e Kamer
Derde Kame
Cliptoetsen Derde Kamer docentenhandleiding
Derde Kam
Wie is de baas van Nederland? Hoe werken de verkiezingen? Wat is een Grondwet? En waarom is Prinsjesdag zo belangrijk? In het lespakket van De Derde Kamer krijgen leerlingen antwoord op deze en andere politieke vragen. De Derde Kamer is een gratis interactief lespakket voor kinderen van groep 7 en 8 van de basisschool. Het lespakket bestaat uit twee gekleurde koffers. De oranje is voor beginners en de blauwe voor gevorderden. Elk lespakket bestaat uit een debatspel, dvd, handboekjes, een docentenhandleiding en deze twee cliptoetsen (oranje en blauw). Meer informatie over het complete pakket vindt u op derdekamer.nl/lesmateriaal
Opzet
Kerndoel
De cliptoetsen bestaan uit twee filmpjes van ongeveer vijf
Door het maken van de cliptoetsen kunnen de leerlingen toetsen
minuten die leerlingen via het digibord of de computer bekijken.
of zij vertrouwd zijn met een aantal basisbegrippen van de
In elk filmpje worden zeven meerkeuzevragen over democratie,
Nederlandse politiek en leren ze wat democratie betekent.
verkiezingen, de Grondwet en Prinsjesdag gesteld. Leerlingen
Als de leerlingen het lespakket Derde Kamer hebben doorlopen,
beantwoorden deze vragen individueel, in groepjes of klassikaal.
kan de cliptoets functioneren als geheugensteun voor alles wat
Aan het eind van het filmpje zien ze hoeveel punten ze hebben
de leerlingen in het lespakket hebben geleerd. Bovendien komt
gescoord. Deze uitslag kunnen de leerlingen met elkaar of met
in beide cliptoetsen het volgende kerndoel uit ”Oriëntatie op
andere klassen vergelijken, zodat er een wedstrijdelement
jezelf en de wereld” aan bod:
ontstaat. De cliptoets kan worden afgesloten met een open vraag.
Mens en maatschappij, kerndoel 36:
Deze lokt uit tot een groepsdiscussie of een schriftelijke opdracht.
De leerlingen leren hoofdzaken
Meer informatie hierover vindt u onder het kopje:
van de Nederlandse staatsinrichting
Verdiepingsopdracht
en de rol van de burger.
Derde Kamer
Begrippenlijst De volgende politieke begrippen komen in de cliptoetsen aan de orde: • Ministerie: Het kantoor van de minister en staatsecretaris,
waar ook veel mensen werken die helpen de plannen te
maken en uit te voeren.
• Kabinet: Alle ministers en staatssecretarissen bij elkaar. • Kamerleden: Gekozen volksvertegenwoordigers die in
de Eerste of Tweede Kamer zitten.
• Minister: Lid van de regering die leiding geeft aan een
ministerie. Elke minister heeft zijn eigen taken.
Bijvoorbeeld: financiën, onderwijs of buitenlandse zaken.
• Staten-Generaal: De Eerste en Tweede Kamer samen. • Democratie: Staatsvorm waarbij het hele volk via de
vertegenwoordiging invloed heeft op de regering.
Alle Nederlanders met stemrecht mogen elke vier jaar
een nieuwe volksvertegenwoordiging kiezen.
• Prinsjesdag: De dag waarop de koning de troonrede,
waarin de nieuwe regeringsplannen staan, voorleest.
• Rijksbegroting: Hierin staan de plannen van de regering
voor het komende jaar met een financiële toelichting.
• Miljoenennota: Een toelichting op de Rijksbegroting.
Het vat de belangrijkste plannen samen en geeft aan wat
die plannen kosten.
• Verantwoordingsdag: Op de derde woensdag in mei legt
de regering verantwoording af over de uitgaven van het
afgelopen jaar. Op deze dag moet de regering uitleggen of
ze haar plannen van Prinsjesdag heeft waargemaakt.
• Coalitie: De Kamerleden van de partijen die samen de
regering vormen.
• Oppositie: De Kamerleden van de partijen die niet de
regering vormen en het vaak niet eens zijn met de plannen
van de regering.
Zie ook: www.derdekamer.nl/woordenlijst
Naar Oranje koffertje
Naar Blauwe koffertje
Derde Kamer - Oranje koffertje
Uitwerking van de vragen Vraag 1 Antwoord C: Dan leest de koning de nieuwe plannen van de regering voor.
Vraag 2
Verdiepingsopdracht
Antwoord C: Het volk en de volksvertegenwoordigers. Vraag 8 is een open vraag en kunt u de leerlingen ter verdieping
Vraag 3
stellen na het maken van de cliptoets. Deze vraag lokt uit tot een
Antwoord B: Alle ministers en de koning.
groepsdiscussie, maar u kunt er ook voor kiezen om de leerlingen de vraag schriftelijk te laten beantwoorden. De vraag luidt:
Vraag 4 Antwoord B: De Staten-Generaal controleren de regering.
Stel: jij bent de baas van Nederland. Welke wetten
zou je dan maken en welke zou je afschaffen?
Vraag 5 Antwoord C: Mensen met verschillende meningen vormen
U kunt de leerlingen alvast een beetje op gang helpen door eerst
samen één partij.
een aantal voorbeelden te geven van Nederlandse regels en wetten. Denk hierbij aan de leerplichtwet, vrijheid van meningsui-
Vraag 6
ting, dat je niet mag stelen of iets van een ander vernielen, in het
Antwoord B: Als je 18 bent of ouder en de Nederlandse
verkeer niet door rood mag rijden en elkaar niet mag discrimine-
nationaliteit hebt.
ren etc. Vraag aan de leerlingen of zij nog meer regels en wetten kunnen benoemen. Laat ze vervolgens verwoorden welke wetten
Vraag 7
ze zouden invoeren en afschaffen. Kunnen ze hun keuzes ook
Antwoord B: De partijen die willen samenwerken en samen
beargumenteren?
meer dan 75 zetels hebben. Voor meer voorbeelden van interessante stellingen:
www.derdekamer.nl
Derde Kamer - Blauwe koffertje
Uitwerking van de vragen Vraag 1 Antwoord A: Prinsjesdag is elk jaar op de derde dinsdag van september.
Vraag 2
Verdiepingsopdracht
Antwoord A: Hoeveel geld er binnenkomt en wordt uitgegeven. Vraag 8 is een open vraag en kunt u de leerlingen ter verdieping
Vraag 3
stellen na het maken van de cliptoets. Deze vraag lokt uit tot een
Antwoord C: De minister van Financiën aan de Voorzitter van de
groepsdiscussie, maar u kunt er ook voor kiezen om de leerlingen
Tweede Kamer.
de vraag schriftelijk te laten beantwoorden. De vraag luidt:
Vraag 4
Stel: jij mag de plannen van Nederland maken.
Antwoord A: blikt de regering terug op het politieke jaar.
Waar zou je meer geld aan uitgeven en waaraan minder?
Vraag 5
U kunt de leerlingen alvast een beetje op gang helpen door eerst
Antwoord C: Er zijn 160 Tweede Kamerzetels te verdelen.
te bespreken waar de overheid allemaal geld aan uitgeeft. Denk hierbij aan scholen, ziekenhuizen, politie, hulp aan het buitenland,
Vraag 6
nieuwe wegen etc. Vraag aan de leerlingen of zij weten waar de
Antwoord B: De coalitie zit in de regering en de oppositie niet.
overheid nog meer geld aan uitgeeft. Laat de leerlingen vervolgens verwoorden en beargumenteren waarop de overheid kan
Vraag 7
bezuinigen en waar meer geld aan uitgegeven moet worden.
Antwoord A: Iedereen is gelijk voor de wet. Voor meer voorbeelden van interessante stellingen:
www.derdekamer.nl
Derde Kamer
Win een finaledebat in de Eerste Kamer Scholen die het lesprogramma van Derde Kamer in de week van de politiek behandelen, maken kans op een mooie prijs: een uitnodiging voor het finaledebat in de echte Eerste Kamer. Hiervoor stuurt u met de leerlingen de winnende stelling van het slotdebat naar de redactie van de Derde Kamer. Geef argumenten
Colofon
bij de stelling en maak een kort verslag van het slotdebat. Dat kan
Derde Kamer der Staten-Generaal is een initiatief van de Eerste
in de vorm van een verhaal, fotoreportage of video. Met een zelf
Kamer en de Tweede Kamer. Voor vragen en opmerkingen mail,
bedachte stelling maakt de klas nog meer kans te winnen.
bel of schrijf de redactie.
Meedoen
Redactie Derde Kamer der Staten-Generaal
Stuur de winnende stelling plus een verslag naar
Postbus 20018
[email protected]. Meedoen kan tot halverwege oktober.
2500 EA Den Haag
De winnaars krijgen eind oktober bericht. Het finaledebat is
070 - 318 3040
meestal op een vrijdag in november. Een geheel verzorgd
[email protected]
uitstapje naar het Binnenhof. Fotografie: Hans Kouwenhoven Disclaimer Aan het lespakket Derde Kamer der Staten-Generaal kunnen geen rechten worden ontleend. Niets uit deze uitgave (het gehele lespakket en website) mag worden verveelvuldigd of openbaar gemaakt op welke wijze dan ook zonder nadrukkelijke schriftelijke toestemming van de Staten-Generaal.