CKP BEUNINGEN
2012-2013
Lesbrief Dans! | Cultuurknooppunt Beuningen.
Lesbrief Dans!
Colofon Inhoud en samenstelling Miriam en Emmeke van der Duijn m.b.v. EDU-ART Jackelien Top en Maud Heldens Foto’s voorkant: Eliëtte v.d. Heijden. Foto’s in de lesbrief: Sanne Rutten de Haan, Atelier Velp.
1
Lesbrief Dans! Inhoudsopgave Paginanummer
2
1. Inleiding - Kort: inhoud van het project - Handleiding voor de leerkracht - Projectdoelen - Kerndoelen
3 3 4 4 5
2. Introductie les
5
3. Les 1, Uitleg interactieve les 4. Ruimte voor aantekeningen in dit document - Dansen vanwege het geloof of cultuur - Dansen om je emoties uit te drukken - Dansen als artiest of als sporter
6 9 10 12 13
5. Les 2, dansaanbieder in de school, workshop en voorstelling
16
6. Les 3, Doe-het-zelf: verwerkingsles - Warming up: De Douchedruppel - Presentatiedans: Het Spokenbal
17 17 20
7. Bijlage 1 & 2 – Leerling bladen Bijlage 3 – Achtergrondinformatie informatieve les
22 24
Lesbrief Dans! Dans!
Inleiding We hebben een geweldige keuze gemaakt om in het schooljaar 2012-2013 de discipline Dans centraal te stellen. Om het geheel compleet te maken, hebben we daarvoor een mooie digitale lesbrief samengesteld voor de bovenbouw van het basisonderwijs. Dans door de eeuwen heen, Dans en het ontstaan, Dans en het grote Waarom? Etc. Allemaal titels die van toepassing zijn, maar we kiezen voor simpel: Dans! Dans! Staat voor energiek, enthousiast, ritmisch, inspirerend, dynamisch en talentvol bezig zijn… Laat je inspireren door de ontstaansgeschiedenis ervan, dansen door de eeuwen heen, en wat mensen doen om te kunnen dansen. En laat je vooral ZELF verleiden tot het maken van vreugdedansje bij dit mooie project! Veel plezier met deze inspiratiebron.
Kort: Inhoud van het project Introductieles Samen met de groep inventariseert de leerkracht wat er aan ervaringen in de groep is op het gebied van Dans. De verwerkingsopdrachten voor de leerlingen kan op papier. Les 1 Waarom dansen mensen? Verwerking (en interactieve) opdrachten. In deze les gaat de leerkracht samen met de kinderen op zoek naar achtergronden van het Dansen. Hiervoor kunnen de lessen vooral digitaal verwerkt worden. Het gebruik van een computer met beamer of digibord is nodig voor de links die in de lesbrief aanwezig zijn. Les 2 Dans in jouw omgeving; Voorstelling en workshop van Introdans, Dansstorm Oost en/of Dansaanbieder in de school Les 3 Dansles doe-het-zelf Achtergrondinformatie voor de leerkracht
3
Lesbrief Dans! Handleiding voor de leerkracht. We hebben een keuze gemaakt uit het enorme aanbod van de verschillende dansvormen uit de (nabije) geschiedenis. Dit is natuurlijk niet een sluitend geheel, maar een keuze vanuit 3 beweegredenen: 1) Bewegen om geloof of cultuur 2) Bewegen om emoties uit te drukken 3) Bewegen als artiest of sporter.
De keuze uit de dansstijlen is bepaald door de geschiedenis, maar ook door de verschillende muziekstijlen en de ontwikkeling daarin. Natuurlijk is dit niet volledig en u bent dan ook vrij om zelf meer dansstijlen aan te bieden aan de leerlingen.
spreekwoord ‘Dan heb je poppen aan het dansen’
Projectdoelen
4
-
Leerlingen maken kennis met dans Bewegen om geloof of cultuur, Bewegen om emoties uit te drukken en Bewegen als artiest of sporter.
-
Door de samenwerking met dansaanbieders die in de klas aan het werk gaat met de kinderen én deze lesbrief krijgt het project meer diepgang.
-
Door de extra achtergronden die als links in de lesbrief verweven zitten, kan de kennis van dans bij kinderen zich verbreden.
-
Leerlingen leren wat beweegredenen (letterlijk en figuurlijk) kunnen zijn om te dansen. Daarin zitten allerlei verschillende dansen verweven. De muziek, de filmpjes en de andere digitale grapjes zullen uitnodigend zijn om eens de beentjes van de vloer te laten gaan.
-
Leerlingen dansen zelf en ervaren zodoende om lekker te bewegen. Maar ook om te werken met een choreografie, dansstijlen uit te kiezen, bijpassende muziek te zoeken etc. Leerlingen van de groepen 5-6 gaan ook naar een voorstelling.
Lesbrief Dans! Kerndoelen
Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. Kerndoel 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. Kerndoel 56: De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
Introductie les Lesdoelen De eerste les is een korte introductie op het thema Dans. Wat weten de kinderen ervan, wat hebben ze zelf al eens gezien of gedaan aan dans? -
-
Leerlingen kunnen op het werkblad 1 verwerken wat hun eigen ervaring is met dansen. Om de leerlingen die niet van dans houden, toch te laten meedenken hebben we er ook een vraag bijgedaan waaruit zal blijken dat niemand uitgesloten is als het gaat om ervaringen met dansen. De leerlingen ervaren dat ze (samen) veel meer weten van dans en dansstijlen dan ze van te voren denken. Leerlingen kunnen op werkblad 2 de inventarisatie van de (sub)groep noteren.
Werkwijze Voordat het Dansproject gaat starten kan de Introductie les worden gedaan. Met deze les krijg je als leerkracht een idee van wat kinderen al weten van dansen. Mogelijkheden voor het uitvoeren van de les: 1) Klassikaal: de vragen worden persoonlijk ingevuld (bijlage 1) en naderhand met de hele klas besproken en geïnventariseerd wat er aan dansen en muziek verzameld is (bijlage 2). Een idee om de verschillende dansstijlen in de klas te integreren is om ze op een flap-over blad of dubbel A3 in de klas op te hangen, zodat de leerlingen dagelijks kunnen zien wat er in deze les is besproken. 2) In kleine groepjes: leerlingen vullen –al dan niet gezamenlijk- de vragen in (bijlage 1) en gaan met elkaar in gesprek wat overeenkomsten zijn en verschillen. De groepjes presenteren aan de klas wat ze samen hebben geïnventariseerd (op bijlage 2). De bevindingen worden in de klas gepresenteerd. Daarna worden overeenkomsten en verschillen beschreven en zichtbaar bewaard. Deze vorm van inventariseren kan ook d.m.v. het maken van een woordweb of mindmap. Dit is afhankelijk van de leerkracht.
Duur De les duurt 15 minuten, met een uitloop van 15 minuten. Aan de leerkracht de keuze om direct aansluitend les 1 aan te bieden: de les zal dan uiteraard langer zijn.
5
Lesbrief Dans! Benodigdheden -
Digibord of beamer met computer en projectiescherm Werkblad 1 : Geprint als de leerlingen op papier werken. Digitaal als leerlingen individueel of in groepjes achter een computer werken. Werkblad 2 en 3 : idem.
Inleiding Geef de kinderen een korte uitleg van het werkblad en wat de groep daarna ermee gaat doen. De invulling ervan kan dus per groep/leerkracht verschillen.
Kern De werkbladen en opdrachten zijn de kern van de les. Bijlage 1 kan worden gekopieerd voor de leerlingen. Op bijlage 2 en 3 kunnen de verschillende dansstijlen kunnen worden geïnventariseerd aan het einde van de les.
Afsluiting Na de inventarisatie kan de leerkracht de dansstijlen samenvoegen en evalueren waar de interesse van de groep ligt. De leerkracht kan hieraan verbinden welke dansvormen extra aandacht verdienen in de aankomende les(sen).
Les 1 Uitleg Interactieve les Lesdoelen In deze les gaan we dieper in op de beweegredenen van het waarom mensen dansen. -
-
De kinderen gaan met de digitale lesbrief- samen met de leerkracht de 3 uitgewerkte hoofdredenen verkennen. Deze les, die in meerdere delen opgesplitst kan worden, wordt per hoofdreden met een voorbeeld verduidelijkt. Bij iedere dans is er een vraag aan de kinderen die ze met elkaar kunnen beantwoorden. Desgewenst kunnen deze pagina’s gekopieerd worden en samengevoegd worden met de introductie les. De leerlingen kunnen dan meeschrijven bij iedere dansstijl.
Werkwijze Klassikaal onder begeleiding van de leerkracht. Individueel werken kan ook als de kinderen gewend zijn om op het web te gaan. Sommige onderdelen zijn bedoeld als achtergrondinformatie voor de leerkracht. Klassikaal werken onder begeleiding van de leerkracht: Stap 1: Open de lesbrief vanaf blz. 10. Hierbij komt u de volgende pictogrammen tegen. en
6
Lesbrief Dans! Wat te doen bij het zien van deze pictogrammen? Dit pictogram geeft aan dat de vragen en de antwoorden met hyperlink gekoppeld aan beeld of geluidsmateriaal d.m.v. het youtube icoon. In de vraag is een extra dimensie toegevoegd: te herkennen aan de blauwe letters. Ook deze kan aangeklikt worden om meer informatie te verkrijgen. Dit pictogram geeft aan dat er een vraag is voor de kinderen (en de leerkracht.)
Duur De les duurt +/- 50 minuten
Benodigdheden -
Digibord of beamer met computer en projectiescherm Geluidsboxen Deze handleiding geprint en digitaal op het scherm Internetverbinding Printen als de leerlingen op papier meewerken. Digitaal als leerlingen individueel of in groepjes achter een computer werken.
Voorbereiding Leidraad voor deze les kan zijn: - De resultaten van de introductie les om te bepalen welke onderdelen/ dansvormen meer aandacht behoeven voor de groep. - De dansaanbieder die in de school de workshop van Dans zal brengen. Het is prettig als de leerlingen al wat achtergronden kennen van de dansstijl. - Om deze les samen met de kinderen aan te gaan, is het goed om als leerkracht eerst zelf de verschillende links in de lesbrief zelf te hebben bekeken, zodat u weet wat er aangeboden wordt en wat u aan de orde wilt stellen.. Wanneer de kinderen individueel aan het werk mogen gaan, is het goed om ze te attenderen op de werking van de pictogrammen.
Kern Tijdens de les gaat de leerkracht door (een selectie van) de dansstijlen. Door middel van het aanklikken van de pictogrammen, de links en het beantwoorden van de vragen zullen de leerlingen een bredere kijk krijgen op het ontstaan en de ontwikkeling van dansen. De vragen en de interactieve onderdelen vragen om voldoende tijd. De tijd die hiervoor nodig is, valt lastig in te schatten. Deze zal afhankelijk zijn van de groepsdynamiek. Tijdens de les kan de leerkracht ervoor kiezen om de digitale les uit te printen voor de leerlingen. Zij kunnen dan meeschrijven.
7
Lesbrief Dans!
Afsluitende opdracht Het is belangrijk om met de groep na te bespreken wat zij hebben ontdekt. Het is een mooi moment om een brug te slaan naar de workshop van de dansaanbieder op school en naar meer dansactiviteiten in de klas. Ideeën hiervoor zijn verwerkt vanaf les 3, blz. 17
8
Lesbrief Dans! Ruimte voor aantekeningen bij dit document (Deze pagina geeft ruimte voor aantekeningen / opmerkingen van de lkr bij het document Dans!)
9
Lesbrief Dans! 1.Dansen vanwege het geloof of de cultuur
Les 1 – Waarom dansen mensen?
1.De Islam Het geloof de Islam bestaat uit een heleboel verschillende groepen. Zij denken allemaal anders over hoe je moet geloven in de Islam. Eén groep daarvan zijn de Soefi’s (Soefisme). Zij geloven dat Allah overal aanwezig is. In mensen, in dieren en in dingen. Om dichter bij Allah te komen, dansen zij deze speciale dans. De Soefi’s ervaren bij deze dans een trance. Weet je wat dat betekent? ………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… Als je zelf zo lang rond zou draaien, hoe zou je je dan voelen? ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………
2.Hindoeïsme / Boeddhisme In Indonesië zijn veel verschillende geloven. Tegenwoordig zijn de meeste mensen Islamitisch, maar ook het Hindoeïsme en Boeddhisme zijn nog steeds belangrijk. Bali is één van de eilanden die vallen onder het Indonesië van tegenwoordig. De Balinese dans komt uit deze geloven en wordt gedanst om het goede en kwade in balans te houden. Bij deze dans wordt Gamelan-muziek gebruikt; een heleboel slaginstrumenten en fluit bij elkaar. Na het beantwoorden van de vraag kun je een kijkje nemen in het volgende filmpje over slaginstrumenten. Had je dit slaginstrument erbij staan? Kun je een paar slaginstrumenten opnoemen? ………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
10
Lesbrief Dans!
Les 1 – Waarom dansen mensen?
3.Nederland In Nederland werd al in de vroege Middeleeuwen op jaarmarkten en op feestdagen door het volk gedanst. Dit vond plaats op grote marktpleinen of in schuren, waar het hele dorp op af kwam. Vaak kwamen reizende muzikanten langs om op het feest te spelen. Voorbeelden van volksdansen uit de Middeleeuwen zijn klompendans, polka, rondedans/reidans en walsen. Leer met je klas deze kringdans. 4.Griekenland In Griekenland wordt de Sirtaki gedanst. Dit is een volksdans, die langzaam aan steeds sneller wordt. De mensen dansen in één lijn en bewegen van links naar rechts. Veel mensen kennen de dans wel, maar toch is hij nog niet zo oud. De dans is namelijk gemaakt voor een film in 1964. Die film heette ‘Zorba de Griek’. Leuk om te weten: in 2007 werd op Cyprus het wereldrecord sirtakidansen gebroken. In totaal 268 mensen dansten in een lange rij de Sirtaki. Bij de Sirtaki gaan de mannen veel door de knieën. Hoe heet de Russische dans waarbij de mannen ook door de knieën gaan? ………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… 5.Hawaii Op Hawaii is de Hula een belangrijke dans. Er zijn twee verschillende soorten Hula-dansen; de oorspronkelijke dans (kahiko) en de dans die werd gemaakt toen Westerse mensen op de eilanden kwamen in de 19e en 20e eeuw ( Auana). Bij de dans wordt door de vrouwen meestal een rieten rokje en een hoofdkrans gedragen. De mannen dragen een lange of korte broek.
In welke tekenfilm (waar ook een serie van is gemaakt) krijgen we de Hawaiiaanse dans te zien? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………
11
Lesbrief Dans! 2.Dansen om je emoties uit te drukken
Les 1 – Waarom dansen mensen?
1.Tango De Tango komt oorspronkelijk uit Argentinië en Uruguay. Mensen uit een heleboel verschillende culturen hebben samen de dans ‘bedacht’. Ze gingen gewoon uitproberen welke danspassen ze fijn en mooi vonden. Zo ontstonden er langzaam verschillende soorten tango. Bij de tango hoort de emotie ‘liefde’. Welke dansen komen nog meer uit Zuid-Amerika? ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………
2.Rock ’n Roll Rock ’n Roll komt uit Amerika en was heel populair in de jaren ’40 en ’50. De muziek was vooral populair bij jongeren, die tot dan toe hele andere muziek waren gewend. Rock ’n Roll-muziek was swingend en ruig, met snelle ritmes en hard gitaargeluid. Bij de Rock ’n Roll konden ze eindelijk zichzelf zijn. Eén van de bekendste artiesten van de Rock ’n Roll was Elvis. Hij stond bekend om zijn danspassen. Vraag eens aan je opa of oma of zij (toen ze jong waren) de Rock ’n Roll hebben gedanst. Wie waren hun favoriete zangers / groepen? ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………
3.Hiphop / breakdance Hiphopmuziek komt net zoals de Rock ’n Roll uit Amerika, maar dan wel wat later in de tijd. De muziek- en dansstijl werd vooral gebruikt door de donkere mensen uit de slechte buurten. Zij waren ontevreden over hun buurt; er was armoede en er was geweld. Daarom verzonnen ze hun eigen muziekstijl waarin ze hun mening kwijt konden hierover. De dansstijl die 12
Lesbrief Dans!
Les 1 – Waarom dansen mensen?
hierbij hoort heet breakdansen. Dansers laten dan hun beste ‘moves’ zien en proberen zo origineel mogelijk te zijn. Hoe heet de dansuitdaging die de Hiphop-scene gebruikt? ………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… Spreek met elkaar een moment af in de klas, waar en wanneer jullie elkaar met (hiphop) dans uit gaan dagen. Lekker moves oefenen van te voren!
3.Dansen als artiest of als sporter
1.Disco De disco kwam op in de jaren ’70 van de vorige eeuw als antwoord op de Flowerpower-tijd en de rock ’n roll-periode. De naam ‘disco’ kwam van het woord ‘discotheek’.
Omdat de muziek in het begin werd geschreven speciaal voor in de discotheek. De muziek is geschreven 4/4 maat, waardoor het makkelijk op te dansen was. John Travolta werd bekend door zijn soepele dansmoves op discomuziek. Waar is John Travolta eigenlijk bekend door geworden?
………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………
13
Lesbrief Dans!
Les 1 – Waarom dansen mensen?
2.Sterren dansen op het ijs Bij dit programma op SBS6 worden artiesten gevraagd om samen met een professionele partner ijsdansen in te studeren. Iedere week moet een koppel naar huis, totdat er een winnaar overblijft. Ook de presentatie wordt door artiesten verzorgd, die normaal niet op het ijs staan. Het is in dit filmpje duidelijk dat een artiest veel moet inleveren, ook qua gezondheid. Vind je dat ijsdansen ook bij deze beweegreden (dansen als artiest of sporter) hoort? Geef argumenten bij het antwoord- waarom wel of waarom niet. ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………
3.Dansgezelschappen Er zijn veel verschillende Nederlandse dansgezelschappen. Denk aan Introdans , het Nationaal Ballet en het Scapino Ballet. Jaarlijks dansen de gezelschappen zowel klassiekers, zoals Het Zwanenmeer en de Notenkraker, als nieuwe choreografieën. Bekende namen zijn Penney de Jager, Rudi Danzig en Jan Kooijman. Jan heeft 9 jaar als danser bij het Scapino Ballet gedanst. Nu jureert hij het dansprogramma So You Think You Can Dance. Noem een ander bekend jurylid van So You Think You Can Dance of The Ultimate Dancebattle. ………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………
14
Lesbrief Dans!
Les 1 – Waarom dansen mensen?
4. Capoeira Capoeira is een vechtdans uit Brazilië. In Nederland wordt het gedanst als een spel; je probeert elkaar uit te dagen en maak zowel aanvals- als verdedigingsbewegingen. De andere mensen in de groep staan er in een cirkel omheen en klappen mee met het ritme. Bij Capoeira zijn er geen winnaars en verliezers, het gaat om het plezier en het sporten. Het is een combinatie van muziek maken, naar muziek luisteren en bewegen en reageren op die muziek. Capoeira wordt ook wel gedanst als echte sport. Ken je nog andere sportdans? ………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………
15
Lesbrief Dans! Les 2 Dansaanbieder in de school, workshop en voorstelling Lesdoelen Deze les is de workshop en de voorstelling van Introdans of Dansstorm Oost voor de groepen 5-6. Voor de groepen 7-8 is er een –door de leerkracht zelf gekozen dansaanbieder met een workshop in de school.
Werkwijze Klassikaal onder begeleiding van een dansdocent.
Duur De les duurt 45 minuten
Deze les en de afsluitende les kan worden aangevuld door een leskoffer: Move2sound. Deze koffer is aan te vragen bij het Cultuurknooppunt Beuningen. Inhoud leskoffer: Move2sound Een project bestaande uit 5 lessen, waarbij les 1 t/m 3 een geheel vormen en les 4 en 5 ook. In beide onderdelen gaat het om via dagelijkse handelingen (douchen) of sportbewegingen (basketbal) te komen tot een wat abstract geïmproviseerd bewegingsstukje. Door het gebruik van dansfragmenten en muziek worden er in de opzet steeds kleine stapjes gezet om leerlingen verder te krijgen in bepaalde bewegingen zonder dit direct dans te noemen. Er zijn verschillende opdrachtkaarten om te gebruiken. doelgroep duur materiaal meervoudige intelligentie competentie bijzonderheden
16
groep 5, 6, 7, 8 4 weken lesbrief, cd, dvd, ballen, handtrom muzisch-ritmisch, lichamelijk-kinesthetisch, intrapersoonlijk onderzoekend, creërend, zelfstandig werken, zich te presenteren, samenwerken maximaal 4 groepen per projectkoffer
Lesbrief Dans! Les 3 Verwerkingsles Lesdoelen In deze les gaat de leerkracht aan de slag met het uitwerken van een eigen dans act aan de hand van de hieronder uitgewerkte lesideeën. Beginnend met een warming up, gevolgd door een presentatiedans. -
Leerlingen kunnen onder woorden brengen wat ze hebben gedaan om met elkaar een dans in elkaar te zetten. Daarmee reflecteren de leerlingen op dat wat ze geleerd hebben en kunnen dit laten zien. De leerlingen presenteren aan elkaar of aan de school tijdens een viering. De leerlingen denken na over wat dans voor hen betekent.
Werkwijze Klassikaal
Duur Warming up: 15 minuten De presentatie les duurt 50 minuten
Benodigdheden
Computer (Eventueel) één of meerdere knikkers Lakens/lappen voor de groep
Inleiding Nabespreken: de leerkracht bespreekt het project tot nu toe na. Wat hebben de leerlingen geleerd? Wat sprak ze aan? Wat niet? Wat vonden ze van het dansen/ workshop en eventueel de voorstelling? Zouden ze vaker willen dansen? Waar zijn ze nieuwsgierig naar? Wat zouden ze nog meer willen leren op het gebied van dans? Herhaal stof uit de introductie en de eerste les.
Doe-het-zelf: Afsluitende dansopdrachten met de groep Een korte opdracht, een warming up: De Douchedruppel, uit ‘Dansspetters’ Muziek van Steven Gerrits Dans door Maria Speth Maatsoort 4/4 Leeftijdsgroep: 6 t/m 12 jaar
17
Lesbrief Dans! Toelichting: We gaan onder de douche, maar… als we de kraan opendraaien, komt er maar 1 druppel tevoorschijn. Dus we zullen ons vandaag moeten wassen met maar 1 druppel en die over ons hele lijf laten dansen.
In deze opwarmingsdans wordt in eerste instantie gewerkt met isolatiebewegingen. Achtereenvolgens worden op deze manier verschillende lichaamsdelen in beweging gezet.
Als het hele lijf is gewassen, wordt de druppel meegenomen naar een andere leerling waarbij hij steeds op een ander plekje op het lijf zit.
Dansexploratie: Wassen met één druppel, dat vergt concentratie. Onderzoek samen met de kinderen hoe je verschillende lichaamsdelen beweegt als daar een druppel op ligt. Beweeg je met je hoofd op dezelfde manier als met je schouders? En die druppel kan op hele dikken billen springen of als een soort hoelahoep om je middel draaien. De verschillende plekken waar de druppel zit, kunnen in eerste instantie door de leerkracht worden afgeroepen, maar de kinderen kunnen natuurlijk op den duur ook hun eigen ‘wasbeurt’ samenstellen. Het kan stimulerend werken om eerst een echte druppel op je hand te laten rondrollen of eventueel een knikker. Verplaatsen met een druppel op je lijf kan op allerlei manieren. Laat aan je manier van voortbewegen zien waar jouw druppel zit. Bijvoorbeeld op je voet, of hangend aan je neus, of op je schouders, enzovoorts. Elke keer als in de muziek de rollende druppel te horen is, wisselt hij ook op je lijf van plek. Dansstuctuur: Onderstaande beschrijving geeft de weg die de druppel aflegt aan, en hier en daar voorzien van suggesties met betrekking tot beweging; uiteraard is men vrij om eigen ideeën te gebruiken. Maat
Tellen
Intro
De druppel valt op het hoofd en draait daar langzaam rond (roterende beweging van het hoofd).
Overgang
De druppel valt op de R-schouder.
A
1-6
De druppel springt van links naar rechts (afwisselend L- en R-schouder omhoog trekken/naar beneden drukken). Eventueel het tempo verdubbelen. De druppel valt op de R-hand.
1-4
De hand gooit ‘m steeds opnieuw omhoog en vangt hem dan weer op (afwisselend op de handpalm en de rug van de hand).
Overgang B1
18
Beweging
Lesbrief Dans! Overgang
B2
De druppel wordt naar de L-hand gegooid.
1-4
Overgang C
De druppel wordt hoog in de lucht gegooid en opgevangen in het kuiltje van de navel. 1-2 3-9
Overgang D
1-8
Overgang E
Kleine draaibewegingen maken met de heupen .(druppel mag niet uit de navel vallen) Vergroot de draaibeweging van de heupen waardoor de druppel als een hoelahoep rondom de taille wordt geslingerd (afwisselend links – en rechtsom).
De druppel wordt vanuit de navel omhoog gegooid en belandt op de billen. De druppel danst en springt van de ene bil op de andere (alsof je hele dikke billen hebt). De druppel wordt weer in en lucht geslingerd en wordt door een knie opgevangen die is opgeheven.
1-16
Overgang
19
Herhaal met de L-hand de bewegingen van B1.
Maak kleine sprongetjes afwisselen op het R- en L-been net als bij een aerobicoefening. Waarbij de druppel telkens van knie verwisseld. De druppel glijdt naar een voet.
F en G
1-8 1-21
Slot
1-2
De druppel wordt traag heen en weer gewiegd. Vrij door de ruimte dansen met de druppel duidelijk zichtbaar ergens op je lijf. Steeds wanneer de melodie stopt, verhuisd de druppel naar een andere plek. De druppel verdwijnt in het afvoerputje en wij zijn schoon.
Lesbrief Dans! Presentatiedans: Spokenbal, uit ‘Dansspetters’ Muziek van Mariëlle Streun, Renate Rothbauer, Esther Vullers en Tom Vennix. Dans door Maria Speth, Mariëlle Streun, Renate Rothbauer en Esther Vullers. Maatsoort 2/4 (3/4 bij deftig spook en 4/4 bij vrolijke spook) Opstelling: vrij in de ruimte Materiaal: lakens of lappen (dansexploratiefase) Leeftijdsgroep: 7 t/m 12 jaar
Toelichting: Om 12 uur ’s nachts komen de spoken tot leven en dansen ze elk op hun eigen spokenmanier. Dansexploratie: Als het spokenbal begint, veranderen alle ‘lakens’ in spoken. Hoe danst een laken? Maak het visueel door aan de hand van een echte lap verschillende mogelijkheden te laten zien. Je kunt een laken frommelen (beweging in en uit elkaar); vouwen (groot en klein); laten glijden; losschudden of heen en weer laten deinen. Doe deze bewegingen voor met een lap en laat de kinderen proberen om deze bewegingen met hun lichaam mee te dansen. Op het bed, in de kast, in de wasmand, hangend aan de waslijn kun je je lakens vinden. Laat de kinderen zelf hun uitgangspositie kiezen en van laken tot spook veranderen. Ze blijven hiermee op hun plek. Tijdens de dans zijn er achtereenvolgens verschillende soorten spoken. De onderstaande suggesties kunnen een eerste aanzet geven om in beweging te komen: - Deftige spoken: dansen met trage, statige bewegingen. Deze spoken glijden als het ware voort. Neus in de lucht, zeer voornaam. Af en toe begroeten ze elkaar met een deftige spokenbuiging! - Vrolijke spoken: dansen met afwisselende springende en glijdende bewegingen, waarbij het hele lijf meedoet. Golvend, draaiend en dwarrelend om en langs elkaar heen. - Griezelspoken: zo zie je ze en zo weer niet. Ze bewegen op de plek en verdwijnen ook weer (het laken wordt verstopt achter de rug). Aan het eind van het couplet wordt de laatste vorm even vastgehouden. - Dronken spoken: zwalken en dwarrelen kriskras door de ruimte. Op de ‘hik’ een hikbeweging omhoog maken. Maat
Tellen
Intro
1-6 7-18
Tussenspel
1-4
A1
1-8 9-12 13-14
20
Beweging Twaalf gongslagen, iedereen blijft onbeweeglijk op z’n plek. Op een plek vrij in de ruimte ‘veranderd’ iedereen van laken (beginpositie naar keuze) tot spook. Iedereen gaat klaar zitten in kleermakerszit vrij in de ruimte. De handen steunen op de knieën, ellebogen naar buiten. Het bovenlijf licht voorover buigen en rondkijken. Rechtop zitten, beide handen zijwaarts op schouderhoogte met de handpalmen naar buiten. Armen in W-houding, beweeg de handen langzaam een stukje omhoog.
Lesbrief Dans! 15-18
Beweeg de handen langzaam een stukje omlaag.
19-20 B1
1-20
De armen helemaal omhoog brengen terwijl de blik omhoog gericht is. Beweeg de armen langzaam een stukje omlaag. Dansen als een deftig spook.
Tussenspel
1-4
De kinderen gaan weer op de grond zitten in kleermakerszit.
A2
1-20
Herhaal A1
B2
1-10
Dansen als een vrolijk spook.
Tussenspel
1-4
De kinderen gaan weer op de grond zitten in kleermakerszit.
A3
1-20
Herhaal A1
B3
1-24
Dansen als een griezel spook.
Tussenspel
1-4
De kinderen gaan weer op de grond zitten in kleermakerszit.
A4
1-20
Herhaal A1
B4
1-33
Dansen als een dronken spook.
Slot
1-16
Alle spoken dansen naar hun eigen plek waar ze hun begin houding (laken) weer aannemen. Rust. De klok slaat één uur; het spokenbal is voorbij.
17 18
Liedtekst Twaalf uur ’s nachts komen wij bij elkaar Wij gaan dan op weg naar ’t kasteel in het dal En dansen daar de hele nacht op ’t Spokenbal, Spokenbal De deftige spoken van Zanzibar, Zanzibar …de vrolijke spoken van Zanzibar. …de griezel spoken van Zanzibar. …de dronken spoken van Zanzibar.
Extra site voor moderne dansen: http://www.dancingwiththekids.nl/
21
Lesbrief Dans! Bijlage 1
Introductie Waarom dansen mensen?
Waarom dansen mensen? Op deze vraag gaan we proberen een antwoord te geven. Eerst willen we van jullie weten of zelf wel eens danst. Heb jij wel eens gedanst? Zo ja, wanneer was dat? ………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… Waar was dat? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………….. Met wie danste je toen?............................................................................ ………………………………………………………………………………………………………………………… Op welke muziek heb je toen gedanst?..................................................... ………………………………………………………………………………………………………………………… Heb je zelf nog nooit gedanst? Je hebt vast wel eens anderen zien dansen. Waar was dat? ..................................................................................................................... ………………………………………………………………………………………………………………………… Wanneer was dat?................................................................................................ ………………………………………………………………………………………………………………………… Op welke muziek werd er gedanst?..................................................................... …………………………………………………………………………………………………………………………
22
Lesbrief Dans!
Les 1 Waarom dansen mensen?
Groepsoverzicht: welke dansen/dansstijlen zijn er genoemd in je groep(je)? 1………………………………………………………………………………………………………………………… 2………………………………………………………………………………………………………………………… 3………………………………………………………………………………………………………………………… 4………………………………………………………………………………………………………………………… 5………………………………………………………………………………………………………………………… 6………………………………………………………………………………………………………………………… 7………………………………………………………………………………………………………………………… 8…………………………………………………………………………………………………………………………
Op welke muziek werd er gedanst? 1………………………………………………………………………………………………………………………… 2………………………………………………………………………………………………………………………… 3………………………………………………………………………………………………………………………… 4………………………………………………………………………………………………………………………… 5………………………………………………………………………………………………………………………… 6………………………………………………………………………………………………………………………… 7………………………………………………………………………………………………………………………… 8…………………………………………………………………………………………………………………………
23
Lesbrief Dans!
Les 1 Waarom dansen mensen?
Bijlage 2 Drie hoofdredenen voor mensen om te gaan dansen zijn: 1. Vanwege hun geloof of cultuur 2. Om hun emoties uit te drukken 3. Om te dansen als artiest (of als sport) Kijk nu naar de antwoorden die je hebt gegeven bij de vorige vraag. Zet nu jouw antwoorden bij de goede hoofdreden. Vanwege geloof of cultuur
24
Om emoties uit te drukken
Als artiest / sporter
Lesbrief Dans! Bijlage 3 Achtergrondinformatie voor de leerkracht. De leerlingen kunnen meelezen- en schrijven op een gekopieerde versie van de les. Op het digibord is de lesbrief geopend, zodat de links met filmpjes en afbeeldingen direct getoond worden. In iedere vraag staat al wat korte informatie voor de leerlingen. In dit deel van de lesbrief zal voor de leerkracht meer informatie staan, waarmee je de leerlingen van extra informatie kunt voorzien tijdens de lessen. Dansen in de oudheid: (SLO) Hoe weet je nu wat en óf er vroeger eigenlijk gedanst werd? Om met dat laatste te beginnen, in alle vroege culturen nam dans een belangrijke plaats in bij verschillende rituelen. Er werd gedanst om de goden te vereren en tevreden te stellen. Door voor hen te dansen probeerden mensen een goede oogst, een overwinning of bijvoorbeeld gezonde kinderen af te dwingen. Er wordt wel gezegd dat dans de moeder is van alle kunsten. Werkelijke bewijzen van ‘oude’ dans zijn afbeeldingen van dansende mensen in prehistorische grotten. Omdat de dans een ‘vluchtige’ kunstvorm is, dat wil zeggen dat het geen materiele sporen nalaat, moeten we het doen met dit soort van ‘bewijzen’. Én met de overlevering van dans in de loop van de vele eeuwen. Vanaf dat er 'schrift' werd gebruikt, is er natuurlijk meer bekend over de dans. Uit die perioden en gebieden : Het Egyptische Rijk (3000 – 1076 v C), de Griekse beschaving ( 1100340 v C) en het Romeinse Imperium (509-476 n C) weten we dan ook dat dans verschillende functies had. In deze periode start de ontwikkeling van wat we nu als westerse theaterdans kennen. In de middeleeuwen (SLO) Veel rituelen werden langzamerhand ingelijfd in de christelijke cultuur. Zo ook de dansrituelen. Echter, het Memento Mori (gedenk te sterven) drukte een steeds grotere stempel op de Middeleeuwer. De Kerk werd een machtig instituut en de geestelijken beloofden de mensen een zalig leven na de dood, tenminste als je vroom leefde! En daar paste volgens de kerk 'dans' niet meer in; zij predikte onder andere 'ontkenning van het (zondig) lichaam'. Dans werd daarmee een wereldse aangelegenheid: feesten en partijen ter vermaak van het volk. Voor dans was geen professionele opleiding nodig: ieder leerde thuis en in de gemeenschap dansen. Naast de boerenbruiloft-dans en andere folkloristische dansen ontstond aan het hof een verfijndere dans met 'beschaafdere' bewegingen, passend in de etiquette van de adellijke dames en heren. Deze hofdans heeft veel invloed gehad op de ‘uiteindelijke’ westerse dansvormen: van vele vormen van folkloristische dans tot klassieke dans. Meer lezen uit het SLO? http://danstijd.slo.nl/overdanstijd/dansinonderwijs/
25
Lesbrief Dans! Beweegreden 1: Bewegen om geloof of cultuur. Vraag 1en 2: Geloofsbepaalde dansen Soefisme (Islam) Informatie over het Soefisme in Nederland: Dit filmpje geeft een indruk van het Soefisme voor de leerkracht. De leerkracht kan ook delen van het filmpje tonen aan de leerlingen. Dit kan men zelf bepalen of het niveau van de lln. hiervoor geschikt is. Er zijn verschillende stromingen in de Islam te ontdekken. De Soefies hebben een heel bijzondere dansstijl ontwikkeld om met het draaien in trance te raken. Deze vorm van trance brengt hen dichter bij hun God, Allah. 2x Draaiende derwish. Grappig filmpje gevoel ronddraaien: dit is een herkenbaar filmpje: de lln zullen dit herkennen en geeft hiermee een herkenningspunt om hierover door te praten. Informatie in trance zijn: http://nl.wikipedia.org/wiki/Trance_%28bewustzijn%29
Indonesië ( Hindoeïsme, Boeddhisme) Informatie Gamelan-muziek: http://nl.wikipedia.org/wiki/Gamelan Balinese dans. Deze film is geschikt voor de lln. Zij krijgen Balinese danseressen te zien die dansen op Gamalanmuziek. * Slaginstrumenten: http://nl.wikipedia.org/wiki/Slaginstrumenten
De term Boeddha betekent “Ontwaakte”. Hij heeft een volledig begrijpen van de Vier Edele Waarheden en is ontwaakt uit de slaap van onwetendheid. Omdat hij dit niet alleen begrijpt, maar de leer ook verkondigt, wordt hij ook wel en Samma-Samboeddha genoemd – een volledig Verlichte. Voordat de Boeddha Ontwaakte uit de slaap van onwetendheid was hij een bodhisattva. Wat betekent: ”Hij die er naar streeft het volledige Boeddhaschap te bereiken. Hij is dus niet geboren als een Boeddha, maar is een Boeddha geworden door zijn eigen inspanningen. Elke aspirant Boeddha gaat door de bodhisattva periode. Gedurende deze periode ondergaat hij intensieve spirituele oefeningen en ontwikkeld hij zich tot in perfectie in de kwaliteiten van discipline, vrijgevigheid, verzaking, wijsheid, uithoudingsvermogen, energie, waarheid, vastberadenheid, welwillendheid en perfecte gelijkmoedigheid. De Boeddha was een uniek wezen. Een dergelijk wezen ontstaat maar zelden in deze wereld, en is geboren uit mededogen voor de wereld, voor het goede, voordeel, en het geluk van goden en mensen. Uit: Boeddha, betekenis van de vier edele waarheden.
26
Lesbrief Dans! Vraag 3, 4 en 5: Cultuurbepaalde dansen 3.Volksdansen Nederland
Voorbeelden Middeleeuwse muziek: http://www.artika.nl/datura%20middeleeuwse%20muziek-home.html Deze site geeft een mooi overzicht van allerlei activiteiten die in het basisonderwijs in het thema Middeleeuwen kunnen worden ondernomen. Als scholen dit willen, kan het CKP bemiddelen om deze groep in de scholen te halen. De groep van 3 á 4 muzikanten kunnen een volledig programma bieden voor de hele school. Voorbeeld kringdans. De dans is vrij eenvoudig aan te leren aan de groep en inzetbaar bij (vrijwel) alle M.E. muziek in 4/4 maat. Opzet van de dans is een herhaling van 2x8 tellen. Instructie kringdans: -Als kinderen niet gewend zijn om in een kring te dansen en handen vast te houden dan is het zaak daar eerst aandacht aan te besteden. Laat ze aan elkaar wennen door op de maat van de muziek te stappen en met pinken elkaar vast te houden. - De groep stapt in de richting van de klok in een kring 4x4 stappen. De handen (of pinken) houden elkaar vast en zwaaien in het ritme zachtjes (in de maat )mee van voor naar achter. -Op de plaats stapt men 4x4 naar voren en naar achteren, rechterbeen beginnend. In de laatste van de 4 stappen, zijn tel 3 en 4 voor een sprong op de plaats. -Vanaf daar gaat de groep weer met de klok mee lopen en zwaaien met de armen en begint de dans opnieuw.
4.Griekenland
Fragment film Zorba de Griek. Sirtaki Russische dans Kalinka.
Achtergronden van de Griekse dans: Griekenland is een Balkanland. De Griekse muziek, de volksdansen en de kleding van het vaste land lijken dan ook op die van de omliggende landen als Bulgarije, Roemenië, Macedonië, etc. Dat is ook niet zo vreemd aangezien de landsgrenzen in dit gebied vaak zijn verplaatst of zelfs niet bestonden. In Griekenland is dansen één van de grote (nog levende) Griekse tradities. Er zijn meer dan 300 verschillende dansen bekend. Iedere regio heeft zijn eigen liederen, muziek, dansen en dansstijl, die het karakter van die mensen openbaart.
27
Lesbrief Dans! De meeste traditionele Griekse dansen zijn rij- en cirkeldansen. De Griekse namen van de dansen zijn meestal afgeleid van de regio, aantal passen of de vorm waarin de dans wordt gedanst (rij, paren, manier van vasthouden, stijl). De meest voorkomende manier van dansen zijn de cirkel/reidansen. In feite kunnen de Griekse dansen gescheiden worden in 2 dansstijlen/groepen:(a) Syrtos (in rij, slepende dansen) (b) Pidiktos (dansen springerig karakter) Natuurlijk komen er ook kruisingen voor. In bijna alle Griekse dansen hebben de mannen de leidende functie. Zij maken de hoge sprongen en allerlei figuren. Elke danser heeft een eigen stijl en zijn eigen figuren of improvisaties. De vrouwen echter dienen eenvoudig te zijn en met neergeslagen ogen dansen, maar daarnaast een waardige en trotse indruk maken. Samen met het feit, dat hun kledij heel zwaar uitgebreid en overladen met sieraden is, is dit de reden dat de meeste vrouwendansen rustige reidansen zijn, waarbij dus alleen gelopen en dus niet gesprongen wordt. De meeste vrouwendansen vallen onder de rustige Syrtos-categorie. Zelfs voor danskenners is het moeilijk om al deze dansen uit elkaar te houden. Laat je echter door dit alles niet ontmoedigen, want in feite hebben deze dansen vaak allemaal hetzelfde aantal basispassen, maar lijken ze net even anders doordat de stijl net even anders is of omdat bijvoorbeeld een voet wordt neergezet in plaats van opgetild. Gewoon doen dus!
5.Hawaii
Fragment Lilo & Stitch. Dans Kahiko. Dans Auana.
Achtergronden Hawaiiaanse dansen: Kahiko betekent: oud, klassiek (old, ancient). De hula Kahiko is onderverdeeld in twee begrippen (volgens definitie van kumu Cheryl Chee Tsutsumi) namelijk: - de klassieke of traditionele dansen, - en de nieuwe stijl van klassieke hula. Het laatstgenoemde is in de zestiger jaren ontstaan. De dansen worden begeleid door een “Chanter” (zanger/zangeres) die op de “Ipu Heke” (een groot kalebas) de ritme van de dans slaat. De zangstijl is monotoon. De bewegingen in de Kahiko zijn doorgaans strak van stijl. Hula Auana. Heeft een minder formele stijl dan de hula Kahiko. De dansers hebben meer interactie met het publiek, het entertainment gevoel is aanwezig. Middels poetische gebaren vertellen de dansers het verhaal van de gezongen tekst, die in het Hawaiiaans of in een ander taal is gesteld, merendeels in het Engels. Er wordt soms in falsetto gezongen, hetgeen wil zeggen zingen in extreem hoge tonen met een snelle wisseling van borst- naar
28
Lesbrief Dans! keelstem. De dansen worden begeleid door snaarinstrumenten, zoals: de guitar, de ukulele en de contrabas. Deze moderne stijl werd ontwikkeld in de jaren 1874-1891, gedurende de regeringsperiode van Koning David Kalakaua. Het was ook deze stijl die polulair werd onder de touristen sinds de vroege periode van de 20ste eeuw. Beweegreden 2: Dansen om je emoties uit te drukken. 1.Tango
Dansen op straat Tango. Andere dans uit Zuid-Amerika (salsa). Andere dans uit Zuid-Amerika (lambada): Dansen uit Zuid Amerika: Salsa, Rumba, Chachacha, Samba, Pasar Doble
Vaak worden de verschillende muziekstijlen afkomstig uit de Latijns-Amerikaanse landen aangeduid met de overkoepelende term 'latin'. Latin beslaat een diverse verscheidenheid aan genres die als gemeenschappelijke factor het gebruik van Romaanse talen hebben, zoals de meest prominente taal Spaans, het Portugees in Brazilië en in mindere mate Creoolse talen.
2. Rock ’n Roll
Jailhouse Rock, Elvis Presley. Zwart-wit beelden jaren. Wedstrijd rock ’n roll, modern.
Rock and Roll is een mengeling van zwarte Rhythm and Blues en blanke Country and Western. Country and Western is oorspronkelijk een muziek uit de zuidelijke staten van Noord-Amerika. Het is folkloristische muziek, waarin de viool een belangrijke rol speelt. Tegenwoordig is de elektrische gitaar heel belangrijk. De Rhythm and Blues wordt gekenmerkt door een sterke beat. De Rock and Roll heeft geen vast omlijnde betekenis, en is vaak eenvoudig. Er worden vaak emoties in de teksten beschreven. Maar de effecten en functies ervan worden op basis van onderwerpen verwoord. In de Rock and Roll zitten veel Jazz invloeden. Vaak heeft het onstuimige melodieën. Door deze onstuimigheid en door de rauwheid van de muziek onderscheidde de Rock and Roll zich van de andere muziekgenres in die tijd. Er zit vaak een vaste beat in, en het grondritme loop de hele tijd door. Het ontstaan: De Amerikaanse stadsjeugd ontdekte in 1950, op zoek naar een nieuwe dansmuziek met teksten die op hun eigen situatie sloegen, de Rhythm & blues. De jeugd was de slappe muziek van hun ouders zat en begon aan de radioknoppen te draaien, op zoek naar andere muziek en zo ontdekten zij deze muziek. Hierdoor verschenen er steeds meer R&B platen op de populaire hitlijsten. De grote maatschappijen kregen hier lucht van en moesten op de nieuwe trend inhaken. Ze deden dit niet door zich op de R&B markt te begeven, maar door de R&B songs aan te passen aan de blanke populaire markt. Hierdoor ontstond het zogenaamde ‘coveren’: R&B-hits werden door hun
29
Lesbrief Dans! eigen, blanke artiesten in aangepaste versie opgenomen. Deze aanpassing hield in: Het afzwakken van de dansbeat, het verwijderen van tenorsaxsolo’s en het veranderen van de teksten. Rock ’n Roll kenmerkte zich door andere uiterlijkheden: haardracht en kleding werden uitbundiger en kleurrijker dan in de perioden daarvoor. Amerikaanse Rock ’n Roll: Elvis Presley, Bill Haley, Little Richard. Nederlandse Rock ’n Roll: Peter Koelewijn, Herman Brood. 4.
Hiphop/ Breakdance
Hiphop Breakdance Hiphop Hiphop door kinderen Breakdance Battle
De geschiedenis van de streetdance gaat terug naar het begin van de Hiphop in de jaren '70, samen met deze nieuwe muziek ontstond een lifestyle waarbij ook nieuwe soorten dansen ontstonden zoals B-Boying en Breakdancing. Uit dit B-Boying en Breakdancing is de streetdance voortgekomen. Zoals de naam al zegt is de streetdance op straat ontstaan, maar het is dankzij videoclips wereldwijd echt populair geworden. Tegenwoordig wordt het ook wel over 'videodancing' of 'clipdance' genoemd, en is het met name te zien in R&B en Hiphop-video's. De samenleving een spiegel voorhouden kan één van de aspecten zijn die hiphoppers naar buiten willen brengen. Verschillende teksten van hiphopnummers zijn daarom een aanklacht tegen de samenleving in het algemeen, of de levenssituatie van de rapper in het bijzonder. Breakdance en graffiti zijn twee ondersteunende kunstvormen. De eerste is een vorm van dans, de tweede is het maken van visuele kunstwerken met behulp van spuitbussen. Graffiti wordt vaak op muren in de openbare ruimte gespoten, waardoor het ook als overlast beschouwd wordt. Steetdancing kan je leren bij diverse dansverenigingen en dansscholen, maar ook veel sportscholen hebben streetdancing als onderdeel van het workout-programma. Het is een hele intensieve lichaamsbeweging waarbij je ritmisch alle spieren gebruikt. Door aan streetdance te doen wordt je leniger en krijg je een groot uithoudingsvermogen.
Beweegreden 3: Dansen als artiest of als sporter 1. Disco,
Disco, Boogie Nights Bump Disco dance in the “70’s SYTYCD, top 5 USA
De naam discotheek komt van de uitgaansgelegenheid La Discothèque aan de Rue de la Huchette in Parijs, die in 1941 openende. Het bijzondere was dat er geen gebruik werd gemaakt van livemuziek om op te dansen, maar van platen. In de jaren vijftig werd het principe van discotheken populairder, ook al zal het tot de jaren zeventig duren alvorens de naam discotheek wereldwijd in zwang kwam. De muziekstroming disco, die begin jaren zeventig ontstond is afgeleid van het woord discotheek en betekende "muziek die in de discotheek wordt gespeeld".
30
Lesbrief Dans! Hoewel disco begin jaren tachtig aan populariteit verloor, bleven de discotheken toch overeind, omdat deze hun muziek aanpasten aan de tijd. In de jaren negentig, bijvoorbeeld, gingen veel discotheken over op het draaien van housemuziek. In een disco wordt voornamelijk muziek waar je makkelijk op kan dansen gedraaid door een DJ. Er wordt ook gewerkt met heel wat belichting en soms special effects, dit wordt meestal verzorgd door een LJ meestal met behulp van een lichttafel. Grafische beelden welke worden geprojecteerd, worden gemaakt door een VJ. Een bezoeker heeft geen specifieke naam.
In een discotheek kan men vrij dansen, waarbij alle bewegingen zijn toegestaan. Lang niet iedereen staat te dansen. Aan de rand staan mensen die niet van dansen houden of het niet durven. Zo iemand wordt ook wel muurbloempje genoemd. Van de mensen die op de dansvloer staan wordt verwacht dat ze dansen. 2. Sterren dansen op het ijs.
Sterren dansen op het ijs, Finale 2011 Sterren dansen op het ijs Tessa Virtue & Scott Moir FD Canadian Figure Skating Championships 2012
Zodra het ijs dik genoeg was werden de schaatsen ondergebonden. Overal werden wedstrijdjes gehouden, waarbij paren zo mooi mogelijk bepaalde vormen in het ijs moesten schaatsen. Dit ijsdansen was leuk, maar het kon veel spectaculairder. Buitenlanders als de Noor Axel Paulsen bekend van de dubbele Axel - voegden moeilijke sprongen en beweging toe aan het ijsdansen. Dit kunstrijden groeide uit tot een professionele sport die ook solo beoefend kon worden. In 1896 werd het eerste wereldkampioenschap voor mannen gehouden. Pas in de jaren dertig kwam er in Nederland enige aandacht voor deze nieuwe tak van schaatsport. Dat was toen de Noorse schaatsdiva Sonia Henie de eerste kunstijsbaan van Nederland opende in Amsterdam. De negen-jarige Annie Verlee, later trainster van de legendarische rijdsters Sjoukje Dijkstra en Joan Haanappel, stond vol bewondering langs de kant. Het Nederlandse kunstrijden kon beginnen! Kunstschaatsen (eigenlijk "kunstrijden op de schaats") is een sportieve gebeurtenis waarbij solisten, paren en groepen schaatsers rotaties, sprongen en andere bewegingen op het ijs maken, die meestal onder begeleiding van muziek worden uitgevoerd. Een serie van schaatselementen wordt in deze sport een "kür" genoemd. De officiële onderdelen op deze kampioenschappen zijn solorijden voor mannen en vrouwen, paarrijden (man en vrouw) en ijsdansen (idem). Daarnaast kent het kunstschaatsen het onderdeel synchroon schaatsen (formatieschaatsen door een groep). De sport kent nauwe associaties met de zakenwereld en er bestaan vele "spektakels" waarin kunstrijders buiten wedstrijdverband schaatsen. Ook in toernooien wordt soms naast de wedstrijd nog een show voor het publiek gegeven. Vele kunstschaatsers doen mee aan ijsshows, zoals "Holiday on Ice", terwijl ze nog sportief concurreren of na hun professionele carrière. Bekende internationale ijsshows zijn "Stars on Ice" en "Champions on Ice". Ook worden er shows gehouden door schaatsclubs om met kunsten van hun leden te pronken. Tegenwoordig worden ook in Nederland dit soort shows gehouden: "Sterren dansen op het ijs" en "Dancing on Ice".
31
Lesbrief Dans! 3. Dansgezelschappen.
Etude, Het Nationaal Ballet Hartstocht, Introdans 4x20 Colourproof, Scapino Interview met Jan Kooijman
Dansgezelschappen die genoemd worden in deze lesbrief: http://www.het-ballet.nl/ http://www.introdans.nl/ http://www.scapinoballet.nl/nl/ De twee grootste gezelschappen vervullen een nationale functie. Zij brengen ballet en moderne dans op hoog niveau en presenteren Nederland hiermee in het buitenland. Het Nationale Ballet fuseert in 2013 met De Nederlandse Opera en het Muziektheater en zal verder gaan als Opera & Ballet Amsterdam. Zij heeft als opdracht het klassieke balletrepertoire en Nederlands werk te tonen. Daarnaast wordt ook eigentijds werk ontwikkeld. Dit huisgezelschap van het Muziektheater heeft ca. 80 dansers in dienst . Het Nederlands Dans Theater (NDT) uit Den Haag heeft zijn ca. 50 dansers ondergebracht in twee ensembles. NDT I is het belangrijkste; NDT II is een jongerengroep. Het NDT is het huisgezelschap van het Lucent Danstheater. Introdans is in grootte het derde dansgezelschap van Nederland. Het is opgericht om ook het Oosten van Nederland van moderne dans te laten genieten. Ze haalt veel buitenlandse choreografen binnen om werk te creëren. Ook is Introdans heeft een jeugdgezelschap en is zeer actief op het educatieve vlak. Scapino Ballet Rotterdam is een eigenzinnig modern dansgezelschap dat veel met en voor jongeren werkt. Scapino organiseert jaarlijks nieuwe producties, projecten en festivals in binnen- en buitenland.
4. Capoeira
Capoeira Kids, Den Haag Capoeira On The Beach Best Capoeira ever
Capoeira is een spel, vaak omschreven als een Braziliaanse vecht-dans (dança-luta). Zij heeft haar wortels in soortgelijke spellen of riten meegenomen door de Afrikaanse bevolking in de tijd van de slavernij in Brazilië. Een veel gehoorde suggestie over de ontwikkeling van Capoeira is de stelling dat de slaven 'gevechtstraining' camoufleerden als dans om zo de onderdrukker te misleiden. Deze had op die manier geen notie van het feit dat de slaven bezig waren met hun oorspronkelijke cultuur en de versterking van hun fysieke weerbaarheid.
32
Lesbrief Dans! Capoeira was - net als alle andere activiteiten van afro-Braziliaanse oorsprong - namelijk verboden door de Braziliaanse overheid. Begin negentiende eeuw werd Capoeira vooral door West-CentraalAfrikanen beoefend. Dit blijkt uit documentatie van onder anderen gevangenissen waar veel slaven terechtkwamen omdat zij Capoeira speelden. Twee mensen spelen het Capoeira spel in een door mensen gevormde cirkel, waarvan het hart een rij muzikanten is. Het spel is een uitwisseling van aanvals- en verdedigingstechnieken op muziek, waarbij de 'verdedigende' partij laag gebukte, ontwijkende bewegingen maakt.
Kenmerkende bewegingen van het spel zijn de ginga; een 'waggelende' basisstap van waaruit alle mogelijke bewegingen voortvloeien. Capoeira ziet eruit als een combinatie van vele acrobatische bewegingen, zoals vanuit de handstand met twee benen gemaakte, hoog schoppende bewegingen. Capoeira is geen pure sport; het gaat niet slechts om bewegen maar ook om muziek. Het is een combinatie van muziek maken, naar muziek luisteren en bewegen en reageren op die muziek Er zijn 3 vormen van Capoeira te onderscheiden: - Capoeira Angola: Deze variant wordt aangeduid als de oorspronkelijke Capoeira - Capoeira Regional: In 1932 opent Manoel dos Reis Machado (Mestre Bimba) zijn Capoeira school. Dit werd de eerste formele school, officieel erkend door de Braziliaanse overheid op 9 Juli 1937. - Capoeira Contemporanea Capoeira is voortdurend aan verandering onderhevig. Er bestaat geen centrale organisatie. Tegenwoordig valt de term Capoeira Contemporanea (hedendaagse Capoeira) steeds vaker. Er lijkt een nieuwe stijl te ontstaan.
MvdD 2012
33