16. Hou op met chemische liefdadigheid !………………………………...........p. 22 17. Voor een « winteropvang »... het hele jaar door! …………………………p. 23 18. Voor efficiënte, gecoördineerde diensten die elkaar aanvullen ! ………...p. 24 19. Voor menselijk, gemotiveerd en deskundig personeel ! …………………. p. 24 20. Voor rustplaatsen ! ……………………………………………….................p. 26 21. Voor een informatiebureau voor (pre-)daklozen ! ………………………..p. 27 22. We willen meer bagagekluisjes ! …………………………………………...p. 27 23. To be or not to be assisted…………………………………………………..p. 28 23.1. Bedankt voor het aandringen : we slaan ons er wel door heen ………...p. 28 23.2. U hoeft niet aan te dringen : we kunnen niet zonder begeleiding………p. 30 CONCLUSIE 1 : Stop de onophoudelijke discriminatie ! ……………………p. 32 CONCLUSIE 2 : We zijn geen parasieten !.......... …………………………… p. 33 CONCLUSIE 3 : Beloof ons maar niets meer ! ………………………..……...p. 34
3
Voorwoord Aan al mijn vrienden die door de maatschappij die hen ontkent worden uitgesloten, wanneer de nacht de dag verbrijzelt En de sterren van hun lot verschijnen Ik kan ze niet tellen en niet in het reine komen met deze cyclus die hun leven bedwelmt en hun geest benevelt tot ze niet meer weten wie ze zijn. Houssein Tekst geschreven op een bierviltje, opgediept uit een jaszak. De tekst werd drie keer gedicteerd ‘om zeker te zijn’, Zuidstation, 15 april 2011
Alle organisaties, alle vrijwilligers houden zich bezig met details. Pleisters hebben geen zin. We hebben vaccins nodig. Miguel
We zitten in een tunnel. Er is geen sprankje licht. En nu met de crisis, zijn we helemaal gezien. A.
We bestaan niet. Mohamed
We worden allemaal gek… A.H.
Het is niet de roeping van het Collectif MANIFESTEMENT om boeken te schrijven, wel om jaarlijks te Brussel een betoging te organiseren rond een onwaarschijnlijk thema. In 2009 ontstond het idee de stem van daklozen te laten horen. Het eerste thema was : « De daklozen komen op straat voor een verlaging van de alcoholprijs ! », een schokkend thema voor een demonstratie die uiteindelijk niet plaatsvond. Ze werd vervangen, of beter gezegd ‘opgevolgd’, door een manifestatie op 31 december 2010 onder het motto : « Om het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting in schoonheid te begraven (sic), vieren de daklozen 2010 ! ». De betoging was een succes waarbij het Collectif het niet wou laten, er volgenden politieke permanenties voor daklozen in de vorm van maandelijkse statische demonstraties, elke 15de van de maand, van 15 februari tot 15 mei op het Albertinaplein, vlakbij het Centraal Station. Tijdens deze politieke permanenties sprokkelden we eisen van daklozen en zo groeide het idee om een boekje uit te geven met de verzamelde eisen. Intussen werd het ons ook duidelijk dat daklozen face-to-face veel spraakzamer zijn. Hen aansporen zich te verplaatsen voor een demonstratie was in elk geval geen sinecure. De geïnteresseerde lezer vindt op de website van het Collectif de archieven van al dit werk met zowel theoretische als praktische bijdragen en uiteraard ook dit manifestatie-boek. In dit boekje hebben we enkel die getuigenissen weerhouden die betrekking hebben op hulpverlening aan de meest behoeftigen in Brussel. Sommigen klagen nergens over. Dat geldt vooral voor het grote aantal daklozen zonder papieren, die hebben het voortdurend over ‘papieren’ en ‘werk’.
4
Kritiek geven is makkelijk. En de zelfkritiek van daklozen is niet beter ontwikkeld dan die van anderen. Sommigen wentelen zich in hun slachtofferrol en kleuren die nog wat bij, vooral wanneer men om kritiek op de hulpverlening gaat vragen. Hun eisen klinken weliswaar zelden onrealistisch of tegenstrijdig. Maar geen rook zonder vuur. En de rook is enorm, dik en somber. Het beeld dat de daklozen in Brussel anno 2011 schetsen, is alarmerend. En de crisis helpt niet. Men kan nu al voorspellen dat deze situatie tot zeer ernstige wantoestanden kan leiden als er niet snel iets ondernomen wordt. De daklozen richten zich in eerste instantie tot de politieke klasse. Want in essentie, zoniet in z’n totaliteit, werkt de daklozensector povertjes door het enorme gebrek aan middelen. Zij die denken dat men het met kruimeltjes en het medelijden van vrijwilligers wel zal redden, hebben het mis. Dit is moreel verwerpelijk en een politiek schandaal en op lange termijn contra-productief - maar daar gaan wij hier niet verder op in. De cynici onder ons zullen beweren dat de daklozen, zelfs met papieren, nooit de moeite doen om politici met hun stem te bedreigen. Geen mens is zo weinig bedreigend als een dakloze. De daklozen richten zich hier met hun getuigenissen ook tot de gehele bevolking. De vooroordelen omtrent deze door het leven getekende mensen zijn hardnekkig. Over de concrete omstandigheden waarin zij proberen te overleven weet het grote publiek echter bitter weinig. Nu kan men ten minste niet langer zeggen: « we wisten het niet ». De getuigenissen van de daklozen zijn anoniem omdat we eventuele represailles van de vermelde organisaties wensen te vermijden. Alle getuigenissen werden verzameld door het Collectif MANIFESTEMENT, met uitzondering van deze die gemarkeerd zijn als * (uit het opmerkelijke Brussels amoederapport 2010 van Het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn), ** (uit de Espaces de parole, georganiseerd door La Strada), ° (uit Le sans-abrisme au féminin, verhandeling van sociaal assistente Rim Id Miloud), °° (uit www.brusselsislove.be. van Marlene, lid van het Collectif), *° (uit Les SDF fêtent 2010. Un dispositif artistique destiné aux sans-abri, eindwerk van antropologiestudent Paul Bracq, lid van het Collectif), °* (uit Europese bevraging van daklozen 2010, van het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding, *** (uit De dringende winteropvang van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Evaluatie en voorstellen, van La Strada) et °°° uit V. Lazard, Une consigne pour SDF aux Halles, Le Parisien, 24 nov. 2006). Chris Aertsen, Paul Bracq, Vanessa Crasset, Éric Demey, Annabelle Dupret, Laurent d’Ursel en Marlene Nuhaan zijn de leden van het Collectif die zich het meest ingezet hebben voor dit avontuur. Onze bijzondere dank gaat uit naar de daklozen die ons niet één keer “Loop naar de hel !” toeriepen, naar de 40 vrijwilligers die hen gemobiliseerd hebben om deel te nemen aan de betoging van 31 december en naar Manu Chiguero en zijn team van Chez Nous/Bij Ons, en meer specifiek de werkgroep Ressort, die ons in de laatste rechte lijn geholpen heeft dit boek te vervolledigen met nieuwe getuigenissen en die eveneens de pertinentie van de behandelde thema’s heeft bevestigd. We dragen dit manifestatie-boek op aan alle daklozen die ontzettend veel redenen hadden om ons naar de hel te verwensen. Collectif MANIFESTEMENT Brussel, le 2 oktober 2011 5
1. Ja, we bedelen af en toe. Maar dat is toch (nog) geen misdaad ? Bedelen is geen job als en ander, maar het blijft werken (inclusief verplaatsingen, een uurschema, regelmaat, routine en vernedering) ! En het is zonder twijfel het (tweede) oudste beroep van de wereld. Werk vinden ? Zou u het ons durven aanbieden ?
Waarom laat men ons niet bedelen in de gangen van het Centraal Station : dat is toch beter dan stelen ! En denk vooral niet dat we het voor ons plezier doen…
Je moet moed hebben en sterk in je schoenen staan om te bedelen. ** Er is niet alleen het probleem van eten, maar ook van het zelfbeeld. Plots moet je gaan bedelen of om eten gaan vragen. Dat is psychologisch niet gemakkelijk, helemaal niet.* Neen, bedelen is totaal onmogelijk voor mij, dat is een schande. … en we staan open voor elk alternatief dat even lucratief zou zijn. Sommigen lenen hun lichaam voor farmaceutische experimenten, maar daarvoor moet je gezond zijn. Er is ook prostitutie, maar dat is niet voor iedereen weggelegd.
Beeld u eens in wat het betekent uren te bedelen naast muzikanten die steeds hetzelfde deuntje spelen ! Bedelen is vernederend en geven is dat niet. Eigenlijk zou u « dankuwel » moeten zeggen.
Mensen die geen geld geven, denken dat ze daar goed aan doen omdat ze ervan uitgaan dat we alles uitgeven aan drank. Eigenlijk maken ze zich wijs dat ze meester zijn van hun leven, en dat een dakloze op straat leeft omdat hij dat wil. Het is uiteraard geen job met ‘klasse’.
Bedelaars stroken niet met het toeristische imago dat de stad wil bieden. We zijn slechte reclame. Hoewel, in de toeristische gidsen van Calcutta sluiten ze hun ogen niet voor de bedelaars. Waarom doet Brussel dat wel ? Van juni tot september worden we door de flikken verjaagd als we bedelen. Ik zeg hen dan : « Geef maar een boete, ik ben toch niet solvabel.» « Of breng me naar de Burgemeester, ik heb een eitje met hem te pellen ». Ik blijf toch zitten. Weg met de « bedelvrije zones » !
Ik heb altijd op een passieve manier gebedeld, zonder iets te doen, gewoon met een bekertje voor me. Ik had mijn vaste plaats en mijn vaste uren. Je moet je plaats en je uren met hand en tand verdedigen ! Een halve dag bracht me ongeveer 30 euro op. Ik bedankte de mensen steeds. Ik kan je verzekeren : zonder bedelen zou ik nooit van de straat zijn geraakt.
6
Ik ben al die mensen ontzettend dankbaar. Zo kwam een oud vrouwtje twee keer per week met me praten. Ze was eenzaam. Ik bedelde maar was tegelijk een soort maatschappelijk werker.
2. Ja, soms drinken we. En jullie dan ? Jullie gaan zelfs op vakantie ! Op straat is alcohol het medicijn van de uitsluiting. Zou u in staat zijn te bedelen zonder een stuk in uw kraag ? Jacques Hassin, arts
Waarom verhindert men ons om een pintje te drinken (bijvoorbeeld bij een supermarkt) ? Thuis iets drinken onder vrienden wordt ‘gezellig’ genoemd. Hetzelfde gezelschap op de straat wordt bestempeld als een bende asocialen. Behalve wanneer het om studenten gaat. Dan noemen we het folklore, pret of kolders van deugnieten … Wanneer een dakloze drinkt is dat afkeurenswaardig, en dat wordt niet in vraag gesteld. Twee maten en twee gewichten. Een dakloze legt nooit gewicht in de schaal. Een dakloze wordt continu beschuldigd van buiten de maat lopen.
Wanneer we een biertje in de hand houden denkt men meteen dat we schuldig zijn. Waaraan zouden wij schuldig zijn ? Er zijn anders voldoende redenen waarom daklozen in alcoholisme kunnen verzinken : wanhoop, kou, angst … en geld (een flesje water is duurder dan dezelfde hoeveelheid aan CaraPils). Alcoholisme is een ziekte die meer respect verdient dan misprijzen en veroordeling. Behalve Transit is er in Brussel geen organisatie die deze gesel ernstig neemt. De toegang tot opvangcentra die hulp bieden wordt ons ontnomen wanneer we zichtbaar een alcoholprobleem hebben of wanneer je niet onmiddellijk aanvaardt er radicaal mee te stoppen. Dit probleem is zonneklaar, en toch blijft het een blinde vlek binnen de hulpverlening. Niet elke dakloze met een blikje in de hand is een alcoholist, net zomin elk mens met een CaraPils dakloos hoeft te zijn. En niet elke alcoholist is dakloos.
Op een dag in het ziekenhuis vroeg een arts of ik gedronken had. Neen, zei ik. Hij keek me argwanend aan en bleef aandringen. Geen drugs, geen medicijnen ? Ik neem enkel wat de dokter me voorschrijft. Hij bleef denken dat ik loog. U heeft de resultaten van mijn bloedproef, u kent de antwoorden. U ziet toch dat ik geen drugs neem ! Maar u bent dakloos, die drinken toch allemaal of ze nemen Valium of iets anders, waarom u dan niet ? Waarom zou ik zijn zoals de anderen ? Geen antwoord. Hij had waarschijnlijk nog nooit iemand zoals ik ontmoet. Ik zal dit nooit vergeten, hij had het bewijs in handen, maar hij geloofde het niet. °° Water drinken, koffie of thee maken : niet makkelijk!
Heel de zomer waren de fonteintjes met drinkwater op het Sint-Katelijneplein verstopt of kapot. We hebben publieke stopcontacten nodig zodat we water kunnen opwarmen. Dat is te veel gevraagd, maar massa’s geld uitgeven aan kerstverlichting, dat kan wel.
7
3. Ja, soms stinken we. Een gebrek aan hygiëne of aan douches ? Plaatsen om je op te frissen of netjes te maken ? Het gebrek eraan is wraakroepend, alom gekend en niet van gisteren.
Om de was te doen is er niet veel. Het Fonteintje, ja, maar daar moet je 3 uur wachten om een douche te kunnen nemen. Het is voor een beperkt aantal, er zijn slechts twee wasmachines. En toiletten. Het gevolg : je hebt recht op 1 douche per week. Tenzij je een vrouw bent. Hoe wil je dat we netjes zijn met één douche per week ?* Bij het Fonteintje staan daklozen als een kudde voor de deur. Er is altijd te weinig plaats en dus bepaalt het lot door middel van speelkaarten of je al dan niet binnen mag. Dit systeem ligt zwaar op de maag bij de daklozen. Het nachtasiel Hoeksteen past het eveneens toe. Er zijn nog andere douchevoorzieningen, maar die laten vaak te wensen over.
Bij de Samu Social is het water al koud na 4 douches (...), de wasbakken zijn vaak verstopt, soms sta je daar ineens met een raam in je handen (...). Tegenspoed tempert nochtans de humor van de daklozen niet : ze noemen het Samu Social « le Crassu » een combinatie van ‘la crasse’ (vuiligheid) en de oude naam van deze voorziening, namelijk Casu. Zo klagen ze de vuiligheid aan die je er aantreft : muizen, schurft, luizen zijn er schering en inslag :
Hygiëne is er een probleem. Matrassen met bloedvlekken, zodat je met je kleren aan moet slapen. Als je je kleren aan je voeten legt, worden ze gestolen. Ik heb er al een man naakt zien vertrekken, gekleed in een vuilniszak. Ze hebben hem naar het Fonteintje gestuurd.
Depressie is een gesel waar daklozen vaak onder lijden. En die ziekte leidt inderdaad vaak tot zelfverwaarlozing. Maar daklozen zijn geen beesten. Ze houden niet meer van vuil, ongedierte en vieze geurtjes dan u of ik.
Hygiëne is een sleutelelement als je vooruit wil in het leven. Als je je niet meer kunt wassen of netjes aankleden, dan voel je je al snel vies, gedeprimeerd en uiteindelijk wanhopig.**
Ik ga me in de moskee wassen. Heel wat moslims doen dat. Maar je moet het wel in het geheim doen. Kleren wassen en drogen is een probleem. Ik heb niet genoeg geld om naar een wassalon te gaan. In Etterbeek (waar de Samu een nachtasiel openhield in het kader van het winterplan) zijn de hygiënische condities betreurenswaardig. Dat komt omdat sommige daklozen het niet te nauw nemen. Maar er is niks voorzien om te poetsen, en de daklozen zouden het doen als er kuismateriaal zou zijn… Sommigen doen hun behoefte in de douches. Ik douche me dus niet… Ik maak mijn tampons zelf, met zakdoeken, maar ik mag niet vergeten om ze er weer uit te halen.°
8
4. Hou op met doen alsof je ons niet ziet ! De misprijzende blikken van voorbijgangers zijn ondraaglijk. Heel wat daklozen verstoppen zich om niet gezien te worden, niet beoordeeld, niet veroordeeld. Wees niet beschaamd voor hen : dat zijn ze zelf wel.
Het verlies van waardigheid. Je verstoppen voor voorbijgangers, we schamen ons. Ik wil niet dat ze me zien. Er is veel verborgen miserie. Het hoofd dat weggedraaid wordt, mensen wiens blikken vluchten voor daklozen, hun bestaan negeren. Pijnlijk. Zelfs zij die een centje geven, durven de daklozen meestal niet aan te kijken.
Dagelijks ervaren we misprijzen, beledigingen, geweld en erger nog : onverschilligheid. Schaam u niet voor ons, het is uw schuld niet. Maar doe niet alsof u ons niet ziet : zorgt u er maar voor dat u niet op een dag naast ons komt te zitten.
Wie op straat leeft wordt niet meer gerespecteerd. Je wordt beschouwd als een stuk stront.* Het spreekt voor zich dat veel mensen te bang zijn of zich te beschaamd voelen om met daklozen te praten, maar die ontkenning helpt hen niet, integendeel. Men geeft daklozen het gevoel de pestlijders van de samenleving te zijn. En toch..
... indien ik u mijn leven zou vertellen, dan zou u niet van me denken wat u nu van me denkt. Zijn we afval ? Is dat het ? Maar uw vuilnisbak loopt over, beste dames en heren, en niet de onze...
Als we eruit komen is dat omdat we onze situatie in handen nemen, maar ook omdat er mensen zijn die ons vertrouwen schenken. De blik van anderen is cruciaal. Gewone mensen zijn bang ons te benaderen, ze willen ons liever niet zien.
We zijn zelfs geen nummer meer. Iemand met een vast adres heeft een resem nummers. Zijn huisnummer, het nummer van zijn identiteitskaart, het nummer van zijn bankkaart, het nummer van zijn GSM. Nummers zijn aanknopingspunten. Een dakloze is zelfs geen nummer meer.
5. Sorry dat we er zo vaak naast pissen ! « Allez chier ! » (Loop schijten !) mompelen heel wat voorbijgangers als ze ons zien. We vragen niet liever, maar waar ? Brussel telt 3 openbare toiletten waar je moet betalen en 14 urinoirs. We hebben wel 64 hondentoiletten, en die zijn nooit ‘buiten dienst’. We komen van ver. Drie jaar geleden was er nog maar 1 openbaar toilet, terwijl er in 1885 wel 200 waren. Het pispottenfestival maakt al 5 jaar lawaai om dit ernstige euvel onder de aandacht te brengen. Maar we zijn er nog lang niet.
We zijn kwaad op het systeem. Het is een pleister op een houten been. Kijk, er zijn slechts 8 pisbakken en 2 toiletten, vol uitwerpselen.* En zo komt Brussel Net elke ochtend met bleekwater de naar urine stinkende tunnels in de buurt van het Zuidstation schoonspuiten. 9
Het is vernederend om te pissen of te kakken op straat, vooral als vrouw. Ik doe het tussen twee auto’s wanneer het donker is, maar er kan altijd iemand langskomen of een auto kan plots vertrekken… Soms ziet iemand mij kakken tussen twee auto’s. Ik schaam me. Maar wat wil je dat ik doe ? Gemiddeld plast een mens 6 tot 7 keer per dag. De rekening is snel gemaakt : 7 x 0,5 euro per dag x 7 dagen x 4 weken = 98 euro. Is het dan verwonderlijk dat mensen op straat pissen en dat Brussel stinkt ?
6. Maak woningen toegankelijker ! Ik wil geen soep, ik wil een appartement ! °° Ja, enkele daklozen beweren dat ze voor dat leven gekozen hebben. Hou op met jezelf achter die bewering te verschuilen. Te makkelijk. Daklozen redden er hun gezicht mee (of wat ervan overblijft) om de onmogelijke situatie waarin ze te recht zijn gekomen goed te spreken. Eén van de leden van het Collectif MANIFESTEMENT schreef het volgende in een artikel :
Hij is heel duidelijk over zijn leven op straat : « Het is een keuze ». Op dit moment zou hij voor geen geld van de wereld willen wonen in een opvangtehuis of appartement, het maakt niet uit of het -20°C is. Hij toont « zijn » straat met een grote armbeweging en zegt trots : « Dit is mijn woonkamer ! ». Hij wil geen materiële zaken of verantwoordelijkheden meer : « Ik wil rust aan mijn kop ». Hij heeft gereisd en een druk leven gehad. « En op een gegeven ogenblik wordt het teveel. »°° We kijken met lede ogen naar het grote aantal leegstaande huizen in Brussel. Het aantal sociale woningen is te laag, de wachttijden te lang en het inschrijvingssysteem te moeilijk.
OK, de NMBS - die heel wat gebouwen niet gebruikt - is niet dol op daklozen, dat is gekend. Maar het OCMW (van Brussel Centrum), grote vastgoedeigenaar, is toch officieel een Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn ? Zij speculeren net zo erg als de rest … Er staan zelfs sociale appartementen leeg omdat ze zogenaamd gerenoveerd moeten worden. Wij zijn bereid te helpen. Als u eens wist hoeveel kraakpanden ik al heb opgeknapt… En al die Poolse daklozen, denkt men aan hen ? Die kunnen echt alles, die Polen ! En de privémarkt ? Die doet er alles aan om ons buiten te houden. De eigenaars discrimineren ons stelselmatig in onze zoektocht naar een woning.
Eigenaars weigeren vaak een huurwaarborg van het OCMW, vooral omdat die meestal niet meteen betaald wordt. Voor het huurcontract vragen ze een loonbriefje of een waarborg (vaak drie in plaats van twee maanden) van hand tot hand. Dat is niet wettelijk. Het is een vorm van « sociaal racisme ». Zodra je « OCMW » of « dakloos » zegt, krijg je: « Het appartement is net verhuurd ! »
10
Ik heb 2.500 euro op een rekening staan bij het OCMW en heb een waarborg van het OCMW, ik kan 400 euro per maand betalen, maar de eigenaars weigeren. Automatisch. ‘t Is niet altijd makkelijk om er netjes bij te lopen wanneer je bij een eigenaar aanklopt. Niet alle daklozen zijn vuil of vernielen uw woningen !
Heel wat eigenaars weigeren honden. Ze bijten heus niet en pissen beslist niet alles vol. Sociale woningen: een doolhof waarin velen het geduld kwijt raken.
Het aantal sociale woningen moet omhoog en er moet een einde komen aan de discriminatie en de vriendjespolitiek die bij de gemeenten heerst bij de toekenning ervan. Er is absoluut een barema nodig die rekening houdt met de inkomsten van de mensen. Er moet een vereniging komen ter verdediging van de huurders om deze barema’s vast te stellen. Ik heb maar een paar euro meer dan het leefloon, maar ze weigeren me een dossier te geven voor een sociale woning. En de regels zijn af en toe absurd :
Ik leef op straat, met mijn man, want in Vlaanderen mag je geen mensen opvangen in een sociaal appartement. Hoewel mijn zus ons best bij haar in huis wil nemen. Er is plaats genoeg… De strijd tegen de leegstaande woningen is zo goed als onbestaand. De zogenaamde wet « Onkelinx » van 1993 is veel te ingewikkeld. Een doodgeboren kind.
Er staan gigantische woningen leeg. Als men die woningen zou kunnen vrijmaken om te renoveren, in elke straat staat er minstens één huis leeg. Een schandaal ! We zouden ook iets kunnen doen voor de huur. Je moet begrijpen dat een woning je de kans biedt om te werken... En waar moeten we de liefde bedrijven ? In een bordeel ? Neen, sorry dat is boven ons budget… serieus, moeten we heel dat systeem niet herdenken ? En beginnen met ons niet meer als « sociale gevallen » te beschouwen. Dan kunnen ze gelijk besparen bij de « organisaties ».
De regering moet nachtopvang creëren en het aantal bedden verhogen. Het Ministerie van Huisvesting kan die plaatsen gelijk beheren, zonder dat ze daarvoor instellingen moeten aanspreken. Het voordeel is volgens sommigen aanzienlijk :
Hulpverenigingen zijn net gevangenissen : alsof je een elektronische enkelband moet dragen. België is een grote gevangenis en de instellingen zijn kleine open gevangenissen. Er is veel bewaking en oneindige controle. Het probleem bij daklozen ? Ze zien voor zichzelf geen toekomst, ze kunnen zich daar geen beeld van vormen. Het enige wat ze zien zijn instellingen die hen niet aanmoedigen, maar bedreigen. Iets fundamenteler, kunnen we niet gewoon sociaal handelen zonder een hele sociale sector te creëren ? Europa, dat enkel terloops over het sociale spreekt, zou in deze een nuttige rol kunnen spelen : 11
De Europese Unie is naarstig bezig geweest om de posterijen, de elektriciteit , de treinen… te privatiseren. Waarom houdt ze zich niet bezig met huisvesting ? Ze zou de gemeenten kunnen verplichten om afhankelijk van het aantal inwoners een aantal sociale woningen te voorzien ; ze zou de huisjesmelkers kunnen helpen hun huizen in overeenstemming te brengen met de regels en zo voorkomen dat gebouwen noodgedwongen vernield of verkocht worden ten voordele van grote bedrijven. Als Europa geld geeft voor de modernisering van steden, kan ze hen ook verplichten een aantal goedkope woningen te bouwen. °*
7. « Doorlopen ! Dit is geen slaapplaats ! » Men zegt wel eens dat de wereld toebehoort aan zij die vroeg opstaan…maar dan moet je wel de kans krijgen goed te slapen ! De eeuwige zoektocht naar een slaapplaats is een voltijdse job.
« Waar ga ik slapen ? » is elke dag opnieuw de vraag waar een dakloze mee kampt. ** Waarom zijn er zo weinig centra ? 240 plaatsen, da’s niks ! In de Samu kan je één nacht op twee slapen. Dat is het bewijs dat de vraag groot is. Er moeten nieuwe plaatsen bijkomen. Om 18 uur moet je telefoneren (waarom is er slechts één nummer ?) om een bed te reserveren (bij Samu) ... Maar vaak is het al « volzet » 2 minuten na 18 uur ! Je geeft de hoop op als je van 18 uur tot 22 uur blijft proberen.° Het is een onmogelijk uur om te bellen : vaak wordt de lijn verbroken ! En meestal wanneer wordt gezegd dat het volzit, hoor je de volgende dag dat er nog plaats was. Eigenlijk is de Samu NOOIT volzet ! Het is ondraaglijk om uren naar de CASU te bellen om dan uiteindelijk te horen dat er geen plaats meer is ! En er steekt een nieuw probleem de kop op : waar vind je nog openbare telefoons ? Er zijn steeds minder openbare telefoons om naar de CASU te bellen ! In de winter, en alleen dan, kan je met een gsm naar de CASU bellen.* Ook hier wordt de praktijk van lotje-trek niet gewaardeerd.
Het leven op straat is hard… want je hebt mensen, sociaal assistenten en ‘sociale moordenaars’ die de menselijke geest doden ! Telefoneren als een gek, drieduizend keer hetzelfde muziekje gedurende een half uur. Nadien ben je fier (als er verbinding is), en zeggen ze : « Sorry meneer, we zijn volzet ». Je hebt een rode kaart, een zwarte kaart, je staat te beven voor de deur. Als je een zwarte kaart trekt, sta je op straat. Iedereen spreekt in zichzelf en schreeuwt. Hij gaat schreeuwen, de mensen beledigen (de sociale werkers) die hun wet stellen, die hun werk eerlijk doen maar die zelf niet weten wat het is. Hij wil rustig slapen. En dan begint hij te beledigen, zijn hersenen beginnen te koken, dat leidt tot ziektes, tot psychopathie. Er zijn zoveel plaatsen, zie je, en als er een plaats overblijft en nog 10 tot 15 mensen een kaart krijgen dan, ... dan word je gek ! Je ziet maten die daar al een uur tot anderhalf uur voor jou stonden, jij hebt ook een plaats nodig... Toeval is meer aanvaardbaar omdat het in elk geval een feit is dat er minder plaatsen zijn dan aanvragen, blijkbaar.
12
Welke criteria zouden voor jou aanvaardbaar zijn, misschien menselijker, ... ? Menselijker ja, al menselijker. Want kaarten trekken is niet menselijk.* En soms vragen we ons af of het wel de moeite waard is een bed te zoeken.
Ja, de CASU is zoals buiten, maar dan binnen. De mensen drinken er veel. Het is een aparte wereld, waar het ‘s nachts gevaarlijk is.* En dus zoeken we ons een plekje op de straat, in een kelder, een kraakpand, een keldertrap, een parking,…
Ik mocht zelfs in de galerij slapen : als je netjes bent, laten ze je met rust. Maar later kwamen de anderen die zich nergens iets van aantrokken, en toen was het gedaan.** Het Noordstation gaat immers om 1 uur dicht en om 4 uur weer open. Drie uur lang zit je dus op café, waar het warm is.* De Casu, daar valt niet te leven als je niet drinkt of geen drugs neemt. Ik verkies de straat. Geef ons alstublieft onze banken terug waarop we zo goed konden slapen…
8. Onderdak, het maakt niet uit wat het kost ? De echte oorzaak van het probleem is het kapitalisme. Zonder grootse opbrengsten geen huisjesmelkers. En sommige directeurs van opvanghuizen gedragen zich als huisjesmelkers.
Het was zoals een hotel, gewoon om de bedden te vullen en geld te hebben. (...) De eerste vraag die ze je stellen, is “Wat trek jij, dop, OCMW ?”. Ik was de helft van mijn werkloosheidsuitkering kwijt,ze verdubbelden de prijs toen mijn kind er was en nadien namen ze nog 30 euro van je kindergeld af. We hadden enkel een kleine kamer met een lavabo. De rest was gemeenschappelijk. We hadden taken en als je die niet uitvoerde, moest je 5 euro betalen. Er was een wasmachine, maar de droger kostte opnieuw 5 euro. Het was echt overdreven.* Ik wil klacht neerleggen tegen Spullenhulp. Ze krijgen elke dag schenkingen, maar ik vraag me af waar dat geld naartoe gaat ? Een dakloze bij het OCMW betaalt 450 euro per maand aan Spullenhulp om daar te slapen. En hoe helpen die giften de daklozen ? Je slaapt er met 4 in een kamer, zoals in een paardenbox, zonder enige privacy. De assistenten komen je kamer binnen wanneer ze willen. De daklozen werken er gratis. Ik heb met de vrachtwagen rondgereden om giften op te halen. Als werker mag ik die giften niet bekijken of ervan profiteren. Spullenhulp heeft 17 winkels in België. En toch is er maar 1 opvanghuis ! De verplichting om 2/3 van je inkomsten (in plaats van 1/3 in Frankrijk) af te geven, en het verplichte maandelijkse sparen voor een huurwaarborg opdat je (hypothetisch) op een dag een appartement zou kunnen nemen, betekent dat er maar een paar euro’s zakgeld overblijven: een garantie om er nooit uit te geraken. Nooit. 13
We moeten 657 euro per maand betalen. En in de meeste gevallen is dat meer dan 2/3 van ons inkomen (Home Baudouin). Het eten is maar zozo. Heel vaak zijn er teamleden die het beste voor zichzelf houden (of voor bij hen thuis !). Zelfs al wordt het ontkend, het grootste deel komt (gratis) van de Voedselbank. We betalen toch om eten te krijgen ! (Home Baudouin). Huizen zijn er niet om uitgemelkt te worden. Controleer de huisjesmelkers. En voer gelijk eens een audit uit bij de hulpinstanties.
De overheid moet huisjesmelkers aanpakken ! We hebben ooit iemand over de vloer gekregen die gaan lopen was uit zo’n private home. We hebben het aan de stok gehad met die directrice, die kwam hem terughalen. “Hij is van ons.” zei ze. Ze verdiende daar goed geld aan de mensen, daarom dat ze kwaad was... Maar wij hadden hem niet afgepakt, die mens was daar gaan lopen.* En als we een beetje gedronken hebben, moeten we buiten slapen terwijl we voor de nacht betaald hebben en die dus aangerekend wordt en is gesubsidieerd ! Weg met de rijken die er belang bij hebben dat onze « inkomsten » stijgen !
In de onthaaltehuizen kom je binnen, krijg je onderdak en eten maar moet je wel 2/3 van je inkomen afgeven en dan moet je nog voltijds voor hen werken zonder enige vergoeding. En dan heb je nog 1/3 over maar wat kan je daar nog mee doen ? * Hier (bij Transit) betaal je 13 dagen niets, er is een verpleegster, je hebt onderdak, de was wordt gratis gedaan, er is psychologische hulp. In vergelijking met de andere onthaaltehuizen waar je, als je € 700 krijgt, 500 tot 550 moet afgeven, wat blijft er dan nog van over ? Wat ga je sparen, 30 – 40 euro per maand ??? Hoe lang duurt het vooraleer je een appartement hebt ? Roken is nog de minst slechte gewoonte. En er zijn plaatsen waar je vier dagen op zeven werkt.* 2/3 te betalen wanneer je 600 euro hebt ! Dan heb je nog 200 euro over en zeggen ze je “Zet geld opzij.”* Het aantal vieze woningen vol kakkerlakken is schrikbarend, zelfs sociale woningen. Lang geleden woonde ik in een opvanghuis. Ik moest een document ondertekenen zodat mijn uitkering op hun rekening kwam. Ik dacht dat ik geen recht meer had op die inkomsten zodra ik het huis verliet. Ongeveer 10 jaar later heb ik dat geld alsnog gekregen dankzij een maatschappelijk werker. Het opvanghuis was dit geld blijven incasseren ! Huisjesmelkers maken de woningnood nog erger : bij een eerste bezoek aan een huurappartement krijg je een goede indruk, maar zodra de winter komt, verhoogt de vochtigheid en besef je dat je in een ongezond huis woont, vooral in Sint-Joost-Ten-Noode. We moeten dit aanklagen en actie voeren. Maar om actie te voeren heb je moed nodig, en energie en ondersteuning. Zelfs een virtueel adres leidt tot wantoestanden :
14
Ik heb geen papieren en heb een vals adres nodig. Die gast vroeg me 150 euro per maand ! Ik heb dat bedrag 18 maanden lang betaald. En toen lukte het niet meer. En dus heeft hij het adres ingetrokken…Aan alle andere voorwaarden voor regularisatie voldeed ik.
9. Stop ons niet allemaal in hetzelfde vakje ! Gelijkgestemden hokken samen….maar we lijken helemaal niet op elkaar. Houd op met veralgemenen ! We zijn niet allemaal lui, zot, stinkers, incontinent, debiel, infantiel, alcoholist, verloren… en bedenk dat er daklozen zijn die werken en daklozen die niet drinken, maar het zijn niet altijd dezelfden. Er zijn daklozen die drinken en niet op Facebook zitten, maar ook dat zijn niet noodzakelijk dezelfden. Er zijn zelfs daklozen die een koppelteken plaatsen tussen ‘dak’ en ‘loos’ en daklozen die dat niet doen…en dat zijn soms wel dezelfden...!
Voor de mensen ben je een clochard als je op de straat leeft. Maar in feite heb je nietsnutten en zij die eruit willen geraken.** Soms schokt het mij dat journalisten of maatschappelijk werkers zeggen : “Ja, maar ze hebben ervoor gekozen”. Je kiest er nooit voor. * Er zijn een hoop vooroordelen. Omdat we dakloos zijn, hebben we problemen met netheid, maken we dingen kapot. Het idee dat we geen geld kunnen beheren. Dat alle daklozen dronkaards zijn, dat je op straat zit omdat je daarvoor kiest, enz. Noteer, dat wij ook vooroordelen hebben, zoals iedereen : wij denken dat jullie allemaal rijk zijn, gelukkig en gezond !
Het beeld dat de mensen hebben van mensen die op het OCMW staan is erg. En waarom ? Omdat een paar mensen zich slecht gedragen tegenover huiseigenaars moet iedereen daarvoor opdraaien. Als je geen geld hebt en geen werk ben je niks : een hel. Niemand kijkt of luistert naar het verhaal achter de daklozen.
We krijgen zelden mensen te zien die ons niet beoordelen. We hebben zo veel moeilijke situaties meegemaakt en meer dan genoeg van mensen die niet naar ons luisteren.* Onze leefsituaties verschillen, het is niet allemaal één pot nat. Dus alstublieft, stop ons dan ook niet in één pot.
10. Stop ons niet allemaal onder hetzelfde dak ! Ik ken mensen die eerder een plaats verdienen dan ik, zoals ouderen of mensen met kinderen. Dus geef ik hen mijn plaats, dat vind ik normaal.** Het tekort aan diensten wordt alleen maar erger door de voortdurende toestroom van hulpbehoevende mensen. De perverse gevolgen daarvan zijn catastrofaal. Enerzijds heb je de Federale Dienst voor het onthaal van Asielzoekers (Fedasil) die haar opdracht inzake onthaal en huisvesting niet vervult. Midden 2010 waren er naar schatting 1.500 asielzoekers die geen onderdak kregen. Om nog maar te zwijgen van de duizenden sans-papiers waar niemand zich om bekommert. Anderzijds zijn er onvoldoende aangepaste 15
voorzieningen. Heel wat probleemjongeren, geesteszieken, zieken die niet langer opgevangen worden in ziekenhuizen en ex-gedetineerden komen terecht in nachtasielen of opvanghuizen die eigenlijk niet voor hen bestemd zijn. Het resultaat : niemand zit nog op zijn plaats en de anderen staan op straat.
Momenteel is er een tekort aan plaatsen, want er zijn heel wat mindervaliden die voorrang krijgen. En toch wordt je niet echt verzorgd in de Samu… het is niet normaal dat er om 18 uur maar een 10-tal plaatsen aan mannen wordt toegekend. Voor de rest zijn er allerlei doorverwijzingen (een systeem dat plaats garandeert aan de meest kwetsbaren). Ik kan dat begrijpen voor families met kinderen, maar niet voor mensen die thuishoren in een ziekenhuis. Deze slechte coördinatie leidt tot kwaliteitsverlies van de diverse diensten en tot een ongelooflijke concurrentie tussen de daklozen. Een concurrentie die op een oorlog lijkt, min of meer latent, met racistische trekjes, en niet alleen om een strategische bedelplaats te bemachtigen, verre van dat. De sans-papier kijkt neer op de dakloze van eigen bodem :
Ik begrijp niet hoe je in zo’n toestand terechtkomt wanneer je papieren hebt. Als ik al kon genieten van de helft van wat die clochards krijgen, dan zou ik hier niet staan. ° En “onze” dakloze spaart hem ook niet :
Nieuwkomers worden snel ontvangen en doorgestuurd. Dat is een probleem. Daarnaast heb je mensen die al 10 jaar op de straat leven en je krijgt de indruk dat er voor hen niets voorzien is. ** Tien jaar geleden was het gemakkelijker om in een opvangcentrum te slapen. Er was meer hulp, het was het paradijs. Maar met de golf van vreemdelingen die toekomt kan België het nog moeilijk aan. Ze moeten keuzes maken. Vroeger, in 1999, 2000, 2001 was het veel gemakkelijker om in een onthaalcentrum te slapen, er kwamen minder mensen uit het buitenland. In die tijd kwam de CASU je zelfs halen, nu kunnen ze dat niet meer.** Waarom hebben vreemdelingen rechten en ik niet. Het is schandalig. Ik ben Belg, ik ben hier thuis en zij hebben alles en ik niets. Ik ga dood in mijn eigen land. Ik word aan mijn lot overgelaten, niemand helpt mij.** Ik herinner me dat we enkele jaren geleden in het Noordstation zaten. Het was er verschrikkelijk. Er waren enkele Roma families neergestreken. Met kinderen, vrouwen, enz. Zij hebben binnen enkele weken onderdak gevonden in hotels. Ik zeg niet dat ze niet geholpen moeten worden en onderdak moeten krijgen, maar toch, gedurende al die tijd zaten wij nog steeds in het station. *** Een dakloze krijgt geen respect. Zo werden we beledigd door een familie buitenlanders met een appartement en alle mogelijke hulp.** En het gedwongen samenzijn van mensen met totaal verschillende problemen, in een soms extreme promiscuïteit, is niet bevorderlijk.
... de nabijheid van al die miserie van al die “gebruikers” van de Samu Social is echt heel nefast voor depressieven, die echt wel talrijk zijn bij de daklozen. t’Is altijd wat in die centra. Ruzies, opstootjes, geen respect, er zijn daar meer dan 350 mensen. (…) De mensen gedragen zich als beesten, het is zo.
16
Het probleem ligt niet bij het gebouw, dat is groot, proper, de mensen zijn het probleem. (...) Mensen zonder zelfrespect. Beledigingen. Als je reageert krijg je gegarandeerd problemen. En dan word je buitengezet. En buiten is er geen veiligheid. Het is een cyclus.** Jongeren die niet meer de houvast van een gezin hebben, en daar denk ik dat een structuur die volwaardig is aangepast aan hun behoeften hen eerder iets zou kunnen bijbrengen dan hier zitten met alle problemen maar ook alle verleidingen van het leven. En dan zijn er in de onthaaltehuizen ook mensen die het nog minder zien zitten dan jijzelf, en dat ontneemt je de moed om te vechten.*
11. Straf ons niet omdat we een hond hebben ! Hun honden, ’t is al dat ze hebben, de enige waar ze op kunnen vertrouwen, die ze in de ogen kunnen kijken zonder medelijden of afkeer terug te krijgen, de enige die trouw zijn en de enige die hen wat verantwoordelijkheidsgevoel geeft. Want als er al eens een dag is dat ze geen zin hebben om de realiteit onder ogen te zien (sommige dagen zijn harder dan andere), dan nog blijven ze klaarstaan voor hun hond. Waarom is het dan zo moeilijk om ons te aanvaarden met onze honden ?
Als koppel met kinderen moet je lang zoeken. Er bestaan wel wat opvangstructuren voor moeders met kinderen, maar voor koppels is het moeilijk. En als je een hond hebt, is het helemaal gedaan .* Honden moeten verplicht in de containerruimte blijven (Samu) en ’s ochtends tref je ze steevast aan in de vuilnisbakken. Daarom ga ik daar niet meer naartoe… In ieder geval heb ik het uitgetest : wanneer ik telefoneer en mijn naam geef - ze weten dat ik een hond heb - dan is alles volzet. Wanneer ik terugbel en een andere naam geef, is het toevallig niet meer volzet… Wij vragen om aanvaard te worden mét onze honden. Dat onze honden bij ons mogen blijven in de hulpcentra. Het zijn de enige wezens die we vertrouwen, we zijn onafscheidelijk.
Waarschijnlijk denkt men - nee,’t is eigenlijk een zekerheid - dat wie een hond heeft vuil is en dat hij zijn hond uitbuit om te bedelen. Maar eigenlijk is het onze levensgezel, onze vriend. De mensen die ons met een hond zien, zeggen onmiddellijk: « Hij drinkt, hij rookt, hij is gedrogeerd… ». Bovendien bemoeien ze zich met ons privéleven !
12. De kleren maken heus niet altijd de man ! Zijn alle niet openbare ruimtes publiek ? Sommige zijn minder openbaar dan andere of enkel openbaar voor een bepaald publiek. Komen er binnenkort plaatsen « exclusief voor mensen met een proper voorkomen » ? Alleen een affiche « Daklozenvrije zone » ontbreekt nog ! Neen, geen affiche nodig : we liggen daar in het zicht van de mensen. Persona sine casa non grata.
Wij zijn de kaste (sic) van de onaanraakbaren … Halt aan de sociale schoonmaak ! 17
En ik sliep op een bank (dicht bij het Albertinaplein ) en er komt een flik me wakker maken en zeggen op te krassen. Ik reageer niet onmiddellijk, ik had een beetje gedronken, en hij heeft me in den bak gestoken tot middernacht, daarna lieten ze me gaan. Dat begrijp ik niet… Ik stoorde toch niemand. We begrijpen dat het niet altijd makkelijk is om onze vuiligheid niet te beoordelen. Zelfs mensen die gestudeerd hebben om ons te helpen hebben er wel eens moeite mee…
Ik ken een straathoekwerker met een rastalook, wanneer de flikken daklozen oppakken, nemen ze hem ook mee. Ze denken dat hij een dakloze is. Diversiteit is nochtans hip, de politici hebben hun mond er van vol, niet ?
We worden continu beoordeeld op ons uiterlijk. Een werkgever kijkt in eerste instantie nooit naar onze competenties of onze diploma’s. Ik heb meerdere diploma’s van de hotelschool, maar met mijn baard, mijn niet al te frisse geur en zonder de gepaste kleding, lachen ze me uit met mijn diploma’s ! Ze zijn bang voor het oordeel van de klanten. En het interim-kantoor zegt me dat ik met mijn 44 jaar veel te oud ben om bij hen nog kans te maken op een job ! Als we een douche zouden kunnen nemen en wat kleren bij ons houden… Maar aan de andere kant, proper en netjes gekleed bedelen brengt niets op : de mensen denken dan dat je hen voor de gek houdt. Je moet er uitzien als een dakloze, maar wel je pintje verstoppen en zeggen dat je er uit wil geraken.
13. Weg met het veiligheidsgeweld !
De solidariteit onder daklozen, met of zonder papieren, is in vrije val. De onderlinge concurrentie is groter dan ooit. Afpersing, diefstal, verkrachtingen, ruzie, afrekeningen, moorden… Er wordt zelden over gesproken, maar het is aanwezig op straat : een mens die niets meer heeft is als een wolf voor wie nog minder heeft. De minst zwakke stelt de wet.
Na 15 jaar op straat is mijn vertrouwen in de mensen sterk verminderd. Ik heb teveel gezien. De laatste 10 jaar is het leven op straat erg veranderd. Er is geen solidariteit meer, de ouderen zijn dood en de jongeren zijn gewelddadig. Velen persen de ouderen af. Als je oud bent, of zwak of te lief, speelt dat in het voordeel van de sterkeren die je kunnen achtervolgen of mishandelen.°° Rond 2 uur ’s nachts pluimen de dieven iedereen die te zat is om het te merken of die krampachtig op hun schaarse bezittingen slapen… Diefstal en geweld komen vaak voor. Verkrachting ook, of gedwongen prostitutie, afpersing. Alles draait om geld. En je hebt ook nog eens de niet-daklozen :
... Jongeren die ons aanvallen, ons wegduwen, zomaar, voor het plezier, om zich te amuseren…
18
Reken daarbij al onze psychologische, financiële en affectieve problemen en de onzekerheid op gebied van voeding en seks. En de inbreuken op ons privéleven en de constante bewaking (controles, fouilleringen, overal camera’s). We hebben immers geen thuis. Ons laatste stukje intimiteit wordt afgepakt. Beste veiligheidsagenten van divers pluimage, wanneer u dit plaatje bekijkt, dan is het niet zo moeilijk om te begrijpen dat we vragen die harde aanpak alstublieft wat te milderen. Laat ons eerder meegenieten van datgene waarvoor u betaald wordt : een beetje veiligheid is altijd welkom. Want het klopt niet dat een dakloze, die zich niets te verwijten heeft, veilig is. Agenten en bewakers leven zich soms op een gewelddadige manier op ons uit : mishandeling, intimidatie, beledigingen (vaak met een racistisch tintje) of weigering ons te helpen. We eisen dat deze feiten publiekelijk worden aangeklaagd en dat de verantwoordelijken gestraft worden.
En het politiegeweld : ze behandelen je en spreken je aan alsof je stront bent. « Wat doe je Eddie ? Ben je een clochard ?» Ik heb niet geantwoord, beter zo. Ze lachten me uit omdat het mijn verjaardag was : « Wil je een taart met kaarsjes ? »** We gingen naar -3 (Zuidstation). En toen zei één van die gasten : « En nu karate », hij heeft me 2 vuistslagen verkocht, kijk hier (hij toont de zwelling aan de binnenkant van zijn lip), En de andere liet zijn hond los, die heeft me gebeten (hij toont zijn voorarm)... Ze slaan zelfs hun honden ! Hoe kan je klacht neerleggen als je geen papieren hebt ? Dat ze van die punching balls aan de politie geven ! Wij hebben al genoeg geleden… Het politiegeweld is echt toegenomen sinds de hervorming van de politiediensten. De handelaars in het Zuidstation hebben hun eigen bewakers. Soms nemen ze onze drankjes of onze rugzak af. Wij kunnen geen klacht neerleggen. Op een koude dag hebben ze een dakloze in een rolstoel buitengezet. Hij is gestorven.
14. Weg met de administratieve mallemolen ! Maak alle administratieve paperassen en alle dingen die we moeten doen om ons hoofd boven water te houden nog maar wat moeilijker…en dan hebben we een voltijdse sociaal assistent per dakloze nodig ! De administratieve rompslomp om te kunnen genieten van je rechten lijkt op een strijdtoneel… en we zijn op voorhand verslagen.
Op de manifestatie van het Collectif (MANIFESTEMENT) het ik een « ervaringsexpert » ontmoet. Een voormalige dakloze of arme, betaald door de overheid om de paperassen te vereenvoudigen. Luisteren ze naar zo’n mensen ? (…) Ik zou dat ook wel willen doen… Dat klinkt zinvol:
Een Franstalige uitdrukking zegt : « Seul celui qui porte mes chaussures peut sentir où cela fait mal », daarom zouden mensen zonder eigen woning betrokken moeten worden 19
bij het nemen van beslissingen over hun problemen.°* De taalproblemen even buiten beschouwing gelaten…Velen begrijpen er niks van, hebben moeite om zich aan afspraken te houden, verliezen hun papieren…
Zonder vast adres verlies ik een groot deel van mijn rechten. Als alle rechten van daklozen afhangen van een adres, dan belanden we in een absurde situatie ! Dat is dom ! En waarom doen de OCMW’s in dat geval niet meer om ons aan een woonst te helpen ? ‘t Is waar, zonder adres is het een totale puinhoop. De OCMW’s weigeren ons een referentieadres te geven omdat ze bang zijn voor misbruik. En vaak sturen ze je van hier naar ginder. “U moet naar het OCMW van uw vorige gemeente gaan !”, daarna “Ga naar de gemeente waar u het meest verblijft !”. Dat adres bemachtigen is vaak administratief getouwtrek. En naast de OCMW’s ?
Je gaat naar deze of gene organisatie, je legt je situatie uit, ze zeggen je: “Neen, dat is niet bij ons, daarvoor moet u naar...” Soms heb je bij administratieve diensten de indruk dat je van het kastje naar de muur wordt gestuurd, omdat ze je zeggen : “U moet naar die dienst” en daarna “Neen, dat is niet bij ons, dat is ergens anders”. In afwachting verlies je dagen, weken en uiteindelijk weet je niet wie wat doet ! * Een sociaal werker getuigt :
Ze hebben inderdaad te veel werk. Maar ik vind dat alles verstart. Maar voor mensen in armoede is de bestaande administratieve rompslomp nog 100 keer erger. En het verbaast mij ook te zien wat die vrouwen doen. Ze blijven maar lopen. De hele tijd worden hen dingen gevraagd, om de drie maanden OCMW-dossiers nakijken waarin de hele tijd dezelfde papieren moeten worden gestoken terwijl er niets is veranderd. Zoiets kan toch niet.* De bureaucratische logica is verre van logisch :
Vakbond of HVW, allemaal gelijk,... Vaak moet je zes tot zeven keer per week langsgaan om zeker te zijn dat je een papier krijgt. Je gaat voor een inlichting langs bij een persoon, die je zegt: “Het is zus.” Een week later ga je terug voor een papier en krijg je te horen : “Het is zo.” en aan het einde van de rit weet je niet meer tot wie je je moet wenden.* Dat kan niet. We staan in contact met het OCMW en hebben dit jaar nog verschillende keren mensen gehad die veertien dagen, drie weken geen inkomen hadden. Dat is niet normaal. De administratieve afwijkingen hebben ook zware gevolgen, voor sommige gezinnen. Er wordt onvoldoende gewezen op de gevolgen die hieruit voortvloeien voor de mensen.* Ja, soms zijn er administratieve uitschuivers, problemen met papieren, registraties, die slecht zijn geklasseerd. Dat is de administratie. De meeste overheidsdiensten worden beschouwd als bureaucraten : tijdens de koffiepauze
20
bespreken ze dan onderling het feit dat je problemen hebt en je weet niet hoe je eruit kan geraken en zij zitten onderling wat plezier te maken.* Het kleinste administratieve probleem kan een reeks gevolgen hebben die onomkeerbaar zijn. Bijvoorbeeld: als je geen vast adres hebt en ze stelen al je identiteitspapieren, je SIS-kaart, enz., dan wordt het heel moeilijk. Als je uit een ander land komt en je papieren hier verliest, dat is een nachtmerrie ! Je kan je afvragen wat de politie eigenlijk doet :
Ze zouden de OCMW’s moeten aanhouden - die toch maar doen waar ze goesting in hebben en hen verplichten om de federale wetten toe te passen in plaats van ze te interpreteren.°*
15. Stop met ‘prettige’ pesterijtjes ! Tegen daklozen zegt men neen, zoals tegen kinderen, zogezegd om ze op hun verantwoordelijkheid te wijzen... Maar we moeten net het omgekeerde doen : ja zeggen tegen alles ! Luc Monti, directeur van een crisisopvangcentrum
Aangezien hij zo kwetsbaar is, is de dakloze een dankbaar slachtoffer van allerlei dwangmatige regeltjes die willekeurig worden toegepast, van bedreigingen, pesterijen, intimidaties, vernederingen tot chantage en andere vormen van sadisme.
De lakens worden pas om 21.45 uur uitgedeeld, terwijl we zijn gekomen om te slapen... Een zoon beging stommiteiten, da’s waar. Sanctie : hij en zijn moeder van 88 jaar werden aan de deur gezet ! (Samu) Ik kwam eens een keer om 22.28 uur aan. Ik had gebeld om hen te verwittigen (dat ik te laat zou zijn). Ze hebben mijn bord weggegooid : « Je krijgt geen eten !» Ze hebben het eten weggegooid. (Etterbeek, Samu) Als we een beetje gedronken hebben, moeten we buiten slapen, ookal hebben we betaald ! Als we stoten uithalen zoals niet komen slapen in het tehuis, te laat terugkeren, te veel drinken, niet douchen, ... dan worden we gestraft. Dan krijgen we geen sigaretten of zakgeld of mogen we niet meer naar buiten.* Elke dinsdag komt de dokter. En elke dinsdag moeten we er verplicht naar toe. Inderdaad, elke dinsdag. Als je niet gaat, mag je niet naar buiten of word je zakgeld ingehouden.* En als we daar tegenin gaan...
« Niet tevreden ? Ga dan op een ander !» De daklozen die kritiek hebben op het ene of het andere aspect van de werking van Casu worden soms gedurende een week niet meer binnengelaten, als represaille. Ik heb geen hulp gekregen, ik had er gevraagd, maar moest in het station slapen omdat ik het programma dat de sociaal werker voorstelde niet aanvaardde. °* 21
Kleine baasjes stellen de wet en de dakloze is het slachtoffer die zich vaak ook zo gedraagt, hij is een makkelijke en ideale prooi. Een sociale werker getuigt :
Wanneer ze hun leven in eigen handen proberen te nemen, beslissen om te vertrekken, loopt het slecht af. Ik heb de gelegenheid gehad om met een vrijwilliger te spreken die me is komen opzoeken, ik heb contact gehad met zijn bewindvoerder, met zijn psychiater die me een brief heeft geschreven waarin staat dat zij voorstander was van zijn vertrek omdat ik wist dat het niet goed ging. Hij is aan de deur gezet, men heeft zijn SIS- kaart afgenomen terwijl hij geneesmiddelen moest nemen. Hij is gestraft, hij is op straat gezet.* ‘Dakloze’ rijmt toch niet met ‘pispaal’ ?
Iedereen moet aanwezig zijn voor de maaltijd. En als je niet terugbent om 21.40 u ? Dan wordt je gestraft. Je krijgt geen zakgeld meer. We krijgen zakgeld, niet veel, de meesten 2,5 euro, anderen 3 euro. We zijn arm. En als je gestraft wordt ? Wat betekent dat ? Het hangt ervan af waarvoor, mensen die het reglement niet naleven krijgen geen sigaretten of zakgeld meer of mogen niet naar buiten (...). We worden behandeld als kinderen. We worden niet gerespecteerd.* Het lijkt wel of ze ons willen laten betalen (met vernederingen, straffen, chantage enz.) voor alles wat ze voor ons doen omdat ze het niet kunnen verkopen. Ze zouden ons beter bedanken omdat we hen werk geven.
In de gevangenis wordt men beter behandeld dan bij de Casu. Ik zeg je, daar wordt men niet gelukkig. Diefstal. Zelfs de medewerkers stelen en de behandeling is onmenselijk… Regelmatig hoor je verhaaltjes over pesterij of vernedering : verboden binnen te komen met tassen, slaapplaatsen die 's avonds expres natgespoten worden, iemand die een hamburger naast een dakloze eet en na één hap weggooit, opgepakt worden door de politie en 10 km buiten Brussel afgezet worden. In zekere zin zijn we Untermenschen.
16. Hou op met chemische liefdadigheid ! Het symptoom van een ziekte is eerst en vooral de oplossing. Psychiaters behandelen enkel de symptomen. Éric Costers, psycho-analyst
Medische kosten zijn gratis evenals medicijnen voor mensen die van een OCMW-bijdrage leven. Daarnaast heb je nog de medische kaart die zelfs aan illegalen de mogelijkheid biedt aanspraak te maken op dringende medische hulp. Dit privilege heeft weliswaar zijn keerzijde.
Ze schrijven er medicijnen voor : de helft van de mensen zit daar onder de Valium. (Spullenhulp) Voor een luisterend oor zou het interessant zijn om naar een tehuis met een psychiater te gaan of naar een psycholoog die je opvolgt. Ik heb wel een psychiater, net zoals de andere patiënten hier... Ja, dezelfde psychiater voor iedereen. Maar telkens wanneer ik bij hem kom, giet hij me vol Haldol.
22
Maar ik heb nood aan een goede psychiater en een goede psycholoog die naar mij luistert, anders gaat het niet.* Waarom stellen ze geen groepstherapie voor in de opvanghuizen ? Dat zou heel positief zijn ! De rol van de animator is zeer belangrijk, we hebben deskundigen nodig. Gezondheidszorgen zijn vaak chemische handboeien; een sociaal werker getuigt :
Veel mensen zitten duidelijk onder de geneesmiddelen. Twee weken geleden vroeg ik of er geen vrijwilliger tijdens het weekend kon komen, waarop men mij zei : “Neen, in het weekend nemen ze hun geneesmiddelen”. Ik stel me dan de vraag of men hen niet te veel geneesmiddelen geeft om ze kalm te houden.* Overmatig medicijngebruik (gebaseerd op een cocktail van psychofarmaca : antidepressiva, antipsychotica, Valium, methadon,…) is één van de grote problemen bij daklozen, vooral in combinatie met alcohol. Het sleutelprobleem is de oncontroleerbare en ongecontroleerde afhankelijkheid, waar trouwens weinig over gesproken wordt. Zo wordt methadon - vaak gebruikt bij de ontwenning van heroïne - eveneens voorgeschreven aan mensen met chronische pijn. Zelden worden deze voorschriften vergezeld door therapie; de hoeveelheid wordt eerder verhoogd dan afgebouwd, wat wenselijk zou zijn. Met als gevolg een levenslange afhankelijkheid.
Ik ben naar de vergaderingen van « Verontwaardigden » (Indignés) geweest op het Moskouplein. Maar als ik zou moeten betogen, dan zou ik alles kort en klein slaan, zoveel woede heb ik in me. Er zouden geen façades meer overblijven in de Koningsstraat. En dus geven de dokters Xanax en blijven we rustig. We worden niet verzorgd, maar met al die middelen blijven we ten minste rustig, ongevaarlijk, passieve sukkels… Als je erover nadenkt klinkt het niet zo slecht. Toch blijft er een bezorgdheid : de straathandel die eruit voortvloeit. Maar wie heeft daar nu last van ? Iedereen kan daarmee leven…
17. Voor een « winteropvang » ... het hele jaar door! Het winterplan, dat is er om de miserie voor de toeristen te verstoppen, da’s alles. Omdat er tijdens de winter wel eens daklozen op straat sterven, heeft de Samu Social de opdracht gekregen een winteropvang te organiseren, met andere woorden dus meer bedden aan te bieden vanaf het moment dat het kouder wordt. Die doden, duidelijke gevallen van criminele nalatigheid, zijn mediageniek en worden dus een politiek probleem.
Maar waarom sluiten ze het nachtasiel van Etterbeek op 31 maart ? Is het zoveel aangenamer om op straat te slapen vanaf 1 april ? En zo duur is dat centrum niet voor de overheid. Men gelooft dat een bed niet zo nodig is vanaf 1 april en sommigen denken dat we vanaf die datum ook minder eten nodig hebben en ons niet hoeven te wassen :
In de zomer is er geen ontbijt in Le Resto du Cœur en het Fonteintje is (minimum) een maand gesloten... Wat je het hele jaar door hoort : de wintervoorzieningen zullen niets oplossen omdat het probleem niet bij de wortel wordt aangepakt. Wij zijn nochtans het best geplaatst om te weten dat het sinds al die jaren niets oplost. Maar intussen zou de schade wel beperkt kunnen worden. 23
18. Voor efficiënte, gecoördineerde diensten die elkaar aanvullen ! Dakloos zijn is vermoeiend ! En de hulpinstanties verzachten die pijn niet altijd… Waarom worden we in het weekend verplicht om 7 uur op te staan ? Mogen wij niet eens lekker uitslapen zoals iedereen ? De verschillende hulporganisaties stemmen hun uren slecht op elkaar af : onmenselijk. Soms moet je kiezen tussen eten of slapen in een nachtasiel.
De uren dat je moet bellen naar de Samu zijn een probleem. In de praktijk is het: ofwel eten, ofwel slapen. Het zou fijn zijn als de maaltijden en de oproepuren beter op elkaar afgestemd werden. Bovendien moet je, als je om 18 uur belt, om 20 uur binnengaan... zelfs zij die tot 18 uur werken moeten om 18 uur bellen. Is het zo moeilijk betere uurschema’s uit te werken ? Van 8 tot 10 uur en van 18 tot 20 uur zijn bijna alle voorzieningen gesloten.
Bijna alle hygiënediensten zijn uitsluitend in de ochtend open, nooit in de namiddag ! Na 12 uur kan je geen douche meer nemen ! *
In het weekend kan je nergens terecht. Alles is op zaterdagnamiddag en op zondag gesloten. Behalve Nativitas, Bij ons/Chez nous,
maar daar (Bij ons/Chez nous) zijn er vaak schermutselingen tussen de mensen, geroep of simpelweg gewauwel…Je moet weten dat er een soort clanspirit heerst op de verschillende plaatsen : mensen zonder papieren onder elkaar, Belgische daklozen onder elkaar… Dus gaan we maar op café, maar dan krijg je een ander probleem : we moeten daar consumeren om te mogen blijven.*° En zou de informatica niet kunnen voorkomen dat we 100 keer opnieuw ons verhaal moeten vertellen ?
Er is nood aan intensieve begeleiding, degene die je begeleidt zou een vriend voor je moeten zijn. Elke keer wanneer je je tot een dienst richt, eender de welke, moet je je leven opnieuw vertellen. Als je een paar dagen later naar een andere dienst gaat, dan mag je weer eens alles vertellen. Uiteindelijk heb je er genoeg van en probeer je je op een andere manier uit de slag te trekken. Als we goed begeleid zouden worden, zouden we niet op straat terecht komen.°*
19. Voor menselijk, gemotiveerd en deskundig personeel ! Niet iedereen wordt sociaalvoelend geboren. Wordt men betaald om deze kwaliteit te verwerven of is het genoeg te doen alsof ?
Als je bij het OCMW over je problemen praat, dan vraag je je af of ze je in de gevangenis gaan steken, er heerst een soort van verraderlijke, onderhuidse repressie. We maken ze opvliegend en zenuwachtig met onze verhalen. Het toezichthoudend personeel spreekt luid, speelt spelletjes, drinkt en lacht vlakbij de slaapruimtes en zo kunnen we geen oog dicht doen. Als je vlak naast hun lokaal slaapt, wordt je de hele nacht gestoord. Maar wanneer wij naar beneden gaan om een sigaret te roken krijgen we opmerkingen wanneer we praten.
24
Wreedheid krijgt men er gratis bij :
Ik ben tussengekomen voor een Turkse opdat ze niet gescheiden zou worden van haar kinderen. En voilà, het Turkse gezin werd uit elkaar gehaald (de kinderen sliepen in de Samu en zij op straat) en ik ben aan de deur gezet. « Ga weg en doe de deur dicht ! » Ik heb met de Turkse buiten geslapen. Hoe kan dat ?
De opvoeders hebben alleen maar die naam. Het zijn in feite bewakers. Ze maken misbruik van hun positie. Een beetje vernederen. En leugens aan de lopende band : « Ik heb geen tijd ! » en dan zitten ze de hele middag op Facebook. ( Home Baudouin) Paternalistische liefdadigheid is de regel…
... getint door minachting die een echte ontmoeting in de weg staat, een echt gesprek. Vrijwilligers zijn vaak mensen die slecht in hun vel zitten, die zelfs zouden betalen om vrijwilliger te mogen zijn omdat ze er zo’n behoefte aan hebben. Maar ze kunnen niet communiceren, zijn bang van relaties, vervangen dialoog door regeltjes . Alles is nep. « Het Babbelkot, dat is zoals in het leger ! », heeft ooit eens iemand gezegd. Je vindt in die plaatsen nooit wat ze beweren aan te bieden. (...) De directeur van Teleonthaal was er trots op dat de harde kern 40% van alle gesprekken voor haar rekening neemt : ze creëren een verslaving en zijn er fier op ! En omdat er te weinig geld is voor de sector, tref je in opvangstructuren te weinig maatschappelijk werkers aan en teveel mensen die werken onder een nepstatuut (zoals ‘Artikel 60’) zonder een degelijke opleiding en met als enig motief om op termijn recht te krijgen op werkloosheidsuitkering. Dit leidt tot machtsmisbruik en vertaalt zich in misprijzen, een incoherente uitvoering van de procedures, tegenstrijdige richtlijnen tot en met chantage en uitsluiting : « Niet tevreden ? Daar is de deur ! ».
Mijn hond wordt beter behandeld dan ik ! Bij de Samu werken mensen die alles behalve sociaal zijn. Er is machtsmisbruik. En als je een opmerking maakt, word je buitengezet. In het algemeen zijn er goede opvoeders bij de Samu, maar je komt er ook slechte tegen. Bij het Fonteintje word je daarentegen echt verzorgd. Op het vlak van menselijk contact is er nog veel te doen. Je hebt mensen nodig die kunnen luisteren. Sommige mensen willen daar niet meer gaan slapen… De thuislozen hebben in de eerste plaats behoefte aan aandacht, aan menselijke warmte, aan vertrouwen, een luisterend oor.* Het probleem zijn de maatschappelijk assistenten. Je krijgt te maken met iemand die bekwaam of onbekwaam is. Vaak krijg je te maken met iemand die met zijn duimen draait en die je gaat zeggen dat alles goed gaat. Maar soms heb je maatschappelijk assistenten die geen vooruitgang boeken, zodat je ter plaatse blijft trappelen.* 25
Wie in een onthaaltehuis terechtkomt, draagt een verleden met zich mee. Je moet de tijd nemen om te luisteren naar het verhaal van de mensen. Anders is het te gemakkelijk, en hou je enkel rekening met de administratieve kant van de zaken en niet met de rest. Maar ik kwam in een onthaaltehuis terecht waar men mij zei, “Ziezo, en nu gaan we een therapie volgen.”. Tien jaar hebben ze me gezegd om een therapie te volgen, maar dat was het goede moment om het te doen. En nu ben ik tevreden, dat is nu anderhalf jaar geleden. En nu kan ik eindelijk andere dingen doen. Het zijn stappen, je mag niet te snel gaan, maar je moet de mensen begrijpen. Als je niet begrijpt hoe ze functioneren, zal je nooit met ze kunnen werken. Ik vind dat wie in de sociale sector werkt, geduld moet hebben.* De nachtbewakers zijn niet opgeleid. Er is psychische, verbale en morele mishandeling. Op een dag heeft een sociaal assistent me vastgepakt, ik werd gescheiden van mijn vrienden en moest de verdieping verlaten. Ze zoeken het zwarte schaap, ze zetten de meest kwetsbaren aan om te revolteren en daarna zetten ze die buiten. Zo wilde een jonge Algerijn van de vierde verdieping springen. Ze hebben hem gewoon buitengezet.°° Zelfs hier bij Bij Ons, zie ik ‘goed eten’ binnenkomen en daarna op mysterieuze wijze verdwijnen… De ‘gebruikers’ van de diensten gedragen zich weliswaar toegeeflijk :
Dat de werkers geen respect hebben is normaal. Ik zou in hun plaats ook zo zijn. Er zijn te veel mensen, te veel vragen, te veel problemen… En ze onderschatten de omvang van de missie niet :
Het volstaat niet een opvanghuis te verlaten, we blijven kwetsbaar wanneer we een woning hebben gevonden. De problemen herbeginnen: deurwaarders, te veel facturen die de nieuwe woonst weer op de helling zetten. Begeleiding is nodig om rustig je woning te kunnen behouden. Het vraagt veel werk om iemand zijn plaats in de samenleving terug te laten opnemen.°*
20. Voor rustplaatsen! Een dakloze loopt makkelijk 10 à 15 kilometer per dag. Zitbanken ? Dat is toch algemeen bekend ! Er zijn er steeds minder en vooral bankjes waar je nog op mag of kunt slapen. We weten hoeveel stadsdesigners elkaar beconcurreren met ingenieuze ontwerpen om daklozen te ontmoedigen zich even te verpozen. Dakloos zijn is anders wel doodvermoeiend.
Op den duur is het wel vermoeiend. Er is de angst, de agressie, de voortdurende waakzaamheid die ons wakker houdt. Ik heb 4 uur, 4,5 uur geslapen,... Dat is dus weinig slaap. Natuurlijk heb ik soms behoefte aan rust…* Soms zitten we uitgeput in het metrostation. In de tram idem. Wanneer de vermoeidheid toeslaat, dan zoeken we een hoekje om te rusten. Ze verjagen ons. Het is nochtans niet verboden om te slapen ! Er zijn dagcentra, maar :
... Je mag er niet slapen. Je voelt soms dat we er niet lang mogen blijven. Net lang genoeg om je GSM op te laden.
26
We willen een plaats waar je uit kan rusten, waar je niets hoeft te nuttigen, waar we rustig kunnen uitblazen. Een stille plek waar je je ideeën op een rijtje kan zetten. Een plek voor ons. Een plaats waar je niet moet kaarten of scrabbelen of pingpongen. Een plaats waar je ook alleen kunt zijn.
Wanneer je dakloos bent en afhangt van een opvangstructuur is het heel moeilijk om een plaats te vinden waar je alleen kan zijn. Promiscuïteit is een echt probleem. Eenzaamheid, zowel een zegen als een gesel :
Soms breng je je dagen helemaal alleen door, echt, in een extreme eenzaamheid, je vraagt je af wat je overkomen is .*°
21. Voor een informatiebureau voor (pre-)daklozen ! Het heeft me jaren gekost om te weten te komen wat er bestaat, alle diensten, alles wat er mogelijk is. In de stad tref je verdwaalde toeristen, en daklozen die verdwaald zijn in hun leven. Voor de eersten zijn er kantoren met charmante hostesses en voor de anderen is er niets.
De overheid zou eerst en vooral een informatiebureau voor daklozen moeten oprichten. Met foldertjes en plattegronden van de stad op de muur en borden met adressen van nachtasielen en hulpinstanties. Vooral in het stadscentrum, want daar gaan de nieuwkomers naartoe. Het spreekt vanzelf dat mensen die nog nooit beroep hebben gedaan op hulporganisaties geen benul hebben van alle mogelijkheden en diensten !
Soms zijn er mensen die het goed hebben tot hun 40ste en daarna staan ze van de ene dag op de andere op straat. Ze weten niet wat een OCMW is omdat ze dat nooit hebben moeten weten. Ze weten niet hoe een vakbond in elkaar zit. Deze kwestie is pas aan de orde wanneer je geen middelen meer hebt en je je er wel voor moet interesseren. Maar je kan het sommige mensen niet kwalijk nemen dat ze het niet weten.* De stations zijn natuurlijke aantrekkingspolen voor daklozen.
Ik begrijp niet waarom er niet altijd een maatschappelijk werker in de stations is. Het is toch geweten dat de meeste daklozen daar naartoe trekken. Hij weet dan tenminste dat er een bureau is, waar iemand hem gaat helpen. Hij gaat me misschien wel geen bed voor vannacht geven, maar ik zou dan tenminste het boekje hebben met namen en adressen en deze ochtend had ik al iets kunnen doen alvorens naar hier te komen, zelfs al... was ik verloren.* Dankzij het Europese project Hope In Stations is er momenteel in de drie grote stations van de stad een maatschappelijk werkster die werkt als sociale referentie bij de NMBS. Zij houdt permanenties en zorgt voor de coördinatie tussen de sociale, medische en voedselhulporganisaties die in de grootste stations werkzaam zijn. Het project loopt december 2011 echter ten einde.
22. We willen meer bagagekluisjes ! Het gebrek aan lockers, zelfs betalende, wordt sinds lang aangeklaagd.
Zonder tassen kunnen we op stap gaan, een winkel binnengaan, 27
afspraken maken zonder onmiddellijk als dakloze bestempeld te worden.°°° Zonder bagage kunnen we een huiseigenaar ontmoeten en hoeven we niet bang te zijn dat ons voorkomen onze situatie meteen verraadt. En als je werk hebt, heb je tenminste een plek waar je al je spullen kunt achterlaten.
Soms is het de enige privéplek die we nog hebben.°°° De hele dag met tassen zeulen veroorzaakt rugpijn en dan heb je nog de constante angst voor diefstal.
Het is onmogelijk de hele dag al je spullen mee te slepen. Hier kan ik mijn papieren achterlaten, en een deel van mijn kleren en boeken die veel te zwaar zijn om te dragen. En ik ben gerust ; ik weet dat het een veilige plek is en dat mijn spullen niet zullen verdwijnen.°°° En alstublieft, we moeten dagelijks toegang kunnen hebben tot onze spullen. ‘s Morgens om onze nachtspullen op te bergen, meestal veel en stigmatiserend. ‘s Avonds om ze weer op te halen.°°° Er zijn kluisjes in het Centraal Station, maar die zijn duur.
23. To be or not to be assisted ? Hoe vermijd je de valkuil van de normopathie («het is belangrijk dat ze willen zijn zoals ons») en deze van de diergeneeskundige hulpverlening («ze hebben vooral nood aan eten en onderdak») : Een moeilijke oefening. Véronique Mougin, journaliste
Je moet het per geval bekijken. Want er zijn er die 100% autonoom zijn, die enkel een duwtje in de rug nodig hebben om eruit te geraken. En de anderen die O% autonoom zijn. Maar iedereen heeft opvolging nodig. Zelfs ik. Het is de kwadratuur van de politieke cirkel: het werkwoord begeleiden is links, maar begeleid worden is rechts.
Aan elke persoon in moeilijkheden zou opvolging en begeleiding voorgesteld moeten worden. Het hangt uiteraard af van wat die persoon wil. Voor sommigen is het een noodzaak, voor anderen is het onverdraaglijk.°*
23.1. Bedankt voor het aandringen : we slaan ons er wel door heen ! Ontnomen worden van elke verantwoordelijkheid en de infantilisering zorgen voor een helse spiraal die vaak fataal afloopt.
Opgevolgd worden om te voorkomen dat je dezelfde fouten begaat. Een opvolging, maar geen aanslag op het privéleven van de mensen. °* Ja, maar hier moet je toch toegeven dat de situatie anders is, want we zitten hier wel in een Driesterren onthaaltehuis. We zijn voor 3/4 zelfstandig. In andere onthaaltehuizen word je “zoals een klein kind” aan het handje gehouden, of je nu een koppel
28
bent, kinderen hebt of alleenstaand bent. Ze nemen je bij het handje en dan gaat het van: “Doe nu dit en dat”. * Diegenen die het meest in staat zijn om te vertrekken, zijn natuurlijk diegenen aan wie men tijdens de uitgaansuren beperkingen zal opleggen (...). Ze mogen niet meer zelf denken, beslissen en ik denk dat ze zich op geen enkel ogenblik kunnen voorstellen dat er een andere mogelijkheid is.* Vaak is de keuze onmogelijk te maken:
Ofwel onze plan trekken, met de weinige middelen die overblijven proberen te overleven (met het risico dat het erger wordt) ofwel hulp aanvaarden die ons volledig infantiliseert en ons elke verantwoordelijkheid ontneemt (als ze ons al niet uitbuiten). En als we niet begeleid worden, negeert het systeem ons !
Het OCMW werkt niet als je in nood bent ! Het is ingewikkeld, heel ingewikkeld op administratief vlak, maar als je begeleid wordt door iemand van de sociale sector, dan gaat alles vanzelf. ** In de vrouwencentra tref je soms een dynamiek aan van elkaar helpen die je niet in de opvangstructuren zoals de Samu vindt. In de gemeenschappelijke keuken bijvoorbeeld voelen we ons nuttig. De noodopvangstructuren kennen helemaal geen participatiedynamiek, wat niet helpt als je je wil herpakken. Er worden daar trouwens regelmatig diefstallen geconstateerd… Ze moeten ons niet « bezighouden » in de structuren, dat klopt, wij moeten de dingen aanpakken, maar er is daar niks om onze hersenen te laten werken, dat is een echt probleem. Dus hebben we niks te doen bij gebrek aan middelen en dus ook geen eventuele projecten. Sommige organisaties hebben computers, dat is heel goed, alleen, het zijn er meestal 2 per centrum wat heel weinig is. Een arts raadde me op een dag het « gehandicaptenstatuut » aan (ik was depressief, langdurig werkloos...) zodat ik toegang zou krijgen tot een beschermde woning. Maar dat betekende dat ik verantwoording af moest leggen, elke week naar de verpleegster, een psycholoog of een assistent waarvoor ik niet gekozen had. Dat sloeg nergens op. Ik wil dat soort bescherming niet. Sommige assistenten stuurden mij naar een « budgetbeheerder » vanwege mijn financiële moeilijkheden ... Maar het is niet omdat ik weinig geld heb, dat ik mijn centen niet zelf kan beheren ! De mensen gaan ervan uit dat wij ons eigen geld niet kunnen beheren. Maar enfin, ik heb gewerkt, ik weet hoe ik mijn betalingen moet regelen ! Eigenlijk is onze samenleving zo op geld gefixeerd dat zodra je geen geld hebt, ook niet meer meetelt « Je bent een loser ! » Alles wordt in het werk gesteld om ons passief en volgzaam te maken. Onschadelijk zelfs. Eigenlijk is het chantage : ofwel aanvaard je om behandeld te worden als een idioot, ofwel laten ze je stikken.
Sommigen beschouwen ons als baby’s, ze respecteren ons niet. Indien personeel één of twee dagen vriendelijk omgaat met daklozen, wordt dat personeelslid aan de deur gezet.
Voor de sociale sector komt begeleiden te vaak neer op controleren (om in de hand te houden), of op infantiliseren (om te neutraliseren). Er moet koste wat kost voorkomen worden dat de dakloze problemen veroorzaakt en stof doet opwaaien. 29
Als je niet begeleid wordt, en eigenlijk dus gecontroleerd, dan besta je niet ! Een strijdlustige dakloze zoekt hulp om zich los te kunnen maken van de sociale bijstand.
De « sociaal assistenten », dat is goed voor diegenen die eeuwig begeleid moeten worden. Wij hebben nood aan « sociale coaches » !
23.2. U hoeft niet aan te dringen : we kunnen niet zonder begeleiding De opvangfunctie sociaal gezien het meest adequate antwoord op deze vorm van desocialisatie. Anderen de toestemming geven om op lange termijn verder te leven met hun bizar en afwijkend gedrag. En tolerant te zijn ten aanzien van de primaire en secundaire voordelen die hem ten dele vallen.In feite gaat het over de maatschappelijke aanvaarding van clochards zoals ze zijn, aberraties inbegrepen (…) zonder tegenprestatie en zonder hoop dat ze ooit zullen veranderen (…) De inzet is niets minder dan de herdefinite van het sociale contract en het opgeven van het verlangen (en de behoefte) van de samenleving om haar leden te willen normaliseren. Patrick Declerck, antropoloog
Stop ermee je geweten te sussen ten koste van de meest kwetsbaren, door hen autonomie, herintegratie, reactivatie, enz. voor te schrijven. Erger nog : door hen jouw ideaal op te leggen duw je hen nog dieper de miserie in, straf je hen dubbel, en dat geweld mag niet onderschat worden. Waarden die op zich vreemd zijn geworden en die toch opgelegd worden zijn onoverbrugbare obstakels. Kortom, stop er mee ons te vragen wat ons project is. Een maatschappelijk assistent getuigt :
Misschien oefenen ze soms te veel druk uit. In het onthaaltehuis wordt hen in ieder geval gevraagd : “En uw projecten, mijnheer ?” Het antwoord : “ ik heb geen projecten”. Er zijn onthaaltehuizen waar het er op die manier aan toegaat.* Ik blijf ervan overtuigd dat er mensen zijn die nooit hun draai zouden vinden in een normaal leven en dat met name de verplichting tot re-integratie van de COCOF een vergissing is.* Je kan je niet inbeelden wat voor hel het is om geen plannen te hebben, om nooit meer plannen te kunnen maken.
« Zoek werk in de plaats van rond te dolen op de straat ! » Werk vinden is moeilijk voor iedereen en bijna onmogelijk voor een dakloze.
We houden het drie dagen vol en dan ontglipt het contract ons. Bovendien krijg je onmiddellijk problemen met je werkloosheidsuitkering als je zo je werk verlaat. We riskeren dus al onze toelagen te verliezen.Want wij zijn in de fout. Daarnaast is het soms onmogelijk om onze maaltijd in het opvanghuis te krijgen, want om je werk te behouden, moet je overuren maken. Waarom wordt re-integratie enkel bekeken vanuit sociaaleconomisch perspectief, moet je absoluut een job vinden (99% illusie) ? Soms wordt het al te veel wanneer je een woning hebt, alleen woont, en alles zelf moet organiseren. Een sociaal werker :
We hebben mensen gehad die, net nadat ze een woning hadden gevonden, in de loop van 30
de volgende dagen in paniek zijn teruggekomen naar het centrum en zeiden: “Ik kan dat niet !”* Momenteel ben ik nog niet klaar om te vertrekken (...). Ik zou het moeilijk hebben om voor mezelf te zorgen, ik heb het moeilijk... om helemaal alleen te leven, ik kan dat niet... Ik voel me er niet toe in staat omdat ik een appartement heb gehad... en ik wist niet goed hoe ervoor te zorgen... Het is niet vanzelfsprekend om voor een appartement te zorgen wanneer je bent zoals ik.* Ik ga daar inderdaad zelf mijn eten moeten maken, ik zal daar zelf mijn koffie moeten zetten. Het is niet zoals hier. Alles zelf moeten doen. Mijn plan trekken !* Ja, er zijn mensen die er niet uitgeraken. Begeleid worden of dakloos zijn is hun leven.
Veel mensen denken, zeggen: “Wel ja, mijn maatschappelijk assistente doet niets”. “Welnu, als jij niets doet, gaat jouw maatschappelijk assistente het ook niet in jouw plaats doen, hé!” * Zelfs al hebben ze een woning :
Voor ons zijn het mensen die het grootste deel van hun energie in de straat steken, maar we moeten wel vaststellen dat een derde een woning heeft. We zien zelfs ook in de crisiscentra dat er steeds mensen zijn die een woning hebben.* Er zijn mensen die zoveel bijstand krijgen dat ze blijven klagen dat er te weinig gedaan wordt.
Behalve minivoetbal, pingpong of tv is er niets. ( Home Baudouin) De verplichtingen, ondermeer inzake rentabiliteit die de overheid gesubsidieerde instellingen oplegt, heeft persverse bijwerkingen. Deze organisaties selecteren de herintegreerbare mensen en anderen komen terecht in de niet gecontroleerde opvangtehuizen of belanden op straat. Is de sociale strijd niet net zo goed een gevecht tegen de verplichte prestatieretoriek ? Tegen de ideologie van goed en kwaad ? Tegen de creatie van schaamte en schuld ? Tegen een samenleving van misprijzen en vernedering ?
31
CONCLUSIE 1 : Stop de onophoudelijke discriminatie! De dakloze is diegene die uitgesloten wordt door de daklozensector. Bart, sociaal werker bij Chez nous / Bij ons
Daklozen worden te vaak gediscrimineerd. En in discriminatie, zit het woordje crime, misdaad.
Wanneer je niet in orde bent met de ziekenkas, dan wordt verzorging dikke shit. Ik had mijn voet gebroken. Ik ga naar Sint-Pieter (ziekenhuis), radiografie en alles : «Niks aan de hand mevrouw ! ». Hetzelfde verhaal in Sint-Jan (ziekenhuis). Twee weken later ga ik terug naar Sint-Pieter met iemand van Dokters van de Wereld, en toen : « Mevrouw, uw voet is gebroken ! » ! Ik heb 5 dagen gewerkt, 8 uur per dag, in de bouw. Elke dag vroeg ik om mijn loon, want ik had het onmiddellijk nodig. Maar ik heb niks gekregen. Bij La Rencontre doen ze aan vriendjespolitiek. Ze zullen het niet toegeven, maar het is « Voorrang aan de Belgen !! ». Het is overduidelijk, Franstalige Belgen wel te verstaan : er zit niet één Nederlandstalige in het team. Met een buitenlands accent heb je nergens recht op. Al 10 jaar voel ik, wanneer ik ’s avonds voor een bed bel (en weet dat er plaats is) dat de reden van de weigering mijn accent is. Ik vraag me af of ik niet beter moslim zou worden ? Bij het OCMW zijn je papieren op enkele dagen geregeld als je geholpen wordt door een moslima. Anders kost het weken tijd.
Zich laten verzorgen is heel moeilijk : artsen in ziekenhuizen ontvluchten hun plicht. Ze weten dat je machteloos staat en dat je geen klacht kan indienen. Ik heb een papier van het OCMW getoond waarop stond dat ze alles voor hun rekening zouden nemen , maar de dokter met wie ik een afspraak had voor de operatie in Sint-Pieter vroeg nog andere documenten. De maatschappelijk werkster van het OCMW zei me dat het niet wettelijk was en heeft me naar de maatschappelijk werkster van het ziekenhuis gestuurd, maar die heeft niets gedaan.
De verenigingen zeggen waar je naartoe moet gaan maar vergezellen je niet en dus sta je alleen. Ik heb ernstige gezondheidsproblemen, maar zonder een medische kaart krijg je geen verzorging. Dus in plaats van dringende gezondheidszorg, moet je eerst allerlei ondernemen voor die kaart. Wanneer je alle administratieve dingen gedaan hebt om je te laten verzorgen (een operatie) komt het laatste stapje en dan lukt het niet. Dan breek je, dan val je neer. Je moet Vlaams spreken, dat is belangrijk. Maar er is een (nieuwe) wet die stelt dat je geen Nederlandse lessen kunt volgen als je geen papieren hebt ... Ik ben naar het OCMW geweest met een dringende hulpvraag en ik ben met handboeien om buitengegaan.** Wil je dat ik het vertel ? Wel, ok, in de lange rij van daklozen voor het nachtasiel van Etterbeek, lag er een man op de de grond. Hij was er zeer slecht aan toe, hij kon niets meer zeggen en reageerde niet meer. Ik heb een ziekenwagen gebeld (een initiatief dat niet echt in het hoofd van de medewerkers van het asiel was opgekomen), maar ze zijn nooit gekomen. Daarna heb ik je gevraagd om nog eens te bellen en de ziekenwagen stond er vijf minuten later. Omdat je geen (buitenlands) accent hebt.
32
Er zijn mensen met een hoop douanes in hun hoofd.
CONCLUSIE 2 : We zijn geen parasieten ! Ik definieer mezelf. Ik heb de indruk dat ik de samenleving tot last ben. De sociale kosten zijn absurd. Het zou de samenleving minder geld kosten als ik beter geïntegreerd was.°* Uiteraard speelt de dakloze een sleutelrol als afstotelijke vogelverschikker in de uitbuitingsstrategie van loontrekkenden en de zelfuitbuiting van ‘zelfstandigen’, die bereid zijn tot alles om niet op straat terecht te komen. Het bittere pamflet van Patrick Declercq, Le sang nouveau est arrivé, behandelt dit op magistrale wijze. Laat ons eenvoudigweg optekenen dat sommige daklozen een gerust geweten hebben over hun perfecte integratie in het systeem.
We gaan een kommetje soep halen om hen plezier te doen. Omdat we weten dat het uit het hart komt. Maar vaak hebben we die soep niet eens nodig. Dankzij ons verdienen ze hun brood: de bierverkopers, maatschappelijk werkers, vrijwilligers, sociologen, verpleegsters, psychiaters en politie-agenten ! We hebben zelfs een observator, het Brussels Observatorium van de armoede (officiële naam het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn – Brussel) met bedienden die voltijds betaald worden om ons te observeren ! Hoeveel mensen zijn er van dichtbij of van ver « bezig » met elke Brusselse dakloze : 2, 3, 4 ? U heeft boeken gebracht voor de bewoners, het is goed om ze direct aan de bewoners te geven in plaats van aan Spullenhulp. Dat is een multinational, dat is bekend. Een ander mengt zich in het gesprek : « It’s charity business ». Spullenhulp, dat noemen we « Hôtel Ferme Ta Gueule ». In het opvanghuis Albatros vragen ze 740 euro per maand. Bij Spullenhulp, bij Albatros of bij George Motte (een instelling van het Leger des Heils) profiteren ze van de mensen. Als je geen geld hebt, kan je niet blijven. Ze profiteren van de arme mensen om geld te verdienen. Bij het Leger des Heils betaal je en daarbovenop moet je werken. Het OCMW betaalt de uitkering rechtstreeks aan het Leger des Heils. Op vrijdagavond krijg je 20 of 22 euro zakgeld voor het weekend. En de hele week moet je voor hen werken. Het is zogezegd vrijwilligerswerk. Ik herinner me het nog goed, we moesten een papier ondertekenen. Niemand houdt zich bezig met de opvolging van de daklozen als ze naar het ziekenhuis moeten en er zijn zware misbruiken. Ik heb een Fransman gekend die gehospitaliseerd moest worden na een epilepsiecrisis en die het ziekenhuis verlaten heeft met een nier minder ! Hij heeft klacht neergelegd tegen het Sint-Pietersziekenhuis 33
bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Hij zat bij het Leger des Heils toen hij erfde van zijn moeder. Ze hebben het geld voor hem bewaard, zogenaamd om te voorkomen dat hij het uit zou geven. Hij ging uit, kwam zat terug enz. Normaal gezien zetten ze je dan buiten,maar hem hebben ze gehouden, voor zijn geld. Op het eind had hij er genoeg van. Hij is vertrokken en ze hebben zijn geld gehouden. Er is zelfs een groepje pseudo-artiesten (verzameld onder de naam « Collectif MANIFESTEMENT ») die van zich doet spreken dankzij hun acties voor daklozen. En er zijn zelfs mensen die binnenkort werk zullen hebben dankzij een totaal nieuw project met veel douches en lockers. Maar ze kunnen niets beloven op dit moment…
CONCLUSIE 3 : Beloof ons niets meer ! De politieke blablabla zit me tot hier ! Pas op politici ! We zijn niet allemaal op ons mondje gevallen…. Sommigen onder ons hebben zelfs een stembiljet ! Tijdens een straatfeest in Schaarbeek kwam er een schepen naar me toe. Hij beloofde me te helpen aan een appartement. Ik zei : « Bespaar me uwen blablabla. Ge gaat niks voor me doen. » Ik walg van de politici. Ik kan zelfs niet meer tegen politieke discussies omdat ik alle vertrouwen verloren heb. Bij voorbeeld : ze beloven 5.000 sociale woningen en na 4 jaar zijn er nog maar 430 afgewerkt. Dan stel ik mij ernstige vragen. We geloven er niet meer in. Te veel beloften, te veel blablabla…Madame Onkelinx heeft toiletten voor vrouwen beloofd ! Niks, niks, niks…
34
Volgende etappe : vzw DoucheLust/DoucheLuks asbl. Maar dat is een ander avontuur, dat niet binnen de actieradius van het Collectif MANIFESTEMENT valt. Zie douchelust-luks.be
35