Class actions: massaschade voor ondernemingen en verzekeraars? SANDRA LODEWIJCKX EN JO WILLEMS
[1]
De invoering van een wettelijke regeling inzake ‘class actions’[2] of ‘collectieve schadevorderingen’ of ‘massaschadeclaims’, geïnspireerd op het Anglo-Amerikaans rechtssysteem, lijkt onafwendbaar in het Belgisch rechtssysteem. België volgt hiermee de wetgevende initiatieven in de overige Europese landen[3], waar ‘class actions’ reeds zijn ingeburgerd in hun respectievelijk rechtssysteem alsook de initiatieven van de Europese Commissie die een Witboek betreffende schadevergoedingsacties wegens schendingen van de communautaire mededingingsregels[4] en een Groenboek over collectief verhaal voor consumenten[5] heeft gepubliceerd. Het eerste onderdeel van deze bijdrage analyseert het begrip ‘class actions’ en gaat dieper in op het bestaande wetgevende wapenarsenaal waarop slachtoffers van ‘collectieve schade’ of ‘massaschade’ vandaag in België kunnen terugvallen. Vervolgens worden de wetgevende initiatieven van minister van Justitie Stefaan De Clerck en minister van Klimaat en Energie Paul Magnette in het tweede onderdeel toegelicht waarbij tevens de concrete gevolgen van deze wetsontwerpen voor ondernemingen en verzekeraars worden geanalyseerd en zowel culturele, juridische en economische overwegingen in kaart worden gebracht. Gelet op de omvang en de impact van de gevolgen van gemediatiseerde ‘class actions’, staan de ondernemingen en verzekeraars vaak terughoudend en tamelijk kritisch ten opzichte van de invoering van het systeem van ‘class actions’ in hun rechtssysteem. In het derde onderdeel wordt nagegaan hoe ondernemingen en verzekeraars zich kunnen voorbereiden op de invoering van ‘class actions’ in ons rechtssysteem.
Het begrip ‘class actions’ en de bestaande regelgeving in België 123456 Wat zijn ‘class actions’?
Wanneer een grote groep personen wordt getroffen door eenzelfde soort schade, spreekt men van massaschade of collectief slachtofferschap. Massaschade of collectief slachtofferschap heeft betrekking op een groot aantal schadelijders die betrokken zijn bij een geschil met één of een
───── [1] [2]
[3]
[4]
[5] [6]
Beide auteurs zijn advocaat bij Lydian. Deze begrippen zijn niet gedefinieerd in de huidige wetgeving. In onderhavig artikel zal worden verwezen naar class actions als verzamelnaam voor rechtsvorderingen die worden ingesteld door één of meer personen die optreden voor zichzelf alsook voor anderen die dezelfde schade hebben geleden en die allen het tussen te komen vonnis kunnen genieten. Dat is het geval in Duitsland, Oostenrijk, Bulgarije, Denemarken, Spanje, Estland, Finland, Italië, Litouwen, Griekenland, Nederland, Polen, Portugal, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. Net zoals België beraadt ook Frankrijk zich momenteel over de invoering van class actions in haar rechtssysteem. Witboek betreffende schadevergoedingsacties wegens schending van de communautaire mededingingsregels, 2 april 2008, COM (2008) 165 definitief. Groenboek over collectief verhaal voor consumenten, 27 november 2008, COM (2008) 794 definitief. E. De Baere, “Procederen in zaken van massaschade: naar een class actions in Belgisch recht?”, TPR 2007, 1, 11-13 met een classificatie van de massaschade in ‘gefixeerde schade’, ‘sluipende schade’ en ‘strooischade’.
juni 2011 | Aflevering 54 | De orde van de dag
beperkt aantal schadeveroorzaker(s) waaraan dezelfde of soortgelijke feitelijke en juridische aansprakelijkheidsvorderingen ten grondslag liggen.[6] Men denkt hierbij aan het Heizeldrama in 1985, de brand in het Switel-hotel in 1995, de crash op de luchthaven van Oostende tijdens de airshow in 1997 of de gasontploffing in Ghislenghien van 2004. Op financieel gebied zijn de Lehman Brothers-obligaties die werden verkocht door Citibank, de zaak-Lernout & Hauspie en recentelijk nog de verkoop van Fortis de meest in het oog springende en sterk gemediatiseerde voorbeelden. Het milieurecht, het consumentenrecht en het gezondheidsrecht zijn de rechtsdomeinen bij uitstek die aanleiding kunnen geven tot het ontstaan van class actions. Class actions of collectieve schadevorderingen vinden hun wortels in het Anglo-Amerikaans rechtssysteem en stellen een groep personen, de ‘class’, allen schadelijders van éénzelfde schade oftewel massaschade, in staat om hun rechtsvorderingen samen te laten behandelen in het kader van een gerechtelijke procedure. De procedure wordt ingeleid door een vertegenwoordiger van de groep, de ‘class representative’, zonder dat deze vertegenwoordiger hiervoor noodzakelijkerwijze een individuele machtiging heeft verkregen van elk lid van deze groep, om tot een vonnis te komen dat niet alleen gezag van gewijsde zal hebben ten opzichte van de vertegenwoordiger van de groep maar ook ten opzichte van alle leden van deze groep.[7]
───── [7]
Memorie van toelichting met betrekking tot het wetsontwerp betreffende de procedures tot collectieve schadeafwikkeling, beschikbaar op http://economie.fgov.be.
55
C l a s s
a c t i o n s :
t e g e n g e w i c h t
v o o r
k l a s s e n j u s t i t i e ?
Zowel in de Verenigde Staten als in andere Europese landen die reeds het systeem van class actions kennen, wordt de ontvankelijkheid van class actions in principe eerst onderzocht door de rechtbanken. Na de goedkeuring of ‘certification’ in verband met de vormelijke aspecten van de vordering, zullen de rechtbanken zich vervolgens buigen over de grond van het geschil.[8] Als een van de belangrijkste voordelen van het systeem van class actions wordt in de locomotieftekst verwezen naar een vereenvoudigde toegang tot de rechterlijke macht waarbij de slachtoffers net door hun gezamenlijk optreden de kosten van een gerechtelijke procedure delen met andere slachtoffers. Dit type van rechtsvordering laat vooral in het consumentenrecht toe om een evenwicht tot stand te brengen tussen enerzijds de consumenten, vaak de ‘zwakkere partij’ en anderzijds de potentiële aansprakelijke derde, een onderneming en/of (diens) verzekeraar. Hieraan wordt in de locomotieftekst het onderscheid gekoppeld tussen de one-shotter die toevallig schade lijdt en helemaal niet vertrouwd is met de werking van het rechtssysteem apparaat en de repeat-player die vaak omwille van andere (professionele) redenen ervaring heeft met gerechtelijke procedures.
• Discussie
rijke factor zijn waarmee de ondernemingen rekening dienen te houden in hun politiek voor het beheer van risico’s en die een impact zouden kunnen hebben op de verzekeringspremies van deze ondernemingen aangezien ze dit risico zullen willen doorschuiven naar hun verzekeraar. De rol van de media in deze gemediatiseerde class actions is evenmin te onderschatten en zou kunnen bijdragen tot een beschadiging van de reputatie van een onderneming en/of diens merken en producten. Om deze redenen staan de ondernemingen en verzekeraars vaak terughoudend en tamelijk kritisch ten opzichte van de invoering van het systeem van class actions in hun rechtssysteem. De actuele bescherming van collectief slachtofferschap in België
Het Gerechtelijk Wetboek bevat verschillende procedurele technieken die slachtoffers van massaschade toelaten om in burgerlijke zaken hun respectieve vorderingen tegen eenzelfde verweerder samen voor dezelfde rechtbank te laten behandelen.[9] Artikel 701 Ger.W. bepaalt dat vordeVerder benadrukken de voorstanders van ringen worden samengevoegd wanneer ze De samenvoeging het systeem van class actions de efficiënte samenhangend zijn in de zin van artikel 30 van vorderingen schiet Ger.W., wat betekent dat ze “onderling behandeling van vorderingen die door verschillende rechtsonderhorigen tegelijk duidelijk te kort wanneer zo nauw verbonden zijn dat het wenseworden ingesteld, wat zou verhinderen lijk is ze samen te behandelen en te beer honderden of duizen- rechten, teneinde oplossingen te vermijden dat tegenstrijdige uitspraken worden geveld in soortgelijke zaken. Ten slotte zou den schadelijders zijn die die onverenigbaar kunnen zijn wanneer het systeem van class actions ook nog niet allemaal geïdentifi- de zaken afzonderlijk worden berecht”. aanzetten tot het sluiten van een minneDe feitenrechter zal soeverein oordelen of ceerd kunnen worden. er inderdaad sprake is van samenhang. De lijke regeling eerder dan het voeren van een jarenlange gerechtelijke procedure. samenvoeging van de vorderingen kan Het is onder andere door deze overwegingen dat consureeds bij de inleiding van het geding plaatsvinden zodat vele mentenorganisaties zoals Test-Aankoop de invoering van slachtoffers een aantal vorderingen tegen eenzelfde vereen systeem van class actions in België met open armen weerder kunnen instellen in dezelfde gedinginleidende akte. zouden ontvangen. De nadelen van het systeem van class actions zijn bekend Deze samenvoeging van vorderingen kan dus een oplosen vinden eveneens hun oorsprong in het Anglo-Amerising zijn voor een beperkte groep van schadelijders, maar kaans rechtssysteem waar de class actions aanleiding gedeze techniek schiet duidelijk te kort wanneer er honderden ven tot een aanzienlijke toename van de procedures (‘mass of duizenden schadelijders zijn die niet allemaal geïdentifilitigation’) en vaak worden aangewend als drukkingsmiddel ceerd kunnen worden. Bovendien zijn alle eisers de facto tegen de potentiële schadeverwekkers. ook partij bij de procedure en zal elke vordering afzonderlijk moeten worden beoordeeld. Deze techniek bemoeilijkt De dreiging met het instellen van een class action zou ook het sluiten van een minnelijke regeling, aangezien een kunnen leiden tot chantage om de tegenpartij aan te zetten akkoord zal moeten worden gevonden met elke partij aftot het sluiten van een minnelijke regeling. Hierbij worden zonderlijk. geruchten gelanceerd die vaak desastreuze gevolgen kunnen hebben voor de bedrijven, hun merken en hun producten. Wanneer één of meer schadelijders reeds een procedure hebben ingeleid tegen een verweerder, kan een derde schaGelet op hun omvang en impact, kunnen class actions delijder ook vrijwillig partij worden bij het geding door het tevens een aanzienlijke bedreiging betekenen voor de onderindienen van een verzoekschrift tot tussenkomst overeennemingen en in bepaalde gevallen ook voor de publieke komstig artikel 813 Ger.W. Deze techniek is evenmin aanoverheden die eveneens aan de oorzaak kunnen liggen van gewezen voor de behandeling van massaschade, aangezien een massaschade. In bepaalde sectoren zal het een belang-
───── [8]
56
M. Piers, “Class actions”, NJW 2007, 171, 827.
───── [9]
P. Taelman & P. Thion, “Bundeling van vorderingen”, TPR 2003, 1489-1547.
juni 2011 | Aflevering 54 | De orde van de dag
C l a s s
a c t i o n s :
een vrijwillige tussenkomst in de loop van de procedure tot gevolg zal hebben dat ook deze vordering in staat zal moeten worden gesteld, wat een complex en langdurig procedureverloop tot gevolg zal hebben.[10] Bovendien zal de verweerder minder snel geneigd zijn om tot een minnelijke regeling over te gaan wanneer het risico bestaat dat andere slachtoffers in de loop van de procedure nog zullen tussenkomen. Ook gelet op de beperkingen van deze procedurele technieken en de voordelen van een bundeling van hun krachten en middelen, zoeken slachtoffers vaak naar een alternatief waarbij zij zich groeperen tegen eenzelfde verweerder. Behalve het feit dat de slachtoffers zich eerst moeten groeperen in een vereniging met rechtspersoonlijkheid overeenkomstig het principe ‘pas d’action sans personnalité et pas de personalité sans loi’[11], is het indienen van een collectieve vordering of class action door een groep van slachtoffers of een vereniging in het huidige wettelijke kader echter problematisch in het licht van artikel 17 Ger.W. Deze bepaling verhindert dat een rechtsvordering wordt ingesteld wanneer de eiser geen hoedanigheid en geen belang heeft om die in stellen. Het Belgisch recht hanteert een individualistische benadering van het procesrecht.[12] Het belang wordt gedefinieerd als elk materieel of moreel voordeel dat de eiser kan halen uit het instellen van de vordering op het ogenblik van de indiening ervan.[13] De vorderingen die geen persoonlijk belang en louter een algemeen belang – de zogenaamde actio popularis – nastreven, worden dus uitgesloten door het Belgisch burgerlijk procesrecht. Deze principes hebben tot gevolg dat het loutere feit dat een natuurlijk persoon of rechtspersoon een (maatschappelijk) doel nastreven, niet automatisch leidt tot het bestaan van een persoonlijk belang in de zin van artikel 17 Ger.W. Een rechtspersoon kan niet optreden tegen het nadeel dat haar leden werd aangebracht of tegen de aantasting van het doel ter verdediging waarvan zij werd opgericht.
───── [10]
[11]
[12]
[13]
Hoewel overeenkomstig artikel 814 Ger.W de tussenvordering de hoofdvordering niet mag vertragen, is de kans groot dat de rechtbanken om proceseconomische redenen de hoofdvordering en de tussenvordering gelijktijdig zullen wensen te behandelen. Cass. 12 november 1935, Pas. 1936, I, 49 en Cass. 11 januari 1979, Pas. 1979, I, 464: een vereniging dient eerst rechtspersoonlijkheid te verwerven alvorens ze in rechte kan optreden en de rechtspersoonlijkheid zal slechts worden toegekend bij vervulling van de wettelijke voorwaarden ter zake. W. Eyskens & N. Kaluma, “La class action et le droit belge. Va-et-vient de part et d’autre de l’Atlantique”, J.T. 2008, 484. Ch. Van Reepinghen, “Verslag van de heer Charles Van Reepinghen, Koninklijk Commissaris voor de Gerechtelijke Hervorming”, Parl.St. Senaat 1963-1964, nr. 60, p. 23.
juni 2011 | Aflevering 54 | De orde van de dag
t e g e n g e w i c h t
v o o r
k l a s s e n j u s t i t i e ?
• Discussie
Dit principe van de niet-ontvankelijkheid van een vordering ingesteld door een groep op grond van het persoonlijk belang van haar leden of op basis van een collectief belang kenmerkt zich door diverse wettelijke uitzonderingen waarbij aan bepaalde groeperingen of particulieren een collectief actierecht wordt toegekend in verschillende domeinen.[14] Een van de bekendste wettelijke uitzonderingen is het recht dat wordt toegekend aan een consumentenorganisatie zoals Test-Aankoop om via een stakingsvordering op te treden tegen bepaalde marktpraktijken. Hier wordt uitdrukkelijk bepaald dat, in afwijking van de bepalingen van artikelen 17 en 18 Ger.W., de verenigingen ter verdediging van consumentenbelangen die over rechtspersoonlijkheid beschikken, in rechte kunnen optreden voor de verdediging van hun statutair omschreven collectieve belangen.[15] Overeenkomstig artikel 23 Ger.W. hebben gerechtelijke uitspraken slechts gezag van gewijsde ten aanzien van de partijen die betrokken waren bij de procedure (‘relatief gezag van gewijsde’). Onder bepaalde voorwaarden kan een gerechtelijke uitspraak wel worden ingeroepen als bewijsmiddel. Deze beslissing creëert dan een weerlegbaar vermoeden dat een wettelijke bewijswaarde heeft waartegen de verweerder het tegenbewijs kan leveren. Indien een partij wenst dat een rechterlijke beslissing ook ten aanzien van een derde gezag van gewijsde zou hebben, dient deze partij een vordering tot gemeenverklaring van het tussen te komen vonnis in te stellen.[16] Op de verweerder wordt dus de facto een verplichting opgelegd om als het ware de overige slachtoffers in de procedure te betrekken als hij nadien een (voor hem positieve) uitspraak wil kunnen tegenwerpen aan deze slachtoffers teneinde nieuwe procedures te proberen te vermijden. Het principe van de relativiteit van de contracten voorzien in artikel 1165 BW heeft eveneens tot gevolg dat een minnelijke regeling die wordt gesloten tussen één of meer slachtoffers en de schadeveroorzakers, niet bindend is voor de slachtoffers die geen partij waren bij de minnelijke regeling. Bijgevolg is het afsluiten van een minnelijke regeling veel minder aantrekkelijk in deze omstandigheden. Deze procedurele aspecten blijken een moeilijk te nemen hindernis te zijn voor de efficiënte uitoefening van class actions in het huidige Belgische burgerlijk procesrecht.
De wetgevende initiatieven in België Ten gevolge van de evoluties in de ons omringende landen en de initiatieven van de Europese Commissie werden de
───── [14] [15]
[16]
Voor een niet exhaustieve lijst, zie K. Wagner, “Collectieve acties in het Belgisch recht”, P&B 2001, 150-182. Artikel 113, alinea 2 van de wet van 6 april 2010 betreffende de marktpraktijken en de consumentenbescherming, BS 12 april 2010. B. Allemeersch & M. Piers, “Class action – Eenvoudiger rechtstoegang voor de consument?”, D.C.C.R. 2008, 37-38.
57
C l a s s
a c t i o n s :
t e g e n g e w i c h t
v o o r
k l a s s e n j u s t i t i e ?
afgelopen jaren verschillende wetsvoorstellen[17] gelanceerd in het federaal parlement teneinde een procedure in te voeren die class actions toelaat in ons rechtssysteem. De meerderheid van de politieke partijen is vandaag overtuigd van de noodzaak van een wetgevend initiatief inzake class actions. De toegenomen druk van consumentenorganisaties speelt hier ook een belangrijke rol. Ook de regering heeft het belang van deze problematiek erkend. Minister van Justitie Stefaan De Clerck en minister van Klimaat en Energie Paul Magnette hebben in de loop van de maand september 2009 twee wetsontwerpen ingediend die onmiddellijk veel stof deden opwaaien in de media.[18] Deze wetsontwerpen worden hierna uitvoerig besproken. Het eerste wetsontwerp heeft betrekking op de procedures tot collectieve schadeafwikkeling en het tweede wetsontwerp betreft de juridische aspecten van deze procedures.[19] De doelstelling van deze ontwerpen is tweeërlei: • een minnelijke regeling tot stand brengen in geschillen waarbij een groot aantal slachtoffers betrokken is via een ‘akkoord tot collectieve schadeafwikkeling’ dat tot stand komt na onderhandelingen of in de loop van de procedure tot collectieve schadeafwikkeling; en • de invoering in ons rechtssysteem van een echte collectieve vordering: ‘de rechtsvordering in collectieve schadeafwikkeling’.
───── [17]
[18]
[19]
58
Zie onder andere de volgende wetsvoorstellen: Wetsvoorstel van 16 augustus 2007 tot aanvulling van artikel 17 Gerechtelijk Wetboek en artikel 3 van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering met het oog op de instelling ten voordele van de verenigingen van een rechtsvordering ter verdediging van collectieve belangen, Parl.St. Kamer B.Z. 2007, nr. 52/0109. Wetsvoorstel van 12 november 2007 tot aanvulling van artikel 17 van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 3 van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering met het oog op de instelling ten voordele van de verenigingen van een rechtsvordering ter verdediging van collectieve belangen, Parl.St. Senaat 2007-2008, nr. 4/385. Wetsvoorstel van 22 februari 2008 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek teneinde verenigingen een vorderingsrecht toe te kennen ter verdediging van collectieve belangen, Parl.St. Kamer 2007-2008, nr. 52/0872. Wetsvoorstel van 17 maart 2008 tot wijziging van de gecoördineerde wetten op de Raad van State teneinde verenigingen een vorderingsrecht toe te kennen ter verdediging van collectieve belangen, Parl.St. Kamer 20072008, nr. 52/0978. Wetsvoorstel van 29 mei 2009 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat het invoeren van een collectieve procedure betreft, Parl.St, Kamer 2008-2009, nr. 52/2019. “België krijgt wet op ‘class actions’”, De Tijd 16 september 2009; “La ‘class action’ à la belge: une épée de Damocles pour les entreprises”, L’Echo 17 september 2009; “La dérive médiatique des class actions”, L’Echo 2 december 2009. De twee wetsontwerpen zijn beschikbaar op: http://economie.fgov.be.
• Discussie
De val van de regering in het voorjaar van 2010 heeft de behandeling van deze twee wetsontwerpen verstoord, maar ze zullen het voorwerp blijven uitmaken van verdere discussie en mogelijk de basis vormen voor een toekomstige wetgeving inzake class actions. De krijtlijnen van beide wetsontwerpen worden hierna toegelicht. Wetsontwerp betreffende de procedures tot collectieve schadeafwikkeling
Uit de memorie van toelichting blijkt dat het eerste wetsontwerp wordt geïnspireerd door de systemen die bestaan in Nederland en Quebec[20] waar de invoering van de groepsprocedures heeft bijgedragen tot de minnelijke beslechting van geschillen. De minnelijke beslechting van geschillen staat eveneens centraal in huidig wetsontwerp. Het wetsontwerp kent de rechter een belangrijke rol toe, zowel bij de minnelijke procedure (onderhandelingen tussen partijen over een minnelijke regeling) als bij de gerechtelijke procedure (rechtsvordering ingesteld door de vertegenwoordiger van de groep tegen de potentiële aansprakelijke). Indien partijen een minnelijk akkoord bereiken zal dit akkoord immers door de rechter moeten worden gehomologeerd waarna het bindend zal zijn voor alle leden van de groep. Bij een gerechtelijke procedure zal de rechter in de eerste fase de rechtsvordering onderzoeken (‘toelatingsfase’) en vervolgens pas in de tweede fase de grond van de vordering onderzoeken en een vonnis vellen. In het wetsontwerp is het op elk ogenblik mogelijk om de gerechtelijke procedure op te schorten om op die manier een minnelijk akkoord te bereiken dat voor homologatie zal worden voorgelegd aan de rechter. Dat toont het belang aan van de minnelijke regeling in het wetsontwerp. In het wetsontwerp is dus in twee onderdelen voorzien naargelang de partijen – verweerders en vertegenwoordiger(s) van de groep – een minnelijk akkoord over schadeloosstelling bereiken buiten iedere procesvoering (‘akkoord tot collectieve schadeafwikkeling’ of de minnelijke procedure), dan wel of ze er niet slagen om een dergelijk akkoord te sluiten (‘rechtsvordering tot collectieve schadeafwikkeling’ of de gerechtelijke procedure). Hiermee lijkt tegemoet te zijn gekomen aan de stelling in de locomotieftekst dat de gerechtelijke afhandeling een zekerheid en een vangnet moet blijven. De twee onderdelen worden hierna toegelicht. De minnelijke procedure is erop gericht om een massaschade te herstellen door het sluiten van een akkoord tot collectieve schadeafwikkeling buiten elke gerechtelijke procedure. Artikel 2 van het wetsontwerp definieert massaschade als “de som van alle individuele schade met een-
───── [20]
H. Boularbah, “Projet de procédure de réparation collective: vers une class actions à la belge?”, Presentatie gegeven naar aanleiding van het lunchseminarie van de Vereniging der Verzekeringsjuristen, 29 april 2010, slide 10.
juni 2011 | Aflevering 54 | De orde van de dag
C l a s s
a c t i o n s :
zelfde oorzaak die door een groot aantal natuurlijke personen of rechtspersonen geleden wordt”. Alle soorten massaschade worden dus geviseerd. De ‘procedure van akkoord tot collectieve schadeafwikkeling’ verloopt in vijf fases. • In de eerste fase, na het ontstaan van het geschil, onderhandelen de partijen en bereiken zij een akkoord. Dit resultaat kan bereikt worden door alle mogelijkheden die zogenaamde ADR-procedures of ‘Alternative Dispute Resolution’ bieden: het akkoord kan onder andere worden bereikt door middel van onderhandelingen, bemiddeling of arbitrage (institutioneel of ad hoc). • In de tweede fase kunnen de partijen ervoor kiezen om hun akkoord ter homologatie voor te leggen aan de rechter. Deze tweede fase vangt aan door de indiening van een verzoekschrift door een van de partijen bij het akkoord voor de bevoegde rechter. De rechter zal nagaan of het akkoord van collectieve schadeafwikkeling beantwoordt aan de wettelijke voorschriften en ten minste de volgende elementen bevat: (i) gedetailleerde beschrijving van de massaschade, (ii) beschrijving van de groep, (iii) identificatie van de vertegenwoordiger en de schuldenaars van de herstelplicht, (iv) de optiesystemen die weerhouden werden en de termijn en modaliteiten voor de uitoefening van het optierecht, (v) de verbintenis tot schadeherstel evenals de uitvoeringsmodaliteiten, (vi) de procedure tot herziening van het akkoord in het geval nieuwe al dan niet voorzienbare schade na de homologatie van het akkoord zou optreden; en ten slotte (vii) de wijze waarop het akkoord dient bekendgemaakt te worden. • De derde fase heeft betrekking op de homologatiebeslissing door de rechter. De homologatiebeslissing zal de waarde hebben van een akkoordvonnis en maakt het akkoord tot collectieve schadeafwikkeling bindend voor het geheel van de groepsleden. • De vierde fase of de ‘optiefase’ betreft de mogelijkheid voor de slachtoffers om binnen een bepaalde termijn te kiezen of zij al dan niet deel wensen uit te maken van de groep en het akkoord willen genieten. Deze fase duurt minimaal dertig dagen en maximaal zes maanden na bekendmaking van het gehomologeerde akkoord (cf. infra). Het wetsontwerp heeft gekozen voor het principe opt out of de exclusieve optie als basisprincipe overeenkomstig waarmee alle personen benadeeld door de massaschade deel uitmaken van de groep behoudens de personen die de wil hebben geuit er geen deel van uit te maken. De inclusieve optie of het principe opt in wordt echter aanvaard ten opzichte van de benadeelde personen die gewoonlijk niet in België verblijven en de partijen kunnen eveneens vrijwillig opteren voor dit systeem. • De vijfde en laatste fase betreft de bekendmaking van de homologatiebeslissing en haar uitvoering: het gehomologeerde akkoord dient ter kennis te worden gebracht van de slachtoffers. Er kan een persoonlijke kennisgeving plaatsvinden aan de bekende slachtoffers, de bekendma-
juni 2011 | Aflevering 54 | De orde van de dag
t e g e n g e w i c h t
v o o r
k l a s s e n j u s t i t i e ?
• Discussie
king van het akkoord op een website alsook aankondigingen in diverse dagbladen. Het gehomologeerde akkoord zal ook worden bekendgemaakt in het ‘register van procedures tot collectieve schadeafwikkeling’ dat ter griffie van het hof van beroep wordt bijgehouden. De wijze van ontstaan, de werking, het beheer en de openbaarheid van het register zal worden vastgelegd in een koninklijk besluit. In de memorie van toelichting wordt ervoor gepleit dat dit register online toegankelijk moet zijn. In de locomotieftekst wordt terecht verwezen naar het feit dat indien de media de zaak niet naar buiten brengen, vele slachtoffers er niet van op de hoogte zullen zijn dat er andere slachtoffers zijn en er bijgevolg voor zullen terugdeinzen om als one-shotter een procedure op gang te brengen. De minnelijke procedure wordt afgesloten met de uitvoering van het akkoord. Indien partijen er niet in slagen een akkoord tot schadeafwikkeling te sluiten, kan de zaak aanhangig worden gemaakt bij de rechter om herstel van de massaschade te verkrijgen. De ‘rechtsvordering tot collectieve schadeafwikkeling’ of gerechtelijke procedure verloopt in zes fases: • In de eerste fase zal de vordering tot collectieve schadeafwikkeling worden ingeleid door een verzoekschrift. Alleen een organisatie die over voldoende representativiteit beschikt met betrekking tot de massaschade en de betrokken groep (bv. een groepering van slachtoffers, een feitelijke vereniging of een vereniging in rechte, een vennootschap met sociaal oogmerk waarvan het sociaal of het maatschappelijk doel een rechtstreeks verband vertoont met één of meer schadeposten van de massaschade) is gemachtigd om op te treden als vertegenwoordiger van de groep en kan bijgevolg een dergelijk verzoekschrift indienen. Het verzoekschrift wordt opgenomen in het register van procedures tot collectieve schadeafwikkeling. De partijen worden door de griffier opgeroepen bij gerechtsbrief om te verschijnen binnen vijftien dagen op de zitting bepaald door de rechters. • In de tweede fase of ‘toelatingsfase’ zal de rechter beslissen of hij de vordering toelaat. De rechter zal hierbij in de eerste plaats de ontvankelijkheidsvoorwaarden nagaan en in het bijzonder of het voorwerp van de vordering het herstel van een massaschade betreft die eenzelfde oorzaak heeft en betrekking heeft op een groot aantal slachtoffers. De vordering in collectieve schadeafwikkeling dient bovendien ‘meer geëigend’ voor te komen oftewel meer voordelen op te leveren ten opzichte van de individuele vorderingen van slachtoffers. De toelaatbaarheidsbeslissing bevat de conclusiekalender en de datum van de pleidooien én de vermeldingen die ook dienen te worden opgenomen in het verzoekschrift tot homologatie van het akkoord. Elk van de partijen is gerechtigd om een beroep in te stellen tegen deze toelaatbaarheidsbeslissing. Het arrest is echter niet vatbaar voor een cassatievoorziening. • De derde fase van deze procedure is de mogelijkheid voor elk van de partijen om op eenvoudig verzoek gericht tot de griffie de opschorting van de procedure te
59
C l a s s
a c t i o n s :
t e g e n g e w i c h t
v o o r
k l a s s e n j u s t i t i e ?
vragen teneinde te onderhandelen over een akkoord tot collectieve schadeafwikkeling. De rechter hoort de vertegenwoordiger van de groep en de verwerende partij en bepaalt de termijn (maximaal twaalf maanden na verlenging) waarbinnen de partijen tot een akkoord dienen te komen. De opschorting van de procedure schorst eveneens de optietermijnen. Indien de partijen een akkoord zouden bereiken, wordt dit akkoord gehomologeerd door de rechter onder dezelfde voorwaarden en overeenkomstig dezelfde procedure als de reeds beschreven minnelijke procedure. • Indien de onderhandelingen mislukken, vangt de vierde fase aan waarin de optietermijnen beginnen te lopen. • De vijfde fase zal de beslissing door de rechter over de grond van de zaak inhouden. Die is vatbaar voor hoger beroep en eventueel voor een cassatievoorziening. • De zesde en laatste fase heeft betrekking op de bekendmaking en de uitvoering van deze beslissing. De rechter kan een vereffenaar aanstellen die belast zal worden met de verdeling van de vergoeding tussen de verschillende slachtoffers. Wetsontwerp betreffende juridische aspecten van de procedures tot collectieve schadeafwikkeling
Massaschade voor ondernemingen en verzekeraars?
De ondernemingen en de verzekeraars staan zeer kritisch en tamelijk terughoudend ten opzichte van beide wetsontwerpen. Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) heeft in haar persbericht van 16 september 2009 te verstaan gegeven dat deze wet in voorbereiding een “uiterst ernstige bedreiging vormt voor de ondernemingen en voor de Belgische economie in haar geheel”.[21] De Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO heeft dit initiatief zelfs volledig verworpen in haar advies van 17 december 2009.[22] In het advies van 29 april 2010 van de Raad voor het Verbruik[23], waarin ook vertegenwoordigers van de productie (Febelfin, Assuralia, Agoria), de distributie (Fedis) en de middenstand (Unizo) als lid zijn opgenomen, wordt ook door deze organisaties sterke kritiek geuit op het wetsontwerp. Deze organisaties werpen vooral culturele, juridische en economische moeilijkheden op. De culturele achtergrond in de Verenigde Staten, waar de class action functioneert als een tegenwicht voor een weinig gereglementeerde markteconomie, is in België niet aanwezig. In België zou voldoende wetgeving gericht zijn op de bescherming en de voorlichting van de consument. De consumenten zouden in België ook beschikken over voldoende juridische instrumenten om de producenten tot de orde te roepen en de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming kent zelfs een vorm van class action toe aan consumentenorganisaties om tot de staking te komen van handelingen die een inbreuk uitmaken op de bepalingen van deze wet onder verbeurte van een dwangsom en waaraan in voorkomend geval ook nog bepaalde publiciteitsvoorwaarden worden gekoppeld.[24] Het Amerikaanse systeem, waar vooral de gerechtelijke procedure centraal staat, heeft eveneens tot excessen geleid zoals een exponentiële toename van processen die een echte big business geworden zijn. Class actions worden in de Verenigde Staten door consumenten aangewend als drukkingsmiddel (‘legal blackmail’) om ondernemingen op de knieën te krijgen. Het mag dan ook niet verbazen dat het merendeel van de geschillen worden afgesloten met een minnelijke regeling vóór de uitspraak ten gronde. De imago-
Volgens het VBO vormt deze wet in voorbereiding een “uiterst ernstige bedreiging voor de ondernemingen en voor de Belgische economie in haar geheel”.
Het tweede wetsontwerp heeft betrekking op de territoriale bevoegdheid van de hoven en rechtbanken inzake procedures tot collectieve schadeafwikkeling en heeft enkele beperkte wijzigingen aan het Gerechtelijk Wetboek tot gevolg. Dit wetsontwerp bepaalt onder andere dat uitsluitend de rechtbank van eerste aanleg in Brussel bevoegd is om kennis te nemen van toekomstige procedures tot collectieve schadeafwikkeling. Voor deze procedures zal de rechtbank steeds samengesteld zijn uit drie rechters die een specifieke opleiding hebben gevolgd inzake procedures tot collectieve schadeafwikkeling. In graad van beroep zal alleen het hof van beroep te Brussel bevoegd zijn.
De memorie van toelichting motiveert deze exclusieve toewijzing van bevoegdheid aan het gerechtelijk arrondissement Brussel als zijnde een signaal om de behandeling van procedures tot collectieve schadeafwikkeling te professionaliseren. Deze procedures zijn immers complex, zowel op juridisch vlak als op het vlak van hun tenuitvoerlegging. Een specialisatie van de rechter die deze specifieke dossiers zal behandelen, is dus noodzakelijk. Het plaatsvinden van de procedures in één en hetzelfde gerechtelijk arrondissement heeft ook een centralisering tot gevolg aangezien de massaschades zelden onder de bevoegdheid van een enkele rechtbank vallen. Op die manier wordt het houden van en de toegang tot het register betreffende de procedures tot collectieve schadeafwikkeling, waarvan nog niet zeker is of dat online toegankelijk zal zijn, ook eenvoudiger.
───── [21]
[22] [23] [24]
60
• Discussie
Persbericht VBO van 16 september 2009, “Wil men de ‘class actions’ invoeren in België? Het VBO luidt de alarmbel”, beschikbaar op www.vbo.be. Advies beschikbaar op www.hrzkmo.fgov.be. Advies beschikbaar op http://statbel.fgov.be/nl/fod/commissies/ raad_verbruik/adviezen/2010/index.jsp. Artikel 113 van de wet van 6 april 2010 betreffende de marktpraktijken en de consumentenbescherming, BS 12 april 2010.
juni 2011 | Aflevering 54 | De orde van de dag
C l a s s
a c t i o n s :
en reputatieschade die ondernemingen dan reeds hebben geleden, is echter onomkeerbaar ... Behalve de culturele verschillen werpen deze organisaties ook nog juridische en procedurele bezwaren op tegen de wetsontwerpen. Het eerste bezwaar betreft het zeer ruime toepassingsgebied van het wetsontwerp dat geen onderscheid maakt naargelang de oorsprong van de massaschade (onder andere schade voortvloeiend uit het gebruik van consumptiegoederen, het gebruik van medicatie, het sluiten van bepaalde financiële contracten of schade aan het milieu) of naargelang het soort schade (onder andere materiële schade, fysieke schade of morele schade). Massaschade wordt in artikel 2, 4° omschreven als “de som van alle individuele schade met eenzelfde oorzaak die door een groot aantal natuurlijke of rechtspersonen geleden wordt”. In de locomotieftekst wordt de vraag gesteld of groepsvordering ook toegepast kan worden bij niet-financiële schandalen dan wel dat de toepassing afhankelijk zal blijven van de financiële macht en het economische belang van de slachtoffers. Gelet op het ruime toepassingsgebied van het wetsontwerp, kunnen alle soorten massaschade dus vallen onder het toepassingsgebied van het wetsontwerp hoewel elk soort schade anders dient te worden behandeld. In navolging van de wetgevende initiatieven in Frankrijk[25], zou kunnen worden overwogen om het toepassingsgebied te beperken tot geschillen inzake consumentenzaken en tot materiële schade met uitsluiting van lichamelijke schade. Het wetsontwerp voorziet in een vereenvoudigde toegang tot de rechter voor de slachtoffers en een strikte reglementering van de gerechtelijke procedure. Dat mag echter niet leiden tot een aantasting van de fundamentele rechten van verdediging van de verweerders. Overeenkomstig artikel 29 van het wetsontwerp mag de verweerder slechts een tegenvordering instellen op grond van het tergende en roekeloze karakter van de vordering tot collectieve schadeafwikkeling. Deze vordering mag ook alleen maar tegen de vertegenwoordiger worden ingesteld aan wie verder geen enkele vereiste wordt opgelegd inzake financiële draagkracht. Een agressieve vordering in tussenkomst en vrijwaring wordt uitgesloten door artikel 30 van het wetsontwerp. Een vordering in tussenkomst en gemeenverklaring van het tussen te komen vonnis lijkt daarentegen niet uitgesloten. In elk geval zal de onderneming een nieuwe procedure dienen te voeren om haar schade te verhalen op de aansprakelijke partij. Indien deze partij reeds betrokken was in de collectieve procedure in tussenkomst en gemeenverklaring, zal dit vonnis aan haar kunnen worden tegengeworpen in een latere procedure.
───── [25]
Artikel 12 van ‘Projet de loi en faveur des consommateurs’ van 14 november 2006, nr. 3430, beschikbaar op www.assemblee-nationale.fr.
juni 2011 | Aflevering 54 | De orde van de dag
t e g e n g e w i c h t
v o o r
k l a s s e n j u s t i t i e ?
• Discussie
Een beroep tegen de toelaatbaarheidsbeslissing wordt beperkt tot de naleving van de voorwaarden vastgelegd in artikel 26 § 2 van het wetsontwerp. Een cassatievoorziening na dit hoger beroep tegen de toelaatbaarheidsbeslissing wordt uitgesloten. Ten slotte bepaalt artikel 38 van het wetsontwerp dat de uitspraak van de rechtbank uitvoerbaar bij voorraad is, ondanks alle verhaal en zonder mogelijkheid tot borgstelling. De verweerder moet bijgevolg bij een veroordeling onmiddellijk het bedrag uitbetalen. Na een eventuele hervorming in hoger beroep zal hij bij elk van de eisers het bedrag moeten terugvorderen met alle moeilijkheden die hiermee gepaard kunnen gaan. Artikel 24 van het wetsontwerp bepaalt dat noch het sluiten van een akkoord tot collectieve schadeafwikkeling, noch de homologatie van een dergelijk akkoord als een erkenning van aansprakelijkheid of van een fout van de schuldenaars van de herstelplicht beschouwd worden. In de locomotieftekst werd dit gebrek aan erkenning van aansprakelijkheid ook reeds aangekaart. Artikel 24 van het wetsontwerp, dat alleen van toepassing is bij de burgerlijke vordering, kan gevolgen hebben voor de dekking onder de aansprakelijkheidsverzekering die de verweerder eventueel heeft onderschreven. Bepaalde polissen bepalen immers dat de verzekeraar slechts zal tegemoetkomen in de kosten in geval van bewezen aansprakelijkheid van de verzekerde. Het is niet ondenkbaar dat ondernemingen onder mediadruk gedwongen kunnen worden om een minnelijke regeling te sluiten zonder dat hun aansprakelijkheid daarom ook vaststaat. Een algemene opmerking betreft de exclusieve toewijzing van procedures tot collectieve schadeafwikkeling aan het gerechtelijk arrondissement Brussel waarbij wordt afgeweken van het basisprincipe in ons gerechtelijk recht dat een verweerder opgeroepen moet worden voor de rechtbanken waar zijn maatschappelijke zetel of woonplaats gevestigd is. In het algemeen lijkt het aangewezen om de bestaande regelingen inzake alternatieve geschillenregeling of Alternative Dispute Resolution (ADR) zoals bemiddeling beter te promoten en te versterken eerder dan de rechtbanken nog verder op te zadelen met lange en complexe procedures waardoor de gerechtelijke achterstand alleen nog maar zal toenemen. De vraag rijst of het gerechtelijk arrondissement Brussel, waarvan algemeen bekend is dat het reeds kampt met een overbelasting, wel vragende partij is voor deze exclusieve bevoegdheidstoewijzing ... Ten slotte wordt door ondernemingen en verzekeraars ook gewezen op de economische en financiële gevaren van deze wetsontwerpen in het huidig economisch klimaat. Zij benadrukken dat het nog niet mogelijk is gebleken om de economische en financiële gevolgen van class actions in te schatten of te becijferen en dus ook niet de impact van de invoering van class actions in ons rechtssysteem. Deze onzekerheid en het risico dat zij worden gedagvaard in het kader van een collectieve procedure, zowel door de consument van hun producten of diensten als door hun werknemers, kan leiden tot een terughoudendheid van buitenlandse
61
C l a s s
a c t i o n s :
t e g e n g e w i c h t
v o o r
k l a s s e n j u s t i t i e ?
ondernemingen om nog te investeren in België dan wel tot een vlucht door (Belgische) ondernemingen naar een ander (Europees) land waar geen systeem van class actions van toepassing is. Voor een onderneming kan haar betrokkenheid bij een collectieve procedure verstrekkende gevolgen hebben op het vlak van reputatieschade. Zelfs indien de onderneming nadien zou worden vrijgesproken, kan door de ‘publiciteit’ die aan een collectieve vordering wordt besteed om potentiële slachtoffers te informeren, aan de ondernemingen vaak een onomkeerbare imago- en reputatieschade zijn toegebracht die een nefaste invloed kan hebben op de omzet van deze onderneming en die in extreme gevallen zelfs kan leiden tot een faillissement. De ondernemingen zullen worden geconfronteerd met miljoenenclaims en zullen dit risico ook willen laten verzekeren door hun aansprakelijkheidsverzekering. Dat zal mogelijk leiden tot een aanzienlijke verhoging van de verzekeringspremies en in bepaalde gevallen zelfs tot de onverzekerbaarheid van bepaalde risico’s.
• Discussie
De eerste categorie zijn de producten of diensten die niet aan de basisvereisten voldoen die de consument hier redelijkerwijze van mag verwachten. Tot deze categorie behoren onder andere de elektro-, huishoud-, hifi- of videotoestellen. De textielindustrie (productiefouten ...) kan eveneens massaal het voorwerp uitmaken van class actions. De bouwsector is ook een sector waar de consumenten massaschade kunnen ondervinden. De tweede categorie heeft betrekking op de producten of diensten die niet de specifieke voorwaarden vervullen die duidelijk door de consumenten werden vereist. De meest voorkomende voorbeelden zijn terug te vinden in de reissector (geannuleerde vluchten of verblijven die niet beantwoorden aan standaardverwachtingen van reizigers), financiële dienstverlening (rendement van producten of investeringen of buitensporige bankkosten) of de telecommunicatiediensten. De energiesector wordt hier ook vaak geviseerd. Ook de verzekeringsmarkt kan hierdoor getroffen worden, in het bijzonder met betrekking tot vorderingen tegen verzekeraars die, althans in de ogen van verzekerden, niet (tijdig) de verschuldigde uitkeringen betalen.
Uitdagingen voor ondernemingen en verzekeraars
De derde categorie heeft betrekking op een foutief gedrag van de verkoper van De verzekeraars zitten in een product of een dienstverlener. Het Indien de wetgevende initiatieven effecbetreft zaken waar het emotionele aspect tief zouden leiden tot de invoering van een weinig benijdensde consumenten een belangrijke rol class actions in ons rechtssysteem, kunwaardige positie omdat zij van speelt en waar gevoelens van ontevredennen de ondernemingen en verzekeraars op twee wijzen kunnen heid kunnen overheersen. Consumenten zich hier het best op voorbereiden en zich ertegen wapenen. Hiervoor zal in worden blootgesteld aan beweren in een breed gamma van sectoren te worden geconfronteerd met beeerste instantie een analyse dienen plaats een systeem van ‘class paalde gedragingen van verkopers van te vinden van welke producten en diensten actions’. producten of diensten die onaanvaardhet grootste risico lopen om het voorbaar zijn. De aard en de ernst van de werp uit te maken van class actions en schade kan aanzienlijk wijzigen: ze kan betrekking hebben welke voorzorgsmaatregelen ondernemingen en verzekeop de betaling van bedragen waarvan de consument van raars kunnen implementeren in hun organisatie. oordeel is dat ze niet verschuldigd zijn ten gevolge van de niet-uitvoering van contractuele verplichtingen. Voor verzekeraars kan de invoering van class actions ten slotte ook een opportuniteit betekenen gelet op het feit dat De verzekeraars zitten duidelijk in een weinig benijdensondernemingen ook dit risico zullen wensen te verzekeren. waardige positie aangezien zij op twee wijzen kunnen worden blootgesteld aan de invoering van een systeem van Wat zijn de meest ‘risicovolle’ producten of diensten class actions. In hun hoedanigheid van dienstverleners [26] vatbaar voor class actions? kunnen zij het doelwit worden van een class action ingesteld door verzekerden die ontevreden zijn over hun verzeIn de landen waar class actions zijn toegelaten, wordt reeds kering. Aan de andere kant dienen zij bij de uitoefening een indicatie gegeven van de producten en diensten die van hun core business, zijnde het beroep van verzekeraar aanleiding kunnen geven tot vorderingen van consumenten. en bijgevolg het dekken van risico’s, tegemoet te komen in Een Europese studie werd hier recentelijk aan gewijd.[27] de kosten voor hun verzekerden die op hun beurt geconfronteerd worden met een class action en die, om dat in ───── goede banen te leiden, een beroep doen op de tegemoet[26] Zie voor een uitgebreid overzicht door S. Lodewijckx & koming van hun verzekeraar. De verzekerden kunnen in A. Catteau, “Introduction des ‘class actions’ en Belgique: dat geval zowel de slachtoffers zijn van een massaschade opportunité ou ménace pour les assureurs?”, De Verz. en dus als eisers optreden alsook de potentiële verantwoor2011, 374, 4. delijken voor de massaschade en bijgevolg als verweerders [27] X., “Consumer redress in the European Union: Consumer deelnemen aan de procedure inzake class actions. Experiences, Perceptions and Choices. Aggregated report August 2009”, Qualitative Study, European Commission, p. 21-24.
62
juni 2011 | Aflevering 54 | De orde van de dag
C l a s s
a c t i o n s :
Voorzorgsmaatregelen door ondernemingen
Er zijn dus veel ondernemingen, actief op de markt als verkopers van producten of aanbieders van diensten, die kunnen worden geconfronteerd met een class action. Zij dienen zich hierop voor te bereiden en bepaalde mechanismen implementeren om dit nieuwe gegeven te beheersen. Zo dienen bepaalde knipperlichten te worden gecreëerd (waarschuwingsmechanisme na ontvangst van een aantal klachten, identificatie van de producten of diensten waarop deze klachten betrekking hebben, met welke frequentie zij voorkomen, op welke gronden). Ondernemingen zullen in de eerste plaats een beroep doen op hun juristen en advocaten voor de aanpak van class actions. In ondernemingen zal de rol van een risk manager echter ook steeds belangrijker worden aangezien deze persoon zal moeten bepalen in welke mate een onderneming kan worden blootgesteld aan class actions en haar hiertegen zo veel als mogelijk te beschermen. De ondernemingen dienen ook een ‘crisisplan’ te hebben dat hen in staat stelt om optimaal te reageren op een class action. In de EU-lidstaten waar class actions reeds bestaan, ontvangt een onderneming die wordt geconfronteerd met een class action, soms op enkele weken duizenden klachtbrieven. Omwille van haar imago en reputatie dient deze onderneming in staat te zijn deze toevloed van klachten te beheren en hierop te antwoorden binnen een redelijke termijn. Ondernemingen dienen hiervoor een beroep te doen op bepaalde specialisten, zoals eventueel een IT-manager, maar eveneens een crisismanager, die vertrouwd is met deze specifieke zaken. De ondernemingen moeten dus bijzondere aandacht besteden aan het beheer van geschillen, zodra ze ontstaan, maar ook aan het voeren van onderhandelingen die zouden kunnen leiden tot een minnelijke regeling van deze geschillen. Op het gebied van communicatie dienen alle ondernemingen voldoende waakzaamheid aan de dag te leggen wat betreft hun reputatie en imago naar de buitenwereld. De ervaring in de ons omringende landen toont aan dat de media vaak een zeer belangrijke rol spelen bij class actions. Diverse strategieën dienen te worden toegepast in elk stadium van de procedure, gaande van de openbaarmaking van het bestaan van een class actions tot de publiciteit die dient te worden toegekend aan een veroordeling of vrijspraak. De communicatie met de consumentenorganisaties en de aankoop van advertentieruimte is ook een belangrijk gegeven. De communicatieverantwoordelijken binnen een onderneming moeten zorgvuldig worden gekozen en intensief voorbereid om een vloedgolf van klachten te overleven en beheersen. Een slecht mediabeleid kan een probleem alleen maar erger maken, maar een goed beheer van het imago van de onderneming in de diverse media kan ook veel goedmaken.
juni 2011 | Aflevering 54 | De orde van de dag
t e g e n g e w i c h t
v o o r
k l a s s e n j u s t i t i e ?
• Discussie
Een nieuw product ‘class actions’: opportuniteit voor de verzekeraar?
Hoewel verzekeringsondernemingen op verschillende wijzen kunnen worden blootgesteld aan class actions, kan de invoering van class actions voor verzekeraars ook een belangrijke uitdaging betekenen. Verzekeringsondernemingen kunnen immers nieuwe waarborgen ontwikkelen en bijvoorbeeld een specifieke dekking class actions op de markt brengen met aangepaste waarborgen, dekkingslimieten en vrijstellingen. Zij kunnen eveneens hun aansprakelijkheidsverzekeringen aanpassen door de bestaande waarborgen te wijzigen (tegen een extra premie). De ondernemingen die geconfronteerd worden met een class action zullen in de toekomst niet alleen een beroep wensen te doen op hun verzekeraar voor zijn geldelijke waarborg maar ze verwachten meer dan waarschijnlijk ook andere diensten van hun verzekeraar. De verzekerde ondernemingen zullen inderdaad op zoek gaan naar een nauwe samenwerking met hun verzekeraar en wensen waarschijnlijk een beroep te doen op een ‘crisiscel’ die de verzekeraar ter beschikking van de verzekerde onderneming zal stellen. Op die manier zullen zij bepaalde technische vaardigheden kunnen genieten maar vooral een ervaring met bepaalde class actions, waarover de verzekerde onderneming misschien niet beschikt. De verzekerde onderneming zal het op prijs stellen om zich bijvoorbeeld te kunnen omringen met professionele adviesverleners, vooral met betrekking tot haar merken en imago, teneinde de impact van een class action in de publieke opinie zo veel mogelijk te minimaliseren.
Conclusie Gelet op de diverse initiatieven die recentelijk werden genomen door de andere Europese Lidstaten maar ook door de Europese Commissie, lijkt de invoering van een systeem van class actions in ons rechtssysteem slechts een kwestie van timing. Voor particulieren en in het bijzonder voor consumenten lijkt dat een buitenkans aangezien class actions voor hen mogelijkheden biedt die tot op heden werden beperkt door procedurele beletsels. De ondernemingen, verdelers van producten of dienstverstrekkers, zijn echter minder opgetogen. Ondernemingen beschouwen class actions als een ernstige bedreiging voor hun business: toegenomen geschillen, verhoogde druk van de media, de inzet van de geschillen is ook groot. De ondernemingen dienen zich voor te bereiden, al dan niet in samenspraak met hun verzekeraar, op de komst van deze potentiële bedreiging voor hun business. Het lijdt dan ook geen enkele twijfel dat de toekomstige wetgevende evoluties van zeer nabij zullen worden gevolgd door de ondernemingen en verzekeraars.
63
C l a s s
64
a c t i o n s :
t e g e n g e w i c h t
v o o r
k l a s s e n j u s t i t i e ?
• Discussie
juni 2011 | Aflevering 54 | De orde van de dag