Chatcoachen – Een zinvolle vorm van online coachen Eerst doen, dan geloven
Myra Ponte Wetenschappelijk begeleider: Drs. Alexander Waringa
Wetenschapswinkel Universiteit van Tilburg
Maart 2010 Universiteit van Tilburg Wetenschapswinkel Postbus 90153 5000 LE Tilburg Tel. 013-4662645 E-mail:
[email protected] Internet: www.uvt.nl/wetenschapswinkel ISBN: 978-90-8838-035-8
Voorwoord Op verzoek van KrijnenCoaching&Concern (KCC) heeft Myra Ponte voor de Wetenschapswinkel onderzoek gedaan naar het effect van een specifieke vorm van e-coachen: chatcoachen. Coaching wordt steeds meer als ontwikkelingstool (HR-middel) ingezet op de werkplek. Een relatief nieuwe manier van coachen is e-coaching. Met ecoaching vindt het coachproces online plaats en verloopt de communicatie tussen coachee en coach niet via het gesproken maar via het geschreven woord. Hierin verschilt e-coaching met de traditionele manier van coachen, waarbij je elkaar spreekt en in de ogen kunt kijken. Over het algemeen wordt dit fysiek aspect gezien als een absolute voorwaarde voor een succesvol coachingstraject. Online coaching heeft echter zijn eigen sterke kanten. Zo blijkt uit praktijkervaring dat de voordelen van e-coaching voornamelijk liggen op het gebied van tijdsbesparing, grootschalige beschikbaarheid en verhoogde toegankelijkheid. Het verkennend onderzoek van Myra Ponte wijst uit dat het inzetten van e-coaching in een arbeidsgerelateerde situatie een zinvolle bijdrage kan leveren aan de persoonlijke ontwikkeling van medewerkers. Iris Sliedrecht Coördinator Wetenschapswinkel
Inhoudsopgave Voorwoord
iii
Inhoudsopgave
v
Samenvatting
1
1
Inleiding 1.1 Reden van het onderzoek 1.2 Het ontstaan van e-coaching 1.2.1 E-learning 1.2.2 E-therapie 1.2.3 E-coaching 1.3 Vormen van e-coaching 1.3.1 Asynchroon 1.3.2 Synchroon 1.4 De voordelen en nadelen van e-coaching 1.4.1 Voordelen van e-coaching 1.4.2 Nadelen van e-coaching 1.5 Online coachen via het chatprogramma de ‘ChatCoach’ 1.6 De aanleiding tot het ontwikkelen van de ‘ChatCoach’ 1.7 Kwaliteit van binnenuit 1.8 Onderzoeksvraag 1.9 Deelvragen
3 3 4 4 5 6 7 7 8 9 9 10 11 11 12 15 15
2
Methode van onderzoek 2.1 Onderzoekstype 2.2 Onderzoeksdoelgroep 2.3 Onderzoeksfases en dataverzameling 2.3.1 Onderzoeksmodel 2.3.2 Onderzoeksfases
17 17 18 19 19 21
3
Data-analyse 3.1 Baseline 3.1.1 Geslacht 3.1.2 Opleidingsniveau 3.1.3 Leeftijd 3.1.4 Ten Item Personality Inventory (TIPI) 3.1.5 Verwachtingen ten aanzien van de coachsessie 3.1.6 Basic Psychological Needs Scale (BPNS) 3.2 Baseline en Nameting 3.2.1 BPNS binnen Groep 1 3.2.2 BPNS binnen Groep 2 3.2.3 Verwachtingen en evaluatie van de coachsessie binnen Groep 1
27 27 27 28 28 29 31 31 31 32 33 34
vi
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
3.2.4 Verwachtingen en evaluatie van de coachsessie binnen Groep 2
35
4
Resultaten 4.1 Beantwoorden van de deelvragen 4.2 Verwachtingen en evaluatie van de coachsessie
37 37 38
5
Conclusie en discussie 5.1 Conclusie 5.1.1 Chatcoachees (Groep 1) 5.1.2 Verwachtingen en evaluatie van de chatcoachsessie 5.1.3 Controlegroep met face-to-face coachees (Groep 2) 5.1.4 De ‘ChatCoach’ als effectieve coachingsmethode 5.2 Discussie 5.2.1 Beperkingen van het onderzoek 5.2.2 Aanbeveling
41 41 41 41 42 42 42 42 43
Literatuurlijst
45
Bijlagen Bijlage 1: Coachprotocol Bijlage 2: Vragenlijst 1 (Voormeting) Bijlage 3: Vragenlijst 2 (Nameting)
49 49 53 61
Samenvatting Chatcoachen is een vorm van e-coaching dat sterk in opkomst is. Voordelen van e-coaching die vaak worden genoemd zijn de bereikbaarheid, toegankelijkheid, inzichtelijkheid en kostenbesparing. De fysieke afwezigheid en daarmee het ontbreken van non-verbale communicatie worden als de belangrijkste nadelen van e-coaching genoemd. De ‘ChatCoach’ is een webapplicatie waarbinnen onder anderen instant text messaging (chat), webmail en uitwisseling van coachmodellen mogelijk worden gemaakt. Binnen deze webapplicatie wordt arbeidsgerelateerde coaching gefaciliteerd. Deze thesis beschrijft het onderzoek naar de effectiviteit van coaching via de ‘ChatCoach’. Dit is onderzocht door te meten of de coachvorm van invloed is op de effectiviteit van coaching. In het kader van dit verkennend onderzoek hebben respondenten eenmalig deelgenomen aan een chatcoachsessie of een face-to-face coachsessie. De effectiviteit van coaching is gemeten aan de hand van een verandering in de scores op de drie psychologische basisbehoeften van de Self-Determination Theory (Deci en Ryan, 1985), te weten Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid. Een stijging in de scores op deze variabelen na afronding van de coachsessie werd binnen dit onderzoek beschouwd als bewijs voor de effectiviteit van de ‘ChatCoach’methodiek. Ter controle is er tevens onderzocht of er ook een verandering waarneembaar was bij de controlegroep van coachees die een reguliere face-to-face coachsessie gevolgd hebben. De scores op de drie psychologische basisbehoeften zijn gemeten aan de hand van een vertaling van de Basic Psychological Needs Scale (BPNS) (Deci & Ryan, 2000). Door middel van vergelijking van de scores op de drie psychologische basisbehoeften uit een voormeting en een nameting kon er antwoord worden gegeven op de onderzoeksvraag: Is chatcoaching via de ‘ChatCoach’ een effectieve coachingsmethode? Na analyse van de dataset mag er geconcludeerd worden dat er na één coachsessie geen verbeteringen zijn opgetreden bij de controlegroep. Wel is er een verbetering opgetreden in (de gevoelde mate van) Competentie bij de coachees die een coachsessie hebben gehad via de ‘ChatCoach’. Daarmee mogen we aannemen dat de respondenten, na deelname aan een coachsessie via de ‘ChatCoach’, meer geloof hebben gekregen in hun eigen kunnen, beter in het dagelijks leven te kunnen laten zien wat ze kunnen en meer tevreden zijn over hetgeen ze bereikt hebben in hun leven. Bij beide aangeboden coachvormen (chatcoachen en face-to-face coachen) binnen dit onderzoek lag de focus op competentiegericht leren. Het contact
2
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
tussen de coach en de coachee was gericht op het vergroten van zelfkennis waarbij inzicht verkregen wordt in denk- en gedragspatronen en aanwezige talenten van de coachee, en daardoor mogelijkheden verkrijgt om in de dagelijkse praktijk hernieuwd handelen in te zetten. Als het gaat om het verbeteren van (de gevoelde mate van) Competentie laten de resultaten binnen dit onderzoek zien dat de ´ChatCoach´-methodiek een effectieve coachvorm is. Voorafgaande aan de coachsessie bleken de chatcoachees geen uitgesproken negatieve of positieve verwachtingen te hebben ten aanzien van de coachsessie. Echter na afronding van de chatcoachsessie bleken de verwachtingen van de coachees te zijn overtroffen. Dit zelfde bleek op te gaan voor de verwachtingen omtrent het goed helder krijgen van het eigen ontwikkelingspunt en het uiteindelijk goed kunnen verwoorden van het ontwikkelingspunt tijdens de chatcoachsessie. In beide gevallen bleek dit beter te zijn gegaan dan de chatcoachees aanvankelijk hadden verwacht. De uitdrukking ‘eerst doen, dan geloven’ lijkt hier dan ook van toepassing te zijn.
1
Inleiding
“There’s an invasion of e-this, e-that and e-everything. E-coaching, or coaching by e-mail, is one of the latest and, say Mike and Caroline Bagshaw, it’s a high-potential area for added-value training” (Bagshaw & Bagshaw, 2001). De maatschappij waarin we nu leven, lijkt te veranderen. Er ontstaat behoefte aan flexibiliteit, efficiëntie en effectiviteit. Het internet lijkt een geschikt medium om aan die behoeften te voldoen, omdat het op steeds meer plekken voor handen is en ook steeds meer mensen beschikken over de benodigde hardware en vaardigheden (zie Tabel 1.1). Het internet heeft een groot bereik, is dag en nacht beschikbaar en is voor veel mensen goed toegankelijk, ook vanuit het comfort van de eigen omgeving. Informatie- en communicatietechnologie (ICT) wordt steeds geavanceerder en de mogelijkheden van het internet blijven groeien. Dit leidt tot de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten en daarmee het gebruik van nieuwe begrippen als e1 business, e-commerce, e-coaching, e-learning en e-therapie . Waar het bij e-business en e-commerce gaat om het zaken doen via het internet, gaat het bij de begrippen e-coaching, e-learning en e-therapie om het online begeleiden van personen. Tabel 1.1 Huishoudens met toegang tot internet (CBS, 2008)
Huishoudens met toegang tot internet
1.1
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
(%)
(%)
(%)
(%)
(%)
(%)
(%)
63
65
71
78
80
83
86
Reden van het onderzoek
Binnen deze thesis zal er onderzoek gedaan worden naar chatcoaching. Chatcoaching is een vorm van online begeleiding ter bevordering van persoonlijke ontwikkeling (e-coaching) waarbij de communicatie tot stand komt door het synchroon over en weer sturen van geschreven tekst binnen een chatprogramma.
1
‘e’ staat voor ‘elektronisch’ en geeft aan dat er gebruik wordt gemaakt van interneten communicatietechnologie (Rubens, 2008).
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
4
In dit onderzoek zal er gekeken worden of chatcoaching via de methode de ´ChatCoach zinvol is om als coachingsmethode toe te passen binnen het bedrijfsleven. Dit wordt onderzocht door respondenten eenmalig een chatcoachsessie aan te bieden. KrijnenCoaching&Concern (KCC) heeft het concept van het chatprogramma 2 de ‘ChatCoach’ ontwikkeld. Aangezien chatcoaching (en e-coaching ansich) een vrij nieuw concept is, kwam de vraag vanuit KCC om onderzoek te doen naar de effectiviteit van de ‘ChatCoach’, om zo te kunnen voorzien van handvatten voor verbetering van kwaliteit, verdere professionalisering en betere positionering in de markt. 1.2
Het ontstaan van e-coaching
E-coaching is een vrij nieuw concept waar nog weinig onderzoek naar gedaan is. E-learning en e-therapie zijn vormen van online begeleiding waar meer onderzoek naar gedaan is en die raakvlakken hebben met e-coaching. In de volgende drie paragrafen zal er dieper worden ingegaan op de termen e-learning, e-therapie en e-coaching en hun raakvlakken. 1.2.1 E-learning E-learning is een veel omvattend begrip. Een eenduidige definitie voor elearning is moeilijk te geven, omdat het nauw samenhangt met de situatie waarbinnen e-learning wordt ingezet. E-learning zou omschreven kunnen worden als een “verzamelterm voor het vormgeven van leersituaties die gebruik maken van internet- en communicatietechnologie” (Rubens, 2003). In plaats van een traditionele leeromgeving, zoals een leslokaal, vindt het leerproces bij e-learning online (digitaal) plaats, wat online kennisverwerving en 3 afstandsonderwijs mogelijk maakt. Er wordt een digitale leeromgeving gecreëerd waarbinnen de lerende door middel van bijvoorbeeld uitwisseling van e-mail, chat of videoconferencing op afstand begeleidt kan worden binnen het leerproces (Van der Pool & Smits, 2003).
2
De methode ChatCoach is een onder nummer 1163982 in de Benelux gedeponeerd
handelsmerk. 3
“Een digitale leeromgeving is een omgeving waarin docenten en leerlingen of studen-
ten samen kunnen leren. In een digitale leeromgeving treffen we meestal een combinatie aan van diverse archieven (cursusmateriaal, weblinks, informatie over deelnemende studenten en docenten), mogelijkheden voor het plaatsen van nieuws of mededelingen, email en chatvoorzieningen, een toets- enquêtesysteem, discussieforums en faciliteiten voor subgroepen en samenwerking” (Lam, Rubens & Simons, 2006).
INLEIDING
5
Door toenemende veranderingen in de maatschappij en arbeidsmarkt is er een noodzaak dat werknemers zich blijven ontwikkelen en professionaliseren om in de veranderende maatschappij mee te kunnen blijven draaien (Bersin, 2009). Er ontstaat een toenemende en permanente behoefte aan leren oftewel een levenlang leren (Rubens, 2003; Gelderblom & de Koning, 2003). Met het afronden van een initiële opleiding is men in de regel nog niet uitgeleerd. Traditionele leeromgevingen sluiten echter niet meer voldoende aan bij de toenemende behoefte aan ondersteuning van permanent of een levenlang leren van werknemers, omdat regulier onderwijs te veel tijd kost en vaak te algemeen is voor de steeds specifieker wordende arbeidscontext binnen de veranderende maatschappij en arbeidsmarkt (Rubens, 2003). Er moet binnen de veranderende maatschappij een verschuiving gaan plaatsvinden waarbij de traditionele leeromgeving plaats maakt voor een meer persoonlijke en/of authentieke praktijkgerichte leeromgeving waarin de eigen verantwoordelijkheid van de lerende wordt versterkt, samenwerkend leren wordt gestimuleerd en waarbij de relevante werkomgeving benut kan worden als leeromgeving (Rubens & Admiraal, 2003). Internet- en communicatietechnologie wordt steeds vaker ingezet om dit ‘nieuwe’ leren te ondersteunen (Rubens, 2003). Het leren binnen een digitale leeromgeving zorgt ervoor dat, door de fysieke afwezigheid (van lerende en leraar), de lerende niet meer afhankelijk is van tijd en plaats oftewel waar en wanneer er geleerd kan worden, maar ook dat het leren en het leerproces afgestemd kan worden op het eigen tempo en behoeften (Simons, 2003). Het online leren (kennisverwerving) zorgt ervoor dat er op elk willekeurig moment en op elke willekeurige locatie (ter wereld) geleerd kan worden, zolang de lerende beschikt over een computer met internetverbinding. Zo wordt het bijvoorbeeld mogelijk dat de praktijkomgeving kan gaan functioneren als leeromgeving, wat praktijkgericht en competentiegericht leren faciliteert. 1.2.2 E-therapie Net als bij e-learning is er bij e-therapie ook sprake van online begeleiding van personen waarbij de interactie tussen de therapeut en de cliënt tot stand komt door middel van internet- en communicatietechnologie. Echter een groot verschil met e-learning is dat het bij e-therapie niet gaat om online leren (kennisverwerving), maar om online hulpverlening. Onder e-therapie wordt verstaan “therapeutische behandelingen via het internet dat synchroon of asynchroon in tijd kan lopen” (Turkensteen, 2008). De term e-therapie verwijst naar het online interactieproces met een thera-
6
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
peut waarbij de communicatie tussen therapeut en cliënt op afstand tot stand komt door gebruik te maken van elektronische communicatiemiddelen zoals e-mail, webmail, videoconferencing, chat of een combinatie van deze communicatiemiddelen (Manhal-Baugus, 2001). E-therapie is er net als face-toface therapie op gericht personen te behandelen en te begeleiden die specifieke, welomschreven (psychische) problemen ervaren (Manhal-Baugus). Belangrijk bij e-therapie is dat de therapeut de cliënt niet alleen van advies en informatie voorziet, maar dat er tussen de therapeut en de cliënt een vertrouwensband ontstaat (Manhal-Baugus). 1.2.3 E-coaching Door het toenemende internetgebruik raakt coaching steeds meer geïntegreerd in ons dagelijks leven en in onze werksituatie (Rossett & Marino, 2005). Een eenduidige definitie van (e)-coaching is moeilijk te geven, omdat coaching een verzamelterm is voor de vele vormen van begeleiding ter bevordering van persoonlijke ontwikkeling. Binnen deze thesis wordt de volgende definitie gehanteerd: (E)-coaching is het (online) begeleiden van een coachee ter bevordering van de persoonlijke ontwikkeling (waarbij de ontwikkeling van de coachee ook ten goede komt aan de arbeidsorganisatie), waarbinnen de reeds aanwezige talenten van de coachee worden opgespoord, en zelfsturing en verantwoordelijkheidsgevoel over het eigen handelen worden bevorderd (Maagdenberg). Bij e-coaching vindt het coachproces online plaats. Naar aanleiding van het bovenstaande zou gesteld kunnen worden dat e-coaching elementen uit elearning en e-therapie combineert. E-coaching combineert online kennisverwerving (e-learning) met online hulpverlening (e-therapie) door coachees een digitale leeromgeving aan te bieden waarbinnen coachees online begeleid worden bij persoonlijke ontwikkeling (zie Figuur 1.1). Binnen deze digitale leeromgeving kan, net als bij e-learning, de persoonlijke praktijkomgeving (waarin de eigen verantwoordelijkheid van de coachee wordt versterkt) benut worden als leeromgeving en is het belangrijk dat er, net als bij etherapie, een vertrouwensband ontstaat tussen de coach en de coachee. Bij coaching is over het algemeen sprake van een één-op-één (gespreks)relatie tussen de coach en de coachee (Maagdenberg, 2008). Bij ecoaching is dit ook het geval, alleen vindt de communicatie tussen coach en coachee plaats door het gebruik van internet- en communicatietechnologie. Net als bij e-learning en e-therapie verloopt de interactie tussen de coach en de coachee op afstand en komt de communicatie tot stand door gebruik te maken van elektronische communicatiemiddelen zoals e-mail, webmail, vi-
INLEIDING
7
deoconferencing, chat of een combinatie van deze communicatiemiddelen communicatie (Manhal-Baugus, 2001).
learning en e-therapie e Figuur 1.1 E-coaching heeft raakvlakken met e-learning 1.3
Vormen van e-coaching
Met de beschikbaarheid arheid van verscheidene elektronische communicatiemidcommunicatiemi delen zijn er vier hoofdvormen van e-coaching coaching te onderscheiden. Deze hoofdvormen van e-coaching coaching kunnen onderverdeeld worden in ee coachvormen waarbij er sprake is van asynchrone (uitgestelde interactie) communicatie of synchrone (actie-reactie) communicatie. 1.3.1 Asynchroon a E-mail en webmail mail is de bekendste en meeste gebruikte Communicatie door middel van e-mail vorm van e-coaching coaching (Engel, 2006). Deze vorm van coaching komt tot stand via (standaard) e-mail of via webmail. Het verschil tussen coaching via ee mail en coaching via webmail is dat de e-mailberichten mailberichten bij webmail niet worwo den afgeleverd in de persoonlijke e-mailbox mailbox (bijvoorbeeld via het mailpromailpr gramma ‘Outlook') op de ‘vaste‘ computer van de coach of coachee co maar oproepbaar zijn via een webmail-applicatie applicatie en daarmee niet direct worden opgeslagen op een locale computer. mail verloopt asynchroon. De communicatie binnen het coachproces via e-mail Dit houdt in dat er sprake van vertraagde en/of uitgestelde interactie inter in tijd (Van der Pool & Smits, 2003). De coach en coachee communiceren niet direct met elkaar. Er hoeft hier geen afspraak gemaakt te worden om met elkaar te kunnen communiceren. De coachee mailt de coach op momenten die voor hem of haar comfortabel zijn en vice versa. Doordat er sprake is van vertraagde en/of uitgestelde interactie in tijd, kan het coachingsproces goed worden aangepast aan het tijdsschema, maar ook aan het tempo van leren van de coachee (Van der Pool & Smits). De contacten (e(e
8
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
mailuitwisselingen) tussen de coach en de coachee kunnen worden opgeslagen in de mailbox, zodat het verloop van het coachingstraject kan worden bijgehouden en contacten tussen coach en coachee kunnen worden teruggelezen, wat de coachee zou kunnen helpen bij (zelf)reflectie (Windrich, 2008). 1.3.2 Synchroon a Telecoaching Bij deze vorm van coaching vindt de communicatie tussen coach en coachee plaats door middel van het voeren van telefoongesprekken of Voice over IP (VoIP). VoIP kan gezien worden als het telefoneren via het internet. Skype is een voorbeeld van VoIP-softwareprogramma dat het mogelijk maakt het internet te gebruiken voor het transporteren van spraak. De telefoongesprekken tussen de coach en de coachee vinden plaats op een vooraf vastgestelde datum en tijdstip. Bij telecoaching is er sprake van synchrone communicatie. Dat wil zeggen dat de communicatie tussen coach en coachee tegelijk plaatsvindt. Er is sprake van interactie (actie-reactie) in realtime. Dit zorgt ervoor dat direct feedback gegeven kan worden (Van der Pool & Smits, 2003). b E-conferencing of videoconferencing Door het gebruik van een webcam en headset kunnen coach en coachee met elkaar communiceren. Bij deze vorm van e-coaching kunnen coach en coachee elkaar zien en horen. In tegenstelling tot de eerder genoemde vormen van coaching speelt beeld (video) bij deze vorm van e-coaching wel een rol (Engel, 2006). Ook bij deze vorm van coaching kan direct feedback gegeven worden, omdat er sprake is van synchrone interactie. c E-coaching via chat (chatcoachen) Coach en coachee communiceren met elkaar door middel van instant text messaging oftewel een chatprogramma. Chatten is het in online synchroon over en weer sturen van geschreven tekst. Een voorbeeld van een chatprogramma is MSN Messenger. Gevoelens, emoties en gedachten kunnen in de tekst aangegeven worden en/of worden ondersteund door middel van Emoticons (samenvoeging van emotie en icoon) (zie Figuur 1.2). Net als bij de vorige twee vormen van e-coaching verloopt ook hier de communicatie tussen coach en coachee synchroon. Dit maakt een dialoog mogelijk waarbinnen interacties (actie-reactie) elkaar snel opvolgen en direct feedback mogelijk maakt. Deze vorm van e-coaching is sterk in opkomst (Engel, 2006).
INLEIDING
9
Figuur 1.2 Voorbeelden van emoticons (http://nl.wikipedia.org/wiki/Emoticon) 1.4
De voordelen en nadelen van e-coaching
Het grootste verschil tussen coaching en e-coaching coaching is de fysieke afwezigafwezi heid van de coach en coachee bij e-coaching. coaching. De fysieke afwezigheid leidt tot zowel voor- als nadelen. 1.4.1 Voordelen van e-coaching a Bereikbaarheid E-coaching coaching is een flexibele coachvorm die niet gebonden is aan tijd of plaats. Rossett en Marino (2005) noemen in hun onderzoek naar e-coaching e als voordeel dat de coach begeleiding op maat kan geven, waar en wanneer men dat nodig acht. De coachee is niet meer afhankelijk van tijd of plaats waar de coaching plaatsvindt. Coaching kan plaatsvinden op elk moment en elke plek ter wereld, mits er een computer met internetverbinding aanwezig is. Verstelle (2009) geeft aan datt het echter wel van belang is dat de coaco chee affiniteit heeft met computers en online communicatie. b Toegankelijkheid Volgens Joinson (2001) wordt het door de visuele anonimiteit bij e-coaching e gemakkelijker om gedachten en gevoelens met anderen te delen (selfdisclosure). Ook creëert de anonimiteit een gevoel van veiligheid en zou daarmee drempelverlagend kunnen werken wanneer het gaat om het aanaa gaan van een coachingstraject, aldus Windrich (2008).
10
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
c Inzichtelijkheid 1. Volgens Engel (2006) en Windrich (2008) verdwijnen bij e-coaching de fysieke rollen, representatie en afleiding door non-verbale communicatie, waardoor concentratie kan toenemen en er beter gefocust kan worden op de kern. 2. Roed (2003) geeft aan dat het zorgen maken over de manier waarop je bij anderen overkomt (public self-awareness) afneemt door fysieke afwezigheid. Hierdoor zouden de coach en coachee zich beter kunnen focussen op de coachingsvraag of ontwikkelpunt van de coachee. 3. Volgens Esterling, Anton, Fletcher, Margulies en Schneiderman (1994) kan het opschrijven van gevoelens en gedachten zorgen voor ordening, inzicht en begrip van die gedachten en gevoelens. 4. De coachingscontacten tussen coach en coachee worden bij e-coaching opgeslagen op de computer, zodat de coachee dit op een later moment nog eens terug kan lezen. d Kostenbesparing Doordat coach en coachee niet hoeven te reizen voor een coachsessie kan er bespaard worden op eventuele reiskosten. Doordat de communicatie kan plaatsvinden op momenten die voor beide partijen goed schikken of wellicht tussen twee activiteiten door kan, bespaart het in het bijzonder kostbare tijd, aldus Hisschemöller (2006) en (Windrich) 2008. 1.4.2 Nadelen van e-coaching a Afhankelijkheid van het type coachvraag Engel (2006) geeft aan dat, door de fysieke afwezigheid en de scherpe focus op de kern bij e-coaching, deze coachvorm minder goed zou kunnen aansluiten op de behoeften van personen die zich nog niet voldoende bewust zijn van hun ontwikkelpunt en daardoor meer gebaat zouden kunnen zijn bij face-to-face begeleiding; “De vormen van begeleiding waar diepgang en dialoog een belangrijke rol spelen, zijn minder geschikt voor e-coaching: voor die begeleiding is het volledige scala aan communicatiemiddelen (verbaal en non-verbaal) noodzakelijk om tot het beste resultaat te komen” (Engel, 2006, p210). b Taalvaardigheid Bij e-coaching worden de gevoelens, emoties en gedachten geformuleerd en gestructureerd door middel van geschreven tekst. Volgens Droste, Kikstra en Rikhof (2002) is de taalvaardigheid van de betrokkenen binnen het coachproces belangrijk om de gevoelens, gedachten en emoties goed uit te kunnen drukken. Verstelle (2009) geeft aan dat e-coaching waarschijnlijk minder geschikt zal zijn voor personen met een matige taalvaardigheid.
INLEIDING
1.5
11
Online coachen via het chatprogramma de ‘ChatCoach’
KCC heeft het chatprogramma de ‘ChatCoach’ ontwikkeld. De ‘ChatCoach’ is een webapplicatie waarbinnen instant text messaging (chat), webmail en uitwisseling van coachmodellen mogelijk worden gemaakt. Binnen deze web-applicatie wordt arbeidsgerelateerde coaching gefaciliteerd. Binnen de ‘ChatCoach’ wordt webmail gebruikt voor het inbrengen van casussen, het geven van input voor aanvang van een coachsessie en het schrijven van reflectieverslagen na afloop van een coachsessie. Ook voor het geven van huiswerkopdrachten en het tussentijds stellen van vragen wordt webmail gebruikt. Coachees kunnen zelf, via een online agenda, hun afspraken inplannen. De chatomgeving van deze webapplicatie wordt gebruikt om de daadwerkelijke coachsessie plaats te laten vinden. Naast het typen van teksten tijdens de interventie is het ook mogelijk om Emoticons in te zetten om teksten kracht bij te zetten. Ook kan de coach tijdens de coachsessie plaatjes en modellen weergeven die het leerproces ondersteunen. Elke coachee krijgt binnen deze webapplicatie een persoonlijke, beveiligde omgeving waarin alle input, chat-transcripten, contacten, reflectieverslagen en de gehele historie van het coachingstraject worden opgeslagen zodat deze teruggelezen kunnen worden. De ‘ChatCoach’ wordt ingezet als arbeidsgerelateerde coachingstool voor werknemers binnen een lerende of ontwikkelingsgerichte arbeidsorganisatie. Vanuit KCC wordt de volgende definitie voor de ‘ChatCoach’ gehanteerd: “Het is een online coachingsmethodiek waarin mensen voorwaarts (toekomst gericht) worden begeleid op een gestructureerde, doelgerichte manier die aanzet tot vergroten van persoonlijke effectiviteit van de coachee” (Veen, Peppenster & Krijnen, 2008, p. 50). De focus van chatcoaching via de ‘ChatCoach’ ligt op persoons- en functiegerichte ontwikkeling van de coachee. Veen, Peppenster en Krijnen (2008) geven aan dat het contact tussen de coach en de coachee gericht is op het vergroten van de zelfkennis waarbij inzicht verkregen wordt in de denk- en gedragspatronen en aanwezige talenten van de coachee, en daardoor mogelijkheden verkrijgt om in de dagelijkse praktijk hernieuwd handelen in te zetten. Binnen het coachproces via het chatprogramma de ‘ChatCoach’ wordt dan ook gewerkt aan het ontwikkelen van metacompetenties, zoals zelfsturing, zelfregulatie en zelfbepaling. 1.6
De aanleiding tot het ontwikkelen van de ‘ChatCoach’
Door internationalisering en globalisering ontstaat een nieuwe economie. Organisatiestrategieën, organisatiestructuren en organisatieculturen veranderen hierin in een hoog tempo. Door deze veranderingen wordt binnen organisaties opgemerkt dat werknemers minder betrokken raken bij de organisatie (Bersin, 2009). Het gevoel van bekwaamheid, motivatie en arbeidssa-
12
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
tisfactie van werknemers neemt af, en daarmee uiteindelijk ook hun prestaties. Er ontstaat derhalve een behoefte om tot een gedragsverandering van werknemers te komen, die leidt tot verbeterde bekwaamheid, arbeidssatisfactie en motivatie (Bersin). Volgens Veen, Peppenster & Krijnen (2008) komt hierdoor vanuit arbeidsorganisaties steeds vaker de vraag naar middelen waarmee deze ontwikkeling van werknemers vaart gegeven kan worden, passend bij lerende en ontwikkelingsgerichte organisaties en huidige opvattingen in de maatschappij. Met het oog hierop, en de beschikbaarheid van internettechnologie, heeft KCC voor online coachen een speciale internetapplicatie ontwikkeld onder de naam: ´ChatCoach´. 1.7
Kwaliteit van binnenuit
Een persoon kan extern of intern gemotiveerd zijn om tot gedragsverandering te komen. Mensen hebben de natuurlijke neiging zich te verzetten of weerstand te bieden tegen verandering. Wanneer die druk tot verandering extern is, of van boven wordt opgelegd (top-down) zorgt dit voor de reacties verzetten (fight), vluchten (flight) of verkrampen(freeze). Vernieuwingen en veranderingen worden dan gezien als nutteloos, overbodig en onpraktisch (Korthagen & Vasalos, 2007) (zie Figuur 1.3).
Figuur 1.3 Reactiepatronen bij externe druk (Korthagen & Vasalos, 2007) Door reeds aanwezige talenten of kernkwaliteiten van de coachee te gebruiken als uitgangspunt om tot nieuw gewenst gedrag te komen, wordt de coachee eigenaar van het leerproces en zal hierdoor meer intrinsiek gemotiveerd zijn om tot de gewenste gedragsverandering te komen. Dit zorgt voor een beweging van binnenuit, wat de Amerikaanse psycholoog Mihaly Csikszentmihalyi ‘Flow’ noemt (Korthagen & Vasalos, 2007). ‘Flow’ ontstaat wanneer een persoon volledig opgaat in het uitvoeren van een lastige activiteit en daarbij het gevoel heeft persoonlijke controle te hebben over de situatie (Csikszentmihalyi, 1999).
INLEIDING
13
Binnen KCC wordt deze visie op (competentiegericht) leren gebruikt binnen het coachingsproces. Het chatprogramma de ‘ChatCoach’ is autonomieondersteunend vormgegeven (waar de coachee eigenaar is over het leerproces) en vindt het leren plaats vanuit een ervarings- en/of beroepscontext. Veen, Peppenster en Krijnen (2008) geven aan dat keuzes en/of afwegingen om iets wel of niet te doen met bewustere motivatie kunnen worden gemaakt. Een bewuste, afgewogen keuze brengt een meer bestendige handeling voort. Effectieve introspectie (het overdenken van gedachten, gevoelens en herinneringen) en goed ontwikkelde metacompetenties, zoals zelfsturing, maken dat mensen zich meer reële doelen stellen en richting geven aan het leven vanuit intrinsieke motivatie. De visie van waaruit er binnen KCC gecoacht wordt, is goed te illustreren aan de hand van het Ui-model van Korthagen en Vasalos (2007). Korthagen en Vasalos (2007) gaan in hun artikel uit van een benadering van leren waarin het Ui-model centraal staat (zie Figuur 1.4). Deze benadering noemen zij Multi-Level Learning. Deze benadering van leren gaat ervan uit dat de zes lagen van het Ui-model op elkaar moet worden afgestemd. “Het ontwikkelen van competenties is hier belangrijk, maar essentieel is dat die competenties steunen op de diepere lagen van de ui. Door deze visie op leren en professionele groei wordt de competentiegerichte benadering niet alleen verdiept, maar het denken vanuit de zes lagen leidt ook tot een fundamentele blikwisseling als het gaat om de vraag hoe competenties en gedrag zich kunnen ontwikkelen” (Korthagen & Vasalos, 2007). Om het gevoel van externe druk tot gedragsverandering te minimaliseren, is het nodig dat de persoon zelf eigenaar wordt van de innovatie en/of het leerproces, waarbij de nadruk niet gelegd moet worden op wat er veranderd of verbeterd moet worden, maar de reeds aanwezige talenten (kernkwaliteiten, zoals liefde, enthousiasme, doorzettingsvermogen en creativiteit) te gebruiken als uitgangspunt om tot verandering, vernieuwing of verbetering te komen (Korthagen & Vasalos, 2007). Korthagen en Vasalos (2007) stellen dat wanneer de zes lagen van het Uimodel op elkaar afgestemd zijn, dit leidt tot het gevoel van ‘Flow’ en tot de vervulling van drie psychologische basisbehoeften. Drie psychologische basisbehoeften (Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid (Relatie)) uit de Self-Determination Theory (SDT) van Deci en Ryan (1985) komen overeen met respectievelijk de binnenkant, de tussenlagen en de buitenkant van het Ui-model (Korthagen & Vasalos) (zie Figuur 1.4).
14
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
Figuur 1.4 Het Ui-model model met de drie psychologische basisbehoeften (Korthagen & Vasalos, 2007). Uit een onderzoek van Deci en n Ryan (1985) blijkt dat de mens drie psychopsych logische basisbehoeften heeft, te weten Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid (of Relatie). • Autonomie Autonomie verwijst naar het gevoel van vrijheid van keuze bij het uitvoeren van een activiteit oftewel el het gevoel hebben dat je zelf de initiator bent van de ondernomen acties ( Deci & Ryan, 2000; Verstuyf & Vansteenkiste, 2008). “Autonomie Autonomie kan worden gedefinieerd als de mate waarin gedrag geïge nitieerd en uitgevoerd wordt met een gevoel van psychologische vrijheid “ (Verstuyf & Vansteenkiste). Volgens de SDT van Ryan en Deci hebben perpe sonen de behoefte aan het stellen en uitvoeren van gedrag en acties dat goed aansluit met de eigen normen, waarden, ideeën, interesses en doelen (Verstuyf & Vansteenkiste). • Competentie Competentie verwijst naar het gevoel te hebben (gewenste) activiteiten act tot een goed einde te kunnen brengen en daarbij ook het gevoel hebben om zelf controle te hebben over de uitkomst van eigen gedrag en het eigen presteren (Deci & Ryan, 2000; Verstuyf & Vansteenkiste, 2008). • Sociale Verbondenheid Sociale Verbondenheid verwijst naar een gevoel van geborgenheid en het ervaren van intimiteit met anderen. Hierbij is het geliefd gevoeld worden door en het opbouwen van waardevolle relaties met anderen eren belangrijk (Deci & Ryan, 2000; Verstuyf & Vansteenkiste, 2008).
INLEIDING
1.8
15
Onderzoeksvraag
In deze thesis zal er gekeken worden of coaching via de ‘ChatCoach’ zinvol is om als coachingsmethode toe te passen. Dit zal worden onderzocht door te meten of de coachvorm van invloed is op de effectiviteit van coaching. In het kader van dit verkennend onderzoek zullen respondenten eenmalig deelnemen aan een chatcoachsessie of een face-to-face coachsessie. De effectiviteit van coaching zal gemeten worden aan de hand van een verandering in de scores op de drie psychologische basisbehoeften van de SDT, te weten Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid. Hoe meer de scores zullen stijgen, hoe effectiever de coaching. Door middel van vergelijking van de scores op de drie psychologische basisbehoeften uit een voormeting en een nameting moet er antwoord gegeven worden op de onderzoeksvraag: Is chatcoaching via de ‘ChatCoach’ een effectieve coachingsmethode? 1.9
Deelvragen
De bovenstaande probleemstelling zal onderzocht worden aan de hand van de volgende deelvragen: 1A Is er een verandering opgetreden in de score op de variabele Autonomie na afronding van de chatcoachsessie? 2A Is er een verandering opgetreden in de score op de variabele Competentie na afronding van de chatcoachsessie? 3A Is er een verandering opgetreden in de score op de variabele Sociale Verbondenheid na afronding van de chatcoachsessie? Ter controle zal er onderzocht worden of er ook een verandering waarneembaar is in de scores op de variabelen Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid bij een controlegroep van coachees die een reguliere faceto-face coachsessie gevolgd hebben. Hierbij zullen de volgende extra deelvragen worden beantwoord: 1B Is er een verandering opgetreden in de score op de variabele Autonomie na afronding van de face-to-face coachsessie? 2B Is er een verandering opgetreden in de score op de variabele Competentie na afronding van de face-to-face coachsessie? 3B Is er een verandering opgetreden in de score op de variabele Sociale Verbondenheid na afronding van de face-to-face coachsessie?
2
Methode van onderzoek
Dit hoofdstuk zal ingaan op de wijze waarop de dataset verzameld is voor het kunnen beantwoorden van de deelvragen en daarmee de onderzoeksvraag van het onderzoek. Het hoofdstuk is opgebouwd uit de volgende paragrafen: • Onderzoekstype • Onderzoeksdoelgroep • Onderzoeksfases en dataverzameling 2.1
Onderzoekstype
In dit onderzoek werd gebruik gemaakt van (kwantitatief) survey-onderzoek. Er is voor deze vorm van onderzoek gekozen, omdat survey- oftewel vragenlijstonderzoek het mogelijk maakt om een relatief groot aantal onderzoeksgegevens (zoals meningen, houdingen, opinies en persoons- en achtergrondkenmerken) te verzamelen over een (groot) aantal respondenten. Verder zijn de uitkomsten van de vragenlijsten goed te kwantificeren en zijn de onderzoeksgegevens vergelijkbaar. Op deze manier kunnen verschillen tussen de Voormeting en Nameting in kaart worden gebracht. Vragenlijstonderzoek is een van de meest gebruikte onderzoekstypen om meningen, opinies, houdingen en kennis van een (grote) groep personen te meten (Verhoeven, 2004). Bij deze gestructureerde onderzoeksmethode staan de vraagstellingen van te voren vast en worden er een aantal antwoordmogelijkheden gegeven waaruit de respondent kan kiezen. Binnen deze vragenlijsten konden de respondenten op een schaal van 1 (zeer mee oneens) tot en met 7 (zeer mee eens) hun antwoord aangeven op de vraagstellingen. De antwoorden van de respondenten vormden de basis van de dataset die gebruikt werd voor kwantitatieve (numerieke en statistische) data-analyse. Het opnemen van open vragen waarbij de respondent zelf antwoorden kon formuleren, werd beperkt gehouden, omdat deze niet meegenomen konden worden in de kwantitatieve data-analyse met behulp van statistische technieken. De vragenlijsten binnen dit onderzoek werden online gezet met behulp van een online surveyprogramma (LimeSurvey) en de respondenten werden door middel van e-mail uitgenodigd om de vragenlijsten in te vullen.
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
18
2.2
Onderzoeksdoelgroep
a Coaches De tien coaches die meewerkten aan dit onderzoek werken voor KCC of waren afkomstig uit het netwerk van KCC. Zowel de coaches achter de ‘ChatCoach’ als de coaches die face-to-face coachten, werken allen volgens hetzelfde coachprotocol (zie Bijlage 1). Dit protocol dient voor de coaches als uitgangspunt en richtlijn voor de te houden coachsessies. b Respondenten (coachees) De respondenten die een Face-to-face coachsessie hebben ondergaan, waren afkomstig uit het netwerk van KCC. Om respondenten te werven voor deelname aan een chatcoachsessie zijn er advertenties op het internet geplaatst. Ook zijn er uitnodigingen voor deelname aan dit onderzoek verstuurd naar personen die al eerder belangstelling toonden voor coaching via de ‘ChatCoach’. In totaal zijn aan 94 personen een uitnodiging gestuurd voor deelname aan het onderzoek. 38 respondenten hebben uiteindelijk volledig deelgenomen aan het onderzoek (zie Tabel 2.1). Tabel 2.1 Het aantal respondenten (N) verdeeld over Voormeting (Baseline) en Nameting per Groep
T0
Groep 1
Groep 2
(ChatCoachees)
Face-to-face coaches
N
(%)
N
(%)
24
63.2
14
36.8
24
63.2
14
36.8
(Baseline)
T1 (Nameting)
METHODE VAN ONDERZOEK
2.3
19
Onderzoeksfases en dataverzameling
2.3.1 Onderzoeksmodel Binnen dit onderzoek werd onderzocht rzocht of chatcoaching via de ‘ChatCoach’ een effectieve coachingsmethode is. Een stijging in de scores op de variabevariab len Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid na afronding van de coachsessie, wordt binnen dit onderzoek beschouwd als bewijs voor de d effectiviteit van de ‘ChatCoach’-methodiek. Tot nu toe is er weinig effectiviteitsonderzoek gedaan naar coaching. In de psychotherapie daarentegen is meer onderzoek gedaan naar de effectiviteit van verschillende vormen van interventie en/of behandelmethode hode (Visser & Butter, 2008). Na het uitvoeren van effectiviteitsonderzoek naar psychothepsychoth rapie concluderen Hubble, Duncan en Miller (2000) dat de effectiviteit (suc(su ces) van psychotherapie te verklaren is aan de hand van an vier factoren (zie Figuur 2.1): Cliëntspecifieke factoren zijn de voornaamste voorspeller van effectiviteit van de psychotherapie (therapiesucces). De persoonskenmerken, het geg drag, de ideeën en de gedachten van een cliënt verklaren voor 40% de efe fectiviteit van een interventie. Relatiefactoren:: een goede relatie tussen de therapeut en de cliënt verklaren voor 30% de effectiviteit van de interventie. Hoop en verwachtingen verklaren 15% van de effectiviteit van therapeutitherapeut sche interventie. effectiv De vorm van interventie (behandelmethode) verklaart voor 15% de effectiviteit van een interventie.
Figuur 2.1 Factoren die de effectiviteit van (psycho)therapie verklaren (Duncan & Miller, 2000)
20
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
Visser en Butter (2008) hebben de bovenstaande vier factoren betrokken in hun onderzoek naar de effectiviteit van coaching en advisering. Uit hun onderzoek bleek dat, naast de eerder genoemde factoren (cliëntspecifieke factoren, relatiefactoren en verwachtingen), een cliëntgeleide en oplossingsgerichte manier van werken, samenhangt met de effectiviteit van coaching. Uitgangspunt van deze cliëntgerichte en oplossingsgerichte aanpak is dat “de cliënt zelf in staat is om doelen te stellen en in aanleg beschikt over de hulpbronnen en competenties om deze doelen te bereiken. De rol van de coach is om de cliënt te helpen om via kleine stappen vooruitgang te boeken in de richting van zijn eigen keuze” (Visser & Butter, 2008). Omdat er uit bovenstaande onderzoeken is gebleken dat er naast de vorm van interventie, oftewel de coachvorm, ook andere factoren zouden kunnen zijn die de effectiviteit van coaching beïnvloeden, is er voor gekozen om binnen dit onderzoek op deze factoren te controleren. Dat wil zeggen dat de invloed van cliëntspecifieke factoren, relatiefactoren en verwachtingen binnen dit onderzoek zo duidelijk mogelijk in kaart moeten worden gebracht, zodat de effectiviteit van coaching oftewel veranderingen in de scores op Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid na afronding van de coachsessie, verklaard kunnen worden door de coachvorm: chatcoaching via de ‘ChatCoach’. Om te controleren op deze factoren zijn er variabelen als persoonskenmerken en achtergrondvariabelen en verwachtingen ten aanzien van de coachsessie opgenomen in de Voormeting (Zie Figuur 2.2). Zo kon er onderzocht worden of er voor aanvang van de coachsessie verschillen bestonden in deze variabelen tussen de respondenten die deelnamen aan een chatcoachsessie of een face-to-face coachsessie (controlegroep). Daarnaast draaide het type coachvraag bij zowel de groep chatcoachees als de controlegroep face-to-face coachees om een werkgerelateerde coachvraag. Om de werkwijze van de tien verschillende coaches en de relatiefactoren tussen coach en coachee binnen dit onderzoek zo uniform mogelijk te houden, is er een coachprotocol opgesteld (zie Bijlage 1). Dit protocol diende als richtlijn en uitgangspunt voor het houden van coachsessies binnen dit onderzoek.
METHODE VAN ONDERZOEK
21
Coachvorm
Figuur 2.2 Onderzoeksmodel Effectiviteit Coachsessie (Waringa, 2009). 2.3.2 Onderzoeksfases Het onderzoek was onderverdeeld in drie fases: • Voormeting (Vragenlijst 1) • Coachsessie • Nameting (Vragenlijst 2) a Voormeting De Voormeting bestond uit het invullen van Vragenlijst 1 (zie Bijlage 2). Respondenten ontvingen een week vóór aanvang van de coachsessie een uitnodiging per e-mail om deze vragenlijst in te vullen. Vragenlijst 1 was opgebouwd uit de volgende delen: • Deel I;; dit deel van de vragenlijst bestond uit twee onderdelen: 1) Vertaling van de Basic Psychological Needs Scale (BPNS) van de UniUn versity of Rochester (Deci & Ryan, 2000). Dit is een vragenlijst waarmee de (gevoelde) mate van Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid
22
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
van de respondenten gemeten werden. De BPNS is zelf vertaald van het Engels naar het Nederlands. Een focusgroep, bestaande uit coaches en geïnteresseerden in het onderzoek, heeft de vertaling gecontroleerd. De ene helft van de focusgroep is gevraagd de BPSN van het Engels naar het Nederlands te vertalen, de andere helft van de focusgroep is gevraagd de vertaalde BPSN van het Nederlands naar het Engels te vertalen. vertalen Op basis van de feedback van de focusgroep werd de vertaling van de BPSN verve der aangepast. De drie basisbehoeften zijn gemeten met behulp van vier deelvragen per basisbehoefte. Aan de hand van een 7-puntsschaal puntsschaal van 1 (zeer mee ono eens) tot en met 7 (zeer mee eens) kon een respondent aangegeven in hoeverre een vraag op hem of haar van toepassing is (zie Bijlage 2). Voorbeeld: zeer mee oneens 1
neutraal 2
3
4
5
6
zeer mee eens 7
Ik voel me vrij om zelf te beslissen hoe ik mijn leven inricht.
2) De Nederlandse versie van de Ten Items Personality Inventory In (TIPI) (Gosling, S.D., Rentfrow, P.J. & Swann, W.B., 2003). Deze persoonlijkheidspersoonlijkheid test is een verkorte versie van de Big-Five Five personality dimensions. De TIPI is in deze vragenlijst jst opgenomen om de persoonskenmerken van de respondenten in kaart te kunnen brengen. De TIPI bestaat uit tien deelvragen die vijf persoonlijkheidskenmerken mem ten, te weten Extraversie, Meegaandheid, Zorgvuldigheid, Emotionele StabiStab liteit en Openheid voor Ervaringen. Aan de hand van een 7-puntsschaal puntsschaal van 1 (zeer mee oneens) tot en met 7 (zeer mee eens) kon een respondent aangegeven in hoeverre een vraag op hem of haar van toepassing is (zie Bijlage 2). Voorbeeld: zeer mee oneens 1 Ik zie mijzelf als extravert, enthousiast.
neutraal 2
3
4
5
6
zeer mee eens 7
METHODE VAN ONDERZOEK
•
23
Deel II;; binnen dit deel van de vragenlijst zijn er vragen gesteld met beb trekking tot de ‘Verwachtingen’ van de respondent ten aanzien van de komende coachsessie.
Deze vragen hadden betrekking op: 1) inhoudelijke verwachtingen over de coachsessie. Voorbeeld: neutraal
zeer mee oneens 1
2
3
4
5
6
zeer mee eens 7
6
zeer mee eens 7
6
zeer mee eens 7
Ik verwacht dat ik mijn emoties goed onder woorden weet te brengen tijdens de coachsessie.
2) verwachtingen ten opzichte van de coach. Voorbeeld: zeer mee oneens 1
neutraal 2
3
4
5
Ik verwacht dat de coach een setting kan creëren waarin ik mij op mijn gemak voel.
3) ‘praktische’ verwachtingen en ten aanzien van de coachsessie. Voorbeeld: zeer mee oneens 1
Ik verwacht tijdens de coachsessie praktische inzichten te verkrijgen.
neutraal 2
3
4
5
24
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
Aan de hand van een 7-puntsschaal van 1 (zeer mee oneens) tot en met 7 (zeer mee eens) kon een respondent aangegeven in hoeverre een vraag op hem of haar van toepassing is (zie Bijlage 2). De vragen met betrekking tot ‘Verwachtingen ten aanzien van de coachsessie’ waren zelf geconstrueerd. De input voor de constructie van de vragen kwam voort uit brainstormsessies met de coaches uit de focusgroep. Binnen deze brainstormsessies konden de coaches met praktijkvoorbeelden aangeven welke verwachtingen hun coachees over het algemeen hebben ten aanzien van een coachsessie. Na constructie van de vragen zijn deze wederom aan de focusgroep voorgelegd en op basis van de feedback van de coaches uit de focusgroep verder aangepast. •
Deel III; binnen dit deel van de vragenlijst is er gevraagd naar de achtergrondvariabelen van de respondent.
b Coachsessie Binnen dit onderzoek zijn twee verschillende coachvormen aangeboden waaraan een respondent kon deelnemen: • Chatcoachen • Face-to-face coachen De respondenten ondergingen allen individueel een enkele coachsessie via de ‘ChatCoach’-vorm óf face-to-face coachvorm. De respondenten konden zelf kiezen aan welke coachvorm ze wilden deelnemen. Beide vormen van coaching zijn gericht op werkgerelateerde ontwikkeling van de coachee. c Nameting De Nameting bestond uit het invullen van Vragenlijst 2 (zie Bijlage 3). Respondenten ontvingen één week na afronding van de coachsessie een uitnodiging per e-mail om deze vragenlijst in te vullen. Vragenlijst 2 was opgebouwd uit de volgende delen: •
Deel I; dit deel van de vragenlijst bestond uit de vertaling van de Basic Psychological Needs Scale van de University of Rochester (Deci & Ryan, 2000). Identiek aan Vragenlijst 1.
•
Deel II; Evaluatie van de coachsessie. Binnen dit deel van de vragenlijst konden de respondenten aangeven in hoeverre de coachsessie had voldaan aan hun verwachtingen ten aanzien van de coachsessie.
Deze vragen zijn vrijwel gelijk aan de vragen in Deel II van Vragenlijst 1, alleen zijn de vragen geherformuleerd in evaluatievorm. De vragen zijn na
METHODE VAN ONDERZOEK
25
constructie voorgelegd aan de focusgroep usgroep en op basis van de feedback fee verder aangepast. Voorbeeld: zeer mee oneens 1
neutraal 2
3
4
5
6
zeer mee eens 7
Ik kon mijn emoties goed onder woorden brengen tijdens de coachsessie.
•
Deel III; binnen dit deel van de vragenlijst genlijst werd er gevraagd naar achterachte grondvariabelen van de respondent.
Zowel Vragenlijst 1 als Vragenlijst 2 zijn na constructie meerdere malen voorgelegd aan de focusgroep om zo onduidelijkheden en fouten uit de vravr genlijsten te filteren. Op basis van de e feedback van de focusgroep zijn de vragenlijsten verder aangepast.
3
Data-analyse
3.1
Baseline
Omdat binnen dit onderzoek gekeken werd of chatcoaching via de ‘ChatCoach’ een effectieve coachingsmethode is, is er gecontroleerd op de variabelen Persoonskenmerken, Achtergrondvariabelen en Verwachtingen. Er is onderzocht of de variabelen Geslacht, Opleidingsniveau en Leeftijd in de groep met chatcoachees (Groep 1) en de controlegroep met face-to-face 4 coachees (Groep 2) significant van elkaar verschillen op de Baseline (T0) . Tabel 3.1 De variabelen Geslacht en Opleidingsniveau binnen Groep 1 (n = 24) en Groep 2 (n = 14) op de Baseline( T0). Groep 1
Groep 2
(ChatCoachees)
(Face-to-face
P-waarden
coachees)
N
(%)
N
(%)
Vrouw
17
70.8
11
78.6
Man
7
29.2
3
21.4
-
-
1
7.1
Geslacht
SD
0.464
SD
Sig.
0.426
0.601
0.650
0.001*
Opleidingsniveau VMBO
0.509
MBO
-
-
5
35.7
HBO
13
54.2
8
57.1
WO
11
45.8
-
-
*Significant (Sig. < 0,05)
3.1.1 Geslacht Zowel binnen Groep 1 als Groep 2 zijn er meer vrouwelijke respondenten dan mannelijke respondenten (zie Tabel 3.1).
4
De Voormeting zal vanaf nu Baseline (T0) genoemd worden. De Baseline bevat de uitgangswaarden van het onderzoek (nul-meting). Dit is de meting voorafgaand aan de coachsessie.
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
28
Het verschil binnen de variabele Geslacht tussen Groep 1 en Groep 2 is onderzocht door middel van het uitvoeren van een (niet-parametrische) ChiSquare Test. Uit de Chi-Square Test blijkt dat de variabele Geslacht niet significant is(zie Tabel 3.1). De variabele Geslacht binnen Groep 1 verschilt niet van de variabele Geslacht binnen Groep 2. Er is geen verschil in de spreiding van de variabele Geslacht tussen de chatcoachees en de face-to-face coachees. De groep chatcoachees is gelijk aan de groep face-to-face coachees met betrekking tot geslacht. 3.1.2 Opleidingsniveau Binnen Groep 1 zijn er geen respondenten met de opleidingsniveaus VMBO en MBO. Binnen Groep 2 is er slechts 1 respondent met het opleidingsniveau VMBO en zijn er geen respondenten met het opleidingsniveau WO. Zowel binnen Groep 1 als Groep 2 hebben de meeste respondenten het opleidingsniveau HBO (Groep 1: 54,2%, Groep 2: 57,1%) (zie Tabel 3.1). Het verschil in Opleidingsniveau tussen Groep 1 en Groep 2 is onderzocht door middel van het uitvoeren van een (niet-parametrische) Chi-Square Test. Uit de Chi-Square Test blijkt de variabele Opleidingsniveau significant (0,001 < 0,05) (zie Tabel 3.1). De spreiding van de variabele Opleidingsniveau binnen Groep 1 en Groep 2 is niet gelijk. Binnen de groep chatcoachees zijn er meer hoger opgeleiden dan binnen de groep face-to-face coachees. Tabel 3.2 De variabele Leeftijd binnen Groep 1 (n = 24) en Groep 2 (n = 14) op de Baseline (T0)
Leeftijd
Groep 1
Groep 2
(ChatCoachees)
(Face-to-face coachees)
P-waarde
N
M
SD
N
M
SD
Sig.
24
40.29
9.415
14
43.00
9.743
0.404
3.1.3 Leeftijd Groep 2 ( N = 14) bestaat uit minder respondenten dan Groep 1 (N = 24), maar de gemiddelde leeftijd binnen Groep 2 (M = 43.00) ligt hoger dan binnen Groep 1 (M = 40.29) (zie Tabel 3.2).
DATA-ANALYSE
29
Het verschil in de variabele Leeftijd binnen Groep 1 en Groep 2 is gemeten door middel van het uitvoeren van een (parametrische) IndependentSamples T-Test. Uit de analyse blijkt de variabele Leeftijd niet significant (zie Tabel 3.2). Er is geen verschil in de spreiding van de variabele Leeftijd tussen de chatcoachees en de face-to-face coachees. De groep chatcoachees is gelijk aan de groep face-to-face coachees met betrekking tot de leeftijd. Tabel 3.3 De variabelen Extraversie, Meegaandheid, Zorgvuldigheid, Emotionele Stabiliteit en Openheid voor Ervaringen (TIPI) binnen Groep 1 (n = 24) en Groep 2 (n = 14) op de Baseline (T0) Groep 1
Groep 2
(ChatCoachees)
(Face-to-face coachees)
P-waarden
N
M
SD
N
M
SD
Sig.
Extraversie
24
11.04
2.545
14
10.00
3.063
0.608
Meegaandheid
24
10.83
1.810
14
10.57
2.102
0.749
Zorgvuldigheid
24
10.67
2.099
14
10.57
2.766
0.394
Emotionele
24
11.25
2.090
14
10.07
1.685
0.125
24
11.38
1.952
14
10.50
2.565
0.726
TIPI
stabiliteit Openheid voor Ervaringen
3.1.4 Ten Item Personality Inventory (TIPI) Om het verschil in scores op de variabelen Extraversie, Meegaandheid, Zorgvuldigheid, Emotionele Stabiliteit en Openheid voor Ervaringen tussen Groep 1 en Groep 2 voor aanvang van de coachsessie te onderzoeken, is er een ANCOVA uitgevoerd, waarbij de variabele Opleidingsniveau is meegenomen als covariaat (de spreiding van de variabele Opleidingsniveau tussen Groep 1 en Groep 2 was niet gelijk). Controlerend op de variabele Opleidingsniveau blijken er geen verschillen te zijn in de scores op de variabelen Extraversie, Meegaandheid, Zorgvuldigheid, Emotionele Stabiliteit en Openheid voor Ervaringen tussen Groep 1 en Groep 2 (zie Tabel 3.3). Er zijn geen verschillen gevonden in persoonlijkheidskenmerken tussen de groep chatcoachees en de controlegroep met face-to-face coachees.
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
30
Tabel 3.4 De variabelen Verwachtingen ten aanzien van de coachsessie binnen Groep 1 (n = 24) en Groep 2 (n = 14) op de Baseline (T0) Groep 1
Groep 2
P-
(ChatCoachees)
(Face-to-face coachees)
waarden
N
M
SD
N
M
SD
Sig.
Ontwikkelpunt helder.
24
5.08
1.381
14
4.86
1.610
0.961
Ontwikkelpunt als
24
4.25
1.260
14
4.57
1.555
0.792
24
6.38
0.770
14
6.21
0.893
0.917
24
5.13
1.569
14
5.50
1.092
0.635
24
4.25
1.294
14
4.79
1.369
0.316
24
5.63
0.875
14
5.21
1.369
0.571
24
5.83
0.637
14
5.50
1.345
0.945
24
3.71
1.301
14
4.21
1.477
0.518
24
5.58
0.881
14
5.64
1.151
0.184
24
5.46
0.721
14
5.64
1.082
0.221
24
5.63
0.824
14
5.57
1.016
0.460
24
5.71
0.806
14
5.93
0.917
0.240
24
5.63
0.875
14
6.00
0.784
0.312
Verwachtingen
obstakel. Gemotiveerd om aan persoonlijke ontwikkeling te werken. Coachsessie toegespitst op ontwikkelpunt. Verwachtingen coachsessie. Emoties onder worden brengen tijdens coachsessie. Gedachten formuleren tijdens coachsessie. Kosten energie coachsessie. Coach setting creëren (op gemak voelen). Coach begrijpt mij goed. Anders over ontwikkelpunt laten nadenken. Aanzet tot verandering opleveren. Praktische inzichten verkrijgen.
DATA-ANALYSE
31
3.1.5 Verwachtingen ten aanzien van de coachsessie Om het verschil in scores op Verwachtingen ten aanzien van de coachsessie tussen Groep 1 en Groep 2 voor aanvang van de coachsessie te onderzoeken, is een ANCOVA uitgevoerd, waarbij de variabele Opleidingsniveau is meegenomen als covariaat (de spreiding van variabele Opleidingsniveau tussen groep 1 en groep 2 was niet gelijk). Controlerend op de variabele Opleidingsniveau blijken er geen verschillen te zijn in de scores op de Verwachtingen ten aanzien van de coachsessie tussen Groep 1 en Groep 2 (zie tabel 3.4). Tabel 3.5 De variabelen Autonomie, Competentie, Sociale Verbondenheid (BPNS) binnen Groep 1 (n = 24) en Groep 2 (n = 14) op de Baseline (T0) Groep 1
Groep 2
(ChatCoachees)
P-waarden
(Face-to-face coachees)
N
M
SD
N
M
SD
Sig.
Autonomie
24
21.67
2.697
14
18.21
4.823
0.328
Competentie
24
22.38
3.173
14
18.29
4.843
0.244
Soc. Verbondenheid
24
24.83
2.140
14
22.57
4.415
0.613
BPNS
3.1.6 Basic Psychological Needs Scale (BPNS) Om het verschil in scores op de variabelen Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid tussen Groep 1 en Groep 2 voor aanvang van de coachsessie te onderzoeken is een ANCOVA uitgevoerd, waarbij de variabele Opleidingsniveau is meegenomen als covariaat (de spreiding van de variabele Opleidingsniveau tussen Groep 1 en Groep 2 was niet gelijk). Controlerend op de variabele Opleidingsniveau blijken er, voor aanvang van de coachsessie, geen verschillen te zijn in de scores op de variabelen Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid tussen de groep chatcoachees en de groep face-to-face coachees (zie Tabel 3.5). 3.2
Baseline en Nameting
Er is tevens onderzocht hoe de scores op de variabelen Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid (BPNS) en de Verwachtingen/Evaluatie van de coachsessie binnen Groep1en binnen Groep 2 verdeeld zijn over de T0 (Baseline) en T1(Nameting).
Tabel 3.6 De variabelen Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
32
(BPNS) binnen Groep 1 op T0 (Baseline) en T1 (Nameting) Groep 1 (ChatCoachees) T0
T1
(Baseline)
(Nameting)
P-waarden
N
M
SD
N
M
SD
Sig.
Autonomie
24
21.67
2.697
24
21.67
1.857
1.000
Competentie
24
22.38
3.173
24
23.54
2.654
0.020*
Soc. Verbondenheid
24
24.83
2.140
24
24.79
2.206
0.894
BPNS
*Significant (Sig. < 0,05)
3.2.1 BPNS binnen Groep 1 Om het verschil in scores op de variabelen Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid binnen Groep 1 tussen T0 en T1 te onderzoeken is er een Paired Samples T-Test uitgevoerd, waarbij drie paren zijn gemaakt van de variabelen Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid die de scores omvatten op T0 (Baseline) met de variabelen Autonomie(1), Competentie(1) en Sociale Verbondenheid(1) die de scores omvatten op T1 (Nameting). Uit de Paired Samples T-Test blijkt er een significant verschil te zijn in de scores op de variabele Competentie binnen Groep 1 tussen T0 en T1 (0,020 < 0,05) (zie Tabel 3.6). De scores op de variabele Competentie binnen Groep 1 op T0 zijn verschillend van de scores op de variabele Competentie binnen Groep 1 op T1. Tabel 3.7 De variabelen Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid (BPNS) binnen Groep 2 op T0 (Baseline) en T1 (Nameting) Groep 2 (Face-to-face coachees) T0
T1
(Baseline)
(Nameting)
P-waarden
N
M
SD
N
M
SD
Sig.
Autonomie
14
18.21
4.823
14
19.43
4.484
0.385
Competentie
14
18.29
4.843
14
18.57
3.524
0.807
Soc. Verbondenheid
14
22.57
4.415
14
22.50
3.032
0.925
BPNS
DATA-ANALYSE
33
3.2.2 BPNS binnen Groep 2 Om het verschil in scores op de variabelen Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid binnen Groep 2 tussen T0 en T1 te onderzoeken is een Paired Samples T-Test uitgevoerd, waarbij drie paren zijn gemaakt van de variabelen Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid die de scores omvatten op T0 (Baseline) met de variabelen Autonomie(1), Competentie(1) en Sociale Verbondenheid(1) die de scores omvatten op T1 (Nameting). Uit de Paired Samples T-Test blijken er geen significante verschillen te zijn in de scores op de variabelen Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid binnen Groep 2 tussen T0 en T1 (zie Tabel 3.7). Tabel 3.8 De variabelen Verwachtingen ten aanzien van de coachsessie binnen Groep 1 op T0 (Baseline) en T1 (Nameting) Groep 1 (ChatCoachees) T0
T1
P-
(Baseline)
(Nameting)
waarden
N
M
SD
N
M
SD
Sig.
Ontwikkelpunt helder.
24
5.08
Ontwikkelpunt als obstakel.
24
4.25
1.381
24
5.83
0.702
0.006*
1.260
24
4.13
1.329
Gemotiveerd om aan persoonlijke ontwikkeling
24
6.38
0.770
0.671
24
6.25
0.608
0.450
Coachsessie toegespitst op ontwikkelpunt.
24
5.13
Verwachtingen coachsessie.
24
4.25
1.569
24
5.75
1.225
0.053
1.294
24
5.42
1.213
0.001*
Emoties onder worden brengen tijdens
24
5.63
0.875
24
5.38
1.408
0.366
Gedachten formuleren tijdens coachsessie.
24
5.83
Kosten energie coachsessie.
24
3.71
0.637
24
5.79
1.062
0.857
1.301
24
3.25
1.622
Coach setting creëren (op gemak voelen).
24
5.58
0.229
0.881
24
5.83
1.204
Coach begrijpt mij goed.
24
0.426
5.46
0.721
24
5.71
1.083
Anders over ontwikkelpunt laten nadenken.
0.266
24
5.63
0.824
24
5.75
1.152
0.657
Aanzet tot verandering opleveren.
24
5.71
0.806
24
5.17
1.129
0.056
Praktische inzichten verkrijgen.
24
5.63
0.875
24
5.25
1.189
0.185
Verwachtingen
te werken.
coachsessie.
* Significant (Sig. < 0,05)
34
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
3.2.3 Verwachtingen en evaluatie van de coachsessie binnen Groep 1 Om het verschil in de scores op de verwachtingen ten aanzien van de coachsessie binnen Groep 1 tussen T0 (Baseline) en T1 (Nameting) te onderzoeken is een Paired Samples T-Test uitgevoerd, waarbij dertien paren zijn gemaakt van de variabelen ‘Verwachtingen ten aanzien van de coachsessie’ die de scores omvatten op T0 met de variabelen ‘Evaluatie van de coachsessie’ die de scores omvatten op T1. Uit de Paired Samples T-Test blijken er significante verschillen te zijn in de scores op de variabelen: 1) ‘Ontwikkelpunt helder’ (0.006 < 0,05) en 2) ‘Verwachtingen coachsessie’ (0.001 < 0,05) binnen Groep 1 tussen T0 en T1 (zie Tabel 3.8). Tabel 3.9 De variabelen Verwachtingen ten aanzien van de coachsessie binnen Groep 2 op T0 (Baseline) en T1 (Nameting) Groep 2 (Face-to-face coachees) T0
T1
P-
(Baseline)
(Nameting)
waarden
N
M
SD
N
M
SD
Ontwikkelpunt helder.
14
4.86
Ontwikkelpunt als obstakel.
14
4.57
Gemotiveerd om aan persoonlijke ontwikkeling
14
6.21
0.893
Coachsessie toegespitst op ontwikkelpunt.
14
5.50
Verwachtingen coachsessie.
14
4.79
Emoties onder worden brengen tijdens
14
5.21
1.369
Gedachten formuleren tijdens coachsessie.
14
5.50
Kosten energie coachsessie.
14
4.21
Coach setting creëren (op gemak voelen).
14
5.64
Coach begrijpt mij goed.
14
Anders over ontwikkelpunt laten nadenken.
14
Aanzet tot verandering opleveren. Praktische inzichten verkrijgen.
Sig.
1.610
14
5.21
1.311
0.373
1.555
14
3.79
1.528
0.035*
14
6.07
0.829
0.583
1.092
14
5.50
0.855
1.000
1.369
14
5.93
1.269
0.014*
14
5.71
0.994
0.169
1.345
14
5.57
1.016
0.856
1.477
14
3.36
1.906
0.068
1.151
14
6.29
0.726
0.022*
5.64
1.082
14
6.29
0.825
0.022*
5.57
1.016
14
5.79
1.188
0.487
14
5.93
0.917
14
5.43
1.222
0.236
14
6.00
0.784
14
5.79
1.051
0.583
Verwachtingen
te werken.
coachsessie.
* Significant (Sig. < 0,05)
DATA-ANALYSE
35
3.2.4 Verwachtingen en evaluatie van de coachsessie binnen Groep 2 Om het verschil in de scores op de verwachtingen ten aanzien van de coachsessie binnen Groep 2 tussen T0 (Baseline) en T1 (Nameting) te onderzoeken, is een Paired Samples T-Test uitgevoerd, waarbij dertien paren zijn gemaakt van de variabelen ‘Verwachtingen ten aanzien van de coachsessie’ die de scores omvatten op T0 met de variabelen ‘Evaluatie van de coachsessie’ die de scores omvatten op T1. Uit de Paired Samples T-Test blijken significante verschillen te zijn in de 1 scores op de variabelen ‘Ontwikkelpunt als obstakel’ (0.035 < 0,05), 2 3 ‘Verwachtingen coachsessie’ (0.014 < 0,05), ‘Coach kon setting creëren 4 (op gemak voelen)’ (0,022 < 0,05) en ‘Coach begrijpt mij goed’ (0,022 < 0,05) binnen Groep 2 tussen T0 en T1 (zie Tabel 3.9).
4
Resultaten
4.1
Beantwoorden van de deelvragen
Op basis van de data-analyse kan er antwoord gegeven worden op de deelvragen. Er zijn Paired Samples T-Tests uitgevoerd om te onderzoeken of er een verandering is opgetreden in de scores op de variabelen Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid na afronding van de coachsessie. Hierbij is gekeken of er verschillen zijn in de scores op de variabelen Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid tussen T0 (Baseline) en T1 (Nameting) binnen de groep met chatcoachees (Groep 1) en binnen de controlegroep met face-to-face coachees (Groep 2). Aannames: H0: Er is geen verandering opgetreden in de score op de variabele na afronding van de coachsessie (H0: T0 = T1) H1: Er is verandering opgetreden in de score op de variabele na afronding van de coachsessie (H1: T0 ≠ T1) P-waarden < 0,05 worden als significant beschouwd, wat inhoudt dat de aanname onder H0 (geen verandering in de score op de variabele na afronding van de coachsessie) verworpen wordt. 1A Is er een verandering opgetreden in de score op de variabele Autonomie na afronding van de chatcoachsessie? Nee, H0 wordt niet verworpen. Na afronding van de chatcoachsessie is er geen verandering opgetreden in de score op de variabele Autonomie. 2A Is er een verandering opgetreden in de score op de variabele Competentie na afronding van de chatcoachsessie? Ja, H0 wordt verworpen. Na afronding van de coachsessie scoorden de chatcoachees hoger op de variabele Competentie dan voor aanvang van de coachsessie. 3A Is er een verandering opgetreden in de score op de variabele Sociale Verbondenheid na afronding van de chatcoachsessie? Nee, H0 wordt niet verworpen.
38
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
Na afronding van de chatcoachsessie is er geen verandering opgetreden in de score op de variabele Sociale Verbondenheid. 1B Is er een verandering opgetreden in de score op de variabele Autonomie na afronding van de face-to-face coachsessie? Nee, H0 wordt niet verworpen. Na afronding van de face-to-face coachsessie is er geen verandering opgetreden in de score op de variabele Autonomie. 2B Is er een verandering opgetreden in de score op de variabele Competentie na afronding van de face-to-face coachsessie? Nee, H0 wordt niet verworpen. Na afronding van de face-to-face coachsessie is er geen verandering opgetreden in de score op de variabele Competentie. 3B Is er een verandering opgetreden in de score op de variabele Sociale Verbondenheid na afronding van de face-to-face coachsessie? Nee, H0 wordt niet verworpen. Na afronding van de face-to-face coachsessie is er geen verandering opgetreden in de score op de variabele Sociale Verbondenheid. 4.2
Verwachtingen en evaluatie van de coachsessie
Naast de data voor de beantwoording van de deelvragen, bevat de analyse meer interessante data. Deze data hebben betrekking op de verwachtingen en evaluatie van de coachsessie en zullen hieronder besproken worden. Na afronding van de chatcoachsessie zijn er stijgingen gevonden in scores op variabelen die betrekking hadden op de verwachtingen en evaluatie van de coachsessie. Het gaat hierbij om de volgende variabelen: 1. ‘Ontwikkelpunt helder’ De chatcoachees gaven, voor aanvang van de coachsessie, aan hun eigen ontwikkelpunt helder te hebben en te verwachten het goed te kunnen verwoorden tijdens de coachsessie. Na afronding van de coachsessie bleek deze verwachting te zijn overtroffen. De chatcoachees hadden hun ontwikkelpunt duidelijker helder dan ze aanvankelijk hadden gedacht en konden hun ontwikkelpunt, beter dan verwacht, verwoordden tijdens de coachsessie. 2. ‘Verwachtingen coachsessie’ Voor aanvang van de coachsessie gaven de chatcoachees aan redelijke verwachtingen te hebben van de coachsessie. De chatcoachees hadden
RESULTATEN
39
geen uitgesproken negatieve of positieve verwachtingen ten aanzien van de komende coachsessie. Echter na afronding van de chatcoachsessie is gebleken dat de coachsessie de eerdere verwachtingen overtrof. De coachsessie voldeed meer aan de verwachtingen dan dat de chatcoachees aanvankelijk hadden gedacht. Na afronding van de face-to-face coachsessie zijn er veranderingen gevonden in scores op variabelen die betrekking hadden op de verwachtingen en evaluatie van de coachsessie. Het gaat hierbij om de volgende variabelen: 1. ‘Ontwikkelpunt als obstakel’ Na afronding van de coachsessie is gebleken dat de face-to-face coachees hun ontwikkelpunt minder als obstakel in het leven ervaren dan voor aanvang van de coachsessie. 2. ‘Verwachtingen coachsessie’ Voor aanvang van de coachsessie gaven de face-to-face coachees aan redelijke verwachtingen te hebben van de coachsessie. De face-to-face coachees hadden geen uitgesproken negatieve of positieve verwachtingen ten aanzien van de komende coachsessie. Echter na afronding van de face-toface coachsessie is gebleken dat de coachsessie de eerdere verwachtingen overtrof. De coachsessie voldeed meer aan de verwachtingen dan dat de face-to-face coachees aanvankelijk hadden gedacht. 3. ‘Coach setting creëren (op gemak voelen)’ Voor aanvang van de coachsessie gaven de face-to-face coachees aan te verwachten dat de coach een setting kon creëren waarin ze zich op hun gemak zouden voelen. Na afronding van de coachsessie bleek deze verwachting te zijn overtroffen. De coach kon, beter dan verwacht, een setting creëren waarin ze zich op het gemak voelden. 4. ‘Coach begrijpt mij goed’ Voor aanvang van de coachsessie gaven de face-to-face coachees aan te verwachten dat de coach hen goed zou begrijpen tijdens de coachsessie. Na afronding van de coachsessie bleek deze verwachting te zijn overtroffen. De coach begreep de coachees beter dan dat ze aanvankelijk hadden gedacht.
5
Conclusie en discussie
Binnen dit onderzoek werd er onderzocht of chatcoaching via de ‘ChatCoach’ een effectieve coachingsmethode is. Een stijging in de scores op de variabelen Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid na afronding van de coachsessie wordt binnen dit onderzoek beschouwd als bewijs voor de effectiviteit van de ‘ChatCoach’-methodiek. De scores op de drie psychologische basisbehoeften Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid zijn gemeten aan de hand van een vertaling van de Basic Psychological Needs Scale (BPNS). Omdat er naast de coachvorm ook andere factoren (persoonskenmerken, achtergrondvariabelen, type coachvraag, verwachtingen en relatiefactoren) zouden kunnen zijn die de effectiviteit van coaching kunnen beïnvloeden, is er voor gekozen om op deze factoren te controleren. 5.1
Conclusie
5.1.1 Chatcoachees (Groep 1) Na analyse van de dataset kan geconcludeerd worden dat er na één coachsessie een verbetering is opgetreden in (de gevoelde mate van) Competentie bij de coachees die een coachsessie hebben gehad via de ‘ChatCoach’. Na afronding van de coachsessie scoorden de chatcoachees hoger op de variabele Competentie dan voor aanvang van de coachsessie. Daarmee mogen we aannemen dat de respondenten, na deelname aan een coachsessie via de ‘ChatCoach’, meer geloof hebben gekregen in hun eigen kunnen, beter in het dagelijks leven te kunnen laten zien wat ze kunnen en meer tevreden zijn over hetgeen ze bereikt hebben in hun leven. Het lijkt erop te duiden dat het opschrijven van gedachten en gevoelens, het wegvallen van representatie, de visuele anonimiteit en de scherpe focus op de kern bij chatcoaching via de ‘ChatCoach’ bijdragen aan de effectiviteit van deze coachingsmethode als het gaat om het verbeteren van de (gevoelde mate van) Competentie. De chatcoachsessie heeft geen effect gehad op de andere variabelen van de BPNS, te weten Autonomie en Sociale Verbondenheid. 5.1.2 Verwachtingen en evaluatie van de chatcoachsessie Om de verwachtingen van de coachees ten aanzien van de coachsessie in kaart te brengen zijn er voorafgaand aan de coachsessie enkele vragen gesteld over deze verwachtingen. Na afronding van de coachsessie is er geëvalueerd in hoeverre de verwachtingen waren uitgekomen. Voorafgaande
42
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
aan de coachsessie bleken de chatcoachees geen uitgesproken negatieve of positieve verwachtingen te hebben ten aanzien van de coachsessie. Echter na afronding van de chatcoachsessie bleken de verwachtingen van de coachees te zijn overtroffen. Dit zelfde bleek op te gaan voor de verwachtingen omtrent het goed helder krijgen van het eigen ontwikkelingspunt en het uiteindelijk goed kunnen verwoorden van het ontwikkelingspunt tijdens de chatcoachsessie. In beide gevallen bleek dit beter te zijn gegaan dan de coachees vooraf verwacht hadden. De uitdrukking ‘eerst doen, dan geloven’ lijkt hier dan ook van toepassing te zijn. 5.1.3 Controlegroep met face-to-face coachees (Groep 2) Ter controle is er onderzocht of er ook een verandering in de scores op de variabelen Autonomie, Competentie en Sociale Verbondenheid waarneembaar is bij een controlegroep van coachees die een reguliere face-to-face coachsessie gevolgd hebben. Na analyse van de dataset kan er geconcludeerd worden dat er na afronding van de coachsessie geen verandering heeft plaatsgevonden in de scores op deze drie variabelen binnen de groep met face-to-face coachees. 5.1.4 De ‘ChatCoach’ als effectieve coachingsmethode De toename in de score op de variabele Competentie binnen de groep chatcoachees kan worden verklaard door het gebruik van de ‘ChatCoach’ als coachingsmethode omdat er gecontroleerd is op overige relevante factoren zoals persoonskenmerken, achtergrondvariabelen, type coachvraag, verwachtingen en relatiefactoren, die ook van invloed kunnen zijn op de effectiviteit van een coachsessie. Bij beide aangeboden coachvormen (chatcoachen en face-to-face coachen) binnen dit onderzoek lag de focus op competentiegericht leren. Het contact tussen de coach en de coachee was daarom gericht op het vergroten van de zelfkennis waarbij inzicht verkregen wordt in denk- en gedragspatronen en aanwezige talenten van de coachee, en daardoor mogelijkheden verkrijgt om in de dagelijkse praktijk hernieuwd handelen in te zetten. Als het gaat om het verbeteren van (de gevoelde mate van) Competentie laten de resultaten binnen dit onderzoek zien dat de ´ChatCoach´-methodiek een effectieve coachvorm is. 5.2
Discussie
5.2.1 Beperkingen van het onderzoek De respondenten die hebben deelgenomen aan het onderzoek konden zelf de keuze maken aan welke coachvorm (chatcoachen of face-to-face coachen) ze wilden deelnemen. Hierdoor kan er sprake zijn van zelfselectie. De
CONCLUSIE EN DISCUSSIE
43
invloed hiervan is beperkt gebleven, omdat de beide groepen coachees niet van elkaar verschilden op relevante variabelen zoals, geslacht, leeftijd en persoonlijkheid. Er was wel een verschil tussen de twee groepen op de variabele Opleidingsniveau. Hier is echter voor gecontroleerd tijdens de dataanalyse, waardoor dit effect is geminimaliseerd. Het onderzoek heeft de beperking in zich dat de respondenten aan een eenmalige coachsessie deelnamen, hierdoor kunnen er geen uitspraken worden gedaan over de effectiviteit van een compleet chatcoach-traject met meerdere coachsessies. Daarnaast is de steekproef van het onderzoek beperkt (N = 38). Dit maakt de externe validiteit van dit onderzoek klein en zijn de resultaten van het onderzoek wellicht beperkt generaliseerbaar naar een bredere populatie. 5.2.2 Aanbeveling Dit onderzoek betrof een eenmalige coachsessie om in kaart te brengen of het gebruik van de ‘ChatCoach’ als coachingsmethode effectief is. Gezien de eerste positieve bevindingen lijkt chatcoaching via de ‘ChatCoach’ zinvol om als coachingsmethode in te zetten. Het is dan ook raadzaam om vervolgonderzoek uit te voeren waarbij ook onderzoek wordt gedaan naar een compleet chatcoach-traject. Er kan dan worden onderzocht of de nu gevonden positieve effecten van blijvende aard zijn na het afronden van een compleet chatcoach-traject en of er ook nog eventuele andere positieve effecten kunnen ontstaan. Daarbij zou het ook zinvol kunnen zijn om te onderzoeken hoeveel coachcontacten met de ‘ChatCoach’ er nodig zouden zijn voor het behalen van een optimaal resultaat.
Literatuurlijst Bagshaw, M., Bagshaw, C. (2001). E-coaching: It range, scope and benefits. Training Journal, 38, 2. Bersin, J. (2009). The State of Learning and Talent Measurement. Verkregen op 10 mei, 2009 van http://www.bersin.com/Lib/Rs/ShowDocument.aspx?docid=9514&ref=ml. Centraal Bureau voor de Statistiek (2008). Mediaproducten steeds meer via het internet. Verkregen op 12 juni, 2009 van http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/B6BD7026-9407-4667-9E8EF38072D8FE96/0/pb08n071.pdf. Csikszentmihalyi, M. (1999). Flow. Psychologie van de optimale ervaring. Amsterdam: Uitgeverij Boom. Deci, E. L., & Ryan, R. M. (1985). Intrinsic motivation and self-determination in human behavior. New York: Plenum Publishing Co. Deci, E. L., & Ryan, R. M. (2000). The "what" and "why" of goal pursuits: Human needs and the self-determination of behavior. Psychological Inquiry, 11, 227-268. Droste, J., Kikstra, A. & Rikhof, M. (2002). De succesvolle e-coach: het begeleiden van Competentiegericht leren. Verkregen op 16 mei, 2009 van http://www.kennisnet.nl/bve/evenementen/learningcommunities/achtergrondi nformatie/pdf/De%20succesvolle%20e-coach.pdf. Duncan, B.L., & Miller, S.D (2000). The Heroic Client. San Francisco: Jossey-Bass. Engel, A. (2006). Vormen en bereik van E-coaching. In: Stammes, N., Baarsen, B. van., Kooij, A. & Koning, H. de. (eds), De Coach Approach. Organisaties veranderen door een coachende benadering (pp207-211). Deventer: CoachingNet. Esterling, B.A., Antoni, M.H., Fletcher, M.A., Margulies, S. & Schneiderman, N. (1994). Emotional disclosure through writing or speaking modulates latent Epstein-Barr virus antibody titers. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 62, 130-140.
46
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
Gelderblom, A. & Koning, J. de. (2003). ICT: de electronische snelweg voor bedrijfsopleidingen? (elektronische versie). In: Ester, P., Fouarge, D., Kerkhofs, M. & Román, A., ICT, arbeid en organisatie. Den Haag: Read Business Information BV. Gosling, S.D., Rentfrow, P.J. & Swann, W.B. (2003). A very brief measure of the Big-Five personality domains. Journal of Research in Personality, 37, 504-528. Hisschemöller, B. (2006). Hallo, ik ben uw e-coach. Immediate-coaching, een innovatieve manier van coachen. Schiedam: Scriptum. Hubble, M.A., Duncan, B.L. & Miller, S.D. (2000). The heart and soul of change: What works in therapy. Washington: American Psychological Association. Joinson, A. N. (2001). Self-disclosure in computer-mediated communication: The role of self-awareness and visual anonymity. European Journal of Social Psychology, 31, 177-192. Korthagen, F. & Vasalos, A. (2007). Kwaliteit van binnenuit als sleutel voor professionele ontwikkeling. Tijdschrift voor lerarenopleiders, 28, 17-23. Lam, J.I., Rubens, G.F.L.M., & Simons, P.R.J. (2006). Hebben elektronische leeromgevingen hun langste tijd gehad of toch niet? Thema, Tijdschrift voor Hoger onderwijs & Management, 13, 2, 35-39. Maagdenberg, F. (2008). Coachen volgens waarderende coachingprincipes. Onderzoek naar de vergelijking van percepties over het effect van waarderende coachingprincipes die tot uiting komen in belangrijke momenten die coachee en coach benoemen direct na afloop van de coachingsessie. Verkregen op 16 juni, 2009 van http://www.coachplaats.nl/index.php/the-news/277-waarderend-coachen-inopkomst. Manhal-Baugus (2001). E-Therapy: Practical, Ethical, and Legal Issues. CyberPsychology & Behavior, 4, 551-563. Pool, H. van der., en Smits, J. (2003). Synchroon en asynchroon (e-)leren in bedrijf. Praktijkvoorbeelden en succesvoorwaarden. Verkregen op 7 april, 2009 van http://www.han.vanderpool.com/themahrdtekst.htm. Roed, J. (2003). Language Learner Behaviour in a Virtual Environment. Computer Assisted Language Learning, 16,155-172.
LITERATUURLIJST
47
Rossett, A. & Marino, G. (2005). If Coaching is Good, then E-Coaching is …. T + D, 59, 46-50. Rubens, G.F.L.M. & Admiraal, W. (2003). Samenwerkend leren met behulp van ICT binnen het Europese onderwijs: ervaringen met Synergeia in vier landen. In: Jochems, W. (ed), Grenzeloos leren: Onderwijs Research Dagen 2003, 307-309. Rubens, G.F.L.M. (2003). De (prille) geschiedenis van e-learning: Omzien in verwondering. Verkregen op 7 april, 2009 van http://www.te-learning.nl/ omzieninverwondering.pdf. Rubens, G.F.L.M. (2008). E-learning: trends en ontwikkelingen. Verkregen op 28 januari, 2010 van http://www.te-learning.nl/developrubens.pdf. Simons, P.R.J. (2003). Eindelijk aandacht voor didactiek van e-learning. Verkregen op 9 april, 2009 van http://igitur-archive.library.uu.nl/ivlos/20050622-185157/5672.pdf. Turkensteen, M. (2008). Sterkte-Zwakte Analyse van e-therapieën. Verkregen op 11 oktober, 2009 van http://umcg.wewi.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/Rapporten/2008/UBAssertiv3/ps ma-0708-s1346717-turkensteen-sterktezwakteanalyse.pdf. Veen F., G. C. Peppenster & Krijnen J. A. M. (2008). De ChatCoach. Een coach op elke werkplek? Nieuwerkerk aan den IJssel: Gelling Publishing. Verhoeven, N. (2004). Wat is onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger beroepsonderwijs. Amsterdam: Uitgeverij Boom. Verstelle, M. (2009). E-coaching, rol van docent en trainer. Verkregen op 11 juni, 2009 van http://www.slideshare.net/Marjaa/ecoaching-sbo. Verstuyf, J., & Vansteenkiste, M. (2008). Willen versus Moeten: De invloed van motivatie op het therapeutisch proces. Agora, 24,7-23. Visser, C. & Butter, R. (2005). Effectiviteit van coaching en advisering. Verkregen op 17 oktober, 2009 van http://www.mcc.nl/effectiviteit_van_coaching_en_advisering.htm. Windrich, M. (2008). Het succes van online coaching. Waarom het zo goed werkt. Houten: Spectrum.
Bijlagen Bijlage 1: Coachprotocol Coachprotocol ChatCoach - KCC Doel: dit protocol dient als uitgangspunt en richtlijn voor te houden coachsessies binnen het onderzoek via de Universiteit van Tilburg naar de werking van coachen face-to-face versus online coachen via de ChatCoach. Algemeen -
Focus ligt op persoons- en functiegerichte ontwikkeling.
-
Het contact is gericht op het leren van de coachee over zichzelf waarbij hij/zij inzicht en doorzicht verkrijgt in het patroon van eigen handelen en mogelijkheden verkrijgt om hernieuwd handelen in te zetten.
-
Binnen de ChatCoach verklaren alle gebruikers (coach en coachee) zich akkoord met de gebruikersvoorwaarden. Hierin zijn o.a. opgenomen de Nobco gedragscode. De gebruiksvoorwaarden voor coachees: link De gebruiksvoorwaarden coaches: link
-
Elke coachsessie is op maat en verloopt op basis van onderstaande coachCompetenties en de genoemde stroom binnen een coach gesprek.
Specifiek Coachee: De coachee draagt eigen verantwoordelijkheid voor het eigen leren en ontwikkelen. Bijvoorbeeld door zelfwerkzaamheid, zichzelf openstellen, onder-
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
50
zoekende houding rondom het eigen gedrag, inzicht geven in de context rondom het ontwikkelpunt, aandragen van voorbeelden of casus materiaal. Coach: De coach beschikt over algemeen veronderstelde kennis en vaardigheden om als professioneel coach te functioneren. Daarbij is de coach aangesloten bij een branchevereniging van waaruit wordt gewerkt met gedragscode en eigen professionalisering wordt gestimuleerd en vereist. Onderstaande coachCompetenties beïnvloeden de coachstijl en de coach weet deze Competenties professioneel te hanteren:
-
Is staat de coachee te begeleiden in het verhelderen en benoemen van het leerdoel, ontwikkelpunt, de leervraag.
-
In staat wezenlijk contact te maken met de coachee vanuit de coach positie.
-
Zet de kunst van het vragenstellen in (gericht op reflectie, gericht op taakuitoefening enz.).
-
Weet verder te blikken dan de buitenkant (gedrag, en kwaliteiten) en besteedt aandacht aan identiteit, overtuigingen, normen en waarden van de coachee.
-
Is nieuwsgierig, vraagt door om de vraag achter de vraag transparant te krijgen.
-
Weet interventies in te zetten om (belemmerende) overtuigingen bewust te maken en om te buigen.
-
Weet te confronteren vanuit de coachpositie.
-
Geeft ontwikkelingsgerichte feedback.
-
Weet de coachee een bredere context te bieden van waaruit de coachee zijn eigen positie opnieuw kan bezien.
-
Kan de coachee inzicht geven in de dynamiek tussen
BIJLAGEN
51
‘willen’(intrinsieke motivatie), kunnen en moeten.
-
Onderkend invloed van eigenaarschap en zelfsturing en weet deze te stimuleren.
-
Weet ingebrachte situaties en geziene patronen te relateren aan Competenties.
-
Kan gebruik maken van de interactie in het hier-en-nu.
-
Kan de coachee begeleiden om geschikte leerervaringen op te doen en te komen tot hernieuwde handelingsmogelijkheden.
-
Is bekend met mechanismen zoals:
-
projectie en invloed van andermans waarden en opvattingen
op eigen gedrag.
-
invloeden vanuit de bredere context (omgeving) op de coachee
-
Houdt de verantwoordelijkheid daar waar die hoort
-
Is bewust van eigen kwaliteiten, valkuilen, allergieën en uitdagingen
-
Past voor zichzelf zelfreflectie toe op de eigen coachstijl
De stroom in het coach gesprek Contact Zelf op tijd aanwezig / aanvangen Contact maken met de coachee als persoon en diens input/ontwikkelpunt (afstemmen en aansluiten) Interventies op kader en veiligheid (vertrouwen, empathie) Check wat (op dit moment) de coachee beïnvloed Verkennen Aansluiten bij de input en coach doelstelling Is de input geschikt, wat is nog (meer) nodig aan informaties daarin Vragen naar specifieke verwachtingen
52
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
Na gaan wat er al geleerd is vanuit eerdere ervaringen tov het ingebrachtte Wat is wel gelukt…. En wat niet…. Ontwikkelpunt: met het verkennen de eigen (algemene/specifieke) leerdoelstelling (laten) verwoorden. Verdiepen Terugblikken op geschikte (leer)ervaring Doorvragen, tot de kern weten te komen Rationele kant laten benoemen, ervaren Contact maken vanuit de ervaring met het gevoel(-ssignaal) Analyseren van denken, voelen en effect op gedrag Belangrijkheid aangeven (kleuring) Formuleren belangrijkste aspecten Ontwikkelen Tot welke voornemens of (leer)wensen leidt voorgaande? Alternatieven ontwikkelen / oplossingen bedenken en keuzes maken Zicht geven op balans tussen zin (gevoel) en actie (doen) Continuering leerproces door het opdoen van nieuwe ervaringen vanuit hernieuwd denken Ondersteunen bij creëren van geschikte (leer)ervaring, actie aanpak Afronden Aandacht naar overzicht in laatste 10 minuten Samenvatten (coach/coachee) Concretiseer werkdoel en aanpak Wat is (nu) nodig om verder te kunnen
BIJLAGEN
53
Bijlage 2: Vragenlijst 1 (Voormeting) Binnenkort heeft u een coachsessie. U heeft aangegeven te willen deelnemen aan dit onderzoek. Voor het onderzoek is van belang dat u deze vragenlijst enige dagen voor de coachsessie invult. Deel I Vragenlijst (1) We verzoeken u aan te geven in hoeverre u het eens bent met de gegeven stelling. U kunt dit doen door te scoren op een schaal van 1 t/m 7, waarbij geldt: 1 = zeer mee oneens 2 = mee oneens 3 = beetje mee oneens 4 = neutraal 5 = beetje mee eens 6 = mee eens 7 = zeer mee eens 1: * 1) Ik voel me vrij om zelf te beslissen hoe ik mijn leven inricht. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
6
7 Zeer mee eens
2) Ik heb het gevoel onder druk te leven. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
3) Over het algemeen voel ik me vrij mijn mening te geven. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
4) Mensen met wie ik dagelijks contact heb, houden rekening met mijn gevoelens. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
5
6
7 Zeer mee eens
5) Ik ervaar onrust in mijzelf. Zeer mee oneens
1
2
3
4
2: * 1) In mijn dagelijks leven kan ik laten zien wat ik kan. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
54
2) Ik geloof in mijn eigen kunnen. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
3) Mensen in mijn omgeving bevestigen dat ik dingen goed doe. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
4) Over het algemeen voel ik me tevreden over wat ik bereikt heb. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
3: * 1) Ik ben iemand die gemakkelijk contact maakt met anderen. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
2) Ik ben een gesloten persoon en heb weinig sociale contacten. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
3) De mensen in mijn leven geven om mij. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
4) Mensen zijn over het algemeen vriendelijk tegen mij. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
4: * 1) Ik zie mijzelf als extravert, enthousiast. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
6
7 Zeer mee eens
2) Ik zie mijzelf als kritisch, ruzieachtig. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
3) Ik zie mijzelf als betrouwbaar, gedisciplineerd. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
4) Ik zie mijzelf als angstig, snel overstuur. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
5) Ik zie mijzelf als open voor nieuwe ervaringen, complex. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6) Ik zie mijzelf als terughoudend, stil.
6
7 Zeer mee eens
BIJLAGEN
Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
55
6
7 Zeer mee eens
6
7 Zeer mee eens
7) Ik zie mijzelf als sympathiek, warm. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
8) Ik zie mijzelf als ongeorganiseerd, nonchalant. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
9) Ik zie mijzelf als kalm, emotioneel stabiel. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
10) Ik zie mijzelf als behoudend, niet creatief. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
Deel II Vragenlijst (1) In dit deel van de vragenlijst zullen u stellingen worden voorgelegd ten aan zien van uw eerste coachsessie. We verzoeken u aan te geven in hoeverre u het eens bent met de gegeven stelling. U kunt dit doen door te scoren op een schaal van 1 t/m 7, waarbij geldt: 1 = zeer mee oneens 2 = mee oneens 3 = beetje mee oneens 4 = neutraal 5 = beetje mee eens 6 = mee eens 7 = zeer mee eens 5: * Ontwikkelpunt = uw punt van aandacht voor de coachsessie. Het is datgene waar u anders mee wilt omgaan en/of wilt verbeteren. 1) Ik heb mijn ontwikkelpunt helder en kan het goed verwoorden. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
2) Ik ervaar mijn ontwikkelpunt als een obstakel in mijn dagelijks leven. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
56
3) Ik ben gemotiveerd om aan mijn persoonlijke ontwikkeling te werken. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
4) Ik verwacht dat de coachsessie toegespitst blijft op mijn ontwikkelpunt. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
6: * 1) Ik heb duidelijke verwachtingen van de coachsessie. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
2) Ik verwacht dat ik mijn emoties goed onder woorden weet te brengen tijdens de coachsessie. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
3) Ik verwacht mijn gedachten goed te kunnen formuleren tijdens de coachsessie. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
4) Ik verwacht dat de coachsessie mij veel energie kost. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
5) Ik voel me gespannen voor de coachsessie. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
7:)* 1) Ik verwacht dat de coach een setting kan creëren waarin ik mij op mijn gemak voel. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
2) Ik verwacht dat de coach mij goed zal begrijpen. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
3) Ik verwacht dat de coach mij anders over mijn ontwikkelpunt kan laten nadenken. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
BIJLAGEN
57
8: * 1) Ik verwacht dat de coachsessie mij een aanzet tot verandering oplevert. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
2) Ik verwacht tijdens de coachsessie praktische inzichten te verkrijgen. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
3) Ik wil zelf kunnen bepalen wanneer de coachsessie plaatsvindt. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
4) Als ik vaker een coachsessie zou hebben, wil ik ook wel eens een sessie met een andere coach. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
5) Ik zou graag alles wat besproken wordt tijdens de coachsessie, nog eens terug kunnen lezen. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
Deel III Vragenlijst (1) 9: * Geslacht: o Vrouwelijk o Mannelijk 10: * Uw leeftijd: ………………………………………………………………………………………… 11: * Opleidingsniveau (werk- en denkniveau): o VMBO o MBO o HBO o WO 12: * Coachvorm waaraan u gaat deelnemen: o Online coachen via de ChatCoach o Face-to-face coachen
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
58
13: * De naam van uw Coach: o José van den Diepstraten o Margreet Hibma o Anita Joosstens o Wilma Kinkel o Jan Klapwijk o Jeanette Krijnen o Gerda Peppenster o Nathalie van Spall o Desiree Veehof o Ferrie Veen 14: * Mijn ontwikkelpunt heeft voornamelijk betrekkking op: o Werksituatie o Privésituatie o Beide 15: * Uw doel van de coaching: U kunt meerdere antwoordopties selecteren. o o o o o o o o o o o o o o
Mijn besluitvaardigheid te verbeteren. Effectiever (mijn) doelen te bereiken. De verantwoording daar te laten waar die hoort. Mijn grenzen beter te stellen. Beter focus te houden. Beter contact te maken met anderen. Mijzelf makkelijker te uiten. Minder stress te ervaren. Mijzelf minder te ergeren. Minder te zoeken naar bevestiging/erkenning. Minder emotioneel te reageren. Binnen een rol te (blijven) functioneren die beter bij me past. Mijzelf meer in balans te voelen. Anders:
16: * Hoeveel tijd, inclusief reistijd en voorbereiding wilt u maximaal besteden per coachsessie? o 1 á 1½ uur o 1½ á 2 uur o 2 á 2½ uur o 2½ á 3 uur o meer dan 3 uur
BIJLAGEN
59
17: * Hoe vaak per maand zou u uw coach willen kunnen raadplegen? o een keer per maand o een keer per twee weken o een keer per week o een keer per twee dagen o een keer per dag o onbeperkt o anders 18: * Ik zou graag mijn coach willen kunnen raadplegen via internet op momenten wanneer ik daar behoefte aan heb: o Ja o Nee 19: * Zou u hieronder kunnen aangeven waarom u wel of niet uw coach zou willen kunnen raadplegen via het internet? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… Mocht u nog opmerkingen of vragen hebben naar aanleiding van dit onderzoek, dan kunt u deze hier noteren: ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… Einde van deze Vragenlijst (1) Hartelijk dank voor uw medewerking! Na uw coachsessie zult u een uitnodiging ontvangen voor het invullen van "Vragenlijst (2)".
61
BIJLAGEN
Bijlage 3: Vragenlijst 2 (Nameting) Onlangs heeft u een coachsessie gehad. Voor het onderzoek is van belang dat u deze vragenlijst enige dagen na de coachsessie invult. Deel I Vragenlijst (2) We verzoeken u aan te geven in hoeverre u het eens bent met de gegeven stelling.U kunt dit doen door te scoren op een schaal van 1 t/m 7, waarbij geldt: 1 = zeer mee oneens 2 = mee oneens 3 = beetje mee oneens 4 = neutraal 5 = beetje mee eens 6 = mee eens 7 = zeer mee eens 1: 1) Ik voel me vrij om zelf te beslissen hoe ik mijn leven inricht. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
6
7 Zeer mee eens
2) Ik heb het gevoel onder druk te leven. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
3) Over het algemeen voel ik me vrij mijn mening te geven. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
4) Mensen met wie ik dagelijks contact heb, houden rekening met mijn gevoelens. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
2: 1) In mijn dagelijks leven kan ik laten zien wat ik kan. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
5
6
7 Zeer mee eens
2) Ik geloof in mijn eigen kunnen. Zeer mee oneens
1
2
3
4
3) Mensen in mijn omgeving bevestigen dat ik dingen goed doe. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
62
4) Over het algemeen voel ik me tevreden over wat ik bereikt heb. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
3: 1) Ik ben iemand die gemakkelijk contact maakt met anderen. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
2) Ik ben een gesloten persoon en heb weinig sociale contacten. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
3) De mensen in mijn leven geven om mij. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
4) Mensen zijn over het algemeen vriendelijk tegen mij. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
Deel II Vragenlijst (2) Ontwikkelpunt = uw punt van aandacht voor de coachsessie. Het is datgene waar u anders mee wilt omgaan en wilt verbeteren 5: 1) Ik heb mijn ontwikkelpunt helder en kan het goed verwoorden. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
2) Ik ervaar mijn ontwikkelpunt als een obstakel in mijn dagelijks leven. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
3) Ik ben gemotiveerd om aan mijn persoonlijke ontwikkeling te werken. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
4) De coachsessie bleef toegespitst op mijn ontwikkelpunt. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
6: 1) De coachsessie voldeed aan mijn verwachtingen. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
BIJLAGEN
63
2) Ik kon mijn emoties goed onder woorden brengen tijdens de coachsessie. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
3) Ik kon mijn gedachten goed formuleren tijdens de coachsessie. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
4) De coachsessie heeft mij veel energie gekost. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
7: 1) De coach creëerde een setting waarin ik mij op mijn gemak voelde. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
5
6
7 Zeer mee eens
2) De coach begreep mij goed. Zeer mee oneens
1
2
3
4
3) De coach heeft mij anders over mijn ontwikkelpunt laten nadenken. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
8: 1) De coachsessie heeft mij een aanzet gegeven tot verandering. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
2) Ik heb praktische inzichten verkregen tijdens de coachsessie. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
3) Ik heb goed kunnen onthouden wat er tijdens de coachsessie besproken is. Zeer mee oneens
1
2
3
4
5
6
7 Zeer mee eens
Deel III Vragenlijst (2) 9: Mijn ontwikkelpunt heeft voornamelijk betrekking op: o Werksituatie o Privésituatie o Beide
64
CHATCOACHEN – EEN ZINVOLLE VORM VAN ONLINE COACHEN
10: Uw doel van de coaching: U kunt meerdere opties selecteren o Mijn besluitvaardigheid te verbeteren. o Effectiever (mijn) doelen te bereiken. o De verantwoording daar te laten waar die hoort. o Mijn grenzen beter te stellen. o Beter focus te houden. o Beter contact te maken met anderen. o Mijzelf makkelijker te uiten. o Minder stress te ervaren. o Mijzelf minder te ergeren. o Minder te zoeken naar bevestiging/erkenning. o Minder emotioneel te reageren. o Binnen een rol te (blijven) functioneren die beter bij me past. o Mijzelf meer in balans te voelen. o Anders 11: Hoeveel tijd, inclusief reistijd en voorbereiding wilt u maximaal besteden per coachsessie? o 1 á 1½ uur o 1½ á 2 uur o 2 á 2½ uur o 2½ á 3 uur o meer dan 3 uur 12 : Hoe vaak per maand zou u uw coach willen kunnen raadplegen? o een keer per maand o een keer per twee weken o een keer per week o een keer per twee dagen o een keer per dag o onbeperkt o anders 13: Ik zou graag mijn coach willen kunnen raadplegen via internet op momenten wanneer ik daar behoefte aan heb: o Ja o Nee 14: Zou u hieronder kunnen aangeven waarom u wel of niet uw coach zou willen kunnen raadplegen via het internet? ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………
BIJLAGEN
65
15: Coachvorm waaraan u heeft deelgenomen: o Online coachen via de Chatcoach o Face-to-face coachen 16: Zou u de coachvorm waaraan u heeft deelgenomen, aanraden aan anderen? o Ja o Nee 17: Zou u hieronder kunnen aangeven waarom u wel of niet de coachvorm waaraan u heeft deelgenomen, zou aanraden aan anderen? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 18: Naam van uw Coach: o José van den Diepstraten o Margreet Hibma o Anita Joosstens o Jan Klapwijk o Wilma Kinkel o Jeanette Krijnen o Gerda Peppenster o Nathalie van Spall o Desiree Veehof o Ferrie Veen 19: Uw geslacht: o Vrouwelijk o Mannelijk 20: Uw leeftijd:…………… 21: Uw opleidingsniveau (denk- en werkniveau): o VMBO o MBO o HBO o WO 22: Mocht u nog opmerkingen of vragen hebben ten aanzien over dit onderzoek, dan kunt u deze hier noteren: ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… Dit is het einde van de vragenlijst. Hartelijk dank voor uw medewerking aan dit onderzoek!