Arenberggebouw – Arenbergstraat 5 – 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 – Fax: 02 209 47 15
Coach Information Supply AUTEUR
PROF. DR. MANFRED MUCKENHAUPT
VERTALING
PUT KOEN
INSTITUUT
Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen (FaBeR)
ABSTRACT Het artikel ‘Coach Information Supply’ (informatievoorziening voor trainers/coaches) beschrijft langs welke kanalen trainers/coaches aan sportspecifieke informatie kunnen geraken. Via interviews, dagboekanalyses en surveys, werden 1571 Duitse trainers bevraagd naar de mate waarin zij toegang hebben tot de huidige beschikbare kanalen en vooral, welke mogelijke verbeteringen zij hieromtrent suggereren. Aangezien het gaat om een Engelstalig artikel, kan u hieronder een beknopte samenvatting in het Nederlands vinden.
Sleutelwoorden
informatiekanalen voor trainers/coaches; kwantitatief onderzoek
Datum
05/01/2010
Extra bronnen
Institute of Media Science, University of Tübingen
Contactadres
[email protected]
Disclaimer: Het hierna bijgevoegde product mag enkel voor persoonlijk gebruik worden afgehaald. Indien men wenst te dupliceren of te gebruiken in eigen werk, moet de bovenvermelde contactpersoon steeds verwittigd worden. Verder is een correcte bronvermelding altijd verplicht!!!
Coach Information Supply – December 2009 – K.U.Leuven Hieronder volgt een korte samenvatting van het artikel ‘Coach Information Supply’. (Prof. Dr. Manfred Muckenhaupt, Institute of Media Science, University of Tübingen) Situering
Resultaten
In dit project, dat deel uitmaakt van het zogenaamde ‘Coach Campaign’ van de Duitse Olympische Sportfederatie, werd nagegaan in welke mate trainers/ coaches toegang hebben tot bestaande informatiekanalen. Om als trainer/ coach optimaal te kunnen functioneren, is deze (up-to-date, wetenschappelijke) informatie onontbeerlijk. De belangrijkste onderzoeksvragen in deze studie waren:
1. De gemiddelde Duitse (top)trainer/ coach vervolledigde een universitaire opleiding. Deze wetenschappelijke kennis wordt aangevuld met ervaring, zowel als ex-topsporter als in de hoedanigheid van coach. Hij draagt eveneens bij tot de overdracht van de opgedane kennis, onder andere door het geven van lezingen en seminaries.
1. Welke informatiekanalen zijn beschikbaar voor trainers/coaches? 2. Welke informatiekanalen genieten hun voorkeur? Hoeveel tijd kunnen trainers/coaches werkelijk besteden aan het opzoeken van informatie? 3. Is de informatie die trainers/ coaches via deze kanalen kunnen verkrijgen zinvol voor het uitvoeren van hun dagelijkse taak? 4. Welke informatie hebben trainers/coaches nodig voor het uitvoeren van hun taken? 5. Hoe kan de aanvoer van informatie naar trainers/coaches verbeterd worden? In deze studie werden in totaal 1571 trainers bevraagd, waarvan driekwart fulltime coach is. 51% van deze trainers werken met atleten van wereldniveau, 38% werkten met atleten van nationaal niveau.
2. Meer dan 25% van de bevraagde trainers/coaches maakt zelden gebruik van bestaande informatiekanalen. De helft van deze 25% geeft als reden hiervoor dat de aangeboden informatie ontoereikend is. Verder wordt er besloten dat het gebrek aan informatie samengaat met een gebrek aan communicatie, aangezien deze groep niet alleen informatie misloopt, maar eveneens het contact met hun collega’s. Bovendien blijkt ongeveer 1/3e van deze groep zelden samen te werken met een ervaren trainer/coach (geen ‘job shadowing’). 3. Er blijkt een duidelijk verband te zijn tussen het aantal deelnemers op de Olympische Spelen enerzijds en beschikbare informatie over die bepaalde sporttak anderzijds. Meer dan 70% van de trainers, aangesloten bij een federatie die geen atleten stuur naar de Olympische Spelen, geeft aan dat relevante data en informatie voor hen ontoereikend zijn. Deze mening wordt gedeeld door slechts minder dan 20% van de coaches die lid zijn van een 2
Coach Information Supply – December 2009 – K.U.Leuven federatie die wel atleten Olympische Spelen stuurt.
naar
de
4. De bevraagde trainers/coaches staan weigerachtig tegenover het onmiddellijk in de praktijk implementeren van nieuwe wetenschappelijke bevindingen, behalve wanneer ze actief betrokken werden bij het wetenschappelijk onderzoek. 5. Trainers staan onder veel spanning en stress. Aangezien ze een groot deel van hun werktijd moeten besteden aan organisatorische aspecten en transport, blijft er maar 25% van hun beschikbare tijd over om informatie op te zoeken en uit te wisselen. 6. Bij het publiceren en verdelen van informatie, wordt vooral gebruik gemaakt van de traditionele informatiekanalen. Dit heeft tot gevolg dat het voor trainers/coaches moeilijk is om steeds de meest up-to-date (wetenschappelijke) informatie te bekomen (bijvoorbeeld: relevante online artikels zijn moeilijk te vinden, trainers/coaches maken zelden gebruik van sportwetenschappelijke databanken en fora op het internet voldoen niet steeds aan de eisen van professionele trainers/coaches). Suggesties/aanbevelingen 1. Een geoptimaliseerde informatievoorziening en kennisoverdracht naar en binnen de verschillende federaties door: - Een vlottere overgang van theorie naar praktijk (mensen uit het veld actief
betrekken bij onderzoek).
het
wetenschappelijk
- De onderzoeksresultaten aan te passen aan de praktische noden in het werkveld (rekening houdend met specifieke doelgroepen). - Het opstellen van richtlijnen en bepalen van kwaliteitsnormen. - Verhoogde kwaliteit van opleidingen tot (top)trainer enerzijds en tot trainer van specifieke doelgroepen (gehandicapten, senioren) anderzijds. 2. Een betere ondersteuning van toegepast onderzoek om tegemoet te komen aan de vragen van de trainers/coaches (o.a. meer informatie over periodisering) en het tekort aan kennis binnen de verschillende sportwetenschappelijke vakgebieden (trainingsleer, bewegingsleer, biomechanica, enz.) weg te werken. 3. Het ontwikkelen van sociale netwerken om de uitwisseling van informatie tussen de trainers/coaches onderling en de coaches in opleiding te bevorderen. Het verminderen van organisatorische en bureaucratische taken waardoor trainers/coaches meer tijd krijgen om informatie in te winnen en uit te wisselen. 4. Het ontwikkelen van digitale informatiesystemen waardoor de trainer/coach ten alle tijden aan de voor hem noodzakelijke informatie kan geraken.
3