“Cliëntenbeleid in Transitie: stappen zetten met de expertise van nu!” (versie 3 juli 2014)
Inleiding In het kader van de Drentse pilot jeugd is dit advies opgesteld over de borging van cliëntenbeleid in de transitie jeugdzorg Drenthe en dan met name de borging van vertrouwenswerk en klachtenregeling binnen het cliëntenbeleid van de Jeugdzorg. Een werkgroep is in de periode maart t/m juni 2014 regelmatig bij elkaar gekomen met vertegenwoordigers van de Provincie, Zorgbelang Drenthe, Stichting Pleegwijzer en beleidsambtenaren van drie Drentse gemeenten (Maret den Houting, Marisca Wesselius, Hanneke Wierenga, Vivienne Greveling, Feitze van Zwol, Gert Jan Overduin en Marcel Endendijk). Tijdens de bijeenkomsten zijn de huidige werkzaamheden en samenwerking toegelicht en er was ruimte voor vragen en discussie over de toekomstige invulling. Afstemming heeft plaatsgevonden met de werkgroep WMO cliëntondersteuning in Drenthe die zich richt op cliëntondersteuning (‘de MEE gelden’). Afgesproken is om bij de adviezen die gaan over transformatie (advies 6) de verbinding te leggen en waar mogelijk samen op te trekken. Onder cliëntenbeleid verstaan we: het vaststellen van de rechten van cliënten en stimuleren van betrokkenheid van cliënten bij gemeenten en zorginstellingen (om de positie van cliënten te versterken). Hierbij onderscheiden we: 1. hoe gemeenten vanuit hun regierol cliëntenbeleid formuleren en daarbij: a. cliëntondersteuning bieden door ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie (vastgelegd in wettekst nieuwe WMO) b. zelf vormgeven aan cliëntenparticipatie. Het gaat hierbij om “de invloed die jeugdige, ouders en jeugdzorgcliënten hebben op de ontwikkeling en invulling van het huidige en toekomstige jeugdbeleid” (afgeleid van definitie voor jeugdparticipatie uit Kwaliteitsmeter Jeugdparticipatie Gemeenten); c. toezien op de toepassing van cliëntenbeleid door instellingen. d. verantwoordelijk zijn dat jeugdigen, ouders of pleegouders een beroep kunnen doen op een vertrouwenspersoon 2. toepassing van cliëntenbeleid door instellingen door invulling van een cliëntenraad, klachtenregeling en het werk van een vertrouwenspersoon mogelijk maakt. In dit advies wordt uitgewerkt: ● bovenstaande punten 1b., 1c., 1d. en 2.: de borging van de wettelijke vereisten op het gebied van cliëntenbeleid. En dan met name de verantwoordelijkheden hierin van gemeente en zorgaanbieder op het gebied van cliëntenraad/participatie, klachtenregeling, rol/positie vertrouwenspersoon en belangenbehartiging van cliënten en pleegouders; ● Vorm/richting geven aan vernieuwing voor een efficiëntere en doelmatiger werkwijze. In dit document zijn hiervoor een aantal ideeën opgenomen. In dit advies wordt niet de cliëntondersteuning 1a. uitgewerkt. Dit wordt uitgewerkt in de werkgroep WMO cliëntondersteuning. In gemeenten lopen diverse pilots met sociale teams die hieraan vorm en inhoud geven. Stappen besluitvorming van dit advies: ● Bespreking in Werkgroep Transformatie ● Werkgroep cliëntenbeleid (jeugd) ● Bespreking regiobureaus ● Bespreking werkgroep transformatie ● Bespreking Algemeen Bestuurlijk Overleg
7 april 2014 10 april 2014 28 april – 30 mei 2014 juli 2014 sept/okt 2014
afgerond afgerond afgerond
Pag. 1
Hoe loopt het nu Het vertrouwenswerk is voor de verschillende jeugdsectoren verschillend georganiseerd (ontstaan vanuit de wet- en regelgeving van de verschillende sectoren). Er zijn verschillende organisaties die het vertrouwenswerk uitvoeren voor de verschillende sectoren: AKJ, Zorgbelang, PVP, LSFVP en functionarissen in dienst van de zorginstelling zelf In dit advies hebben we ons in eerste instantie gericht op de provinciaal gefinancierde jeugdzorg. Sinds het in werking treden van de Wet op de Jeugdzorg in 2005 verstrekt de Provincie Drenthe subsidie aan Zorgbelang Drenthe ten behoeve van vertrouwenspersonen die, onafhankelijk van het bestuur en van personen in dienst van de jeugdzorginstelling, jeugdigen, ouders, verzorgers op hun verzoek ondersteunen in aangelegenheden die samenhangen met de door de instelling geboden jeugdzorg en de jeugdhulpaanbieder. Daarnaast subsidieert de Provincie Drenthe de Stichting Pleegwijzer voor de ondersteuning en belangenbehartiging van pleeggezinnen in Drenthe. Deze groep zorgt weliswaar voor cliënten van een jeugdzorginstelling maar is zelf geen cliënt. Vanwege die bijzondere positie en de vaak weerbarstige problematiek die ze in huis krijgen, kunnen ze voor onafhankelijk advies en ondersteuning terecht bij (ervarings)deskundigen van Pleegwijzer. Bureau Jeugdzorg en de zorgaanbieders moeten volgens de huidige wet een regeling hebben voor de behandeling van klachten. De provincie ziet er op toe dat zowel Bureau Jeugdzorg als ook de provinciaal gefinancierde jeugdzorgaanbieders een cliëntenraad en een onafhankelijke klachtencommissie hebben waar cliënten met hun klachten terecht kunnen en waar zij voldoende mogelijkheden hebben om hun stem te kunnen laten horen. De bedragen en financiering van verschillende instellingen zijn opgenomen in de bijlage.
Pag. 2
Adviezen In het onderstaande is per onderwerp een korte toelichting opgenomen en wordt een advies gegeven. 1. Volg landelijke besluiten voor collectieve financiering van vertrouwenswerk Gemeenten zijn akkoord met collectieve financiering van randvoorwaardelijke taken in de decentralisatie jeugdzorg (hierbij gaat het om inspectie, kennis- en vakontwikkeling, informatievoorziening en vertrouwenswerk). De leden van de VNG stemden hier positief over tijdens de Buitengewone Algemene Ledenvergadering op 29 november 2013 in Utrecht. Het ministerie van VWS zal het benodigde geld toevoegen aan het macrobudget jeugdzorg. Voor de functie vertrouwenswerk gaat het om een principebesluit voor collectieve financiering. In de Algemene Ledenvergadering van de VNG is 18 juni 2014 is een concreet voorstel en een bedrag aan de leden voorgelegd en vastgesteld. Advies: Volg het landelijk besluit en borg hiermee het vertrouwenswerk in Drenthe voor de RTA-periode (2014-2016). Aandachtspunten: ● Indien landelijk geen akkoord wordt bereikt nemen de Drentse gemeenten initiatief om voor de RTA periode rechtstreekse financiering aan Zorgbelang Drenthe mogelijk te maken; ● Waarborg een regionaal gezicht (landelijke besluit mag niet de consequentie hebben dat vertrouwenswerk op afstand komt te staan); ● Indien de landelijk termijn afwijkt van de RTA-periode wordt geadviseerd om in ieder geval de RTA periode vast te houden. 2. Borg belangenbehartiging van pleeggezinnen door Stichting Pleegwijzer Stichting Pleegwijzer is een aantal jaar geleden ontstaan vanuit de behoefte aan een meer regionale aanpak in Drenthe voor ondersteuning en belangenbehartiging van pleeggezinnen. Stichting Pleegwijzer is hiervoor opgericht en wordt gesubsidieerd door de Provincie Drenthe. Aanvullend aan bovenstaand advies zullen voor de financiering van Stichting Pleegwijzer vanaf 1 januari 2015 afspraken moeten worden gemaakt in Drenthe. Advies: Borg/besluit om belangenbehartiging van pleeggezinnen in Drenthe voor de RTA-periode (2014-2016) in te kopen bij Stichting Pleegwijzer. 3. Pas de opzet aan van de huidige samenwerking/overleggen De huidige rolverdeling tussen Provincie Drenthe, Zorgbelang, Stichting Pleegwijzer is momenteel als volgt: ● De provincie faciliteert de collectieve en individuele belangenbehartiging. De organisaties die deze twee pijlers vorm en inhoud geven, worden door de provincie gesubsidieerd; ● Zorgbelang Drenthe behartigt de individuele belangen (klachten jeugdzorgcliënten en vertrouwenspersoon) en adviseert over collectieve belangen (participatie en medezeggenschap jeugdzorg cliënten); ● Stichting Pleegwijzer behartigt individuele en collectieve belangen voor pleegouders/gezinnen. Vanuit de provincie is een accounthouder die met deze instellingen in contact is en reguliere overleggen/afstemming heeft voor het monitoren, evalueren en vooruitkijken: ● Reguliere overleggen provincie en vertrouwenspersoon Zorgbelang Drenthe (op basis van een signaleringslijst vier keer per jaar); ● 4-hoeksoverleg in kader van pleegzorg (BJZ, Stichting Pleegwijzer, Yorneo en de Provincie). De rol van de provincie en Bureau Jeugdzorg komt vanaf 2015 te vervallen. Advies: vanuit de werkgroep wordt geadviseerd om de samenwerking aan te passen en aan te laten sluiten bij de werkwijze zoals wordt ingericht in de transitie jeugdzorg. Dus: ● Richt de samenwerking in op subregionaal niveau; ● Borg het onderwerp cliëntenbeleid in de accountteams die worden ingericht in de regio’s. ● Benoem per subregio een contactambtenaar; ● Betrek het verantwoordelijke orgaan dat verwijzingen gaat verzorgen.
Pag. 3
4. Borg wettelijke verplichtingen met zorgaanbieders De zorgaanbieders moeten volgens de nieuwe Jeugdwet een regeling hebben voor de behandeling van klachten. Daarnaast zijn zorgaanbieders (groter dan 10 personen) in de nieuwe Jeugdwet ook verplicht een cliënten/medezeggenschapsraad in te stellen (ook in de huidige Jeugdwet zijn deze verplichtingen opgenomen). De gemeenten zullen er op toe moeten zien dat de jeugdzorgaanbieders een cliëntenraad en een onafhankelijke klachtencommissie hebben waar cliënten met hun klachten terecht kunnen en waar zij voldoende mogelijkheden hebben om hun stem te kunnen laten horen. Advies: gemeenten nemen de verplichting voor een cliëntenraad en behandeling van klachten op in de subsidie/inkoopvoorwaarden aan (jeugdzorg)zorgaanbieders (zie bijlage met subsidievoorwaarden). 5. Richt een bezwaar- en klachtenprocedure in bij gemeente (of gemandateerde instelling) voor verwijzingen Bureau Jeugdzorg Drenthe heeft een onafhankelijke klachtencommissie waar cliënten met hun klachten terecht kunnen en waar zij voldoende mogelijkheden hebben om hun stem te kunnen laten horen. Cliënten kunnen ook bezwaar aantekenen tegen een indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg Drenthe. Gemeenten nemen deze taken over van Bureau Jeugdzorg. Dit houdt in dat gemeenten (of een gemandateerde instelling) voor 1 januari 2015 geborgd moeten hebben dat cliënten een klacht of bezwaar kunnen aantekenen. Advies: Richt een bezwaar- en klachtenprocedure in bij de gemeente (of bij gemandateerde instellingen) met betrekking tot jeugdzorg. Er wordt aangeraden om de behandeling van bezwaren en klachten op te nemen in de subsidie/inkoopvoorwaarden aan (jeugdzorg)aanbieders. (Voor bezwaren moet je bestuursorgaan zijn om die te kunnen behandelen) Aandachtspunten bezwaarprocedure: Inrichting van bezwaarprocedure is afhankelijk van wie de indicatiestelling verricht. Als de gemeente zelf gaat indiceren dan is de gemeente verantwoordelijk voor de bezwaarprocedure. Het bezwaar wordt voorgelegd aan een onafhankelijke adviescommissie. Let erop dat de Jeugd is vertegenwoordigd in deze commissie. Als een gemandateerde instelling de indicatie gaat verrichten (nu CIZ voor AWBZ-zorg) dan kan bij deze instelling bezwaar worden ingediend. Op dit moment is het nog niet duidelijk wie de indicaties gaat uitvoeren. Aandachtspunten klachtenprocedure Klachten over de uitvoering van Jeugdzorg kunnen ook per 1 januari 2015 worden ingediend bij de uitvoerende organisatie. Als het gaat om klachten over het proces of procedure (bijvoorbeeld de lange wachttijd) kunnen klachten worden ingediend bij de gemeente.
Adviezen voor vernieuwing en transformatie Onderstaande adviezen zijn gericht op vernieuwing en transformatie voor de RTA periode (2014 2016). We constateren dat het cliëntenbeleid, vertrouwenswerk en belangenbehartiging in de huidige situatie vakkundig en naar tevredenheid functioneert. Ook de onderlinge samenwerking tussen de verschillende organen is in de huidige constellatie kwalitatief goed. De Transitie biedt wellicht kansen om vanuit gemeentelijke regie het cliëntenbeleid wellicht nog beter (anders) te organiseren. Let op: eerste focus blijft liggen bij de wettelijke eisen per 1 januari 2015 vanuit de Jeugdwet). 6. Breng samenhang aan in de inrichting van vertrouwenswerk en klachtenrecht en werk cliëntenparticipatie en -ondersteuning uit voor het hele sociale domein In de huidige Wet op de Jeugdzorg is het duidelijk voor wie de regelingen zijn ingericht. Samen met de transformatie vervagen de scheidslijnen tussen preventie, begeleiding, hulp en zorg. Gemeenten richten integrale jeugd- en/of sociale teams in die vanuit één team steun, hulp en zorg bieden in de directe omgeving van de cliënt. Zijn alle cliënten van zo’n team gebaat bij vertrouwenswerk en klachtrecht? De indruk is dat cliëntenparticipatie goed kan worden uitgewerkt voor het gehele sociale Pag. 4
domein, maar vertrouwenswerk en klachtenrecht minder. Er zijn veel partijen die formele en informele vormen van cliëntenondersteuning leveren en in het verlengde hiervan belangenbehartiging, vertrouwenswerk en klachtafhandeling. Wij constateren dat met bovengenoemde adviezen belangenbehartiging en vertrouwenswerk voor de komende twee jaar is geborgd, maar dat voor een effectieve toepassing van cliëntenbeleid verdere uitwerking nodig is tussen gemeenten, zorgaanbieders en uitvoerders van het vertrouwenswerk en belangenbehartiging. Het is belangrijk om te bepalen op welk niveau deze afspraken gemaakt moeten worden. Het ligt voor de hand dit op subregionaal of regionaal niveau te gaan doen. Ideeën: ●
Onderzoek lokaal de mogelijkheden van een (cliënten)participatieraad voor het hele sociale domein;
●
Maak gebruik van pilots en goede voorbeelden. Besproken is de pilot Assen waar de cliëntenraad van Sociale Zaken en werkgelegenheid en de WMO raad zijn overgegaan naar een participatie en cliëntparticipatieraad voor het hele sociale domein. Daarbij zijn ook verschillende raden opgeheven, zoals de sportraad en de ouderenraad. Deze kunnen zich aansluiten bij de nieuwe raden.
●
Er is behoefte aan een factsheet over de rollen en functies van Zorgbelang en Stichting Pleegwijzer op het terrein van medezeggenschap en collectieve belangenbehartiging en over de rollen en functies van het AKJ (Advies en klachtenbureau Jeugdzorg). Daarmee kunnen de gemeenten in de regio geïnformeerd en geadviseerd worden. De werkgroep clientenbeleid zal relevante gegevens en informatie beschikbaar stellen over cliëntenparticipatie, vertrouwenswerk, belangenbehartiging. En indien gewenst kan informatie worden gegeven tijdens regionale bijeenkomsten.
●
Maak gebruik van de PoD interventieniveaus om vertrouwenswerk, klachtafhandeling en belangenbehartiging in te richten (Het lijkt onwerkbaar als iedere gemeente andere beleidskaders over vertrouwenswerk en klachten hanteert);
●
Bepaal uitgangspunten voor cliëntenparticipatie. Zie schema in bijlage.
●
Onderzoek de mogelijkheden om de functie van vertrouwenspersoon breder in te richten (voor het hele sociaal domein:Wmo, Participatie en Jeugdzorg);
●
In het kader van de transitie jeugdzorg zijn in Drenthe een aantal spiegelgesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van cliëntenraden, vertrouwenspersonen, ouders en jongeren. Thema’s werden bespreekbaar en mogelijke oplossingen werden aangedragen. Belangrijk hierbij is: inspraak vraagt ook om vervolgacties. Geadviseerd wordt om deze methode vaker toe te passen in de Drentse pilot.
●
De Adviesraad van Accare uitte de wens om samen te werken met andere cliëntenraden in het kader van de transitie/transformatie in Drenthe. In Groningen is hiervoor een platform Jeugdzorg op dit gebied. De indruk is dat het meerwaarde heeft om als gezamenlijke gemeenten initiatief te nemen tot verdere cliëntparticipatie en -invloed als een soort parallelproces in de ontwikkeling van de nieuwe jeugdzorg in Drenthe. In welke vorm en op welke schaal is natuurlijk onderwerp van discussie en ook wat effectieve instrumenten zijn in de verschillende fasen van ontwikkeling en uitvoering.
Advies: De werkgroep clientenbeleid onderzoekt in periode tot 1 januari 2015 aantallen, efficiency, effectiviteit en klanttevredenheid van het huidige vertrouwenswerk. Op basis van dit inzicht kunnen op lokaal niveau vervolgstappen bepaald worden voor vernieuwing en transformatie (Waarbij ook aandacht moeten worden besteed aan regionale samenwerking tussen gemeenten en regionale afspraken die worden gemaakt met instellingen). Gebruik de RTA periode (2014 – 2016) om een visie te creëren op het gebied van cliëntenbeleid, participatie en ondersteuning en verbeteringen door te voeren.
Pag. 5
Bijlage: definities en wettelijk eisen Bij de uitwerking in het schema hieronder is als bron gebruikt het Kamerstuk 1e Kamer 33 684 : GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET d.d. 17 oktober 2013 ; (Jeugdwet) Regels over de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroeien opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen
Art.
Onderwerp
Wat zegt de jeugdwet (en wat moet minimaal gerealiseerd zijn voor 1/1/2015)
2.6
beroep op vertrouwenspersoon*
2.6 f college is verantwoordelijk voor dat jeugdigen, ouders of pleegouders een beroep kunnen doen op een vertrouwenspersoon ( definitie art 1.1.) 2.6-2 rechtspersoon waar deze vertrouwenspersonen zijn aangesteld * Definitie: vertrouwenspersoon: persoon die jeugdigen, ouders of pleegouders op hun verzoek ondersteunt in aangelegenheden die samenhangen met de wettelijke taken en verantwoordelijkheden van het college, de jeugdhulpaanbieder, de gecertificeerde instelling en het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. 2.6 2. Het college is er verantwoordelijk voor dat een vertrouwenspersoon werkzaam is bij een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die onafhankelijk is van het college, de jeugdhulpaanbieder, de gecertificeerde instelling en het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling en van personen in dienst van het college, de jeugdhulp-aanbieder, de gecertificeerde instelling en het advies- en meldpunt en stelt de vertrouwenspersoon in de gelegenheid zijn taak uit te oefenen.
4.1.9
jeugdhulpverleners en gecertificeerde instelling stellen vertrouwenspersoon in de gelegenheid zijn taak uit te oefenen; verder in amvb te regelen, VOG,
par 4.2
rechtspositie jeugdigen en ouders
4.2.a
4.2.1 klachtrecht
4.2.b.
Medezeggenschap
klachtenregeling, klachtencommissie, reglement mbt procedure, gevolg beleid aanbieder/gecertificeerde instelling
4.2.5. Cliëntenraad
aanwezigheid cliëntenraad bij jeugdhulp en gecertificeerde instelling ; schriftelijke regeling met betrekking tot procedures
4.2.6. Adviesrecht cliëntraad
adviesrecht over besluiten van jeugdhulp- en gecertificeerde instelling; ook ongevraagd advies mogelijk
4.2.7. Besluitvorming na advies
overlegverplichting jeugdhulp- en gecertificeerde instelling met cliëntraad; motivatieplicht bij afwijking advies; inroepen nietigheid door cliëntraad
Pag. 6
4.3
6.5
4.2.8. Informatieplicht
Informatieplicht jeugdhulp en gecertificeerde instelling jegens cliëntraad
4.2.9. bevoegedheidsuitbreiding cliëntraad
Mogelijkheid van jeugdhulp instelling en gecertificeerde instelling cliëntraad ruimere bevoegdheden te geven
4.2.10 invloed bestuurssamenstelling
recht cliëntraad/raden een bestuurslid van jeugdhulp- en gecertificeerde instelling voor te dragen
4.2.11 commissie vertrouwenslieden
bindende besluiten bij geschillen tussen cliëntraad en bestuur
4.2.12 pleegouderrraad
ingesteld bij pleegzorgaanbieder, zelfde bevoegdheden als cliëntenraad hiervoor (4.2.5-4.2.11)
Maatschappelijke verantwoording 4.3.1. jaarverslag
- participatie ouders en jeugdigen bij kwaliteitsbeleid - frequentie kwaliteitsbeoordeling en resultaat - gevolg aan klachten gegeven -beknopte beschrijving klachtregeling - hoe regeling onder aandacht gebracht bij doelgroep - samenstelling klachtencommissie - uitvoering klachtenciecf 4.2.1 - aantal en strekking oordelen en aanbevelingen klachtencie
4.2.3. openbaarmaking
- verslag 4.3.1. - uitgangspunten van beleid - notulen bestuursvergaderingen - klachtenregeling en regeling cliëntenraad
klachtrecht bij vrijheidsbeperkende maatregelen
jeugdige en gezagsdragers over jeugdige
6.5.1. klachtrecht
Klachtrecht met betrekking tot beslissingen voortvloeiend uit 6.3.1, 6.3.2-1, 6.3.3-1, 6.3.4-1 en -3 , 6.3.5-1, 6.3.7, 6.4.1 Ingediend cf. klachtregeling in art. 4.2.1. Nader te regelen in amvb
6.5.2. schorsing
schorsing beslissing waarover geklaagd door vzberoepscie hangende procedure
6.5.3. Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen van toepassing
bij beslissing cf. 6.5.1 derde lid zijn art. 74 t/m 76 beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen van toepassing NB er kunnen nadere amvb ' s worden opgesteld met betrekking tot de kwaliteit van de jeugdhulpverlening/aanbieders en gecertificeerde instellingen waarin ook nadere regels m.b.t. cliëntenbeleid kunnen worden opgenomen. ( zie 4.1.5)
Bijlage: overzicht cliëntenbeleid per sector
Pag. 7
Sector
Vertrouwenspersoon en klachtenregeling
Financiering
Budget
Provinciale jeugdzorg (inclusief jeugdzorgplus)
Zorgbelang Drenthe levert de Vertrouwenspersoon jeugdzorg (BJZ Drenthe en Yorneo en in overleg met het AKJ ook incidenteel voor WSG en LdH). Het Advies- en Klachtenbureau Jeugdhulpverlening (AKJ) is de organisatie voor vertrouwenswerk in andere provincies. Daarnaast biedt Zorgbelang op vraag ook training en ondersteuning aan cliëntenraden.
Provincie Drenthe
€ 161.000,--
Cliënten van Wilster (Het Poortje) kunnen gebruik maken van een aparte cliëntvertrouwenspersoon die in dienst is bij Zorgbelang Groningen.
Ministerie van VWS
Het AKJ maakt geld over aan Zorgbelang Groningen: 22 uren/week à € 59,-/uur t.b.v. Wilster. Is voor Drenthe èn Groningen
De landelijk werkende instellingen (LWI’s) kunnen gebruik maken van ondersteuning door een cliëntvertrouwenspersoon van het AKJ.
Ministerie van VWS
Voor 2014 kopen de LWI’s het AKJ in voor heel Nederland
Stichting Pleegwijzer voor belangenbehartiging van pleeggezinnen in Drenthe
Provincie Drenthe
€ 25.374,--
Jeugd GGZ
LSFVP PVP
Ministerie van VWS
Jeugd LVG
Functionaris in dienst van de organisatie zelf
LWI’s zijn: William Schrikker Groep (Pleegzorg), Leger des Heils (Pleegzorg), Stichting Gereformeerd Jeugdwerk (Pleegzorg), Horizon/Avenier, Hoenderloogroep en Leger des Heils. Yorneo treedt hierbij op als hoofdaannemer. Ingekochte hulp (bij de LWI’s) moet aan dezelfde eisen voldoen als die aan Yorneo worden gesteld.
Pag. 8
Bijlage: uitgangspunten voor participatie In onderstaand schema worden keuzes voorgelegd voor de inrichting van de cliënt en burgerparticipatie (uit: Modellen voor lokale participatie van Movisie) Welke uitgangspunten voor participatie wil de gemeente/subregio hanteren?
Keuze werkgroep (t.z.t. gezamenlijk richting aan geven)
A. Wat is het lokale doel van de participatie? 1. Draagvlak, legitimiteit en kwaliteit van het gemeentelijk beleid vergroten, door het beleid beter te laten aansluiten bij de behoeften en knelpunten die burgers/cliënten ervaren in hun dagelijks leven. 2. Een bijdrage leveren aan het gemeentelijk beleid, opdat iedereen volwaardig kan participeren in de samenleving en er adequate ondersteuning/voorzieningen zijn met het oog op kwaliteit van leven voor iedereen. 3. De kracht van de civil society aanboren door ruimte voor burgerparticipatie en burgerkracht te creëren. 4. De kloof tussen burger en gemeente verkleinen door de gemeente en het gemeentelijk beleid zichtbaarder en toegankelijker te maken voor burgers. 5. De inbreng van een brede groep burgers garanderen. 6. Een effectieve samenwerkingsrelatie met de gemeente realiseren. 7. Creatieve, frisse en kritische inbreng van burgers/cliënten leveren. 8. Als brug tussen gemeente en burgers functioneren. B. Komt de focus te liggen op alle burgers of vooral cliënten? ● alle burgers, zonder uitzondering en zonder onderscheid, hun stem moeten kunnen laten horen aan de gemeente; ● of dat vooral cliënten en betrokkenen hun stem moeten kunnen laten horen aan de gemeente. C. Wordt er vooral rechtstreeks of via vertegenwoordigers geadviseerd? ● burgers, cliënten, betrokkenen altijd zelf direct, in rechtsreeks contact, hun stem moeten kunnen laten horen aan de gemeente; ● burgers, cliënten, betrokkenen beter hun stem via georganiseerde verbanden aan de gemeente kunnen laten horen; ● of dat burgers, cliënten, betrokkenen beter hun stem via deskundigen aan de gemeente kunnen laten horen. D. Volgens vaste patronen of divers? ● burgers, cliënten, betrokkenen via geïnstitutionaliseerde en geformaliseerde vormen van inspraak hun stem moeten kunnen laten horen; ● of dat burgers, cliënten, betrokkenen vooral via vrije en creatieve vormen van meedenken en co- creatie hun stem moeten kunnen laten horen. Pag. 9
E. Vooral integraal of juist per specifieke doelgroep? ● burgers, cliënten, betrokkenen vooral per specifieke doelgroep en specifiek belang hun stem moeten kunnen laten horen aan de gemeente; ● of dat burgers, cliënten, betrokkenen altijd via één organisatie, en dus integraal, hun stem moeten kunnen laten horen aan de gemeente. F. Meer ervaringsdeskundig of meer beleidsdeskundig? ● er vooral ervaringsdeskundigheid nodig is om de stem van burgers, cliënten, betrokkenen te kunnen laten horen; ● of dat er vooral beleidsdeskundigheid nodig is om de stem van burgers, cliënten, betrokkenen te kunnen laten horen. G. Voorkeur voor theoretisch model? ● Meer representatief meedenken: alle burgers – via vertegenwoordigers – formeel – integraal – ervaringsdeskundig ● Meer vertrouwen op experts: alle burgers – via vertegenwoordigers – formeel – integraal – beleidsdeskundig. ● Meer de belangen centraal stellen: vooral cliënten – via vertegenwoordigers – formeel – per specifieke doelgroep –ervaringsdeskundig ● Meer creatieve en verbindende burgerkracht: alle burgers – rechtstreeks – informeel – integraal ervaringsdeskundig H. Positie van de jeugdwet-participatie? ● Zelfstandige vorm kiezen ● Samenvoegen met de Wmo-raad ● Samenvoegen met het volledige sociale domein
Pag. 10
Bijlage: voorbeeld subsidievoorwaarden Cliëntenbeleid. U geeft actief invulling aan het cliëntenbeleid en de wettelijke vereisten omtrent het cliëntenbeleid. Klachtrecht U - heeft beleid over het intern bespreken en oplossen van onvrede van cliënten. - stuurt medewerkers aan op het omgaan met externe klachten. - registreert en publiceert externe klachten, inclusief maatregelen te verbetering. - inventariseert interne klachten. - evalueert periodiek klachtenprocedures en brengt zo nodig verbeteringen aan. - informeert cliënten over de onafhankelijke klachtencommissie en de klachtenprocedure. Medezeggenschap U - heeft beleid over medezeggenschap voor jongeren en ouders. - bevordert dat jongeren deelnemen aan de cliëntenraad of aan een andere vorm van inspraak. Cliëntvertrouwenspersoon U - faciliteert cliëntvertrouwenspersonen - informeert cliënten over de cliëntvertrouwenspersonen. Cliënttevredenheid - U scoort op de cliënttevredenheidsmeting tenminste een 7,5 voor elk programma afzonderlijk en een 8 voor de organisatie als geheel Belangenbehartiging U - zorgt ervoor dat alle pleegouders die staan ingeschreven bij de diverse aanbieders, op de hoogte zijn van uw aanbod en activiteiten. - bent namens pleegouders gesprekspartner van Bureau Jeugdzorg, de diverse pleegzorgaanbieders en ook de nieuwe bestuurders van na 2014, als ook de Centra voor Jeugd en Gezin. - onderhoudt contacten en een samenwerkingsrelatie met landelijke organisaties op het gebied van pleegzorg.
Pag. 11
Bronvermelding Factsheet cliëntenbeleid in de jeugdzorg http://www.noord-holland.nl/web/Projecten/Transitie-Jeugdzorg/TransitieJeugdzorg/Artikel/Kennisdeling-vertrouwenswerk-klachtenrecht-enmedezeggenschap.htmlhttp://www.noord-holland.nl/web/Projecten/Transitie-Jeugdzorg/TransitieJeugdzorg/Artikel/Kennisdeling-vertrouwenswerk-klachtenrecht-en-medezeggenschap.html http://www.noord-holland.nl/web/Projecten/Transitie-Jeugdzorg/TransitieJeugdzorg/Artikel/Kennisdeling-vertrouwenswerk-klachtenrecht-en-medezeggenschap.html http://www.vng.nl/onderwerpenindex/decentralisaties-sociaal-domein/decentralisatiejeugdzorg/nieuws/gemeenten-akkoord-met-collectieve-financiering-taken-decentralisatiejeugdzorghttp://www.vng.nl/onderwerpenindex/decentralisaties-sociaal-domein/decentralisatiejeugdzorg/nieuws/gemeenten-akkoord-met-collectieve-financiering-taken-decentralisatie-jeugdzorg http://www.vng.nl/onderwerpenindex/decentralisaties-sociaal-domein/decentralisatiejeugdzorg/nieuws/gemeenten-akkoord-met-collectieve-financiering-taken-decentralisatie-jeugdzorg Cliëntenondersteuning (MEE): https://www.vng.nl/files/vng/publicaties/2014/20140413-handreikingcliëntondersteuning.pdfhttps://www.vng.nl/files/vng/publicaties/2014/20140413-handreikingclientondersteuning.pdf https://www.vng.nl/files/vng/publicaties/2014/20140413-handreiking-clientondersteuning.pdf http://www.vng.nl/files/vng/nieuws_afbeeldingen/2014/201402-informatiekaartcliëntondersteuning.pdfhttp://www.vng.nl/files/vng/nieuws_afbeeldingen/2014/201402-informatiekaartclientondersteuning.pdf
Pag. 12