Cliëntprofiel en aanbod Singelzicht Utrecht 1
Cliëntprofiel jongeren Singelzicht
Cliënten van Singelzicht zijn zwerfjongeren van 17 tot en met 23 jaar. In navolging van de Algemene Rekenkamer hanteert Singelzicht als definitie van zwerven ‘het ontbreken van een vaste woon- of verblijfplaats of de dreiging daartoe’. De jongeren hebben, ondanks hun leeftijd, in bijna alle gevallen een langdurige geschiedenis met fikse problemen en een uitgebreide ervaring met (dikwijls mislukte) hulpverlening achter de rug. Hierdoor zal Singelzicht veel aandacht moeten besteden aan hun motivatie om actief gebruik te maken van het eigen aanbod en het aanbod van andere instellingen, zoals onderwijs, werk en andere vormen van hulpverlening. Het merendeel van de jongeren bevinden zich in het profiel ‘verschoppeling’, zoals omschreven in het onderzoek in opdracht van de gemeente Rotterdam door de heer J. Maaskant in 2005. Achtergrond jongeren Het gezin van herkomst Bij verreweg de meeste jongeren is sprake van gezinsproblemen, pedagogische onmacht en opvoedingsverwaarlozing (emotioneel en affectief). Vaak liggen traumatische ervaringen zoals mishandeling of seksueel misbruik en een verstoorde ontwikkeling ten grondslag aan hun huidige complexe problematiek. Een gebrekkige identiteitsvorming, weinig adequate opvoeding op het gebied van het zelf oplossen van problemen, een laag opleidingsniveau (een kwart volgde speciaal onderwijs) en gedragsproblemen geven hen een zwakke maatschappelijke start. Complexe problematiek De huidige maatschappelijke uitgangspositie van de jongeren is ronduit slecht te noemen. Zij hebben altijd te kampen met meervoudige complexe problemen op diverse leefgebieden: ernstige psychosociale of psychische problematiek, een extreem laag zelfbeeld, het ontbreken van een positief sociaal netwerk en familierelaties, geen afgeronde opleiding, geen werk en geen huisvesting. Naast deze problemen hebben de jongeren weinig zicht op een dagbesteding, zoals onderwijs, werk en of leuke / nuttige vrije tijdsbesteding. Ze zijn niet in staat zelfstandig een dagdeling aan te houden. Tevens hebben zij dikwijls weinig notie van het eigen sociaal emotioneel functioneren, communicatie, gezondheid, eigen seksualiteit en de verwerking van persoonlijke problematiek. Ze hebben daarnaast problemen met financiën (schulden), het voeren van hun administratie, justitie, persoonlijke verzorging en / of een (beginnende) verslaving aan alcohol, drugs en gokken. Hun achtergrond en de noodzaak tot ‘overleven’ leiden dikwijls tot gedragsproblemen. Bij een groot deel van de jongeren is sprake van psychiatrische problematiek zoals persoonlijkheidsstoornissen, borderline-problematiek, ADHD en PPD-NOS. Daarnaast speelt bij een deel van de jongeren een licht verstandelijke handicap.
Versie 2010
1
Zelfredzaamheid Kenmerkend is hun kwetsbaarheid en het ontbreken van vaardigheden en mogelijkheden om hun leven op eigen kracht weer op orde te krijgen. Zij zijn niet zelfstandig in staat het hoofd te bieden aan hun problematiek en te participeren in de samenleving, het ontbreekt hen aan mogelijkheden om de regie over hun leven op te pakken en te behouden. Het initiëren en uitvoeren van eenvoudige en complexere taken in hun leven, levert problemen op. Zij zijn daarbij onvoldoende in staat om informele en formele steun te mobiliseren. Met betrekking tot hun sociale redzaamheid is dagelijks intensieve begeleiding nodig. Toekomstige zorgmijders Het risico op marginalisering, sociaal isolement en criminalisering is voor deze groep jongeren groot. Daarom is een op hun behoefte afgestemde hulp en begeleiding van belang. Zonder adequaat aanbod zou deze groep in de toekomst gerekend kunnen worden tot de groep van zorgmijders. Samenvatting Het cliëntprofiel van de jongeren in Singelzicht bestaat – samengevat – uit een combinatie van onderstaande elementen: 1. het ontbreken van een vaste woon- of verblijfsplaats 2. een tekort vaardigheden om besluiten te nemen en oplossingen te initiëren 3. meervoudige problematiek waaronder gedrags-, psychische en/of psychiatrische problematiek 4. een zeer beperkte sociale zelfredzaamheid en het onvermogen regie te voeren over het eigen leven waardoor het zelfstandig participeren in de maatschappij ernstig bemoeilijkt wordt 5. ernstige risico’s op marginalisering, sociaal isolement of criminalisering 6. het ontbreken van eigen sociaal- of familie netwerk waarop een beroep voor zorg en opvoeding mogelijk is 7. gebrekkige identiteitsvorming en nog te vormen realistisch zelfbeeld 8. het gebrek aan inzicht in beheer eigen financiën.
2
Aanbod Singelzicht
Het aanbod van Singelzicht bestaat uit intensieve ontwikkelingsgerichte individuele en groepsgerichte begeleiding in een 24-uurs woonvoorziening zodat de zorg voortdurend in de eigen woonomgeving aanwezig is. Voor behandeling van psychische problematiek structureel samengewerkt met behandelaars uit de GGZ- en / of verslavingzorg. Met hen zijn vaste samenwerkingsafspraken en de GGZ is in huis. Visie De begeleiding van dak- en thuisloze jongeren krijgt vorm vanuit een methodiek waarin de thema’s wonen – leren – werken worden geïntegreerd. Door de begeleiding worden mogelijkheden gecreëerd voor een maximale sociale participatie in de samenleving, het waarmaken van eigen verantwoordelijkheid en het opbouwen van een reëel toekomstperspectief. Veiligheid Op het gebied van wonen biedt Singelzicht een stabiele en veilige thuissituatie waarin bescherming en structuur wordt geboden. Dit is een voorwaarde voor verdere begeleiding. Dak en thuisloze jongeren combineren praktische en maatschappelijke hulpvragen met ernstige psychosociale of psychiatrische
Versie 2010
2
problematiek. Dikwijls is er sprake van het mijden van verdere hulpverlening. Daarom besteedt Singelzicht veel aandacht aan het opbouwen van motivatie en de bereidheid om begeleiding/hulp te aanvaarden. Er zijn regels waaraan jongeren zich moeten houden, onder andere over het gezamenlijk eten, opstaan, bedtijden, omgang met elkaar en de omgang met de woonomgeving. Gaandeweg het zorgtraject kan de jongere meer vrijheden aan die hij/zij dan ook verkrijgt. Fasering van de begeleiding De begeleiding is een samenhangende reeks van interventies en bestaat uit drie fasen. De eerste fase van maximaal 6 weken wordt gebruikt om het vertrouwen van de jongere op te bouwen en de problematiek nader te onderzoeken en in kaart te brengen. Daarna richt de begeleiding zich gedurende ongeveer 6 maanden op de persoonlijke leer- en werkdoelen. Deze fase kan onder invloed van het ‘vallen en opstaan’ wat zo kenmerkend is voor deze doelgroep, langer duren. De derde en laatste fase van 3 maanden is gericht op het zoveel mogelijk in de praktijk brengen van hetgeen geleerd is. Hierna zullen de jongeren uitstromen naar vervolghuisvesting. Ook kunnen jongeren doorstromen naar een BOL-woning van Singelzicht waar een begeleider van Singelzicht ‘begeleiding op locatie’ geeft. Als de jongere voldoende vaardigheden heeft ontwikkeld, kan hij/zij doorstromen naar BOL (Begeleiding op Locatie). Dit is een vervolg op de begeleiding in Singelzicht en maakt onderdeel uit van de ketenbenadering. Na het bereiken van de begeleidingsdoelen in Singelzicht komt het erop neer om hetgeen bereikt is te consolideren in de praktijk en zonodig nog extra begeleiding te geven op specifieke onderdelen. Het is een volgende stap op weg naar zelfstandigheid waarbij indien nodig direct zorg kan worden gegeven. De zorg blijft dus in de nabijheid , maar er wordt minder structuur geboden dan in de 24-uursvoorziening. Zorgcontract en middelen De begeleiding wordt uitgevoerd volgens een zorgplan dat met de jongeren wordt afgesproken en waarin zorgdoelen op alle relevante levensterreinen in voor hen begrijpelijke termen zijn verwoord. Middelen die worden ingezet zijn: 1. individuele mentorengesprekken binnenshuis en persoonlijke begeleiding buitenshuis 2. dagelijkse interventies op het gebied van gedrag, sociale zelfredzaamheid, persoonlijke zorg, communicatieve en sociale vaardigheden 3. groepsgerichte begeleiding, trainingen en interventies op groepsprocessen binnenshuis De begeleiding Essentieel voor de begeleiding is de directe beschikbaarheid van hulp (24 uur) in de directe nabijheid. Voorbeelden hiervan zijn begeleiding ’s nachts, schuldhulpverlening en gerichte groepsactiviteiten. Door de relatie en het contact met de begeleiders leren de jongeren om te gaan met hun psychische en sociale beperkingen (bijvoorbeeld het ontbreken van de mogelijkheid om ‘normaal’ contact te hebben met ouders en familie), het geleidelijk opbouwen van zelfstandigheid en een eigen netwerk en het versterken van eigen verantwoordelijkheid en zelfregie. Hierbij wordt uitgegaan van wat de jongeren wél kunnen. De basishouding van de begeleider kenmerkt zich door respect en realiteitszin. De medewerkers fungeren tevens als opvoeders en jongeren kunnen leren door trial and error.
Versie 2010
3
Doelen Algemeen doel: de begeleiding moet leiden tot de situatie dat de jongere zich (zo) zelfstandig (mogelijk) kan redden, een positieve bijdrage levert aan de samenleving en een geaccepteerde plek krijgt in de maatschappij. Achteruitgang wordt gesignaleerd en gekeerd. Doel is de situatie eerst te stabiliseren, waarna de jongere zich stapje voor stapje kan ontwikkelen in het bij hem/haar passende tempo. Specifieke doelen a. Er is een verantwoord leefklimaat gericht op veiligheid, het stabiliseren van de problematiek en het voorkomen van achteruitgang b. Er is een milieu waarin begeleiding plaats kan vinden c. De jongere krijgt praktische en structurerende ondersteuning daar waar dat nog nodig blijkt d. De huisvesting, de juridische problematiek en de financiële situatie zijn in samenspraak met de jongere afdoende geregeld e. De jongere blijft bewust van het financiële aspect van zelfstandigheid en laat zich hierbij indien nodig ondersteunen. De jongere kan op een verantwoorde manier omgaan met geld (zonodig ingebed in een ondersteuningsstructuur) en heeft inzicht in de financiële kant van zijn zelfstandig functioneren. f. De jongere heeft voor minimaal vier dagen in de week een dagbesteding bestaande uit scholing en / of werk en / of traject. De jongere heeft in voldoende mate continuïteit in zijn/haar dagritme aangebracht inclusief een zinvolle vrije tijdsbesteding voor minimaal een avond of dagdeel in de week g. De zelfzorg en persoonlijke hygiëne van de jongere zijn adequaat, de gezondheidsrisico’s zijn beperkt en de huishoudelijke vaardigheden worden op voldoende niveau uitgevoerd h. Het sociale en emotionele functioneren van de jongere is in positieve zin verbeterd of hersteld en blijft in evenwicht i. Het sociale netwerk en de relatie met familie en het oorspronkelijke gezin worden voor zover mogelijk opgebouwd/hersteld en onderhouden j. De jongere krijgt inzicht in zijn/haar motieven om alcohol en drugs te gebruiken, jongere kan ook op langere termijn zelfstandig op een verantwoorde manier omgaan met alcohol en drugs k. De jongere heeft praktische, communicatieve en sociale vaardigheden aangeleerd en de jongere maakt gebruik van maatschappelijke voorzieningen – waarbij sprake is van sociale participatie en besef van maatschappelijke waarden en normen l. De sociale zelfredzaamheid, het zelfvertrouwen en zelfstandigheid van de jongere zijn verbeterd en de eigen identiteit is versterkt. De draagkracht is vergroot en er is een duidelijk toekomstperspectief m. De jongere kan hulp vragen indien nodig. Activiteiten a. Analyse van de problematiek en het opstellen van een zorgplan (in samenspraak met jongere) b. Het bieden van structuur maar ook het stimuleren van de praktische zelfredzaamheid, sociale en emotionele vaardigheden en zelfstandigheid c. Individuele mentorgesprekken en gerichte begeleiding in het dagelijkse functioneren. Planmatige begeleiding en het doelgericht aanleren van vaardigheden cq beïnvloeding van disfunctioneren. De begeleiding wordt gekenmerkt door:
Versie 2010
4
het geven van zoveel mogelijk eigen verantwoordelijkheid en het uitgaan van het zelfbepalend vermogen van de jongere binnen de context van de 24-uurs voorziening • het gebruik van voor de jongere begrijpelijke taal • het aansluiten bij de bestaande vaardigheden en mogelijkheden van de jongere aandacht voor assertiviteit en zelfredzaamheid Groepsgerichte begeleiding Huiswerkbegeleiding Begeleiding naar scholing- en werktrajecten Het signaleren van verdergaande problematiek en begeleiden naar andere vormen van zorg en behandeling indien nodig Het starten, begeleiden naar en afstemmen van hulp met andere instellingen/ voorzieningen waarvan de jongere gebruik kan maken Het herstellen van de oorspronkelijke sociale structuren en opbouwen van een nieuw sociaal netwerk Het volgen van de contacten binnen het sociaal netwerk en ondersteunen waar nodig Het beheren van de financiën van de jongeren Een maandelijkse bespreking waarin met de cliënt en de mentor het zorgplan wordt besproken. Het hoofd hulpverlening is eindverantwoordelijk voor het vaststellen van het zorgplan en de uitvoer er van Het bieden van een beschermende en ontwikkelingstimulerende woonomgeving. •
d. e. f. g. h. i. j. k. l.
m.
Locatie De hulp wordt geboden in Singelzicht. Jongeren hebben een eigen kamer en daarnaast zijn er gemeenschappelijke voorzieningen zoals een woonkamer, sanitaire voorzieningen en een centrale keuken. De eigen kamers van de jongeren zijn gemeubileerd en gestoffeerd. De begeleidingsgesprekken vinden plaats in een aparte ruimte die de privacy waarborgt. Indien nodig gaat een begeleider mee naar andere locaties buiten het gebouw / bij andere organisaties. Frequentie en intensiteit Iedere jongere heeft zijn eigen mentor. In de 24-uurs voorziening is de individuele en dagelijkse begeleiding door de mentoren/groepswerkers meestal 12 tot 15 per week per jongere. Daarnaast is er begeleiding in de vorm van gestructureerde groepsactiviteiten of trainingen. Deze vinden ’s avonds plaats, overdag hebben jongeren - voor zover mogelijk - een dagactiviteit in de zin van (vrijwilligers)werk, school of traject. In BOL is de individuele begeleiding door de mentoren is gemiddeld 4 uur per week. De tijdstippen waarop de begeleiding wordt geboden varieert en wordt afgestemd op de behoefte. De individuele begeleiding wordt afgestemd op de behoefte van de jongere en de inzichten van diens mentor, de maatschappelijk werker en het hoofd hulpverlening. Voor een beroep op begeleiding in noodgevallen is 7 x 24 uur een medewerker beschikbaar (ook ’s nachts). De nachtbegeleider heeft geen slaapdienst, hij / zij is gedurende zijn dienst wakker. Duur De duur van de begeleiding in de 24-uurs voorziening is gemiddeld 11 maanden. Het BOL-traject dat daarna mogelijk is duurt gemiddeld 13 maanden. De nazorg periode varieert sterk.
Versie 2010
5
Betrokken disciplines Het team bestaat uit professionals met een MBO of HBO-opleiding. Intern: Sociaal pedagogisch hulpverleners, maatschappelijk werkers, nachtbegeleiders, een administrateur voor het beheer van het geld, huishoudelijke krachten (kok, receptiemedewerkers en schoonmaakpersoneel) en een leidinggevende (hoofd hulpverlening). Indien noodzakelijk voor de hulp aan jongeren extern: medewerkers van de GGZ, reclassering, schuldhulpverlening, sociale zaken en werkgelegenheid, verslavingszorg en leer- werktrajecten. Voor zover mogelijk zullen deze medewerkers hun werkzaamheden in de 24-uurs voorziening uitvoeren om de drempel voor jongeren te verlagen. Voortgangsbewaking De voortgangsbewaking krijgt vorm via een tweewekelijks werkoverleg onder leiding van het hoofd hulpverlening waarin de voortgang rondom de jongere wordt besproken.
Versie 2010
6