Circuit – 2CV 2012 Technisch reglement Inhoudstafel 1. Definitie – beschrijving 2. Reglementering 3. Carrosserie en uitwendige dimensies 4. Gewicht 5. Motor 6. Leidingen, pompen en brandstoftank 7. Smeersysteem 8. Elektrisch materiaal 9. Transmissie 10. Ophanging en stuurhuis 11. Remmen 12. Wielen en banden 13. Cockpit 14. Veiligheidsmateriaal 15. Veiligheidsstructuur 16. Brandstof 17. Belettering 18. Goedkeuring Tekeningen Bijlage 1 -‐ Rolkooi / veiligheidsstructuur schema’s Bijlage 2 -‐ Originele 2CV Bijlage 3 -‐ Schema van de teugels voor categorie Hybrid Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
1/38
ART. 1: DEFINITIE – BESCHRIJVING De toelating van een competitievoertuig voor « Circuit – 2CV 2012 » wordt besloten door de RACB Sport en de organisator. Dit voertuig is aangepast voor de sportieve evenementen en moet minstens één deur hebben aan beide kanten. Het voertuig moet gebaseerd zijn op een CITROEN 2CV of DYANE. ART. 2: REGLEMENTERING 2.1 Rol van RACB Sport De technische reglementen van « Circuit – 2CV 2012 » zijn gepubliceerd door RACB Sport met toestemming van de organisator. 2.2 Toegelaten modificaties Elke realisatie of modificatie dat niet door het Technisch Reglement « Circuit – 2CV 2012 » toegelaten is, is uitdrukkelijk verboden. Een toegelaten modificatie mag niet leiden tot een niet-‐toegelaten aanpassing. 2.3 Toegelaten voertuigen Zullen toegelaten worden om deel te nemen aan de verschillende proeven van de discipline « Circuit -‐ 2 CV », zijn voertuigen van het merk CITROEN 2CV en DYANE die zich houden aan het onderstaande Technisch Regelement « Circuit -‐ 2 CV ». De voertuigen zullen onderverdeeld worden in vijf categorieën: o « Classic » : Het voertuig moet origineel zijn, zoals ontworpen door de constructeur. Geen modificatie, behalve deze voor de veiligheid (verder terug te vinden), zullen toegelaten worden. Enkel de 2CV en DYANE conform met de voertuigen die verkocht werden door CITROEN BELUX sinds 01/01/1970 zijn toegelaten. Onder originele stukken verstaat men, de stukken die geproduceerd worden door CITROEN of een erkend fabrikant, die bedoeld zijn voor verkoop en in België verkocht worden voor de gebouwde 2CV en DYANE na 01/01/1970. Deze stukken moeten origineel zijn, zowel in fabricage als hun plaatsing en hun nut. Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
2/38
o « Améliorée » : Het voertuig zal een carrosserie gebruiken die conform is aan de specifieke reglementering « Prototype » maar met een standaard motor met uitzondering van de nokkenas. o « Prototype » : Het voertuig zal een carrosserie gebruiken die conform is aan de specifieke reglementering « Prototype » met ofwel een 2CV tweecilinder motor, een Dyane 602cc ofwel een tweecilinder 652 cc Visa. o « Hybrid’ » : « Hybrid’ » is een voertuig dat de karakteristieken verzamelt van een Prototype of een Améliorée wat de carrosserie betreft. De specifieke vervangingsmotor zal worden bekomen door een installatie kit dat goedgekeurd wordt door de promotor, 2CV Racing Team. De montage zal uitgevoerd worden volgens de technische gegevens die geleverd zal worden met het gelijkvormigheidsattest van de verkoper. Dit gelijkvormigheidsattest zal getoond moeten worden bij de technische controle van elke wedstrijd. De installatie kit bestaat uit: -‐ De restrictor en luchtinlaat en specifieke luchtfilters -‐ L’entretoise spécifique -‐ Het vliegwiel -‐ De motorkabelboom o « Expérimental » : Voertuig die niet behoren tot één van de boven benoemde categorieën maar gebruik makend van dezelfde verplichte veiligheidsuitrusting. De voertuigen van het type «Burton» met CITROEN mechanica en de voertuigen rijdend op Bio-‐ethanol zijn toegelaten.
2.4 Datum van het reglement Dit Technisch Reglement met onmiddellijke ingang (datum van goedkeuring aan einde van dit document). Vanaf deze datum, vervangt en annuleert dit document alle vorige Technische Reglementen van « Circuit – 2CV ». Indien er een aanpassing is aan het Reglement dat gerelateerd is met de veiligheid dat aangekondigd werd door de FIA of door de RACB, zal deze aanpassing gelden vanaf de volgende wedstrijd. Dit reglement geldt 3 jaar vanaf 01-‐01-‐2010, behalve bij veiligheidsredenen of redenen voor de goede Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
3/38
werking van de Serie, na goedkeuring van de Nationale Sport Autoriteit (ASN), in samenspraak met de promotor/organisator. 2.5 Naleving van het reglement De teamleider of de eigenaar van het voertuig zal verantwoordelijk zijn opdat zijn voertuig conform is aan het reglement eveneens als het Sportief Reglement « Circuit – 2CV 2012 » in zijn totaliteit en op elk moment van de wedstrijd. Om de naleving te bepalen, kan de deelnemer en de RACB Sport verwijzen naar de technische gegevens van de constructeur of eender welke andere officiële documenten van de sportieve autoriteit. Als na overleg met de organisator een voertuig te gevaarlijk wordt geacht door zijn bouw en/of modificatie zal dit voertuig verboden worden tot inschrijving en deelname, zonder voorafgaande kennisgeving. Alle modificaties, die niet overeenkomen met de geest van het reglement, zelfs wanneer ze niet expliciet verboden is, die onevenredig de preparatiekosten doen stijgen zullen verboden worden, zonder voorafgaande kennisgeving door de Technische Commissie van het RACB Sport, in samenspraak met de organisator. Een voertuig waarvan de opbouw beschouwd kan worden als gevaarlijk, kan uitgesloten worden door de Stewards van het RACB Sport op advies van de Technische Commissie. 2.6 Algemeen De artikels 251, 252 en 253 van Bijlage J van de FIA blijven van toepassing maar de artikels van het huidig reglement zijn overwegend. In het hele voertuig, elke bout, elke moer of vijs mag worden vervangen door een andere bout, moer of vijs op voorwaarde dat het uit hetzelfde materiaal vervaardigd is, een grotere uitwendige diameter heeft dan het originele en elke soort vergrendeling bevat (rondel, tegen-‐moer, …). Materialen De volgende materialen zijn verboden: magnesium, keramische materialen en titanium. Het gebruik van composiet materialen is toegelaten binnen de grenzen van het reglement. 2.7 Telemetrie Elke vorm van overdracht van gegevens vanaf het bewegend voertuig is verboden met uitzondering van een tweeweg radioverbinding, zonder toestemming van RACB Sport. Impulsgeneratoren die informatie geven over de timing zijn toegestaan, op voorwaarde dat deze generatoren geen verbinding maken met de motorcontrole. Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
4/38
2.8 Elektronica Een tractiecontrolesysteem is verboden. ART. 3: CARROSSERIE EN UITWENDIGE DIMENSIES 3.1 Dimensies De maximale dimensies van de carrosserie zijn: Totale breedte : 1640 mm Totale lengte : 3950 mm 3.2 Voorruit en ramen Een voorruit bestaande uit gelaagd glas, gekeurd voor wegvoertuigen, is verplicht. De dikte van de voorruit moet minstens 4,5 mm zijn. De veiligheidsklemmen kunnen gemonteerd worden op voorwaarde dat deze de aerodynamische kwaliteiten niet verbeteren. Het is toegelaten om maximaal 4 doorzichtige films aan te brengen op de voorruit om deze te beschermen. Op de achter-‐ en zijramen, is het verplicht om een doorzichtige veiligheidsfilm (zoals SL Lumar Safety Film/D1570) van 0,1 maximum aan te brengen op de binnenkant om een doeltreffende beveiliging te garanderen in geval van barsten. Voor de achteruitkijkspiegels is dezelfde film aanbevolen. Voor alle categorieën met uitzondering van de « Classics », mogen de achter-‐ en zijramen vervangen worden door polycarbonaat van minimum 3mm dik(plexiglas is verboden). Voor alle categorieën met uitzondering van de « Classics » moet de achterruit een oppervlakte behouden van minimum 70% van de originele oppervlakte. Voor alle categorieën met uitzondering van de « Classics », voor de ontwaseming mag er een opening gemaakt worden in de zijruit, maar deze opening mag maximaal een diameter hebben van 50mm en het systeem mag geen lateraal uitsteeksel hebben dat langer is dan 60mm De ontwasemingsbuis zal goed bevestigd moeten worden. 3.4 Carrosserie en chassis Carrosserie : Alle delen die volledig opgehangen zijn aan het voertuig en in aanraking komen met een externe luchtstroom met uitzonderging van de onbetwistbare delen geassocieerd met de mechanische werking van de motor, de versnellingsbak en de rol-‐as. Elk luchtingang zal gezien worden als deel van de carrosserie. Enkel het chassis van type A is toegelaten (2CV, Dyane en Ami 8). Het chassis mag geen enkele plooi en/of scheur vertonen en moet tevens vrij zijn van sterke corrosie. Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
5/38
De buisvormige chassis en honingraat zijn strikt verboden. Het chassis zal geen andere modificatie mogen hebben ondergaan behalve deze toegelaten door het reglement en zal de normale positionering moeten behouden ten opzichte van de wielbasis. De carrosseriestukken moeten op elk moment van gebruik op circuit op zijn plaats blijven. Geen enkel systeem is toegelaten dat het mogelijk maakt om de bodemvrijheid te wijzigen tijdens het rijden.
3.4.1 Structuur van de carrosserie Nergens mag het voertuig uitsteeksels of scherpe randen vertonen. Alle delen van de carrosserie, inbegrepen alle stukken die dienst doen voor de aerodynamica, moeten stevig zijn en goed aangesloten worden op het afgeveerde gedeelte (chassis/ body), geen enkele vrijheid vertonen en moet verankerd blijven met dat gedeelte van het voertuig wanneer deze in beweging is. De originele vergrendeling van de motorkap en koffer moeten verwijderd worden. Indien deze behouden blijven moeten er veiligheidsvergrendelingen geïnstalleerd worden in de twee uiteinden. Indien de originele vergrendeling van de motorkap en/of koffer niet behouden wordt zullen hier ook veiligheidsvergrendelingen geplaatst moeten worden in de vier hoeken. Alle veiligheidsvergrendelingen moeten duidelijk aangeduid worden met rode pijlen (of contrasterende kleuren). In de buurt van de tankbuizen, moeten de dichtingen aan de carrosserieonderdelen zodanig gemaakt worden dat elke brandstoflek tegenhouden wordt, zodat deze niet kan terechtkomen in het motorcompartiment en in de cockpit. Het dakzeil zal verplicht vervangen moeten worden door plaatmateriaal van minimum 1mm dikte (1mm voor de aluminium platen). Deze platen moeten bevestigd worden door middel van laswerken of door rivetten. De plaat zal zichtbaar moeten blijven in zijn geheel. Daken in polyester en andere synthetische materialen zijn toegelaten wanneer ze in voering zijn met bovenstaande regels. Het dashboard moet op originele plaats blijven, het ontwerpen van een "tunnel" in de binnenkant van de cockpit is verboden. Il est autorisé de supprimer les bavettes.
Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
6/38
3.5 Extra modificaties aan de carrosserie en aan het chassis (voor alle categorieën met uitzondering van de «Classics» ) Het algemene uiterlijk van herkomst moet behouden blijven en worden goedgekeurd door de organisatoren. De bekken van het voorste en achterste chassis mogen bij geslepen worden. In dat geval moet er een beschermingsbuis voorzien worden met een minimale diameter van 38mm om de tank te beschermen. De uiteinden van de bekken van het chassis moeten afgedicht worden. De romp moet origineel zijn maar mag verstevigd worden op de vloer, firewalls en voorschot. Deze elementen zullen in aluminium mogen zijn. In dat geval zal het gedeelte onder de chauffeur vervaardigd moeten worden uit aluminium van 1,5mm dikte tot en met het voorschot. Het omhulsel zal niet gesneden mogen worden in de hoogte, met uitzondering van de rib van het dak (de onderkanten van de kas zullen niet mogen vervangen worden en niet verwijderd worden met uitzondering van het achterste stuk van de onderkant van de kas, de achterste deur zal verwijderd mogen worden tot aan het centraal stuk van de deuren). De romp zal verlaagd mogen worden ten op zichtte van het chassis. Maar in elk geval, moet het onderste van de kas parallel blijven met het chassis. Het gedeelte van de kas, gelegen achter het verticaal stuk gelegen op 10 cm achter het achterste wiel, zal bij gesneden mogen worden. De vleugels zullen bij gesneden mogen worden maar moet het wiel op een efficiënte manier bedekken over de gehele breedte van deze en ten minste op 1/3 van de omtrek. De bumpers zullen weggelaten mogen worden. 3.5.1 Motorkap, deuren en achterklep De achterklep, motorkap en deuren mogen vervaardigd worden uit polyester. De motorkap zal niet verhoogd mogen worden en zal moeten beschikken over 2 hechtingen van het type «ergot à goupille». De twee voorste deuren moeten geopend kunnen worden. De vervanging van de achterklep is toegelaten, maar in dat geval, zal er een achterruit moeten plaatsvinden. 3.5.2 Spoiler Spoilers mogen in geen enkel geval beschikken over scherpe randen, en mogen niet groter zijn dan de grenzen van overhang van voor en achter het voertuig. Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
7/38
ART.4: GEWICHT 4.1 Minimum gewicht Het minimum gewicht van het voertuig – zonder piloot en zijn uitrusting, met volle tank, de verschillende reservoirs met hun normale niveaus: Klasse CLASSIC Améliorée PROTOTYPE HYBRIDE EXEPERIMENTAL
Minimum gewicht 550 KG 550 KG 550 KG 600 KG 550 KG
4.2 Evenwicht RACB Sport, in samenwerking met de organisator, behoudt zich het recht om een voertuig van categorie en/of het minimum gewicht aan te passen om zo de performantiebalans tussen de verschillende voertuigen in evenwicht te houden. Dit heeft geen invloed op de reglementering van het minimum gewicht. RACB Sport verbindt zich ertoe de concurrentie te informeren, schriftelijk ofwel via de website op zijn minst 5 werkdagen voor de wedstrijd. 4.3 Ballast Het is toegelaten om tot het minimum gewicht te komen door gebruik te maken van één of meerdere extra gewichten. De gewichten moeten vervaardigd worden uit stevige blokken en per eenheid vastgemaakt worden. Het ballast/gewicht zal zichtbaar zijn en zal verzegeld worden door de commissarissen en dit op aanvraag van de deelnemer. De gewichten zullen vastgemaakt worden door bouten met kwaliteit 10.9 en met een minimum diameter van 10mm. Om te voorkomen dat de gewichten bewegen wordt er gebruik gemaakt van een tegenplaat van minimum 40cm² en 3mm dikte die onder de bodemplaat geplaatst zal worden. Elk systeem van verplaatsbare gewichten tijdens dat het voertuig rijdt is verboden. 4.4 Gewichtshandicap Als een gewichtshandicap (enkel het gewicht van de opstabelbare metalen platen) toegekend wordt aan een voertuig dan zal deze aan verschillende voorwaarden moeten voldoen: -‐ Deze moet vastgemaakt worden op de bodemplaat, aan de passagierskant. Als deze oplossing technisch onmogelijk is, zal de Technische Commissie van RACB Sport een plaats aanduiden.
Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
8/38
-‐
Het moet vervaardigd worden uit metallische opstabelbare platen en voldoen aan de tekening 258-‐2 (FIA).
De platen moeten stevig vastgemaakt worden aan de binnenkant van de behuizing met tussenafstand van 5mm en M12 vijzen en de ballast moet in staat zijn om een kracht van 25G te verdragen. -‐ De behuizing moet stevig zijn en moet beschikken over zijn eigen fixatie. -‐ De fixatie van de platen en/of van de behuizing moet gemakkelijk te verzegelen zijn door de technische commissarissen. -‐ De behuizing (bak) moet 50kg ballast kunnen aannemen. 4.5 Wegen Het gewicht kan nagekeken worden op eender welk moment tijdens de proef, behalve tijdens de race. Toevoegingen aan het voertuig tijdens de race van eender welk sterk materiaal of het vervangen van een stuk aan het voertuig door een zwaardere is verboden. ART.5: MOTOR 5.1 Type motor o « Classic » (in het verleden : Serie) : De motor zal een standaard motor moeten zijn (AM2 of A06/635). Elke verwijdering van metaal is verboden. Andere vormen van polijsten of balanceren dan de originele zijn verboden. Het vliegwiel zal niet verlicht mogen worden en niet aangepast (de 2 bestaande vormen zijn toegelaten) mogen worden. De carterbeveiliging is toegelaten. Voeding: Deze zal strikt origineel moeten zijn, enkel de instellingen op niveau van de tank en de sproeiers zijn vrij. De behuizing van de luchtfilter, het filterpatroon en de bus zullen aangesloten worden op de carburator. De enige carburateurs die gebruikt mogen worden zijn de Solex 21/24 of de 18/26. Ontsteking : De elektronische ontsteking van het type DG/Multic of een transistorisé zijn toegelaten maar steeds met de zwarte originele bobijn. -‐
Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
9/38
o « Améliorée » : De motor moet een serie motor zijn van het type tweecilinder 2CV of Dyane 602 cc, met uitzondering van volgende punten: -‐ De keuze van nokkenas is vrij -‐ De originele ontsteking mag vervangen worden door een elektronische op de originele positie -‐ Bewerkingen van de cilinders en het motorblok zijn verboden -‐ De krukas van een Visa 652 is toegelaten -‐ De motor kan worden ontdaan van de kappen en in dit geval de schroef -‐ De verwarmingsbuizen mogen verwijderd worden -‐ Extra radiatoren zijn toegelaten maar mogen niet buiten de carrosserie vallen (krimpverbindingen verplicht) -‐ Het originele vliegwiel mag verlicht worden -‐ Het instellen van de tankniveau ‘s zijn toegelaten -‐ Maximale boring = 74,5 mm -‐ Maximale slag = 70mm -‐ Klep : maximale toegang 40mm -‐ Maximale uitlaat = 36mm Met 2CV carburator of Visa 652cc van het merk Solex of Weber: -‐ 2CV Mod 79 : SOLEX 26 x 35 CSIC benchmark 197 of SCIC benchmark 198 (1e corps 21, 2e corps 24) -‐ 2CV Mod 81 : SOLEX 26 x 35 CSIC benchmark 225 of SCIC benchmark 226 ( 1e corps 18, 2e corps 26) -‐ VISA 652cc : SOLEX 26 x 35 CSIC benchmark 209 ( 1e corps 21, 2e corps 26) -‐ 2CV Mod 72 : SOLEX enkele corps 40 PSCIS -‐ Weber 32/36 DMTL op de originele collecteur
Verzegeling van de motors: Twee gaten van 2mm diameter zullen vervaardigd moeten worden in het motorblok en versnellingsbak zodat het mogelijk is om de verzegeling te kunnen plaatsen na de technisch controle. Deze gaten moeten geplaatst worden op de “headset” tussen de motor en versnellingsbak, naast het typeplaatje van de motor. Een draad zal geplaatst worden door de concurrent vooraleer het passeren van de technische controle zodat de verzegeling gemakkelijker verloopt. Elke concurrent zal verantwoordelijk zijn voor zijn verzegeling. o « Prototype » : De toegestane motoren zijn de tweecilinder 2CV en Dyane 602cc, tweecilinder Visa 625cc in zijn geheel. Enkel de originele stukken 2CV, Dyane en Visa 625cc verkocht door Citroën zijn toegestaan voor het bouwen van de motor.
Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
10/38
-‐
Het bewerken van de originele stukken beperkt zich tot het verwijderen van materiaal (polijsten, draaien en boring) -‐ De keuze van nokkenas is vrij -‐ De keuze van de zuiger (voor een boring van 77mm maximum) is, samen met de keuze van de segmenten, assen en de zuigerveren ook vrij. -‐ De kleppen (Visa of 2CV) met volgende voorwaarden: o Inlaat : 40mm o Uitlaat : 36mm -‐ Zwengel : 70mm -‐ Smering is vrij -‐ De keuze van krukas is vrij -‐ De keuze van ontsteking is vrij -‐ De motor kan worden ontdaan van de kappen en in dit geval de schroef -‐ De verwarmingsbuizen mogen verwijderd worden -‐ Extra radiatoren zijn toegelaten maar mogen niet buiten de carrosserie vallen (krimpverbindingen verplicht) -‐ Het originele vliegwiel zal verlicht mogen worden -‐ De keuze van voeding en brandstof is vrij -‐ Drukvulling is verboden Verzegeling van de motors: Twee gaten van 2mm diameter zullen vervaardigd moeten worden in het motorblok en versnellingsbak zodat het mogelijk is om de verzegeling te kunnen plaatsen van de technisch controle. Deze gaten moeten geplaatst worden op de “headset” tussen de motor en versnellingsbak naast het typeplaatje van de motor. Een draad zal geplaatst worden door de concurrent voor de passage bij de technische controle zodat de verzegeling gemakkelijker verloopt. Elke concurrent zal verantwoordelijk zijn voor zijn verzegeling o « Hybrid’ » : Motoren van het merk BMW, met type R850 GS & R 850 RT (850cc) en inbegrepen vliegwiel evenals de specifieke spacers. De cilinders mogen verzegeld worden aan de motorblok voor de datum van de proef met uit elkaar gehaalde cilinderkop om de cilinderinhoud te kunnen controleren. Twee gaten van 2 mm diameter zullen gemaakt moeten worden in de onderkant en bovenkant van de cilinder en de kop van de bout M8 houdt de timing kettinggeleider. -‐ Boring: 87,5 +/-‐ 0,1mm -‐ Course : 70,5 +/-‐ 0,1mm -‐ Cilinderhoogte : 81 +/-‐0,1mm -‐ Uitlaatklep: Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
11/38
-‐
o Diameter: o Hoek: o Diameter klep kop: Nokkenas: o Lifthoogte inlaat: o Lifthoogte uitlaat:
9,68 +/-‐0,1mm 8,6 +/-‐0,1mm
Injectie: Injectie zal uitsluitend originele Bosh Motronic van het type GS, R of RT 850 met de toevoeging van inlaatflenzen met een diameter van 30mm. Deze zullen aangebracht worden aan de verzegelde motor. De elektronica box zal worden afgesloten door de technische commissarissen van de RACB. Het zal op elk moment vervangen mogen worden op advies van de technische commissarissen en de wedstrijdhoofd, ten voordele van een “STANDAARD” kast. De contre-‐cônes zijn verboden. Alleen luchtfilters gemonteerd in de airbox met de leidingen geleverd door de promotor die direct bevestigd worden op de restrictor, zijn toegelaten. In geen enkel geval mag een aerodynamische inrichting (venturi of andere) met als bedoeling de snelheid te vergroten en/of luchtdebiet tot aan de ingang van de restrictor geïnstalleerd worden, dit is niet toegelaten. De kabelboom voor de motor zal zichtbaar moeten zijn over de gehele lengte en zal niet samengevoegd mogen worden met de kabelboom van de auto. Voor het begin van elke meeting zal elke concurrent van de "Hybrid'" klasse zijn elektronische kast afgeven aan de Technische Commissarissen. Deze zullen nota nemen van de Bosch codes, en zullen een trekking organiseren waar je een willekeurige kast in handen krijgt zodat in geen enkel geval het mogelijk is om zijn eigen kast vast te krijgen. Na de trekking zal een Technische Commissaris de terugplaatsing van de kast komen controleren en verzegelt deze met de geleverde connector in de kit. De fixatiesupports van Motronic zullen bevestigd worden zodat de originele identificatiecodes van Bosch zichtbaar zijn. De drukregeling voor de brandstofinjectie zal verplicht zijn en enkel deze die origineel voorzien is op de motor. De twee type regelaars zijn (3,0 of 3,5 bar) zijn toegelaten (regelbare drukregeling is verboden). Motorhouder: De motor zal vastgemaakt worden door minimum 3 fixatiepunten, plus die van de versnellingsbak.
Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
5 +/-‐0,1mm 45° 27 +/-‐0,1mm
12/38
Elektronische doos: Deze zal verzegeld worden door de technieker die aangesteld zal worden door de promotor. Tweedehands dozen zijn toegelaten voor zolang dat het hetzelfde type is die hieronder vermeld zal worden. Het zal op elk moment vervangen kunnen worden op advies van het College van Sportieve Commissarissen en de Wedstrijdleiding, ten voordele van een "STANDARD" doos.
Lambda-‐sonde: Indien deze geïnstalleerd is, zal deze van het type BOSCH 4 draden of Quinton XLOF104 moeten zijn. De restrictor zal voorzien worden door de promotor. Ze zullen conform moeten zijn met het schema dat terug te vinden is in Bijlage 3. Heel de lucht die de motor voed zal langs deze restrictor moeten passeren. Geen buizen die lucht bevatten mogen de luchtdoos verbinden zowel naar of van de doos. De dichtstopping van de restrictor moet het mogelijk maken om de motor onmiddellijk stop te zetten. Deze controle zal moeten uitgevoerd worden op 2500tr/min. 5.3 Uitlaat Voor de "Classic", zal deze origineel moeten zijn. Maar, de laatste knalpot en de uitgang is vrij. De laterale uitgang van het type "Méhari" is aangeraden. Voor de "Hybrid'", zal deze origineel BMW(ref 18111340834 of ref 18113411767) moeten zijn. De 2 in 1 zal gewijzigd mogen worden met doel deze langs de balk te laten lopen (zie schema in Bijlage 3). Voor de andere klassen zullen de voertuigen moeten voorzien worden van een dempende uitlaat. Deze zal parallel gemonteerd moeten worden ten op zichten van de longitudinale richting van het voertuig en mag niet uitsteken langs de zijkanten en aan de achterkant van de wagen. De afvoerpijp zal de cockpit niet mogen kruisen en moet zich verlengen tot na de centrale houder van de deuren, aan de tegengestelde kant van de tankvuldop. In alle gevallen, de afstand tussen het gat en tankvuldop of de ontluchting zal minimum 70cm moeten zijn. Geen enkel element van het uitlaatsysteem zal langs de tank mogen passeren of alle andere brandstofleidingen. Het is aangeraden om de uitlaat thermisch te isoleren. De uitgang van de uitlaat zal verplicht geplaatst moeten worden aan de tegenstelde kant dan de tankkant. Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
13/38
Sommige circuits gebruiken limiteringen wat betreft de geluidsgrenzen. In dat geval zullen die normen nageleefd moeten worden en zal dit uitdrukkelijk vermeld worden in het reglement van die specifieke proef. Indien er geen normen zijn in verband met geluid, dan zal deze niet hoger mogen zijn dan 100dB (A) op volle toeren. ART.6: BUIZEN EN BRANDSTOFRESERVOIRS 6.1 Reservoirs en brandstofpompen Voor de "Classic" zal de originele tank behouden mogen worden maar zal gevuld moeten worden met veiligheidsmousse. Voor alle andere categorieën behalve de classics, zal de originele brandstoftank vervangen moeten worden door een tank FT3-‐1999, FT3.5 of FT5 die beantwoorden aan de FIA specificaties. • De tank zal een code bevatten van de fabrikant, evenals de specificaties volgens welke de tank geproduceerd werd en de productiedatum • De afgedrukte code zal gemakkelijk moeten kunnen afgelezen worden • De maximale bruikduur van soepele tanken zijn gelimiteerd tot een maximum van 5 jaar na de productiedatum, behalve voor diegene die opnieuw geïnspecteerd en gecertifieerd werden door de fabrikant en dat voor een extra duur van maximum 2 jaar. De andere tanken gehomologeerd door de FIA mogen de einddatum niet overschrijden. • Het is aangeraden om een gehomologeerde FIA tank te nemen, die een veiligheidsmousse bevat van het type MIL-‐B-‐83054 of "D Stop". • De tank zal beveiligd moeten worden door een metalen plaat van minimum 3mm dat achter de tank vastgemaakt zal worden. • De brandstofbuizen en luchttoevoer zullen verstevigd moeten worden door een dubbele wand. Voor alle klassen met uitzondering van de "Classic", zal de tank parallel verhoogd mogen worden ten op zichten van zijn originele positie op voorwaarde dat er 4 fixatiepunten zijn en blijvend in zijn veiligheidsconstructie gerealiseerd door de bekken van het chassis. De totale inhoud van de tank en de verschillende leidingen (filters, pompen, buizen, etc) mag maximaal gelijk zijn aan 35 liter. Voor alle klassen, met uitzondering van "Classic", is de keuze voor brandstofpompen vrij maar ze mogen zich niet bevinden in de cockpit. Alle brandstofpompen mogen enkel werken wanneer de motor draait, behalve tijdens de opstart. Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
14/38
Voor alle categorieën, de ontluchting van de tank zal uitgerust moeten zijn door een klep (anti-‐tonneau) en deze ontluchting zal gebeuren buiten de cockpit minimum 20cm boven de vulopeningen en de ontluchting. 6.2 Accessoires en leidingen Alle leidingen die doorlopen in de cockpit, en een vloeistof bevatten moeten volledig bedekt worden over de ganse lengte in de cockpit, zodat de piloot niets kan overkomen indien een leiding zou lekken. De brandstofleidingen en olieleidingen mogen de cockpit doorlopen op voorwaarde dat er geen aansluiting in de cockpit is, behalve op de wanden. Een brandstoffilter is toegelaten. De brandstofleidingen moeten ofwel origineel zijn ofwel van veiligheidstype "aviation" zijn. Indien de leidingen in de cockpit lopen mogen er zich daar geen aansluitingen bevinden. Ze zullen bevestigd moeten worden op een afstand van minimum 10cm ten op zichten van de elektrische leidingen en uitlaatsysteem. 6.3 Tankvuldop De automatische vulkleppen (FIA gekeurd) zijn toegelaten en aangeraden. De buis die de tank verbindt met de dop mag een inwendige diameter van maximaal 2 inch hebben (51mm) en de aansluitingen moeten stevig en waterdicht zijn. In alle gevallen moet er een anti-‐overloop systeem gebruikt worden en deze zal gebruikt moeten worden bij elke tankbeurt. 6.4 Tankservice en brandstof Tankservice en brandstof tijdens de race/wedstrijd is enkel toegelaten voor de stand. Het is verboden tijdens de gehele duur van de wedstrijd te tanken met een systeem dat niet gebruik maakt van zwaartekracht. Bovendien zal de toren een maximum hoogte van 1,5m boven de piste op de plaats van de tankservice mogen hebben. Het verliezen van brandstof tijdens een tankservice zal bestraft worden door een financiële vergoeding van 200€ en een verplichting om het tanksysteem in orde te brengen. Het niet respecteren van deze verplichting zal zorgen voor een schorsing. Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
15/38
6.4.1 Tanktoren Een reservoir zal gebruikt mogen worden om te tanken, maar moet conform zijn met de beschrijving die hernomen is in Bijlage J van de FIA, met vermindering van debiet, maximale inwendige diameter van 33mm, behouden op een lengte van minimaal 2mm. Voor veiligheidsredenen zal dit reservoir bevestigd moeten worden bij voorkeur met een toren op een trolley die voldoet aan volgende voorwaarden: • Alle componenten van de toren moeten mechanisch geassembleerd worden zonder vrijheidsgraad ten op zichtte van zijn support. • Een ondersteuningsarm voor de brandstofbuizen en ontluchtingsbuis mogen bevestigd worden op de trolley: § Moet onafhankelijk zijn van de tank en de toren. § Het is aangeraden om een vrijheidsgraad te voorzien voor de arm ten op zichten van de trolley (rotatie die een verticale as volgt). § Zijn lengte mag 4m niet overschrijden en moet de doorgang mogelijk maken van 2m minimum over de totale lengte, accessoires inbegrepen. § Een identificatie plaat met de racenummer van de wagen zal bevestigd moeten worden aan de bovenkant, aan zijn uiteinde. Deze reservoir zal een maximale inhoud van 50l hebben en mag geen additionele stukken bevatten. Het bovenstuk van de reservoir zal zich op een maximale hoogte van 1,5m bevinden. § Boven het reservoir zal er een onluchtingssysteem aanwezig zijn, goedgekeurd door FIA (tekening 252-‐7). § De vulbuis mag een maximale lengte hebben van 400cm en een externe diameter van 52mm, bevat een waterdichte koppeling dat zich aanpast aan de vuldop op de wagen. Tijdens de tankservice, zal de ontluchting verbonden moeten zijn met een waterdichte koppeling met zelfde diameter als de reservoir (zie tekening 252-‐7). § Een auto blokkerende klep met inwendige diameter 38mm zal bevestigd moeten worden aan de onderkant van de reservoir. § Indien er een visueel niveau geïnstalleerd is, zal hij geëquipeerd moeten worden met isolerende kleppen en dat niveau zal het dichts mogelijk geplaatst worden op reservoir. Het vullen van de toren zal gebeuren door middel van een mechanische handpomp en niet met jerrycans.
Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
16/38
TEKENING 252-‐7
6.4.2 Grond Tijdens de tankservice zal het voertuig op zijn wielen moeten staan en mag het niet van niveau veranderen. Voor dat de tankservice begint moet het voertuig en alle andere metallische delen van het tanksysteem, vanaf de koppeling tot aan de reservoir en zijn support, elektrisch verbonden worden met de aarde door middel van een manuele connector die enkel hiervoor gebruikt wordt.
6.6 Andere recipiënten voor brandstof Tijdens de oefensessies en wedstrijden mag een standaard reservoir of recipiënt met maximale inhoud van 35l, niet onder druk, met vrije ontluchting en met waterdichte koppeling, conform tot FIA normen, zoals beschreven in Bijlage J van de FIA art 258-‐6.4.8 en tekening 252-‐2, met een verminderd debiet, inwendige diameter 30mm, behouden over een lengte van minimum 2mm, gebruikt worden. Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
17/38
Een metalen jerrycan van maximaal 20l, met een ontluchtingsklep, type 1/4 van omtrek met een diameter van maximum 1inch (25.4mm), geperforeerd door RACB Sport (enkel voor diegene die over de originele tank beschikken, met schroefdop), zal ook gebruikt mogen worden.
Tekening 252-‐2
ART.7: SMEERSYSTEEM 7.1 Smeersysteem Enkel voor de "Prototypes" is de keuze van het smeersysteem vrij. De systemen met een droge carter blijven verboden. Indien de oliereservoirs niet in de originele positie zittenmoeten ze bedekt worden door een vervormbare structuur van 10mm dikte indien ze direct contact maken met de carrosserie. Het oliereservoir mag niet in de cockpit geplaatst worden. 7.2 Olieskimmer Het smeersysteem van de motor mag geen directe ontluchting hebben. Het is verplicht dat de oliedampen langs een skimmer lopen (metalen recipiënt van 2l minimum die stevig bevestigd moet worden, gemakkelijk toegankelijk en met geperforeerde bovenkant) of langs recyclage zonder externe stroming mogelijk (filter met een vat). ART.8: ELEKTRISCHE UITRUSTINGEN 8.1 Batterij • Voor de "Classic" , zal de batterij zich op de originele plaats bevinden. • Indien de batterij zich op de originele plaats bevindt dan moet deze stevig, permanent worden bevestigd en de positieve pool + moet beschermd worden door een deksel uit isolerend materiaal. • Indien de batterijen zich niet op de originele plaats bevinden, dan moet deze in de cockpit bevestigd worden, zonder het hinderen van de piloot. Ze moeten stevig bevestigd worden aan de wagen en beschermd worden door een Circuit 2CV 2012 / RACB Sport 18/38
•
waterdichte doos. De positieve pool + zal door een deksel beschermd worden en het deksel dient vervaardigd te zijn uit isolerend materiaal. De bevestiging aan de wagen moet bestaan uit een metalen behuizing en twee stijgbeugels met een isolerende behuizing, gefixeerd aan de bodemplaat met bouten en moeren. De fixatie van de stijgbeugels zal gebruik moeten maken van bouten met minimale diameter van 10mm en onder elke moer, een extra plaat onder de plaat van de carrosserie van minimum 3 mm dikte en minstens 20cm² oppervlakte (tekening 255-‐10 en 255-‐11). Zijn plaatsing is vrij, het is niet toegelaten om deze achter de zetel te plaatsen.
• 8.2 Ruitenwissers De keuze voor motor, plaatsing, borstels en mechanisme zijn vrij, maar er moet minstens 1 ruitenwisser voorzien worden om de voorruit te kunnen kuisen voor de piloot tijdens de gehele duur van de wedstrijd. Het is toegestaan om het apparaat voor het kuisen van de lampen te demonteren. 8.3 Starten Een starter zal gemonteerd moeten worden, die op elk moment van de proef werkende moet zijn: deze starter moet ook door de piloot kunnen bestuurd worden wanneer hij in de zetel zit. 8.4 Lichtgevende uitrusting 8.4.1 Procedure Tijdens de testsessies en wedstrijd(en), moeten alle voertuigen beschikken over een doeltreffende verlichting. Voor een "Classic", moeten de originele lampen of exemplaar uit catalogus van de constructeur behouden blijven op de originele positie. Elk voertuig moet klaar staan voor gebruik van: • Aan de achterkant: 2 rode stoplichten, 2 rode gewone lichten en 2 oranje pinkers, ze moeten symmetrisch geplaatst worden ten op zichte van de longitudinale as aan elke kant van de wagen, zodat ze duidelijk zichtbaar zijn. De achterlichten moeten minstens dezelfde oppervlakte hebben als de originele en verplicht geplaatst worden onder de "custode". • Aan de voorkant: minstens 2 witte lampen en 2 oranje pinkers. • De knipperende lampen zijn verboden (behalve de knipperlichten van de leiding). • Indien additionele lampen gebruikt worden, zullen ze per paar zijn (maximum 2 paren) en een maximum vermogen van 100W elk. • Vanaf er gebruik gemaakt wordt van regenbanden en of banden die water vernevelen, moet de piloot het achter regenlicht aanzetten. Indien er een ongeluk is of een voertuig kent problemen met zijn lichtgevende uitrusting, zal deze niet op de piste mogen blijven, wel indien er Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
19/38
een lichtgevend punt vanvoor en vanachter geplaatst wordt. Minimum 1 rood stoplicht moet werkend zijn. Indien er een wedstrijdincident is moet het regenlicht klaar zijn om te werken. 8.4.2 Regenlicht Alle voertuigen moeten beschikken over 1 regenlicht van 21 Watt minimum, dat klaar moet zijn om te werken tijdens de hele proef en: • Model goedgekeurd door FIA (Technische lijst N°19) of ASN of origineel. • Schijnt naar achter ten op zichten van de centrale as van het voertuig. • Goed zichtbaar van vanachter. • Geïnstalleerd op 10cm van de centrale as van het voertuig. • Bevestigd op minstens 35cm boven de onderbasis. • Moet bestuurd kunnen worden door zittende piloot. De twee dimensies zijn uitgevoerd vanaf het midden van de oppervlakte van de lens.
8.4.3 Identificatielicht en racenummer voor wedstrijden die 's nachts plaatsvinden. Het is toegelaten om voertuigen uit te rusten met identificatielichten met een maximaal vermogen van 25Watt. Alle plaatsingen van deze moeten gebeuren voor de technische controle van de proef. Ze zullen geplaatst worden ofwel op het dak, op de zijspiegels , frame van de voorruit, achter de voorruit passagierskant zonder dat het de piloot en andere concurrent verhindert. Ze mogen niet lijken op de assistentie wagens / veiligheidsvoertuigen (geen groen, geen blauw, geen rood, geen knipperende lichten, ...). De racenummers die op de deuren bevestigd worden moeten ofwel verlicht, ofwel reflecterend zijn en een indirect licht. Op geen enkel moment, mag een wit licht naar achteren schijnen en een rood licht naar voren. 8.4 Alternator Voor de "Classic" en "Hybrid", zal de alternator conform moeten zijn met de originele en moet in staat zijn om op eender welk moment te werken. Voor de "Classic" en "Hybrid" zal deze op de originele positie bevestigd moeten worden. Voor de "Hybrid" (BMW motor), zijn modificaties van de motorkap toegestaan. Voor de "Améliorées" en "Protos" zal deze vrij zijn maar bevestigd in het motorcompartiment, enkel aangedreven door de krukas en moet eender wanneer kunnen werken. Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
20/38
ART.9: TRANSMISSIE • "Classic" (vroeger : Série): Enkel versnellingsbakken met 4 versnellingen voor 2CV6 en DYANE verkocht door Citroën zijn toegelaten. Elke mengeling van transmissie is verboden. Modificatie van bepaalde stukken is niet toegelaten, enkel de plaatsing van de dichting op niveau van het rondsel (opnieuw laden van rondselas en huisvesting boring). Enkel volgende versnellingsbakken zijn toegelaten: Versnelling 1e 2e 3e 4e
Dyane 6 Rondsel combinatie Konisch koppel 20/27 x 14/31 x 13/25 08/31 20/27 x 23/26 x 13/25 13/25 20/27
Verhouding 22,275 11,372 7,451 5,231
2CV6 Rondsel combinatie Konisch koppel 19/25 x 14/31 x 14/25 08/33 19/25 x 23/26 x 14/25 14/25 19/25
Verhouding 21,458 10,956 7,363 5,428
Versnelling 1e 2e 3e 4e
• "Améliorées": Enkel de originele versnellingsbakken Citroën type A zijn toegelaten. De transmissie zal enkel vervaardigd worden uit originele stukken van Citroën type A. § Mengeling van rondsel en konisch koppel zijn toegelaten. § Modificatie van stukken is niet toegelaten behalve de plaatsing van een dichting op niveau van het rondsel (opnieuw laden van rondselas en huivesting boring). § De aandrijving zal enkel gebeuren op de voorwielen. § Autoblokkerend is verboden. § Voor de tweede versnelling zullen de tandwielen in volgende configuratie zijn en volgende maten hebben: ü Bovenste as : 26 tanden ü Onderste as: 23 tanden Opmerking: In geval dat de versnellingsbak vervangen moet worden tijdens een proef, moeten er nieuwe markeringen gemaakt worden door de Technische Commissie.
Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
21/38
• "Prototype": Enkel versnellingsbakken van originele Citroën voertuigen die luchtgekoeld zijn, type A of type GS, 4 of 5 versnellingen + achteruit (8.33/8.35) zijn toegelaten. § Mengeling van rondsel en konisch koppel zijn toegelaten. (enkel origineel Citroën) § Het plaatsen van een dichting op niveau van rondsel (opnieuw laden van rondselas en huivesting boring). § De aandrijving zal enkel op voorwielen plaatsvinden. § Autoblokkerend is verboden.
Opmerking: In geval dat de versnellingsbak vervangen moet worden tijdens een proef, moeten er nieuwe markeringen gemaakt worden door de Technische Commissie. • "Hybrid'": Enkel de originele versnellingsbakken van Citroën voertuigen die luchtgekoeld zijn, type A of type GS, 4 of 5 versnellingen (enkel 8.33 of 8.35) + achteruit zijn toegelaten. § Mengeling van rondsel en konisch koppel zijn toegelaten. (enkel origineel Citroën) § Het plaatsen van een dichting op niveau van rondsel (opnieuw laden van rondselas en huivesting boring). § De aandrijving zal enkel op voorwielen plaatsvinden. § Autoblokkerend is verboden.
Opmerking: In geval dat de versnellingsbak vervangen moet worden tijdens een proef, moeten er nieuwe markeringen gemaakt worden door de Technische Commissie.
ART.10: OPHANGING EN STUURHUIS 10.1 Type en montage van de ophanging Elk systeem of regeling van het chassis of ophanging, automatisch of elektronisch is verboden. Dit houdt in dat een systeem dat de dempers, ophanging of niveau van het voertuig op dergelijke manier regelt niet reglementair is. De ankerpunten en het principe van de veren zijn origineel, en voor elk wiel zullen de schokdempers vastgehecht worden op de originele ankerpunten. Die ankerpunten mogen niet verplaatst worden ten op zichten van het chassis. Het mondstuk van de stangen mogen verangen worden door die van een Acadyane. Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
22/38
Voor alle categorieën met uitzondering van de "Classic", mag de stabilisatorstang vrij gekozen worden, maar mag geen effect hebben op de vering of demping. Voor alle categorieën met uitzondering van de "Classic", in geval van modificatie van de ophangingarmen, moeten de lassen uitstekend zijn. Het gebruik van extra lagers is toegelaten. Voor alle categorieën met uitzondering van de "Classic", mag de camber en de sporing aangepast worden. Voor de "Classic", kan een stabilisatorstang van type "Ami" gemonteerd worden op de vooras maar mag geen effect hebben op de vering of demping. De ophangingpotten zullen origineel moeten zijn en mogen niet gemodificeerd worden.
10.2 Stuurhuis Alle elementen van het stuurhuis moeten onderdeel zijn van de uitrusting geleverd door de constructeur. De stuurstangen moeten origineel 2CV zijn maar mogen verstevigd worden. Het hersnijden en nieuwe draad maken op deze originele stangen is verboden. De arm mouwen van het stuurhuis mogen vervangen worden maar mogen de originele functie niet wijzigen. Het stuur, minimum diameter van 300mm, zal zich ofwel links ofwel rechts bevinden van het longitudinale centrale as van het voertuig. De afstand tussen deze as en de stuuras zal minimum 120mm bedragen. Een knokkelstuur is verplicht, deze zal zich zo dicht mogelijk bij het rondsel met tandheugel bevinden. Alle systemen om het stuurhuis te blokkeren (anti-‐diefstal) moeten achterwege gehouden worden. De stuurstaven mogen verstevigd worden. 10.3 Stuurhuis met 4 wielen Stuurhuis met 4 wielen is verboden. Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
23/38
ART.11: REMMEN 11.1 Veiligheid -‐ dubbel circuit Voor veiligheidsredenen, moet er een dubbel circuit ingevoerd worden (gescheiden) en bestuurd wordt door dezelfde pedaal. In normale omstandigheden moet de druk van de pedaal zich verspreiden over de wielen. Dit systeem moet geschikt zijn zodat in geval van lekkage of defect op circuit, het rempedaal nog werkt over 2 wielen. 11.2 Remsysteem Voor alle categorieën met uitzondering van "Classic", is de keuze van de remmen vrij. ART.12: WIELEN EN BANDEN Voor de "Classic" zijn enkel de originele velgen toegelaten. De banden hebben volgende dimensies : 125/15 of 135/15. Voor alle categorieën behalve "Classic": § Stalen velgen of lichtmetalen van 13, 14 en 15 inch zijn toegelaten. Ze zullen van hetzelfde type zijn over het hele voertuig. § In geval van modificatie van de velgen, de las die het zeil met de velg verbindt moet uitstekend zijn en een kabellengte 2/3 hebben. § De banden mogen een maximale breedte hebben van 175mm en zullen van zelfde dimensie zijn per as. § De staat van de banden moeten voldoen aan deze van het verkeer. Ze beschikken over een snelheidslimiet (Q, S, T, H, ...), een homologatie (DOT, E, ...) en zullen terug te vinden zijn in catalogus van de fabrikant onder rubriek "tourisme". § Door middel van het gebruik van spacers is het toegelaten om 4 punts velgen te gebruiken. § Aerodynamische velgen en deksels zijn verboden. § Magnesium is verboden. ART.13: COCKPIT Het dashboard moet op de originele positie blijven, het maken van een "tunnel" aan de binnenkant is verboden. 13.1 Uitrusting in cockpit Wat verwijdert moet worden uit de cockpit: § Tapijten, isolerende materialen en geluiddempende materialen. § Stoelen en achterbank. § Anti-‐diefstal op stuurhuis. Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
24/38
13.1.3 Wat eveneens verwijdert mag worden uit cockpit: § Windzakken mogen vervangen worden door aluminium buizen. In dit geval moet de gevel waterdicht gemaakt worden. § Alle garnituren. Na verwijdering moeten alle scherpe kanten bedekt worden. § Originele gordels en hun mechanisme, hoorn, instrumenten, achter hoedenplank, en alle andere stukken dat origineel gemonteerd is. § Originele verwarming, ventilatie en ontdooiing mogen verwijdert worden, maar een aangepast ventilatie en een ontwasemingssysteem moeten behouden blijven. Tijdens de testritten en/of wedstrijden mogen de cockpit en/of koffer geen afwijkingen hebben qua materiaal, gereedschappen en losse stukken.
13.2 Toegelaten uitrusting in de cockpit § Veiligheidsstructuur en uitrusting. § Zetel, instrumenten en alle nodige materialen voor het rijden. § Een schakelaar voor de remverdeling (behalve voor Classic). § Elektronische en elektrische uitrusting. § Ballast. § Deurgarnituren. Alle bovenstaande elementen mogen de piloot niet verhinderen bij het in-‐ of uitstappen van het voertuig. ART.14: VEILIGHEIDSUITRUSTING 14.1 Veiligheidsuitrusting "Voertuig" 14.1.1. Brandblusser Elk voertuig moet uitgerust zijn met een automatisch brandblussysteem (elektronische of mechanische bediening) dat conform is met art. 253-‐7 van Bijlage J van de FIA. De fabrikantslijst is hernomen op de technische lijst n°16, onder andere: Fabrikant
Naam
Homologatie nr
Fogmaker International Lifeline Fire and Safety Systems SPA Design Fire extinguisher Valve company Fire extinguisher Valve company
Fogmaker
Ex.001.97
Homologatie datum 12.97
Zero 2000
Ex.002.98
12.98
Fire Fighter System Enviro 3
Ex.003.98 Ex.004.99
12.98 04.99
AFFF 4000R
Ex.005.99
04.99
Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
25/38
Fire extinguisher Valve company Fire extinguisher Valve company OMP OMP Total Walther Sparco Toora Toora Kidde Deugra Sabelt Sabelt Lifeline Fire and Safety Systems Sparco Lifeline Fire and Safety Systems Lifeline Fire and Safety Systems Fire extinguisher Valve company Fire extinguisher Valve company Fire extinguisher Valve company Lico MOMO Turini Lifeline Fire and Safety Systems Lifeline Fire and Safety Systems
AFFF 3500R
Ex.006.99
04.99
VI-‐RO³2000R
Ex.007.99
04.99
Ecolife Ecolife Microdrop Fire Warrior Savelife Savelife KD-‐596 Sabfire Sabfire Zero 360
Ex.008.00 Ex.009.00 Ex.010.00 Ex.011.01 Ex.012.03 Ex.013.03 Ex.014.03 Ex.015.03 Ex.016.03 Ex.017.03
01.00 01.00 06.00 10.01 02.03 02.03 04.03 04.03 04.03 05.03
Fire Warrior Gas Zero 360
Ex.018.04 Ex.019.05
05.04 04.05
Zero 2000CD
Ex.020.05
05.05
FX G-‐TEC ..00R
Ex.021.05
11.05
FX G-‐TEC ..00M
Ex.022.05
11.05
FX G-‐TEC ..00E
Ex.023.05
11.05
SF SafeRace Momo Firewall Turini AFFF Zero Zero
Ex.024.06 Ex.025.07 Ex.026.08 Ex.027.08
05.06 03.07 04.08 12.08
Zero 360
Ex.028.08
12.08
De piloot, in zittende houding, met gordels aan en stuur in positie moet in staat zijn om het brandblussysteem manueel in gang te kunnen zetten. Er moet een schakelaar aan de binnenkant maar ook aan buitenkant aanwezig zijn (verplicht). Aan de buitenkant mag deze gecombineerd worden met de circuitbreker. De brandblusser moet herkenbaar zijn met het letter "E" aan de binnenkant en buitenkant. Minimum 1 uitgang zal geplaatst moeten worden in de cockpit, 2 uitgangen in het motorcompartiment en 2 uitgangen in de kofferruimte (tank en uitlaat). Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
26/38
Volgende informaties moeten duidelijk zichtbaar zijn op de brandblusser: § Inhoud. § Type product. § Gewicht en volume van het product. § Verificatie datum van de brandblusser, deze mag niet boven 2 jaar zijn na de vulling of na verificatie.
Elke brandblusser moet beschermd worden op een efficiënte manier. Zijn fixatiepunten moet een kracht van 25G kunnen ondergaan. De brandblusser van het brandblussysteem gehomologeerd door de FIA moet gefixeerd worden met minstens 2 metalen riemen vergrendeld door schroef en de moet een kracht van 25G kunnen ondergaan. Voor voortuigen die rijden op ander brandstof dan benzine, dan moet het brandblussysteem daaraan aangepast worden. Een attest van de leveranciers mag gevraagd worden. 14.1.2. Veiligheidsgordels Veiligheidsriemen gekeurd door FIA en in de goedkeur periode, conform aan de beschrijving in Bijlage J van de FIA, art 253-‐6, is verplicht. Opgepast: enkel de norm 8853/98 en 8854/98 zijn toegelaten met minimum 4 ankerpunten. 14.1.3. Zijspiegels De wagen moet voorzien worden van 2 zijspiegels, een langs elke kant, zodat er een zicht van achter gecreëerd wordt. Elke zijspiegel moet een reflecterende oppervlakte hebben van minimum 90cm². Een achteruitkijkspiegel moet in de cockpit geïnstalleerd worden.
14.1.4. Zetels De zetel moet een kuipzetel zijn gehomologeerd door de FIA (norm 8855/1999 of 8862/2009) met een geldigheidsdatum. Er moeten openingen zijn om de gordels door te krijgen. De gehomologeerde zetel mag niet gemodificeerd worden. Maximumgebruik is 5 jaar na de fabricagedatum dat genoteerd staat op de zetel. Een verlenging van maximaal 5 jaar kan verkregen worden door RACB Sport na een inspectie. Indien de fixatie en originele supports verandert zijn, dan moeten die nieuwe stukken gekeurd worden door de fabrikant van de zetel, of conform zijn met volgende specificaties (art 253-‐16 en Tekening 253-‐65, bijlage J van de FIA). Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
27/38
§ De fixaties op het chassis moet minstens uit 4 ankerpunten bestaan en gebruik makend van bouten van 8mm diameter minimum met een conforme multiplex (zie tekening). De minimum oppervlakte tussen support en chassis en multiplex moet 40cm² zijn voor elk fixatiepunt. Indien er snelopeningsystemen gebruikt worden dan moeten ze horizontale en verticale krachten van 18000N kunnen ondergaan. Indien er een regelrail gebruikt wordt dan moet deze origineel zijn of geleverd met de zetel. § Fixatie tussen zetel en supports moet voorzien worden door 4 punten, 2 van voor en 2 achter de zetel, gebruik makend van bouten met minimum diameter van 8mm. Elke vasthechting moet minstens 15000N kunnen ondergaan, eender welke richting. § Minimum dikte van de support en multiplex is 3mm staal en 5mm uit verlichte metalen. Minimum longitudinale dimensie van elke support is 6cm. De longitudinale as van de zetel zal zich moeten bevinden op minimum 120mm van de centrale longitudinale as van de wagen. 14.1.5. Circuitbreker § Een circuitbreker is verplicht, deze moet alle elektrische circuits kunnen onderbreken : batterij, alternator, verlichting, ontsteking, controle instrumenten, etc en moet eveneens de motor kunnen onderbreken. § De piloot die in de zetel zit met gordels aan en met stuur op zijn plaats, moet in staat zijn het elektrische circuit te kunnen onderbreken door middel van een circuitbreker. Deze moet duidelijk zichtbaar gemaakt worden door een symbool met een bliksem op (rood) in een blauwe driehoek met witte randen. § Er moet ook een uitwendige schakelaar zijn. Deze moet geplaatst worden aan de onderkant van de voorruit. En moet duidelijk aangeduid worden door middel van een blauwe driehoek met rode bliksem van minimum 12 cm aan de basis. 14.1.6. Takelpunt Deze moeten aan de voorkant en achterkant gemonteerd worden en moeten: § Stijf zijn, in staal, zonder mogelijkheid tot breken, en tussen 60 en 100mm inwendige diameter hebben en 5mm dikte. § Een ronde vorm, zodat deze de riemen niet kan beschadigen die de commissarissen gebruiken. § Moet stevig bevestigd worden op chassis/structuur door middel van een stijf ijzerstuk. § Bevindt zich in de contour van de carrosserie en moet zichtbaar zijn van boven. § Duidelijk zichtbaar, geverfd in geel, oranje of rood.
Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
28/38
§ Mogelijk om het voertuig uit een grindbak te kunnen trekken. § Mogen niet uitsteken in verticaal opzicht van bovenuit.
De plaatsen waar deze bevestigd zijn moeten aangeduid worden door contrasterende pijlen. 14.2 Veiligheidsuitrusting "Piloot" De veiligheidsuitrusting van de piloot moet tijdens de technische controle getoond worden. 14.2.1. Helm De piloot moet een gehomologeerde helm hebben en moet aan volgende normen beantwoorden: § FIA 8860-‐2004 § FIA 8860-‐2010 § Snell SA2000 (USA) -‐ Zal niet meer gekeurd worden vanaf 31/12/2014 § Snell SA2005 § Snell SA2010 § British Standards Institution BS 6658-‐85, type A/FR (rode sticker) -‐ Zal niet meer gekeurd worden vanaf 31/12/2013. Alle modificaties van bovenstaande vermeldingen zullen gepubliceerd worden in het maandelijkse bulletin van de FIA. De beschrijving van verschillende labels zijn verkrijgbaar op aanvraag aan de FIA of RACB. Geen enkele helm mag gewijzigd worden. 14.2.2. Kleren (app L chapt III 2) Tijdens de testritten en/of wedstrijden, moet de piloot een overall dragen die conform is met FIA 8856-‐2000 norm. Hij zal ook specifiek ondergoed moeten dragen, een muts, kousen en handschoenen die de tekeningen beantwoorden en volgende norm FIA 8856-‐2000. De lijst met kleren gehomologeerd door de FIA (8856-‐2000) is hernomen in de technische lijst n°27. Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
29/38
ART.15: VEILIGHEIDSSTRUCTUUR 15.1 Structuur van de rolkooi De rolkooi moet verplicht een 6 puntskooi zijn met fixatie aan het chassis en de kas (zie schema Bijlage 1). De dwarsbalken voor de montage van de voeten van de rolkooi moeten vervaardigd worden door "vierkant" profielen van 40x40 (dikte 3mm) of door cylindrische buizen met een identieke buiginertie. De fixatie van deze dwarsbalken zal dwars op chassis gebeuren, met toevoeging van onbeweegbare afstandhouders, door laswerken over de gehele omtrek van elke buis in de verschillende partities. Het toevoegen van de laterale platen van type PO, dikte 2mm, is verplicht aan de voorkant (aan de uiteinde van de dwarsbalk). De multiplex van 3mm dikte voor de fixatie van de rolkooi zullen gelast worden op de dwarsbalken (voor en acher) (zie schemas Bijlage 1). Op de plaatsen waar de piloot in aanmerking kan komen met delen van de rolkooi moet er een onbrandbare bescherming gebruikt worden. Op de plaatsen waar de helm van de piloot contact zou kunnen maken met de rolkooi moet er een bescherming gebruikt worden die conform is met FIA 8857-‐2001 typeA. De rolkooi moet aan de achterzijde beschikken over een structuur die de tank beschermt. Deze zal gemaakt worden door een buis in U vorm die horizontaal bevestigd word ten ondersteund door 2 versterkingen die geplaatst worden op de verstevigingsbalken. In functie van de plaats van de tank moet er gezien worden dat de tank volledig beschermd kan worden. Deze omkadering moet minstens 100mm van de tank afzitten. In dit laatste geval zal er gebruik gemaakt worden van platen en multiplex (zie punt 1 op schema’s van Bijlage 1). Een plaat in de vorm van een L (hoek >90° en <135°) en dikte van 3mm moet de achterkant volledig dekken, de onderkant en de zijkanten (op een diepte van 100mm) van de structuur, op diegene waarop ze bevestigd zal worden. De rolkooi moet vervolledigd worden door twee versterkingspunten dat de achterbekken verbindt met de rolkooi. (Zie punt 2 van de schema’s in Bijlage 1). Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
30/38
Voor de voertuigen in de categorie "Hybdrid'", is het aangeraden om de voorkant van het chassis te versterken door 2 verstevigingen (dimensie minimum 35x2) dat de rolkooi verbindt met de uiteinden van de balken. (Zie punt 3 op de schema’s van Bijlage 1). Voor de voertuigen van de categorie Classic, Verbeterde en Prototype, is het aangeraden om een kruis in de rolkooi toe te voegen evenals een diagonaal tussen de achterste bekken. De minimale dimensies van de buizen van de rolkooi moet 38mm zijn voor een dikte 2,5mm en 40mm voor een dikte van 2mm. De buizen zijn gemaakt uit carbon staal, koud getrokken zonder lassen met een vloeigrens van meer dan 350n/mm² (het is verboden gebruik te maken van buizen in inox, in aluminium of type "verwarming"). Het is verboden om elektrische, brandstof of andere leidingen tussen de kooi en de carrosserie te plaatsen. De buizen die gebruikt zijn voor de rolkooi mogen geen vloeistof vervoeren.
15.2 Firewall De voertuigen moeten beschikken van een waterdichte firewall, geplaatst tussen het motorcompartiment, de koffer en tank enerzijds en de cockpit anderzijds, om te voorkomen dat er vloeistoffen, gassen en vlammen in de cockpit geraken. Alle openingen uitgevoerd in de firewall moeten zo klein mogelijk gehouden worden, om ervoor te zorgen dat enkel de nodige draden erdoor kunnen. ART.16: BRANDSTOF 16.1 Specificaties Het gebruikte brandstof moet gecommercialiseerde brandstof zijn: § benzine § biobrandstof E85 (enkel "Experimental") Het toevoegen van additieven is verboden. 16.2 Lucht Enkel lucht mag vermengd worden met brandstof. Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
31/38
ART.17: TOEPASSELIJKE TEKST De nederlandstalige versie van dit Technisch Reglement zal gebruikt worden als begeleidende tekst. Er wordt naar de franstalige versie verwezen indien controversiële interpretatie. De titels van dit document zijn verklaringen maar maken geen deel uit van het Technisch Reglement. ART.18: GOEDKEURING
Tekening 253-‐65
Tekening 255-‐10 Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
Tekening 255-‐11
32/38
BIJLAGE 1 -‐ SCHEMAS VAN DE ROLKOOI
Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
33/38
BIJLAGE 2 -‐ ORIGINELE 2CV BEELDEN Algemeen zicht van de originele motor 2CV/Dyane
Kast originele luchtfilter 2CV / Dyane
Solex carburator 21/24 of 18/26
Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
34/38
Uitlaat in originele doos
Ophangingspot
Originele velgen
Manches à air 2CV / Dyane
Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
35/38
Originele schijfremmen
Ontstekingstype / zwarte bobijn
Circuit 2CV 2012 / RACB Sport
36/38