Coalitieprogramma’s regio Oost
Van:
H.M. Immink t +31 (0)55 3 686 868 e
[email protected]
Aan: C.c.: Datum:
7 juli 2014
Betreft:
Coalitieprogramma’s gemeenten regio oost
Inleiding: 83 coalitieprogramma’s onderzocht Op 19 maart 2014 hebben in bijna alle Nederlandse gemeenten gemeenteraadsverkiezingen plaatsgevonden. In de daarop volgende maanden hebben de gevormde coalities hun plannen voor de komende ambtsperiode in coalitieprogramma’s vastgelegd. Dit document geeft inzicht in wat er op het gebied van bouw en infra in de 83 onderzochte coalitieprogramma’s van de gemeenten in de provincies Gelderland, Overijssel en Flevoland staat beschreven1. Het bevat een algemene analyse en een analyse per inwonerscategorie: klein (0-40.000 inwoners), middelgroot (40.00070.000 inwoners) en groot (meer dan 70.000 inwoners). Duurzaamheid: veel aandacht voor opwekking en gebruik schone energie 93% van de onderzochte gemeenten besteedt in haar coalitieprogramma aandacht aan het thema duurzaamheid. 55% van de gemeenten geeft aan voorstander te zijn van de opwekking en het gebruik van schone energie. Dit doet zij voornamelijk door het gebruik en opwekken van schone energie te stimuleren en haar gemeentelijk vastgoed beschikbaar te stellen voor het opwekken van zonneenergie. 22% van de gemeenten wenst om binnen een termijn van acht tot dertig jaar – verschillend per gemeente – klimaat-, energie-, of CO2-neutraal te zijn. Wel geven 10 gemeenten (12%) aan af te zien van het plaatsen van windmolenparken en grote windturbines. In enkele van deze gemeenten blijft de bouw van kleinere windturbines wel mogelijk.
1
Op het moment van uitvoering van dit onderzoek is in de gemeente Zutphen nog geen coalitie gevormd. In de gemeenten Goesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen vinden de verkiezingen, vanwege het samengaan van deze gemeenten, later plaats. Deze vier gemeenten zijn om deze reden niet in dit onderzoek opgenomen.
1406-43191/HIm Pagina 1 van 6
In de woningensector speelt duurzaamheid eveneens een belangrijke rol. 34% van de gemeenten geeft aan het huidige woningbestand te willen verduurzamen en ongeveer hetzelfde percentage (33%) schrijft zich in te zetten op duurzame nieuwbouw. De middelgrote en grote gemeenten schenken in hun coalitieprogramma’s iets meer aandacht aan duurzaamheid dan de kleine gemeenten (respectievelijk 100%, 100% en 90%). Enkel bij het aantal gemeenten dat zegt te streven naar duurzame nieuwbouw zijn de kleine gemeenten beter vertegenwoordigd; 34% tegenover 27% (middelgroot) en 30% (groot). Woningmarkt: 30% gemeenten wil startersleningen invoeren of behouden In 89% van de onderzochte coalitieakkoorden worden plannen over de woningmarkt beschreven. Gemeenten schrijven voornamelijk over maatregelen die inspelen op een veranderde samenstelling van de bevolking en de veranderende vraag. 31% van de gemeenten schrijft starterswoningen te willen realiseren. Vrijwel hetzelfde percentage van de gemeenten - 30% - meldt startersleningen in te voeren of te behouden om de woningaankoop van starters te stimuleren. De gemeenten spelen echter ook in op het toenemend aantal ouderen. In 41% van de gemeenten wordt middels levensloopbestendig bouwen rekening gehouden met de vergrijzende samenleving. 48% van de coalities geeft in haar akkoord aan nieuwe woningen te willen realiseren. 30% van alle gemeenten geeft inzicht in de verdeling tussen koop- en huurwoningen van de te bouwen nieuwe woningen en 13% in de prijsklasse. Initiatieven op het gebied van collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) worden in 20% van de programma’s ondersteund. In programma’s van kleine gemeenten wordt minder vaak (circa 20% minder) inzicht gegeven in de prijsklasse van de te bouwen woningen en of het om koop- of huurwoningen gaat. Ook wordt in de programma’s van kleine gemeenten (19%) minder over CPO geschreven dan bij middelgrote (20%) en grote gemeenten (30%). Andersom lijken de grote gemeenten minder maatregelen te nemen om starters binnen de gemeente te houden: 10% van de grote gemeenten, tegenover 40% bij middelgrote en 31% bij kleine gemeenten, geeft aan startersleningen in te willen voeren of te behouden. Grondprijzen en erfpacht: 8% gemeenten stelt grondprijzen naar beneden bij Over grondprijzen en erfpacht wordt aanzienlijk minder geschreven dan over duurzaamheid en de woningmarkt, namelijk in 22% van de coalitieprogramma’s. Het grootste deel hiervan komt tot uiting in boodschappen over de ontwikkeling van grondprijzen (18% van alle gemeenten schrijft hierover). Zeven gemeenten willen haar grondprijzen naar beneden bijstellen, vijf gemeenten willen dat de grondprijzen marktconform gewaardeerd worden en twee gemeenten willen dat, ter
1406-43191/HIm Pagina 2 van 6
bevordering van bijvoorbeeld duurzaamheid, de grondprijzen gedifferentieerd gewaardeerd worden. Drie gemeenten (4%) geven aan ruimte te willen bieden voor erfpacht, erfpacht te behouden of middels erfpacht de woningmarkt aantrekkelijker te willen maken. Duidelijke verschillen tussen de coalitieprogramma’s van kleine, middelgrote en grote gemeenten zijn niet aanwezig. Regeldruk en dienstverlening: 80% gemeenten kondigt maatregelen regeldruk en dienstverlening aan 80% van de gemeenten beschrijft maatregelen betreffende de regeldruk of dienstverlening te willen nemen. 51% geeft aan haar regeldruk te willen verlagen. 13% schrijft over bouwleges: zes gemeenten geven aan deze te willen verlagen, één deze te verhogen en drie gemeenten schrijven de leges kostendekkend te willen maken. Bij de laatstgenoemde drie gemeenten is het effect op de hoogte van de leges onbekend. In 18% van de coalitieakkoorden zegt men de snelheid van de procedures te willen verhogen. Hetzelfde percentage meldt een vermindering, heroverweging of afschaffing van de welstandeisen. Vier gemeenten (5%) schrijven over het opstellen van welstandeisen of een welstandnota. 33% van de coalities geeft aan flexibeler met de bestemmingsplannen te willen omgaan. De ontwikkeling van leges wordt door grote gemeenten (30%) vaker benoemd dan door kleine (9%) en middelgrote gemeenten (20%). Ook zijn het voornamelijk de grote gemeenten die hun bestemmingsplannen willen flexibiliseren: 50% van de grote tegenover 33% van de middelgrote en 29% van de kleine gemeenten geeft dit in haar plan aan. Het omgekeerde geldt voor het onderwerp ‘snelheid procedures’ (10% tegenover 13% en 21%). Infrastructuur: 36% gemeenten legt onderhoud groenvoorziening bij bewoners Alle gemeenten, op één na, hebben plannen op het gebied van infrastructuur. 76% van de coalities schrijft in haar programma over plannen rondom (onderzoek naar) de aanleg van wegen en/of het aanpakken van verkeersveiligheid. 25% van de programma’s heeft plannen op het gebied van wegonderhoud. 31% van de gemeenten geeft aan plannen te hebben op het gebied van water en riolering: variërend van planvorming tot bouw onderhoud. 31% van de gemeenten schrijft groenvoorzieningen aan te willen leggen en 49% (41 gemeenten) schrijft over het onderhoud van groenvoorzieningen. Van de 41 gemeenten hebben 30 gemeenten de wens om het onderhoud van groen (gedeeltelijk) in handen van haar inwoners te leggen.
1406-43191/HIm Pagina 3 van 6
Verder gaan 60% van de gemeenten in hun plannen in op de fiets- en wandelinfrastructuur, gaat 37% van de gemeenten voor het behoud van voldoende parkeervoorzieningen of in op parkeertarieven en wil 46% breedband-/glasvezel-/internetvoorzieningen aanleggen. In 37% van de coalitieakkoorden schrijft men het openbaar vervoer (OV) te willen verbeteren en zo het gebruik ervan te stimuleren. Over de categorieën water en riolering, de aanleg van groen en het OV wordt voornamelijk gesproken in de coalitieprogramma’s van de middelgrote (respectievelijk 27%, 20% en 67%) en grote gemeenten (respectievelijk 80%, 60% en 50%). Er geldt dat kleine gemeenten in andere vormen van OV investeren dan grote gemeenten. Door de grote gemeenten wordt minder (20%) geschreven over het uitleggen van breedband-, internet- en glasvezelvoorzieningen dan middelgrote (53%) en kleine gemeenten (48%). Coalities van middelgrote (73%) en grote (80%) gemeenten schrijven vaker te willen investeren in fiets- en wandelinfrastructuur dan kleine gemeenten (53%). Zorgvastgoed: 41% gemeenten zet in op levensbestendig wonen Bijna tweederde van de gemeenten (66%) schrijft in haar coalitieprogramma’s over zorgvastgoed. Het creëren van levensloopbestendige woningen en het mogelijk maken van mantelzorg bij woningen komen voor in, respectievelijk, 41% en 18% van de programma’s. Een klein percentage (7%) geeft aan dat het de zorg in de kernen wil behouden of aanpassingen aan de openbare ruimte wil verrichten om het gebruik door ouderen te vergemakkelijken(4%). Grote gemeenten hebben minder plannen (50%) op het gebied van zorgvastgoed beschreven dan de middelgrote (67%) en kleine (69%) gemeenten. Grote gemeenten schrijven minder over het creëren van levensloopbestendige woningen (30%) en schrijven minder over het mogelijk maken van mantelzorg bij woningen (0%) dan middelgrote (respectievelijk 40% en 13%) en kleine gemeenten (43% en 22%). Scholen: bijna 20% gemeenten wil brede school In 58% van de coalitieprogramma’s staan plannen voor de bouw, verbouw of het onderhoud van scholen en brede scholen beschreven. Tien procent van de gemeenten schrijft onderhoud aan scholen te willen uitvoeren. 19% van de coalities schrijft voorstander te zijn van brede scholen of multifunctionele centra (MFC) en deze te willen realiseren of huidige scholen multifunctioneel te willen gebruiken. In 13% van de programma’s wordt geschreven over de uitbreiding of nieuwbouw van scholen. Het Frisse Scholenproject wordt slechts door twee coalities (2%) benoemd.
1406-43191/HIm Pagina 4 van 6
Bijna een kwart (24%) van de gemeenten streeft er naar om het aanbod van onderwijs in de kleine kernen te behouden. Een aantal gemeenten geeft specifiek aan dat het om het behoud van basisscholen gaat (10%). Tussen de kleine, middelgrote en grote gemeenten zijn op het gebied van de verbouw, bouw of het onderhoud van scholen geen grote verschillen in de coalitieprogramma’s zichtbaar. Wel wordt er volgens de coalitieprogramma’s in kleine gemeenten meer aandacht (31%) aan het behoud van onderwijs in kleine kernen besteed dan door middelgrote (13%) en grote gemeenten (0%). Overig utiliteit: kwart van gemeenten wil bestaande gebouwen transformeren tot woningen In ongeveer de helft (48%) van de coalitieprogramma’s wordt over de (her-)ontwikkeling van stadscentra gesproken. 63% van de gemeenten spreekt over de herinrichting van bedrijventerreinen. Bij 28% van de gemeenten betreft dit het revitaliseren en aantrekkelijker maken en bij 12% het uitbreiden van bestaande of aanleggen van nieuwe bedrijventerreinen. Een kwart van de gemeenten geeft in haar plannen aan bestaande gebouwen te willen transformeren tot woningen. Iets meer dan de helft (53%) van de gemeenten heeft plannen met haar eigen vastgoed, waarvan 20 gemeenten (24%) aangeeft gemeentelijk vastgoed te willen afstoten. 87% van de coalities heeft plannen op het gebied van toerisme, sport en recreatie. Dit betreft in 30% investeringen in sportvastgoed en in 43% investeringen in de recreatieve sector. 70% van de grote gemeenten geeft aan haar centrum te willen (her-)ontwikkelen, waar 33% van de middelgrote en 48% van de kleine gemeenten dit aangeeft. Grote gemeenten beschrijven tevens vaker (40%) dan de middelgrote (27% ) en de kleine gemeenten (22% ) bestaande gebouwen te willen transformeren. Grote gemeenten hebben wel minder plannen op het gebied van toerisme, sport en recreatie dan middelgrote en kleine gemeenten (namelijk respectievelijk 60%, 100% en 88%). Aanbestedingen en contracteren: aandacht voor social return en lokale bedrijfsleven In ongeveer tweederde van de coalitieprogramma’s (67%) worden plannen met betrekking tot het thema ‘aanbestedingen en contracteren’ beschreven. Bij 27% van de gemeenten gaat de aandacht daarbij specifiek uit naar social return. 35% van de gemeenten geeft aan werkplaatsen voor mensen met een lastige positie op de arbeidsmarkt te willen creëren. Veel coalities nemen zich in hun akkoord voor om de positie van het lokale bedrijfsleven te versterken (39%). Een aantal gemeenten (7%) geeft aan de duurzaamheidambities in het aanbestedingsbeleid te willen opnemen.
1406-43191/HIm Pagina 5 van 6
Grote en middelgrote gemeenten nemen vaker het onderwerp aanbestedingen en contracteren in hun coalitieprogramma op dan de kleine gemeenten (respectievelijk 80% en 73% tegenover 64%). Een uitzondering hierop vormt echter het verstevigen van de positie van het lokale bedrijfsleven. 38% van de kleine gemeenten, 47% van de middelgrote gemeenten en 30% van de grote gemeenten neemt dit op in haar programma. Overige zaken: ruim 30% gemeenten verhoogt OZB niet of nauwelijks Een aantal veel voorkomende overige bouwgerelateerde onderwerpen zijn ‘bezuinigingen’, ‘OZB/woonlasten’ en ‘overige belastingen’. Vele gemeenten geven aan te moeten bezuinigen. 24% van de gemeenten in Flevoland, Overijssel en Gelderland heeft de te bezuinigen bedragen in haar coalitieprogramma vermeld. 45% van de gemeenten schrijft over de ontwikkelingen van de onroerendezaakbelasting (OZB) en woonlasten. 31% van de gemeenten geeft aan de OZB/woonlasten niet of slechts met een inflatiecorrectie te willen verhogen, terwijl 12% van de gemeenten aangeeft de OZB of woonlasten met meer dan de inflatiecorrectie te willen verhogen. In 24% van de coalitieakkoorden wordt gesproken over de ontwikkeling van belastingen in het algemeen, waarbij de OZB of woonlasten niet specifiek worden genoemd. Middelgrote (47%) en grote gemeenten (30%) vermelden in het coalitieprogramma vaker de exacte bedragen van de bezuinigingen dan de kleine gemeenten (17%). Verder wil, in tegenstelling tot kleine (16%) en grote (10%) gemeenten, geen enkele middelgrote gemeente de OZB verhogen.
1406-43191/HIm Pagina 6 van 6