Christelijke levenswandel Thema
: De tien geboden van God – deel 2
Vorige week hebben we gelezen dat God het volk Israël uit Egypte heeft geleid en door de Sinaïwoestijn leidde naar de berg Sinaï in het zuiden van deze woestijn. De reden daarvan is dat God Zichzelf aan het volk Israël duidelijk wilde openbaren en hen wilde leren wat het inhoudt om Hem te volgen en te vertrouwen. Om dat duidelijk te maken verscheen God aan het volk en met name aan Mozes die Hij deze ca. 2000 meter hoge berg opriep. Daar kreeg Mozes de tien geboden van God samen met de twee voorwaarden die God stelt om het volk te zegenen. Deze twee voorwaarden die God stelt zijn: 1. Wij moeten nauwgezet gehoorzaam zijn aan Gods stem; 2. Wij moeten Zijn verbond in acht nemen. Hoe we aan deze voorwaarden kunnen voldoen lezen we in de hele Bijbel, maar God begint eenvoudig met het geven van 10 geboden, waaraan Zijn volk zich moest en nog steeds moet houden. We hebben de Wet van de tien geboden in Exodus 20:1-26 gelezen en stilgestaan bij de eerste twee geboden: 1. U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. 2. U zult voor uzelf geen beeld maken, geen enkele afbeelding van wat boven in de hemel, of beneden op de aarde of in het water onder de aarde is. U zult zich daarvoor niet neerbuigen, en die niet dienen, want Ik, de HEERE, uw God, ben een na-ijverig God, Die de misdaad van uw vaderen vergeldt aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten, maar Die barmhartigheid doet aan duizenden van hen die Mij liefhebben en Mijn geboden in acht nemen. Vanochtend gaan we verder en bestuderen we het derde gebod: 3. U zult de Naam van de HEERE, uw God, niet ijdel gebruiken, want de HEERE zal niet voor onschuldig houden wie Zijn Naam ijdel gebruikt. Dit lijkt een eenvoudig gebod, maar laten we dit gebod toch eens wat beter bestuderen. Wat betekent ijdel? Het meest gezaghebbende woordenboek van de Nederlandse taal is de dikke Van Dale. Van Dale beschrijft ‘ijdel’ als volgt: - Gevoelig voor vleierij - Vergeefs, nutteloos, vruchteloos: ijdele hoop - Lichtzinnig; spottend: Gods Naam ijdel gebruiken Als we deze beschrijvingen van het woord ijdel gaan opzoeken dan lezen we: Vleien : naar de mond praten, laf prijzen Laf : bang, smakeloos Vergeefs : nutteloos, dus zonder nut; vruchteloos : zonder resultaat, zonder opbrengst Lichtzinnig : zonder ernst of nadenken Spottend : belachelijk maken
God zegt dus: - Praat Me niet naar Mijn mond - Gebruik Mijn Naam niet laf, dus alleen als je bang bent, want dat is smakeloos, oftewel dan meen je het niet echt. - Als je Mijn Naam in de mond neemt, denk dan na over waarom je Mijn Naam noemt en wat je tegen Mij wilt zeggen of wat je aan Mij wilt vragen. - Maak Mijn Naam niet belachelijk, spot Er niet mee, vloek niet Hoeveel mensen bidden, zingen en loven God terwijl ze niet nauwgezet Gods geboden in acht nemen en toch menen Gods kinderen te zijn? Ze kennen de Bijbel, ze weten hoe een kind van God hoort te leven en toch zetten ze in de praktijk God niet op de eerste plaats, maar blijven vasthouden aan hun eigen afgoden, zoals we vorige week hebben behandeld. Ze praten God dus eigenlijk naar Zijn mond, maar gebruiken Zijn Naam daarmee op een ijdele, laffe, vruchteloze manier. Ze denken niet na. Hoeveel mensen vloeken en misbruiken op die manier Gods Naam? Ze denken niet eens na over wat ze zeggen, het is voor hen een krachtterm als iets niet lukt of gaat zoals zij dat willen of het is voor hen zelfs een gewoon stopwoordje, wat zomaar uit hun mond komt zonder erover na te denken. Hoeveel mensen ontkennen Gods bestaan en bespotten God zelfs? Als we kijken naar zogenaamde komedianten op de televisie of in het theater, wie van hen vloekt er niet, spot niet? Ze doen het bijna allemaal, maar ook mensen om ons heen bespotten God en kruisigen daardoor Jezus als het ware opnieuw. De meest bekende en misbruikte Naam van God is ‘God’, gevolgd door ‘Jezus’. Maar God heeft vele Namen met elk hun eigen betekenis. Elke Naam van God geeft namelijk een karaktereigenschap van God weer. Laten we een willekeurige selectie lezen van welke Namen God heeft, zodat we beter begrijpen Wie God nu eigenlijk is. De Bijbel begint in Genesis 1:1 als volgt: In het begin schiep God de hemel en de aarde. De Naam God staat vervolgens in vele varianten in de Bijbel. ‘HEERE God’ : voor het eerst in Genesis 2:4. Heer betekent: man, aanzienlijk persoon, meester, machthebber, man van beschaving, leger en wordt in de Bijbel ook als Naam gebruikt voor God en Jezus. In het daaropvolgende vers staat: En de aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde over de aarde. God is dus een Persoon, een Man, een Machthebber, een Meester, maar ook Geest. Wij mensen kunnen in ons tijdelijke bestaan hier op aarde God dus niet met onze ogen zien. Na de zondeval geeft God aan dat Hij niet alleen HEERE God en de Geest van God is, maar dat Jezus ook God is. We lezen daarvoor Genesis 3:15-16, waarin God tegen de satan zegt dat Jezus de satan zal overwinnen. God profeteert hier de komst van de Messias, Jezus Christus, de Koning der koningen.
In Genesis 4:4 , na de zondeval dus, wordt God ineens HEERE genoemd in plaats van HEERE God. Gods titel HEERE, Machthebber, wordt nu naar voren gehaald. God stelt Zichzelf heel vaak voor als HEERE als Hij spreekt tot Israël: Vanaf Leviticus 4:1 lezen we De HEERE sprak tot Mozes. Evenzo in Leviticus 5:14; 6:1, 8, 19 etc… Leviticus is het boek van de bijzondere wetten. God spreekt tot Mozes en geeft voorschriften over hoe de priesters God moeten eren in de tabernakel. God gebied dus als Machthebber en legt al die voorschriften uit als Meester. In Genesis 11 lezen we dat de mensen van toen één taal spraken en een toren gingen bouwen die tot in de hemel moest gaan rijken. God zag dat en daalde neer en zei: “Kom, laten Wij neerdalen en laten Wij hun spraak verwarren.” Genesis 11:7 Hier maakt God Zich dus bekend in meervoud. Hij zegt namelijk Wij! Hiermee wijst God op Zijn Drie-Eenheid, te weten God de Vader, Gods Zoon Jezus Christus en Zijn Heilige Geest. In Genesis 14:18-24 lezen we dat Melchizedek, koning van Salem, priester van God de Allerhoogste wordt genoemd. God is de Allerhoogste, de aller voornaamste dus. Van Dale omschrijft Allerhoogste als hoogste van allen. Niemand en niets is dus hoger dan God, niets en niemand is dus belangrijker dan God, de Allerhoogste. Hem moeten we dus dienen, zoals we vorige week hebben geleerd om niets en niemand als afgod in ons leven te hanteren en dus boven God te stellen. Abram is de eerste die God Heere HEERE noemt. Hier zien we ook die overtreffende trap, Heere HEERE. Heere in de zin van machthebber en HEERE in de zin van God, de Allerhoogste. Dus machtige God of Allerhoogste God of Allervoornaamste Machthebber of Allervoornaamste Meester. Abram wist Wie God is. In Genesis 16:13 noemt Hagar, de slavin van Saraï, de vrouw van Abram, God Die in dit hoofdstuk Engel des HEERE genoemd wordt, ‘U bent de God Die naar mij omziet!’, omdat zij God gezien had Die haar beloofde dat zij een kind zou baren en dat deze een groot volk zou worden. Ondanks dat dit kindje niet de beloofde zoon van Abraham was die God hem had beloofd en waaruit het volk Israël zou voortkomen. In het volgende hoofdstuk (Genesis 17) lezen we dat God de namen van Abram en Saraï verandert in Abraham en Sarah. God maakt Zich bekend als “Ik ben God, de Almachtige.” (Genesis 17:1) God zegt dus dat Hij alle macht heeft, want Hij maakt Zich bekend als God, de Almachtige! Dat toont God keer op keer, te beginnen in de schepping, daarna in het verlossingswerk door Zijn Zoon Jezus Christus en vervolgens als Hij alles tot een einde brengt en de volkeren gaat oordelen in het eindgericht en alles nieuw maakt. In Genesis 24 geeft Abraham zijn dienaar – wiens naam overigens niet genoemd wordt – opdracht om een vrouw voor zijn zoon Izaäk te zoeken. Abraham noemt God bij de eed die hij zijn dienaar liet afleggen: de God van de hemel en de God van de aarde. Genesis 24:3. God is dus de God van hemel en aarde. Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt en is daar dus ook de God, de Machthebber, over. Hij doet wat Hij wil en alles is goed wat God doet. Na het bedrog van Jacob om het eerstgeboorterecht van Izaäk te krijgen, zoals God het Izaäk geboden had om te doen, vluchtte Jacob voor zijn oudere tweelingbroer, die als eerste geboren was, en komt aan in de woestijn en gaat slapen. Hij droomt daar een droom van God, waarin God Zich bekend maakt aan Jacob en Zichzelf voorstelt:
“Ik ben de HEERE, de God van uw vader Abraham en de God van uw vader Izaäk” en geeft Jacob de belofte die Hij aan Abraham en Izaäk geeft om van Jacobs nageslacht een groot uitverkoren volk te maken. Dit lezen we in Genesis 28:13. God maakt Zich dus bekend als de God van zijn vader en van zijn opa. Zijn wij gezegend dat wij kunnen zeggen dat onze God ook de God van onze voorouders is? God vindt het dus belangrijk om te weten welke God wij dienen. Laten wij onze kinderen dan ook zo opvoeden in de vreze van God dat God ook de God van onze kinderen en kleinkinderen zal worden en Hem bidden om hen te bewaren voor alle verleidingen van de satan die hen van God af wil trekken. Jacob noemt die plaats Bethel en legde de gelofte af: “Als God met mij zal zijn en mij zal beschermen op deze weg, waar ik op ga, en mij brood zal geven om te eten en kleren om aan te trekken, en ik in vrede in het huis van mijn vader zal terugkeren, dan zal de HEERE mij tot een God zijn.” Geven wij onze weg ook in Gods handen en zijn we dankbaar voor alles wat God ons geeft en prijzen wij Hem om Zijn goedheid en genade? Als we dat doen dan zegent God ons rijkelijk. In Exodus 3:13-14 lezen we dat God Mozes riep op de berg Horeb om aan hem de opdracht te geven om naar de Farao te gaan om hem te zeggen dat hij het volk Israël moet laten gaan. Mozes vroeg aan God wat hij moest zeggen tegen de Farao als de Farao hem vroeg Wie hem gestuurd had. God gaf Mozes Zijn Naam te kennen: “IK BEN WIE IK BEN” Mozes noemt in zijn lied dat hij later zingt God een Rots. Dat lezen we in Deuteronomium 32:15 en in vers 18 profeteert Mozes over Jezus de Rots. Een rots is een grote steen, vast verankerd in de aarde of ander gesteente. Een rots is vaak gemaakt van hard gesteente, graniet en biedt houvast en verankering voor alles wat erop groeit of wat erin verankerd wordt. Het spoelt niet zomaar weg als het hard regent. Jezus geeft daarover een voorbeeld zoals we lezen in Mattheüs 7:24-29. We kunnen dus getuigen dat God betrouwbaar is, onveranderlijk is, vast is, een anker en fundament is voor ons leven. David noemt God in zijn Psalmen: - Rechter - Uw Heilige - Bevrijder - Verlosser - Herder - Koning - HEERE van de legermachten - Koning der ere - Held - God van Jacob - Helper - God van de legermachten - God van Israël - Hulp - Herder van Israël - Zoon (profetie naar Jezus) - Man (profetie naar Jezus) - Mensenzoon (profetie naar Jezus) - Heilige van Israël - Vader - God van alle wraak - Naam van de HEERE - Dezelfde - Bewaarder
(Psalm 7:12; 9:5) (Psalm 16:10) (Psalm 18:3) (Psalm 19:15) (Psalm 23:1) (Psalm 24:10) (Psalm 24:10) (Psalm 24:10) (Psalm 45:4) (Psalm 46:8) (Psalm 54:6) (Psalm 59:6) (Psalm 59:6) (Psalm 70:6) (Psalm 80:2) (Psalm 80:16) (Psalm 80:18) (Psalm 80:18) (Psalm 89:19) (Psalm 89:27) (Psalm 94:1) (Psalm 102:16) (Psalm 102:28) (Psalm 121:3+4)
God spreekt recht God is Heilig, zonder zonde God bevrijd van zonde en satan God verlost door Jezus Christus God leidt, verzorgt en waakt over ons God heerst over alles God strijd voor ons God is Koning en wil geëerd worden God is onze Held, dé Overwinnaar God is God over het huis van Jacob God helpt ons in onze ziel en leven God heerst over alle legermachten God heeft Israël uitverkoren God is helpt als we tot Hem bidden God leidt, verzorgt Zijn volk Israël Jezus is Gods Zoon en God Jezus is een Man Jezus is volledig Mens geworden God is Heilig voor Israël God zorgt voor Zijn kinderen God neemt wraak op zondaars Gods Naam is Machtig God is onveranderlijk God beschermt Zijn volk
Jesaja profeteert en leert het volk om terug te keren naar de God van Israël vanuit de afgodendienst als waarzeggerij en het aanroepen van doden. Dat lezen we in Jesaja 8:19-20. Hij noemt God in deze profetie over de komst van Jezus daarom de Weg van de zee, waarin hij terugwijst naar hoe God het volk Israël uit Egypte heeft geleidt. Jesaja 8:23 In Jesaja 9 lezen we de profetie van de profeet Jesaja over de komende verlossing van het volk Israël uit de duisternis, afvalligheid van Gods wetten door de komst van Jezus. Jesaja kondigt de komst van Jezus aan met de Namen: - Kind - Jezus is geboren als Baby, als Mens - Zoon - Jezus is de Zoon van God omdat Hij door Maria als Mens is geboren en Zijn godheid heeft afgelegd uit liefde voor de mensen - Wonderlijk - Jezus’ ultieme offer is niet te bevatten voor ons - Raadsman - Jezus geeft goede raad als we alles verlaten om Hem na te volgen - Sterke God - Jezus Christus is tevens God, een Sterke God, Die de zonde en de dood heeft overwonnen - Eeuwige Vader - Jezus is God en dus eeuwig en zorgt als een Vader voor Zijn kinderen, Zijn discipelen - Vredevorst - Jezus is gekomen om vrede te brengen in de zielen van de mensen, echte vrede op aarde te brengen, die alleen gevonden kan worden door ons aan Gods geboden te houden. Paulus schrijft in 1 Korinthe 15:23 dat Jezus Christus de Eersteling is Die is opgestaan uit de dood. Hiermee wijst Paulus op Pasen, wanneer Jezus de dood heeft overwonnen en op Paaszondag uit het graf opstaat in een verheerlijkt lichaam. Daarmee is Hij de Eerste Mens Die opgestaan is uit de dood in een tastbaar lichaam en toch niet meer aan bederf onderhevig is zoals wij wel nog zijn. We krijgen rimpels, verwonden ons, ervaren pijn en verdriet, worden grijs en uiteindelijk sterft ons lichaam en gaat over in ontbinding. Johannes schrijft in Openbaring 1:2 dat hij getuige is van het Woord van God, waarmee hij verwijst naar Jezus Christus en Zijn getuigenis. Daarom is het Woord van God zo belangrijk, Jezus Christus heeft Zelf getuigd dat Hij Gods Zoon is, dat wie Hem gezien heeft de Vader gezien heeft (Johannes 14:9), God Zelf heeft het over Jezus getuigd door hoorbaar te spreken tijdens de doop van Jezus dat Hij Zijn Geliefde Zoon is (o.a. Lukas 3:21-22) en Jezus opdracht was om de wet van God te vervullen om daarmee Gods verbond te vernieuwen in een nieuw testament. Geen offers meer, geen moeilijke wetten meer waaraan het volk Israël zich niet kon houden, nee, de wet gebundeld in een nieuw gebod: Heb God lief boven alles en heb uw naaste lief als uzelf”. (Markus 12:30-34) We lezen hoe Jezus Zichzelf bekend maakt aan Johannes op Pathmos in Openbaring 1:11 “Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste” en in vers 17-18: “Wees niet bevreesd, Ik ben de Eerste en de Laatste, en de Levende, en Ik ben dood geweest en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid. Amen.” Aan het eind van de openbaringen aan Johannes bevestigt Jezus Zijn Naam, we lezen in vers 13-14: “Ik ben de Alfa, en de Omgea, het Begin en het Einde, de Eerste en de Laatste. Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, zodat zij recht mogen hebben op de Boom des levens, en opdat zij door de poorten de stad mogen binnengaan.
In vers 16 lezen we: “Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om bij u in de gemeenten van deze dingen te getuigen. Ik ben de Wortel en het Nageslacht van David, de blinkende Morgenster.“ En de Geest en de bruid zeggen Kom! En laat hij die het hoort zeggen: Kom! En laat hij die dorst heeft, komen; en laat hij die wil, het water des levens nemen, voor niets. Gaat u op deze uitnodiging van Jezus Christus de Zoon van de Allerhoogste God, de Almachtige, in en zoekt u Zijn wil en daarmee rust voor uw ziel? Wilt u God beter nog leren kennen? Komt u dan volgende week terug om het vierde gebod van God: Gedenk de sabbat, dat u die heiligt! te bestuderen. De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen! Amen!