Columbuskwartier d e o n t d e k k i n g va n een duurzame wijk
Inhoud Voorwoord
2
Proloog
4
1. De context van de wijk
6
Interview met de projectleider
10
2. Van idee naar plan
16
Interview met de duurzaamheidsadviseur
20
Duurzaamheidsinstrumenten
26
3. Aanbesteding en contractering
28
Interview met de ontwikkelaar
32
Duurzaamheid ervaren
38
4. De slag naar de uitvoering
40
Interview met de architect
44
Duurzame woningconcepten
48
Interview met de makelaar
50
Duurzaam leven
54
5. Manifest voor duurzame ontwikkeling
56
Interview met de gemeentesecretaris en de directeur DSO
60
Epiloog
64
Columbuskwartier d e o n t d e k k i n g va n een duurzame wijk
Voorwoord In deze tijd van een sterk groeiend maatschappelijk bewustzijn over duurzaamheid, klimaat en energie zet Almere de toon met tal van duurzaamheidsinitiatieven en –projecten. Duurzaamheid is het leidend en richtinggevend principe voor de toekomstige verdubbeling van de stad, de zogenaamde Schaalsprong, en voor de lancering van de Almere Principles. Almere wordt hét praktijklaboratorium voor duurzame ontwikkeling. De gemeente Almere beseft dat dit uniek is in Nederland. In geen enkele andere gemeente wordt duurzaamheid zo in de volle breedte opgepakt. Wij beschouwen het als onze verantwoordelijkheid om anderen hierin te laten delen. Om dit transitieproces te kunnen regisseren richt Almere in 2009 het DuurzaamheidsLab Almere, het DLab, op. Enkele van de taken van het DLab zijn inzicht bieden in het in praktijk brengen van duurzaamheid en het ontsluiten van de geleerde lessen. Specifieke problemen en oplossingen van het ene project kunnen vertaald worden naar een generiek niveau en bijdragen aan het geheel. Zo ontstaat een cyclische manier van werken die mensen, projecten en organisaties helpt te ‘leren’. Het project Columbuskwartier is als een van de ‘best practices’ uit die Almeerse praktijk naar voren gehaald door het DLab. Duurzaamheid stond van meet af aan centraal bij de ontwikkeling van deze wijk. De opgebouwde kennis en ervaring zijn een rijke voedingsbodem gebleken voor andere projecten. Reden te meer om die te delen en te vermenigvuldigen met behulp van een evaluatie en publicatie. Ik kijk met voldoening en gepaste trots naar dit eerste concrete resultaat van het DLab. Er is een sterke behoefte, binnen zowel de overheden als de private partijen, om duurzaamheid verder in praktijk te brengen: van denken naar doen. Het is mijn persoonlijke wens dat het DuurzaamheidsLab Almere daar een nadrukkelijke bijdrage aan kan leveren en doorgroeit tot een algemeen erkende schakel in de transitie naar een ecologisch, sociaal en economisch duurzaam Almere.
Henk Mulder Directeur Dienst Stedelijke Ontwikkeling, Almere 2
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
3
Proloog
Pionieren, innoveren en leren kenschetsen het Nieuw Flevolands Peil (NFP). In 2004 werden de eerste contouren van het netwerk NFP zichtbaar en sindsdien is in nauwe samenwerking met een breed veld aan actoren in Flevoland een bijdrage geleverd aan duurzaam bouwen en wonen binnen de regionale en lokale bouw- en woonpraktijk. Onder deze vlag is ook een bijdrage geleverd aan deze publicatie. Tegelijkertijd is hiermee een eerste stap gezet in de samenwerking met het DuurzaamheidsLab Almere. Meer informatie is te vinden op de website: www.nieuwflevolandspeil.nl
Almere is een stad die in veertig jaar tijd bewust is gecreëerd en nog altijd in wording is. Een permanent proces van denken, ontwerpen, bouwen, beleven en veranderen. Columbuskwartier, een woonwijk in Almere Poort, is hier deel van. De wijk is op meerdere vlakken bijzonder te noemen. Bijzonder in zijn planontwikkeling binnen en buiten de gemeente, en naar verwachting ook in de realisatie, het gebruik en het beheer. Columbuskwartier is gehonoreerd met een Europese energiesubsidie en in de regio een Nieuw Flevolands Peil-wijk avant la lettre. Vooruitlopend op de formulering van de Almere Principles in 2008 werd het begrip duurzaamheid hier de jaren daarvoor al verkend en in praktijk gebracht. Kortom, het is een wijk van betekenis en waard om ontdekt te worden. Kennis benutten en ervaringen delen Het traject was ronduit leerzaam, zowel inhoudelijk als procesmatig, voor intern (ambtelijk) en extern betrokkenen (projectontwikkelaars, woningbouwcorporaties, architecten, e.a.). Dit vormde aanleiding om een evaluatie uit te voeren. Op initiatief van het DuurzaamheidsLab Almere is in samenwerking met het netwerk Nieuw Flevolands Peil en PSIBouw intensief gewerkt aan het inzicht krijgen in de geleerde lessen rondom de toepassing van duurzaamheid in Columbuskwartier. Dit gebeurde met behulp van verschillende methodieken, waaronder een multi-actor analyse1 en een ‘Learning History’2. De resultaten zijn het waard om te worden overgedragen. Op deze manier wordt kennis en ervaring van buiten naar binnen gehaald en andersom.
PSIBouw heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming van deze publicatie. Met in eerste instantie de evaluatie en later de publicatie zijn de geleerde lessen inzichtelijk gemaakt voor de gemeente Almere en andere geïnteresseerden uit de sector. Daarmee wordt de doelstelling van PSIBouw ondersteund om het veranderingsproces te stimuleren dat zal leiden naar een bouwsector die meerwaarde genereert, die gerespecteerd en gewaardeerd wordt en waar het aantrekkelijk en nuttig is om te werken. PSIBouw (het programma is eind 2008 afgerond) werkte samen met de Regieraad. De Regieraad gaat tot eind 2009 door. Meer informatie is te vinden op de websites: www.psibouw.nl, www.regieraadbouw.nl en www.debouwvernieuwt.nl
Hiermee wordt voortgebouwd op bestaande (regionale en nationale) publiekprivate netwerken en coalities als het netwerk Nieuw Flevolands Peil en PSIBouw. Ook is samenwerking gezocht met de onderzoeksinstelling TNO. Op deze manier is een Almeers podium ontstaan waarop partijen elkaar treffen en initiatieven nemen in het licht van de Almeerse opgave.
4
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
5
1. De context van de wijk Van kwantiteit naar kwaliteit. Kort
Van zandvlakte naar levendig stadsdeel Almere Poort is, na Almere Haven, Stad en Buiten het vierde stadsdeel van Almere. Gestart als grote zandvlakte transformeert het gebied zich gaandeweg tot een aantrekkelijk en gevarieerd stadsdeel. Wonen, werken, sporten en recreëren vlakbij het water; de Strandstad van de Randstad. In totaal wil de gemeente Almere hier 10.000 woningen realiseren en dubbel zoveel banen. Hoewel Almere Poort voor Almeerse begrippen een stedelijk stadsdeel wordt, zal er voldoende ruimte zijn voor ontspanning, rust en een rijk, recreatief leven.
gezegd is dat de stap die de gemeente wilde maken in de ontwikkeling van Almere Poort. De VINEX-productiejaren in Almere Buiten hadden wel
Het stadsdeel vormt een palet van verschillende woonkwartieren, bedrijvenparken en een centraal stadspark, omzoomd door water en groen. Met de ontwikkeling van de Kustzone richt Almere zich naar het water. Langs het IJmeer komen woningen, horeca, werken en leisure. De aanleg van een duinlandschap brengt hier een nieuwe dimensie in de polder. De woonkwartieren krijgen elk hun eigen karakter. Stedelijk wonen in Europakwartier, comfortabel en suburbaan wonen in Columbuskwartier, een staalkaart van particulier opdrachtgeverschap in Homeruskwartier en centrumvoorzieningen in Olympiakwartier.
grote aantallen woningen toegevoegd aan de stad, maar nog onvoldoende diversiteit. Almere Poort bood kansen om meer stedelijkheid toe te voegen aan de overwegend suburbane stad. Het Structuurplan Almere Poort (1999) benoemt duurzaamheid als een van de belangrijkste uitgangspunten voor de ontwikkeling. Columbuskwartier werd binnen Poort als dé
Van duurzaam stadsdeel naar duurzame wijk De focus op duurzaamheid werd ingezet bij het opstellen van het structuurplan voor Almere Poort. Voor dit plan werd een Milieu Effect Rapportage (MER) gemaakt. Hierin zijn alternatieven ontwikkeld, waarbij het meest milieuvriendelijke alternatief (MMA) gefundeerd is op een optimale toekomstwaarde. Dit MMA is voldoende krachtig gebleken en werd vrijwel volledig geaccepteerd door het gemeentebestuur als voorkeursalternatief. Met dit als basis zijn de woonkwartieren en bedrijvenparken van Poort ontwikkeld. Per deelgebied werd beoordeeld waar op het gebied van duurzaamheid de meeste kansen waren te verwachten. Op de afzonderlijke milieuaspecten energie, geluid, water en ecologie werd al heel wat bereikt. De energievoorziening in Almere Poort is daar een voorbeeld van; 90% CO2-reductie. Gebiedsgericht geluidbeleid is een ander voorbeeld; op bepaalde plekken is meer geluid toegestaan dan elders in de Almeerse woonwijken. Daardoor zijn er meer mogelijkheden voor het vergaand mixen van woningen, winkels, kantoren en voorzieningen. In tegenstelling tot de traditionele invulling van duurzaamheid met de verschillende milieuaspecten, is in Columbuskwartier de stap gemaakt naar een integrale benadering. De duurzame ontwikkeling van de wijk werd gestimuleerd langs drie pijlers: fysiek/ ecologisch, sociaal en economisch.
meest duurzame wijk aangewezen. 6
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
7
Overzichtskaart Almere Poort (maart 2009) Het programma van Poort, zoals beoogd in 1999, bestond uit het realiseren van circa 10.000 woningen, 300-400.000 m2 BVO kantoorruimte en 115 ha. bedrijventerrein. Voor sport en leisure was 80 ha. opgenomen; voor de overige voorzieningen 35 ha. Het gemeentebestuur heeft in 2003 bepaald dat woon-, werk- en leefmilieus moeten worden toegevoegd die een bijdrage leveren aan een veelzijdige Noordvleugel. De doelstelling van het ‘Ondernemingsplan Almere Poort’(2005) was dat het oorspronkelijke programma van Poort moest worden herijkt. Dit is tevens nog van invloed geweest op de programmering van Columbuskwartier.
Plankaart Columbuskwartier (januari 2005) Uitgaande van de basis bestaande uit het Structuurplan Almere Poort, de nota van uitgangspunten en de pijlers voor de planvorming zijn de ambities en hoofdlijnen vertaald naar de ruimte in Columbuskwartier: het stedenbouwkundig plan.
8
|
Columbuskwartier
de ontdekking van een duurzame wijk
|
9
“Een rijk palet aan plannen, van behoorlijke kwaliteit” Aleida Winkelman - van Doornum was projectleider van het Columbuskwartier in de jaren 2003 tot en met halverwege 2008. “Al in het structuurplan Almere Poort in 1999 hadden we bepaald, dat we hier hele hoge duurzaamheidsambities wilden waarmaken. Dat gold voor het hele stadsdeel. Zo zochten we naar een methode van energievoorziening met minder CO2 uitstoot dan gemiddeld en zouden alle woningen moeten voldoen aan een scherpere EPC-norm dan het Bouwbesluit voorschreef. De meest vergaande en brede vormen van duurzaamheid wilden we bereiken in het Columbuskwartier. Een echte wijk van de toekomst. Maar hoe die er precies uit zou zien, dat was nog een grote vraag voor ons allemaal…!
interview Aleida Winkelman - van Doornum
Eigenlijk was er in ons projectteam aanvankelijk niemand die het “Ei van Columbus” wist te vinden. De ambities waren hoog, maar we misten specifieke deskundigheid om de ruim geformuleerde ambities te concretiseren. En die was ook niet zomaar elders te vinden. Wat wij wilden, bleek nog niet eerder in ons land gedaan. Vooral de brede opvatting van duurzaamheid speelde ons parten. We waren niet alleen op zoek naar technische en bouwkundige aspecten, maar wilden een wijk die ook sociaal duurzaam zou zijn. Maar wat is dat, en hoe moesten we dat zichtbaar en meetbaar maken?
De meest vergaande en brede vormen van duurzaamheid
People, Planet, Prosperity Na het aantrekken van Alex van Oost als beleidsmedewerker duurzaamheid bij onze gemeente, ging het beter. Hij kon ons hulpmiddelen aanreiken en bood ons het concept van People, Planet, Prosperity: een harmonieuze combinatie van elementen waarbij elk element een bepaalde invulling moest krijgen. Om het People-element in te vullen, lieten we onder meer onderzoek doen naar dagindeling. Daaruit is heel concreet de idee van het Kinderpad gekomen: een veilige route door de wijk, autovrij, waaraan woningen, scholen en voorzieningen zijn gelegen. Die het mogelijk maakt voor inwoners om verschillende 10
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
11
De vooraf bepaalde puntenverdeling Gunningscriterium Kwaliteit Ontwerp en Programma
Subcriteria -
Ontwerp Stedenbouw/groen/verkeer&vervoer/milieu veiligheid/architectuur - Programma Woningen en commerciële en niet commerciële voorzieningen - Beheer Civiel-technische uitwerking en visie op beheer - Duurzaamheid Visie op duurzaamheid Subtotaal
Financiën
Proces
Wie deden mee aan de tender?
- -
-
-
• De Nieuwe Wereld (Alliantie, BAM Vastgoed en Proper Stok) • Novo Imago Mundi (Bemog, Hevo en Blauwhoed) • De Verwondering (TBI (Koopmans)/Johan Matser) • Van Wijnen/Fortis Vastgoed Ontwikkeling • Volker Wessels Vastgoed
- - -
Prijskwaliteitverhouding
|
0 - 20
0 - 10
0 - 10 0 - 10
0 - 50
uitkomst grondexploitatie stichtingskosten gemeentelijke voorzieningen Subtotaal
0 - 30
visie van de ontwikkelaar op samenwerking met de gemeente en andere bij de realisatie betrokken partijen visie van de ontwikkelaar op particulier opdrachtgeverschap schriftelijke akkoordverklaring met de concept-realisatieovereenkomst voorstel projectorganisatie planning totale project
Minimumeis
Subtotaal
0 - 10
Subtotaal
0 - 10
Totaal
12
Punten
C o l u m b u s k w a r t ie r
0 - 100
TIPS
taken, zoals zorg en werk, eenvoudig te combineren. De route wordt daadwerkelijk de rode draad van de wijk, met veel ontmoetings- en speelmogelijkheden. TBI heeft het heel mooi in het ontwerp van de Verwondering opgenomen.
1. Formeer een projectteam op maat. Bepaal je specifieke eisen aan een wijk en haal daar specifieke deskundigheid voor in je team. Aarzel niet om die van buiten de eigen organisatie te halen! 2. Maak je ambities zo snel mogelijk concreet en meetbaar. 3. Wij stelden hoge solvabiliteitseisen aan de (combinaties van) bedrijven om mee te kunnen doen aan de tender. Dat betekent wel dat kleinere bedrijven minder kans maken. Door eisen anders te formuleren waarborg je èn de financiële zekerheid, maar geef je kleinere partijen ook de kans mee te doen. 4. Denk ook na over wat je van de marktpartijen vraagt, tegen welke vergoeding. Onze vergoeding in de tweede ronde was 20.000 euro per plan. Dat is achteraf bezien, een zeer gering bedrag voor kwalitatief hoogwaardige plannen waar echt veel tijd, en dus geld, in is gestoken! 5. Zorg voor ijkmomenten in het proces na toekenning van de tender. Zeker als het gaat om innovatieve eisen en plannen. Wordt nog aan de oorspronkelijke afspraken voldaan? Welk voortschrijdend inzicht is er en moeten we iets bijstellen?
Tender Maar voor het zover was, heeft het lang geduurd. Uiteindelijk kozen we bij de selectie van partijen, voor de methode van tendering. Het was duidelijk een verwachting van toenmalig wethouder Arie Willem Bijl, dat er veel kennis en creativiteit in de markt was en tendering dé methode om die naar boven te halen. Voor ons als gemeentelijke organisatie was dit een hele omschakeling. We waren gewend om zelf de openbare ruimte te ontwerpen en gedetailleerde verkavelings- en inrichtingsplannen te maken. Nu moesten we dat allemaal overlaten aan de markt en konden we alleen aan de voorkant een tamelijk globaal programma van eisen bepalen. Bovendien moesten we ons gedetailleerde ontwikkelingsplan, dat we na lang zoeken hadden afgerond, weer omvormen naar een globaler plan. Dat was niet makkelijk! In Almere hebben we al jaren onze normen en werkwijzen… Het leverde heel veel discussies op. Hoeveel van onze normen, bijvoorbeeld op het gebied van infrastructuur, wilden we overeind houden? Hoeveel vrijheid konden we bieden aan de inschrijvers op de tender? Uiteindelijk zijn we op een middenweg uitgekomen. We legden bijvoorbeeld het minimum aantal woningen en het percentage sociale bouw vast in de criteria, maar niet de verdeling van de woningen over woonsegmenten oftewel prijsklassen. Terwijl we dat jarenlang wel hadden voorgeschreven en zo Almere ‘vormden’, een stad die bekend staat om de mix van woningtypen en prijsklassen. Veel belangstelling De hele tender is uiteindelijk goed verlopen. De belangstelling was groot. Aanvankelijk hadden we circa 20 combinaties van bedrijven die zich inschreven voor de kwalificatiefase van de procedure. Feitelijk waren daarbij alle grote ontwikkelaars in het land vertegenwoordigd. Op basis van selectiecriteria als solvabiliteit en referentieprojecten kwamen we tot vijf combinaties die mee mochten doen aan de tweede ronde en daadwerkelijk een plan uitwerkten. Kwaliteit hoog En dat leverde een rijk palet op aan plannen, die eigenlijk allemaal van behoorlijke kwaliteit waren. Van te voren hadden we bepaald op welke aspecten men punten kon scoren, waarbij het criterium ’kwaliteit’ de helft van het totale aantal punten uitmaakte. de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
13
Daarbinnen hadden we eigenlijk niet één aspect er boven uit laten stijgen; per aspect was een vergelijkbaar aantal punten te scoren. Dat gold ook voor duurzaamheid, want dat was naar onze mening al een integrale onderlegger van het ontwikkelingsplan Columbuskwartier. Uiteindelijk heeft dit ons bij de puntentelling wel parten gespeeld. De eindtotalen lagen dicht bij elkaar.
Tenderen leverde ons optimale kwaliteit en duurzaamheid
14
De opdracht De opdrachtgever is op zoek naar een private partij die de integrale ontwikkeling en realisatie van de deelgebieden De Driehoek en De Zuidzijde (NB dit zijn de toenmalige gebiedsnamen, red.) doet, bestaande uit de volgende onderdelen:
In eerste instantie kreeg de combinatie De Nieuwe Wereld van ons de meeste punten. De combinatie TBI bouwgroep–Johan Matser leek een goede tweede. Wij hadden namelijk onze twijfels over de financiële onderbouwing van het goede plan van TBI voor de openbare ruimte, waarin een groot aantal bijzondere inrichtingselementen is opgenomen. En daarmee maakten we een cruciale fout. Want toen TBI onze beoordeling in twijfel trok en voor de arbiter bracht, kregen zij gelijk. Wij hadden niet zo mogen oordelen; het was de verantwoordelijkheid van de combinatie om te bepalen of deze inrichting van de openbare ruimte voor dit budget gedaan kon worden of niet! Achteraf zie ik in, dat wij nog zorgvuldiger hadden moeten omschrijven op welke onderdelen en op welke manier we precies zouden toetsen.
1. Het voor eigen rekening en risico ontwikkelen en realiseren van circa 400 woningen waarvan 175 woningen in het sociale segment, waarvan 135 sociale huurwoningen: - minimaal 280 woningen dienen het certificaat ‘Zonnewoning’ te krijgen; - 60 tot 100% van de woningen worden als aanpasbare woning gerealiseerd; – circa 45 woningen dienen als integraal aangepaste zorgwoningen gerealiseerd te worden.
Hoewel we door de arbitrageprocedure een half jaar vertraging hebben opgelopen, is uiteindelijk de samenwerking tussen ons en TBI bouwgroep–Johan Matser nog heel goed en intensief gelopen. Er was aan de kant van de ontwikkelaar veel behoefte aan afstemming en overleg. Het was dus helemaal niet zo, dat wij alleen de toetsende partij waren, zoals van tevoren intern gedacht werd. Binnen de kaders van het programma van eisen en het ingediende plan en de bieding, hebben we over de planuitwerking nog regelmatig overleg gevoerd. Ik heb dat ook achteraf wel heel prettig gevonden. Het is nu toch nog een beetje ook ‘mijn wijk’ geworden!
3. Binnen het plangebied dient voor een periode van vijf jaar een aantal woningen geschikt te worden gemaakt als buurtontmoetingscentrum. Voor deze periode wordt een huurgarantie afgegeven door de gemeente.
Succes mag herhaald Terug kijkend vind ik dat we er goed aan hebben gedaan om te tenderen. De eerste woningen zijn opgeleverd, en wanneer je nu door de wijk in wording loopt, ‘voel’ je al de bijzondere wijk en ruimtes die in de wijk gaan ontstaan. Ook bij de verkoopmanifestaties waren de reacties van potentiële kopers erg enthousiast: “Dit wordt anders dan andere Almeerse wijken!” We hadden zonder de tenderprocedure waarschijnlijk niet deze optimale kwaliteit en duurzaamheid bereikt tegen een betaalbare prijs voor de kopers en huurders van de woningen. Als gemeente hebben we niet zozeer tijd bespaard, als wel geld voor plankosten en het maken van verkavelings- en inrichtingsplannen.
5. Het voor eigen rekening en risico ontwikkelen en realiseren van gebouwen voor de volgende commerciële voorzieningen: - een servicepunt zorg en welzijn; - een kinderdagverblijf; - een buitenschoolse opvang; - een voorziening voor eerstelijnszorg.
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
2. Het inpassen en coördineren van circa 5 projecten voor collectief particulier opdrachtgeverschap (ongeveer 120 woningen).
4. Het voor eigen risico ontwikkelen en realiseren van gebouwen voor de volgende voorzieningen: - twee basisscholen, waarvan één in combinatie met een peuterspeelzaal; - een sportzaal.
Anders dan andere Almeerse wijken!
6. Het voor eigen risico bouw- en woonrijp maken van het tendergebied.
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
15
2. Van idee naar plan In het proces van planvorming voor de wijk Columbuskwartier werd in een vroegtijdig stadium vastgelegd dat duurzaamheid centraal stond. Het Structuurplan Almere Poort uit 1999 en vervolgens de Nota van Uitgangspunten Dijkzicht
uit 2002
vormden de onderlegger voor de vertaalslag naar de fase van concrete
planontwikkeling.
Centrale
vraag was wat dat brede en veelomvattende begrip duurzaamheid
Duurzame ingrediënten Een gemeentebrede projectwerkgroep kreeg opdracht om deze vraag te beantwoorden. Als eerste noodzakelijke stap bracht men de betekenissen van duurzaamheid in kaart. De internationaal omarmde definitie van duurzaamheid en de invulling daarvan met de zogenaamde ‘Triple-P benadering’ bood uitkomst en tevens een raamwerk voor verdere vertaling. De stap naar ruimtelijke uitwerkingsmogelijkheden was hiermee echter nog niet gezet. Abstracte begrippen uit de wereld van (mondiale) vraagstukken als klimaatverandering, milieuvervuiling, leefbaarheid en toekomstwaarde boden daarvoor nog onvoldoende houvast. Het projectteam zocht naar een helder begrippenkader met een palet aan ruimtelijke ingrediënten, cq. fysieke uitwerkingsmogelijkheden. En dat over de volle breedte van het begrip duurzaamheid. Dit was al een uitdaging voor de milieuaspecten, maar zeker voor de sociale en economische aspecten van duurzaamheid. De inschakeling van externe expertise leverde meer inzicht op, maar vormde nog geen stap naar de gemeentelijke praktijk. Duidelijk werd dat duurzame stedenbouw in de praktijk niet vanzelf gaat. Ook niet met behulp van kennisinstrumenten als het Nationaal Pakket Duurzame Stedenbouw (1999). De behoefte ontstond aan een procesondersteunend praktijkinstrument, dat vanaf de start van het ontwikkelingsproces van een (nieuwe) wijk volledige informatie biedt en meegroeit met de specifieke behoeften tijdens dat proces. Een instrument om mee te rekenen en tekenen. Van duurzaamheidsmatrix naar DuurzaamheidsKansenKompas Dit resulteerde allereerst in een duurzaamheidsmatrix, een soort referentiedocument, met een onderverdeling naar de drie duurzaamheidsdimensies People, Planet en Prosperity. Binnen de dimensies zijn per thema ruimtelijk toepasbare aspecten opgesomd die bijdragen aan het vormgeven van duurzaamheid in het stedenbouwkundig plan. Deze duurzaamheidsmatrix is onderdeel gemaakt van het ontwikkelingsplan voor Columbuskwartier en vormde later leidraad bij de beoordeling van de tendering van het zuidelijk deel.
nu feitelijk, ruimtelijk en programmatisch betekende.
16
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
Parallel aan de ontwikkeling van een duurzaamheidsmatrix werd in samenwerking met een afstudeerder van de Saxion Hogeschool voortgebouwd op deze werkwijze en is een prototype ontwikkeld van het DuurzaamheidsKansenKompas. Inzichten uit het planproces van Columbuskwartier werden zo direct vertaald in het instrument en vervolgens getest in de praktijk. Dat leverde een robuust instrument op, toe te passen op de praktijk van Almere.
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
17
Het gemeentebestuur was sterk gericht op de ontwikkeling van sociale duurzaamheid. Het projectteam besteedde dan ook veel aandacht en tijd aan onderzoek naar de mogelijkheden van ruimtelijke planning op het gebied van dagindeling, leefstijlen en consumentgericht bouwen. Dit vormde de basis voor het inhoud geven van thema’s als sociale cohesie, leefbaarheid, sociale veiligheid en kindvriendelijkheid. Het Kinderpad is daar de concrete en bijzondere vertaling van. Grip op duurzaamheid Langs meerdere sporen werd grip verkregen op duurzaamheid. Niet alleen inhoudelijk, maar ook procesmatig. De realisatie van de ambities werd gestimuleerd door bijvoorbeeld de inzet van kennisdiensten, communicatie en financiële bijdragen. Voorbeeld hiervan is het binnenhalen van Europese subsidie met het project cRRescendo. Al in december 2003 werd een succesvolle aanvraag ingediend voor energiesubsidie onder de naam cRRescendo. Deze is in de jaren daarna uitgewerkt in een contract en inhoudelijk verankerd in het plan. Later in het proces bleek dit een cruciale factor in het behouden van de fysieke duurzaamheidsambities van Columbuskwartier. In andere projecten in Almere Poort werden deze naar beneden bijgesteld. In de Almeerse praktijk was het gangbaar om het technische, programmatische en financiële vlak te verbinden met het ruimtelijke vlak met als resultaat een gedetailleerd verkavelingsplan. Zo was het ook in eerste instantie in Columbuskwartier. In de zoektocht naar een meer kwaliteitsgedreven bouw greep het gemeentebestuur de planvorming van Columbuskwartier aan als kans om een nieuwe trend te zetten. De zogenaamde ‘blauwdrukplanning’ werd losgelaten en omgevormd naar planning op basis van een vastgelegd ruimtelijk raamwerk en nader in te vullen bouwvelden. Met het raamwerk werd beoogd de samenhang te bewaken. Deelgebieden of bouwvelden kregen een programma en een aantal ”spelregels” voor nadere uitwerking mee. Zo wilde de gemeente meer kwaliteit en creativiteit uit de markt kunnen halen.
Europese subsidie “cRRescendo” is het acroniem waaronder een consortium van ruim 20 partijen, verdeeld over 4 steden in Europa - Ajaccio (F), Milton Keynes (GB), Viladecans (ESP) en Almere - hebben samengewerkt in een aanvraag voor subsidie uit het Europees programma Concerto. Dit is een programma onder regie van het Directoraat Generaal Transport en Energie. Het ressorteert onder het Zesde Kaderprogramma van Europa voor onderzoek en ontwikkeling. Naast lokale demonstratieprojecten in de vier steden, omvat de aanvraag ook consortiumactiviteiten, zoals onderzoek en verspreiding van kennis. Met de aanvraag is circa 12,5 miljoen euro subsidie gemoeid voor het gehele consortium, waarvan circa 3,5 Euro voor Almere. De realisatie neemt maximaal 5 jaar in beslag. Het demonstratieproject Almere bestaat uit twee project communities: Noorderplassen West en Columbuskwartier, die beiden een integrale combinatie omvatten van de drie inhoudelijke pijlers van het Europees programma Concerto: – Grootschalige integratie van duurzame energiebronnen en energie-efficiency – Duurzaam bouwen (focus op energiemaatregelen) – Polygeneration (bijvoorbeeld warmtekrachtkoppeling) Voor meer informatie zie www.crrescendo.net en www.concertoplus.eu
Dit betekende een omslag in het traject. Gedetailleerde uitwerkingen werden alleen nog op het niveau van raamwerk behouden en het concept verkavelingplan werd geabstraheerd tot verschillende bouwvelden. Het al doorlopen ontwerpproces bleek in de volgende fases wel een waardevolle basis voor de verdere aansturing van duurzaamheid in Columbuskwartier.
18
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
19
“Columbuskwartier is in meerdere opzichten de ontdekking van een duurzame wijk.” interview
Alex van Oost kwam in 2003 in dienst bij de gemeente Almere als senior beleidsmedewerker Duurzaam Bouwen & Energie binnen de toenmalige afdeling Milieubeleid. Tegelijkertijd vervulde hij de rol van Regionale Duurzaam bouwen (Dubo) Consulent binnen de regio Flevoland. Hij slaagde er in het projectteam Columbuskwartier in een opgaande spiraalbeweging te brengen.
Alex van Oost
“Ik stapte in toen het projectteam enorm worstelde met het begrip duurzaamheid en hoe dat concreet te maken. De projectleider en de collega’s van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, Economische Zaken en Stedelijke Ontwikkeling kwamen er samen niet uit. Ze hadden wel ambities maar geen ervaring met een integrale benadering van het complexe begrip duurzaamheid. En eigenlijk was die ook niet eenvoudig extern in te huren, was inmiddels gebleken. Wat we hier probeerden te bereiken qua aanpak en op deze schaal was nog bijna nergens gedaan. Voor mij was dit project meteen een grote uitdaging en uiteindelijk bleek ik de juiste man op de juiste plek. Ik heb aan de TU Delft Architectuur gecombineerd met Bouwmanagement & Vastgoedbeheer met steeds een focus op duurzaamheid. In mijn eerste baan bij DHV bestond mijn dagelijks werk uit het in praktijk brengen van begrippen als duurzaam ondernemen, maatschappelijke betrokkenheid, leefbaarheid en mensmilieuvriendelijk huisvesten. Met mijn opgebouwde kennis kon ik samen met het projectteam op een systematische wijze inhoud en vorm geven aan de duurzaamheidsambities.
... steeds een focus op duurzaamheid
Definiëren en prioriteren We begonnen met het vaststellen van een eenduidig begrippenkader met als basis het zogenaamde Triple-P concept van ‘People, Planet, Prosperity’. Vervolgens kozen we op basis 20
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
21
daarvan, onze specifieke doelen en ambities voor de wijk en zetten dit alles in een duurzaamheidsmatrix. De opgave van het bestuur was om met name invulling te geven aan het sociaal duurzame karakter van de wijk, het ‘People’ deel. Er is daartoe gebruik gemaakt van dagindelings- en leefstijlenonderzoek. Het kunnen combineren van werk, zorg voor kinderen en huishouden kwam eruit als aandachtspunt. Doelstelling werd ook om woningen in verschillende prijsklassen te bouwen voor mensen van alle leeftijden en diverse leefstijlen. Verder hebben wij veel aandacht besteed aan het vormgeven van kaders voor de openbare ruimte. Ontmoeting en beleving, veiligheid en aantrekkelijkheid vonden wij daarbij belangrijke criteria. Sociale duurzaamheid stond dus voorop, maar fysieke en ecologische duurzaamheid beschouwden wij als noodzakelijke randvoorwaarden daarvoor. Doelen werden dan ook gesteld op het gebied van duurzaam bouwen, energie, water, ecologie en geluid. Het ‘zichtbaar duurzaam’ maken van Columbuskwartier werd als bijzonder aandachtspunt toegevoegd. Kortom, een totaalpakket van onderling samenhangende onderwerpen en thema’s. Zaken die van directe invloed zijn op ons dagelijks leven. Als je daarop let, kun je een wijk creëren waar mensen tot in lengte van jaren goed en gezond kunnen en willen leven. Kinderpad De combinatie van beide domeinen leidde tot het concept van het Kinderpad. Een veilige, kindvriendelijke en aantrekkelijke route tussen woningen, scholen en voorzieningen. Autovrij, hoogwaardig duurzaam ingericht qua straatwerk en meubilair. Zichtbaar duurzaam door regenwater aan het oppervlak af te voeren en een bijzondere groeninrichting. Als ik nu zie hoe dit concept vol enthousiasme is opgepakt door de stedenbouwkundigen en ontwikkelaars, dan is duidelijk dat onze benadering van verleiden en verbinden tot verzilvering heeft geleid. Het Kinderpad is dé ruggegraat geworden van duurzaamheid in de wijk! DuurzaamheidsKansenKompas We waren letterlijk tijdens de rit nog aan het leren. De matrix voor duurzaamheid is parallel aan het project van Columbuskwartier doorontwikkeld in een DuurzaamheidsKansenKompas (DKK). Een instrument waarmee we de verschillende componenten van duurzaamheid in kaart brengen. Dat ons in staat stelt om verschillende ambities te koppelen en ook te voorkomen dat ze met elkaar in conflict gebracht worden in een plan. Ook kunnen we referentieprojecten in het DKK verwerken; de technische realisatie, investeringskosten én beheersinformatie van ambities inzichtelijk maken. Het DKK is een belangrijk ondersteunend instrument. Het maakt effectief en resultaatgericht werken beter mogelijk
‘Zichtbaar duurzaam’ maken als bijzonder aandachtspunt 22
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
voor een projectteam. Je beschrijft niet alleen wat je zou willen, maar geeft aan hoe dat kan en wat het kost en opbrengt. Vele blokkades en pijnpunten in de planvorming en in de samenwerking tussen de collega’s kunnen hiermee weg worden genomen. Het helpt consensus te bereiken op een transparante en verifieerbare wijze.
Het was duidelijk dat onze duurzaamheids-
De planontwikkeling van Columbuskwartier heeft de basis gelegd voor het opbouwen van een gemeentelijk praktijkinstrumentarium voor de integratie van duurzaamheid in de ruimtelijk ontwikkeling. Inmiddels is het DuurzaamheidsKansenKompas doorontwikkeld tot een webbased-instrument en verbonden met het landelijk toegepaste computerinstrument Duurzaamheidsprofiel van een Locatie. Dit instrument wordt ingezet bij het bepalen van een duurzaamheidsambitie en het berekenen van een duurzaamheidsprestatie van een plan op wijk- of buurtniveau. Het in 2006-2007 ontworpen plan voor het aan Columbuskwartier aangrenzende stadspark Cascadepark is met inzet van beide instrumenten ontwikkeld. Een mooi voorbeeld van praktijkgericht werken en leren.
ambities de markt prikkelden
Blij met de tender Ik heb van begin af aan geloofd in het instrument van de tender om kennis en creativiteit uit de markt te halen. Het was een doorbraak om aan de voorkant aan ontwikkelaars eisen te stellen, maar ze ook vrijheid te geven. In de hele beoordeling van hun plannen was de visie op Duurzaamheid wel ‘slechts’ 10 van de 100 punten waard, maar dat was toen het maximaal haalbare. Nu is dat anders. Neem als voorbeeld opnieuw het Cascadepark. Daar kun je als ontwikkelaar en deelnemer aan de prijsvraag voor de woningbouwontwikkeling maar liefst 50% van de punten behalen met een goede visie op duurzaam bouwen. We leren! Uiteindelijk vond ik vrijwel alle plannen die werden ingediend voor Columbuskwartier van hoog niveau en beter dan ik had verwacht. Iedere combinatie lichtte de duurzaamheidseis er boven uit, ondanks het beperkte aandeel in de te behalen punten. Het was duidelijk dat onze duurzaamheidsambities de markt prikkelden. Ik vind tenderen dan ook een effectief instrument om creativiteit en duurzame kwaliteit te genereren. Provinciale en Europese steun Het was beslist positief, dat ik van begin af ook de pet op had van Regionale Dubo Consulent. Ik heb er voor gezorgd, dat op provinciaal niveau de overheden en de bouw- en vastgoedbranche in 2005 het Manifest Nieuw Flevolands Peil ondertekenden. Dit omvatte afspraken om intensief samen te werken aan goede en betaalbare woningen, met aandacht voor energie, materialen, water, comfort, gezondheid en woonomgeving. de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
23
Kortom een integrale benadering van het realiseren van duurzame woningen en wijken waar iedereen zich verantwoordelijk voor voelt. De ontwikkeling van Columbuskwartier vormde een dankbare voedingsbodem voor het formuleren van het Manifest en tegelijkertijd bracht de wijk het Nieuw Flevolands Peil in praktijk, avant la lettre. Een mooie wederkerige relatie. Tijdens de rit hebben we ook vanuit Europa steun weten te verkrijgen. Samen met drie andere Europese steden hebben wij het project cRRescendo opgezet, gericht op het realiseren van duurzame wijken en steden. Uit in totaal veertig inzendingen werden negen inzendingen geselecteerd, waaronder ons project! De verkregen subsidie hebben wij ingezet voor ondersteuning van het realiseren van de duurzaamheidsambities, waaronder de vele Zonnewoningen. De erkenning uit Brussel droeg ertoe bij dat we binnen de gemeentelijke organisatie steviger stonden én ook iets concreets te bieden hadden aan de ontwikkelaars. Want in eerste instantie worden vaak alleen de hogere investeringskosten gezien, niet wat je er op termijn mee verdient.
TIPS
Eigen ontwikkeling Met ziel en zakelijkheid. Dat is mijn motto. We waren nooit zover gekomen als ik me als traditioneel sectoraal milieuadviseur had opgesteld. Ik heb ontzettend veel energie gestoken in dit project, maar voel me nu ook wel een beetje de geestelijk vader van de totale duurzaamheidsambitie. En ben erg blij dat ik met een strategie van verleiden en verbinden dit heb kunnen bereiken. Door goed samen te werken en concreet te kunnen laten zien wat duurzaamheid aan extra kwaliteit oplevert. Columbuskwartier vormt voor mij persoonlijk ook de ontdekking van een duurzame wijk. Het traject dat ik in de context van dit project heb doorlopen staat bol van waarde(n)volle ervaringen die ik inzet in mijn dagelijkse praktijk binnen (en buiten) de gemeente. Het DuurzaamheidsLab Almere biedt daarvoor nu het nieuwe perspectief.”
1. Het objectiveerbaar maken van duurzaamheid met de inzet van instrumenten draagt bij aan het concreet en inzichtelijk maken van ambities en uitwerkingen. Van ‘afvinklijstjes’ naar duidelijke, definieerbare doelstellingen. 2. Door duidelijke afspraken te maken op inhoud verandert het proces nog niet. Duurzame kwaliteit kan alleen gerealiseerd worden vanuit een proces van (persoonlijke) betrokkenheid. Het gaat niet meer om afdwingen, maar om verleiden en verbinden. Het gaat om het bij elkaar brengen van partijen die elkaars werk versterken en daar zelf ook beter van worden. 3. Leiderschap is cruciaal voor het doorbreken van de groef van middelmaat. Op het niveau van bestuur, directie, projectleiding en medewerkers, maar tevens in de markt. Zorg voor het bij de juiste personen beleggen van de ambitie. 4. Samenwerking en partnership is de basis voor echte innovatie. Wil je echt verandering brengen, dan vereist dit een benadering waardoor alle partijen zelf willen vernieuwen én duurzaamheid een strategische positie krijgt. Het gaat dan om ondernemen, communiceren, verleiden, ondersteunen en creëren.
Noordelijk deel Columbuskwartier is in meerdere opzichten de ontdekking van een duurzame wijk. In het zuidelijk deel is ervaring opgedaan met de inzet van een Europese tender. In het noordelijk deel is ‘traditioneel’ gewerkt. Dit deel van de wijk was vergeven aan partijen die elders in Almere Poort afspraken hadden over bouwontwikkeling. Omdat de plannen daar door de gemeente werden stopgezet, kregen deze partijen als compensatie de mogelijkheid in Columbuskwartier te ontwikkelen en te bouwen. Het gaat hier om de combinatie van de bedrijven BAM-Ballast Nedam en Rabo Vastgoed. Uiteraard gold hetzelfde ontwikkelingsplan als uitgangspunt. Maar het was wel een min of meer gedwongen samenwerking. En dat leidde tot een moeizamer proces, waarbij het veel tijd heeft gekost om elkaar te vinden op de gestelde ambitie. Als gemeente hebben we hier heel veel extra geïnvesteerd in het duidelijk maken van wat we bedoelden met een duurzame wijk. Excursies naar voorbeeldprojecten, workshops duurzaam bouwen en een financiële regeling ter compensatie voor meerkosten duurzaam bouwen. Dit bovenop de al te verkrijgen Europese subsidie.
De ontwikkeling van Columbuskwartier vormde een dankbare voedingsbodem
Uiteindelijk levert dit een plan op met 120 Zonnewoningen en 100 Passiefhuizen. Dat is op zich positief. Zeker in het geval van de Passiefhuizen die op initiatief van de BAM zijn ingebracht. Deze woningen gaan beduidend verder dan het prestatieniveau dat wij voorschreven. De realisatie van zo’n aantal in een project is zelfs een primeur in Nederland. Maar de integrale duurzaamheid zoals die in het zuidelijk deel tot uiting komt in de opbouw en inrichting van de wijk, die bereiken we niet in het noordelijk deel. En dat is jammer. 24
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
25
Het Ei van Columbuskwartier
Duurzaamheidsinstrumenten
Inbedding DuurzaamheidsKansenKompas DuurzaamheidsKansenKompas
Planvomingsfase
Plandocumenten
Bouwplanfase
Bestemmingsplan Inrichtingsplan Programma van Eisen
Ontwikkelingsplanfase
Nota van Uitganspunten Ontwikkelingsplan
Structuurplanfase
Gebiedstype
Maatregel Ruimtelijk aspect
Duurzaamheid als begrip Duurzaamheid is een begrip dat zich de afgelopen jaren verbreed heeft van de gangbare milieuthema’s naar een integrale benadering van de pijlers ‘People’(Welzijn), ‘Planet’ (Wereld) en ‘Prosperity’ (Welvaart). De driedeling vindt haar basis in het rapport ‘Our Common Future (1987) van de Commissie Brundtland, waarin een koppeling werd gelegd tussen grote milieuproblemen, sociale problemen en economische instabiliteit. De term duurzame ontwikkeling was geboren. De essentie van deze benadering, ook wel Triple-P benadering genoemd, is een evenwichtige integrale ontwikkeling van de kwaliteitsaspecten van deze drie duurzaamheidsdimensies.
In Nederland zijn de laatste jaren nuttige kennisinstrumenten ontwikkeld ter stimulatie van duurzame gebiedsontwikkeling en ondersteuning van een optimale inbreng van duurzaam heidsaspecten in ruimtelijke planvormingsprocessen. Het gaat daarbij onder andere om het computerprogramma Duurzaamheidsprofiel van een Locatie, het DuurzaamheidsKansenKompas en de Toolkit Duurzame Woningbouw.
Tegenwoordig wordt hier ook wel een vierde P aan toegevoegd om te benadrukken dat dit vraagt om concretisering in Projecten en Processen. Dé belangrijkste focus van duurzaamheid is de kwaliteit van leven en het handhaven en waar mogelijk verder ontwikkelen daarvan. Het integraal afwegen van de verschillende en verscheidene kwaliteitsaspecten (zie drie P’s) en het vervolgens maken van duidelijke keuzes is een zeer complex proces geworden. Kwaliteitsaspecten staan meestal niet op zichzelf, maar beïnvloeden elkaar in negatieve of in positieve zin. Het streven is naar een positieve en vergrote samenhang tussen het systeem van menselijk handelen (wonen, werken, mobiliteit, e.a.) en het systeem van de rest van de natuur (klimaat, water, bodem, e.a.). De aanpak vraagt om ingrijpende maatschappelijke veranderingen.
Milieutype
Rekenen en tekenen aan duurzaamheid Het DuurzaamheidsKansenKompas (DKK) is integraal en vanuit ruimtelijke schaalniveaus opgezet. Het is gericht op het gehele ruimtelijke planvormingsproces van stedelijke ontwikkeling en toepasbaar in de hele gebiedsontwikkeling tot en met bouwplanontwikkeling. Onderdelen van het instrument zijn de duurzaamheidskansenkaarten en een projectboek. Op een duurzaamheidskansenkaart staat een duurzame maatregel uitgewerkt in beeldinformatie en informatie over techniek, beheer, duurzaamheid en kosten. Het beeldmateriaal dient ter inspiratie en maakt duurzaamheidskansen communiceerbaar. Op basis van de inhoudelijke informatie wordt een kwaliteitsbepaling en –afweging tussen verschillende duurzame maatregelen gemaakt. De losse kansenkaarten vormen een algemene database, waaruit de (milieu-)adviseurs op basis van uitgangspunten en prioriteiten een selectie maken. Voor meer informatie zie www.dkk-almere.nl
Gebiedstype
DuurzaamheidsKansenKaart Informatie Referenties • Lumierepark, Almere Keileempaden • Ruwenbos en Oikos, Enschede Schelpenpaden • EVA-Lanxmeer, Culemborg Lava op paden en parkeerstroken en Dolomiet op speelplekken toegepast
Meer info
Inspiratie & communicatie (Sfeer)beelden, praktijkvoorbeelden Milieuinbreng Duurzaam Bouwen, Ecologie, Energie, Externe veiligheid, Geluid, Water Straten Halfverharding
14
C6.14.1
Techniek
Beheer
Omschrijving
Doel
Aspecten
Halfverharding, bv in de vorm van graskeien, grastegels, grind, schelpen, leem of recycled puingranulaat, biedt interessante mogelijkheden voor bijvoorbeeld wegbermen, parkeerplaatsen en paden. Halfverharde paden kunnen in Columbuskwartier in het kindlint goed toegepast worden, omdat dit grotendeels voetgangersgebied is. Halfverharding versterkt hier de parkachtige setting. Doordat in deze wijk tevens collectieve parkeerplaatsen worden aangelegd, zijn grasroosters hier ook goede opties.
• Een goede begaanbaarheid van het pad of de straat • Doorlatende verhardingen vergen aangepast onderhoud, dat er op gericht is de doorlatendheid zo veel mogelijk in stand te houden
• Beperkter materiaalgebruik • Directe infiltratie van regenwater in de bodem en zo beperkte afvoer naar RWZI • Het infiltrerende water wordt bovendien natuurlijk gefilterd van slibdeeltjes • Hemelwater gaat schoon naar het oppervlaktewater • Goede beluchting van de bodem • Een ‘groen’ uiterlijk • Voor grasroosters geldt dat zij na een tijd volledig geïntegreerd in de omgeving raken
Technische aspecten
Maatregelen
• Toe te passen op paden, pleinen, straten en parkeerplaatsen • Mogelijkheden voor toepassing afhankelijk van verkeersintensiteit • Denk om de begaanbaarheid van paden en straten voor fietsers, ouderen en invaliden, afhankelijk van de omgeving waar het pad of de straat ligt • Een goede technische fundering is voor halfverharding erg belangrijk • De halfverharding moet tonrond aangelegd worden en met opsluitbanden opgesloten worden • Doorlatende verhardingen zijn in verschillende vormen verkrijgbaar. Traditioneel: grind, granulaat (bijvoorbeeld bouwpuin, betonpuin), slakken, lava of gravel. Ze zijn relatief goedkoop maar minder geschikt voor stedelijk gebied • Overige materialen: gras(-keien of –tegels), schelpen, houtschilfers. Ook bestrating van kinderkopjes of klinkers laten meer water door. Groeistenen zijn betonstenen waarin openingen zijn uitgespaard waarin gras kan groeien. Hetzelfde geldt voor grasroosters, maar deze zijn van polyethyleen
Activiteit Aanvullen verharding Vernieuwen verharding Verwijderen zwerfvuil/ bladafval
Tekening halfverharding
Duurzaamheid
Freq 1 / 5 jr 1 / 10 jr 3-8 / jr
Afschrijvingsperiode
Tips
± 10 jaar Afhankelijk van het materiaal
• Gebruik door kinderen ingezamelde kerstbomen voor houtsnippers • Pas recyclebare kunststof grasroosters toe
Communicatie naar burgers
Milieuwinst
N.v.t.
• De doorlatendheid varieert van 10 mm/uur tot meer dan 3 m/uur • Grasroosters scoren beter op milieugebied dan groeistenen van beton
Techniek Omschrijving, technische aspecten, tekening, kansencombinaties
Beheer Doel, maatregelen, afschrijvingsperiode, communicatie aspecten richting burgers
opsluitband berm
Maatregelcombinaties
Kosten
Halfverharding ± E 2,50 / m (afh. van soort verharding) Elementen verharding ± E 50,- / m (afh. van soort verharding) Hoe minder bestrating er wordt aangelegd, hoe goedkoper
C o l u m b u s k w a r t ie r
Koppeling vanuit Ruimtelijke Ordening Gebouwen, straten, openbaar groen etc.
Voorblad DuurzaamheidsKansenKaart
Realisatie
|
De praktijk Referentieprojecten, literatuur, meer informatie, leveranciers
• Prof. Groenschool, Amersfoort Parkeerplaats gemaakt van betonnen roosters waar gras doorheen groeit
N.v.t.
26
Inbedding duurzaamheidskansenkompas Integratie van het praktijkinstrument in het ruimtelijke planvormingsproces van Almere
Beheer Vernieuwen/aanvullen verharding (Afh. van verharding) Verwijderen zwerfvuil en bladafval Minder bestrating, vergt minder onderhoudskosten
Achterblad DuurzaamheidsKansenKaart
± E 2,50 / m E 0,01 / m
Straten Halfverharding
C6.14.1
15
Duurzaamheid Aspecten, tips, milieuwinst Kosten Aanleg, beheer
3. Aanbesteding en contractering Met het Ontwikkelingsplan Columbuskwartier als inhoudelijke basis
Zuid: duurzaamheid als selectie- en gunningscriterium In september 2004 werd de tenderstrategie voor het zuidelijk deel van Columbuskwartier door het gemeentebestuur vastgesteld. Hiermee startte voor de gemeente een nieuw traject van aanbesteding van bouwontwikkeling. Eerder was ervaring opgedaan op het gebied van de aanleg van energie-infrastructuur. Zo werd het hele stadsdeel Almere Poort in 2002 succesvol aanbesteed via een openbare procedure op basis van duurzaamheidscriteria. Doel was door marktwerking een duurzamer energie-infrastructuur te bereiken. Dit werd ook het resultaat van de energietender voor Almere Poort; 90% CO2-reductie in plaats van de minimaal gevraagde 50%.
kon de volgende stap in de ontwikkeling van de wijk worden gezet. Besloten werd om het gebied in tweeën te knippen en verschillend aan te
Het doorbreken van gevestigde posities en het benutten van marktwerking ten gunste van kwaliteit en creativiteit was ook de reden voor het uitschrijven van de Europese aanbesteding van het zuidelijk deel van Columbuskwartier. Deze trendbreuk in de Almeerse werkwijze had vanzelfsprekend consequenties voor de dagelijkse praktijk van de verschillende betrokken afdelingen en medewerkers. Na het loslaten van de zogenaamde ‘blauwdrukplanning’ diende nu ook anders op resultaat gestuurd te gaan worden, van middel- naar doelvoorschriften. De kunst was om zoveel mogelijk ruimte te bieden binnen gestelde kaders.
besteden. Het noordelijk deel van de wijk werd in handen gelegd van een aantal ontwikkelende partijen met een bouwclaim bij de gemeente Almere. Het zuidelijk deel werd Europees aanbesteed via een tender. Zo ontstonden twee wezenlijk verschillende uitwerkingstrajecten voor eenzelfde opgave.
28
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
Voortgebouwd werd op de ervaringen tijdens het opstellen van het ontwikkelingsplan. De duurzaamheidsmatrix werd doorvertaald in een beoordelingskader met meerdere hoofdcriteria en verschillende wegingsfactoren. Op deze wijze konden de ingediende plannen objectief en transparant beoordeeld worden door de beoordelingscommissie. Op 28 januari 2005 startte de aanbestedingsprocedure met het verzenden van de officiële aankondiging naar het Bureau voor Officiële Publicatie der Europese Gemeenschappen. Vervolgens werd een advertentie in Cobouw geplaatst en konden gegadigden zich aanmelden. Eind maart werden vijf geselecteerde gegadigden uitgenodigd voor het doen van een indiening. Prikkelende opgave Dat deze opgave de creativiteit van de markt prikkelde, was kort na de indiening duidelijk. De meeste ingediende plannen lieten op het gebied van duurzaamheid hoge kwaliteit zien. Hoger dan de gemeente in eerste instantie verwachtte. Uiteindelijk kwam, na een half jaar durende arbitragezaak, het project De Verwondering van de combinatie TBI bouwgroepJohan Matser als winnaar uit de bus. Het project bood een resoluut ander beeld dan de gemiddelde Almeerse wijk en was ook economisch gezien het best presterende. De bij de notaris gedeponeerde minimale grondopbrengst werd ruimschoots overtroffen.
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
29
Hiermee verkregen alle partijen een uitstekende startpositie. Na ondertekening van de overeenkomst voor bouwplanontwikkeling in december 2005 konden de winnende stedenbouwkundige- en bouwplannen uitgewerkt worden.
minimaal te voldoen aan een scherpere energieprestatie-eis dan de landelijke norm uit het Bouwbesluit. Kortom, duurzaam bouwen als een contractueel onderling vastgelegde prestatie-eis. Niet eerder gebeurde dit zo specifiek op deze schaal in Almere.
Hordes nemen Toch bleek dat in de fase van uitwerking nog een aantal hordes moest worden genomen. Bijvoorbeeld bij de interne afstemming binnen de gemeente. In een van de bouwvelden was oppervlakkige afvoer van hemelwater als eis gesteld, maar de betrokken afdeling moest nog wel toestemming geven voor de daadwerkelijke toepassing. De Welstandscommissie was niet geïnformeerd over de bijzondere toepassingsvormen van zonnepanelen aan de woning en ook het voldoen aan keurmerken was een uitdaging. Zo bleek het nationaal Certificaat Zonnewoning onvoldoende flexibel voor een goede toepassing in de praktijk. Dat varieerde van de definitie van duurzame energiebronnen tot het voorschrijven van hellingshoeken voor de toepassing van zonnepanelen, van eisen met betrekking tot daglichttoetreding en het plaatsen van keukens tot mogelijkheden voor compenserende maatregelen.
Gedeelde beelden Om er voor te zorgen dat iedereen hetzelfde beeld had van de gewenste uitstraling en duurzaamheid in de wijk, organiseerden alle partijen meerdere excursies. Het Witte Dorp in Eindhoven werd als referentie voorgedragen door de ontwikkelaars en de wijken EVA-Lanxmeer in Culemborg en de Stad van de Zon in Heerhugowaard door de gemeente. Dit leverde een rijke basis aan verwijsmateriaal en referentiebeelden. Deze boden houvast voor de te maken uitwerkingsslagen. Dat bleek later hard nodig.
Een andere belangrijke te nemen horde deed zich voor ten tijde van het opstellen van het Ondernemingsplan Almere Poort met bijbehorende planexploitatie. De algehele duurzaamheidsambitie voor het hele stadsdeel Almere Poort, met onder andere een scherpere energieprestatie-eis voor gebouwen, werd daarin naar beneden bijgesteld als reactie op de economische recessie. Koersvastheid vanuit de gemeente werd hier dus doorbroken. Echter niet voor de wijk Columbuskwartier. De al aangegane verplichtingen betreffende de tender en Europese subsidie boden voldoende tegenwicht, waardoor onverminderd kon worden doorgewerkt aan het gezamenlijk realiseren van de duurzaamheidsambities. Noord: duurzaamheid in een situatie van bouwcompensatie In het noordelijk deel kregen de ontwikkelende partijen de bouwvelden rechtstreeks toegewezen op basis van een zogenaamde bouwcompensatie. In de centrumwijk Olympiakwartier kon de combinatie BAM-Ballast Nedam en Rabo Vastgoed minder realiseren dan eerder was overeengekomen met de gemeente. Ter compensatie werden de partijen uitgenodigd voor de bouwplanontwikkeling van 360 woningen in Columbuskwartier Noord. Wel kregen ook deze partijen nadrukkelijk bijzondere randvoorwaarden gesteld op het vlak van duurzaamheid. Net als in het zuidelijk deel nam de gemeente in de overeenkomst voor bouwplanontwikkeling op, dat invulling gegeven diende te worden aan het concept Zonnewoning en aan het Manifest Nieuw Flevolands Peil. Tevens dienden alle woningen 30
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
De praktijk van het vertalen van het ruimtelijk raamwerk met bouwvelden naar een uitgewerkt stedenbouwkundig plan was weerbarstig. De geboden ontwikkelruimte en ondersteuning maakten niet direct de gewenste kwaliteit en creativiteit los die werd beoogd. Moeizame discussies en een traag lopend proces waren het gevolg. Financiële stimulans De negatieve spiraal werd doorbroken door een succesvolle gezamenlijke subsidieaanvraag binnen het EOS Demo-programma3 van SenterNovem . Initiatiefnemer BAM en de gemeente Almere dienden, onder de vlag van het Nieuw Flevolands Peil, een aanvraag in voor de realisatie van 120 Passief huizen in Almere. Na toekenning van de subsidie werd besloten deze te koppelen aan de opgave in Columbuskwartier. Concreet betekende dat, dat de lat feitelijk hoger werd gelegd. Deze keer door de ontwikkelende partij zelf. Het concept Passiefhuis gaat namelijk verder dan het concept Zonnewoning. Dit was een bijzondere en positieve actie in het tot dan toe moeizaam verlopen proces. Ook de gemeente bleef zoeken naar een opgaande spiraal. Ze bracht een nieuwe financiële stimulans in door het vrijstellen van de aan duurzaam bouwen gerelateerde investeringskosten van de grondquote. De gehanteerde grondprijssystematiek binnen Columbuskwartier betekende, dat investeringskosten voor het realiseren van extra kwaliteit automatisch gepaard ging met extra grondkosten. Deze methode zette ongewild de rem op het ontwikkelen en realiseren van duurzaam bouwen kwaliteiten. Mede hierdoor was meerdere malen binnen het project veel tijd en energie besteed aan discussies over financiële haalbaarheid van de gestelde ambities. Dit werd doorbroken door het vaststellen van deze stimuleringsregeling.
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
31
“Wij hebben op alle fronten duurzaamheid ingebouwd.” Koopmans Bouwgroep was als penvoerder van de combinatie TBI bouwgroep–Johan Matser één van de bedrijven die meedeed aan de tender voor het zuidelijk deel van Columbuskwartier. Het was niet de eerste keer dat het bedrijf met een tenderprocedure mee deed, maar nooit eerder met een tender van deze omvang. Resultaat is ‘De Verwondering’, een duurzame en kindvriendelijke wijk die op een Efteling-achtige wijze op de markt is gebracht. Ontwikkelingsmanager Jos Ensink over de tenderprocedure, de samenwerking met de gemeente Almere en De Verwondering. Oftewel: hoe door heel hard werken een sprookje werkelijkheid wordt.
interview Jos Ensink
“Het fijne van deze tender is dat het een grote opgave betreft in een gebied dat we goed kennen. Ook is het prettig dat we dit project in een korte periode kunnen realiseren,” zegt Jos Ensink. “Als inschrijver baseer je de opbrengsten op de dat moment actuele markt. Als je dan vervolgens jaren doet over de verdere ontwikkeling, kan dat een probleem worden. Zeker nu met de kredietcrisis, de markt is totaal anders dan die van een jaar geleden.“
De markt moet het creatieve
De tenderprocedure De tenderprocedure begon met een voorselectie, om uiteindelijk een vijftal partijen te selecteren. Jos Ensink is buitengewoon positief over het verloop van de procedure. “De procedure zat goed en professioneel in elkaar. Het programma van eisen en de voorwaarden klopten, er was een goede vraagstelling en de tender bood veel mogelijkheden. Precies zoals tenderen is bedoeld; op een objectieve wijze de markt uitdagen. Soms merken we met tenders dat objectiviteit onvoldoende aanwezig is of dat soms wordt overvraagd. De markt moet dan het creatieve antwoord geven.
32
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
antwoord geven
|
33
Cruciaal in een tender zijn de eerste twee weken. Dan wordt de basis gelegd van de inschrijving. Bij ons is het regel dat we iemand daar helemaal voor vrij maken. Gooi alles van z’n bureau, geef iemand de ruimte aan de slag te gaan. Vervolgens maken we een analyse. Wat wil een gemeente of corporatie? Waar kun je op scoren, waar zitten de risico’s? Kortom: waar zetten we op in om te winnen? Alleen winnen telt en daar ga je helemaal voor. De verliezer ontvangt van de uitschrijver vaak wel een vergoeding, maar deze staat in geen verhouding tot de lasten.”
Arbitrage Jos Ensink is zeer te spreken over de professionele inzet van de gemeente Almere tijdens de tenderprocedure. Toch verliep de procedure niet geheel vlekkeloos. “Koopmans werd aanvankelijk tweede in de tenderprocedure,” vertelt hij. “Maar wij waren er 100% van overtuigd dat er een beoordelingsfout was gemaakt bij het beoordelen van de prijs/ kwaliteitverhouding. En het ging wel om een project met een omzet van 100 miljoen Euro. Daarom hebben we arbitrage aangevraagd. Heel vervelend, iets dat je niet snel doet. Vervolgens gaf de arbitragecommissie ons gelijk en kregen we de opdracht alsnog. De arbitrage heeft wel veel druk op het plan gelegd, want nummer twee werd nummer één en andersom.
De stedenbouwkundige structuur is vriendelijk
Vanaf dat moment moesten we dus echt binnen de gepresenteerde kaders blijven. En we wilden natuurlijk verder met de gemeente. Tijdens zo’n ontwikkelingsproces loop je altijd tegen zaken aan die je in goed overleg samen moet oplossen. Het was de vraag of de arbitrageprocedure de verhoudingen met de gemeente verstoord had. Dat bleek in het geheel niet het geval. Het is super verlopen. Ondanks de arbitrage is het proces op een zeer professionele wijze voortgezet, daar zijn we de gemeente heel dankbaar voor.”
Alles uit de kast “Wij vonden dat dit project ons op het lijf geschreven was,” zegt Jos Ensink. “Bouwen van woningen in het lager- en middensegment en het bouwen van scholen en voorzieningen. We haalden alles uit de kast om te winnen. We stelden een team samen van een stedenbouwkundige, architecten, een landschapontwerper en installatie-energieadviseur met veel kennis van zaken van Zonnewoningen en zonne-energie. Ook hebben we direct een communicatiebureau ingeschakeld. Dat bureau participeerde vanaf de conceptfase. Vanaf de eerste presentatie aan de gemeente tot en met de laatste verkoopactiviteit was er daarmee een duidelijk communicatietraject.”
Het proces werd op zeer professionele wijze gedaan
34
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
Het plan Spelerij, Proeverij, Zonnerij, Vrijerij... De Verwondering is een duurzaam en kindvriendelijk plan, op een thematische, bijna Efteling-achtige wijze gepresenteerd, waarin woningen, scholen, gemeentelijke en commerciële voorzieningen een plaats krijgen. Een van de harde voorwaarden was dat er een Kinderpad door de wijk zou lopen. Een veilig pad waarlangs kinderen naar scholen en voorzieningen kunnen. Jos Ensink: “We hebben ervoor gekozen de auto niet alleen uit de buurt van het Kinderpad, maar uit een zo groot mogelijk deel van het gebied te weren. Bezoekers parkeren aan de buitenkant van het gebied. Bewoners parkeren in binnenterreinen, hofjes die ontsloten zijn vanaf de buitenrand. De binnengebieden zijn autovrij. Ook de stedenbouwkundige structuur is vriendelijk: geen rechttoe, rechtaan straten maar meanderende straten en pleinen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Een wijk vol herkenbare plekken waar elementen, zoals zonnewijzers, lachspiegels, klokken en windmolens aan toegevoegd worden. De reservelocatie van een school wordt tijdelijk ingepland met vruchtdragende struiken en bomen. Ik denk dat dit plan voor Almere heel bijzonder is. Juist het uitschrijven van een tender leidt tot dit soort ideeën en zorgt voor toegevoegde waarde.”
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
35
Duurzaamheid Duurzaamheid is het grote thema in De Verwondering. In hoeverre is De Verwondering duurzaam? En hoe ingewikkeld is dat voor een bouwer? Duurzaamheid gaat niet alleen over zonnepanelen, over materialen, maar raakt ook aan sociale aspecten. “Duurzaamheid is de rode draad,” zegt Jos. “Wij hebben op alle fronten duurzaamheid ingebouwd. In het stedenbouwkundig plan, het Kinderpad, de waterhuishouding van de wijk, de inrichting van de openbare ruimte. En natuurlijk ook de woningen zelf. We leveren 280 woningen als ‘zonnewoning’ op. Die woningen voldoen aan het keurmerk Zonnewoning van het Wereld Natuurfonds. Wij hebben een mooie en diverse oplossing bedacht: de PV panelen zijn op vele huizen geïntegreerd, bijvoorbeeld als luifel. Duurzaamheid zit ook in het feit dat het beheer van de parkeerhofjes allemaal in een vereniging van eigenaren is uitgegeven. Er is dus ook een collectief belang.”
Minpuntjes Jos Ensink: “Een paar zaken zijn niet helemaal uit de verf gekomen. Een daarvan is de ontwikkeling van vier projecten in Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) die wij accommoderen in de wijk. Daar zitten nogal wat haken en ogen aan. Uiteindelijk zijn drie groepen afgevallen. Dat bracht de nodige problemen met zich mee. Toch zijn we er in goed overleg met de gemeente uitgekomen. Eén groep is wel succesvol en realiseert haar plan volgens de overall planning en stedenbouwkundige randvoorwaarden.”
TIPS 1. Stel als deelnemende partij bij inschrijving zo snel mogelijk een interdisciplinair team samen dat de bieding maakt. Hiermee is de kwaliteit en de integraliteit van het plan gebaat. 2. De opdrachtgever dient te zorgen voor een objectieve beoordeling van de ingezonden plannen tegen van te voren gestelde heldere criteria. 3. Heb van begin af aan aandacht voor de communicatie en presentatie van het plan aan consumenten. 4. De tendermethode prikkelt marktpartijen, daagt uit en leidt tot veel creativiteit.
Blij! “Al met al ben ik erg tevreden,” concludeert Jos. “Zo’n tenderprocedure heeft veel voordelen. Er ontstaat een bijzonder plan met een hoog kwaliteitsniveau dat haalbaar en realistisch is. De gemeente Almere is blij met het plan, wij zijn blij en de bewoners krijgen een superwijk.”
Koop en huur De Verwondering kent verschillende segmenten. Er komen starterswoningen, sociale huur en vrije sector huurwoningen. Een deel wordt via makelaars verkocht en de huurwoningen zijn van woningcorporatie Ymere. “De verkoop kwam traag op gang,” zegt Jos Ensink. “We zijn in november 2007 gestart met de gebiedspromotie en kort daarna kwam al de Zonnerij in de verkoop. Een ongelukkig moment. In die periode was er namelijk in het Topsportcentrum in Almere Poort ook een grote woningbeurs voor het Homeruskwartier. In feite concurreerden die gebieden met elkaar, waardoor er minder belangstelling was. Voor veel mensen bleek het Homeruskwartier toch te onzeker of te duur en toen begon de verkoop bij ons beter te lopen. Het werd een sneeuwbaleffect. We hebben meer dan 200 woningen in een jaar tijd verkocht. Super.”
200 woningen in een jaar tijd verkocht
36
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
37
Duurzaamheid ervaren
Inrichting Ontmoeting en beleving, veiligheid en aantrekkelijkheid zijn de sociale aspecten waarop gestuurd is in de wijk. Bijvoorbeeld door allerlei voorzieningen -scholen, winkels, bibliotheek, gezondheidscentrum, buurthuis- bij elkaar te zetten. In Columbuskwartier worden die verbonden door een kindvriendelijke, autovrije route waarlangs ook landschappelijk van alles te beleven valt, het Kinderpad. Sfeer, sociale cohesie, levendigheid in de wijk kun je niet bouwen. Randvoorwaarden scheppen kan wel, met als leidraad het besef dat alle facetten in de ontwikkeling van een wijk een organisch geheel moeten vormen. Pas dan kun je spreken over een goede basis voor een duurzame omgeving. Een omgeving waar mensen zich thuis voelen, zich betrokken voelen bij hun buurt en ook daadwerkelijk deelnemen aan activiteiten in de buurt. Columbuskwartier is ontwikkeld vanuit dit perspectief van sociale duurzaamheid.
38
Ook de inrichting van de openbare ruimte is een belangrijke factor voor sociale duurzaamheid. Daar is meer voor nodig dan minimaal groen of een verkeerstechnisch deugdelijk plan. Uitstraling door hoog kwalitatief groen en herkenbare plekken horen daarbij. De verschillende generaties en groepen bewoners moeten zich er thuis en veilig kunnen voelen en zich goed kunnen oriënteren.
Beleving Het Kinderpad wordt omgeven door educatieve en attractieve thema’s, genaamd de ‘Rijen’. Zo is er de Natuurrij, waarin natuur en water centraal staan, de Elementenrij, waar de vier elementen met speelwerktuigen worden uitgebeeld, de Zonnerij, waarin de zon de tijd wijst in de verharding van het plein en waar bij een ‘zonnepaal’ de gsm’s en iPods kunnen worden opgeladen. Maar ook de Spelerij, de Lacherij met echte lachspiegels, de Proeverij, een heemtuin met bessen, bramen en andere lekkernijen. Een windmolen zorgt voor permanent stromend water op straat. Bij regen veranderen de starten in beekjes doordat de huizen aan het Kinderpad de regenpijpen hebben afgekoppeld van het riool. De oppervlakkige afvoer gaat via holle wegen zonder molgoten. Om plasvorming en vervuiling van goten door verzakking te voorkomen, wordt het laagste deel van de waterafvoerende straat voorzien van een strook infiltratiestraatwerk, waarin de laatste druppel regenwater wegzakt.
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
Rond het Kinderpad komt alles samen en wordt alles zichtbaar Verbinding Rond het Kinderpad komt eigenlijk alles samen en wordt alles zichtbaar. Spel en plezier, natuurbeleving en educatie, ontmoeting met andere wijkbewoners en persoonlijke verbinding met de leefomgeving. Het Kinderpad is een goed voorbeeld van hoe alles met alles te maken heeft, van het metakarakter van het begrip duurzaamheid.
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
39
4. De slag naar de uitvoering De start bouw van De Verwondering was ook de start van de realisatie van Columbuskwartier. De zandvlakte in Almere Poort transformeerde in een gaandeweg versnellend tempo in een gebied met vele staande bouwwerken. Papieren plannen werden realiteit. Om de duurzaamheidsambities ook in deze fase overeind te houden, moest de vinger aan de pols worden gehouden. Ondanks al het voorbereidend werk was het zeker nog geen gelopen race. Regelmatig leek een deel van de ambitie losgelaten te worden. Voortdurende dialoog en creativiteit bleken noodzakelijke randvoorwaarden voor succes. 40
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
Het wel en wee van Brussel Al sinds de planontwikkelingsfase vervulde de Europese subsidie een ambivalente functie. Enerzijds betekende deze een stimulans voor het hoog houden van de duurzaamheidsambitie en een erkenning van Columbuskwartier als showcase. Anderzijds leverde het traject veelvuldig hoofdbrekens op, bijvoorbeeld bij de afstemming van de Brusselse randvoorwaarden en condities op de Almeerse praktijk. Het subsidieprogramma Concerto bleek ook voor Brussel een ontdekkingstocht. Daar kwam bij dat de verwachting van de betrokkenen bij het project voornamelijk gericht was op de financiële component, de subsidie als de pot met geld. Gaandeweg bleek de financiële ondersteuning in netto Euro’s per woning echter gering. Daar stond tegenover dat het volledige certificeringstraject van de Zonnewoningen met behulp van de Europese subsidie werd gefaciliteerd, waardoor de kosten voor de ontwikkelaar sterk werden gereduceerd. Duidelijk werd dat het realiseren van een goede mate van wederkerigheid de nodige voeten in de aarde had. Dat gold ook voor een goede interne aanhaking. De inbedding van het project cRRescendo in de organisatie en de beschikbare gemeentelijke capaciteit voor de coördinatie kwam sterk onder druk te staan door het vertrek van sleutelspelers. Dit leidde tot discontinuïteit. Eens te meer bleek weer hoe afhankelijk projecten zijn van personen. Meten is weten Het voldoen aan de gemaakte afspraken was natuurlijk niet alleen vanuit het Europees perspectief van belang. Sterker nog, de lokale afspraken zoals vastgelegd in de verschillende contracten waren leidend voor de realisatie van een duurzame wijk. Alle afspraken op het vlak van de realisatie van woningen onder collectief particulier opdrachtgeverschap, sociale huur en koop, bijzondere voorzieningen in de openbare ruimte, parkeren in de wijk bepaalden mede de uiteindelijke duurzame kwaliteit van de wijk. De afspraken inzake duurzaam bouwen en wonen namen binnen de prestatiegerichte afspraken een bijzondere positie in. De verkregen Europese en nationale subsidies leidden tot twee woningbouwconcepten, de Zonnewoning en het Passiefhuis. Het nationale Certificaat Zonnewoning vormde de basis voor de onderling gemaakte afspraken en bood een duidelijk kader voor uitvoering. De rol van de gemeente kon, op het gebied van vergunningverlening en handhaving, beperkt blijven door de verplicht extern uit te voeren toetsmomenten ter verkrijging van het certificaat. Dat sloot goed aan bij de te gering beschikbare capaciteit (kennis en middelen op het gebied van duurzaam bouwen en vergunningverlening en handhaving) bij de gemeente. Voor het Passiefhuis ontbrak echter de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
41
42
een dergelijk Nederlands kader en diende op basis van de Duitse normeringen een vertaalslag gemaakt te worden naar de Nederlandse praktijk.
de zonnepanelen omgezet naar een privaat eigendom voor de bewoners. Alleen de bijkomende CO2-rechten bleven eigendom van Nuon.
De prestatie-eisen vanuit het Manifest Nieuw Flevolands Peil (NFP) waren ten tijde van de aanbesteding en contractering nog in ontwikkeling. Dat betekende dat tijdens het project in onderling overleg bepaald werd op welke wijze voldaan kon worden aan deze afspraak. Ondertussen werd binnen regionaal verband gewerkt aan de ontwikkeling van een instrument ‘Kwaliteit naar NFP’. In samenspraak met bouwers, vertegenwoordigers van bewoners en medewerkers van overheden werden de acht kwaliteitsthema’s van het NFP uitgewerkt in (redelijk eenvoudig) meetbare kwaliteitsaspecten van een woning. Dit was een belangrijke stap naar een breed duurzaam-wonen-instrument, dat bovendien begrijpelijk is voor de consument.
Al met al vormde dit een sterk vertrekpunt voor grootschalige toepassing van zonnepanelen. De slag naar een succesvolle uitvoering was daarmee echter nog niet gezet. Veelvuldig overleg was nodig over technische specificaties en een tijdige integratie van voorzieningen in de bouw als loze leidingen voor het doortrekken van kabels naar de meterkast. Omdat de markt van zonnepanelen sterk in beweging was, bleef het lang onzeker welk type uiteindelijk beschikbaar gesteld zou worden in de wijk. Dit bemoeilijkte het maken van de architectonische integratie en vroeg extra flexibiliteit en creativiteit van de ontwerpers. Desondanks zijn in de wijk verschillende bijzondere toepassingsvormen tot stand gekomen.
Verleiden en verbinden Het begrijpelijk maken van het begrip duurzaamheid voor bewoners was natuurlijk tijdens alle fasen van de ontwikkeling een belangrijk aandachtspunt. Dit gold in het bijzonder voor de woningen die onder collectief particulier opdrachtgeverschap ontwikkeld werden. Bij de start van de gebiedspromotie en verkoop van de eerste woningen in De Verwondering (november 2007) moest de brug naar alle potentiële bewoners voor de wijk gebouwd worden.
Inpassen innovatie Ontwikkelaar BAM had zichzelf met het Passiefhuis-concept ten doel gesteld om nieuwe technologie in een bestaand stramien te integreren en dit grootschalig op de markt te implementeren. Het Passiefhuis werd als concept binnen het bestaande W&R concept gebracht, waarin via een gestandaardiseerd proces een grote variatie aan woningen gebouwd kon worden. Een succesvolle inpassing in het Columbuskwartier zou zo een versnelling in de reguliere bouw kunnen bewerkstelligen.
Opnieuw was het zoeken naar de juiste toon en vorm. Hoe laat het begrip duurzaamheid zich het beste vertellen? Wat wordt begrepen en wat niet? Gaat het om CO2-reductie of om lagere woonlasten? Zijn kindvriendelijkheid en speelsheid meer doorslaggevend? De ontwikkelaar TBI nam zelf het voortouw met een promotiecampagne die sterk op verbeelding gericht was. De naam van de wijk, De Verwondering, vormt daarvoor een bewijs. De bijzondere elementen van de wijk werden benadrukt en goed verbeeld. Dit had succes. Consumenten ontdekten De Verwondering snel. In een jaar tijd werden meer dan 200 woningen verkocht, sneller dan omliggende wijken.
Deze innovatie werd voortvarend ter hand genomen als gevolg van extra ondersteuning vanuit het EOS Demo-programma. Nadat de technische en inhoudelijke hobbels waren genomen, bleek de financiële barrière keer op keer lastig. Dit werd versterkt door de keuze van de ontwikkelaar om de Passiefhuizen in de goedkope sector te realiseren. In dit segment zijn de marges laag en onrendabele toppen niet ongebruikelijk. Het was daarom noodzakelijk dat alle partijen – bouwer, woningbouwcorporatie en gemeente – bereid waren extra te investeren in deze woningen en dat gebeurde ook. Met de zware financiële crisis in 2008/2009 kreeg het project echter opnieuw te maken met inpassingsproblemen.
Energierijke wijk In de verkoop van de Zonnewoningen moest ook het eigendom van de zonnepanelen worden meegenomen. Dit duurzame energiesysteem was via een bijzondere contractuele constructie gekoppeld aan Columbuskwartier. Het na de energie-aanbesteding tussen de gemeente en Nuon overeengekomen energiecontract bevatte als extraatje de realisatie van ruim 0,6 Megawatt zonne-energie in Almere Poort. Op initiatief van de duurzaamheidsadviseur werd dit volledig toegewezen aan Columbuskwartier. Bovendien werd het publieke eigendom van
De kans dat naast de Zonnewoning toch nog een ander bijzonder concept gerealiseerd zal worden, is alsnog groot. In het zuidelijk deel van de wijk voorziet het plan van TBI bouwgroep-Johan Matser in een zogenaamde ‘special’. Gelegen bij de entree van de wijk zal deze woon-werk woning een markant punt vormen, zichtbaar duurzaam. Meerdere malen heeft dit initiatief van de ontwikkelaar aan een zijden draadje gehangen, maar dankzij de vasthoudendheid van alle partijen gaat hij er toch komen.
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
43
“Architectuur bepaalt sfeer en ontmoeting in de wijk” Ook voor architect Han van Zwieten vormde het ontwerpen van woningen voor De Verwondering een uitdaging. Hij werd al vroeg betrokken door TBI, en maakte vanaf het begin deel uit van het projectteam dat werkte aan de tenderopdracht. “Al sinds het begin van de jaren negentig werken wij als architectenbureau met PV-panelen oftewel zonne-energie. Binnen Nederland zijn we daarin specialist. Dat was een belangrijke reden om ons er bij te betrekken.”
interview
Architectuur schept sfeer “Ik vond de opgave voor het Columbuskwartier meteen een hele interessante,” zegt Han van Zwieten enthousiast. “Enerzijds omdat het ging om het grote aantal van 280 Zonnewoningen. Anderzijds vanwege de stedenbouwkundige en architectonische opgave om een centrale, kindvriendelijke en veilige route te ontwerpen die door de hele wijk heen loopt langs de woningen, scholen en voorzieningen: het Kinderpad. Daar zijn we samen met de stedenbouwer heel goed in geslaagd. Ik ben er echt trots op. De route heeft een grillig verloop en is veel speelser dan de rechte straten die zo kenmerkend zijn voor Almere. De grilligheid maakt het levendig, prettig. De afwezigheid van auto’s schept veiligheid en een sfeer van vriendelijkheid. Het Kinderpad is niet alleen een wandelroute en fietsroute voor kleine kinderen, maar ook een belangrijke centrale woonstraat met veel mogelijkheden voor sociale contacten, ontmoeting tussen kinderen en volwassenen.
Han van Zwieten
De grilligheid van de route
We hebben allerlei architectonische elementen bedacht die bijdragen aan de sfeer en contactmogelijkheden. Bijna geen woning is hetzelfde. We hebben in de materialen zoals de bakstenen (uit Nederland dus niet van ver…), de kozijnen en de dakpannen veel kleur en variatie aangebracht. Datzelfde geldt voor de straatstenen in de route.”
44
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
maakt het levendig, prettig
|
45
De straat is van iedereen “Veel woningen hebben portiekjes of veranda’s op het niveau van het Kinderpad,” zegt van Zwieten. “Voor kinderen is het eenvoudig je fiets of step even ergens bij een huis neer te zetten en te gaan spelen. Volwassenen zullen snel buiten gaan zitten op hun veranda, onder hun dakoverstek of luifel die van zonnepanelen is gemaakt. Grote keukenramen zorgen voor optimaal contact met de straat. Ik ben er van overtuigd, dat het langs het kinderpad op veel uren van de dag levendig zal zijn!”
Ambitie om PV op een architectonische manier te integreren
Zachte ontwerpvormen zoals halfronde daken bepalen het beeld van de woningen langs het pad en aan de Singel. De woonblokken vormen met hun afgeronde daken een soort treintje met verschillende wagons die zich verwijden of versmallen. Een groot aantal kozijnen heeft een brede omlijsting, ook dat draagt in belangrijke mate bij aan de variëteit in het straatbeeld.
Voor het verkrijgen van het certificaat Zonnewoning en de daarbij behorende subsidie voor de 280 woningen hebben we nog wel flink onze overtuigingskracht moeten inzetten. Volgens de landelijke criteria moesten de PV Panelen een bepaalde hellingshoek hebben. Wij vonden dat niet nodig, maar hebben heel zorgvuldig moeten aantonen waarom niet. Uiteindelijk hebben we gelijk gekregen en heeft men de regels voor certificering als gevolg hiervan aangepast.” Strooistenen door kinderen ontworpen Heel trots is Van Zwieten op de ‘strooistenen’, ontworpen door kinderen van basisschool de Droomtuin. “Van klei hebben de kinderen stenen gemaakt met tekeningen er in. In elke woning langs het Kinderpad zijn er wel een paar verwerkt, op ooghoogte van de kinderen. Heel speels en leuk om te ontdekken.”
Van Zwieten: “Op de hoeken van huizenblokken hebben we woningen geplaatst die net even anders zijn, zodat ook daardoor de straat er heel gevarieerd uitziet en er herkenningspunten zijn. Deze woningen zijn met drie verdiepingen ook iets groter en de extra ruimte maakt werken aan huis mogelijk met zicht op de straat. Heel leuk is ook dat de regengoten op speelse wijze aflopen vanaf de daken en dat je het water op straat in de goot ziet kletteren. Ongetwijfeld gaat dit veel waterpret opleveren voor de kinderen.” Zonnepanelen De specialisatie van Van Zwieten is de toepassing van zonnepanelen. “Ons bureau heeft de ambitie om PV op een architectonisch mooie manier te integreren. Dat kan echt heel hoogwaardig. In feite komt het er op neer, dat waar je ontwerpt met glas, dat ook PV panelen kunnen zijn. Veel mensen denken dat je alleen optimaal de zon vangt als de panelen op platte daken of direct op het zuiden zijn gericht. In het Columbuskwartier passen we PV toe op de daken, maar ook in de gevels. De situering van de gevels op het zuiden is geen dogma. De woningen hebben ieder minimaal 10 vierkante meter PV-panelen. Daarmee wek je 1000 Kilowatt per uur aan electriciteit op. Bij de woningen langs de Singel is dat meer, namelijk 20 vierkante meter. Deze krijgen aan de tuinzijde grote glasgevels geheel van PV-panelen. In deze omvang per woning is dit nog niet eerder vertoond in ons land.
46
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
Leven van de zon en de wind Er is nog één woning te bouwen waarvoor een bijzondere plek is gereserveerd, bij de enige toegangsweg tot de wijk voor auto’s. “Dit wordt hét icoon voor de wijk. Een volledig klimaatneutrale woning aan de zuidkant van de strook Singelwoningen. Te realiseren door TBI in samenwerking met woningcorporatie Ymere. Ik denk dat het een eyecatcher wordt, een modelwoning die ook als zodanig een aantal jaren gebruikt gaat worden.
Het zou voor ons het meest vergaande energiezuinige project zijn
We gaan hier in totaal 70 vierkante meter PV-panelen aanbrengen: 50 vierkante meter rode PV op de gevel en 20 vierkante meter op het dak. Ook komen op het dak twee windmolentjes. De bewoners gaan leven van zon en wind. In totaal levert de woning 7.000 kilowatt per uur op. Het zou voor ons het meest vergaande energiezuinige project zijn en ik hoop dat we de woning op afzienbare termijn mogen realiseren!”
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
47
Duurzame woningconcepten
Zonnewoningen Een Zonnewoning is een woning die gecertificeerd is op basis van een aantal heldere criteria op het gebied van de bouwkundige kenmerken en het gebruik van milieuvriendelijke materialen. Daardoor is de Zonnewoning energiezuiniger, comfortabeler en duurzamer dan de meeste andere moderne woningen. De energiezuinigheid wordt bereikt doordat minimaal twee vormen
Columbuskwartier is straks dé energierijke wijk van Almere. Een wijk bomvol energie. De energie van de zon speelt daarbij een hoofdrol. Het opvangen van direct zonlicht voorziet in warmte en stroom voor een aanzienlijk deel van de behoefte van de bewoners. Verschillende toepassingen van zonne-energie zijn op een aantrekkelijke wijze verwerkt in de woningen en de openbare ruimte. 48
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
van duurzame energietechnieken zijn toegepast, zoals zonnepanelen, een zonneboiler voor warm tapwater, een warmtepomp en gebruik van passieve zonne-energie. De woningen moeten een energieprestatie hebben van minimaal 15% lager dan gesteld in het vigerende Bouwbesluit. Dit garandeert dat zeer goede isolatie is toegepast, ventilatie en klimaatbeheersing optimaal op elkaar zijn afgestemd en de lucht in het huis goed wordt ververst met behoud van energie.
Tenslotte moet het Nationaal Pakket Duurzame Woningbouw worden toegepast bij het ontwerp en opmaken van de bestekken, dit leidt tot het gebruik van duurzame(re) materialen en technieken.
De Zonnewoning draagt bij aan het wooncomfort, doordat de huizen op het zuiden zijn georiënteerd en via grote ramen veel licht invalt. Een goede isolatie in combinatie met een slim ventilatiesysteem zorgen voor een constant en behaaglijk klimaat.Voor de bouw van het huis worden milieuvriendelijke materialen toegepast. Er mag alleen gecertificeerd hout uit duurzaam beheerde bossen in het huis worden verwerkt.
Voor meer informatie zie de website: www.zonnewoning.nl
Door het hele land worden er Zonnewoningen gebouwd of ontwikkeld. Columbuskwartier is de eerste wijk in Nederland waar dit duurzame woningconcept op grote schaal (in totaal ruim 400 woningen) is toegepast.
Passiefhuis Passief Bouwen is een bouwconcept waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de zon. De term Passiefhuis staat voor een specifieke bouwstandaard voor woningen met een gezond en comfortabel binnenklimaat, gedurende zowel het zomer- als het winterseizoen, met een beperkt verwarmingssysteem en zonder de toepassing van actieve koeling. Dit houdt een zeer goede thermische isolatie en een zeer goede lucht-kierdichting van de constructie in, terwijl men verzekerd is van een goed binnenklimaat door gebalanceerde ventilatie met een hoge mate van warmteterugwinning. Duurzame energiebronnen worden ingezet om aan de resterende energiebehoefte te voldoen. Vergelijking van een gemiddelde nieuwe woning volgens het Passiefhuis concept levert een energiebesparing op van tenminste 80% voor klimatisering.
In Europa is de Passiefhuistechnologie reeds goed bekend. In Duitsland, Oostenrijk, Zweden, België, Frankrijk en Midden-Europese landen is het Passiefhuis succesvol gerealiseerd. In Nederland is er nog geen grootschalige toepassing van dit concept. Het concept leent zich hier echter uitstekend voor. Columbuskwartier kan de wijk zijn die ook voor dit concept bijdraagt aan een schaalsprong qua toepassing in de praktijk. Nieuw en innovatief aan het onderhavige project is dat het Passiefhuis wordt gebruikt als een concept voor het bouwen van woningen op grote schaal (100 woningen) volgens een eigen op te stellen kwaliteitsprofiel, gecombineerd met een grote mate van duurzaamheid en CO2-reductie. Voor meer informatie zie de website: www.passiefbouwen.nl en www.passiefhuis.nl
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
49
“Een goed gevoel woning” Madeleine van Rijn is Hoofd Nieuwbouw bij Van Westrhenen Woningmakelaardij in Almere en was nauw betrokken bij de verkoop van ‘De Verwondering’ in het Columbuskwartier. Ze was vanaf dag één enthousiast. De eerste woningen zijn inmiddels opgeleverd. Wat waren voor haar als makelaar de verschillen met de verkoop van een regulier project? “Toen ik de eerste tekeningen zag, was ik direct enthousiast” vertelt Madeleine. “De speelsheid van de wijk, de stedenbouwkundige opzet. De gezelligheid straalde er vanaf. Dit wil ik verkopen, dacht ik. Ik was overtuigd van het commerciële succes. Wat het voor mij extra interessant maakte, was het aspect maatschappelijk verantwoord ondernemen. Makelaardij is een commercieel vak, maatschappelijk verantwoord werken voegt echt iets toe. Het plan is een goede mix, er is voor ieder wat wils: sociale huur en koop, starterswoningen voor jongeren, woningen voor minder validen, vrije sectorwoningen en maatschappelijke voorzieningen zoals scholen. Het klopt allemaal. En als ik enthousiast ben, breng ik dat over op potentiële kopers.”
interview Madeleine van Rijn
Duurzaamheid vraagt goede communicatie “Consumenten kiezen niet specifiek voor deze wijk vanwege de duurzaamheid,” vertelt Madeleine. “De consument weet er eigenlijk nog te weinig van, we hebben echt nog een slag te slaan. Goede communicatie is cruciaal. Je moet mensen goed uitleggen wat duurzaamheid betekent. Uitleg geven over het stedenbouwkundig plan, het gezamenlijk beheer, het materiaalgebruik en de zonnepanelen. In feite kopen mensen een ‘goed gevoel woning’ waarbij ook nog eens 15% bespaard kan worden op het energieverbruik. Mensen vinden dat dan uiteindelijk een toch wel een mooie bijkomstigheid: het is een huis en een wijk waar ze mee voor de dag kunnen komen.“
Er is voor ieder wat wils
Onbekend maakt niet onbemind Bijna alle woningen in De Verwondering worden voorzien van zonnepanelen om elektriciteit op te wekken; voor verreweg de meeste consumenten een ver van m’n bed fenomeen. Kopers in De Verwondering zijn verplicht de zonnepanelen tien jaar lang te gebruiken voor het opwekken van elektriciteit. Maakt onbekend ook onbemind?
50
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
51
Madeleine van Rijn vindt van niet, mits je een glashelder verhaal hebt. “Over het algemeen vinden mensen de zonnepanelen mooi ingepast in de architectuur. Ze vinden het ook prima voor het milieu, maar twijfelen soms of ze er persoonlijk niet teveel last van hebben. Of mensen zijn bang dat de panelen makkelijk beschadigd raken. Doordat het verhaal over de zonnepanelen door TBI uitstekend voorbereid is, kan ik het goed aan de klant uitleggen. Kopers krijgen een contract waar alle ins en outs duidelijk in staan. Bovendien geeft de Nuon een garantie van tien jaar op de zonnepanelen. Als dat niet zo was geweest, was de aarzeling bij kopers misschien groter geweest. Dankzij het goede verhaal en de garantie hebben mensen er vertrouwen in.”
Eigen beheer Kopers krijgen de parkeerhofjes in eigen beheer volgens het appartementsrecht. Bezoekers parkeren aan de buitenkant van de hoven, de bewoners hebben een plek in het parkeerhof of parkeren op eigen terrein. De kosten daarvoor worden navenant verdeeld en het onderhoud voor de hof wordt uitbesteed. Madeleine: “Het wonen is verkeersluw, dat is prettig en draagt bij aan het groene, kindvriendelijke karakter. Ook voor een dergelijke stedenbouwkundige en juridische constructie geldt dat mensen het prima vinden als je maar goed kunt uitleggen hoe het zit.” Concurrerende gebieden? Vlak voor dat het Columbuskwartier in de verkoop ging, organiseerde de gemeente Almere een grote beurs voor de verkoop van projecten in mede-opdrachtgeverschap in het nabijgelegen Homeruskwartier. Werd daarmee een soort concurrentie tussen de gebieden bewerkstelligd? “Dat is niet onze ervaring,” zegt Madeleine van Rijn. “Integendeel zelfs. Voor het project ‘De Verwondering’ was het juist positief. Ik was zelf actief op de beurs voor het Homeruskwartier. Mijn ervaring daar was dat de consument het mede-opdrachtgeverschap toch te onduidelijk vindt. Het gros van de consumenten is daar gewoon nog niet aan toe. Het succes van de Verwondering is deels misschien wel daaraan te danken. Het was een verademing voor consumenten dat er ook een duidelijk project was, met voor ieder wat wils. Dat blijkt wel, want negen maanden later werden de eerste woningen opgeleverd en was de Verwondering praktisch uitverkocht.”
Certificaat De Zonnewoningen hebben het Wereld Natuurfonds kenmerk. Dat feit kan meer als asset gebruikt worden, vindt Madeleine van Rijn. “Met de wijsheid achteraf denk ik dat het goed geweest zou zijn als kopers bij het tekenen van de koop-aannemingsovereenkomst een certificaat zouden krijgen met daarop de vermelding dat de woning een Wereld Natuurfonds kenmerk heeft. Het technische deel was wel duidelijk, maar zo’n certificaat representeert meer het gevoel er achter, dan gaat het meer leven.”
Dankzij het goede verhaal en de garantie hebben mensen er
TIPS 1. Duurzaamheid vraagt goede communicatie, zorg dat je een glashelder verhaal hebt. 2. Benut de emotionele waarde van duurzaamheid.
vertrouwen in
52
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
53
Duurzaam leven “Je merkt het alleen aan je energierekening” drie stellen van vrienden die ook naar Poort gaan. Bovendien wonen de oma’s er vlakbij en is het dichterbij Amsterdam. Kortom een ideale locatie voor ons. Vorig jaar zijn we ook naar de beurs geweest over het Homeruskwartier, we wilden daar ook op een project inschrijven maar dat kwam niet goed van de grond. We vonden het ook wat te experimenteel, het was onduidelijk. Toen zijn we verder gaan kijken en kwamen uit op De Verwondering in Columbuskwartier.”
woon buiten kunnen spelen. Het parkeren gebeurt buiten de hof. Ook het Kinderpad dat naar school loopt vind ik een geweldig idee.“
Als alles naar wens verloopt, viert de familie Coppens uit Almere kerst 2009 in hun nieuwe huis in het Columbuskwartier. De familie woont momenteel nog in de wijk Tussen de Vaarten, maar kijkt erg uit naar de verhuizing.
De familie Coppens was niet heel gericht op zoek naar een ander huis, maar volgde de ontwikkelingen in Almere Poort wel met een meer dan gemiddelde belangstelling. Sidney Coppens: “We hebben
“Het kindvriendelijke van de wijk spreekt ons heel erg aan,” zegt Sidney Coppens. “Ik vind het geweldig dat de kinderen ge-
54
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
“Voor ons was het belangrijk dat het een duurzaam huis is,” zegt Sidney. “Je hoort zoveel over klimaatverandering en vervuiling. Dit telde zwaar mee in de beslissing. Bovendien vinden we de manier waarop de zonnepanelen in de gevel verwerkt zijn, erg mooi. Ik heb eerder in een zonne-energie huis gewoond. Je merkt er helemaal niks van, behalve in je energierekening natuurlijk!”
“Een vitale wijk, tot in lengte van jaren” Woningcorporatie Ymere is partner geworden van TBI toen de tender gewonnen bleek. Directeur projectontwikkeling Joop Baars: “Wij stapten in de zomer van 2007 in en zijn voor de helft van het project risicodragend ontwikkelaar. Belangrijk voor ons is dat 30% van de woningen binnen de sociale huur valt. Maar sowieso ben ik erg enthousiast over de wijk. Er is een ruime variatie aan woningtypes en prijsklassen. Tegelijkertijd is er samenhang, het stedenbouwkundig plan is gewoon goed. De schaal van de wijk is prettig, het is een menselijke maat, biedt een bepaalde knusheid. Mensen zullen zich hier goed voelen, snel contacten maken. Bijvoorbeeld op het autovrije Kinderpad langs de woningen, of bij een van de goed bereikbare voorzieningen. Eigenlijk is alles aanwezig – scholen, kinderopvang, gezondheidscentrum, een sportzaal… alleen de buurtsuper ontbreekt nog! Iedereen zal voordeel hebben van de lage woonlasten in de Zonnewoningen… En de kwaliteit van materialisering is hoog, zowel van de woningen als de
openbare ruimte. Kortom, het zijn dé kenmerken voor een vitale wijk, tot in lengte van jaren. Hier wordt het echt heel fijn wonen! Deze wijk past Ymere daarom ook heel goed. Als corporatie investeren wij niet alleen in stenen, maar vooral ook in mensen, in leefbaarheid van wijken, versterking van de sociale cohesie en in het activeren van mensen om zelf daaraan mee te werken.”
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
55
5. Manifest voor duurzame ontwikkeling De Almere Principles vormen de leidende, richtinggevende en inspirerende
uitgangspunten
voor
Almere, nu en in de toekomst. Zij
DuurzaamheidsLab Almere Het is van belang om de Almere Principles te vertalen naar aantoonbaar effectieve activiteiten; pas dan krijgen de Principles concreet betekenis. Een succesvolle toepassing zal een impuls voor de hele stad Almere en de regio betekenen. Voor de uitwerking van de Almere Principles bestaat echter geen vooraf omschreven en vastomlijnde aanpak, het betreft hier de start van een beweging. Het ‘brein’ van het duurzaamheidsstreven van Almere wordt het DuurzaamheidsLab Almere (DLab), met als uitdrukkelijk doel dat dit een (inter)nationaal laboratorium wordt. Hierin zullen kennis en inzichten worden verzameld en een geheugen opgebouwd. Vanuit het DLab ontstaat een netwerk van overheid, deskundigen, bedrijven en burgers. Hier worden nieuwe ideeën gestimuleerd, uiteenlopende disciplines en opvattingen bij elkaar gebracht en theorie en praktijk met elkaar verbonden.
zijn ontstaan tegen de achtergrond van de groeiplannen van Almere. De gemeente heeft met rijk en regio afgesproken dat de stad zal verdubbelen in inwoneraantal - 350.000 inwoners in 2030 - en dat er 60.000 nieuwe
woningen
en
100.000
Van denken naar doen Het ondersteunen van de noodzakelijke stap naar de praktijk, van denken naar doen, vormt een van de drie werklijnen. Zo initieert het DLab verdiepingsonderzoeken bijvoorbeeld op het vlak van toepassingsmogelijkheden van elektrisch vervoer, duurzame energieproductie, technische en biologische kringlopen, decentrale waterzuivering, maar tevens van duurzame financieringsmodellen. Het praktisch maken van de Almere Principles wordt verder gestimuleerd met het opstarten van concrete pilotprojecten, waaronder ‘Proeftuin Agromere’ dat gericht is op kansen voor grootschalige toepassing van stadslandbouw. Concretisering op korte termijn vindt plaats door beïnvloeding van lopende ‘reguliere’ projecten, zoals het Cascadepark in Almere Poort, bedrijventerrein Stichtsekant en de planontwikkeling van de sociaal duurzame wijk Almere Hout Noord. Kortom, een mix gericht op lange - en korte termijn.
Op 29 oktober 2007 tekenden Jacqueline Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, en Adri Duivesteijn, wethouder Duurzame en Evenwichtige Ruimtelijke Ontwikkeling, een contract in het kader van het Urgentieprogramma Randstad. Het contract bevat afspraken over de Schaalsprong die Almere de komende decennia gaat maken met als uitgangspunt dat dit in alle opzichten een duurzame ontwikkeling wordt.
extra arbeidsplaatsen zullen worden gerealiseerd. Deze ‘Schaalsprong Almere 2030’ dient op een duurzame wijze te gebeuren, vinden gemeente en rijk. 56
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
57
Principles Proof De Almere Principles gelden niet alleen voor de Schaalsprong, maar ook voor de reguliere werkzaamheden binnen de gemeente Almere. De gemeente zelf moet ‘Principles Proof’ worden. Zij moeten doorwerken in de gedachten, de plannen en de praktijk van al die mensen die bij Almere betrokken zijn, binnen de eigen organisatie van de gemeente Almere, en daarbuiten. Dit vergt een aanzienlijke inspanning binnen de gemeentelijke organisatie, naast de inzet die men nu al pleegt. De stap van incidentele naar inherente duurzaamheid is namelijk niet zomaar gemaakt. Teneinde tot echte innovatie te kunnen komen is het nodig een omslag te maken naar ontwikkelingsgericht werken met structurele aandacht voor kennis- en competentieontwikkeling. Dat is ook de reden dat in het werkplan expliciet aandacht is opgenomen voor proces en organisatie. Een van de drie werklijnen, het ‘Almere Principles Proof maken van de gemeentelijke organisatie’, is daar speciaal op gericht. Doel is het substantieel vergroten van het aandeel ambtenaren dat gemotiveerd en bekwaam is om de Almere Principles in praktijk toe te passen. Delen en vermenigvuldigen De Almere Principles leveren sinds de presentatie in april 2008 hun bijdrage in het gesprek over de toekomst van Almere. De dialoog sindsdien heeft geleerd dat de Almere Principles bestaansrecht hebben als manifest voor duurzaamheid. Het terugkoppelen van ervaringen, kansen en belemmeringen, initiatieven en concrete resultaten zal bijdragen aan het levend houden van de dialoog en aan de blijvende effecten van de Almere Principles. Aanhaking en inbedding op regionaal en (inter)nationaal niveau is gewenst om meer innovatiekracht rond bepaalde thema’s te kunnen losmaken en om de doorwerking naar de BV Nederland te helpen organiseren. Bij een insteek in samenwerking met o.a. een cluster van grootschalige gebiedsontwikkelingen, zoals Greenport Venlo, Haarlemmermeer en Stadshavens Rotterdam kan mogelijk zelfs sprake zijn van een economische innovatie. Het DLab zal ter ondersteuning hiervan de vorderingen en leerervaringen, de ‘Almere Principles Portfolio’, uitdragen via symposia, publicaties en tentoonstellingen.
“Het Rijk en Almere hebben gezamenlijk de ambitie om de thema’s duurzaamheid en ecologie als leidende en richtinggevende principes in de stedelijke ontwikkeling te hanteren. Deze principes worden ingezet op alle onderdelen van de Schaalsprong Almere 2030 en vertaald in de ontwerpmethodiek. Hierbij wordt ingezet op het duurzaamheidsprincipe “Cradle to Cradle” en de biodiversiteit in het stedelijk groen (“ecologische stad”). Deze thema’s worden bepalend voor de eigen identiteit van Almere met bijbehorende aantrekkelijke woon-, werk- en leefmilieus.”
De Almere Principles Voor een ecologisch, sociaal en economisch duurzame toekomst van Almere 2030 Almere, de nieuwe stad die dertig jaar geleden werd ontworpen op uit zee gewonnen land, zal in 2030 leefbaar en gezond zijn. Ze zal zichzelf aanhoudend vernieuwen en omvormen en daarmee de kwaliteiten van haar meerkernige opbouw en haar omgeving versterken. Almere zal een vitale gemeenschap zijn met een rijke verscheidenheid aan woon- en werkmogelijkheden, in een weldadige overvloed van ruimte, water, natuur en cultuurlandschappen die door de tijd heen kunnen groeien en veranderen. De Almere Principles zijn bedoeld als inspirerend richtsnoer voor iedereen die in de komende decennia betrokken is bij het doorontwerpen van Almere tot een duurzame stad. De verwerkelijking van deze visie is een cultuurdaad, en de uitdrukking van een optimistische benadering van de toekomst. 1 Koester diversiteit Om de stad te verrijken, erkennen wij diversiteit als een bepalend kenmerk van robuuste ecologische, sociale en economische systemen. Door op ieder terrein diversiteit te waarderen en aan te moedigen, zal Almere gedijen als een stad die rijk is aan variatie. 2 Verbind plaats en context Om de stad te verbinden, zullen wij haar identiteit verankeren en versterken. De stad zal vanuit eigen kracht en tot wederzijds voordeel actieve relaties onderhouden met de haar omringende gemeenschappen in breedste zin. 3 Combineer stad en natuur Om de stad betekenis te geven, zullen wij bewust streven naar unieke en bestendige combinaties van het stedelijke en het natuurlijke weefsel, en naar een verhoogd besef van de menselijke verbondenheid met de natuur.
Jacqueline Cramer, Minister VROM: “Het zal erop aan komen de principes in de praktijk te brengen en mee te laten wegen in de Schaalsprong van Almere. De uitdaging is om de cradle-to-cradle methode concreet toe te passen op alle schaalniveaus van regio, stad, wijk en gebouwen, en op de veelvormige relatie tussen land en water. Bij alle concrete uitwerkingen fungeren de Almere Principles als ijkmaat. Ik steun de ambities van Almere van harte. Omdat we geen van allen nog precies weten hoe een duurzame Schaalsprong van deze omvang er in de praktijk uitziet – Almere is uniek! – verdient Almere ruimte om te experimenteren.”
4 Anticipeer op verandering Om op de evolutie van de stad voort te bouwen, zullen wij een ruime mate van flexibiliteit en aanpasbaarheid in onze plannen en programma’s opnemen, en daarmee onvoorspelbare kansen voor toekomstige generaties mogelijk helpen maken. 5 Blijf innoveren Om de stad vooruit te brengen, zullen wij nieuwe en verbeterde processen, technologieën en infrastructuren aanmoedigen en experimenten en kennisuitwisseling ondersteunen. 6 Ontwerp gezonde systemen Om de stad te verduurzamen, zullen wij in onze stedelijke systemen ‘cradle to cradle’-oplossingen benutten, in het besef van de onderlinge afhankelijkheid van ecologische, sociale en economische gezondheid op ieder schaalniveau. 7 Mensen maken de stad Vanuit de erkenning dat burgers de drijvende kracht zijn in het maken, behouden en verduurzamen van de stad, ondersteunen wij hun streven om hun unieke mogelijkheden te verwezenlijken, met bezieling en waardigheid. De woorden van de Almere Principles zullen tot leven komen en betekenis krijgen door menselijk handelen, en door hen op elk niveau als beginsel te nemen van ieder ontwerp voor de stad als geheel.
58
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
59
“Almere completer, mooier en leefbaarder maken” “De stad als geheel moet beter worden van de groei. We willen een duurzame ontwikkeling in de meest brede zin van het woord. Dat geldt niet alleen voor de nieuwe wijken en stadsdelen; we willen ook veranderingen ten bate van de stad die al bestaat.” Anja Grootoonk, gemeentesecretaris in Almere, en Henk Mulder, directeur Dienst Stedelijke Ontwikkeling, gaan de uitdaging graag aan. Beiden tonen zich enthousiast en geïnspireerd door de Almere Principles en zijn er volop mee aan de slag.
interview Anja Grootoonk en Henk Mulder
Anja Grootoonk: “De Almere Principles vormen de komende jaren onze grote inspiratiebron om een completere, mooiere en leefbaarder stad te maken. Werken met lef en ambitie aan de nieuwste stad van Nederland. Dat is onze missie. We zitten nu midden in de fase waarin we met elkaar bespreken wat de Principles vanuit onze missie concreet betekenen voor verandering van onze werkprocessen, inzet en samenwerking. De rode draad is dat we veel meer transparantie en samenwerking willen in een stadhuis dat we grootscheeps gaan verbouwen, waar mogelijk volgens de principes van Cradle-to-Cradle. In ieder geval gaan veel muren letterlijk weg om de onderlinge contacten en samenwerking te stimuleren.
Werken met lef
De kracht van de Principles zit in de combinatie. Daarom moedigen we onze medewerkers sterk aan om over het eigen kennisgebied heen te kijken met respect voor de ander. Verplaats je in de andere vakgebieden en collega’s en deel het besef dat je samen werkt aan de toekomst van de stad op de lange termijn. Voel je samen verantwoordelijk voor het geheel. Zet je creativiteit maximaal in en durf daarvoor je hoofd boven het maaiveld uit te steken. Geen dogma’s meer. Werk samen aan de uitwerking van de Principles in alles wat je voor de stad doet.”
60
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
en ambitie aan de nieuwste stad van Nederland
|
61
Grote broek “Natuurlijk beseffen we, dat we een grote broek aantrekken met de Almere Principles,” zegt Henk Mulder. “We dagen onszelf uit om waar te maken wat elders nog nooit op deze schaal is gebeurd; een in zoveel opzichten duurzame stad maken. We kunnen dat niet allemaal alleen en hebben de creativiteit en inzet van de markt hard nodig. Bij het tenderen van het ontwerp en bouwen van het Columbuskwartier stonden we aan het prille begin. Inmiddels hebben we prijsvragen uitgeschreven voor het Cascadepark in Almere Poort en voor de nieuwe wijk Almere Hout Noord met steeds duurzaamheid als criterium. Dat zijn de manieren waarop we de bouwwereld de komende jaren willen betrekken bij de doorontwikkeling van Almere om ook bij hen de creativiteit en inzet maximaal naar boven te
Vooral partijen benaderen die zich ook duurzaam willen verbinden
DuurzaamheidsLab Almere “Binnen de organisatie gaan we het DuurzaamheidsLab Almere inrichten, het DLab,” vertelt Henk Mulder. “Dat krijgt een aanjaagfunctie binnen en buiten de eigen organisatie. Het wordt een kleine ‘pit’ in onze organisatie waar mensen werken die nadrukkelijk de samenwerking zoeken, intern en extern. Het ministerie van VROM, de provincie Flevoland en de SEV (Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting) hebben al medewerking toegezegd. Het DLab wordt een kennisbron, waar we kennis van buiten naar binnen halen en andersom. Daarmee organiseren we een dubbele beweging: enerzijds is onze staande organisatie aan zet om met de Principles aan de slag te gaan, anderzijds ondersteunen de collega’s van het DLab hen. Ze jagen aan, monitoren en verspreiden de kennis die we in Almere opdoen en halen nieuwe van buiten naar binnen.” Anja Grootoonk: “Alles bij elkaar leidt dit tot groot enthousiasme binnen onze eigen organisatie, zowel onder de mensen die hier al langer werken als onder de nieuwelingen. Mensen zijn heel positief over de koers die we met de Principles varen en zeker ook trots. Meest concreet is het nu nog wel voor de collega’s van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling die bezig zijn met de Schaalsprong. Maar uiteindelijk raakt elke collega betrokken en elke partner en inwoner in de stad. Het is geen hype, we hebben de maatschappelijke ontwikkeling mee. Iedereen ziet het belang in van duurzaamheid, op alle mogelijke terreinen.”
halen. Overigens zullen we vooral partijen – corporaties en beleggers – benaderen die zich ook duurzaam voor langere tijd willen verbinden met Almere.
Kennis van buiten naar binnen halen
Ik besef dat we niet bij elk plan voor een nieuwe wijk alles moeten willen. Dat leren we ook van de evaluatie van het Columbuskwartier. Bij Almere Hout Noord hebben we alleen woningbouwcorporaties gevraagd in te schrijven, omdat we daar de sociale duurzaamheid voorop stellen, dat is bij uitstek hun specialiteit. Focussen zal moeten in de praktijk, dat lijkt realistisch. Anderzijds willen we steeds verder gaan in de komende jaren. Almere moet een unieke duurzame stad worden met als kroon het stadsdeel Almere Pampus dat we geheel volgens de principes van Cradle-to-Cradle willen ontwikkelen. Een stadsdeel voor duizenden mensen, deels buitendijks, dat zijn energie zelf opwekt en geen afval produceert. Een nieuwe norm voor de stedenbouw in Nederland én buiten onze grenzen!”
62
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
en andersom
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
63
Epiloog Duurzame gebiedsontwikkeling vereist het nemen van verantwoordelijkheid voor het geheel. De Almere Principles betreffen niet alleen de fysieke uitwerking, maar ook de inrichting van het proces en de organisatie. Dat betekent dus een fundamentele omslag in denken en doen. Van ‘incidentele’ duurzaamheid naar ‘inherente’ duurzaamheid. Met nieuwe perspectieven, nieuwe producten en nieuwe processen. De stad als lab De wil om te veranderen zit Almere in de genen. Ruim veertig jaar geleden nam de Nederlandse regering het besluit tot de bouw van Almere, nu staat de inmiddels adolescente stad voor een nieuwe unieke opgave. Van afstand lijkt de landelijke discussie hierover zich vooral te richten op aantallen woningen en infrastructuur. Wie kent echter een stad die een positief imago ontleent aan alleen grote aantallen woningen en vele meters asfalt? De werkelijke opgave is duurzaamheid als motor te laten functioneren voor excellente gebiedskwaliteit. Almere heeft in al die jaren onderzocht wat duurzame ontwikkeling – op deze grote schaal – betekent. De stad fungeerde in principe als een groot praktijklaboratorium, waarin bij de ontwikkeling van ieder stadsdeel en elke wijk en buurt werd voortgebouwd op ervaringen en kennis werd benut. Succesfactoren werden ook buiten Almere gekopieerd. Ondertussen heeft de stad echter ook te kampen met ecologische, sociale en economische vraagstukken die vragen om reflectie. Moeten bestaande processen verbeterd of moeten processen opnieuw worden ontworpen op basis van effectieve doelen? Welke waardestijging wordt hierbij gecreëerd voor mensen, natuur en economie? De wijk Columbuskwartier heeft in meerdere opzichten de weg verkend en geplaveid voor de duurzaamheidspraktijk van Almere. Reflecterend op de resultaten zijn succesfactoren te benoemen en waardevolle aanbevelingen te formuleren. Inhoud en toepassing Het proces van het maken van duurzame afwegingen en (systeem)keuzes door elk schaalniveau heen, is een complexe aangelegenheid. Ter ondersteuning van de inbreng van duurzaamheid in het planproces van Columbuskwartier heeft de gemeente geïnvesteerd 64
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
65
Definieer duurzame prestatiedoelen per schaalniveau De invulling van duurzaamheid is context specifiek. Een solide onderbouwing en verantwoording van de duurzaamheidsambities is cruciaal voor een geloofwaardig criterium van duurzaamheid.
in de opbouw en ontwikkeling van een praktijkinstrumentarium. Dat is gedaan op gebouwniveau, met het instrument ‘Kwaliteit naar Nieuw Flevolands Peil’ en het Certificaat Zonnewoning, maar ook op buurt- en wijkniveau met de DuurzaamheidsKansenKompas. Dit maakte het begrip duurzaamheid concreet en stroomlijnde het proces.
Stuur op condities en kwaliteit In de samenwerking met de markt ligt de rol van de overheid op conditiesturing. De overheid formuleert heldere uitgangspunten en biedt ruimte voor nieuwe oplossingen.
Organisatie en management In het Columbuskwartier zijn gevestigde posities succesvol doorbroken en is marktwerking benut ten gunste van kwaliteit en creativiteit. Gebleken is dat de opdrachtgever met een tenderprocedure, ten opzichte van een bouwclaimsituatie, een goede uitgangssituatie heeft om ambities op het vlak van duurzaamheid gerealiseerd te krijgen. De uitgangspunten en ambities zijn van het begin af aan duidelijk voor de aanbieder en deze kiest hier bewust voor. Beiden zijn intrinsiek gemotiveerd om zich op duurzaamheid te onderscheiden. Dit is niet vanzelfsprekend het geval in de situatie van een bouwclaim. De druk van het competitie-element leidt ook tot een goede prijs/kwaliteit verhouding.
In de planontwikkeling van andere wijken in Almere, waaronder het aangrenzende Cascadepark, is expliciet voortgebouwd op deze ervaringen en bij de ontwikkeling van de Structuurvisie Almere 2030 is het stadsdeelniveau toegevoegd. Hiermee heeft de gemeente nu beschikking over een praktijkinstrumentarium op elk schaalniveau. Dit instrumentarium wordt nu doorlopend binnen en vanuit de Almeerse praktijk verder ontwikkelt. Deze toolkit bevat reeds linken met andere bestaande instrumenten en zoekt de samenwerking met andere ontwikkelaars en instanties. Landelijke uniformiteit op het vlak van duurzaamheidsinstrumenten ontbreekt echter nog steeds.
In de praktijk is het zo, dat ambities verdwijnen wanneer de plannen verschijnen. Door de complexiteit en lange doorlooptijd bij gebiedsontwikkeling ligt vrijblijvendheid constant op de loer. In Columbuskwartier is het gelukt de ambities te borgen met specifieke duurzaamheidssubsidies. Deze brengen, naast een financiële stimulans, verplichtingen met zich mee. Kennis en leren In het project Columbuskwartier is al doende geleerd hoe duurzaamheid in praktijk gebracht kon worden. Werkende weg is de benodigde kennis en ervaring opgebouwd. Definiëring en explicitering van duurzaamheid, de omschakeling van ‘blauwdrukplanning’ naar kwaliteitsgedreven sturing, gebiedsgericht tenderen, financiële stimulering van duurzaamheid met subsidies en een faciliterend grondprijsbeleid zijn succesfactoren gebleken. In de ontwikkeling van Almere Hout Noord is een deel van dit palet opnieuw ingezet.
Werk cyclisch en ontwikkelingsgericht Innovatie in de ruimtelijke ordening komt op gang als je in het ene project de generieke kwaliteit van een oplossing snel herkent en dit toepast in een ander project.
66
|
C o l u m b u s k w a r t ie r
De groep betrokkenen vormen belangrijke kennisdragers. Het borgen, benutten en verder ontwikkelen van de opgedane praktijkkennis is lange tijd echter onvoldoende onderkend en geëxploiteerd. Hierdoor heeft de ‘kennismotor’ binnen de gemeente niet naar vermogen gedraaid. Kennis- en competentieontwikkeling zijn echter noodzakelijke voorwaarden voor het structureel en grootschalig in praktijk kunnen brengen van de Almere Principles. Proces en actoren Waarde wordt samen gecreëerd. Het proces van Columbuskwartier heeft laten zien dat het op inhoud doorbreken van het sectorale denken nog niet automatisch betekent dat het proces verandert. Het werken aan een sfeer van gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het integrale eindresultaat is met excursies en workshops opgebouwd, maar vaak weer teruggezakt naar de reguliere praktijk van versnippering.
Streef naar inherente duurzaamheid Het centraal stellen van duurzaamheid kan functioneren als fris referentiekader en gemeenschappelijke taal voor betrokkenen. Op die manier draagt duurzaamheid bij aan een systeem van samenhang, focus en betrokkenheid.
Samenwerking tussen gemeente en marktpartijen in een proces, waarin men al doende leert, vraagt om vertrouwen en flexibiliteit. Omdat niet alles vooraf bij een tender kan worden vastgelegd en om te profiteren van voortschrijdend inzicht en creativiteit is het belangrijk om ijkmomenten in te lassen. Dit is in de ontwikkeling van Columbuskwartier ook gebeurd en is goed bevallen. Communicatie en marketing Duurzaamheid, kindvriendelijkheid en variatie stond voorop in de ontwikkeling van het Columbuskwartier. Veel aandacht is besteed aan het concreet maken van het begrip duurzaamheid, in het bijzonder de sociale dimensie. De identiteit en ontwerpbeginselen van de wijk, de authentieke waarden, werden vastgelegd in een ontwikkelingsplan dat kaderstellend was voor de verdere ontwikkeling. De ontwikkelaarscombinatie TBI BouwgroepJohan Matser heeft voortgebouwd op dit beeld en een deel van de wijk gerealiseerd met duidelijk herkenbare kwaliteiten die ook door de kopers worden herkend.
Zorg voor authenticiteit Start met het gezamenlijk vaststellen van de identiteit en ontwerpbeginselen van het gebied: de authentieke waarden. Vanuit deze elementaire uitgangspunten worden doelen gesteld, een strategie ontwikkeld om de doelen te bereiken, waar de manier van bouwen en de fysieke component logisch uit voortvloeien.
De promotie van duurzaamheid heeft zich in dit proces wel voornamelijk gericht op de aanbodzijde. Het bewust maken van de mogelijkheden op het gebied van duurzaamheid aan de vraagzijde is beperkt opgepakt. Als duidelijke informatie, advies en ondersteuning aan bewoners wordt gegeven, kan een grote vraag ontstaan. Om de Almere Principles gemeengoed te maken in het werken aan de stad is het verbinden van mensen, het authentiek maken, een sleutelbegrip.
de on t de k k in g van een d u u r zame w i j k
|
67
Bronnen en noten – Evaluatie Columbuskwartier, Een duurzame wijk in
2. Een Learning History [TNO, 2009] is een methode
de praktijk. Marjan van den Dungen (2008), PSIBouw
om leerervaringen van mensen in een veranderings-
in samenwerking met de gemeente Almere en NFP.
proces te beschrijven. De context, dus de situatie en
– Procesbeschrijving ontwikkeling Columbuskwartier. Helma Luiten en Elsbeth Roelofs (2009),
voordoen, speelt in deze methode een belangrijke
TNO Bouw en Ondergrond in opdracht van de
rol. Feiten worden onderscheiden van persoon-
gemeente Almere.
lijke perspectieven op deze feiten. Experts die niet
– Multi-actor procesmanagement; een praktische
op de feiten en de percepties. Het maken en be-
programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling,
spreken van de Learning History met betrokkenen
SenterNovem.
is deel van het leerproces en dus een doel op zich.
Cloquet, Loes Joosten (2006), Aeneas. – De Almere Principles, Voor een ecologisch, sociaal
Aangezien het rondom Columbuskwartier met name gaat over het expliciet maken en vastleggen van de leerervaringen (en niet zozeer het ondersteunen van
en economisch duurzame toekomst van Almere 2030.
het leerproces van betrokkenen) spreken wij niet
Jacqueline Cramer, Adri Duivesteijn, William
van een Learning History, maar van een proces-
McDonough en Fred Feddes (2008), Uitgeverij THOTH.
beschrijving met leerervaringen.
– Cradle-to-Cradle in gebiedsontwikkeling, Tien waardevolle aanbevelingen van een community of
3. Het EOS Demo-programma van SenterNovem is
practice. Lidwien Reyn, Cees Anton de Vries (2009),
een Energie Onderzoek Subsidie: Demonstratie
uitgave programma Leren voor Duurzame Ontwik-
en onderdeel van het Energie Onderzoek Subsi-
keling, SenterNovem.
dieprogramma. Dit subsidieprogramma kent vier afzonderlijke regelingen. Ze stimuleren elk een deel
1. Multi-actor procesmanagement is een vakterm
68
|
van de kennisketen. Van het bedenken van een idee
voor het doelgericht omgaan met veel partijen en
tot de realisatie ervan. In de regeling EOS Demo
belangen [Diepenmaat, 2009]. Centraal staat steeds
gaat het om de laatste schakel. De regeling geeft
hoe verschillende partijen, vanuit hun eigen identi-
financiële steun aan projecten die nieuwe technolo-
teiten, samen komen tot iets dat hun directe belan-
gieën, methoden en toepassingen demonstreren in
gen en motieven overstijgt. Om inzicht te krijgen in
een realistische gebruikersomgeving. In 2006 is de
de cruciale momenten van het ontwikkelingsproces
gezamenlijke aanvraag “Demo 120 Passief Wonin-
van Columbuskwartier zijn betrokken partijen in de
gen te Almere en landelijke opschaling door gebruik
verschillende fasen, van eerste initiatief tot en met
van Kwaliteitsprofielen van de Toolkit Duurzame
het wonen en beheren, in samenhang gebracht door
Woningbouw” van BAM Vastgoed en de gemeente
middel van een Multi-actor model.
Almere gehonoreerd.
C o l u m b u s k w a r t ie r
Deze uitgave kwam tot stand in samenwerking tussen de gemeente Almere, PSIBouw en Nieuw Flevolands Peil.
betrokken zijn bij het project reflecteren in de tekst
introductie. Henk Diepenmaat (2009), uitgave
– Passiefhuizen in Nederland. Chiel Boonstra, Ragna
Colofon
de omstandigheden waarin de leerervaringen zich
Met dank aan: – Projectteam Columbuskwartier – TBI Bouwgroep Johan Matser – Ymere – Han van Zwieten architecten – Van West Rhenen Woningmakelaardij – Familie Coppens Tekstbijdragen en interviews Connie Franssen Berthilde Lammertink Alex van Oost Eindredactie Berthilde Lammertink Fotografie Maarten Feenstra, Almere e.a. Vormgeving TS Design, Almere Druk Koninklijke Broese & Peereboom, Breda ©DuurzaamheidsLab Almere Mei 2009
De wil om te veranderen zit Almere in de genen. Het is een stad die in veertig jaar tijd bewust is gecreëerd en nog altijd in wording is. Een permanent proces van denken, ontwerpen, bouwen, beleven en veranderen. Almere heeft in al die jaren onderzocht wat duurzame ontwikkeling – op deze grote schaal – betekent. De stad fungeerde in principe als een groot praktijklaboratorium, waarin bij de ontwikkeling van ieder stadsdeel, wijk en buurt werd voortgebouwd op ervaringen en kennis werd benut. Columbuskwartier, een woonwijk in Almere Poort, is deel van deze jonge geschiedenis. De wijk is op meerdere vlakken bijzonder te noemen. Bijzonder in zijn planontwikkeling binnen en buiten de gemeente, en naar verwachting ook in de realisatie, het gebruik en het beheer. Columbuskwartier is gehonoreerd met een Europese energiesubsidie en in de regio een Nieuw Flevolands Peil-wijk avant la lettre. Vooruitlopend op de formulering van de Almere Principles in 2008 werd het begrip van duurzaamheid hier al eerder verkend en in praktijk gebracht. De opgebouwde kennis en ervaring vormen een rijke voedingsbodem voor andere projecten. Er is een sterke behoefte, binnen zowel de overheden als de private partijen, om duurzaamheid verder in praktijk te brengen: van denken naar doen. Deze publicatie biedt inzicht in de wijze waarop die stap is gezet en in de lessen die zijn geleerd.