N°11 oktober 2012
Chemie tussen fysici | Higgs deel 2 | Stage Rusland | column henk Swagten | Brownse bewegingen op de beurs | Studiereis balkan
redactioneel
Inhoud
13
De eerste N! van dit collegejaar is weer een feit! Voor je ligt alweer nummertje 11. Zoals altijd vol interessante artikelen over uiteenlopende zaken binnen en buiten TN. Wat wel anders is, is de nieuwe hoofdredacteur (ondergetekende). Na een jaar waarin drie hoofdredacteuren vanuit Van der Waals geleverd werden, is het dit jaar de taak aan mij alleen. Natuurlijk met heel veel hulp van een fantastische redactie en samenwerking met STOOR en de hoofdredacteuren van VENI. Ik heb er heel veel zin in!
8
Ik ben samen met vier anderen verkozen tot nieuw bestuur van Van der Waals. Aan het nieuwe bestuur werd gevraagd welk record zij denken te breken tijdens het komende bestuursjaar. Wil je weten wie er in dit bestuur zitten en welk record zij willen gaan breken, blader dan snel naar pagina 38. Nieuwe dingen dus, naast het nieuwe bestuur zijn er nog meer nieuwtjes te vinden in deze N!. Zo vertelt Bart Klarenaar over de ontdekking van het mogelijke Higgsdeeltje op pagina 28. Zoals in editie 9 al beloofd werd, houden we de ontwikkelingen uit CERN nauwlettend in de gaten. De zomer die helaas weer voorbij is leverde een aantal reisverslagen op. Deelnemer van de buitenlandse excursie, Antoine Salden, schrijft over alle belevenissen tijdens de studiereis op pagina 24. Veel leden van Van der Waals zijn ook op reis geweest, maar dan in combinatie met een externe stage. Canada, Australië, Japan, je kunt het zo gek niet bedenken of afgelopen tijd zijn er studenten vanuit Technische Natuurkunde naar toe geweest om er een wetenschappelijk project te doen en natuurlijk de cultuur te proeven. Leroy Schepers was de uitverkorene om in dit blad te vertellen over zijn stage in Rusland. Lees zijn verslag op pagina 13. Ook VENI levert deze keer weer een hoop interessante artikelen aan. Een van de leukste artikelen gaat over koppels van twee natuurkundigen die elkaar tijdens de studie ontmoet hebben en nog steeds bij elkaar zijn. Erg leuk om te lezen, vooral als je, zoals in mijn geval, ook een vriendin hebt die Technische Natuurkunde studeert. Verder kun je lezen over de carrières van Bart Broks en Jan Denneman. De een vicepresident van Philips, de ander werkzaam in de financiële markten. Zo zie je maar weer dat je met natuurkunde echt overal terecht kunt komen. Veel lees plezier! — Door: Guus Vermijs (Hoofdredactie N!, Van der Waals)
4
Nieuws
6
STOOR
8
Chemie tussen fysici
13
Externe stage rusland
15
Column
Mogen wij even STOORen?
Vijf natuurkundekoppels worden geïnterviewd
Leroy Schepers vertelt over zijn tijd in Moskou
Revolutie?!
26
32
20
40
30 16
Stoor
32
Van aspirantleraar tot Vice President Philips Lighting
20
bart broks
38
Nieuw bestuur
Buex Balkan
40
24
Interne en externe stage enquêtes
Over brownse bewegingen op de beurs
De studiereis naar Belgrado, Sofia en Istanbul
Welk record ga jij tijdens je bestuursjaar breken?
Twee generaties natuurkunde De familie Hermkens
27
veni-BBQ
44
Galactisch geweld
38
BOSOn gespot
46
Agenda
Een vurige aftocht
De ontdekking van Higgs?
Hoe komen we aan ons eind?
N! oktober 2012 | 3
N!euws Van Heijst beste bachelordocent Professor GertJan (ja zo schrijf je dat!) van Heijst heeft tijdens de opening van het academisch jaar de prijs voor beste bachelordocent gewonnen. In de bachelor van Technische Natuurkunde geeft hij het vak Fysica van Transportverschijnselen. Hij werd geroemd om zijn vlotte manier van lesgeven en de vele voorbeelden die hij tijdens zijn colleges gebruikt. Zo probeert hij vaak de antwoorden op vragen van de Nationale Weteschapsquiz te ontkrachten tijdens zijn colleges. Zijn deur staat altijd open voor studenten met vragen en de responstijd op een e-mail is erg kort. Naast het geven van onderwijs is GertJan ook zeer nauw betrokken bij het verbeteren van het onderwijs en de invoering van het Bachelor College. De prijs voor beste masterdocent is gegaan naar Maarten Merkx van de faculteit Biomedische Technologie.
Klaas Kopinga Erelid Klaas Kopinga is een begrip binnen Van der Waals. Al in de jaren 60 deed hij zelfs twee bestuursjaren om de vereniging te helpen. Ook tijdens zijn decanaat stond hij altijd zeer positief tegenover de studievereniging en haar studenten. Ook op de Borrel was (en is) Klaas een graag geziene gast, met (in de oude 'Salon') zelfs zijn eigen stamtafel stond hij elke donderdagmiddag met zijn Erdinger als een van de eersten op de Borrel. Dit alles heeft ervoor gezorgd dat Klaas Kopinga tijdens zijn afscheid als decaan op 20 september het erelidmaatschap is uitgereikt. De voorzitter van Van der Waals roemde hem om zijn bijdrage aan de vereniging en gaf hem een oorkonde en ledendas als symbool voor zijn erelidmaatschap. Klaas Kopinga is nu na Joep Beckers het tweede erelid van Van der Waals.
4 | N! oktober 2012
Sloop N-laag in volle gang N-laag, het vormalige gebouw van de faculteit Technische Natuurkunde, wordt sinds deze zomer eindelijk gesloopt. Op dezelfde plek verrijst straks een nieuw gebouw dat de faculteiten van Technische Natuurkunde en Electrical Engeneering zal huisvesten. Voordat met de sloop kan worden begonnen is er eerst aan asbest sanering gedaan. Mannen in witte pakken waren veelvuldig te zien in de gangen van N-laag om al het asbest uit de muren en kozijnen te halen. Binnen zes maanden moet de sloop klaar zijn en kan aan de nieuwbouw begonnen worden. We houden je op de hoogte!
Onderwijsprijzen Zoals je misschien wel hebt meegekregen, zijn de STOORonderwijsprijzen weer uitgereikt. In een goed gevulde 'Salon' werden op 4 oktober de uiltjes uitgereikt door de decaan van de faculteit TN, prof. dr. ir. Gerrit Kroesen. Hieronder de winnaars: Docent Propedeuse: prof. dr. ir. O.J. Luiten Instructeur Propedeuse: dr. A.A. Bol Practicumbegeleider Propedeuse: Matthijs Cox Msc Docent Post-Propedeuse: prof. dr. ir. H.J.M. Swagten Instructeur Post-Propedeuse: prof. dr. ir. R.A.J. Janssen Practicumbegeleider Post-Propedeuse: Dipl.-Phys. Sven Hofmann Docent Master: prof. dr. ir. P.P.A.M. van der Schoot XL Lezing: dr. A.J.M Giesbers
Nieuwe website STOOR Veel studenten kennen de STOOR website voornamelijk van het tentamenarchief en de jaren 90 look van de website. Tijd dus voor een update in de TU/e huisstijl. Je kunt onze website ook bezoeken voor informatie over studieraden, procedures voor klachten en vragen, het nieuwsbriefarchief, presentaties gegeven tijdens voorlichtingen en nog veel meer. Je kunt ons vinden op http:// phys.tue.nl/stoor. Je kunt ons ook “liken” op Facebook, voor al het nieuws en alle activiteiten op onderwijsgebied!
GESLAAGD!
Klaas Kopinga opent de nieuwe Borrel in Cascade
Borrel Cascade Geopend Na een zomer zonder vaste verblijfplaats heeft de Borrelcommissie op donderdag 6 september haar deuren mogen openen in Cascade. Tijdens de feestelijke opening was het de eer aan de toenmalige decaan Klaas Kopinga en vice decaan Gerrit Kroesen om het symbolische lint door te knippen. De Borrel is zoals vanouds iedere donderdag tussen 16.00 uur en 18.30 uur open. De locatie is de eerste verdieping van Cascade, op de locatie van het voormalige 'ei'. Natuurlijk is het ook nog steeds mogelijk om te kiezen uit de meer dan honderd verschillende bieren!
De volgende studenten ontvingen op 29 augustus hun masterdiploma Applied Physics: Willem Adriaans, Erik van Beekum, Jeroen Borgharts, René van Bussel, Koen van Gils, Jeroen de Groot, Pascal Haazen, Barry van den Ham, Ilse van der Heijden, Luuk Hennen, Patryk Hermkens, Remy Kusters, Bas van de Loom, Bart Macco, Rob Mensink, Remy Notermans, Clemens Rammeloo, Roel Roijmans, Taco Vader, Emiel Visser, Rui Wang, Guy Warmerdam en Min Zhou.
De volgende studenten ontvingen op 30 augustus hun bachelordiploma Technische Natuurkunde: Kim Alards, Aaron Ayal, Frank Castelijns, Lidewij Cornelissen, Maarten van Delft, Thomas van Doornmalen, Frank Elich, Paul Helgers, Koen Hijnen, Ruud Hoebers, Bart Hoekstra, Ralph Huijgen, Mark Lalieu, Guido Lange, Thomas Langerwerf, Steven van der Linden, Hans Marée, Johan Merks, Pim van Nispen, Nick Plantz, Remco Poulus, Jeroen van de Put, Lisa Reizevoort, Jasper van Rens, Jarno Riegman, Tim Righart Leroy Schepers, Hans Tholen, Fanny Ummelen, Tijn van de Ven, Daan van Vugt, Sybren Westendorp, Marco de Wild, Bram Wolf, Maarten Wouters, Erik van der Wurff.
Gerrit Kroesen nieuwe decaan Prof. dr. ir. Gerrit Kroesen is op 1 september aangesteld als nieuwe decaan van de faculteit Technische Natuurkunde. Hij volgt Klaas Kopinga op die sinds 2005 decaan was. Prof.dr. Herman Clercx wordt vice-decaan. Beiden zijn benoemd voor een periode van vier jaar. Gerrit Kroesen is al sinds 2008 vice-decaan van de faculteit. Ook is hij al 26 jaar werkzaam op de TU/e. Dit zorgt voor veel draagvlak binnen de faculteit voor zijn aanstelling. Gerrit Kroesen (1958) is sinds 2000 hoogleraar plasmafysica aan de TU/e, en sinds 2008 vice-decaan bij de faculteit Technische Natuurkunde. Herman Clercx (1961) begon zijn carrière in 1987 bij dezelfde faculteit als promovendus. Sinds 2006 is hij hoogleraar Transport in Turbulent Flows aan de TU/e.
De afgestudeerden
N! oktober 2012 | 5
STOOR
Mogen we even STOORen? Als je nieuw bent op de TU/e komt er veel informatie op je af. In de introweek ben je er al ruimschoots mee bestookt en ook in de eerste collegeweken ben je ondergedompeld in de vele systemen en organisaties van de TU/e. Veel daarvan ben je misschien alweer vergeten of weet je niet meer precies, daarom een korte opfrisser over STOOR, de STudenten Onderwijs Organisatie. STOOR bestaat uit vier studenten die er alles aan doen om het studeren voor studenten van de faculteit Technische Natuurkunde zo aangenaam mogelijk te maken. Dit doen we op een aantal manieren.
Begeleiden Medewerkers van STOOR begeleiden de studenten uit de Propedeuse, de Post-Propedeuse en de Master raad (P-, PPen M-raad). Dit zijn overlegorganen waarin het verloop van de colleges en de tentamens met de betreffende docenten besproken wordt. In de P-raad nemen de docenten van de eerstejaarsvakken en een aantal eerstejaars studenten zitting. De PP- en M-raad hebben dezelfde structuur. Als het je leuk lijkt om de mening van de studenten te laten horen in een van de studieraden kun je altijd contact met ons opnemen. Daarnaast begeleidt STOOR de P-mentoren, bij jou na de introductieweek beter bekend als papa’s of mama’s. Je intropapa’s en -mama’s hebben niet alleen de taak om je tijdens de intro te begeleiden. Gedurende je eerste studiejaar zullen ze regelmatig met jouw introgroepje kijken naar de voortgang van je eerste jaar. Eventuele problemen zullen ze samen met je proberen op te lossen.
Informatie verzorgen STOOR verzorgt samen met de faculteit ook de nieuwsbrief Stud-N-t Info waarin de studenten op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen op het gebied van onderwijs op de faculteit. Houd deze dus goed in de gaten! Ook draagt STOOR zorg voor de organisatie van informatiemiddagen over de master, de interne en de externe stage die je later in je studie gaat lopen. Deze voorlichtingen zullen allemaal eenmaal per jaar plaatsvinden. Ruimschoots van tevoren zal je op de hoogte worden gesteld van de plaats en tijd van deze bijeenkomsten.
6 | N! oktober 2012
Gedurende het collegejaar verschijnt er vier keer een N!. In elke N! zal een medewerker van STOOR een stukje schrijven waarin hij of zij vermeldt wat de ontwikkelingen op het gebied van onderwijs zijn. Tot slot vervullen wij de zogenaamde loketfunctie. Het zal best wel eens voorkomen dat je een probleem hebt, maar dat je niet weet waar je naartoe moet om dit op te lossen. Kom dan naar ons toe, wij helpen je graag verder door je probleem op te lossen of je door te sturen naar degene die dit kan doen. We horen het ook graag als je ergens een klacht over hebt. We hopen dat we je in dit korte stukje een beetje duidelijk hebben kunnen maken wat STOOR is en wat STOOR doet. Rest ons niets anders dan je een leuke studententijd toe te wensen waar zowel plek is voor goede fysica als voor gezelligheid. Dit lijkt ons geen probleem: beide zijn op onze faculteit in overmaat aanwezig. Mocht je op het gebied van onderwijs nog vragen hebben of ergens mee zitten, hoe klein ook, schroom dan absoluut niet om een werknemer van STOOR aan te spreken. Ook kun je binnenlopen in de STOOR-kamer (TNO 2.231) naast de practicumruimtes. Tijdens de pauzes (12.30 uur – 13.30 uur) is er altijd iemand aanwezig. Als we gesloten zijn kun je ook een e-mail sturen naar
[email protected], of bezoek eens onze website: http://www.phys.tue.nl/stoor. — Door: Joris Scheers (STOOR)
SMART TRADING FAST TECHNOLOGY GLOBAL OPPORTUNITIES ARE YOU IN?
IMC FINANCIAL MARKETS STARTED ON THE TRADING FLOOR IN AMSTERDAM IN 1989, AS A MARKET MAKER IN DUTCH SINGLE STOCK OPTIONS. WHEN EUROPEAN EXCHANGES STARTED TO TRANSFORM INTO ELECTRONIC MARKET PLACES, IMC WAS AT THE CUTTING EDGE OF THIS TRANSITION AND ONE OF THE FIRST TO START ELECTRONIC TRADING. TODAY WE ARE ONE OF THE WORLD’S LEADING PROPRIETARY TRADING FIRMS AND A KEY MARKET MAKER IN VARIOUS PRODUCTS LISTED ON EXCHANGES THROUGHOUT THE WORLD. OUR EDGE COMES FROM KEEPING OUR TECHNICAL PEOPLE IN VERY CLOSE PROXIMITY TO OUR TRADERS: PUTTING THE BEST TECHNOLOGY AVAILABLE TO WORK AND COLLABORATING WITH EACH OTHER ON INNOVATIVE WAYS OF USING AND IMPROVING IT. IMC EMPLOYS AROUND 600 PEOPLE AND HAS OFFICES IN AMSTERDAM, ZUG, CHICAGO, SYDNEY AND HONG KONG.
WE ARE CURRENTLY LOOKING FOR:
JUNIOR TRADERS
JUNIOR SOFTWARE DEVELOPERS
TO JOIN OUR EUROPEAN TRADING TEAMS. YOU START IN AMSTERDAM OR ZUG IN FEBRUARY 2013.
TO JOIN OUR EUROPEAN SOFTWARE DEVELOPMENT TEAMS. YOU START IN AMSTERDAM IN FEBRUARY 2013.
CHECK OUR WEBSITE WWW.IMC.NL/FINANCIAL-MARKETS FOR MORE INFORMATION AND TO SUBMIT YOUR RESUME.
7 | N! januari 2012
Foto: Steffie Cox
varia
Chemie tussen fysici Iedereen kent ze wel, de liefdesperikelen van studenten. Heel af en toe bloeit er iets moois op. Of gebeurt het toch vaker dan je denkt? Volgens een alweer vergeten onderzoek van Maurice de Hond in 2008 bleek dat 34 procent van de oud-studenten uiteindelijk huwt met iemand die zij tijdens hun studietijd hebben ontmoet. Dat betekent dat de collegebanken en studentenverenigingen zeer bepalend zijn voor het liefdesleven, dus misschien ook wel voor natuurkundigen. Daarom vonden we het tijd om onze eigen Eindhovense natuurkundigen te onderzoeken. Want wat is een glossy magazine zonder liefdesperikelen?
Voel je je wat ongemakkelijk bij het horen van succesverhalen over menselijke relaties, lees dan niet verder! Natuurkundigen blijken namelijk enorm succesvol in het aangaan en volhouden van (romantische) relaties. Maar hoewel er veel bekend is over de liefde van wetenschappers voor de natuurkunde, hoor je over de liefdesrelaties zelf toch maar bar weinig. Daarom lees je hier voor het eerst over ons gedegen onderzoek naar het fenomeen 'natuurkundekoppels'.
relaties tussen de Eindhovense natuurkundigen. Daar kunnen we wel wat mee.
Wij hebben ons als eerste de vraag gesteld: "Hoeveel Eindhovense natuurkunderelaties bestaan er eigenlijk?" Waarschijnlijk ken je wel een stelletje dat elkaar tijdens de studietijd heeft ontmoet. Maar de keuze is niet groot, want er zijn niet veel vrouwen binnen de natuurkunde-opleiding. Om deze vraag toch te beantwoorden maken we gebruik van ons VENI-ledenbestand en zoeken we specifiek naar leden die op hetzelfde adres staan ingeschreven. Daarna hebben we onderzocht wat voor relaties deze personen met elkaar hebben. Zo vonden we 1 vader en zoon, 1 paar mannen zonder romantische relatie en 18 geverifieerde man-vrouwrelaties. We vinden dus een significant aantal (heteroseksuele)
We gaan eerst verder met wat meer statistiek: op ons totale ledenaantal van 592, tellen we 547 mannen en 45 vrouwen. Dat betekent dat met 18 stelletjes 40% van de natuurkundevrouwen een relatie heeft met een natuurkundige! Dit zijn dus relaties die waarschijnlijk al bestaan vanaf de studietijd. En dit is voor zover wij weten een ondergrens. Goed, de mannen hebben dus maar 3% kans op een relatie met een natuurkundige vrouw, maar er zijn ook gewoon weinig vrouwen (7%). Als er meer vrouwen waren in N-Laag, zou het dus een enorm liefdesnest worden!
"Als er meer vrouwen waren in N-Laag, zou het een enorm liefdesnest worden."
Met een labonderzoek komen we waarschijnlijk niet meer te weten over deze
natuurkundekoppels, daarom hebben we toch een echt veldonderzoek moeten verrichten. Gelukkig waren de reacties erg positief toen we contact opnamen met vele van de koppels. In de groene kaders op de volgende pagina's van dit artikel lees je over verschillende van deze relaties, zelfs over het allereerste natuurkundekoppel Hans en Annemie Tromp, maar ook over andere stelletjes in verschillende fases van hun relatie. Ze vertellen over hoe ze elkaar hebben ontmoet en hoe het nu met ze gaat. Verder hebben we nog een aantal vragen aan ze gesteld om meer uit te vinden. Zo komen we snel wat meer te weten over wat ze zelf vinden van hun succes en leggen ze uit waarom natuurkundekoppels zo succesvol zijn. Maar we beginnen eerst met een paar vragen gericht op de wat jongere lezers die nog kans willen maken op een dergelijke relatie.
Hoe kunnen de mannen die een oogje hebben op een medenatuurkundige hun kansen vergroten? Oftewel: bestaan er verleidingstips voor natuurkundigen? Ineke en Thijs: Voorzitter worden; natuurkundevrouwen houden van macht.
N! oktober 2012 | 9
Bas en Yolanda Rieter Yolanda is van de generatie 1996 en Bas van de generatie 1998. In 1998-1999 zat Yolanda in het Van-der-Waalsbestuur (Overstag). Pas toen Bas het bestuur in ging (2000, Equilibrium) hebben ze wat met elkaar gekregen. Yolanda ging 3 weken daarna voor 4 maanden naar Sydney. Een goede test voor een relatie zullen we maar zeggen. Daarna is Bas ook nog 4 maanden in Montreal geweest. Na haar studie is Yolanda in Den Haag bij TNO gaan werken, terwijl Bas ging afstuderen. Daarna zijn ze gaan samenwonen in Den Haag (Bas werkt nu als IT Architect bij Unisys Nederland), op Scheveningen om precies te zijn. Vanuit daar hebben ze, aangezien Yolanda bij de Stiefel zit, ook wat StrandStiefels gehouden. 7 september 2007 (797 is een priemgetal en dat was ook een van de redenen dat ze deze dag gekozen
Ingrid: Oei, Ik ben zelf nogal nuchter, dus of dat representatief is weet ik niet. Te nerd-achtig helpt bij mij niet.....En natuurlijk niet de betweter uithangen. Sonja en Ed: Ik zou een originele date verzinnen. Wat denk je van de openingszin: 'Heb je zin om een experiment met G-krachten te doen in Walibi Flevo?' Bas en Yolanda: Versiertips? Er zijn wat handigheden: deodorant, geen witte sokken in sandalen, niet gaan Mudden tijdens een date, World of Warcraft thuis laten, net als je Smartphone en af en toe je lab uitkomen.
Hoe houden natuurkundigen een romantisch avondje? Ingrid en Arthur: Niet over natuurkunde hebben. Lekker eten (liefde gaat tenslotte door de maag) en gezellig naar de film. Ineke en Thijs: Haardvuurtje op het (eigen) terras met een drankje erbij. Bas en Yolanda: Door het geen romantisch avondje te noemen vergroot je de kans. Een dagje Lordof-the-Ringsmarathon op bed wordt als romantisch tijdverdrijf gezien en The Big Bang Theory uiteraard ook. Sonja en Ed: Easy: eerst samen een
10 | N! oktober 2012
hebben, en de 797 is een nieuwe Boeing) zijn ze in Den Haag getrouwd met een mooi bijhorend N-Feest-achtig feestje. Inmiddels zijn ze verhuisd naar een mooie Vinexwijk net buiten centrum Den Haag.
politiesirene maken met de condensatortjes uit de elektronicadoos, en daarna de DVD-box van de Big Bang Theory opzetten. Eventueel met een cocktailtje erbij waarin het de sport is om verschillende kleuren op elkaar te laten drijven, of een koffie waarin je de koffiemelk laat pulseren.
Waarom kiezen zoveel vrouwelijke natuurkundigen toch voor een medenatuurkundige? Ingrid en Arthur: Je komt ze zoveel tegen in N-laag (nou ja kwam dan), dus de pakkans is wel erg groot.... Ineke en Thijs: In een gemiddelde relatie is de man technischer dan de vrouw. Als technisch ingestelde vrouw zul je dus een zo technisch mogelijke man zoeken, en waar vind je die beter dan bij de natuurkunde-opleiding. Sonja en Ed: Omdat het gewoon enorm leuke kerels zijn. Meestal dan. Bijzonder gevoel voor humor (two atoms walk down the street. One says to the other: 'Ohoh, I think I've lost my electron'. 'Are you sure?' 'I'm positive!'), slim, over het algemeen geïnteresseerd in meer dan de beurskoersen, kunnen complexe zaken kort en krachtig samenvatten
En sinds 12 mei 2010 hebben ze een eigenwijze dochter, die hoogstwaarschijnlijk alleen nog maar eigenwijzer wordt met twee natuurkundigen als vader en moeder. Ook nummer twee is onderweg met een ETA op 4 januari 2013.
en zijn lekker oplossingsgericht. Bas en Yolanda: Lastige vraag. Van der Waals is een hechte groep vrienden en het is nu eenmaal vaak zo dat je uiteindelijke een relatie krijgt met iemand die je vaak ziet. Binnen de actieve kringen van Van der Waals is de kans dus groot dat het een mede Van-der-Waalslid is. Hans en Annemie: Het relatief grote aantal ontstane relaties tussen natuurkundestudenten kan nauwelijks verwondering wekken. Met enigszins gelijk gestemde achtergrond is de kans op een klik redelijk groot.
En waarom zijn volgens jullie deze relaties zo succesvol? Ingrid en Arthur: Je begrijpt elkaars werk wel. En dat is zeker handig als er laat gewerkt wordt omdat er technische problemen zijn. Zelf heb ik dat erg plezierig gevonden tijdens de promotie van Arthur, maar nu is er natuurlijk ook wederzijds begrip voor onze banen bij ASML. Ineke en Thijs: Dezelfde interesses. Waarschijnlijk geldt dit ook voor andere hoogopgeleide koppels: de keuze voor elkaar is weloverwogen gemaakt. Eerlijkheid helpt ook veel. Er wordt
Thijs Knaapen en Ineke Wijnheijmer Ons verhaal begint in het collegejaar 2001-2002; het bestuursjaar van Thijs en Ineke’s eerste jaar. Als bestuurslid en eerstejaars kom je regelmatig met elkaar in aanraking, bijvoorbeeld in de eerstejaarscommissie. Thijs was namens het bestuur voorzitter van die commissie en hij rekruteerde Ineke als commissielid. Er is uit die periode weinig spannends te melden, maar dat daar een basis werd gelegd, staat vast. Toen het eind van het eerste jaar naderde, was Ineke bang dat ze het contact met Thijs zou verliezen, en was ze erg blij dat ze gevraagd werd voor het Natuurkundecircus, waar Thijs ook deel van uitmaakte. Thijs voorzag echter een probleem, omdat Jan Millenaar het heel duidelijk had gemaakt dat hij geen stelletjes in zijn circus wilde.
niet gekonkeld of gemanipuleerd. Bas en Yolanda: Soort zoekt soort (en we zijn nu eenmaal rare snuiters). Sonja en Ed: Gelijkgestemde zielen denk ik. Zelfde soort humor. Zelfde analytisch vermogen. Zelfde gebruiksaanwijzing (if A then B).
Bestaat er een verschil tussen natuurkundekoppels en andere (hoogopgeleide) koppels? Sonja en Ed: Ik denk dat er bij natuurkundekoppels gezamenlijk enthousiaster gedaan wordt over de technische aspecten van een aankoop (auto, koelkast, verwarmingsinstallatie van een nieuw huis, etc.) dan bij andere hoogopgeleide koppels. En dat die arme natuurkundekinderen over het algemeen al veel eerder worden lastiggevallen met observaties als 'kijk eens, normaal is de lucht blauw en nu is-ie rood, waarom zou dat zijn?' Ingrid en Arthur: Ik denk van niet, zeker niet als ze dezelfde studie hebben gedaan. Bas en Yolanda: Ja dat bestaat, natuurkunde koppels zijn extreem koppig. Alles zal en moet met feiten bewezen worden. Ineke en Thijs: Natuurkundekoppels zullen nuchterder zijn dan andere hoog-
Toch ondernam Thijs actie, en vanaf toen gebeurde het veel sneller dan hij voorzien had. Toen Thijs eind augustus – eindelijk, naar Ineke’s mening – initiatief nam voor een gezamenlijk bioscoopbezoekje, was het direct raak. Helaas
vertrok Thijs twee dagen later voor drie weken naar Finland en Rusland voor de Grote BuEx. Maar ondanks die rare start was de vorming van weer een natuurkundekoppel een feit. We zijn inmiddels tien succesvolle jaren verder.
opgeleide niet-bètakoppels. Veel verschil met andere bètakoppels zal er niet zijn.
effect van ouders kunnen genieten gaat onze dochter, Lianne, die dagen naar de dagopvang. Voor ons beiden, maar waarschijnlijk voor de meesten, is een vierdaagse werkweek goed te realiseren. Sonja en Ed: Twee kinderen, van 4 en bijna 6. Ed is elke woensdagmiddag vrij, en ik heb een eigen bedrijf met flexibele werktijden. Twee dagen per week opvang, rest van de week is er altijd iemand thuis als ze uit school komen.
In jullie relatie zijn er al kinderen of er zijn misschien kinderen gepland in de toekomst. Hoe ga je daar in combinatie met jullie beide carrières mee om? Ingrid en Arthur: We werken allebei 4 dagen. Dus de kinderen gaan 3 dagen naar de buitenschoolse opvang. Dat gaat prima. 1 van de 2 kan alijd wel op tijd naar huis. En als dat niet kan, dan mag ASML kiezen wie er blijft. Ineke en Thijs: Ze zijn er nog niet, maar komen wel in onze planning voor. Aangezien we beiden een mooie carrière kunnen opbouwen, zijn we ook beiden bereid om die aan te passen aan het leven met kinderen (allebei vier dagen werken bijvoorbeeld). Bas en Yolanda: Goede vraag. We hebben op dit moment een dochter van 2 jaar oud en een tweede zoon of dochter is op komst. ETA is begin januari 2013. We zijn beiden een dag minder gaan werken door ouderschapsverlof op te nemen. Hierdoor zijn we doordeweeks maar drie dagen niet thuis. Aangezien we niet van het proximity
De conclusies Vrouwelijke natuurkundigen hebben een erg grote kans om de rest van hun leven met een mannelijke natuurkundige door te brengen. Deze relaties, die vrijwel altijd in de studententijd beginnen en een enkele keer tijdens het werk, zijn namelijk erg succesvol en van lange duur. Vooral de grote pakkans en de gemeenschappelijke basis zorgt voor deze hoeveelheid aan duurzame relaties. Dat asociale stigma over natuurkundigen kunnen we dus overboord gooien; natuurkundigen zijn gewoon heel goed in relaties ... op hun eigen manier dan. — Door: Matthijs Cox (Redacteur N!, bestuurslid VENI)
N! oktober 2012 | 11
Het eerste koppel: Hans en Annemie Tromp We nemen aan dat wij het oudste “natuurkundekoppel” van de TU/e zijn (red: dit klopt!). Hans is in 1961 gestart met zijn studie natuurkunde en afgestudeerd in 1967. Annemie was de eerste studente natuurkunde, gestart in 1962, en de eerste afgestudeerde vrouwelijk natuurkundige ingenieur in Eindhoven, afgestudeerd 1 februari 1968. We zijn beiden bestuurslid van Van der Waals geweest (Hans voorzitter 1963-64, ik secretaris 1966-67), beiden ook erelid. We zijn in februari 1968 getrouwd. Op dit moment zijn we beiden met pensioen en vrij druk met allerlei activiteiten, zowel elk afzonderlijk als samen.
Edwin en Sonja Knols '3 koffie en 2 thee zoeken een thee'. Dat was de tekst van het briefje waarmee Huize Watt Now een nieuwe huisgenoot zocht. Sonja (generatie '96) belde, alhoewel de kijkavond al geweest was. Omdat die avond geen geschikte kandidaten had opgeleverd, mocht ze een keer na de borrel alleen langskomen. Ed (generatie '90) zou haar wel meenemen achterop zijn fiets. Zij in haar eerste jaar, hij aan het afstuderen. Het klikte meteen tussen de bewoners en Sonja. Alhoewel ze het idee had dat die Ed haar niet moest. Een paar weken later trok ze in. Het was een gezellig huis, 's avonds samen televisie kijken, in de kamer van Sonja, want die had een bank. Steeds vaker bleven Sonja en Ed als laatsten over... We zijn inmiddels vijftien jaar, een huwelijk, twee kinderen en twee hypotheken verder. En dat terwijl Ed nog voor het begin van hun relatie afstudeerde en steeds meer een geregeld bestaan ging leiden, en Sonja juist het studentenleven ontdekte en allerlei activiteiten naast haar
studie ontplooide. Na twee jaar gingen we zelfs 'ontsamenwonen': Ed in een flatje, Sonja in een ander studentenhuis. Maar samen nerdgrappen kunnen maken en de finesses van de Big Bang Theory doorgronden, schept gewoon een band die je met een niet-natuurkundige nooit zult krijgen...
Arthur en Ingrid Minnaert Ingrid had zich nog zo voorgenomen: niemand van de TU/e... maar ja, dat heb je niet voor het zeggen. De eerste ontmoeting tijdens de intro weet Arthur zich nog goed te herinneren, Ingrid minder. Bijna alle natuurkundejongens wilden met de paar natuurkundemeisjes praten. Het leek wel een receptie. Tijdens de borrel hebben we beter kennis gemaakt. En nu zijn we al 14 jaar getrouwd en al 20 jaar samen. We werken nu ook allebei bij ASML. Gelukkig is dat een groot bedrijf, zodat je elkaar niet tegen hoeft te komen. Wel is het fijn dat je het werk van elkaar goed begrijpt, zodat je er niet zo’n moeite mee hebt als een van de twee een tijdje lange dagen maakt. En de kinderen, die willen natuurlijk later ook bij ASML gaan werken...
12 | N! oktober 2012
Foto:istockphoto.com/stock-photo-2110 6275-kremlin.php
stage
Externe Stage Moskou
Rusland, het land waar het altijd koud is, iedereen wodka drinkt en alles gerepareerd wordt met slechts een hamer. Tijdens de drie maanden dat ik, Leroy Schepers, in Moskou stage heb gelopen, heb ik veel vooroordelen over Rusland kunnen testen. Zoals altijd zijn deze maar ten dele waar, maar het is altijd leuk om te zien dat er ook een deel wel blijkt te kloppen!
Tijdens mijn stage heb ik onderzoek gedaan naar dusty plasma’s bij cryogene temperaturen. Macroscopische deeltjes blijven op het elektrische veld van een gasontlading zweven. Wanneer meerdere deeltjes met elkaar gaan wisselwerken kan een vergelijking met de kinetische gastheorie gemaakt worden. Het gedrag verandert wanneer experimenten op een lagere temperatuur (4 – 77 K) uitgevoerd worden. Ik heb voornamelijk experimenten geanalyseerd en berekeningen gedaan aan de data. Een van de belangrijkste bevindingen was dat binnen een systeem van deze zwevende deeltjes subsystemen lijken te bestaan die ander gedrag ten opzichte van elkaar vertonen. Verder wil ik niet te veel op de inhoud van mijn stage ingaan, de geïnteresseerden verwijs ik graag door naar het verslag van mijn stage. Het is waarschijnlijk interessanter om wat meer in te gaan op de manier van werken op mijn stageadres. Zelfs twintig jaar na het uiteenvallen van de Sovjetunie, lijkt het communisme nog steeds veel invloed te hebben. Dit was vooral te merken in de
bureaucratie. Mijn directe begeleider was ongeveer negentig procent van de tijd bezig met rapporten schrijven, formulieren invullen en aanvragen doen. Slechts een klein deel van de tijd kon hij dus besteden aan zijn daadwerkelijke werk als natuurkundige, iets wat hem zelf ook zeer frustreerde. Dit was ook een van de redenen dat ik weinig experimenten heb kunnen uitvoeren. Het leek er op dat er zelfs een aanvraag gedaan moest worden als er een dag experimenten uitgevoerd moesten worden. Ook was het bij experimenten noodzakelijk dat er minimaal drie of vier mensen aanwezig waren, dit was een soort arbo-regeltje dat ik niet had verwacht in Rusland. Al het papierwerk zorgde er overigens niet voor dat zaken ook daadwerkelijk (goed) geregeld waren. Zo is het een paar keer voorgekomen dat vloeibaar stikstof of helium niet geleverd was op een dag dat experimenten gepland waren. Dit kwam omdat de aanvraag niet goed was doorgekomen bij de leverancier. Als we uiteindelijk na een dag experimenteren in de loop van de avond klaar waren, moest dit wel gevierd worden met wodka, al dan niet bevroren
door er vloeibaar stikstof bij te doen. Het viel mij ook op dat de meeste mensen bij het instituut waar ik stage liep over het algemeen weinig samenwerkten. Op de experimenten na, leek het of iedereen met zijn eigen ding bezig was en daarbij verder weinig overleg was. Ook was dit te merken met de lunch waarbij het heel normaal was om alleen te eten. Ik merkte ook al heel snel op dat mensen op mijn stage een behoorlijk lager niveau Engels hadden dan ik had verwacht. De mensen waar ik direct mee te maken had spraken goed Engels, maar over het algemeen spraken de mensen op het instituut, die toch allemaal hoog opgeleid zijn, niet tot nauwelijks Engels. Gelukkig leverde dit op stage maar weinig problemen, maar vooral veel leuke situaties op. Omdat ik van te voren al wel verwacht had dat buiten mijn stage zo goed als niemand de Engelse taal machtig zou zijn, heb ik voor dat ik naar Rusland vertrok een beetje Russisch geleerd. Dit was erg nuttig, zeker toen mijn ouders en zusje op bezoek kwamen en er in hun
N! oktober 2012 | 13
hotel niemand was die een woord over de grens sprak. De beginselen van het Russisch zijn gelukkig niet al te moeilijk te leren. Het Cyrillisch waarin het Russisch wordt geschreven is niet al te moeilijk onder de knie te krijgen, aangezien het net als het Latijnse schrift van het Grieks afgeleid is. Daarna is het vrij makkelijk om met een paar woorden toch veel duidelijk te maken. Het Russisch bestaat voor ongeveer tien procent uit leenwoorden uit bijvoorbeeld het Engels, Duits, Frans en Latijn. Ook hebben veel woorden meerdere betekenissen in het Nederlands. Zo hebben “veel” en “groot” bijvoorbeeld slechts één woord in het Russisch. Dit soort dingen maakte het makkelijk om sommige dingen in Russisch duidelijk te maken. Ik kon bijvoorbeeld de weg vragen, bestellingen doen in een restaurant en vertellen waarom ik in Rusland was. Gesprekken waren echter al snel moeilijk als mensen in volzinnen tegen mij begonnen te praten.
"Je ziet veel dure auto’s van miljardairs rijden naast een oude stoffige Lada die met anderhalve lekke band gewoon door blijft karren." Ook merkte ik dat ik structureel de klemtoon op de verkeerde lettergreep legde. Echt vloeiend Russisch leren is volgens mij wel behoorlijk moeilijk, mede door de acht verschillende naamvallen. Toen mijn studieboek begon aan deze naamvallen vond ik ook dat ik genoeg Russisch kende voor die drie maanden dat ik daar zou zijn. Russen hebben de naam erg nors en onvriendelijk te zijn. Dit vooroordeel is te begrijpen wanneer je in de metro zit of iemand op straat aanspreekt. Het liefst kijkt iedereen stoïcijns voor zich uit zonder iets te zeggen. Dit gedrag slaat echter volledig om wanneer je iemand kent. Dan wordt je bij mensen thuis uitgenodigd, krijg je van alles te eten en te drinken en is het moeilijk om weer
14 | N! oktober 2012
weg te komen. Op deze manier heb ik ook twee weekenden bij vrienden van mijn begeleider doorgebracht. Waar je in Nederland soms na twee uur weer bij mensen buiten staat en blij mag zijn als je een koekje bij de koffie hebt gehad, werd in Rusland alles uit de kast gehaald om het een weekend lang gezellig te hebben met mensen die je amper kent. Moskou zelf heeft een zeer mooi centrum met onder andere het rode plein en heel veel kerken. Buiten het centrum gaat het straatbeeld al snel van mooie gebouwen naar hoge, grijze, vervallen sovjetflats. Dit zijn ook de plekken waar zatte Russen in speeltuintjes stunts uitvoeren die bekend zijn van Ruslandcompilaties op dumpert. Dit is een van de vele tegenstellingen die je tegenkomt in Moskou. Je ziet veel dure auto’s van miljardairs rijden naast een oude stoffige Lada die met anderhalve lekke band gewoon blijft karren. Verder is het heel apart om te zien dat midden in de grootste stad van Europa, er stukken van bijna tien kilometer zijn waarop je niet een trainrails met de auto kunt oversteken. Dit is een van de redenen waarom elke dag het verkeer helemaal vast zit. Het rare is dat hier niks aan gedaan wordt, terwijl de overheid
De opstelling van Leroy
wel duizenden gastarbeiders uit de oude Sovjetrepublieken betaalt om alle omheiningen in de stad elk jaar te schilderen. Dit is slechts een van de voorbeelden waaruit geconcludeerd kan worden dat de prioriteiten van de overheid niet altijd op de juiste plek worden gelegd, maar dat is mijn persoonlijke mening. Hopelijk heb ik hiermee een goede indruk kunnen geven over mijn tijd in Rusland. Het was een geweldige ervaring om een aantal maanden in een vreemd land als Rusland te (over)leven. Wel heb ik gemerkt dat leven in Moskou veel frustraties kan opleveren. Een leuk voorbeeld vind ik altijd dat ik vier uur op een station ben geweest om vier treinkaartjes te kopen. Het lijkt er op dat niks gewoon op een makkelijke manier te regelen is. Deze frustraties kon ik allemaal goed de baas gedurende drie maanden. Maar ik kan me voorstellen dat dit een stuk lastiger wordt als je, zeg een jaar, in Rusland woont. Verder kan ik iedereen aanraden om iedereen voor in ieder geval een vakantie naar Rusland te gaan en zelf te kijken hoe het zit met alle vooroordelen. — Door: Leroy Schepers (Van-der-Waalslid)
Column
“De grootste revolutie op onderwijsgebied die de TU/e in haar historie heeft meegemaakt”, zo betitelt Hans van Duijn het Bachelor-college dat zojuist van start is gegaan. Of het onderwijs inhoudelijk echt een plotselinge en omvangrijke ommekeer heeft gemaakt is nog maar de vraag. Daarover zo dadelijk meer. In ieder geval was er flink wat onrust op de werkvloer. De universiteit lanceerde ruim een jaar geleden het idee van een Bachelorcollege, top-down en met heldere randvoorwaarden: slechts de helft van de totale Bachelor wordt toevertrouwd aan onze faculteit. De overige ECTS-en verdient de student met overkoepelende vakken en er is volop keuze, ‘design your own study’. En dat alles om meer studenten naar de TU/e te lokken. Na een aantal hectische maanden op de faculteit was in januari de major Technische Natuurkunde gereed. Daarna waren onze docenten aan zet met het optuigen van nieuwe eerstejaarsvakken, in een revolutionair tempo. Want er was nauwelijks tijd, het Ba-college moest van start op 1 september, hulde aan de docenten die dit voor elkaar kregen! Maar is er inhoudelijk ook sprake van een onderwijskundige revolutie, zoals de rector ons doet geloven? In ieder geval is de totale portie wis- en natuur-
kunde dramatisch minder, waarmee we een bachelorstudent afleveren met andere bagage. Ook de contacttijd tussen student en docent is verder omlaag gebracht en staat nu op slechts 50%. En dat zien we terug in de invoering van alternatieve werkvormen.
"De docent die met een (modern) krijtje een zaal met studenten weet te boeien met natuurkunde, dat mag nooit verdwijnen." Hoorcolleges maken plaats voor interactieve colleges, quizzen met behulp van stemkastjes (die op initiatief van TN voor alle eerstejaars worden aangeschaft!), allerlei tests tijdens de contacturen, thuis opdrachten uitvoeren en uploaden naar de docent. Een rijk palet aan boeiende opties om het onderwijs op hoger niveau te brengen. Dus toch revolutie? Nou ja, dat zijn grote woorden. In ieder geval heb ik in dertig
Foto: Christy Swagten
Revolutie!?
jaar nog nooit zo’n massale ommezwaai gezien in ons onderwijs. Maar echt nieuw is het natuurlijk niet. Al in de jaren zeventig lanceerden TN-docenten prof. Poulis en dr. Massen hun knijp(ertjes) college. Interactief werden er sommetjes gemaakt en konden de studenten de docent wegdrukken met de ‘onbegripmeter’, gaaf! En er was daarbuiten volop beroering over het nut van hoorcolleges. Onze eigen studievereniging J.D. van der Waals initieerde in 1968 zelfs een THEbrede ‘enkète’ over ‘waarom studenten kollege volgen en docenten kollege geven’. En over dat soort zaken wordt op dit moment weer heel goed nagedacht, maar nu in de context van een veranderde samenleving en met tal van nieuwe tools. Betekent het Ba-college dan ook het einde van het hoorcollege? Ik denk van niet. De docent die met een (modern) krijtje een zaal met studenten weet te boeien met natuurkunde, dat mag natuurlijk nooit verdwijnen. Ik geloof veel meer in een hybride aanpak waarin activerende werkvormen verweven worden met enthousiasmerende colleges, met volop discussie tussen en met studenten. En dat sluit naadloos aan bij de aspiraties van het Ba-college. Misschien niet revolutionair, maar er waait wel een frisse wind! — Door: Henk Swagten (Hoogleraar bij FNA, VENI-lid)
N! oktober 2012 | 15
STOOR
Interne en externe stage enquêtes De bachelor van Technische Natuurkunde wordt afgesloten met een interne stage die wordt gevolgd bij een van de dertien vakgroepen die de faculteit rijk is. Tijdens de Master wordt een externe stage gevolgd, bij een vakgroep aan een andere universiteit of in een bedrijf. Na afloop van deze stages worden enquêtes ingevuld en ingeleverd bij STOOR. Tussen oktober 2011 en juni 2012 zijn er 17 interne stage enquêtes ingevuld en 30 externe stage enquêtes.
Als alle studenten nominaal zouden studeren, dan zou generaties 2007 en 2008 respectievelijk de interne en externe stage gedaan hebben. Bijna de helft van de geënquêteerde studenten studeert nominaal tijdens de interne stage. Bij de externe stage is de uitloop groter. Ongeveer een derde van de studenten studeert nog nominaal bij de externe stage. In onderstaande tabel is de generatieverdeling geschetst. Generatie
Interne stage
Externe stage
2001
-
1
2002
-
-
2003
-
3
2004
3
7
2005
-
3
2006
1
6
2007
5
8
2008
8
-
Alleen Master
-
2
Totaal
17
30
Interne stage De interne stage wordt gevolgd bij een van de vakgroepen van de faculteit Technische Natuurkunde. Dit jaar blijkt de vakgroep Turbulentie en Vortexdynamica (WDY) populair te zijn. In de tabel is ook de historie weergegeven over de afgelopen zes jaar.
16 | N! oktober 2012
Vakgroep
#2007-2012
#2011-2012
FNA
37
1
PSN
16
0
MMN
9
0
TPS
11
0
MBx
30
2
LTE
0
0
MTP
5
2
WDY
40
7
TPM
12
0
CQT
34
0
EPG
38
2
P&MP
34
2
FUSION
6
1
Totaal
263
17
Er zijn richtlijnen ingevoerd om te voorkomen dat er te lang over de interne stage wordt gedaan. Slechts één student heeft dit jaar door persoonlijke problemen veel langer over de interne stage gedaan dan gebruikelijk. Het is lastig om conclusies te trekken gezien het aantal respondenten. Als redenen voor uitloop wordt gegeven dat een opstelling of simulaties veel tijd kosten. Hiernaast werd aangegeven dat een opstelling bouwen of simulaties uitvoeren ook er voor kan zorgen dat er langer over de stage wordt gedaan. Vaak vond men de
uitloop niet erg omdat de stage leuk of leerzaam was. De dagelijkse begeleiding krijgt in driekwart van de gevallen het predicaat goed of uitstekend. De cijfers voor de interne stage zijn goed te noemen. Dit jaar liggen de gemiddelden per vakgroep tussen de 7 en 7,5. De gemiddelden over de afgelopen zes jaar liggen voor de meeste vakgroepen tussen de 7,5 en 8. Bij vakgroep MTP heeft de afgelopen twee jaar geen enkele stagiair lager dan een 8 gehaald, bij P&MP ligt het gemiddelde van de afgelopen zes jaar net boven de 8.
De gemiddelde cijfers voor de externe stage zijn altijd goed geweest, zoals te zien in de verdeling per jaar in bovenstaande tabel. Komend jaar zullen er door STOOR ook Master enquêtes worden afgenomen. Hierin zal onder andere gevraagd worden naar de vooropleiding, coaching, vakken en afstuderen. — Door: Joris Scheers (STOOR)
Externe stage De externe stage wordt, zoals de naam al doet vermoeden, buiten de TU/e uitgevoerd. De verdeling over Nederland, Europa en buiten Europa is vrijwel evenredig, terwijl vorig jaar meer dan de helft van de studenten buiten Europa op stage ging. Op een enkeling na zijn alle stages door de docent geregeld. In onderstaande tabel is de verdeling per instellingsgroep gegeven. Instelling
Aantal
Bedrijf
5
Instituut
13
Universiteit
11
Anders
1
Totaal
30
Uit de reacties blijkt dat een buitenlandse stage vrijwel altijd als positief wordt ervaren. In een aantal gevallen is er uitgelopen, het valt op dat dit vaak als niet erg wordt ervaren. Als redenen voor uitloop tijdens de externe stage wordt vaak genoemd dat het gepland was of dat er langer gewerkt is om betere resultaten in het verslag te kunnen opnemen.
"Door mijn uitloop heb ik mooiere resultaten voor in het verslag." De ervaringen met de dagelijkse begeleiding zijn wisselend, soms is er veel inhoudelijke kennis aanwezig en in andere gevallen bood de begeleider meer overzicht. De dagelijkse begeleiding in tweederde van de gevallen goed of uistekend beoordeeld. Jaar
Gemiddeld cijfer
2005/2006
8.3
2006/2007
8.3
2007/2008
8.4
2008/2009
8.3
2009/2010
8.5
2010/2011
8.5
2011/2012
8.1
Nieuwe medewerkers bij STOOR! De afgelopen maanden heeft STOOR afscheid moeten nemen van twee vertrouwde gezichten: Anneke Kruyen en Barry van Ham zijn gestopt als medewerkers van STOOR. Gelukkig hebben we in hun plaats twee nieuwe medewerkers mogen begroeten om hun leegte op te vullen. Robert Hommes en Joris Scheers zijn inmiddels namelijk als versterkingen binnen gehaald! Robert heeft zich de vorige keer voorgesteld, Joris stelt zich deze keer voor:
Mijn naam is Joris Scheers, geboren in Goes, dat ligt in het zonnige Zeeland. Inmiddels woon ik alweer 5 jaar met veel plezier in Eindhoven. Voordat ik naar de TU/e kwam, heb ik HBO Technische Natuurkunde gedaan op Fontys. In mijn vrije tijd kook ik graag, fitness ik af en toe en drink ik graag een speciaalbiertje op de Borrel. Als je een vraag hebt mag je me altijd aanspreken, of kom langs tijdens de pauze in het STOOR-hok!
Like STOOR op Facebook! Sinds kort is STOOR ook op Facebook te vinden. Door STOOR te 'liken' blijf je automatisch op de hoogte van al het nieuws en alle activiteiten op onderwijsgebied! Wacht daarom niet langer, zorg dat de je die like knop aanklikt en je blijft altijd up-to-date!
STOOR Waar: TNO 2.231 Wanneer: In de pauze Email:
[email protected] Medewerkers: Maarten van Drunen Ruud Smedts Robert Hommes Joris Scheers
N! oktober 2012 | 17
Advertorial
Geen tv-weerbeelden zonder miniatuurkoelers Voor optische instrumenten die vanuit de ruimte de aarde bespieden, is koeling tot 150 à 200 graden onder nul een must. Alleen zo verkrijg je een goede signaal-ruisverhouding. Thales Cryogenics ontwerpt en bouwt de benodigde compressors voor miniatuurkoelsystemen voor nieuwe satellieten, zoals weer- en defensiesatellieten. In 2015 gaan de eerste vernieuwde versies de lucht in. De eisen aan de betrouwbaarheid van de compressors zijn extreem hoog. ‘Van elke gebruikte bout moet zowel het staal als het productieproces gecertificeerd zijn. Om early failure op te sporen gaat geen enkele veer van de zuigerophanging de ruimte in zonder miljoenen testbewegingen te maken.’
Weersvoorspellingen betrouwbaarder en nauwkeuriger maken: dat is de ambitie voor de derde generatie Meteosatweersatellieten. De eerste van de zes geplande zogenoemde MTG-satellieten is waarschijnlijk in 2017 klaar voor lancering. Aan boord: hightech infraroodcamera’s die vochtigheid in de atmosfeer detecteren lang voordat waterdruppels wolken vormen; en infraroodcamera’s die vanuit de ruimte details zien met een dwarsdoorsnede van slechts 500 meter. Dit lukt alleen door het ruisniveau zo laag mogelijk te houden met behulp van geavanceerde koelsystemen voor de optische instrumenten. ‘Bij kamertemperatuur zien de hightech optische systemen in deze satellieten onvoldoende’, vertelt dr. ir. Theo Rijks, programmamanager ruimtevaartprojecten en lid van het managementteam van Thales Cryogenics, vestiging Eindhoven. Rijks gaat met zijn team de compressors voor de koelsystemen van de MTG-satellieten ontwerpen en bouwen en werkt nu al aan compressors voor een nieuwe Franse defensiesatelliet. De compressors voor beide satellieten – afmetingen ongeveer 21 bij 11 bij 12 centimeter - moeten op velerlei vlak aan extreem hoge eisen voldoen. Een kapot onderdeel vervangen is immers geen optie als een satelliet eenmaal in een baan om de aarde draait. Ze mogen dus gedurende de levensduur van een satelliet van pakweg vijftien à twintig jaar niet kapot gaan. ‘Mensen willen immers wel elke avond op het journaal mooie weerbeelden en accurate weersvoorspellingen zien. Daarom gaan bijvoorbeeld de veren van de zuigerophanging pas de ruimte in nadat ze eerst 10 miljoen testbewegingen hebben gemaakt om early failures op te sporen. En voor vermoeiingsonderzoek testen we zelfs 50 miljoen keer bij een extra grote uitwijking van de veer.’ Rijks, die zowel als technisch natuurkundige afstudeerde als promoveerde aan de TU Eindhoven, vertelt verder:
18 | N! oktober 2012
‘Qua ontwerp zijn de grote G-krachten en trillingen die de compressors tijdens de lancering moeten doorstaan bovendien een extra complicerende factor. In dat krachtenveld mag de compressor natuurlijk niet beschadigen. Daarom hebben we in onze testomgeving schokbanken staan die krachten van meer dan 1000 G kunnen veroorzaken. Uiteraard doen we ook duurtesten. De langst draaiende compressor is in ons testlab al meer dan tien jaar aan het werk.’
Drukgolf Voor de satellieten maakt Thales compressors voor zogenoemde pulse tube cryocoolers, waarbij de compressor een drukgolf produceert die bij de ‘koude vinger’ van het koelsysteem voor
"Thales Cryogenics combineert de slagkracht van een mkb-bedrijf met de voordelen van een groot concern." koeling zorgt. ‘Twee lineaire motoren in de compressor bewegen twee zuigers - opgehangen in bladveren - die samen een sinusvormige drukgolf maken door tegen elkaar in te bewegen’, licht Rijks toe. Bij de koude vinger van dit type koelsysteem zijn geen bewegende delen nodig. En dat is een groot voordeel voor de betrouwbaarheid en levensduur van de koelers. Extreem lage temperaturen bereikt de koude vinger van een pulse tube
fabrikant een speciale batch moet maken van bouten met gecertificeerd staal met bijbehorende langere levertijd. Ook daar moet je qua planning goed rekening mee houden.’
Mini-cleanroom
Theo Rijks van Thales Nederland
koeler doordat het heliumgas een compressie- en expansiecyclus doorloopt, vergelijkbaar met een Stirling-koelcyclus. Voor een lange levensduur van de compressor mag de zuiger de omhullende cilinder niet raken. Echter voor een goede compressie, nodig voor extreem lage temperaturen tot 200 graden onder nul, moet de zuiger wel zo nauw mogelijk in diezelfde cilinder passen. Met een precisiedraaibank en een geheim uitlijnprincipe lukt het Thales om de ruimte tussen zuiger en cilinder kleiner dan 20 micrometer, pakweg 5 keer dunner dan krantenpapier, te maken. Ook het maken van de stalen bladveren vereist enorme precisie. ‘Deze worden gemaakt via een etsproces om de benodigde toleranties te halen. De veren zijn zo ontworpen dat ze alleen beweging van de zuiger toestaan langs de as van de cilinder. In de richting van de cilinderwanden moet de veer juist een hele grote stijfheid hebben om te voorkomen dat de zuiger de wand raakt.’
Voor satellieten moeten compressors bovendien veel schoner opgeleverd worden dan voor andere toepassingen. ‘Voor het maken van de compressors gebruiken we technieken als lassen met een laserbundel, niet echt een schone techniek. Je gebruikt ook lijmen waarvan de dampen voor contaminatie kunnen zorgen. Zulk soort vervuiling gaan we verwijderen via een combinatie van uitstoken en spoelen met stikstofgas, waarna we de compressor verpakken in een stolp met superschoon stikstofgas, een soort mini-cleanroom.’ Voordien is het nog een kunst om aan te tonen dat je de maximaal toegestane vervuiling door koolwaterstoffen niet overschrijdt. ‘Hoe test je dat? Daar heb je bijna CSI-achtige methodes voor nodig door bijvoorbeeld een stukje oppervlakte af te poetsen met een steriel wattenstaafje en dat naar een gespecialiseerd lab te sturen. Ik denk nu mee met het ingehuurde lab in hoeverre onze wensen voor deze testen haalbaar én betaalbaar zijn.’ Rijks koos bewust voor deze uitdagende baan. ‘We zijn een gespecialiseerde club binnen Thales die voldoende autonomie krijgt. Daardoor combineren we voor mij de slagkracht van een mkb-bedrijf met de voordelen van een groot concern. We hebben een groot moederbedrijf achter ons staan en kunnen tegelijkertijd snel van richting veranderen om op nieuwe ontwikkelingen in te spelen, zoals nu op de vraag vanuit de ruimtevaart.’ Aan Rijks de taak een speciale productieomgeving voor ruimtevaartapparatuur van de grond te tillen. ‘We willen deze tak van sport graag uitbreiden.’ — Door: Thales Nederland
Strakke tijdsplanning De compressor mag ook geen trillingen doorgeven die de optische instrumenten verstoren. Rijks en zijn team kiezen er daarom voor om voor de satellietprojecten aanzienlijk meer motoren te bouwen dan er nodig zijn. ‘We zijn op zoek naar de belangrijkste parameters waarmee je kunt bepalen welke twee motoren het best bij elkaar passen en dus voor de allerminste trillingen zorgen.’ De tijdsplanning voor beide satellietprojecten is heel strak. ‘Drie jaar voor de lancering van de eerste MTG-satelliet moeten wij onze compressors al leveren, waarna onze opdrachtgever ze inbouwt in het gehele koelsysteem en verder test.’ Deadlines bewaken is daarom een belangrijke taak voor Rijks als programmamanager. Afwijkende onderdelen die terug naar leveranciers moeten is een van de tijdvreters. ‘We eisen van onze toeleveranciers redelijk extreme nauwkeurigheden. Daarom proberen we in een vroeg stadium met hen mee te denken, eventuele afwijkingen goed door te spreken en de meetmethodes op elkaar af te stemmen.’ Van elke gebruikte bout moeten zowel het staal als het productieproces gecertificeerd zijn. ‘Dat betekent soms dat een
Thales Nederland is de Nederlandse dochter van het internationale Thales-concern. De omzet in 2010 bedroeg 500 miljoen euro. Het bedrijf is actief in professionele elektronica voor defensie- en veiligheidstoepassingen zoals radar en communicatiesystemen en openbaar vervoersystemen zoals het OV-chipkaartprogramma. Thales is negende op de nationale lijst van R&D-bestedingen en de grootste hightech werkgever oostelijk van de IJssel.
Vestigingen: Hengelo, Huizen, Delft, Eindhoven, Houten en Enschede Werknemers: 2.000 in Nederland, 68.000 wereldwijd in 50 landen. Actief: wereldwijd. Info: www.thalesgroup.com/nl, www.jobs.thalesgroup.com
N! oktober 2012 | 19
Carrière
Brownse bewegingen op de beurs Dat Technische Natuurkunde een brede opleiding is, was natuurlijk al bekend. Onze alumni komen vaak bij een breed scala aan bedrijven terecht. Maar wat doe je als je tijdens je promotie ontdekt dat de liefde voor de 'pure' natuurkunde aan het bekoelen is? Bart Broks vertelt hoe hij besloot de stap naar de financiële markt te maken. Niet de meest voor de hand liggende bestemming voor een gepromoveerde plasmafysicus, maar Bart Broks heeft het er prima naar zijn zin. Hij vertelt hoe hij tot zijn keuze gekomen is en hoe hij er achter kwam dat zijn studie stiekem toch wel relevant was. Een interessant verhaal over een voor veel natuurkundigen relatief onbekende wereld. Studie Mijn keuze voor de studie natuurkunde kwam voort uit de wens om een exact vak te gaan studeren. Natuurkunde is een erg brede opleiding, en dat sprak me aan. Mijn studie verliep zonder noemenswaardige tegenslagen en in 2002 studeerde ik af in Numerieke Plasmafysica. Daarna ben ik gaan promoveren op hetzelfde onderwerp bij prof. Van der Mullen. Wiskunde en Software Development speelden een belangrijke rol in mijn promotie. Mijn “liefde” voor natuurkunde ten opzichte van andere exacte wetenschappen bekoelde wat. Dit leek me geen goede basis voor een academische carrière. Daarom besloot ik het bedrijfsleven in te gaan.
Solliciteren Nadat ik mijn proefschrift naar de drukker gebracht had, werd het tijd om te gaan solliciteren. Ik heb bij een breed scala aan bedrijven, zowel binnen als buiten de techniek, gesolliciteerd. Wat ik precies wilde wist ik nog niet; het enige wat ik zeker wist was dat ik bij een kleine, dynamische onderneming wilde werken. Een van de bedrijven waar ik solliciteerde was IMC Financial Markets, een handelshuis. IMC was op zoek naar een Quantitative Analyst (Quant): iemand met een sterke beta-achtergrond die modellen bouwt die gebruikt worden om te bepalen wat er gehandeld moet worden voor welke prijs, en hoe de risico’s afgedekt kunnen worden. De beta-achtergrond had ik, ik had wat affiniteit met de financiële markt (beleggen was een hobby van me), het sollicitatiegesprek verliep voorspoedig en ik kreeg een aanbieding. Na enig wikken en wegen besloot ik dat dit mijn beste optie was. De voornaamste reden was (en
20 | N! oktober 2012
is) dat finance, vergeleken met natuurkunde, een heel jong vakgebied is waar nog heel veel onbekend is. Om binnen de natuurkunde baanbrekend werk te verrichten, moet je je al gauw jaren specialiseren in een klein deel van je vakgebied; binnen de finance kun je een heel stuk sneller resultaten boeken.
IMC IMC specializeert zich in market making. Een market maker is een bedrijf dat een contract met de beurs heeft dat het verplicht om prijzen af te geven waarop een instrument (bijvoorbeeld een aandeel) gekocht en verkocht kan worden. Een market maker zal nu de verkoopprijs boven de koopprijs leggen. In het meest simpele geval zal de marketmaker dat instrument kopen en het vrij snel daarna weer verkopen, waarna er geld verdiend is. Vergelijk het met een groenteboer: je koopt een appel voor 40 cent, en verkoopt hem voor 50. Door het continue afgeven van prijzen waarop gehandeld kan worden kunnen market makers er voor zorgen dat de markt stabieler is; een market maker kan bijvoorbeeld een als tegenpartij voor een grote verkooporder door te kopen en dan zelf later (geleidelijk) verkopen. Zonder market maker zou de koers heel snel kunnen dalen in zo’n geval. In de praktijk is dit (uiteraard) niet zo eenvoudig. Als je een verkeerde prijs afgeeft, bijvoorbeeld door 10 euro bieden voor een appel, dan ga je heel veel appels kopen waar je niet vanaf komt, of in ieder geval niet zonder verlies. Het omgekeerde kan ook; je verkoopt te goedkoop en moet duurder terugkopen. Het wordt pas echt interessant wanneer we naar derivaten gaan kijken. Een derivaat is een instrument waarvan de prijs afhangt van een ander instrument. Een simpel voorbeeld is een termijncontract of future. Hierbij ga je in de toekomst iets kopen
Foto: iStockphoto.com/ Henrik5000
(bijvoorbeeld een vat olie) voor een prijs die je nu afspreekt. De prijs van zo’n future zal vast afhangen van de prijs van een vat olie nu; ik kan immers de olie nu kopen, opslaan, en dan in de toekomst verkopen. Dit kost wel geld (opslagkosten, maar ook rente over het geld dat ik nu moet betalen, en pas in de toekomst terugkrijg), dus de relatie is niet 1-op-1.
"Om binnen de natuurkunde baanbrekend werk te verrichten, moet je je al gauw jaren specialiseren; binnen de finance kun je een heel stuk sneller resultaten boeken." Het wordt nog moeilijker als we opties gaan bekijken. Hierbij mag ik iets, bijvoorbeeld dat vat olie, in de toekomst kopen (call) of verkopen (put) voor een vastgestelde prijs, maar ik moet het niet. Dit doe ik alleen als de prijs waarop ik de olie gewoon in de markt kan kopen en verkopen, hoger, respectievelijk lager ligt dan de prijs waarop de optie uitgeoefend kan worden. Zo’n optie is geld waard – ik hoef hem immers niet uit te oefenen, maar kan dit doen wanneer het me geld oplevert. De vraag is nu: hoeveel? En dit is nu typisch een vraag waar een Quant zich mee bezighoudt.
Werken bij IMC Na een korte, maar gedegen interne opleiding waarin ik de basis van handel en optietheorie heb geleerd, heb ik me gespecialiseerd in optiehandel. Dit begon met zelf handelen, onder begeleiding van een ervaren handelaar. Dit betekende letterlijk binnen seconden beslissen over transacties die over miljoenen gingen – iets heel anders dan wat je tijdens je promotie doet! Je leert wel behoorlijk snel wat je wel en niet moet doen op deze manier. Hierna begon het echte werk: kwantitatief onderzoek. Bij IMC krijgen mensen zeer snel verantwoordelijkheid, uiteraard onder begeleiding. Wat het extra spannend maakt,
Impressie vanuit de dealing room van IMC Financial Markets
N! oktober 2012 | 21
is dat je vaak heel snel kunt zien of je het bij het rechte eind hebt of niet: met een verkeerd model verdien je geen geld. Erger nog, je kunt er veel geld door verliezen. De modellen die we gebruiken lijken behoorlijk op de modellen die in de natuurkunde gebruikt worden. Zo kun je bijvoorbeeld de beweging van een aandeel modelleren als een Brownse beweging, en op basis daarvan allerlei conclusies trekken over de verwachte prijs, wat dan weer de prijzen van de opties op zo’n aandeel vastlegt. De lessen die ik geleerd heb in Eindhoven komen dus goed van pas! Het uitdagende is nu dat zo’n eenvoudig model in de praktijk niet zo best werkt. Een aandeel gedraagt zich misschien in eerste orde wel volgens een Brownse beweging, in de praktijk zijn er belangrijke verstoringen die te maken hebben met de kans op een crash, het feit dat beurzen volatieler worden als ze dalen, maar ook dingen als sentiment. Je model zal hier dus rekening mee moeten houden, wat een unieke extra dimensie geeft.
De crisis Een omslagpunt in mijn carriere was de financiële crisis in 2008, die begon met het instorten van Lehman Brothers. De paniek op de beurzen bereikte een niveau dat niet meer was voorgekomen sinds 1929 – en toen was er nog geen handel in opties, instrumenten die bijzonder gevoelig zijn voor volatiliteit. Dingen die volgens modellen extreem onwaarschijnlijk waren gebeurden iedere dag. Mijn modellen werkten gelukkig ook nog in marktomstandigheden waar ze nooit voor ontworpen waren – ik had de mix tussen theorie en praktijk blijkbaar niet veel slechter gekozen dan veel andere marktparticipanten. Toch was er daarna werk aan de winkel; de markt is behoorlijk veranderd en we hebben onze manier van handelen daarop aan moeten passen.
de collegebanken zat 24 uur per dag gebruikt wordt over de hele wereld. Tel daarbij op de enorme hoeveelheden handel die op de wereldwijde derivatenbeurzen plaatsvindt en ik kan me moeilijk een plaats indenken waar je als pas-afgestudeerde zo snel zoveel impact kunt hebben.
Verantwoordelijkheid Met invloed komt verantwoordelijkheid. Toen ik in 2006 begon was beurshandel relatief eenvoudig: de beurs ging netjes omhoog en risico’s waren laag. Onderweg naar 2012 zijn veel beurzen met tientallen procenten gedaald en staan pensioenen en overheden onder druk. Dit is voor mij een extra reden om in dit vakgebied werkzaam te blijven. Ik ben van mening dat het slecht begrijpen van de producten waarin men handelt of voor miljarden in bezit heeft een van de hoofdoorzaken van de crisis is. Het beter modelleren en begrijpen van Finance en alle daarmee samenhangende producten en diensten kan in mijn optiek bijdragen aan het voorkomen van dergelijke crises in de toekomst. Ik ga hier dus met liefde en plezier mee verder. — Door: Bart Broks (VENI-lid)
Curriculum Vitae Bart Broks Geboren te Breda op 17 juli 1979
Na de crisis Na de crisis heeft IMC het accent sterker gelegd op de modellen achter de handel. Dit betekent dat we meer Quants hebben aangenomen, die ik begeleid en getraind heb. Het opleiden van getalenteerde jonge mensen is het deel van mijn baan dat me de meeste voldoening geeft. Het gaat verder dan verdienen van geld of het ontdekken van nieuwe principes; je geeft mensen vaardigheden mee waar ze de rest van hun leven iets aan kunnen hebben. Sinds 2011 geef ik leiding aan het Quant-team in Amsterdam. Samen zijn we verantwoordelijk voor een groot deel van de modellen die IMC gebruikt om te market maken. In principe worden deze modellen op alle beurzen van de wereld waar IMC handelt gebruikt (IMC heeft kantoren in Amsterdam, Chicago, Zug en Sydney, genoeg om op 24 uur per dag op te kunnen handelen op bijna alle grote beurzen). Het kan dus prima voorkomen dat ik ‘s ochtends op mijn werk kom en er een vraag uit Australie of Amerika in mijn mailbox zit, of dat ik naar een buitenlands kantoor ga. Doordat je werk op zoveel plaatsen gebruikt wordt, kan een goed idee enorm veel impact hebben. En doordat mensen bij IMC snel verantwoordelijkheid krijgen, kan het prima zijn dat het idee van iemand die 3 maanden geleden nog in
22 | N! oktober 2012
Functies 2011 – heden: 2006 – 2010:
IMC Financial Markets, Amsterdam Head of Desk IMC Financial Markets, Amsterdam Quantitative Research Analyst
Opleidingen 2002 – 2006: Promotieonderzoek "Multi-fluid modeling of transient plasmas", Vakgroep EPG 1997 – 2002: Technische Natuurkunde, TU/e 1991 – 1997: Gymnasium, St. Willibrord Gymnasium, Deurne
aankondiging
Symposium social physics
Tegenwoordig wordt in de sociofysica veel onderzoek gedaan naar de dynamica van opinieverspreiding en verkiezingsuitslagen. In de econofysica probeert men juist het gedrag van markten te voorspellen met behulp van de natuurkunde. Het gaat dan bijvoorbeeld over de geldstromen tussen landen, de
evolutie van beurskoersen en het voorspellen van crises. Het vakgebied wordt ook wel “statistical finance” genoemd, verwijzend naar de oorsprong in de statistische fysica. In het ochtendprogramma zullen Diego Garlaschelli en Frank Witte vertellen over onderwerpen uit de econofysica. Sociofysica zal aan bod komen in lezingen van Timoteo Carletti en Serge Galam, door sommigen bestempeld als “de vader van de sociofysica”. Voor het middagprogramma kan een keuze gemaakt worden uit een workshop over econofysica, een workshop over sociofysica of een focus sessie. Het symposium wordt gehouden in de zwarte doos op dinsdag 18 december 2012. Kijk voor meer informatie op de website, http://vdwaals.nl/symposium of spreek een van de commissieleden aan.
beeld: istockphoto.com/stock-photo-10622247-business-connections.php
Het is algemeen bekend dat sommige fysici wat wereldvreemd zijn. Dit is vooral te wijten aan een andere kijk op de wereld en de samenleving. Onder ons natuurkundigen bevinden zich mensen die dit structureel aanpakken, en ook natuurkunde gaan toepassen op de samenleving om hen heen. Dit leidt soms tot verrassende inzichten, zoals het werk van Roy Henderson die gemeten heeft dat de snelheidsverdeling van studenten en kinderen overeenkomt met de Maxwell-Boltzmann-distributie, en dat kinderen meer kinetische energie bezitten dan studenten.
FOTO'S
p m a k s r a a j Eerste V AL s g n i l & Wisse mp
Eerstejaarska
it's gonna be "Woodstock, thema dat was het groovy baby ", van tejaarskamp van het eers stond a em ppie th dit jaar. Dit hi rgaaf pe ns een su centraal tijde te rbij de eers weekend waa met konden maken jaars kennis n de rest van Va elkaar en met spue dropping, di der Waals. D en m em het zw tenmiddag en rde on altijd weer waren zoals programma. deel van het
24 | N! oktober 2012
LV
Wisselings-A
t LV stond in he Afgelopen A se bestuurswis teken van de e Arkolu" maakt ling: "Domare rkt te rs ve t, oheren plaats voor "C t komend jaar elkaar " die he ieveruur van stud fulltime best r Waals zijn. eniging Van de
N! oktober 2012 | 25
varia
Studiereis Balkan Voordat ik dit jaar met de BuEx naar de Balkan vertrok, was ik nooit verder van huis geweest dan het noorden van Spanje. In de oostelijke richting was Tirol mijn limiet. In termen van de euclidische afstand, gemeten in onze brane world, was deze reis dus vanzelfsprekend al een mijlpaal in mijn leven. Als fysicus kun je echter niet anders dan erkennen dat er nog altijd factoren bestaan die zich niet zo makkelijk laten kwantificeren als afstand. Een goed voorbeeld hiervan is ‘cultuur’. Men kan culturen vergelijken, maar een werkelijke ‘meting’ is door het verschil in culturele achtergrond van de observator vrijwel onmogelijk. Desalniettemin was ik razend enthousiast om de cultuurshock tussen Oost- en West-Europa aan den lijve te ondervinden.
Na ongeveer twee uurtjes vliegen, kwamen we aan op de luchthaven van Belgrado, alwaar we met de bus verder moesten reizen. Het gebrek aan airco, of het feit dat de bus op de snelweg niet harder kon dan 50 km/u, zijn nauwelijks memorabel. Jessica’s bijna suïcidale voornemen om alle bagage daadwerkelijk op locatie aan te laten komen, is dat daarentegen wel. Recht tegenover Jessica en de stapel koffers bevond er zich namelijk een gat tussen vloer en busdeur, waarvan je nu net niet hoopte dat er een koffer (of een willekeurige Jessica) doorheen zou passen. Na deze enerverende reis begaven we ons allen richting Skadarlija, een historische wijk midden in het centrum met veel restaurants en terrasjes: bij uitstek de plaats om te genieten van de Servische haute cuisine, die gekenmerkt wordt door véél vlees en een voorliefde voor groentes als
gegrilde kip en gehakt. Kortom, genoeg voedsel voor een stevige avond stappen in de zogenaamde partyhoofdstad van Europa! Midden in de zomer is het relatief rustig, maar het feest gaat altijd door op de roemruchte feestboten (splavovi) van Belgrado. De combinatie van een geweldige sfeer, veel goedkope drank, Rens Raijmakers die de pot beheerde en meeslepende muziek bleek uiterst efficiënt, met als gevolg dat de zonsopkomst meerdere malen bewonderd kon worden. Na zo’n avond moet er natuurlijk ook uitgebrakt worden; iets wat de Belgradijnen heel goed weten. Vermoedelijk hebben ze daarom een groot meer, Ada, aangelegd waar in de zomer dagelijks duizenden mensen langskomen om aan het strand te liggen of te genieten van het eten en drinken in de vele strandtentjes. Al met al zijn de Serviërs een laid back-volk, getuige ook het onofficiële motto ‘nema problema’, oftewel ‘geen probleem’. In de praktijk is deze betekenis wat obscuur voor West-Europeanen. Mocht je deze woorden horen van een zakenpartner, dan betekent het dat alles nog de dag van de deadline gedaan moet worden. Misschien niet ideaal in zo’n situatie, maar tijdens een BuEx geeft het een zeker gevoel van rust en ontspanning, mits je niet in de commissie zit.
Sofia
Bezoek aan de ambassade
26 | N! oktober 2012
Om onze volgende bestemming, Sofia, te bereiken, stapten we in Belgrado op de nachttrein. Aangezien Marijke tijdens deze nacht jarig was en een aantal mensen bang waren niet te kunnen slapen van de warmte, was er een royale hoeveelheid aan slaapmutsjes aanwezig, waar de conducteur ook graag van meedronk. Resultaat: een deels comateuze commissie en een heerlijke nachtrust.
Eenmaal aangekomen in Sofia, kwamen we meteen in contact met een bekende Oost-Europese traditie: corruptie. Aan het loket werd penningmeester Ruud verteld dat een stuk of zestien kaartjes wel voldoende waren voor al onze koffers, maar de controleur die we kort daarop tegenkwamen was het hier niet mee eens. Plotsklaps stopten zijn collega’s ook met controleren van kaartjes, om zich bij deze eenzijdige discussie te voegen. Gelukkig kon wetenschappelijk begeleidster Diana zich wel verstaanbaar maken, zonder pen maar met papier. Nog geen uur later was er weer een verschil met Nederland ontdekt. Samen met nog drie anderen (Sten, Daan en Roy, als ik het goed heb) stapte ik in de lift om naar de begane grond te gaan.
"Zeer indrukwekkend om dan tussen de, ontzettend mooie, Hagia Sophia en de Blauwe Moskee in te staan als het vrijdagmiddaggebed begint."
na aankomst op Taxim Square bijna drie keer bent overreden in het voetgangersgebied, kom je op de eilanden hooguit drie rijdende auto’s tegen. Wat een rust! Heerlijk even een dagje weg van de, lekker naar het strand, stukje fietsen en alles spotgoedkoop! Zeker een aanrader, omdat je dan meer een beeld krijgt van hoe een (toegegeven toeristisch) Turks dorpje er uitziet, wat in scherp contrast staat met Istanbul zelf. Tijdens de boottocht krijg je ook pas een werkelijk idee hoe groot de stad eigenlijk is, want na een uur varen zie je aan weerszijden van de Bosporus nog altijd nieuwe gebouwen uit de verte opdoemen.
Excursieception Een dergelijke ervaring heb ik ook met het schrijven van dit verslagje. Steeds meer herinneringen en ervaringen doemen op uit de donkere krochten van mijn geheugen. Zo meen ik mij nog iets vaag te herinneren over het fenomeen excursieception: het op excursie gaan tijdens een excursie. We begonnen met een excursie naar de Nederlandse ambassade. Volgens mij had een diplomaat iets teveel Robert Ludlum en Ian Flemming gelezen: de hoeveelheid treden die we moesten beklimmen hadden James Bond nog het zweet doen uitbarsten. Dit helpt natuurlijk niet als het al ruim boven de dertig graden is. Gelukkig beschikte de vergaderzaal over een airco
Eenmaal daar aangekomen besloot de lift echter nog tien centimeter verder naar beneden te gaan, waardoor de deurvergrendeling geactiveerd bleef. Daar sta je dan met vier man, dertig graden, in een kapotte lift, in een Oostblokland. Dat laatste bleek onze redding, want in plaats van uren op een monteur te wachten, zette de portier een schroevendraaier in het slot van de deur en wij konden weer naar buiten. Ondanks dat de lift ruimte bood voor vier mensen, was hij overduidelijk voor slechts drie gebouwd; iets wat in Nederland eerder andersom is. Blijkbaar vond men ons in Bulgarije ook heel bijzonder. Tijdens onze wetenschappelijke excursie stond er ineens een tv-ploeg van het journaal en een verslaggeefster van een grote krant op ons te wachten. Beiden waren de dag van tevoren nog geregeld door de faculteitsbaas, geheel in stijl met ‘nema problema’ dat ook hier een grote aanhang kent.
Istanbul Deze mentaliteit was minder merkbaar op onze laatste bestemming, Istanbul. Na een busrit met weinig tot geen slaap kwamen we aan op dezelde vrijdag dat de Ramadan begon. Zeer indrukwekkend om dan tussen de, ontzettend mooie, Hagia Sophia en de Blauwe Moskee in te staan als het vrijdagmiddaggebed begint. Maar Istanbul blijft een wereldstad (met 13,3 miljoen inwoners) en dankzij haar lange geschiedenis een ware clash of cultures. Ondanks de Ramadan zie je genoeg locals overdag eten en heb je niet het idee dat men het abnormaal vindt wanneer jij even snel een dürüm-op-de-hoek gaat halen. Wat mij altijd zal blijven bijstaan, behalve het culturele geweld van het Sultanahmetplein en de oneindige hoeveelheid rommel op de grote bazaar, zijn de eilanden van Istanbul. Waar je vlak
Interview door de Bulgaarse TV
en konden we in alle comfort horen over de toedracht tot onder andere het Kosovo-conflict, de huidige houding ten opzichte van onder andere Nederlanders en het ondernemersklimaat. Aansluitend begaven we ons naar het natuurkundig instituut van Belgrado, waar men ondanks een schamel budget toch hard werkt om mee te doen met de wetenschappelijke top. Één wetenschapper blijft me hier vooral bijstaan, in zijn gedrevenheid om uit te leggen hoe fijn zijn apparaat was, om zo stagiaires te werven. Wat het apparaat deed, weet ik niet meer, maar het was in ieder geval wel héél fijn. In Sofia ging het er al heel anders aan toe. Nadat de directeur eerst had laten zien hoe goed hij Engels van een computerscherm kon voorlezen, kregen we een uitgebreide
N! oktober 2012 | 27
rondleiding, waarbij het brede spectrum van inzetbaarheid van lasers nog eens tastbaar duidelijk werd gemaakt. Hierbij werd de achterliggende fysica steeds interessanter: we begonnen met een laser-snijmachine die vooral letters uit 3 mm staal sneed, maar eindigden bij een optical trapping -opstelling. Pas bij onze eerste excursie in Istanbul, naar de Koç-universiteit, bekroop me het bekende ‘Nederlandse’ excursiegevoel, in plaats van de vleugjes ‘nema problema!’ die we eerst overal tegenkwamen: iets wat wel verwacht mag worden van een universiteit die financieel gesteund wordt door een familie, die twintig procent van het Turkse bbp voor haar rekening neemt. Aan geld dus geen gebrek, ook dankzij het hoogste collegegeld van Turkije. Daar krijg je een gloednieuwe universiteit met een echte groene campus voor terug, in plaats van dat ‘groene’ asfalt op de TU/e. Dit, gecombineerd met de eerste professionele wervingspresentatie sinds tijden, liet een zeer positieve indruk van Koç achter. Wanneer je dan naar de universiteit gaat van de concurrerende familie, zou je een zelfde ervaring verwachten. Toch had ik meer het idee dat deze universiteit (Sabanci) voornamelijk als symbool was opgericht als antwoord op de Koç-universiteit. Aan beschikbare fondsen heeft het niet gelegen, want onlangs
28 | N! oktober 2012
is er nog een nieuw nanolab gebouwd op deze dertien jaar oude campus, voorzien van de nieuwste faciliteiten. Helaas was dit ook alles wat men ons over het lab kon vertellen, dus ik kreeg niet de indruk dat behalve geld ook ambitie aanwezig was, totaal tegenovergesteld aan Belgrado. Dat je verder, als onderzoeker, de niet-gelijkzijdige zeshoekige ramen met grafeen durft te vergelijken, is vanzelfsprekend de druppel die de emmer doet overlopen. Deze excursie was last and certainly least.
Mijn memoires Er valt natuurlijk nog veel meer te vertellen. Zo heb ik nog niets geschreven over de aanval van de killer bees in de bergen rond Sofia en de resulterende zuigzoenen van Sjak en Jelle, over de hordes wifi-leechers, of over hoe de inwoners van Wakkerdam zich keer op keer moesten verdedigen tegen een meute weerwolven. Kortom, nog vele verhalen waar ik hier niet verder op kan ingaan. Nieuwsgierig? Vraag een deelnemer het hemd van het lijf, of wacht geduldig op mijn memoires. De moraal van dit verhaal is uiteindelijk heel eenvoudig: cultuur is niet een objectief meetbare kwantiteit; je moet het gewoon ervaren! Aan iedereen die mee was op de BuEx Balkan en de commissie in het bijzonder: bedankt voor een geweldige tijd! — Door: Antoine Salden (Deelnemer BuEx Balkan 2012)
Varia
Een vurige aftocht Een verslag van de VENI-BBQ
Wat angstvallig kijk je erop terug, maar ook met een beetje trots. Je ziet het nog zo voor je, dat lange, donkere hol. Hier moet je toch echt naar binnen, maar je hebt nog niet mogen oefenen. Weet je het nog? De eerste keer? De eerste keer dat je N-Laag binnen liep? Dat na-oorlogse gebouw met haar lange gangen. Stiekem vond je het maar een lelijk ding en stiekem vind je dat nog steeds. Maar je hebt haar karakter leren kennen, niet waar? Gebouwd voor de eeuwigheid, fundamenteel onderzoek en intieme colleges. Wanneer was je er voor het laatst, de allerlaatste keer? Er zijn vele laatste keren geweest in N-Laag. De laatste borrel, de laatste lunch in de kantine, het laatste college en de laatste vakgroep die het gebouw verliet. Het laatste geprinte velletje papier en het laatst verwijderde stukje asbest. En wie ging er als laatst naar buiten? Waarschijnlijk de slopers, samen met een fortuin aan oud ijzer, koper en alles wat wij als rommel zien. Die slopers kijken niet melancholisch terug op zo'n laatste keer in N-Laag. Herinner je misschien de laatste VENI
barbecue in N-Laag nog? Niet? Laat me je geheugen dan opfrissen. Hij was op vrijdag 8 juni en het eten was weer goed. Dat is het elk jaar. Door Van der Waals en VENI gesubsidieerd kwaliteitsvlees en bijbehorende grandioze salades. Maar vertel dit niet door hoor, anders wil iedereen volgend jaar komen.
"Die slopers kijken niet melancholisch terug op zo'n laatste keer in N-Laag." De locatie was wat minder goed. Die was namelijk tot het laatste moment onbekend. Waarom? Omdat de Salon al niet meer bestond. En er was regen voorspeld, dus het kon niet zomaar op een clandestien grasveldje gehouden worden. Dus was er een hok in N-Laag geronseld en gelukkig zijn die er genoeg in een half leegstaand gebouw. Maar er was voldoende bier en de barbecue stond net buiten de nooduitgang. Het weer was uiteindelijk prachtig, dat dan weer wel.
Verder heb ik op het allerlaatst nog geprobeerd iemand te strikken voor het schrijven van dit stukje. Ik dacht dat het wel zou lukken om iemand met wat bier op zover te krijgen. Helaas is dit niet gelukt. Waarom wilden ze dan niet? Dat moest ik maar aan Matlab vragen. Echt weer zo’n natuurkunde grapje. Dus waarom? “How should I know”, zei Matlab. Dat is ook de laatste keer dat ik daar in trap. Hou jij van goede stukjes schrijven, of vind je het niveau van deze te slecht, kom dan alsjeblieft naar de volgende VENI activiteit: de lezingenavond op 16 oktober. Jouw kansen om nog een laatste keer te borrelen of te barbequen in N-Laag zijn nu voorgoed verdwenen. Tegen de tijd dat dit blad uitkomt zou N-Laag volgens de planning al plat moeten liggen. Dat gaan ze natuurlijk nooit halen, dus je hebt nog een kansje om de met asbest verontreinigde lucht die haar nu in haar laatste strijd omringt diep in te ademen. Zo kun je N-Laag voor altijd met je mee nemen, zelfs tot je laatste, enigzins vervroegde, hap lucht. — Door: Matthijs Cox (Redacteur N!, bestuurslid VENI)
N! oktober 2012 | 29
Foto: CERN, ATLAS
WETENSCHAP
Boson gespot Naar aanleiding van de CERNpersconferentie in december vorig jaar, stond in N! 9 een artikel over de zoektocht naar het higgsdeeltje. Het artikel sloot af met een belofte voor definitief uitsluitsel in 2012. Zoals jullie als enthousiaste fysici waarschijnlijk al zullen weten, zijn de onderzoeksgroepen ATLAS en CMS deze belofte een heel eind nagekomen: er is een boson gevonden! In dit artikel volgt een update over de vindingen die deze wetenschappelijke ontdekkingsreizigers op 4 juli presenteerden.
Een berg aan nieuwe data
Een korte recap
In de eerste helft van dit jaar hebben de teams van ATLAS en CMS meer data weten te verzamelen dan in heel 2011 bij elkaar. Ook is het de LHC-versnellergroep gelukt om de protonen te laten botsen bij een energie van 8 TeV in plaats van 7 TeV, zodat de kans groter was om een vervalreactie van het higgsdeeltje te meten. Alles bij elkaar heeft iedere onderzoeksgroep zijn conclusies gebaseerd op een slordige biljoen (= 1012) protonbotsingen. Een gelijk aantal seconden past in ongeveer 31.690 jaar, wat meteen een idee geeft over de enorme snelheid waarmee de computers iedere botsing moeten verwerken.
De grafiek waar het allemaal om gaat, is te zien in figuur 1. Deze geeft uitsluitsel over het bestaan en de massa van het gevonden deeltje. De horizontale as geeft de deeltjesmassa weer in GeV (E = mc 2). Zodra de meetwaarden van de doorgetrokken zwarte lijn onder de horizontale stippellijn komen, kan een boson met de bijbehorende massa met 95% zekerheid worden uitgesloten. De andere stippellijn is een voorspelling die een higgsloze theorie geeft en de groene en gele stroken zijn de eerste en tweede standaardafwijking op deze voorspelling. De kern van deze uitleg is dat de metingen ver genoeg boven beide stippellijnen moeten uitkomen om het bestaan van het deeltje te kunnen bevestigen.
"Er waren een slordige biljoen protonbotsingen nodig voor de ontdekking van dit boson." Deze enorme hoeveelheid data wordt uiteindelijk samengevat in door ons af te lezen grafieken. In het vorige artikel is veel aandacht besteed aan het begrijpelijk maken van deze puzzels van kleuren en lijnen, dus nu blijft het slechts bij een korte samenvatting. Voor het hele verhaal kun je natuurlijk je oude N! 9 afstoffen of een kijkje nemen in het digitaal archief op de Van-der-Waalssite.
30 | N! oktober 2012
En nu het resultaat! De grafiek laat geen twijfel bestaan over het feit dat het gebied rond 126 GeV erg interessant is. Om preciezer te zijn: de data laten zien dat op 126,5 GeV een boson wordt voorspeld op een afstand van vijf standaardafwijkingen op de higgsloze voorspelling. Onderzoekers gebruiken dit vijf-sigmacriterium ook voor de ontdekking van andere deeltjes. De kans dat normale ruis deze piek heeft veroorzaakt, is slechts 3 × 10 -7. Ter vergelijking: het is net zo waarschijnlijk dat je de volgende keer de staatsloterij wint, boud aangenomen dat je meedoet natuurlijk. Je hebt misschien gemerkt dat er in dit artikel niet direct is gesproken over de vondst van het higgsdeeltje. Dat komt omdat het nog steeds niet officieel bevestigd is dat het ook
daadwerkelijk om het deeltje gaat dat Higgs vijftig jaar geleden heeft voorspeld. Wat er tot nu toe bekend is, is dat het om een boson gaat, dat dit boson te vinden is in de voorspelde vervalreacties en dat de massa overeenkomt met andere indirecte metingen. Beide groepen laten in hun persverklaring weten dat ze doorgaan met de metingen om meer eigenschappen van het kersverse deeltje te bepalen. Ze proberen er onder andere achter te komen wat de vervalsnelheid, de spin en de pariteit van het boson zijn. Zo kunnen ze controleren of het inderdaad het Standaardmodel higgsdeeltje is, of dat we te maken hebben met geheel nieuwe fysica.
krachten worden waargenomen, die een bijdrage zullen leveren aan onze fundamentele kennis van de natuur. Ook Veltman werd in een interview met het Nederlandse Tijdschrijft voor Natuurkunde de vraag voorgelegd wat hij verwacht dat de toekomstplannen zijn. Hij antwoordde dat “instituten als CERN een intellectuele elite bezighouden, waar altijd wel wat uitkomt”, doelend op onder andere het world wide web dat uit CERN is voortgekomen. Als doel voor de lange termijn noemt Veltman “dat over een jaar of tien een nieuwe machine gebouwd wordt. Dan zijn ze weer een tijdje van de straat af.” — Door: Bart Klarenaar (redactielid Van der Waals)
"Over tien jaar wordt een nieuwe machine gebouwd. Dan zijn ze weer een tijdje van de straat af." Veruit de meeste deeltjesfysici, waaronder een aantal voormalige higgscritici, zoals de Nederlandse Nobelprijswinnaar Martin Veltman, durven echter wel te stellen dat we te maken hebben met het higgsdeeltje. Higgs zegt zelf “erg verheugd en verrast” te zijn dat er tijdens zijn leven “al ‘genoeg’ bewijs is verzameld voor de bevestiging van het bestaan van het deeltje”.
De toekomstplannen
De resultaten van ATLAS in de vorm van een uitsluitingsgrafiek. Het bestaan van het Higgsdeeltje kan worden bevestigd, als de gemeten data boven de horizontale stippellijn uitkomt en minstens vijf standaarddeviaties afwijkt van de verwachte achtergrond. CERN, ATLAS.
Foto: CERN, CMS
Wat staat er na de definitieve bevestiging nog op de planning? Sommige stemmen zeggen dat het onderzoek in een zwart gat zal vallen, omdat er geen duidelijk doel meer is. Ten eerste zal de LHC een geplande upgrade krijgen, zodat hij begin 2014 de protonen met bijna een dubbel vermogen op elkaar kan laten botsen. ATLAS en CMS drukken zich echter nog niet specifiek uit over de vervolgplannen. Ze stellen dat er na de upgrade wellicht nieuwe deeltjes of
CARRIÈRE
Van aspirant-leraar tot Vice President Philips Lighting Toen Jan Denneman in 1971 begon met de studie Technische Natuurkunde deed hij dit omdat hij natuurkundeleraar wilde worden. Het liep net even anders. Inmiddels is hij Vice President Philips Lighting en oprichter van "The Global Lighting Association". Hier vertelt hij over zijn carrière en over hoe hij zijn bijdrage wil leveren aan de verduurzaming van de lichtindustrie.
Zelf aan het roer Mijn loopbaan als fysicus bij Philips heeft zich tot nu toe afgespeeld op het terrein van productontwikkeling, productmanagement, beïnvloeding van wetgeving (lobby) en duurzaamheidmanagement. Tussen deze terreinen zit een logische, maar ook door mij gestuurde samenhang. Door zo veel mogelijk zelf aan het roer te staan van mijn carrière kon ik er op het juiste moment een wending aan geven, met nieuwe uitdagingen. Daarbij heb ik een flinke dosis geluk gehad met mijn bazen, die mij steeds de mogelijkheden gaven iets nieuws aan te pakken. Natuurlijk heb ik er ook voor gezorgd dat er resultaten geboekt werden. Met succes kom je verder.
Na de studie Ik ben natuurkunde gaan studeren om leraar te worden. Wellicht een niet voor de hand liggende reden, maar ik had een enorm inspirerende natuurkundeleraar op middelbare school. Tijdens mijn studietijd ben ik een paar jaar parttime leraar geweest, en zo ontdekte ik, dat ik dit beroep niet tot mijn pensioen wilde doen. Toen ik in 1976 afstudeerde was het crisistijd, net als nu. De banen lagen niet voor het oprapen. Gelukkig kon ik bij Philips Lighting in Eindhoven gaan werken in de voorontwikkeling. Dat zit ergens tussen de echte research op het Natlab en de productontwikkeling in de fabrieken in. Een mooiere overgang van de universiteit naar het bedrijfsleven kon ik mij niet wensen. Ik kon er mijn gasontladingsfysica goed in de praktijk brengen. Na een jaar of vier wilde ik niet alleen meer met onderzoek bezig zijn, maar ook producten realiseren, ontwikkelgroepen aansturen, meer beslissen, kortom meer de management richting ingaan. Toen heb ik de stap gemaakt naar de productontwikkelingsafdeling in de fabriek in Turnhout, het mekka
32 | N! oktober 2012
binnen Philips voor hogedruk gasontladingslampen. Deze worden gebruikt voor straatverlichting, stadions, havens, winkels, disco’s, filmsets, en uiteindelijk ook in beamers en auto’s. Als groepsleider was ik bij al deze ontwikkelingen betrokken. Daarna kreeg ik de kans om enkele jaren in de Verenigde Staten te werken als afdelingschef ontwikkeling. Ook voor mijn gezin was dat een interessante en leerzame periode.
"Door zo veel mogelijk zelf aan het roer te staan van mijn carrière kon ik er op het juist moment een wending aan geven." Toen ik op het gebied van productontwikkeling zo’n beetje alles gedaan had wat mogelijkerwijs interessant was, wilde ik voorkomen dat mijn werk meer van hetzelfde zou worden. Daarom heb ik begin negentiger jaren bewust gekozen voor een overstap van ontwikkeling naar productmanagement. Dat is een meer commerciële functie, waar men aan de hand van de marktbehoeften en ontwikkeling van de business bepaalt welke productportfolio gewenst is. Het duurde even voordat ik, zonder commerciële achtergrond, geaccepteerd werd. Maar als ex-ontwikkelaar wist ik veel van de producten en professionele klanten waardeerden dat. Zo ben ik ruim tien jaar wereldwijd productmanager geweest voor hogedruk lampen. Het was nuttig voor mij deze rol lang te doen. Vaak zijn managers al weer weg voordat de resultaten van het laatste jaar van hun meerjarenplan zichtbaar worden. Ik ben zeven
Foto: Philips Lighting
jaar lang geconfronteerd met mijn eigen voorspellingen in opeenvolgende vierjarenplannen. Daar leer je van. Het spannendste wat ik in deze tijd heb kunnen doen, is de introductie van keramische metaal-halogenide “Mastercolour” lampen. Hiermee heeft Philips haar marktaandeel in deze snel groeiende markt voor winkel- en straatverlichting fors kunnen laten groeien. Dit was een hele uitdaging zowel op marketing als technisch gebied. Hierbij kwam mijn fysische achtergrond goed van pas. In 2003 kreeg ik de kans om de gehele voorontwikkeling van Philips Lighting in Eindhoven te gaan leiden. Dit was een groot laboratorium met ruim driehonderd medewerkers. Mijn voornaamste taak was de aandacht van de klassieke lichtbronnen en verlichtingssystemen te verleggen naar LEDs (Light Emitting Diodes). In 2003 werkte maar een enkeling in de voorontwikkeling aan de toepassingen van LEDs, toen ik in 2008 wegging meer dan de helft van de mensen. Deze verschuiving bracht een hele verandering in de manier van werken met zich mee en veel nieuwe competenties moesten opgebouwd worden. Door de aansturing van het programma had ik een wezenlijke bijdrage aan het innovatiebeleid. Inhoudelijk was ik nog maar zijdelings bij de projecten betrokken, maar ik kon het programma wel verkopen aan de businessmanagers die de voorontwikkeling moesten bekostigen.
Een nieuwe stap In 2001 werd ik gevraagd om namens Philips in de Board te komen van de European Lamp Companies federation (ELC). Hierin komen alle lampenfabrikanten in Europa bij elkaar om de Europese Commissie waar nodig van adviezen te voorzien. Dit was in eerste instantie een bijbaantje. Al spoedig werd ik gekozen tot voorzitter. Ik
vind het werk binnen de ELC zeer interessant en heb het ook relevant voor de business weten te maken.
"In 2007 heb ik het initiatief tot de oprichting van The Global Lighting Association genomen. Hierbij zijn via nationale lichtassociaties meer dan 5000 lichtbedrijven over de hele wereld aangesloten." In 2005 bijvoorbeeld werd in Europa de discussie gevoerd hoe aan de Kyoto verplichtingen voldaan kon worden om energie te besparen en CO2 emissies te reduceren. De overheden in diverse Europese landen hadden individuele plannen om de gloeilampen te verbieden. Dat leek de industrie niet erg handig. Als dit al moest gebeuren, dan in heel Europa op dezelfde gecoördineerde manier. Verder moesten niet alleen de gloeilampen verboden worden, die voornamelijk in woningen gebruikt worden, maar ook inefficiënte fluorescentielampen in kantoren, en inefficiënte hogedruk lampen voor straatverlichting. Kortom, alle inefficiënte lichtbronnen moesten volgens de ELC worden aangepakt. We zijn daar als ELC ingesprongen en hebben de Europese Commissie over onze ideeën geadviseerd en veel gelobbyd. Het voornaamste argument was dat 19% van alle elektriciteit verbruikt wordt voor verlichting, dus
N! oktober 2012 | 33
de besparingsmogelijkheid zijn significant. De kapstok was de Europese raamwetgeving voor EcoDesign. Het verbod op inefficiënte lampen is ondertussen een feit en iedereen heeft daarmee te maken gekregen. Dit levert voor Europa het volgende resultaat op. De energiebesparing is een equivalent van in totaal 140 energiecentrales van 2TWh/jaar, wat weer een reductie oplevert van 100 miljoen ton CO2 emissie. In geld, een besparing van €28 miljard voor niet verbruikte energie. Dit wordt voor een derde gerealiseerd in huishoudens, voor een derde in kantoren, vaak semioverheid, en voor het laatste deel in openbare verlichting, bijna helemaal overheid. Overheden beïnvloeden met regelgeving steeds meer het speelveld van de industrie. Belangrijke factoren zijn daarbij: energie, materiaal schaarste, standaarden, importbeperkingen, veiligheid, subsidies, open innovatie initiatieven, etc. Vanaf 2008 draag ik binnen Philips Lighting de verantwoordelijk voor de coördinatie van het beleid en de aanpak ten aanzien van regelgeving en standaarden. De beïnvloeding doen we voornamelijk via industrieassociaties, zoals de ELC in Europa, en standaardisatieorganisaties. Een bijbaantje werd een groot deel van mijn dagtaak. Om een betere informatie uitwisseling tussen de werelddelen te krijgen over alles wat er zich op het terrein van wet- en regelgeving voor verlichting afspeelt, heb ik in 2007 het initiatief genomen tot de oprichting van wat nu heet “The Global Lighting Association”. Hierbij zijn via nationale lichtassociaties meer dan 5000 lichtbedrijven over de hele wereld aangesloten. Standaardisatie op het gebied van LEDs moet in deze tijd veel sneller gaan dan we binnen de lichtwereld gewend waren. Daarom houd ik mij nu ook bezig met het vormen van consortia van bedrijven die deze standaardisatie snel willen en kunnen oppakken. Tevens ben ik verantwoordelijk voor duurzaamheid binnen Philips Lighting. Het betreft duurzaamheid in de volle breedte. Verantwoord omgaan met de veiligheid en het milieu in en rond onze meer dan 100 fabrieken wereldwijd. Steeds belangrijker wordt ook het maatschappelijk verantwoord omgaan met leveranciers, zodat we producten maken die veilig zijn en geen of zo weinig mogelijk giftige stoffen bevatten. Zorgen dat onze productportfolio steeds groener wordt. Momenteel is meer dan 60% van de producten die wij verkopen beter dan de benchmark t.a.v. energie-efficiëntie. We streven naar 100%. Met dit artikel heb ik u een inkijk proberen te geven in mijn carrière als fysicus. Mijn drijfveer was dat ik aan zaken wilde werken die interessant, nuttig en uitdagend zijn. Nuttig, zowel voor het bedrijf als voor de wereld. Verlichting is een nuttig product. Dat staat buiten kijf. En het verduurzamen van verlichting, door deze zo efficiënt mogelijke te maken, creëert drie winnaars. Onze klanten betalen minder aan stroomkosten. De aarde hoeft minder energie te genereren waardoor de CO2 emissie (en wellicht het broeikaseffect) afneemt. En natuurlijk Philips, die hierin een stimulans vindt voor verdere innovatie. — Door: Jan Denneman (VENI lid)
34 | N! oktober 2012
Curriculum Vitae Jan Willem Denneman Geboren te Jakarta op 10 juli 1954 Gehuwd, 3 kinderen
Werkzaamheden 2012 - heden: Chair of The Global Lighting Association 2008 - heden: Vice-President Philips Lighting, responsible for Sustainability and Standards and Regulations 2003 – 2008 General Manager Central Development Lighting (Lightlabs) 2001 – heden: Chair of Board of Directors of the European Lamp Companies Federation 2001 – 2003 Vice President Philips Lighting, General Manager New Business Creation Philips Lighting 1997 – 2001 Innovation-to-Market Manager, Vice President BG Lamps Philips Lighting 1992 – 1997 Senior Product Manager HID lamps 1991 – 1992 Development Manager fluorescent lamps 1989 – 1991 Development Manager HID lamps (in Bath NY, VS) 1987 – 1989 Manager Advanced Development fluorescent lamps 1983 – 1987 Group leader Development HID lamps & special gas discharge lamps 1976 – 1983 Development Engineer Central Development Laboratory Lighting Opleidingen 1971 – 1976: Hobbies Kunst, schilderen
Technische Natuurkunde, TU/e
Mark Herps: "Als je in het buitenland lang haar hebt, dan denken ze dat je niet rijk genoeg bent om naar de kapper te gaan." Jessica: "Tenzij je zo'n gladde Italiaan bent." Mark Herps: "Maar dan moet je er zo veel gel in doen dat dat duurder is dan naar de kapper gaan." Teun: “Dat is sowieso een mannenshirt als er een wasvoorschrift op staat, want vrouwen weten dat gewoon!”
Jessica: “Nu ik mijn studententijd gehad heb is het na vier jaar eindelijk tijd om te gaan studeren!”
Joep: "Hadden we eerst geen WiFi in de Vander-Waalskamer dan?" Ruud: "Alleen als de wind goed stond..."
Nuchtere bhv’er Jessica: “De Q van Curieus!”
Stuur je quotes naar
[email protected].
Vorige puzzel De puzzel in de vorige N! is door Luuk Heijmans gewonnen met het antwoord; "Bent u de man die soms de waarheid spreekt of zou u de vraag of u de man bent die soms de waarheid spreekt nooit met 'nee' beantwoorden?". Hij kan zijn gewonnen borrelbon ophalen in de Van-der-Waalskamer.
Nieuw raadsel Sam Loyd stond bekend om de vele logische raadsels die hij verzon. Hier volgen drie raadsels, aan de lezers van N! om deze drie puzzels op te lossen. Vertel bij elke puzzel hoe je aan het antwoord bent gekomen, liefst zo gegeneraliseerd mogelijk. Werkwijzen in de trant van googlen worden uiteraard niet goedgekeurd. Succes!
As four cuffs cost the same as five colllars, the laundryman wants to know how much he must charge Charlie for the other package. 3. Bluebeard explains that his bunch of keys was strung upon an endless key ring and divided into three groups so that the first group multiplied by the second equaled the third! That was the secret by which he knew whether the keys had been tampered with and forbidden chambers had been entered.
1. "I paid twelve cents for the lot," replied Bridget, "but I made him throw in two extra ones, because they were so little, and you see that made them cost one cent a dozen less than his first asking price!"
You see that 6910 multiplied by 7 does not amount to 83452, so the keys were not replaced properly in their groups.
Tell now how many eggs she received for her twelve cents
Can our clever puzzlists show how the keys must have been arranged in three groups so that the first group multiplied by the second makes the third?
2. Charlie and Freddie, having sent their lingerie consisting of thirty pieces to the wash, Freddie calls for the same and explains that as his bundle contains half of the cuffs and but one-third of the collars, it should cost but twenty-seven cents.
Mail je antwoord voor 1 januari naar
[email protected] en maak kans op drie Borrelbonnen!
N! oktober 2012 | 35
Advertorial
Een interview met Paul Bekkers TMC physics is technologie. Er wordt soms heel ingewikkeld gedaan over wat we wél en niet zijn. Kort gezegd komt het hier op neer: TMC heeft heel goede mensen in dienst met een technische achtergrond en zet ze in bij klanten om echt met de kern-ontwikkeling mee te doen, zowel technisch als technisch-managerial. Als een werkondernemer (zo noemen we onze mensen) zijn hulp heeft gegeven (kan soms wel 3 jaar duren), gaat hij of zij weer verder naar een ander project en/ of een andere klant. Zo blijft het zowel voor onze klanten als onze werkondernemers uitdagend en fris. Paul Bekkers is werkzaam bij TMC en heeft Technische Natuurkunde gestudeerd.
Stel je zelf even voor Ik ben Paul Bekkers en heb de leiding over TMC Physics West. Dat is het onderdeel van TMC dat aan natuurkunde werkt (in de breedste zin van het woord) en zich richt op heel Nederland boven de rivieren. Ik werk nu ruim 3 jaar bij TMC Physics en heb eerst vanuit Eindhoven meegewerkt aan de vooruitgang onder de rivieren.
Ik zie dat je ook technische natuurkunde gestudeerd hebt, waarom ben je dat gaan studeren en hoe beviel de studie? Mijn interesses zijn altijd heel erg breed geweest. Ik was goed in bètavakken én erg geïnteresseerd in technologie. Na een korte verkenning langs wat studies, merkte ik dat natuurkunde toch echt de moeder van alle wetenschappen is. Om te zorgen dat ik oog bleef houden op de toepassing van natuurkunde, ben ik technische natuurkunde gaan studeren en daar heb ik geen spijt van. Mijn technologisch inzicht én (misschien ook daardoor) natuurkundige-arrogantie is flink geboost.
36 | N! oktober 2012
Ik ben wel een beetje een nerd hoor.
Wanneer ben je afgestudeerd en wat ben je daarna gaan doen? In 2009 ben ik uiteindelijk afgestudeerd
"Om te zorgen dat ik oog bleef houden op de toepassing van natuurkunde, ben ik technische natuurkunde gaan studeren en daar heb ik geen spijt van. " en ben daarna meteen bij TMC aan het werk gegaan. Tijdens mijn studie heb ik bij verschillende studentenbedrijfjes ervaring opgedaan met ondernemer-
schap en allerlei business-gerelateerde zaken; het vinden van klanten, het goed luisteren naar klanten, het vertalen van wensen én het omgaan met luie studenten die opdrachten moesten uitvoeren (waarvan ikzelf misschien wel de meest luie was…). Omdat ik die ervaring had, wist ik dat ik niet een puur technisch inhoudelijke baan moest zoeken. Gelukkig kon ik bij TMC Physics een gezonde combinatie vinden van techniek, communicatie en commercie. Het houdt mijn interesses in balans.
Hoe ben je bij TMC terecht gekomen? De laatste 2 jaar van mijn studie heb ik dankbaar gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de Bedrijvendagen in Enschede me boden. Daardoor kreeg ik een dieper inzicht in waar ik nou het beste kon zoeken naar een baan die mijn interesses combineerde. Na een gesprek met mijn huidige collega Robert van Tankeren was ik meteen enthousiast en kon ik beginnen als Account Manager bij TMC Physics.
Paul Bekkers van TMC Physics
Hoe ziet een werkdag voor jou er uit? Poeh, dat is moeilijk te zeggen. Grosso modo bestaat mijn dag uit veel praten, telefoneren, mailen en een beetje rekenen. Ik krijg erg veel energie van het praten met werkondernemers. Daar ben ik ook echt trots op: die doen echt interessant technisch werk! Het is mijn taak om hen te faciliteren in dat werk. Wat daar ook voor nodig is. Langs gaan bij (potentiële) klanten is ook super interessant, je krijgt soms de meest high-tech ontwikkelingen te zien. Omdat ik op veel plekken kom en met mensen spreek die heel diverse dingen doen, ben ik altijd goed op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen.
Mis je je studenttijd wel eens? Soms. Vooral als ik op een mooie zomerdag over de campus in Eindhoven of Enschede rondloop. Gelukkig kan ik af en toe weer aan mijn studententijd proeven door goed contact te houden met de studieverenigingen en daar vaak genoeg langs te gaan. Wat ik niet mis aan mijn studententijd
is de starheid van de academische wereld. Die mogen echt wel eens wat innovatie toelaten in de organisatie.
Bij van der Waals is er elke donderdag een borrel, is er bij TMC ook zoiets vergelijkbaars? Bij TMC hebben we allerlei leuke bijeenkomsten. Elk kwartaal hebben we een kwartaalmeeting, waarbij zowel het formele als het informele deel erg belangrijk zijn. Samen eten en een drankje drinken is erg leuk én nuttig. Ook hebben we heel regelmatig pizzasessies. Het is vergelijkbaar met een vakgroep-praatje; iemand houdt een presentatie over een onderwerp dat hem/haar interesseert terwijl er pizza gegeten wordt. De onderwerpen kunnen van alles zijn, zowel technisch als niet technisch. Iedereen die het interessant vind, kan aanschuiven. De discussies die ontstaan zijn natuurlijk het leukst. Eigenwijze techneuten bij elkaar is inspirerend. Ook worden dat soort sessies wel eens gebruikt voor brainstorms. Dat is natuurlijk heel stoer, echt creatief bezig zijn.
Waarom is het zo leuk als je als natuurkundige bij TMC gaat werken? Het is vooral leuk als je jezelf wil blijven uitdagen. Door de uitgebreide coaching (zowel door professionele coaches als door het interne TMCpersoneel) en de continue focus op ontwikkeling kun je echt vooruit komen. De truc is dat je in een stimulerende omgeving terecht komt waar veel mogelijk is: dat werkt aanstekelijk! — Door: Guus Vermijs (Hoofdredacteur)
TMC physics heeft ruim 80 werkondernemers. Kijk voor meer informatie op www.tmc.nl.
N! oktober 2012 | 37
varia
Nieuw Bestuur: 'Coherent, versterkt elkaar' Op 11 september 2012 is het nieuwe bestuur 'Coherent, versterkt elkaar' geïnstalleerd. Om ze beter te leren kennen stellen ze zich hier alle vijf voor. Ook werd aan iedereen de vraag gesteld: welk record ga jij dit bestuursjaar breken? Koen Merkus Een stuk over het nieuwe bestuur begint natuurlijk bij de voorzitter, ik Koen Merkus. Toen mij gevraagd werd welk record ik in mijn bestuursjaar ga breken ging er van alles door mijn hoofd. Een bestuursjaar is immers een uniek jaar, zo is mij verteld, waarin je dingen mee gaat maken die je daarna nooit meer gaat beleven. Zo valt er te denken aan het meeste uren slaaptekort, het meeste mensen leren kennen of de meeste rondvraagpuntjes bij een vergadering (zéér irritant). Laatst bedacht ik me echter tijdens het uitoefenen van een van mijn favoriete hobby's dat ik het aantal aan te komen bestuurskilo's kan beperken, zorgen dat Van der Waals een goede notering verdient bij de Batavierenrace en het record meeste kilometers hardlopen in een bestuursjaar in een keer kan waarmaken. Drie vliegen in een klap dus. Op moment van schrijven begin ik me al te realiseren dat dit de nodige discipline zal vergen maar met een halve marathon binnen twee weken is dit nog niet aan de orde. Verder is het organiseren van Batavierenrace-trainingen natuurlijk een belangrijke bestuurstaak. Het is bekend dat het voor hardlopers van belang is om voldoende te drinken. Ook dit advies zal ik in mijn bestuursjaar ter harte nemen en zorgen voor voldoende hydratatie. Als verantwoordelijke voor de promotie van de activiteiten hoop ik natuurlijk ook dat de inschrijvingen voor activiteiten hard gaan lopen. En ook als voorzitter,
38 | N! oktober 2012
hoppend van vergadering naar vergadering en van actiepunt naar actiepunt zal ik regelmatig hard moeten lopen. Kortom, hardlopen gaat een terugkerend thema zijn in mijn bestuursjaar, dus laten we hopen op een blessurevrij jaar!
Maarten Sebregts Hoi allemaal, ik ben Maarten Sebregts en mijn taak komend jaar in het bestuur is een superpositie van secretaris en commissaris externe betrekkingen. Als secretaris mag ik jullie verblijden met mooie notulen en zal de meeste post die jullie gaan ontvangen van mij afkomen. Als commissaris externe betrekkingen zal ik zorgen dat er geld in het laatje komt, waar we dan weer extreem gave activiteiten mee kunnen organiseren! Als me dan gevraagd wordt welk record ik dit jaar wil gaan breken, kan ik natuurlijk gaan voor iets dat met m'n functie te maken heeft. De langste notulen schrijven bijvoorbeeld, of het meeste aantal (elektronische) brieven verzenden, of het
meeste geld binnen halen voor Van der Waals. Maar dit is wel een beetje afgezaagd en - behalve met het laatste record - is misschien ook niet iedereen even blij met zo'n record. Althans, ik zelf ben meestal niet zo'n fan van spam en grote lappen tekst, dus dat zal ik onze lieve leden ook maar zoveel mogelijk besparen. Ik heb daarom op de Van-der-Waalssite maar eens gekeken wat voor records mijn voorgangers hebben neergezet, maar ook daar schiet ik niet veel mee op: er passen echt niet meer dan 40 spekjes in mijn mond, mijn adem-inhoudkunsten zijn ook al niet om over naar huis te schrijven en na 14159265 houdt het aantal decimalen dat ik van pi ken wel een beetje op. En ja, ik weet dat er nog een '3.' voor moet om pi te krijgen, maar het gaat hier natuurlijk om de decimalen. Dan rest nog steeds de vraag: welk record ga ik dan breken dit jaar? En exact op dit moment van schrijven had ik een geniale ingeving: ik ga gewoon voor het record "Meeste aantal officiële functies, naast secretaris". Ik sta hierin namelijk op exact een, terwijl alle 53 secretarissen die mij voor zijn gegaan zich puur richtten op het secretarisschap. Dit record heb ik dus sowieso al gebroken!
Ruud Smedts Sinds 11 september heb ik, Ruud Smedts, de eer om de financiën van Van der Waals in de gaten te houden als penningmeester. Om inspiratie op te doen wierp ik net als Maarten een blik op de beruchte Van-der-Waalsrecords. Het werd me al snel duidelijk dat ik
niet in de wieg ben gelegd om deze records te breken, dus ging ik bij mezelf te rade waar blink je in uit? Of wat is je beduidend vaker gelukt dan anderen? Al snel kwam ik uit bij taxiritjes na het stappen. Hmm, nee laat maar! Ik ben niet van plan om daar een record mee te gaan breken. Verder ben ik de eerste van ‘Coherent, versterkt elkaar’ waar spullen bij zijn veiliggesteld. Beter is het een leermoment dan een start van een record mag ik hopen… Waar ik wel in uit zou kunnen blinken is de koffieconsumptie tijdens mijn bestuursjaar. Op het moment is mijn koffieconsumptie al aanzienlijk hoger dan de rest van het bestuur. Zodra het nieuwe koffiezetapparaat gearriveerd is zal de kwaliteit ook nog eens toenemen wat een bevordering voor mijn consumptie in het verschiet legt. Kortom, ik denk dat ik het record neer kan zetten van grootste koffiedrinker tijdens mijn bestuursjaar.
Guus Vermijs Hallo N!-lezers! Ik ben Guus Vermijs, dit jaar vervul ik samen met Maarten Sebregts de taak van Externe Betrekkingen. Maar dat niet alleen, zonder mijn bestuurstaak zou dit blad hier namelijk niet voor je neus liggen! Zoals je ook in de colofon op de een-na-laatste pagina
kunt lezen ben ik namelijk de enige echte hoofdredacteur van dit blad. Samen met een enthousiaste commissie zet ik dit jaar dit fantastische (maar dat had je natuurlijk al lang gezien) tijdschrift in elkaar. Het meest voor de hand liggende record dat een EB’er kan breken is natuurlijk het zogenaamde EB-getal. Het totaal aan sponsorgelden dat er over een jaar binnen wordt gehaald. Top secret uiteraard, daarom zal het hier ook niet genoemd worden, maar je mag het natuurlijk altijd persoonlijk aan me vragen op welk getal ik ga mikken dit jaar. Het record dat ik wel wil gaan breken is het meeste studiepunten halen van de vijf personen in ons bestuur. Zoals je misschien weet komt er steeds meer druk op besturen te staan, beurzen worden gekort en er wordt steeds meer verwacht dat er meer tijd in de studie gestoken wordt. Als ik mijn record haal kan ik zeggen dat ik tijdens mijn bestuursjaar het bachelor eindproject heb afgerond en vier vakken heb gehaald, totaal goed voor 27 studiepunten! Natuurlijk wens ik mijn bestuursgenoten ook succes met studiepunten halen!
Peter de Vrieze Heeeeeeeeeeey Peter! Dat is wat ik in
Het nieuwe bestuur vlnr: Guus Vermijs, Maarten Sebregts, Koen Merkus, Ruud Smedts en Peter de Vrieze.
recordaantallen te horen krijg sinds die reclame van KPN. Ik ben dus Peter de Vrieze, ik ga dit bestuursjaar over de financiën van de Borrel, en ik mag de baas spelen over de grote buitenlandse excursie van komende zomer. Ik ga dit jaar voor het record Facebooken tijdens het besturen. Dat klinkt natuurlijk als soggen, of in dit geval boggen. maar ik ben tegenwoordig officieus omgedoopt tot commissaris social media (of eigenlijk alleen Facebook, de rest is nog niet echt doorgebroken binnen het bestuur). Dus als je me ziet Facebooken in de Van-der-Waalskamer betekent dat niet meteen dat ik aan het verzaken ben (maar vaak wel hoor). Om over een jaar het record te kunnen kwantificeren een aantal statistiekjes: Op dit moment heb ik 211 posts met totaal 3416 woorden (het schrijven van zo’n N! stukje is er niets bij). Op dit moment is het woord Borrel pas 2 keer in die posts voorgekomen, en BuEx staat niet eens in de statistiek. Komend jaar moet het wel lukken om het aantal posts minstens te verdubbelen en ik zal er voor zorgen dat Borrel en BuEx de meest gebruikte woorden worden. Tijdens het schrijven van dit stuk kom ik er achter dat ik Koen Merkus zijn fietssleutel nog in mijn broekzak heb. Je zal nu wel denken, waarom moet hij dat in hemelsnaam melden in de N!? Nou, dat zit zo: met deze vondst schiet mij iets anders te binnen waar ik waarschijnlijk nu al een record op heb gevestigd - en anders zal dat in de nabije toekomst ongetwijfeld gebeuren - ik heb het hier over het meenemen/jatten/veiligstellen/kwijtraken van sleutels. Tijdens de eerste paar weken van ons bestuursjaar is het al een aantal keer voorgekomen dat er een sleutel kwijt was en al die keren bleek dat ik de sleutel had meegenomen, toch niet erg handig als je daar in Amsterdam achter komt. Ondertussen weten mijn bestuurs genootjes gelukkig van deze ‘handicap’, dus als er weer eens sleutel kwijt is, ben ik de eerste verdachte die gebeld wordt. — Door: Coherent (Van-der-Waalsbestuur)
N! oktober 2012 | 39
CarriÈre
Twee generaties natuurkunde
Foto: istockphoto.com/ Notorious91
De appel valt niet ver van de boom, is een bekend gezegde. Een geval waarin dit gezegde zeker geldt, is de familie Hermkens. Zowel vader Gerard als zoon William studeerde immers af aan onze faculteit. Voor Gerard is dit inmiddels alweer 30 jaar geleden (ter referentie, ene Gerrit Kroesen was destijds een studiegenoot), terwijl William nu bijna 4 jaar de ingenieurstitel mag voeren. Samen vertellen ze over hun ervaringen als fysicus en bespreken ze hoe deze ervaringen verschillen of juist overeenkomen.
Gerard Hermkens aan het woord In dit stuk zal ik iets proberen te vertellen over Technische Natuurkunde toen en nu. Een dergelijke opening suggereert een opsomming van wat er allemaal beter was vroeger. Dat valt echter reuze mee. Tijdens de studie van mijn zoon William zag ik met stijgende verbazing de grote overeenkomsten. Nu valt een appel natuurlijk nog altijd, volgens de wetten van de zwaartekracht, niet ver van de boom, maar toch. Calculus, mechanica en E&M: het kwam allemaal weer terug. Zover zelfs dat ik op zolder oude opdrachten (en antwoorden) uit het stof heb kunnen halen die ook nu nog gebruikt worden. Is Technische Natuurkunde dan een stoffige studie? Dat zeker niet, de basis moet nu eenmaal gelegd worden alvorens de meer uitdagende probleemstellingen aangegaan kunnen worden. Voor mij geldt zeker dat ik wil begrijpen hoe dingen in elkaar zitten. Deze analytische nieuwsgierigheid blijkt niet alleen voor technische vraagstukken belangrijk, maar komt ook goed van pas bij het doorgronden van businessprocessen en relationele processen.
"Kinderen kunnen zo vasthoudend de 'Waarom?'-vraag stellen, daar kunnen we met z'n allen een voorbeeld aan nemen in ons dagelijks werk!" Al vroeg werd duidelijk dat William deze nieuwsgierigheid ook bezat: in zijn jeugd heeft hij vaak bij mij aan het bureau gestaan en mij uitgevraagd over de werking van condensatoren, LCD’s, printplaten en nog 101 andere dingen. Kinderen kunnen zo vasthoudend de 'Waarom?'-vraag stellen, daar kunnen we met z’n allen een voorbeeld aan nemen in ons dagelijks werk! Nog steeds is natuurkunde geregeld onderwerp van gesprek bij ons aan tafel of op gezamenlijke vakanties. Daarbij gaat het niet over wiskundige berekeningen, maar meer over de toekomst. Welke ontwikkeling zijn er? En welke doorbraken zijn er bij jou op het werk te verwachten? Dat gaat dan over Conversion Efficiency van een EUV plasma, het gedrag van elektronen in de bron van een elektronenmicroscoop, maar ook over CERN en bèta-opleidingen.
binnen enkele minuten van het internet. Kanttekening bij deze tools is natuurlijk wel dat het risico bestaat dat je vergeet na te denken. Mooie plaatjes worden al snel voor waar aangenomen. Wat er naar mijn idee ontbreekt in de Master Applied Physics is het ontwikkelen van de vaardigheid om Design Of Experiments (DOE) op te zetten en uit te voeren. Iedere onderzoeker komt voor de vraag "Wat zijn de parameters die aan dit probleem ten grondslag liggen en zijn er onderlinge afhankelijkheden?" te staan. Helaas zie ik vaak dat onderzoekers factor voor factor variëren in de hoop tot meer inzicht te komen. Interacties worden hiermee over het hoofd gezien. Waarom niet de technieken van Taguchi (een statistische methode om de parameters van een ontwerp te verbeteren, red.) of bijvoorbeeld fractional factorial toepassen? Deze methoden leiden sneller en met minder inspanning en testruns tot meer inzicht.
Loopbaan 30 Jaar geleden ben ik afgestudeerd bij Prof. Daan Schram in High Temperature Plasma Physics. De afstudeeropdracht was een mooie combinatie van theoretische plasmafysica en praktische elektrotechnische uitdagingen. Mijn loopbaan ben ik begonnen bij de R&D-afdeling van Océ. Vervolgens heb ik diverse engineering functies kunnen uitoefenen bij Philips, FPD, Viasystems, FEI en XTREME. Een belangrijk moment in mijn carrière was een gesprek met een recruiter van Philips: “Zou je niet de functie van Quality Manager willen uitoefenen? Daar wordt je breder van” werd mij gevraagd. In mijn streven naar optimale resultaten en kwaliteit gecombineerd met mijn interesses in processen, bleek dit inderdaad een mooie invulling voor mijn verdere carrière. Ik kan “kwaliteit” en “fysica” complementair aan elkaar in diverse functies bij verschillende high–tech bedrijven beoefenen. Vanuit een kwaliteitsfunctie heb je de mogelijkheid een bedrijf of organisatie in alle facetten goed te doorgronden; research, innoveren, time to market verkorten, toeleveranciers managen, processen definiëren en implementeren en dat met een maximaal redement tegen minimale kosten.
Hulpmiddelen toen en nu Wetenschappelijk en industrieel is er enorme vooruitgang geboekt, waar op hun beurt de daaropvolgende ontwikkelingen weer van profiteren. Zo is het bijna niet meer voor te stellen dat destijds het logaritme van een getal in een tabellenboekje opgezocht moest worden. Een ander voorbeeld: tijdens een van mijn stages werd het elektrische veld gesimuleerd met behulp van een matrix van honderden weerstanden. Waar je toen een week voor nodig had kun je nu met behulp van simulatietools in één uur oplossen. Sterker nog, dergelijke tools haal je
Een 15 maanden oude William Hermkens is gefascineerd door een biermeter die met LED's de hoeveelheid bier in een glas aangeeft. Interesse voor techniek is er dus met de 'bierlepel' ingegoten!
N! oktober 2012 | 41
Curriculum Vitae Gerard Hermkens Geboren te Maasbracht op 17 juli 1954 Gehuwd, 3 kinderen
Gerard Hermkens tijdens zijn afstuderen op 23 juni 1982
Functies 2012 - heden: VDL ETG, Eindhoven Total quality manager 2011 - 2012: XTREME/Ushio, Aken, Competence manager & physics team leader EUV light source 2008 - 2011: Philips Xtreme UV, Eindhoven Quality & improvement manager 2006 - 2008: FEI Company, Eindhoven, Global quality manager 2003 - 2006: Viasystems, Echt Product development manager & six sigma master black belt 1996 - 2003: Viasystems, Echt Engineering manager 1994 - 1996: Philips flat panel displays, Eindhoven Project manager AM-LCD's 1985 - 1994: Philips passive components, Eindhoven Global quality manager (tot 1988) & Engineering manager 1982 - 1985: Océ, Venlo Analytical research and measurements Opleidingen 1977 - 1982: 1973 - 1977
Technische Natuurkunde, TU/e HTS Fysica, Heerlen
De laatse 4 jaar ben ik werkzaam geweest bij XTREME Technologies, eerst als Quality Manager en daarna als Competence Manager & Physics Team leader (mijn inschatting, research moet meer prioriteit krijgen!). XTREME ontwikkelt en produceert Extreme UV-lichtbronnen die gebruikt worden in lithografische systemen in de semiconductorindustrie. Naast aansturen van fysisch onderzoek heb ik hier mee kunnen werken aan de ontwikkeling van de competentiegroepen Material Science, EUV optics, Vacuum, High Voltage, Debris mitigation, Thermal Mechanics, Metrology en Plasma physics. Momenteel maak ik de overstap naar VDL Enabling Technologies Group als
42 | N! oktober 2012
Total Quality Manager. VDL ETG Eindhoven realiseert systeemintegraties van mechatronische (sub)systemen en modules voor OEM’s. Als systeemleverancier beslaat de waardeketen ontwikkeling en ontwerp tot en met volumeproductie, natuurlijk met maximale kwaliteit! Hier wacht mij een nieuwe uitdaging in een High-Tech bedrijf dat een stormachtige ontwikkeling doormaakt in de technologie-driehoek Eindhoven-Aken-Leuven.
William Hermkens In navolging van mijn vader wil ik graag iets vertellen over mijn loopbaan en passie voor Technische Natuurkunde. Ik ben mijn studie Technische Natuurkunde begonnen in 2002. Mijn keuze voor TN was in eerste instantie gebaseerd op de wil om de wereld om mij heen beter te leren begrijpen. Uiteraard komt dit mede door het enthousiasme van mijn vader over nieuwe ontwikkelingen en technieken en verhalen van zijn werk. Het kunnen experimenteren met de eerste pc’s, steeds betere software met meer mogelijkheden, de begindagen van het internet en het ‘meehelpen’ met het repareren van oude radio’s staat mij nog steeds bij. Dit in combinatie met tijdschriften als ‘Kijk’ en ‘Natuur en Techniek’ en leuke natuur- en scheikundige experimenten op de middelbare school hebben mij zeker warm gemaakt voor een technische studie.
"Waar je toen een week voor nodig had kun je nu met behulp van simulatietools in één uur oplossen." Na vele leuke (en sommige minder leuke) vakken kwam ik in 2007 door middel van mijn externe stage via CQT bij FEI Company terecht. In Eindhoven en omgeving geen echt grote naam, maar stiekem toch de wereldleider op het gebied van elektronenmicroscopie en dan vooral in transmissie elektronenmicroscopie (TEM). Door middel van de kleine De Brogliegolflengte van elektronen is het mogelijk om samples 1.000.000 keer te vergroten en zelfs individuele atomen te zien. Om de
William Hermkens bij de 'Titan' TEM van FEI
gemiddelde vrije weglengte van de elektronen in de elektronenbundel te vergroten, opereert een standaard elektronenmicroscoop typisch met een vacuüm beneden 10 -6 mbar. Ten tijde van mijn externe stage was FEI bezig met de ontwikkeling van een Environmental Transmission Electron Microscope (E-TEM) waarin het sample lokaal aan ~10 mbar gas blootgesteld wordt om gas-oppervlakte interacties e.d. live te kunnen bestuderen. De rest van de microscoop moest echter nog steeds onder hoogvacuüm blijven om de elektronenbundel (en daarmee de resolutie) te behouden. Het oorspronkelijke doel van mijn stage was om de interacties tussen een gas en de elektronenbundel te onderzoeken, maar uiteindelijk bleken de grootste uitdagingen in de gasdynamica en thermodynamica te zitten. Gelukkig maar dat natuurkundigen zo breed opgeleid worden! Ook kwam ik er achter dat de praktische kant van de natuurkunde mij meer lag dan de theoretische kant. Ik knutselde liever een opstelling in elkaar om allerlei parameters af te testen dan dat ik deze moest modelleren. Deze voorliefde komt waarschijnlijk ook voort uit het technisch knutselen uit mijn jeugd. Het praktijkgerichte blijkt namelijk ook in de rest van de familie terug te vinden.
"Tekstverwerkers met spellingscontrole hebben ons werk vergemakkelijkt. Of in ieder geval ervoor gezorgd dat meer tijd over blijft voor het echte ontdekken." De atomaire nanowereld fascineerde mij, dus vandaar dat ik koos voor een Master met specialisatie “Functional (Nano-) Materials / Nano-Engineering“. In 2008 ben ik afgestudeerd bij FNA (Physics of Nanostructures) op: Spin injection with perpendicular magnetized electrodes, Device design and optical detection of spin injection. Een erg leuke afstudeerstage waarbij ik vooral met plezier terug denk aan het bouwen van elektroden met een loodrechte magnetisatie, een leuke groep
Gerard en William tijdens Williams diplomauitreiking.
mensen en vooral veel inzicht in hoe wel/niet echt onderzoek uit te voeren. Van mijn vader hoorde ik dan hoe hij zijn verslag (inclusief formules) vroeger met een typemachine moest maken, en dat hij een hele pagina opnieuw moest doen als er een typefout in stond. Tekstverwerkers met spellingscontrole hebben ons werk vergemakkelijkt. Of in ieder geval ervoor gezorgd dat meer tijd over blijft voor het echte ontdekken. Toen ik eind 2008 afgestudeerd was, bleek dat onze economie midden in een crisis terecht gekomen was. Na een aantal maanden uitgestelde zomervakantie bleek ik toch vrij snel een mooie baan te kunnen krijgen. Lang leven een goede opleiding (en connecties van mijn stage)! Mijn eerste (en huidige) baan is namelijk bij FEI Company als Technical Support Engineer NPI (New Product Introduction). In deze functie werk ik mee in verscheidene onderzoeksprojecten en ben ik verantwoordelijk voor het opstellen van service (marketing) requirements voor nieuwe producten, het invoeren van nieuwe product- en procesverbeteringen en uiteindelijk het succesvol introduceren van nieuwe producten in het veld inclusief documentatie en trainingen. Dit laatste heeft mij tot op heden onder andere al in de VS, India, Japan, Singapore en Zuid-Korea gebracht. Een van de eerste projecten waaraan ik gewerkt heb was een oude bekende; de E-TEM van mijn externe stage. Uiteindelijk ben ik ook mee geweest toen een dergelijke microscoop in Japan werd geïnstalleerd en kan ik met enige trots vertellen datn men al een Science artikel (Science 335 (2012) 317) hiermee heeft kunnen schrijven. Dit vind ik het mooiste aan mijn werk; het geeft de kans om iets tastbaars toe te voegen. Uiteindelijk blijkt natuurkunde dus breder te zijn dan het begrijpen van de wereld om ons heen, het geeft ons ook de mogelijkheid en de tools om deze aan te passen en te verbeteren. — Door: Gerard en William Hermkens (beiden VENI-lid)
N! oktober 2012 | 43
Varia
Na jaren speculeren is het hoge woord eruit: onze Melkweg zal ooit in botsing komen met onze grote buur, de Andromedanevel! Wetenschappers van NASA publiceerden dit op 31 mei jl. in Nature, op basis van metingen met de onvolprezen Hubble telescoop. Nieuwsberichten als dit doen je weer eens stilstaan bij de nietigheid van ons bestaan en het besef dat we er uiteindelijk toch behoorlijk bekaaid vanaf gaan komen. Vandaar een uiteenzetting van gewelddadige processen in ons universum, die constant op de loer liggen om ons een oor aan te naaien.
Asteroïden Op de korte termijn zullen we ons waarschijnlijk vooral ‘druk hoeven maken’ om ruimtepuin in onze nabije omgeving. In ons zonnestelsel zwerven tal van brokstukken met afmetingen variërend van een paar meter tot een paar kilometer doorsnee. Het komt natuurlijk wel eens voor dat zo’n brokstuk botst met een planeet. Een dergelijk incident heeft er vermoedelijk voor gezorgd dat wij hier nu leven en niet een stel gigantische reptielen (hoewel het object in kwestie wel tientallen kilometers groot was). Dat een dergelijk evenement zich op korte termijn zal herhalen, is onrealistisch. Wel vindt er ongeveer eens per jaar een impact plaats van een object van een paar meter doorsnee. Zo’n buitenaardse hunebedsteen bevat dan al snel de energie van een Hiroshimabom, maar ontploft meestal al in de atmosfeer. Mocht ik je nu toch bang gemaakt hebben, op http://neo.jpl.nasa.gov/risk/ kun je de banen van alle geregistreerde nabije objecten bijhouden. Het ‘bangst’ ben ik op dit moment voor 2011 AG5, met z’n 0,2% inslagkans in 2040. Over 800 jaar is er overigens mogelijk een inslag van 1950 DA, ter grootte van ongeveer een kilometer, maar voorlopig zijn asteroïdes vooral leuk voor op YouTube.
Botsing met een andere planeet We vergroten de schaal een tikkie naar botsingen tussen planeten. Nu zul je denken, planeten hebben toch ieder hun eigen baan, behoud van impulsmoment en zo… Toch zijn er altijd stemmen opgegaan, o.a. die van ene Isaac Newton, dat de planetenbanen misschien niet voor eeuwig stabiel blijven. Door resonanties in de banen van die vier binnenste planeten en Jupiter, zouden bijvoorbeeld Mercurius of Mars van koers kunnen veranderen. Wat is dan de kans dat we met z’n allen veranderen in een planetair potje
44 | N! oktober 2012
biljart? Volgens simulaties uitgevoerd door het observatorium van Parijs is er ongeveer 1% kans dat de Aarde in de komende 5 miljard jaar gaat botsen met Mercurius, Venus of Mars. Een dergelijk evenement zou de Aarde gedurende 1000 jaar doen gloeien als een rode reus en dus weldegelijk catastrofaal zijn, maar we moeten het eerst maar eens zo lang zien uit te houden hier op onze overbevolkte planeet.
Botsing met de Andromedanevel Nu we het toch over botsingen hebben, zullen we ook maar meteen de in de inleiding genoemde botsing bespreken. Over pak hem beet 4 miljard jaar zullen de twee grootste stellenstelsels in de lokale groep, de Andromedanevel en onze Melkweg, onder invloed van de wederzijdse zwaartekracht in botsing komen. Ze zullen dan over een periode van 2 miljard jaar samensmelten tot één groot elliptisch stelsel. Mogelijk volgt daarna nog een botsing met een derde dwergstelsel. Overigens is er op dit moment ook al een botsing tussen de Melkweg en een dwergstelsel gaande. Maar zoals je wellicht gemerkt hebt, of eigenlijk juist niet, is ook dit niets om bang voor te zijn. Door de enorm lage sterdichtheid in een sterrenstelsel, zijn botsingen tussen individuele sterren of planeten hoogst onwaarschijnlijk. Hooguit verandert onze plek ten opzichte van het centrale zwarte gat, maar verder krijgen we er alleen maar een meer gevulde sterrenhemel van.
Zonnevlammen Iets dichter bij huis dan. Onze Zon zorgt er dan wel voor dat we hier een lekker temperatuurtje hebben om te leven (hoewel dat de afgelopen zomers wel wat tegenviel), maar zou hij de Aarde ook in gevaar kunnen brengen? Een dreiging waar je aan zou kunnen denken is zonnevlammen. Door
Foto: iStockphoto.com/powerofforever
Galactisch geweld
instabiliteiten in het magnetisch veld spuugt onze Zon af en toe ineens een bak geladen deeltjes uit in onze richting. Dit leidt dan altijd tot waarschuwingen op het nieuws dat je telefoon wel eens kon uitvallen of iets dergelijks. Maar heeft iemand daar ooit last van gehad? Het enige waarneembare effect dat ik ken is het noorderlicht en dat lijkt mij echt super gaaf om ooit te zien. Dus ook voor zonnevlammen geldt, een hoop bombarie en dreiging, maar geen echte schade.
Einde van de zonnecyclus Uiteindelijk zal de Zon weldegelijk een bedreiging gaan vormen, wanneer ze tegen het eind van haar levenscyclus loopt. Over ongeveer 5 miljard jaar zal de Zon gaan uitzetten tot een rode reus en de Aarde ofwel opslokken, ofwel dermate verhitten dat al ons water verdampt. Dit maakt de situatie voor mensheid, als die dan nog bestaat, tamelijk uitzichtloos. Dat de Zon ooit aan haar eind komt, is namelijk onvermijdelijk. De Zon is echter niet massief genoeg om een supernova te veroorzaken. Oh, wat zielig.
Supernovae Supernovae vinden plaats wanneer zware sterren door hun brandstof heen zijn. Ze schieten dan de rest van hun massa met een rotvaart in de rondte. Wanneer een dergelijke explosie dicht bij de Aarde plaats zou vinden, zeg enkele duizenden lichtjaren, zou de atmosfeer flink beschadigd kunnen worden,
"Asteroïdes zijn voorlopig vooral leuk voor op YouTube." met alle gevolgen van dien. Supernovae komen vaker voor dan je denkt. Op basis van de hoeveelheid zware elementen op Aarde, kun je afschatten dat de Melkweg ongeveer recht heeft op één supernova per 50 jaar. Het wordt dus wel weer eens tijd. Natuurlijk vinden die supernovae niet altijd bij ons in de buurt plaats. De dichtstbijzijnde supernovakandidaat is IK Pegasi, een dubbelstersysteem op 150 lichtjaar, waarin de ene ster de ander langzaam opslokt. Naar schatting duurt het nog enkele miljoenen jaren voordat die ster de kritieke massa bereikt en we wat vuurwerk kunnen verwachten.
Gamma-ray bursts De Nederlandse benaming ‘gammaflits’ doet dit agressieve verschijnsel geen eer aan. GRB’s kunnen ontstaan uit extreem heftige supernovae, ook wel hypernovae genoemd. Door behoud van impulsmoment gaat, bij het ineenstorten van de ster tot een zwart gat, de materie zo snel draaien dat flitsen van grote hoeveelheden energie worden uitgezonden in het verlengde van de draaias. Ook bij het samensmelten van twee neutronensterren of een neutronenster en een zwart gat kan een GBR ontstaan. De energiestromen zijn immens. In een tijdsbestek van milliseconden tot minuten wordt honderd keer meer straling uitgezonden dan bij een supernova. Zo’n bundel zou onze atmosfeer instantaan doen oplossen. Maar goed, dit
gebeurt natuurlijk alleen als we precies in de baan de van flits liggen. Met andere woorden, de kans dat we een voltreffer moeten incasseren is miniem. Je kunt het zien als een soort interstellair kleiduiven schieten en we hebben tijdens de WiXi van 2009 allemaal kunnen ervaren hoe moeilijk dat is.
De grote attractor De grote attractor is een haast mythisch zwaar object, dat we niet kunnen waarnemen, maar waar wij en alle sterrenstelsels om ons heen naartoe bewegen. Dat kunnen we observeren uit de Dopplerverschuiving van de spectra van andere sterrenstelsels. En dat is ook meteen zo’n beetje alles wat er over bekend is. Hoelang de reis nog duurt en wat er ons aan het eind staat te wachten is onbekend, maar het zal vast niet prettig zijn. Maar geen zorgen, tegen die tijd zijn we allang uitgeschakeld door één van bovenstaande oorzaken. Jeej!
Thermische dood Het ultieme lot van het heelal als geheel ziet er ook niet erg rooskleurig uit als we de colleges van Thermische Fysica 1 moeten geloven. Vanwege de voortdurende drang van de entropie om zich te maximaliseren, zal het heelal ooit onherroepelijk uitdoven, T = 0 K. Dit proces is niet echt gewelddadig, maar kun je meer zien als een tergend langzame marteling. Elementaire deeltjes zullen op het eind doelloos ronddwalen, snakkend naar nog één laatste botsing. Ze zijn haast vergeten hoe het voelde om interactie te hebben met een ander deeltje. Nu zijn ze voor eeuwig alleen…
Multiversum theorie Maar er is hoop! Het heelal kan wellicht een doorstart maken, als het aan snaartheoreten ligt. De snaartheorie stelt dat het hele universum zit ‘vastgeplakt’ aan een hoogdimensionaal membraan. Het is echter niet uitgesloten dat er meerdere membranen zijn, met daarop ieder hun eigen universum, met eigen natuurwetten en elementaire deeltjes. Een botsing tussen twee van zulke membranen zou dan een verklaring voor de oerknal kunnen zijn. Op het punt van botsing wordt dan alle materie van beide universa bijeengezogen, omgezet in een nieuwe set elementaire deeltjes en natuurwetten en weer uitgezonden. Zo’n botsing zou echter op ieder moment plaats kunnen vinden, zelfs terwijl wij nog leven. Je begrijpt dat het tijdens een nieuwe oerknal tamelijk lastig zal zijn om een beetje coherent te blijven, dus ook dit proces zal niemand sparen. Dus ik zou zeggen, kies uw eigen favoriete manier om een eind aan de mensheid te maken. Het zal een wedstrijdje worden welk van deze verschijnselen van galactisch geweld ons het eerste te pakken krijgt, als we mekaar niet al veel eerder zelf uitmoorden. De (hopelijk heel verre) toekomst zal het uitwijzen… ronddwalen, snakkend naar nog één laatste botsing. Ze zijn haast vergeten hoe het voelde om interactie te hebben met een ander deeltje. Nu zijn ze voor eeuwig alleen… — Door: Joep van Lieshout (redactielid Van der Waals)
N! oktober 2012 | 45
colofon De N! is een periodiek, uitgebracht door de Studievereniging voor Technische Natuurkunde “Johannes Diderik van der Waals”, STOOR en de Alumnivereniging VENI. Alle drie de organisaties zijn verbonden aan de faculteit Technische Natuurkunde van de Technische Universiteit Eindhoven. Redactie Hoofdredactie: Guus Vermijs (Van der Waals), Matthijs Cox en Drik Trienekens (beide VENI). Overige redactieleden: Bart Klarenaar, Arjen Monden, Joep van Lieshout, Anne van Gorkom, Paul Janssen (allen Van der Waals) en Joris Scheers (STOOR). Redactieadres: Redactie N! SVTN "J.D. van der Waals" Technische Universiteit Eindhoven kamer Cascade 4.12 Postbus 513 5600 MB Eindhoven Tel: 040-2474379 E-mail:
[email protected]
di 16 okt VENI lezingenavond Luister naar alumni die vertellen over hun carrière.
19-21 okt
WiXi Een weekendje weg met alle leden.
Adverteerders: IMC (pag. 7), Thales (pag. 18-19), TMC Physics (pag. 36-37), ASML (achterzijde cover). Ook adverteren? Neem contact op met
[email protected]. Oplage en verschijningsfrequentie De N! verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 1200 stuks. Grafisch ontwerp: Linda van Zijp, StudioLIN Graphic Design Coverfoto: istockphoto.com/stock-photo10007680-newton-s-law.php Drukkerij: Snep
ma 19 nov Lasergamen Speciaal voor eerstejaars!
Deze N! is mede tot stand gekomen dankzij de faculteit Technische Natuurkunde.
di 11 dec Bowlingtoernooi Kom bowlen met Van der Waals.
46 | N! oktober 2012
29 okt-9 nov Tentamenweken
3-6 dec ma 3 dec N-feest Kom gezellig feesten!
Trainingsdagen Gratis workshops voor studenten.
wo 14 nov Stiefelcantus De Stiefelcommissie organiseert een cantus.
ma 10 dec
di 18 dec
Sinterwaals De goedheiligman deelt cadeautjes uit.
Symposium The dynamics of human behaviour and economy.
kijk voor een actueel overzicht op: www.vdwaals.nl/agenda.php of op www.veni.nl
N! oktober 2012 | 47
How do you print 20 nm structures using 193 nm light waves? Join ASML as a Physics Engineer and help push the boundaries of technology. At ASML we bring together the most creative minds in science and technology to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Our machines image billions of structures in a few seconds, all with an accuracy of a few silicon atoms. And we intend to be imaging even more billions - thanks to our lithography. This will create microchip features of just 20 nm using light waves of 193 nm. That’s like drawing an extremely fine line using an oversized marker. That’s why we need talented Physics Engineers. People who can design sensors, actuators and control models that manipulate light at nanometer levels. People who know how to measure and model deviations from the ideal world. People who want to achieve something that, at first sight, looks simply impossible. If you’re up for it, you’ll be part of a multidisciplinary team with plenty of freedom to experiment and learn new skills. You’ll also be rubbing shoulders with some of the brightest minds around.
www.asml.com/careers