Haantje de voorste. Met een schoon geweten:
Classic-Line NOVI C 1500
Gebruikershandboek en serviceboekje
2
Dit gebruikershandboek en serviceboekje geldt voor het model emco NOVI C 1500
Voertuigidentificatienummer (VIN): Eerste toelating voertuig:
.
.
____________________________________________
____________________________________________
Stempel
Datum, handtekening
emco dealer
emco dealer
Wij verzoeken u de gegevens 'Service eerste toelating' op pagina 43 ('Serviceboekje') in te vullen.
3
Gebruikershandboek en serviceboekje Classic-Line NOVI C 1500
4
In dit handboek worden de functies, het gebruik, onderhoud en de verzorging van uw nieuwe voertuig beschreven. Lees alles goed door en volg de aanwijzingen precies op, dan zal uw NOVI een lange levensduur hebben en zult u heerlijk kunnen rijden.
OPGELET
Lees alle veiligheidsvoorschriften en instructies.
Het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften en instructies kan een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel veroorzaken en gevolgen hebben.
Neemt u in elk geval het betreffende inspectie- en onderhoudsschema in acht en zorg dat de voor de garantie noodzakelijke
servicewerkzaamheden, die door onze dealer werden uitgevoerd, door deze afgestempeld en ondertekend worden.
De garantietermijn voor de aangeschafte elektroscooter bedraagt 24 maanden na het eerste gebruik.
Bewaar dit gebruikershandboek voor toekomstig gebruik en berg het in het voertuig op.
Lingen, april 2013 Rev01-01
5
Inhoud Veiligheidsvoorschriften. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Schoonmaken en verzorgen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Het voertuig. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Onderhoud – verlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Overzicht belangrijkste componenten. . . . . . . . . . . . . . . . 10
Verlichting voor. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Bedieningselementen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Koplamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Schakelaarcombinatie links . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Instrumenten en indicaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Stadslicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Schakelaarcombinatie rechts. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Regeling lichtkegel dimlicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Knipperlicht voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Contactslot. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Dashboardverlichting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Stuurslot. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Verlichting achter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Contactslot beveiligen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Extra knipperlicht achter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Zadel openen en sluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Zekering van de verlichting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Accu opladen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Onderhoud – remmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Instelling van de achterste wielophanging. . . . . . . . . . . 20
Voorrem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Instelling van de achteruitkijkspiegels. . . . . . . . . . . . . . . . 21
Achterrem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Storingen verhelpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Controles voor rijbegin. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Inspectie- en onderhoudsschema. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Motor inschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Technische gegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Starten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Serviceboekje. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Veilig rijden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
6
Veiligheidsvoorschriften Belangrijke informatie Bij vragen over rijbewijs-, toelatings-, belasting- en verzekeringsplicht moet u altijd de wettelijke voorschriften van het land waarin u de scooter in gebruik wilt nemen opvolgen.
• Wanneer het voertuig niet volgens de voorschriften wordt gebruikt, vervalt de garantie. • De scooter is bedoeld voor gebruik met bestuurder en bijrijder in het wegverkeer. • De toegestane maximumsnelheid van 25 resp. 45 km/h mag niet worden overschreden. • Alle handelingen om de motor/snelheid op te voeren en het 'tunen' van motoren en controllers zijn wettelijk verboden. U brengt hiermee uw eigen veiligheid in gevaar. Bovendien worden
Bij vragen over helmplicht, het verplicht meevoeren van
de veiligheid en levensduur van uw voertuig verkort en komen de
voertuigpapieren, verbanddoos of gevarendriehoek moet
verzekering, het Europese gelijkvormigheidsattest (COC) en de
u altijd de wettelijke voorschriften (ook toelatingsbepalingen) van het land waarin u met de scooter wilt rijden opvolgen.
garantie te vervallen. • Het veranderen of aanpassen van de kentekenplaathouder, de verlichtingsgroepen, akoestische signalen en de achteruitkijkspiegel zijn strafbaar en hebben tot gevolg dat de garantie en verzekering komen te vervallen. • Het veranderen van het voertuigidentificatienummer (VIN) is strafbaar en kan juridisch worden vervolgd; de eigenaar wordt
hiervoor aansprakelijk gesteld.
7
• Noteer a.u.b. de voertuiggegevens van uw scooter:
• Rijd bij slecht weer (regen, sneeuw, ijs) bijzonder voorzichtig.
- voertuigidentificatienummer (VIN)
- motornummer
• Bij lange ritten in de regen en na het wassen van de scooter
- typeplaatje
kan de rem trager reageren i.v.m. het vocht.
- kenteken
Na het wassen van de scooter raden we u aan de remmen, op een
en bewaar die samen met de reservesleutel op een veilige
verkeersveilige plaats, voorzichtig 'droog te remmen'.
plaats, dus niet bij uw voertuig.
Tijdens ritten in de regen is het goed vaker voorzichtig te remmen om een goede remfunctie te garanderen.
• Voor iedere rit moet de scooter op verkeersveiligheid
worden gecontroleerd. Controleer altijd:
- functioneren van de remmen
- goede bandenspanning
- functioneren van alle signalen en verlichting
- veilige algemene staat
• Houd rekening met het toegestane maximumgewicht.
8
Voor uw veiligheid
Aan de rechterkant van het stuur zit de remhendel voor de voorrem. • Het voertuig mag alleen met geheel omhoog geklapte standaard
Voor dit voertuig geldt in heel Europa de helmplicht. Rij alleen met helm (ook de bijrijder) en met passende beschermkleding. Draag opvallende en lichte kleuren,
worden gebruikt.
• Rijd altijd met licht! • De service-intervallen (serviceboekje) moeten altijd worden aangehouden (Bovag-werkplaats) en in het serviceboekje worden
zodat u beter en sneller wordt gezien door de andere
gedocumenteerd om uw garantieaanspraken in
verkeersdeelnemers.
Dit voertuig werd door de fabrikant compleet bedrijfs-
stand te houden.
klaar geleverd. Desondanks verzoeken wij u de volgende
OPGELET
punten in acht te nemen voor de eerste ingebruikneming: • Laad de accu met de meegeleverde acculader geheel op
voordat u de eerste keer met de scooter gaat rijden.
Het rijden onder invloed van alcohol, drugs of bepaalde medicijnen is voor u en anderen zeer gevaarlijk.
• Accu's verliezen per dag tot wel één procent van hun vermogen. In de winter kan de accu door de lage temperaturen aan vermogen verliezen. • Controleer de werking van de remmen. Aan de linkerkant van het stuur zit de remhendel voor de achterrem.
De NOVI is uitgerust met een overbelastingsbeveiliging,
die bij het achteruitrollen geactiveerd kan worden en
de aandrijving kan belemmeren. Rem in dit geval tot uw voertuig helemaal stilstaat en geef pas daarna opnieuw gas, zodat de aandrijving weer kan worden ingeschakeld.
Bij hindernissen en hellingen met een percentage van
Rij de accu van de scooter nooit helemaal leeg (diepontlading),
meer dan 14% kan de overbelastingsbeveiliging van de
aangezien hierdoor de vermogensopname van de accu aanzienlijk
NOVI eveneens geactiveerd worden en de aandrijving
beïnvloed resp. verslechterd kan worden.
worden belemmerd.
Lithium-ion- en siliconen-accu's regelmatig half opladen, heeft niet tot gevolg dat de oplaadcapaciteit slechter wordt resp. dat het aantal laadcycli van de accu's vermindert. Integendeel, de accu's zijn hier
OPGELET Mocht uw scooter tijdens het rijden niet meer zijn volledige maximumsnelheid resp. bereik halen, ondanks dat de accu compleet is opgeladen, dan zou het kunnen zijn dat de accu defect is. De NOVI heeft een gesloten accu die compleet moet worden vervangen als de capaciteit minder wordt. Laat in dit geval de accu en ook de acculader door een erkende dealer testen.
dankbaar voor met een langere levensduur. Houd hierbij rekening met het feit dat de garantieduur voor de hoofdaccu's van het voertuig beperkt is tot 24 maanden.
9
12
23
22
10
Het voertuig Overzicht belangrijkste componenten
3
4
2
5
1
6 7 8
1 Stadslicht
2 Koplamp
3 Knipperlicht linksvoor
4 Veiligheidsschakelaar
5 Zadelslot
6 Achterlicht / remlicht
7 Knipperlicht linksachter (zonder functie)
8 Extra knipperlicht linksachter
9
11
10
9 Motor achteras
10 Middenstandaard
11 Zijstandaard
11
17
18
19
20
12 Accu
13 Reflector
14 Extra knipperlicht rechtsachter
15 Knipperlicht rechts-
21
16
achter (zonder functie) 16 Bagagedrager
17 Passagiershandgreep
18 Zadel
19 Tashaak
20 Remvloeistofreser-
15
14 13
voir vooras
21 Knipperlicht rechtsvoor
22 VIN: voertuigidentificatienummer
12
23
22
(achter afdekking)
3
4
23 Typeplaatje
12
3
Bedieningselementen
3
4
1 Schakelaarcombinatie
links
2
10 0
20
30 40 50
60 70 80
km/h
5
2 Achterremhendel
3 Achteruitkijkspiegel
4 Snelheidsmeter
5 Voorremhendel
6 Schakelaarcombinatie
rechts
1
6 7
9
8
7 Contactslot / stuurslot
8 Opbergvak rechts
9 Opbergvak links
13
1
1
2 10 0
20
3 4 30 40 50
1
60 70
c b a
80 km/h
2 3
2 3
Schakelaarcombinatie links
Instrumenten en indicaties
Schakelaarcombinatie rechts
1 Groot- en dimlicht
1 Indicatie groot licht
1 Gashendel / potentiometer
2 Knipperlichtschakelaar links / rechts
2 Snelheidsmeter
2 Verlichting
3 Claxon
3 Knipperindicatie links/rechts
w – uit
4 Indicatie acculaadtoestand
b – stadslicht
c – rijlicht
3 Claxon
14
10 0
20
30 40 50
Contactslot
60 70 80
km/h
OFF – het complete stroomcircuit is onderbroken. De motor en
lichten kunnen niet worden ingeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
ON – de elektrische motor is startklaar. De lichten kunnen worden ingeschakeld. De sleutel kan niet worden uitgenomen.
P
Stuurslot
US
H
LOC
K
OFF
ON
Sleutel in de PUSH-positie brengen en het stuur helemaal naar
links draaien. De sleutel in de LOCK-positie draaien.
Het stuur hierbij licht bewegen tot het stuurslot vastklikt.
De sleutel eruit halen.
P
Contactslot beveiligen US
H
OFF
15
De NOVI is uitgerust met een beschermkap als beveiliging van
ON
het contactslot tegen regen en misbruik.
LOC
K
De beschermkap wordt met de startsleutel geactiveerd en
gedeactiveerd. Pak hiervoor de sleutel bij de kop vast en steek de sleutelkop in de hiervoor passende opening links onder het contactslot. Draai de sleutel voor het activeren rechtsom. Een rood beschermkapje schuift voor het contactslot.
SH PU
OFF ON
SH PU
Draai de sleutel linksom om te deactiveren. Het contactslot
OFF ON
wordt weer vrijgegeven.
LOCK
LOCK
16
Zadel openen en sluiten De sleutel naar rechts draaien: het zadel is ontgrendeld en kan worden geopend.
Om het zadel te sluiten, moet dit naar beneden geklapt en op het in de afbeelding getoonde punt gedrukt worden, tot het zadel vastklikt.
17
Veiligheidsvoorschriften
• Niet met vochtige handen aanraken.
• Gebruik alleen de meegeleverde accu en voor het
• De scooter moet uitgeschakeld zijn als de netstekker in het
aansluiten alleen de direct hierop aangesloten
stopcontact wordt gestoken.
steekverbinding.
• Laad de accu uitsluitend met de originele, meegeleverde
• Neem de acculader niet in gebruik als de acculader zelf, het netsnoer of het aansluitsnoer zichtbaar beschadigd zijn
acculader van de producent.
door scherpe randen of hitte of wanneer ze bekneld zijn
• Let bij het opladen van de accu op:
- de correcte aansluiting van de acculader via de
geraakt. • Sluit de acculader alleen aan op een verlengsnoer dat
hiervoor bedoelde oplaadstekker,
- voldoende ventilatie,
geschikt is voor de capaciteit en de veiligheidsklasse van de
- droge omgeving.
acculader – zie de 'Technische gegevens'.
• Voer nooit zelf reparaties uit aan de
hoofdaccu of aan de acculader.
• Voer regelmatig visuele controles uit van de aansluit-
stekker en de acculader. Laat deze bij beschadigingen
vervangen.
• Breng de acculader, het net- en aansluitsnoer nooit in contact met water.
• Trek de stekker uit het stopcontact, - als zich tijdens het gebruik een storing voordoet, - na het gebruik resp. - voor het reinigen. • Trek altijd aan de stekker, nooit aan het snoer.
18
Accu opladen
2
Bij uw scooter wordt een acculader geleverd.
Deze acculader kan op ieder normaal 230 volt stopcontact
worden aangesloten.
Houd a.u.b. rekening met de veiligheidsvoorschriften op pagina 17!
3
1
Controleer of de aansluitsnoeren (1) met de accu zijn
verbonden.
Zorg ervoor dat het ventilatorwiel aan de achterzijde vrij
kan draaien en dat het koellichaam niet wordt afgedekt.
Steek eerst de netstekker van de acculader (2) in een 230 volt stopcontact. Sluit vervolgens de acculader (2) op het laadcontact (3) onder het zadel aan.
1
Laadstatus: led rood knipperend - laadt op,
led groen - accu opgeladen
19
3
De accu's kunnen ook afzonderlijk buiten de scooter worden opgeladen.
Neem de veiligheidsinstructies op pagina 17 in acht! Om de accu's uit te nemen, moet u de contactsleutel op positie 'OFF' (Uit) zetten, de aansluitsnoeren (1) van de accu loshalen en elke afzonderlijke accu aan de greep uit de scooter trekken.
2
Led
Zorg ervoor dat het ventilatorwiel aan de achterzijde vrij
kan draaien en dat het koellichaam niet wordt afgedekt.
Steek eerst de netstekker van de acculader (2) in een 230 volt stopcontact.
U kunt de acculader nu direct op de aansluitbus (3)
van de accu aansluiten om op te laden.
20
Instelling van de achterste wielophanging
De achterste wielophanging/vering bestaat uit een
dubbel werkende schokdemper (dempt bij het trekken
en drukken). De schokdemper is uitgerust met een
draadring waarmee de veervoorspankracht kan worden ingesteld. De standaardinstelling af fabriek is op een gewicht van de bestuurder van 75-80 kg ingesteld. Voor andere gewichten of eisen moet de draadring met een hoeksleutel worden versteld en op de ideale rijomstandigheden worden ingesteld.
OPGELET De twee achterste schokdempers moeten op dezelfde veervoorspankracht worden ingesteld.
Een draaiing met een klik naar + verhoogt de veer-
voorspankracht. Hardere wegligging. Bij gladde en
normale wegen en bij ritten met bijrijder gebruiken.
Een draaiing met een klik naar - verlaagt de veervoor-
21
spankracht. Soepelere wegligging. Bij onverharde wegen
en bij ritten zonder bijrijder gebruiken.
Instelling van de achteruitkijkspiegels Stel de achteruitkijkspiegels voor iedere rit goed in.
De arm van de achteruitkijkspiegel moet in een rechte hoek
t.o.v. de rijrichting van het voertuig staan. Beide achteruit-
2 1
kijkspiegels hebben een rechtse schroefdraad.
• Draai de contramoer 1 met een steeksleutel los.
• Stel de achteruitkijkspiegel 2 met de hand in op de
gewenste positie.
• Draai de contramoer 1 vervolgens weer vast.
22
Rijden
Controles voor rijbegin
Controleer uw voertuig a.u.b. met behulp van de volgende controlelijst voor iedere rit op functie en veiligheid.
Denk eraan dat het niet uitvoeren van deze controles zwaar lichamelijk letsel of grote materiële schade aan het voertuig kan veroorzaken. Het controleren neemt erg weinig tijd in beslag, maar het veiligheidsaspect is bijzonder groot. Controlepunt
Controleren...
Schijfrem voor
Functie, de vrije slag van de remhendel, het remvloeistofpeil (evt. laten bijvullen), de remslang op beschadigingen controleren.
Trommelrem achter
Functie, de vrije slag van de remhendel (evt. bijstellen).
Gashendel
Soepel beweegbaar, bij alle stuurposities compleet te openen en sluiten.
Banden/wielen
Bandenstaat, bandenspanning, slijtage, eventuele beschadigingen.
Stuur
Kan gelijkmatig, zonder speling worden gedraaid.
Achteruitkijkspiegel
Stel de achteruitkijkspiegels voor iedere rit goed in.
Hoofdstandaard
Soepel beweegbaar. Klapt de hoofdstandaard door de veerspanning automatisch en volledig in?
Bevestigingselementen
Controleren of ze goed vastzitten.
Accu
De laadtoestand, m.b.v. de dashboardaanduiding.
Achterste wielophanging/vering
Instellen op het gewicht van de bestuurder.
PU
SH
OFF
10 0
ON
23
60
20
70 80
2
km/h
10 0
20
30 40 50
60 70 80
km/h
LOCK
1
Motor inschakelen
Starten
• Controleren of de gashendel in de nulpositie staat.
• Contactsleutel insteken.
• Evt. stuurslot openen.
• Achterremhendel 2 inknijpen.
• Contactsleutel op ON draaien.
• Op laadtoestand letten.
• De zij- en middenstandaard moeten bij het starten omhoog
geklapt zijn.
• Gashendel 1 langzaam draaien en tegelijkertijd de achterremhendel 2 loslaten.
• Zodra de scooter gaat rijden, uw voeten op de treeplank zetten.
24
Veilig rijden Hieronder geven wij u enkele eenvoudige tips hoe u met uw scooter in het dagelijkse gebruik veilig en ontspannen kunt rijden. Uw vaardigheden en kennis van de scooter vormen de basis voor veilig rijgedrag. Maak daarom net zolang proefritten met uw scooter op zijstraten met weinig verkeer, tot u uw voertuig goed kent. Rijd altijd binnen de grenzen van uw vaardigheden.
•
• Bij natte wegen, onverharde wegen of wegen met glad wegdek niet abrupt remmen. • Altijd met beide remmen tegelijk remmen om de remwerking te verdelen over beide wielen. • Rijd nooit weg als de scooter nog op de standaard staat.
Om abrupt wegrijden te voorkomen, mag het achterwiel niet draaien als het met de grond in aanraking komt. • Als het voertuig op zandige, modderige of door sneeuw en strooizout vervuilde wegen wordt gebruikt, moet de rem schijf regelmatig met een neutraal schoonmaakmiddel worden schoongemaakt om schurende deeltjes uit de gaten van de remschijf te verwijderen, die anders voortijdige slijtage van de remblokken tot gevolg zouden hebben.
Voordat u wegrijdt, uw helm opzetten en goed
vastmaken.
•
Op onverharde wegen langzaam en voorzichtig
• Bij gebruik met 2 personen adviseren wij de bandenspanning met
rijden.
0,2 - 0,3 bar te verhogen.
• Wij adviseren om de banden bij minder dan 2 mm profieldiepte te
•
Let a.u.b. op: na lange ritten op natte straten zonder te
vervangen. Neem ook hier de wettelijke voorschriften in acht!
hebben geremd is de remcapaciteit aanvankelijk verminderd. Onder deze rijomstandigheden moet de rem regelmatig worden gebruikt.
• Het voertuig is uitgerust met banden zonder binnenband
Stoppen/parkeren
(tubeless). In geval van een kapotte band met geringe
beschadiging kan een bandenreparatiespray worden
• De scooter stoppen
gebruikt. Voor een permanente reparatie of het vervangen
• De achterremhendel inknijpen
van de band adviseren wij u om contact op te nemen
• Contactsleutel op Off draaien
met een erkende dealer.
• Het voertuig op de zijstandaard of
Remmen Een gemotoriseerd voertuig met twee wielen heeft een remkrachtverdeling van 80% op de vooras en 20% op de achteras.
Het voertuig moet daarom altijd met beide remmen tegelijk
worden geremd.
Nooit alleen met de achterrem remmen!
hoofdstandaard zetten
• Stuurslot vastklikken
• Contactsleutel verwijderen
25
26
Schoonmaken en verzorgen
Informatie over reiniging en verzorging
Om op betrouwbare wijze roestvorming te voorkomen,
adviseren wij om de scooter na het rijden in de regen grondig
te reinigen en te drogen.
Wij raden het gebruik van roestwerende onderhoudsmiddelen
nadrukkelijk aan.
• Gebruik geschikte schoonmaak- en onderhoudsmiddelen
en een zachte spons.
• Gebruik nooit oplosmiddelen.
• Nooit een directe waterstraal op de volgende onderdelen
eventuele schoonmaakresten te verwijderen.
- koplamp
- schakelaars op het stuur
- remhendels
- stuurslot
- wiel-, lagernaaf voor
• Met een zeem afdrogen.
OPGELET
• Bij buitentemperaturen rond het vriespunt dient u altijd de onberispelijke functie van alle remmen te controleren.
richten:
• Na het wassen met schoon water afspoelen om
NA HET WASSEN
• Extreem voorzichtig op een verkeersveilige plaats enkele remacties uitvoeren. Het water op de remoppervlakken vermindert kortstondig de remcapaciteit.
27
Onderhoud – verlichting 10 0
20
30 40 50
60
2
70 80 km/h
1
Verlichting voor
• Accu's van de
aansluitsnoeren scheiden.
• Twee schroeven onder
het stuur met een
kruiskopschroeven- draaier uitdraaien.
• Lamphouder naar voren
Koplamp (dimlicht/groot licht)
kantelen, steekverbinding
losmaken en de lamphou-
der naar boven toe
uitnemen.
• Spatbescherming (1) van de • Insteekfitting (2) van de trekken.
• Beugel (3) bij de lamp
tegen vingerafdrukken. plaatsen. • De beugel vastklikken en
de steekfitting erop steken.
losmaken en het defecte lampje uitnemen.
• Nieuwe lamp beschermen In de koplampfitting
koplamp trekken. behuizing van de lamp
• Leg de lamphouder op een zachte ondergrond.
3
• Montage in omgekeerde volgorde uitvoeren.
28
10 m
9/10
Regeling lichtkegel dimlicht
• Plaats de scooter op een
Stadslicht • Voor het vervangen van
contactslot verwijderen.
voor een verticale muur. • Met bestuurder en ingeschakeld dimlicht de af-
• De afdekking aan de stuurkolom ter hoogte van het
recht oppervlak op een afstand van tien meter
H
• Met een kruiskop-
• Het defecte lampje
het stadslichtlampje moet
vervangen door een
de lamphouder
nieuwe lamp. Voorkom
schroevendraaier de licht-
gedemonteerd worden
vingerafdrukken.
straal instellen.
zoals beschreven op
• De hoogte van de boven-
pagina 27.
stand van het midden van
ste licht-donker-grens mag
de koplamp tot de grond
niet meer dan 9/10 en niet
meten (H).
minder dan 7/10 van de
trekken.
gemeten hoogte (H) zijn.
• De stadslichtfitting met het defecte lampje eruit
• De fitting met het nieuwe
lampje in de koplamp
plaatsen. • Montage in omgekeerde
volgorde uitvoeren.
• Functietest uitvoeren.
29
Knipperlicht voor
• Voor het vervangen van
• De knipperlichtfitting naar
• Het defecte lampje
• De knipperlichtfitting
links draaien en de fitting
vervangen door een
in de lampfitting doen en
het knipperlichtlampje
met het defecte lampje uit
nieuwe lamp.
met een rechtsdraaiing
moet de lamphouder
de lampfitting trekken.
Voorkom vingerafdrukken.
gedemonteerd worden
vergrendelen.
• Na een succesvol
zoals beschreven op
uitgevoerde functietest,
pagina 27.
in omgekeerde volgorde monteren.
30
10 0
20
30 40 50
60 70 80
km/h
Dashboardverlichting
Verlichting achter
• Neem bij een storing in
• Accu's van de aansluit-
• Nu zijn beide achterste
bovenste achterafdekking
knipperlichten en de
snoeren scheiden.
uitdraaien en de
gecombineerde achter-/
• Vier inbusschroeven
afdekking verwijderen.
remlichtlamp bereikbaar.
de dashboardverlichting
a.u.b. contact op met een
erkende dealer.
• Vier schroeven van de
van de beugel schroe- ven en de beugel verwijderen.
Achter-/remlicht
• De twee schroeven van de achter-/remlichtfitting losdraaien en de fitting met het defecte lampje uitnemen.
31
• Het defecte lampje vervangen door een nieuw
Extra knipperlicht achter
Voorkom vingerafdrukken. • De fitting met het nieuwe
snoeren scheiden.
• Nieuwe lamp beschermen tegen vingerafdrukken.
• Accu's van de aansluit-
lampje.
• Aan de achterkant van het
In de fitting doen en
rechtsom vastklikken.
• Onderhoud is niet noodzakelijk.
• De interne knipperlichten
knipperlicht een schroef
van het knipperlichtglas
zichtig vastschroeven en
extra knipperlichten
plaatsen.
met een kruiskopschroeven-
de werking testen.
vervangen en hebben
draaier eruit draaien.
lampje in de koplamp
• Montage in omgekeerde volgorde uitvoeren.
• Het defecte lampje licht in
de fitting duwen, linksom
draaien en uitnemen.
• Het achterlichtglas voor-
Knipperlicht achter
achter worden door de
daarom geen functie.
32
1
1
Zekeringen van de verlichting
De complete verlichting is
uitgevallen, maar de laadindicatie is in orde:
• Verwijder de accu door de steekverbinding los te
1
1
• Draai de vier inbus-
2
vak te trekken.
Om die niet los te hoeven
• Draai vervolgens drie
schroeven van het zadel-
kruiskopschroeven
maken, moet u het
opbergvak, de vier kruis-
(detail 1) los en til het dek-
opbergvak en het zadel,
kopschroeven in het ac-
sel van de zekeringkast
zoals te zien op de
cuvak en de 2 zijlingse
omhoog.
afbeelding, op het stuur
kruiskopschroeven los.
van de scooter leggen.
• Verwijder tot slot de twee kruiskopschroeven in de-
maken en de accu aan de greep uit het zadelopberg-
2
tail 2.
• Het opbergvak is nu alleen nog met enkele kabels verbonden met de NOVI.
• Beide zekeringen vindt u direct voor de steunbeugel voor de bijrijder.
33
De eerste zekering vindt u in een
De tweede zekering vindt u in de kabel-
opklapbare witte kunststof behuizing,
streng van de 12V-omzetter. De zwarte
bevestigen positie en test eerst de
incl. een reservezekering.
kunststof behuizing kan door draaien
werking van de verlichting.
worden geopend.
• Vervang de defecte zekering door een
• Vervang de defecte zekering
geschikte reservezekering
door een geschikte reservezekering
(F 10A, 6,3 mm x 32 mm).
(F 10A, 5 mm x 20 mm).
• Plaats het zadelvak weer in de te
• Na een succesvol uitgevoerde functietest, in omgekeerde volgorde monteren.
34
Onderhoud – remmen MAX
MIN
Voorrem
• Controleer het remvloeistofpeil in het kijkglas van het
• Plaats de scooter hiervoor op een rechte ondergrond op de
• Controleer de remschijf
• Controleer de remleiding
leeg is, is het remvloeistof-
op groeven en beschadi-
en de remcilinder op
peil onder het toegestane
gingen.
lekken.
minimum.
remvloeistofreservoir bij de voorremhendel.
• Als het kijkglas helemaal
• Houd de aanbevolen
• Neem in dit geval zo snel
onderhoudsintervallen
mogelijk contact op met
aan zodat de remschijf
een erkende werkplaats.
en -voering bij het berei-
middenstandaard en zet het
ken van de slijtagegrens
stuur recht.
worden vervangen.
35
10-20 mm
Achterrem
• De optimale speling van de remhendel bedraagt 10-20 mm.
Als de speling buiten deze waarden ligt, moet die via het stel-
mechanisme bij het achterwiel worden ingesteld.
OPGELET Denk eraan dat het wiel vrij draait wanneer de rem-
• Als de speling te gering is: draai de stelschroef linksom.
hendel wordt losgelaten. Neem bij problemen a.u.b.
• Als de speling te groot is: draai de stelschroef rechtsom.
contact op met een erkende werkplaats.
36
Storingen verhelpen Probleem/fout
Oplossing Aansluitsnoeren met de accu verbonden? Contactsleutel op ON (Aan)? Accuspanning in orde? Zijstandaard helemaal ingeklapt?
De scooter start niet
Wij adviseren om voor het opladen van de accu de meegeleverde acculader te gebruiken. Deze is ook geschikt om de lading op peil te houden bij langere stilstandperioden. U voorkomt hierdoor defecten door diepontlading.
OPGELET De accu nooit openen! Bandenspanning controleren! Bandenspanning voor: 2,1 bar. Slingerend rijgedrag, onnauwkeurig stuurgedrag
Bandenspanning achter: 2,3 bar.
OPGELET Bij een te lage bandenspanning bestaat het gevaar dat de band tijdens het rijden loskomt van de velg. De luchtdruk liefst voor iedere rit controleren.
37
Probleem/fout
Oplossing Als uw scooter tijdens het rijden niet meer zijn volle eindsnelheid of reikwijdte bereikt, hoewel de accu's helemaal werden opgeladen, zou dat aan een defect van een van de hoofdaccu's kunnen liggen.
Verminderde eindsnelheid
De NOVI heeft een gesloten accu die compleet moet worden vervangen als de capaciteit
of geringere reikwijdte
minder wordt. Laat in dit geval de accu en ook de acculader door een erkende dealer testen. Houd hierbij rekening met het feit dat de garantieduur voor de hoofdaccu's van het voertuig beperkt is tot 24 maanden.
38
Inspectie- en onderhoudsschema Inspectie- en onderhoudsintervallen 500 km 4000 km 8000 km 12000 km
16000 km
20000 km
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
P
Elektr. installatie: verlichting, knipperlicht, claxon
C
C
C
Bandenspanning (voor: 2,1 bar / achter: 2,3 bar), profieldiepte (min. 2 mm)
C
C
Remvloeistofpeil/dichtheid
C
Remfunctie voor/achter
C/I
C/I
C/I
C/I
C/I
C/I
Werking vering/demping/dichtheid
C
C
C
C
C
C
Acculaadspanning / vermogen controleren
C
C
C
C
C
C
Accu's op dichtheid controleren
C
P
C
C
C
C
Remleidingen op beschadigingen controleren
C
C
C
C
C
C
Remvloeistof (min. 1x per jaar vervangen)
C
C
C
C/V
C
C/V
Speling remhendel 10-20 mm
I
I
I
I
I
I
Remblokjes voor controleren
C
C
C
C/V
C/V
C/V
Remblokjes achter, remtrommel achter
I
I
C/R/I
C/R/I
C/R/I
C/R/I
Remkabelverstelling controleren en smeren
C
C
C/S
C/S
C/S
C/S
Werking claxon controleren/instellen
C
C/I
C/I
C/I
C/I
C/I
Motor-hoofdkabel controleren op beschadigingen
C
C
C
C
C
C
39
Inspectie- en onderhoudsintervallen 500 km 4000 km 8000 km 12000 km Elektromotor op centrische montage controleren
C
C
C/I
Controleren of alle veiligheidsrelevante schroeven goed zijn aangedraaid
C
C
C
Werking remlichtschakelaar controleren
16000 km
20000 km
C/I
C/I
C/I
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C/I
C/I
C/I
C/I
C/I
C/I
Wielen: lagerspeling, rustige loop
C
C
C
C
C
C
Banden controleren op beschadigingen en vreemde elementen
C
C
C
C/V
C
C/V
Koplampinstelling
Lagerspeling stuurkop/schroeven stuur
C/I
C/I
C/I
C/I
C/I
C/I
Functionaliteit van alle sloten controleren
C
C
C/S
C/S
C/S
C/S
Aandrijving snelheidsmeter smeren/controleren
C
C
C/S
C/S
C/S
C/S
C/S
C/S
C/S
C/S
C/S
C/S
Smeerpunten: kabels, hendels, remnokken, zijstandaard, middenstandaard, sloten, zadelcharnier
Tot slot: proefrit maken waarbij de werking van alle systemen wordt gecontroleerd. Indien noodzakelijk voor de bedrijfsveiligheid, moet de verantwoordelijke monteur de klant evt. op andere noodzakelijke reparaties attent maken en d.m.v. een handtekening van de klant laten bevestigen dat deze hier kennis van heeft genomen. (V) vervangen (C) controleren (I) instellen (R) reinigen (S) smeren
40
Technische gegevens Motor
Spanningsomvormer
Accu
Oplader
model
MC48V1500W
maximum toerental
600 t/min.
maximum vermogen
1500W
max. vermogen (pk)
2,1 pk
boordspanning
12 V boordnet, 48 V rijden
accutype
Li-ion
accuspanning
48V / 28Ah (1 accu) of 56Ah (2 accu's)
aantal
1 of 2 accu's
oplaadspanning/oplaadduur
15A / 2 uur (1 accu) of 4 uur (2 accu's) (bij 100% lading)
model
EVPS
ingangsspanning
220-240 VAC
uitgangsspanning
48VDC/15A
Frame Chassis Remmen Banden
stalen buis vork
met veer en hydraulische ondersteuning
veerpoot
veerpoot in stereo-opstelling met hydraulische ondersteuning
voor
hydraulische reminstallatie met remschijf
achter
mechanische trommelrem
voor/achter
80/90-14, 80/90-14
41
Capaciteit
Afmetingen
Gewicht
Verlichting
Maximumbereik**
max. snelheid
25 km/u of 45 km/u
min. snelheid
≤ 2 km/u
max. hellingshoek
14%
lengte
1835 mm
breedte
675 mm
hoogte
1075 mm
wielbasis
1280 mm
zithoogte
810 mm
afstand boven de grond
160 mm
accutype
Li-ion
eigen gewicht
82 kg
maximale belading
150 kg
toegestaan maximumgewicht
232 kg
koplamp
12V/35W
knipperlicht
12V/10W
achterlicht/remlicht
12V/5W/21W
stadslicht
12V/5W
dashboardverlichting
12V/1,7W 60 km (1 accu) of 120 km (2 accu's)
** Afhankelijk van gewicht bestuurder, terrein en temperatuur, gemeten bij een snelheid van 25 km/u.
1290
Technische gegevens - afmetingen (in mm)
Serviceboekje emco electroroller GmbH biedt 24 maan- den garantie op voer- tuig en voertuigaccu's
43
Service bij eerste toelating
Inspectie bij 500 km
Inspectie bij 4000 km
Uitgevoerd op:
Uitgevoerd op:
Uitgevoerd op:
__________________________
__________________________
__________________________
Kilometerstand:
Kilometerstand:
Kilometerstand:
__________________________
__________________________
__________________________
Stempel/handtekening
Stempel/handtekening
Stempel/handtekening
met als voorwaarde dat het inspectie- en onderhoudsschema door een emco dealer wordt uitgevoerd.
44
Serviceboekje emco electroroller GmbH biedt 24 maanden garantie op voertuig en voertuigaccu's met als voor-
Inspectie bij 8000 km
Inspectie bij 12000 km
Inspectie bij 16000 km
Uitgevoerd op:
Uitgevoerd op:
Uitgevoerd op:
__________________________
__________________________
__________________________
Kilometerstand:
Kilometerstand:
Kilometerstand:
__________________________
__________________________
__________________________
Stempel/handtekening
Stempel/handtekening
Stempel/handtekening
waarde dat het inspectie- en onderhoudsschema door een emco dealer wordt uitgevoerd.
45
Inspectie bij 20000 km
Inspectie bij 24000 km
Inspectie bij 28000 km
Uitgevoerd op:
Uitgevoerd op:
Uitgevoerd op:
__________________________
__________________________
__________________________
Kilometerstand:
Kilometerstand:
Kilometerstand:
__________________________
__________________________
__________________________
Stempel/handtekening
Stempel/handtekening
Stempel/handtekening
46
Serviceboekje emco electroroller GmbH biedt 24 maanden garantie op voertuig en voertuigaccu's met als
Inspectie bij 32000 km
Inspectie bij 36000 km
Inspectie bij 40000 km
Uitgevoerd op:
Uitgevoerd op:
Uitgevoerd op:
__________________________
__________________________
__________________________
Kilometerstand:
Kilometerstand:
Kilometerstand:
__________________________
__________________________
__________________________
Stempel/handtekening
Stempel/handtekening
Stempel/handtekening
voorwaarde dat het inspectie- en onderhoudsschema door een emco wordt uitgevoerd.
850-22007 06/13 Uw emco elektrische scooter dealer
Goede reis naar een schone toekomst!
Emco Benelux BV Baronieweg 12b 5321 JW Hedel Nederland Telefoon +31 (0)73 599 8300
[email protected]
www.emco-scooters.com