Chemie (2u) - 4 FRWET
Naam : __________________________________ 2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
Een woordje uitleg bij de leerfiches chemie 1
Chemie (2u) - 4 FRWET
0. Een woordje uitleg bij de leerfiches chemie Wat zijn leerfiches en hoe werk je ermee? 1. De leerfiches (LF) chemie zijn een reeks opdrachten, vragen en oefeningen die je dit jaar moet oplossen, beantwoorden en maken en waarmee je het volledige leerplan voor chemie afwerkt (behalve de leerlingenproeven). Aan de leerfiches werk je tijdens het zelfstandig werk (ZW) of thuis. Je mag er natuurlijk ook tijdens de pauzes aan doorwerken . 2. De leerfiches staan niet op zich alleen! Bij alle hoofdstukken horen experimenten in het labo, klasdiscussies en herhalingslessen. Een aantal experimenten zul je zelf uitvoeren, andere zijn demonstratieproeven. Bij je eigen proefnemingen schrijf je telkens ook een verslag (dat soms ook voor andere vakken gequoteerd wordt, bv. Nederlands of informatica). Het labo-werk en de leerfiches vormen dus één geheel.
DRIE GULDEN REGELS 1. Vul de leerfiches zelf in. Ga zelf op zoek naar de antwoorden en maak de oefeningen zonder eerst naar de oplossing te kijken1. Als je de fiches op die manier invult, zul je daarna maar weinig moeten “blokken” voor chemie. 2. Houd de ingevulde fiches bij in je portfolio. 3. Laat je door anderen helpen: vraag om uitleg! Vraag eerst je medeleerlingen om hulp, daarna de leraar.
1
De juiste oplossing of het juiste antwoord zul je vaak ook zelf moeten opzoeken in het leerboek Explosief 2.2. of op de CD-rom Elementaire Chemie. Bij de meeste fiches is er geen correctiesleutel.
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
Een woordje uitleg bij de leerfiches chemie 2
Chemie (2u) - 4 FRWET Hoe werk je met leerfiches?
1. LOS DE VRAGEN EN OPDRACHTEN OP ELKE FICHE ZELFSTANDIG OP (TENZIJ ANDERS VERMELD). Om de antwoorden te vinden heb je een hele resem bronnen ter beschikking: de leerboeken in de klas (bv. Explosief, Chemie in contexten, Chemie Plus), andere boeken in de klasbibliotheek (bv. ABC van de chemie), de CD-rom Elementaire Chemie, het internet (bv. Wikipedia). Je mag natuurlijk ook zelf naar andere bronnen op zoek gaan! De leerfiches zijn niet moeilijk. Ze zijn niets anders dan de leerplandoelstellingen, als vraag geformuleerd. Er zijn dus geen strikvragen bij en je vindt de antwoorden doorgaans duidelijk (en vaak bijna letterlijk) in een van de opgegeven bronnen. Voor sommige opdrachten moet je wel zelf op zoek gaan naar een geschikte bron. Vermeld in dat geval deze bron bij je oplossing.
2. HEB JE TWIJFELS OVER HET JUISTE ANTWOORD ? VERGELIJK JOUW ANTWOORDEN MET EEN ANDERE LEERLING DIE DE FICHES OOK AL OPGELOST HEEFT . BEN JE NOG ALTIJD NIET ZEKER? VRAAG DAN EEN WOORDJE UITLEG AAN JE LERAAR.
Leerlingenlessen. Bij elk hoofdstuk zul je ook een aantal “leerlingenlessen” vinden (je herkent ze aan de dubbele omranding). Alle leerlingen zullen dit jaar (ook voor andere vakken) verscheidene lessen aan de klas moeten geven. Meer uitleg daarover krijg je in de klas. Kies de thema’s die jou liggen!
En nu… (opnieuw) aan de slag !
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
Een woordje uitleg bij de leerfiches chemie 3
Chemie (2u) - 4 FRWET
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten Inleidende les. Wat is aardolie? Waarom is aardolie belangrijk voor de mens? Hoe zou de wereld er uitzien mocht aardolie niet ontdekt zijn? Welke producten zouden we vandaag niet kennen (of in een andere vorm)? Welke problemen zouden we vandaag niet hebben (of zeker in een andere vorm)? Hoe worden de talloze producten op basis van aardolie gemaakt? Hierbij aansluitend krijg je een schrijfopdracht Nederlands. Leerplandoelen hoofdstuk 8: Aan de hand van een chemische formule een representatieve stof classificeren of benoemen als een anorganische of organische stof Het begrip ‘organische stof’ kunnen omschrijven. Organische stoffen onderscheiden van niet organische Door middel van eenvoudige proeven de aanwezigheid van koolstof en van waterstof in organische stoffen aantonen Op basis van de Lewisvoorstelling de bindingsmogelijkheden van het C-atoom afleiden. De ketenstructuur van organische moleculen voorstellen Het model van de atoombinding als gemeenschappelijk elektronenpaar tussen twee atomen voorstellen Structuurformules, brutoformules en namen van alkanen, alkenen en alkynen schrijven. De 3D-structuur van methaan, etheen en ethyn voorstellen (methaan: tetraëdrische structuur; etheen: vlakke trigonale geometrie rond het C-atoom; ethyn: lineaire structuur) Aard van de bindingen (verzadigd, onverzadigd) Bindingshoeken Een verband leggen tussen aggregatietoestand en de ketenlengte van alkanen. Enkele toepassingen van alkanen, alkenen en alkynen bespreken Isomeren van alkanen door structuurformules voorstellen Typische reacties van alkanen, alkenen en alkynen in verband brengen met hun structuurformule (alkanen (met verzadigde bindingen): substitutiereactie; alkenen, alkynen (met onverzadigde bindingen): additiereactie, polymerisatie) Een substitutiereactie van alkanen met dihalogenen door een reactievergelijking voorstellen. Er ontstaat een halogeenalkaan. Het gebruik van halogeenalkanen, bijv. CH3Cl, CH2Cl2, CHCl3, CCl4 Een additiereactie van alkenen en alkynen met dihalogenen door een reactievergelijking voorstellen De structuurformules van methanol en ethanol schrijven en het gebruik toelichten; uitleggen wat alcoholen zijn Methanol als brandalcohol, biobrandstof en ethanol voor consumptie, biobrandstof, ontsmettingsmiddel.
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 4
Chemie (2u) - 4 FRWET
1. Organische stoffen Bronnen: -
C:\elementaire chemie\401_Organische stoffen.htm (en volgende) Explosief 2.2. p. 14-20 Het internet (bv. Wikipedia)
1. Wat bedoelt men vandaag met “organische stoffen”?
Geef de definitie van een “organische stof”:
Organische stoffen bestaan uit _________________ die opgebouwd zijn uit één of meer ________________________ die ________________ en/of aan ___________________ gebonden zijn door middel van ____________________.
Uit deze definitie leren we dat er drie voorwaarden zijn om van een organische stof te spreken: 1) Er moet minstens één ________________atoom aanwezig zijn. 2) Dat _______________atoom is gebonden aan _______________________________ of aan _________________________________ . 3) De binding is een ___________________binding.
Omdat het element _________________________ in alle organische moleculen voorkomt spreken we in plaats van “organische chemie” ook van ___________________chemie .
Als voorbeeld nemen we oxaalzuur en ureum. Opdracht: schrijf de chemische formule + teken de structuurformule2 van
Chemische formule:
Oxaalzuur
Ureum
_________________
_________________
Structuurformule:
2
Definitie en voorbeeld van structuurformule: zie Explosief 2.2. p. 12
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 5
Chemie (2u) - 4 FRWET
Er zijn drie uitzonderingen op de definitie van organische moleculen. De volgende moleculen worden niet beschouwd als organische moleculen : (1) CO of (naam) ____________________________________ (2) CO2 of _________________________________________ (3) De carbonaten (dit zijn verbindingen met CO3), zoals H2CO3 (waterstofcarbonaat of k__________________) en CaCO3 (calciumcarbonaat of ________________________). Deze drie moleculen en molecuulgroepen worden niet in de organische chemie bestudeerd, maar in de _________________________________ chemie.
Opdracht: controleer (met de structuurformule) of alle atomen in oxaalzuur- en ureummoleculen de edelgasconfiguratie bezitten.
Oxaalzuur:
Ureum:
Aantal valentieelektronen
Aantal bindingen
Edelgasconfiguratie?
C-atomen
___________
___________
ja / neen
H-atomen
___________
___________
ja / neen
O-atomen
___________
___________
ja / neen
C-atomen
___________
___________
ja / neen
H-atomen
___________
___________
ja / neen
N-atomen
___________
___________
ja / neen
O-atomen
___________
___________
ja / neen
Toepassingen, denk- en opzoekvragen3 Is de volgende bewering juist of fout? “De meeste organische stoffen (zoals oxaalzuur, ureum, salicylzuur) komen enkel in de natuur voor. Het is niet mogelijk om exact dezelfde moleculen (met dezelfde chemische en fysische eigenschappen) kunstmatig na te maken.” Is deze bewering juist of fout? JUIST / FOUT Verklaar je antwoord : ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 3
Gebruik de opgegeven bronnen om te antwoorden.
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 6
Chemie (2u) - 4 FRWET
Wanneer werden “organische stoffen” voor het eerst zo genoemd? Wat dacht men toen over hun ontstaan? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Leg het verschil tussen organische en anorganische chemie uit (bv. bron: Wikipedia). __________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ o
Hoe heet de tak van de organische chemie die de werking van organische verbindingen in relatie met levende wezens bestudeert? ____________________________
o
Hoe heet de tak van de chemie die zich bezighoudt met de studie van aardolie, petroleum, benzine, enzovoort? ______________________ . Is dit een onderdeel van de organische of de anorganische chemie? ___________________ . Verklaar je antwoord: _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 7
Chemie (2u) - 4 FRWET Intermezzo - Herhaling van enkele belangrijke concepten Zoek het antwoord op de onderstaande vragen zelf op, bv. op Elementaire Chemie (of in om het even welk chemieboek) 1) Wat zijn de “valentieëlektronen” van een atoom? ___________________________ ______________________________________________________________________ 2) Alle atomen streven naar de edelgasconfiguratie. Leg met je eigen woorden uit wat dit betekent. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
3) Hoeveel valentieëlektronen hebben de meeste atomen in de edelgasconfiguratie? ____ De enige uitzonderingen zijn waterstof (H) en helium (He). Zij hebben slechts _______ elektronenschil hebben dus maximum _____ valentieëlektronen. 4) Hoe heten de zes elementen waarvan de atomen de edelgasconfiguratie al bezitten? Noem ze en geef hun chemisch symbool. Dat zijn de zes e_________________________ : __________________(He) , ___________________ ( _____), ____________________ ( _____), ______________________ ( _____), ___________________( _____), _____________________ ( _____).
5) Teken de Lewis-voorstelling van a) natrium, b) chloor, c) argon
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 8
Chemie (2u) - 4 FRWET 6) Herhaling: drie soorten verbindingen tussen atomen: Vorig jaar leerde je drie verschillende soorten chemische bindingen kennen: 1) Ionen trekken elkaar aan. De elektrische kracht bindt ze aan elkaar en daarom is dit een zeer sterke binding (dus een hoge smelttemperatuur). Dit is de _______binding. Wat zijn ook weer ionen? Ion = _____________________________________________________ Hoe ontstaan ionen? 1) ofwel omdat een atoom een of meer valentie-elektronen afstaat : het ion is dan positief / negatief geladen. 2) ofwel omdat een atoom een of meer valentie-elektronen opneemt : het ion is dan positief / negatief geladen.
2) Metaalatomen staan één of meer valentie-elektronen af. Er ontstaat een elektronenzee. De positief geladen metaalatomen en de negatief geladen elektronenzee creëren een zogenaamd “metaalrooster”. Dit is de ________________binding. 3) Atomen “delen” valentieëlektronen met elkaar en bereiken zo de edelgasconfiguratie. Dit is de ___________binding of covalente binding. De aantrekking tussen de atomen is minder sterk dan bij de ionbinding, de smelttemperatuur ligt dus hoger / lager.
Toepassing. (Je mag bij deze oefening elk element maar één keer gebruiken) Geef drie voorbeelden van een metaalbinding : _____________
________________
________________
Geef drie voorbeelden van een ionbinding : _____________
________________
________________
Geef drie voorbeelden van een atoombinding : _____________
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
________________
________________
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 9
Chemie (2u) - 4 FRWET Herhalingsvragen en oefeningen 1. Welke koolstofverbindingen zijn geen organische stoffen? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 2. Klasseer de volgende stoffen als organisch of anorganisch (zoek indien nodig de chemische formule zelf op). Geef ook telkens kort de reden aan: Organisch (O) of Stof
Chemische formule
Waarom? Anorganisch (A) ?
Water Glucose Ammoniak Pentaan Dizuurstof Natriumcarbonaat (keukenzout) Koolstofmonoxide
3. Zelfde opgave : organische stof of anorganische stof? CH4
organisch / anorganisch
CO2
organisch / anorganisch
H2
organisch / anorganisch
C2H4
organisch / anorganisch
HCl
organisch / anorganisch
CaCO3
organisch / anorganisch
Fe
organisch / anorganisch
C2H2
organisch / anorganisch
C2H6
organisch / anorganisch
CH3CH2OH
organisch / anorganisch
(Oplossing: zie voetnoot op volgende pagina)
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 10
Chemie (2u) - 4 FRWET
2. Bindingsmogelijkheden van het koolstofatoom Bronnen:
C:\elementaire chemie\402_Bindingsmogelijkheden van C.htm Explosief 2.2. p. 21-25
1. Teken de atoomvoorstelling (Rutherford) van het koolstofatoom (= de kern met neutronen en protonen + de elektronenschalen) [herhaling]
2. Schrijf de Lewisvoorstelling van het koolstofatoom [herhaling] : ___________ 3. Waarom kan een koolstofatoom onmogelijk een stabiel ion vormen (C4+ of C4-)? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________
4. Vul aan of schrap wat niet past4:
Het koolstofatoom heeft (hoeveel?) ___________ valentie-elektronen. Het moet dus (hoeveel?) _________ bindingen aangaan om stabiel te worden.
Koolstof is een metaal / niet-metaal (zoek eventueel op hoe metalen in de chemie gedefinieerd worden).
Koolstof kan de volgende bindingen aangaan met andere elementen (schrap wat niet past): 1. Ionbinding 2. Atoombinding 3. Metaalbinding
4
Oplossing van oefening 3 op de vorige bladzijde: in de linkerkolom zijn drie stoffen anorganisch, in de rechterkolom twee. Alle andere zijn organische stoffen.
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 11
Chemie (2u) - 4 FRWET 5. Teken zonder hulpmiddelen de structuurformule (met verbindingsstreepjes) van de volgende moleculen [herhaling]. Zoek daarna de naam op en vergelijk met de juiste oplossing op Elementaire Chemie: a) CH4 (naam: ___________________)
b) CO2 (naam: _____________________)
c) HCN (naam: waterstofcyanide)
6. Teken hieronder de vier mogelijke verbindingen die het C-atoom kan aangaan (zie overzichtskadertje op Elementaire Chemie):
7. Vul aan : Wanneer de koolstofatomen onderling verbindingen aangaan (dus: bij C-Cverbindingen) kunnen twee verschillende vormen ontstaan: ofwel lange _________________________ (voorbeeld: ________________), ofwel gesloten _______________, ook ________structuren genoemd (voorbeeld: ________________).
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 12
Chemie (2u) - 4 FRWET Oefeningen. Maak deze oefeningen zonder hulp. Controleer pas daarna je antwoorden met Elementaire Chemie. Oef. 1. Schrijf voor elk van de volgende moleculen de structuurformules (met streepjes, zoals in het voorbeeld a) en leg (mondeling, voor jezelf) uit hoe de edelgasconfiguratie rond elk atoom verwezenlijkt wordt.
a. H2
H–H
b. O2
c. N2
d. S8 (ringstructuur)
e. CCl4
f.
H2O
g. C5H12
Oef. 2. Leg met het voorbeeld van CH4 (methaan) zo precies mogelijk uit hoe de atoombinding op elektronenniveau tot stand komt. [herhaling; schrijf eerst de structuurformule] __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 13
Chemie (2u) - 4 FRWET Oef. 3. Hieronder zie je een staafjesmodel van verschillende moleculen. Schrijf telkens de structuurformule en de chemische formule op. Ken je ook de naam van de molecule?
Bij elk voorbeeld is aangegeven uit welke atomen de moleculen zijn opgebouwd. Soms is een dubbele binding nodig om de edelgasconfiguratie te bereiken (in de tekeningen is dat niet duidelijk te zien, maar je kunt dit zelf afleiden…). a) Deze molecule bestaat uit zwavel-atomen Structuurformule:
Chemische formule:
Naam:
b) Deze molecule bestaat uit koolstof- en waterstofatomen Structuurformule:
Chemische formule:
Naam:
c) Deze molecule bestaat uit koolstof- en waterstofatomen Structuurformule:
Chemische formule:
Naam:
d) Deze molecule bestaat uit koolstof- en waterstofatomen
Structuurformule:
Chemische formule:
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
Naam:
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 14
Chemie (2u) - 4 FRWET
3. Alkanen (1) : wat zijn alkanen? Bronnen:
C:\elementaire chemie\403a_Alkanen.htm (en volgende) Explosief 2.2. p. 27-35 Internetbronnen
1. Twee definities Koolwaterstoffen :
zijn stoffen waarvan de moleculen bestaan uit slechts twee elementen, nl. __________________ (___) en ____________________ (____) .
Verzadigde koolwaterstoffen:
bevatten alleen ______________________ verbindingen.
2. Wat zijn alkanen? Definitie : Alkanen zijn v________________koolwaterstoffen : koolwaterstoffen met alleen maar _________________ verbindingen.
Alkanen zijn de meest eenvoudige organische stoffen. 3. Methaan : het eenvoudigse alkaan (met één C-atoom). De chemische formule van methaan is ___________ . Teken de (tweedimensionale) structuurformule van methaan :
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 15
Chemie (2u) - 4 FRWET
www
Geef een andere benaming voor methaan : _____________gas
Waar komt methaan in de natuur zoal voor (geef drie voorbeelden) : ______________________, ______________________, _______________________
Noem drie toepassingen van methaan: ______________________________________________________
______________________________________________________
______________________________________________________
Zoek vier eigenschappen van methaan op:
______________________________________________________
______________________________________________________
______________________________________________________
______________________________________________________
4. Ruimtelijke structuur van een methaanmolecule In de 2D-structuurformule (zie vorige bladzijde) lijken de H- en de C-atomen een hoek van 90° te vormen. Echter, de ruimte is niet twee- maar driedimensionaal ! In werkelijkheid bedraagt de hoek (afgerond op 1°) _________ °. De vier waterstofatomen liggen op de hoekpunten van een t_________________________ rond het centrale koolstofatoom. Daarom spreken we in het geval van methaan van een t______________________structuur. (voorbeeld: zie de schets hieronder).
1 - tetraëderstructuur van methaan
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 16
Chemie (2u) - 4 FRWET 5. Andere alkanen : koolstofketens
Alkanen kunnen ook meer dan één koolstofatoom bevatten. Ze vormen dan een zogenaamde “koolstofketen”.
Opdracht : teken de structuurformule van het alkaan met a) twee en b) drie C-atomen. Geef ook de chemische formule en de naam a) het alkaan met 2 C-atomen per molecule
b) het alkaan met 3 C-atomen per molecule
Formule:
_____________________
Formule:
___________________
Naam:
_____________________
Naam:
___________________
6. Alkanen : algemene chemische formule (vul aan)
De algemene chemische formule voor alkanen is:
C___ H___
7. De alkanen op een rijtje. Vul de tabel volledig in
Naam
Chemische Formule
Kookpunt
Methaan
CH__
-164 ° C
Structuurformule
Zaagtandformule
C2H__
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 17
Chemie (2u) - 4 FRWET
Naam
Chemische Formule
Kookpunt
Structuurformule
Zaagtandformule
C3H__
C4H__
Pentaan
C5H__
C6H__
C7H__
C8H__
C9H__
C10H__
C11H__
C12H__
Leerstof: Je moet de chemische formule, de naam, de structuurformule en de zaagtandformule van de eerste tien alkanen kennen (dus tot en met decaan)5.
5
In Explosief 2.2. vind je op p. 28 een tip om de namen makkelijker te onthouden.
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 18
Chemie (2u) - 4 FRWET
Besluit (vul aan) : De algemene formule van alkanen is : CnH____
8. Wat kun je uit de tabel afleiden in verband met het kookpunt van de alkanen? _________________________________________________________________ . Hoe kun je dit verklaren uit de chemische structuur van de alkaanmoleculen? _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ 9. Aggregatietoestand van alkanen. Vul in:
De eerste __________ alkanen zijn (bij normale __________________: atmosferische druk, kamertemperatuur) ______________. Vanaf ____________ t.e.m. hexadecaan zijn het ______________. En vanaf heptadecaam zijn het ______________________.
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 19
Chemie (2u) - 4 FRWET
4. Alkanen (2) : voorkomen en gebruik 1. Vul in. Kies uit : tankschepen, autogas, benzine, aanstekers, aardgas (2x), pijpleidingen, gistingsprocessen, gasterminal, afvalwaterzuiveringsstations, gasolie, herkauwers, stalen flessen, kerosine, brandstof. (De chemische formules moet je zelf opzoeken) Methaan (formule: _____________) is het hoofdbestanddeel van ___________________ . Ook bij ____________________ kan methaan ontstaan, bv. in de maag van _________________ of in het slib van________________________________. Methaan wordt vaak via _____________________ of _______________________ aangevoerd (bv. de ____________________ in de haven van Zeebrugge).
Propaan (formule: ________________) wordt vaak als ____________________ gebruikt op plaatsen waar geen _____________leiding aanwezig is (voorbeeld: gasflessen voor het koken).
De brandstof die we in _________________ terugvinden is butaan. Het wordt ook in _____________ __________________ verkocht (bv. campinggas).
_______________ of LPG (liquefied petroleum gas of liquid propane gas) bestaat voornamelijk uit propaan of butaan. Zoals de (Engelse) naam zegt wordt het doorgaans in vaste / vloeibare / gasvormige toestand vervoerd en opgeslagen. Daarvoor is een hoge / lage temperatuur nodig. De meeste brandstoffen voor motoren (_____________, ______________, ______________ of diesel) en ook stookolie bestaan voornamelijk uit ________________.
2. Noem nog vier andere producten waarin alkanen voorkomen: _________________________
__________________________
_________________________
__________________________
Tip: vat de toepassingen van alkanen (puntjes 1 en 2 hierboven) samen in een overzichtelijk schema of een mindmap. Gebruik hiervoor een apart blad. 2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 20
Chemie (2u) - 4 FRWET
Leerlingenles (of: thema voor vrij project) : benzine of diesel? Opdracht: geef een lesje van 20 minuten over ‘benzine vandaag’. De volgende onderwerpen moeten zeker aan bod komen.
Waaruit bestaat benzine? Hoe wordt benzine gewonnen? Waar gebeurt dit? Hoe wordt het getransporteerd? Noem enkele belangrijke eigenschappen van benzine. Welke soorten benzine kun je aan de pomp tanken? Wat is het verschil? Hoe maakt men benzine minder milieuvervuilend? Wat betekent het octaangetal? Welke brandstoffen voor auto’s bestaan er naast benzine nog (in de gewone handel)?
Uitbreiden met andere thema’s mag (bv. benzine of diesel? Wat is het verschil in werking op het vlak van de motor? Welke keuze raad jij aan en waarom?)! Vat je les samen op één blz. A4 (zakelijke tekst) en deel dit uit. Eindig je les met een eenvoudige toets (een drietal vragen).
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 21
Chemie (2u) - 4 FRWET
5. Alkanen (3) : isomeren Bronnen:
C:\elementaire chemie\403b_Alkanen.htm Explosief 2.2. p. 28-29
Lees aandachtig beide opgegeven bronnen alvorens je de fiche invult.
1. Wat zijn isomeren? Vul aan: Isomeren zijn moleculen met _________________________________________________ ________________________________________________________________________ .
2. Schrijf de structuurformule en de zaagtandformule van de twee isomeren van butaan C4H10:
Butaan (= n-butaan) : Structuurformule
Zaagtandformule
Iso-butaan (= methylpropaan) Structuurformule
Zaagtandformule
Vraag: Waarom bestaat er geen derde isomeer van butaan? _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 22
Chemie (2u) - 4 FRWET 3. Schrijf de structuurformule en de zaagtandformule van de drie isomeren van pentaan C5H12:
Pentaan: Structuurformule
Zaagtandformule
2-methylethaan Structuurformule
Zaagtandformule
2,2-dimethylpropaan Structuurformule
Zaagtandformule
Leerlingenles : de nomenclatuur van vertakte alkanen (bv. “4-ethyl-3-methyloctaan”) Opdracht: geef een herhalingsles van 15 minuten over de nomenclatuur van vertakte alkanen.
Leg het principe van de naamgeving uit (voor eenvoudige gevallen) Geef enkele voorbeelden Laat de leerlingen enkele oefeningen maken
Vat je les samen op één blz. A4 en deel dit uit. Tip: Maak gebruik van beide hierboven genoemde bronnen (Explosief 2.2. en Elementaire Chemie)
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 23
Chemie (2u) - 4 FRWET
6. Alkanen (4) : substitutiereacties Bronnen:
C:\elementaire chemie\403b_Alkanen.htm, onderaan op de pagina Explosief 2.2. p. 36-40 (vooral p. 36-38)
9.1. Substitutiereacties van alkanen met dihalogenen. Zelf opzoeken
1. Wat zijn dihalogenen? Het woord di-halogenen bestaat uit twee elementen : di- (= twee) en –halogenen. a) Halogenen. Neem het periodiek systeem der elementen (PSE). Daar vind je de aanduiding “halogenen”. De halogenen zijn de elementen uit de (hoeveelste?) ______________ hoofdgroep van het PSE. Alle halogenen hebben dus ______ valentieëlektronen. De eerste vier halogenen uit het PSE zijn: ______________ (symbool : ____),
______________ (symbool : ____),
______________ (symbool : ____),
______________ (symbool : ____).
b) Dihalogenen Dihalogenen zijn – de naam zegt het al – moleculen uit twee halogenen, bv. Cl2 of F2. Opgave: teken de structuurformule van I2 (naam : __________________)
Parate kennis : met welke binding hebben we bij dihalogenen te maken? Ionbinding – atoombinding – metaalbinding Waarom? __________________________________________________ __________________________________________________________
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 24
Chemie (2u) - 4 FRWET 2. Substitutiereacties van alkanen
H
H
H
H
H
H
C
C
C
C
C
Br H
H
H
H
H
+ H Br
1-broompentaan
H
H
H
H
H
H
C
C
C
C
C
H
H
H
H
H
H
+ Br 2 U.V.
H
H
H
H
H
H
C
C
C
C
C
H
Br H
H
H
+ H Br
H
2-broompentaan
H
H
H
H
H
H
C
C
C
C
C
H
H
Br H
H
+ H Br
H
3-broompentaan
Op de tekening hierboven staat de substitutiereactie van ________________ met ________________ afgebeeld. De aanduiding “U.V.” staat voor “ultraviolet licht”. Het betekent dat UV-licht nodig is om de reactie mogelijk te maken. Bekijk de tekening aandachtig. Leg met je eigen woorden uit wat er tijdens de reactie gebeurt: 1) Met het dibroom: ______________________________________________________ _____________________________________________________________________ 2) Met het pentaan: ______________________________________________________ _____________________________________________________________________ 3) Met één van de losgeslagen broom-atomen: ________________________________ _____________________________________________________________________ 4) Met het andere losgeslagen broom-atoom : _________________________________ _____________________________________________________________________
Vul de reactievergelijking aan (indexen én coëfficiënten!).
C__H__ +
Br__
(U.V.)
C__H__Br + HBr
Bij deze reactie ontstaat het halogeenalkaan ___________ . 2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 25
Chemie (2u) - 4 FRWET Opm. Omdat het halogeen (in dit geval broom) zich op verschillende plaatsen aan het alkaan kan hechten, spreken we van isomeren. Bekijk de tekening hierboven en verklaar het verschil tussen 1-broompentaan, 2-broompentaan, 3broompentaan. _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ Waarom bestaat 4-broompentaan niet? _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________
Definities. Vul aan (Explosief 2.2. p. 39) : - Een substitutiereactie is ____________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ - Een halogeenalkaan is _____________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________
Samenvatting. Vul in : substitutie, UV-licht, dihalogenen, halogeenalkanen, alkanen Wanneer ____________________ in contact komen met __________________________ in aanwezigheid van ______________________, treden ___________________reacties op. De reactieproducten daarvan noemen we _______________________________ .
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 26
Chemie (2u) - 4 FRWET
Toepassing
1) Leg het mechanisme van de substitutiereactie uit voor de volgende gevallen. Schrijf telkens de reactie zoals in het kadertje op de vorige bladzijde én schrijf de reactievergelijking. a) methaan en dichloor
Reactievergelijking:
b) hexaan en dijood
Reactievergelijking:
2) Leg uit welke isomeren van monochloorhexaan kunnen optreden en geef voor elk isomeer de naam.
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 27
Chemie (2u) - 4 FRWET
7. Alkanen (4) : vragen en oefeningen Tip: Maak deze oefeningen op een apart blad en zonder hulpmiddelen. REEKS 1 : herhaling van de leerstof (zelf oplossen en controleren) 1. Geef de chemische formule, de naam, de structuurformule en de zaagtandformule van nethaan, n-propaan, n-butaan. 2. Geef
a) de definitie van “alkanen” in twee woorden (zorg dat je deze woorden ook kunt verklaren) b) de algemene chemische formule voor alkanen.
3. Verklaar waarom het smelt- en kookpunt van alkanen hoger worden naarmate de keten langer wordt. 4. Leg uit: de 3D-structuur van methaan. 5. Noem enkele toepassingen van methaan, ethaan, propaan, butaan. 6. Wat is de aggregatietoestand van de alkanen bij kamertemperatuur en atmosferische druk? 7. Leg kort uit: L.P.G., benzine, kerosine, gasolie (diesel), stookolie. Noem nog enkele andere toepassingen van alkanen. 8. Leg uit wat halogeenalkanen zijn en hoe ze ontstaan. Gebruik de juiste terminologie. REEKS 2: toepassing van de leerstof 9. Vul de tabel aan (dit moet je zonder hulpmiddelen kunnen) : Aantal C-atomen
Stamnaam
1
meth-
2 3 4 5 6 7 8 9 10
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 28
Chemie (2u) - 4 FRWET 10. Met C6H14 als brutoformule kunnen 5 isomeren geschreven worden. Doe dat. Schrijf van elk isomeer de structuur- én de zaagtandformule. In deze eerste oefening krijg je de naam van het isomeer om je te helpen: a) n-hexaan
b) 2-methylpentaan
c) 3-methylpentaan
d) 2,2-dimethylbutaan
e) 2,3-dimethylbutaan
Oplossing : zie elementaire chemie\403b_Alkanen.htm.
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 29
Chemie (2u) - 4 FRWET 11. Met C7H16 als brutoformule kunnen 9 isomeren geschreven worden. Doe dat en geef van elk isomeer de naam. Gebruik een apart blad. Oplossing : zie elementaire chemie\403b_Alkanen.htm. 12. Maak de meerkeuze-oefening “Nomenclatuur alkanen” op elementaire chemie\403b_Alkanen.htm (onderaan op de pagina). 13. Geef de structuurformule van: a. 3-methyloctaan
b. 4-ethyl-3-methyloctaan
c. 3,4-dimethyloctaan
d. 3,3-dimethyloctaan
e. 4-ethyl-3,6-dimethyloctaan
Oplossing: zie correctiesleutel chemie in de klas (Explosief 2.2. p. 32 oef. 3)
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 30
Chemie (2u) - 4 FRWET 14. Beschouw de reactie tussen propaan en dichloor, in de aanwezigheid van UV-licht. a. Geef de reactievergelijking
b. Schrijf de structuurformule, de zaagtandformule en de naam van de isomeren die kunnen ontstaan.
Verdieping van de leerstof. Wil je wat dieper in de leerstof over koolstofchemie graven? Neem dan hier een kijkje: -
http://www.daanvanalten.nl/scheikunde/module04/nomenclatuur.html#04 http://www.daanvanalten.nl/scheikunde/module11/koolstofchemie.html
-
In het boek Chemistry, Concepts and Connections (van Charles H. Corwin – in de klasbib) vind je vanaf p. 641 een hoofdstuk over organische chemie. Je kunt er de leerstof in het Engels herhalen + uitdiepen (+ inoefenen).
-
Zin om nog een stapje verder te gaan? Kijk dan in College Chemistry, hoofdstuk 15 ‘Organic Chemistry and Biochemistry’. Je vindt het boek (met honderden oefeningen!) in de klasbib.
Zelfs in asfalt leven microben. Dit artikel stond op 11 augustus 2014 in De Standaard online:
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 31
Chemie (2u) - 4 FRWET
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 32
Chemie (2u) - 4 FRWET
8. Alkenen (1) : Definitie, voorkomen, nomenclatuur Bronnen:
C:\elementaire chemie\404a_Alkenen.htm (en volgende) Explosief 2.2. p. 41-47 Internetbronnen
1. Herhaling en uitbreiding Koolwaterstoffen zijn stoffen waarvan de moleculen bestaan uit slechts twee elementen, nl. __________________ en ____________________. Verzadigde koolwaterstoffen bevatten alleen ______________________ verbindingen. Onverzadigde koolwaterstoffen bevatten naast enkelvoudige ook __________________ atoombindingen.
2. Wat zijn alkenen?
Definitie : Alkenen zijn __________________ ________________________ .
3. Etheen : het eenvoudigste al________. De chemische formule van etheen is ___________ . Noteer de structuurformule van etheen :
www
Geef een andere (oudere) benaming voor etheen : _____________ Etheen is de meest geproduceerde petrochemische stof ter wereld en kent als grondstof voor allerlei verbindingen veel toepassingen in de industrie en de chemie.
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 33
Chemie (2u) - 4 FRWET
Zoek op waar etheen in de natuur voorkomt en welke functie het heeft. Geef drie voorbeelden. 1) ________________________________________________________________ ________________________________________________________________ 2) ________________________________________________________________ ________________________________________________________________ 3) ________________________________________________________________ ________________________________________________________________ (bronnen: ______________________________________________)
Zoek drie toepassingen van etheen (eventueel als grondstof van andere producten) in de industrie of de chemie 1) ________________________________________________________________ ________________________________________________________________ 2) ________________________________________________________________ ________________________________________________________________ 3) ________________________________________________________________ ________________________________________________________________ (bronnen: ______________________________________________)
Op Elementaire Chemie lezen we dat men “alkenen wint uit het kraakproces”. Zoek op wat chemisch kraken betekent. Vat dit vervolgens kort samen:
_______________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 34
Chemie (2u) - 4 FRWET Ruimtelijke structuur van etheen In de 2D-structuurformule van etheen lijken de H- en de C-atomen een hoek van 90° te vormen. Dat is misleidend, want in werkelijkheid bedraagt de hoek _________ °. De twee waterstofatomen liggen op de hoekpunten van een _________________ ______________________ driehoek rond het centrale koolstofatoom. Daarom spreken we in het geval van etheen van een v_____________ t______________________structuur. (voorbeeld: zie de schets hieronder).
2 – Twee voorstellingen van de “vlakke trigonale structuur” van etheen: staafjesmodel en bolkapmodel. Merk op dat de atomen in één vlak liggen (ze vormen dus geen ruimtelijke hoek met elkaar). Let ook op de dubbele binding (alleen zichtbaar in het staafjesmodel).
Teken de vlakke trigonale structuur van de etheenmolecule over (zie Elementaire Chemie) en duid de verschillende hoeken aan:
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 35
Chemie (2u) - 4 FRWET 4. Andere alkenen : koolstofketens. Alkenen kunnen ook meer dan twee koolstofatomen bevatten. Opdracht : teken de structuurformule en de zaagtandformule van het alkeen met drie koolstofatomen (let op de hoek die bij een enkelvoudige binding ontstaat; bij de dubbele binding bedraagt de hoek tussen de C-atomen 0°). Geef ook de chemische brutoformule en de naam. Structuurformule:
Zaagtandformule:
Brutoformule:
_____________________
Naam6:
_____________________
5. Alkenen : algemene chemische (bruto)formule
De algemene chemische formule voor ALKANEN is:
C___ H___
De algemene chemische formule voor ALKENEN is:
C___ H___
6. Alkenen: nomenclatuur Lees aandachtig de regels voor de naamgeving (nomenclatuur) van alkenen op C:\elementaire chemie\404b_Alkenen.htm. Deze regels moet je kunnen toepassen in oefeningen! Wat is de correcte naam van dit alkeen?
Tip: vat de regels schematisch samen op een apart blad. 6
Omdat er maar één mogelijkheid is om deze molecule te vormen, wordt er geen index aan de naam toegevoegd.
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 36
Chemie (2u) - 4 FRWET 7. Enkele alkenen op een rijtje. Vul de tabel aan (zie Explosief 2.2.)
Naam
Brutoformule
Etheen
C2H__
Kookpunt
Koolstofskelet
C3H__
1-_____een
C4H__
1-___________
C5H__
8. Wat kun je uit de tabel afleiden in verband met het smeltpunt van de alkenen? _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ 9. Oefening. Geef de naam van de volgende alkenen en schrijf de formule telkens ook op een andere manier (tip voor opgave 1 : 2-____thyl-2-____een): Naam: Alternatieve formule:
Oplossing: zie C:\elementaire chemie\404b_Alkenen.htm
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 37
Chemie (2u) - 4 FRWET 10. Geef alle mogelijke isomeren (5) van C5H10. Schrijf de formules (zaagtandformules) en geef de namen (oplossing: zie C:\elementaire chemie\404b_Alkenen.htm)
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 38
Chemie (2u) - 4 FRWET
9. Alkenen (2) : additie- en polymerisatiereacties Bij alkenen kunnen twee soorten reacties optreden: additiereacties en polymerisatiereacties 1. Additiereacties Vooraf: Wat zijn waterstofhalogeniden? Een waterstofhalogenide is een verbinding van waterstof (____) met een halogeen (bv. _____, _____, ____). De belangrijkste waterstofhalogeniden zijn: Waterstoffluoride : Waterstofbromide:
______ ______
Waterstofchloride (zoutzuur) : _____ Waterstofjodide : _____
Wat gebeurt bij een additiereactie?
De dubbele binding _______________________________________________________ _______________________________________________________________________ Aan beide koolstofatomen _________________________________________________ _______________________________________________________________________
We beschouwen vier soorten additiereacties bij alkenen. Vul telkens het reactieschema aan. Geef ook de naam van het reactieproduct: 1. Additie van dihalogenen (bv. ___, ____, ____). Er ontstaan ________________ ___________________ .
2. Additie van waterstofhalogeniden (HX, bv. ______, ______, ______, _____). Er ontstaan ________________ ___________________.
3. Additie van water (_____). Er ontstaan _____________________ .
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 39
Chemie (2u) - 4 FRWET Denk even na: wat is de structuurformule van de alcoholen propanol, butanol, methanol? Propanol :
Butanol :
Methanol :
Alcoholen herkennen we aan de aanwezigheid van een _____-groep.
4. Additie van waterstofgas of diwaterstof (____). Er ontstaan _________________ .
-------------Denkvraag: Waarom is een additiereactie bij alkanen niet mogelijk? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
2. Polymerisatiereacties Schrijf schematisch de polymerisatie van etheen (cf. Elementaire Chemie) :
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 40
Chemie (2u) - 4 FRWET Bij een polymerisatie7 van alkenen worden _______________________________________ _________________________________________________________________________ . Het gevormde product noemen we _________________ (ook wel ___________________) .
3. Oefening. Geef de formule en de naam van het product dat ontstaat bij de volgende reacties (oef. 4 is een extra-oefening (bonusvraag!)): Formule:
Naam:
Oplossing: C:\elementaire chemie\404b_Alkenen.htm
7
Gr. “poly” = veel
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 41
Chemie (2u) - 4 FRWET 4. Samenvatting: vul het schema aan Additiereacties
Polymerisatiereacties
Leerlingenles : de productie van kunststoffen door kraken, polymerisatie, additiereacties Opdracht: geef een lesje van max. 20 minuten over de productie van kunststoffen.
Vertrek vanuit alkenen. Leg uit: additiereactie. Geef voorbeelden (gebruik schema’s én reactievergelijkingen). Leg uit: kraken en stoomkraken, katalytisch kraken (wat is een katalysator?) Leg uit waarom alkanen voor additiereacties niet in aanmerking komen.
Gebruik schema’s en reactievergelijkingen! Deel een uitgeschreven samenvatting van je les uit (dit mogen Powerpoint-slides zijn, zolang ze duidelijk genoeg zijn). Eindig je les met een eenvoudige toets (3-tal vragen). Vermeld de gebruikte bronnen!
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 42
Chemie (2u) - 4 FRWET
10.
Alkynen
Bronnen:
C:\elementaire chemie\405a_Alkynen.htm (en volgende) Explosief 2.2. p. 50-53 Internetbronnen
1. Wat zijn alkynen?
Definitie : Alkynen zijn __________________ koolwaterstoffen waarin minstens één ____________________ binding voorkomt.
2. Het eenvoudigse alkyn is _____________, met als chemische formule ___________ . Structuurformule (gebruik streepjes, geen bolletjes):
www
Geef een andere benaming voor ethyn : _____________
Waarom moet men bij het gebruik en transport van ethyn bijzondere voorzorgsmaatregelen nemen? _______________________________________________________________ ____________________________________________________________________.
Geef drie voorbeelden van het gebruik van ethyn in de industrie. 1) ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ 2) ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ 3) ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________
(bronnen: _________________________________________________________________ )
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 43
Chemie (2u) - 4 FRWET
Ruimtelijke structuur van alkynen
In een ethyn-molecule vormen de H-atomen een hoek van ________° met het koolstofatoom. Daarom spreken we in het geval van ethyn van een ________________structuur. (voorbeeld: zie de schets hieronder).
3 – Twee voorstellingen van de lineaire structuur van ethyn (staafjesmodel en bolkapmodel). Merk op dat de atomen in één vlak liggen (ze vormen dus geen ruimtelijke hoek met elkaar). Let ook op de drievoudige C-binding.
Teken de lineaire structuur van de ethynmolecule over (zie Elementaire Chemie) en duid de verschillende hoeken aan:
3. Andere alkynen : koolstofketens
Alkynen kunnen meer dan twee koolstofatomen bevatten.
Opdracht : teken de structuurformule van de alkynen propyn en 2-butyn. Geef ook de chemische formule b) propyn
Formule:
b) 2-butyn
_____________________
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
___________________
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 44
Chemie (2u) - 4 FRWET 4. Samengevat: chemische brutoformule
De algemene chemische formule voor ALKANEN is:
C___ H___
De algemene chemische formule voor ALKENEN is:
C___ H___
De algemene chemische formule voor ALKYNEN is:
C___ H___
5. Enkele alkynen op een rijtje. Vul de tabel aan (zie Explosief 2.2.)
Naam
Chemische Formule
Ethyn
C2H__
Kookpunt
Koolstofskelet
C3H__
1-________
C4H__
2-________
C4H__
6. Nomenclatuur van alkynen. Zie C:\elementaire chemie\405b_Alkynen.htm. Lees dit aandachtig, maar eventueel enkele notities. Het principe is hetzelfde als bij de isomeren van de alkanen en alkenen.
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 45
Chemie (2u) - 4 FRWET
7. Oefening. Geef de naam van de volgende alkynen en schrijf de formule telkens op een andere manier (één van de structuren is onmogelijk. Welke?). Naam:
Formule:
Oplossing: C:\elementaire chemie\405b_Alkynen.htm
8. Leg zo volledig mogelijk uit : de additiereactie van ethyn met dibroom
Geef de reactievergelijking in woorden (bv. “A reageert met B en er wordt C gevormd”)
Geef de reactievergelijking met chemische formules (én de juiste coëfficiënten).
Leg uit welke bindingen verbroken worden en welke nieuwe bindingen ontstaan
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 46
Chemie (2u) - 4 FRWET 9. Samenvattend: additiereacties bij alkynen:
10. Geef de naam en het eindreactieproduct bij de volgende additiereacties (tussenstap niet verplicht, wel handig). De derde oefening is extra (bonus).
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 47
Chemie (2u) - 4 FRWET 11. Tot slot : Wat zijn PVC’s? Leg uit : a. wat de afkorting betekent, b. hoe PVC’s chemisch opgebouwd zijn en hoe ze vervaardigd worden (bron: p. 12 van het Meerboek Elementaire Chemie, in de klas) en c. waar PVC’s toegepast worden (geef voorbeelden).
Slotles (klassikaal) : wat hebben we in dit hoofdstuk geleerd?
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 8. Aardolieproducten 48