CHAPTER
1
Conne
LEERROUTE
1
8
2
eight | chapter one
3
4
5
6
7
TO E T S
ctions 1
Hoeveel vrienden heb jij? Veel of weinig; vrienden of kennissen? Hoe belangrijk zijn vrienden voor je? Waar vind je ze: online of onder de ‘echte’ mensen? Vind je het gemakkelijk om contact met vrienden te onderhouden, en helpt internet daarbij? Of juist niet? En ten slotte, hoe los jij problemen op met je vrienden? In dit hoofdstuk leer je hoe je in het Engels over vrienden en vriendschappen praat. Je leert ook meer over hoe de meeste jongeren in contact blijven met hun vrienden.
Wat ga je doen? • Je luistert naar eenvoudige instructies. • Je leert hoe je jezelf voorstelt en hoe je kunt reageren als iemand aan jou wordt voorgesteld. • Je vertelt iets over jezelf. • Je vult een persoonlijke vragenlijst in. • Je leest artikelen en je luistert naar interviews over vriendschappen. • Je maakt een quiz over vriendschap en neemt die af bij een paar klasgenoten.
Wat leer je? • • • • • •
Korte, duidelijke instructies begrijpen Korte gesprekken begrijpen Sms’jes en korte mededelingen begrijpen Informatie op een website of in een krantenbericht begrijpen Jezelf voorstellen en wat over jezelf vertellen Een vragenlijst lezen en invullen
THINGS
you know
Hoe blijf jij in contact met je vrienden? 1 Welke manieren gebruik jij om contact met je vrienden te onderhouden? En hoe vaak doe je dat? Kies uit: nooit, zelden, soms, vaak, elke dag. never rarely sometimes often every day phone □ □ □ □ □ social network □ □ □ □ □ Twitter □ □ □ □ □ blog □ □ □ □ □ photo sharing site □ □ □ □ □ a club □ □ □ □ □ face to face □ □ □ □ □ 2 Van welke sociale netwerken maak jij gebruik? Zitten daar ook sites met Engelse namen bij? Schrijf ze op. Wat betekenen die namen eigenlijk?
first lesson | first chapter | nine
9
2
Co C onnect nne ctiion on s
MEETING REAL PEOPLE Maak jij nieuwe vrienden online, of ‘in het echt’? Ontmoet jij je vrienden in het winkelcentrum, bij je thuis of op een club? Waar chill, game, chat of lounge jij? Deze les gaat over plekken waar je mensen kunt ontmoeten en over hoe je jezelf voorstelt.
Drie vrienden ontmoeten elkaar regelmatig op school. Vandaag is er een nieuwkomer.
10
1
Listening Luister naar het gesprek tussen de vier vrienden. Wie zegt wat? Orin Nick Jessica Jake a Hoe is het ermee? □ □ □ □ b Het gaat wel. □ □ □ □ c Leuk je te ontmoeten. □ □ □ □ d Ik ken nog niet zoveel mensen. □ □ □ □ e Daar kun je nieuwe mensen ontmoeten. □ □ □ □ f Ik ga er soms heen. □ □ □ □ g Ik ga op donderdag. □ □ □ □ h Hoe kom je daar? □ □ □ □ i Vergeet niet de deur achter je dicht te doen. □ □ □ □ j Je mag er niet voor halfvijf heen. □ □ □ □ k Misschien doe ik dat wel. □ □ □ □
2
Listening Luister nog een keer. Kruis de instructies aan die je in het gesprek hoort. a Come over here. □ b Introduce yourself. □ c You should go to the sports club. □ d Go to the next room. □ e You have to walk through the school canteen. □ f Then you cross the playground. □ g You turn right at the top of the stairs. □ h You can’t go over there before then. □ i You have to wait in the playground. □
ten | chapter one | lesson 2
3
Words Maak de zinnen af. Vul de Engelse vertaling van het Nederlandse woord in. Kies uit: before – building – forget – introduce – people – soccer – turn – twice – until
in troduce (voorstellen) you to my sister. I don’t know many people (mensen) yet. We go to the running club twice (twee keer) a week. They also do soccer (voetbal) training there. The club is in a building (gebouw) behind the school. You turn (afslaan) left at the top of the stairs. Don’t forget (vergeten) to shut the door! You can’t go to the club before (vóór) 4.30. You have to wait un til (tot) the club starts.
a Let me b c d e f g h i
Weet je het nog? Als je zegt dat iets altijd, vaak of nooit gebeurt, gebruik je de present simple. 4
Grammar Onderstreep in elke zin de juiste vorm van het werkwoord. Kijk naar het voorbeeld. a My friend Libby run / runs the cheerleading club on Thursdays. b The running club is / are open twice a week. c Peter wait / waits in the canteen until the club starts. d He introduce / introduces Sarah to his friends. e These is / are my friends Orin and Jessica. f Orin live / lives near the station. g Every month we have / has a soccer match. h She always turn / turns left at the top of the stairs.
5
Grammar Lees de zinnen. Vul de juiste vorm van het werkwoord in. Kies uit: can – go – hope – like – think
think I like
a We
that the sports club is a great way to meet people.
b
running up and down the stairs.
c Twice a week they
hopes You can He likes Lizzy goes Jake thinks
d Mr Brink e f g h
go
to soccer training somewhere. you are enjoying your first day at school. come to the cheerleading training, but not before 4.30.
talking with his friends. to the club through the school canteen. the sports club is a great idea. second lesson | first chapter | eleven
11
THINGS
to find out
1
THINGS t o do
In Amerika hebben ze bij sportwedstrijden vaak cheerleaders. Wat zijn dat?
Listening Nick neemt Jake mee naar de sportclub. Daar ontmoeten ze Henry, de clubleider. Henry legt uit wat je op deze sportclub zoal kunt doen. Hij vertelt ook dat alle leden van de club meehelpen door een vast klusje te doen. a Luister naar het gesprek. b Henry geeft Nick een keuze uit twee klusjes die hij op de club kan doen. Welk klusje zou jij het liefst doen? Leg je antwoord uit.
Hi, my name is Rebecca. Hi, Rebecca. I’m Dee. How can I help you? I’m interested in the cheerleading course. Oh, OK. That’s cool. I’m the trainer. How old are you? I’m fourteen years old. Good. What do you like doing? I really like dancing and gymnastics. Great - that’s what we need!
So, can you tell me a bit more about it? Yeah, I know Sure. It’s a nice group of people. Ten girls, and five boys. Ah, so there are boys, too? Yes! We need boys to lift the girls! LOL.
I’d like to know when it is on. It’s on every Tuesday and Thursday from 5.00 till 7.00. What do I need to bring? You have to wear comfortable clothes and trainers. That’s everything you need. OK. Oh, hold on please. My friend Louise wants to join the conversation. OK! Louise has joined the conversation. Hi Louise! This is my friend Louise. Nice to meet you. So, do you want to become a cheerleader, too?
6
12
Yes, I do . It sounds like fun! Louise is a very good dancer, too! How much is it? It costs 3 dollars every time you come. Where is it? It’s behind the supermarket in town. You cross the parking lot, and then you go to the white building with the green door. You have to come up the stairs. I’ll show you two around when you first come over. Thanks! I’ve got one more question...
R di Reading Lees de chat van Dee en Rebecca. Kruis aan: true of false. true false a Rebecca wil meedoen aan de cursus cheerleading. □ □ b Dee is een van de leden van het team. □ □ c Rebecca houdt erg van dansen en gymnastiek. □ □ d Er zitten meer meisjes dan jongens in het team. □ □ e De training is op donderdag óf dinsdag. □ □ f Je moet speciale danskleding meebrengen. □ □ g Het kost 3 dollar per week. □ □ h Om bij de trainingsruimte te komen moet je een trap op. □ □
twelve | chapter one | lesson 2
>
Becca, een meisje dat ook op de sportclub traint, chat met de leidster van een cursus.
=
7
Words Lees de zinnen. Zoek de juiste betekenis van het vetgedrukte Engelse woord. Trek lijnen. Let op: er blijven twee woorden over. a I’d like to do a cheerleading course. 1 gemakkelijke b Can you tell me a bit more about it? 2 even wachten c We need boys to lift the girls! 3 uitleggen d You have to wear comfortable clothes. 4 oversteken e Hold on, please. 5 optillen f My friend wants to join the conversation. 6 gewoonlijk g That sounds like fun! 7 cursus h You cross the parking lot. 8 vertellen i I’ll show you two around. 9 klinkt 10 gesprek 11 rondleiden
8
Speaking Hoe zeg je de volgende dingen in het Engels? Lees de chat nog eens en schrijf het op. Spreek daarna de zinnen uit. a Ik heet Rebecca.
My name is Rebecca. b Ik ben geïnteresseerd in de cursus cheerleading.
I’m in terested in the cheerleading course. c Hoe oud ben je?
How old are you? d Ik ben veertien.
I’m fourteen years old. e Ik hou van dansen.
I like dancing. f Dit is mijn vriendin Louise.
This is my friend Louise. g Leuk je te ontmoeten.
Nice to meet you. h Wat vind je leuk om te doen?
Wha t do you like doing? i
Louise is ook een heel goede danser.
Louise is a very good dancer, too!
second lesson | first chapter | thirteen
13
Het is Becca’s eerste keer op de cursus cheerleading. Ze gaat met haar vriendin Louise zitten naast een jongen die haar wel aardig lijkt. 9
Speaking Voer met je klasgenoot een gesprek. Een van jullie is Becca, de ander is een jongen die al op de club zit. Als je klaar bent, wissel je van rol. Becca Jongen Zeg gedag tegen de jongen. Groet terug. Stel jezelf voor. En vraag hoe de jongen heet.
Stel jezelf voor. Zeg dat het leuk is om Becca te ontmoeten.
Zeg dat jij het ook leuk vindt om hem te ontmoeten.
Vraag hoe oud Becca is.
Zeg dat je veertien bent. Vraag wat Becca leuk vindt om te doen. Zeg dat je dansen leuk vindt. Stel dan je vriendin Louise voor.
Name: Carry
Name: Leo
Name: Lea
Name: Carla
Age: 13 Likes: soccer
Age: 18 Likes: running
Age: 14 Likes: basketball
Age: 14 Likes: cheerleading
2
THINGS to t o do
Speaking Je zit al een tijdje op de sportclub. Op een dag ontmoet je daar een nieuw clublid dat je wel leuk lijkt. Je weet dat het nieuwe clublid geen Nederlands spreekt. Je besluit om samen met je vriend(in) een gesprekje met die persoon aan te knopen in het Engels. a Werk samen met twee klasgenoten. Eén van jullie is het nieuwe clublid. Kies uit de bovenstaande profielen. b Stel jezelf voor. Vertel wie je bent, hoe oud je bent en waar je vandaan komt. c Stel dan je vriend(in) voor. Zeg dat je het leuk vindt om het nieuwe lid te ontmoeten. d Je klasgenoot reageert op jullie introducties en vertelt wat over zichzelf. e Wissel van rol, en doe stap b tot en met d nog twee keer, zodat iedereen elke rol een keer heeft gespeeld.
14
fourteen | chapter one | lesson 2
THINGS Words English a real friend a dancing course When are these classes on? Can you lift me up? comfortable clothes Hold on, please. a conversation Her songs sound great. We’ll cross the street first. a parking lot Can you show me around? Ask her to come over.
to learn Dutch echt(e) cursus plaatsvinden optillen gemakkelijk zittend even wachten gesprek klinken oversteken parkeerplaats rondleiden langskomen
Dutch voorstellen mensen twee keer voetbal gebouw afslaan voor, voordat tot
English introduce people twice soccer building turn before until
Grammar Altijd, vaak of nooit: present simple Je gebruikt de present simple (het hele werkwoord) als je zegt dat iets altijd, vaak of nooit gebeurt. Na he / she / it zet je een -s achter het werkwoord: Ik hou van voetballen. I like playing soccer. Jij zet iedere week het huisvuil buiten. You take the garbage out once a week. Hij houdt van hardlopen. He likes running. Elke avond wassen we af. Every evening we wash up. Jullie doen iedere avond je huiswerk. You do your homework every night. They meet new people all the time. Zij ontmoeten altijd nieuwe mensen. Speaking Je stelt jezelf voor Ik heet Fred. Ik ben geïnteresseerd in cheerleading. Hoe oud ben je? Ik ben veertien. Ik hou van dansen. Dit is mijn vriendin Louise. Leuk je te ontmoeten. Ook leuk om jou te ontmoeten. Wat vind je leuk om te doen? Louise is ook een heel goede danseres.
My name is Fred. I’m interested in cheerleading. How old are you? I’m fourteen years old. I like dancing. This is my friend Louise. Nice to meet you. Nice to meet you, too. What do you like doing? Louise is a very good dancer, too.
second lesson | first chapter | fifteen
15
3
Co C onnect nne ctiion ons s
GAME ON! Hoeveel ‘vrienden’ heb jij op Facebook? En hoeveel van die vrienden heb je ook al eens in het echt ontmoet? Je kunt op allerlei manieren nieuwe vrienden maken. Bijvoorbeeld als je computerspellen leuk vindt, kun je nieuwe mensen ontmoeten door online tegen hen te gamen.
Bij sommige computergames kun je online tegen andere mensen spelen, waar ook ter wereld. Lauren en Ben gaan dat eens uitproberen. 10 Listening / video Bekijk het filmpje. Beantwoord de vragen. a Tegen wie willen Ben en Lauren gaan spelen?
tegen mensen ui t andere landen b Wat is Laurens bezwaar? En wat zegt Ben daarop?
Lauren v raagt zich af of het niet gevaarlijk is, omda t je deze mensen helemaal niet ken t. Ben zegt da t je nooi t je ech te naam of je adres moet geven. c Wanneer kunnen spelers ergens anders in de wereld zien dat Ben en Lauren willen spelen?
Da t kan zodra Ben en Lauren zich registreren zich voor een online spel.
Screen name:
Screen name:
Age:
Age:
Gender:
Gender:
Hometown:
Hometown:
Hobbies:
Hobbies:
11 Listening / video Kijk nog eens naar het filmpje. Vul nu het online registratieformulier in voor Ben en Lauren.
16
sixteen | chapter one | lesson 3
THINGS
to find out
Wat is een shooter game, denk je?
12 Words Vul de juiste woorden in. Kies uit: careful – screen – age - against – hometown
against You have to be careful
a Shall we play b
people from other countries? . Don’t give your real name.
age ? - I’m fourteen. Where do you live? My hometow n is London. What is your screen name? - It’s Lion!
c Let’s fill in the form. What is your d e
In het Engels begin je een vraag vaak met do of does. In een ontkennende zin gebruik je don’t of doesn’t. 13 Grammar Vul in elke zin het juiste woord in. Kies uit: do – does – don’t – doesn’t a b c d
Do you think that online gaming is dangerous? I don’t think it is dangerous, but you will have to be careful. She doesn’t use her own name. She uses a screen name. Does Ben spend a lot of time playing with people from other countries?
doesn’t Does Do
e Lisa f g
like playing computer games. he play these games every day? you know the people you play against?
14 Speaking Hoe zeggen Ben en Lauren dit? Schrijf de zinnen eerst op en spreek ze daarna uit. a Mijn schermnaam is Ferrari. b Ik doe veel aan sport. c Ik hou erg van dieren. d Ik ben een man / vouw. e Ik ben vijftien jaar oud. f Mijn woonplaats is Breda. g Ik win deze spelletjes altijd.
My screen name is Ferrari. I do a lot of sports. I love animals. I am male / female. I’m fi f teen. My hometow n is Breda. I always win these games.
third lesson | first chapter | seventeen
17
Dragon
Tulip
lezen
fietsen
muziek
films
man
vrouw
13
14
Amsterdam
Sydney
win altijd shooter games
win altijd hardloopwedstrijden
WhizzMan
GoofyGirl
chillen
drummen
tekenen
hebbedingetjes
man
vrouw
16
14
New York
Londen
win altijd tekenwedstrijden
win altijd uitvindwedstrijden
15 Speaking Werk samen met een klasgenoot. Bekijk de profielen van deze vier personen. Kies om de beurt een profiel en doe alsof je deze persoon bent. Stel jezelf voor.
3 THINGS t o
d do o
Speaking Stel, je bent via Xbox live uitgenodigd om tegen iemand uit Amerika te spelen. De jongen tegen wie je gaat spelen heeft een tekst ingesproken waarin hij wat over zichzelf vertelt. Voordat je gaat spelen, stuur jij ook zo’n boodschap over jezelf terug. a Vertel wat je schermnaam is. b Vertel hoe oud je bent. c Vertel in welke plaats en in welk land je woont. d Vertel wat je hobby’s zijn en waar je goed in bent.
18
eighteen | chapter one | lesson 3
Veel jongeren houden contact met hun vrienden via sociale netwerken, zoals Facebook of Hyves. Home | About us | Get in touch | Find a friend | Contact us
Why are YOU online?
How cool are virtual friends? Are they really that cool? What do you think?
David
I love going on Facebook and chatting to my friends. Social networks are the best thing! Me and my friends chat online with our webcams and talk to each other in real time. It is easy, quick and most of all: it is FREE! It saves me money on my mobile phone bill. :) It is a good way to stay in touch without paying for it. And it’s fun if you have nothing else to do :). I can do it for hours! I only talk to people I know in real life.
Sandie
For me, MSN and Facebook are not very important. I don’t log on often. I sometimes go on the sites to see who is there. I prefer talking to my friends on the phone and hearing their voices. I think Facebook is not personal enough and a lot of people on there are just bored. I don’t think virtual friends are the same as real friends. And, how good are ‘friends’ who are friends of friends of friends ... You don’t even know many of these people!
14, Leicester
16, Liverpool
I usually go to my Hyves page twice a week, for about an hour every time. Not many of the people I know personally are on Hyves, but my best friend is. She is online for hours every day. I don’t speak to my school friends online - that’s stupid! But now I do know a lot of new people from all over the world. I’ve got 59 friends :) They often share the same hobby as Melissa me: skating! We often go to chat rooms and talk about skating. It is nice to make friends 15, Doncaster with people with the same interest as me. I also find new information sometimes. And I hear about skating events everywhere.
Li Fei
14, Rothbury
My hobby is chatting to my family on Facebook. I have family all over the world, and I don’t often get to see them. :( I think it is really cool that you can talk to them on the computer for free! I like browsing their profiles and looking at their pics, and listening to my cousin’s music. I love playing games on Facebook and then seeing how high my friends’ scores are. I go to Facebook every day!
16 Reading Lees de webpagina ‘Why are YOU online?’ Lees de beweringen. Kruis aan wie de bewering doet. David Sandie Melissa Li Fei a Door Facebook bespaar ik op telefoonkosten. □ □ □ □ b Ik ga niet zo vaak online, want ik ken daar □ □ □ □ niet zoveel mensen. c Ik vind het veel leuker om mijn vrienden in □ □ □ □ het echt te spreken. d Het is leuk om foto’s en muziek uit te □ □ □ □ wisselen met familie. e Ik vind altijd veel informatie over mijn □ □ □ □ hobby. f Ik praat niet met mensen die ik niet ken. □ □ □ □ g Een heleboel mensen die online zijn, □ □ □ □ vervelen zich gewoon. h Ik vind het leuk om met mijn vrienden online □ □ □ □ spelletjes te spelen. i Als ik niets anders te doen heb, is het □ □ □ □ gewoon leuk. j Vrienden die je op sociale netwerken maakt, □ □ □ □ zijn geen echte vrienden. third lesson | first chapter | nineteen
19
17 Words Zoek de juiste Engelse zin bij ieder woord. Trek lijnen. a snel 1 I prefer real friends. b besparen 2 Let’s share pics. c contact houden 3 What’s your score? d de voorkeur geven aan 4 What are your interests? e delen 5 My profile is online. f dingen waarin je geïnteresseerd bent 6 Let’s stay in touch! g korte persoonsbeschrijving 7 It saves money! h uitslag 8 It’s quick! a What is your name? b How old are you? c What is your hometown? d What gender are you? e What are your hobbies?
Melissa 15 years Doncaster female ska ting Hyves
1. Do you use a social network?
□ Yes, I do. I’m on
2. Do you use it many hours a day?
□ Yes, I do:
hour(s).
□ No, I don’t:
1
hour(s).
3. Are you on social networks many hours a week?
□ Yes, I am:
hour(s).
□ No, I’m not:
2
hour(s).
4. How many ‘Friends’ do you have?
I’ve got
5. Do you log on often?
□ Yes, I do: times per day / week
□ No, I don’t: per day / week.
2
times
6. Does your best friend use social networks?
□ Yes, he / she does.
□ No, he / she doesn’t.
7. Do you and your school friends speak to each other on your network?
□ Yes, we do.
□ No, we don’t.
8. Why do you spend time on social networks? □ Find information □ □ Stay in touch with friends □ □ Talk with family □ □ Share videos, music and photos □ □ Find out about events
59
□ No, I don’t.
friends.
Entertain yourself Share experiences It is easier than phone and email Make new friends
18 Writing Vul het formulier in, met potlood, voor Melissa uit ‘Why are YOU online’?’
4
THINGS to d do o
Writing Je hebt een nieuw sociaal netwerk ontdekt en als je je aanmeldt, wordt je gevraagd om een korte lijst met vragen over jezelf in te vullen. a Lees het formulier nog een keer. b Gum de informatie over Melissa uit. c Vul het formulier voor jezelf in.
20
twenty | chapter one | lesson 3
to learn
THINGS Words English play against somebody What’s your screen name? Let’s sign up for this website. What’s her age? What’s your gender? my hometown my details an experience It’s not the same!
Dutch tegen scherm registreren leeftijd geslacht woonplaats gegevens ervaring hetzelfde
Dutch gevaarlijk snel besparen rekening contact houden de voorkeur geven aan delen dingen waar je geïnteresseerd in bent korte persoonsbeschrijving, profiel uitslag
English dangerous quick save bill stay in touch prefer share interests profile score
Grammar Vragen stellen: do of does In het Engels begin je een vraag vaak met do / does. In een vraagzin met do / does gebruik je altijd het hele werkwoord. Does gebruik je bij he / she / it. Bij I / you / we / they gebruik je do: Do you think that gaming is dangerous? Denk je dat gamen gevaarlijk is? Do Sam and Sandra play on their computers Spelen Sam en Sandra veel op hun much? computers? Does Melissa spend a lot of time on the Besteedt Melissa veel tijd achter haar computer? computer? Als je wilt zeggen dat iets niet zo is, gebruik je don’t of doesn’t. Doesn’t gebruik je bij he / she / it. Don’t gebruik je bij I / you / we / they: I don’t think online games are dangerous. Ik denk niet dat online spelletjes gevaarlijk zijn. Is she playing against Leo? – She doesn’t know. Speelt ze tegen Leo? – Ze weet het niet. Speaking Je geeft informatie over jezelf Mijn schermnaam is Ferrari. Ik doe veel aan sport. Ik hou erg van dieren. Ik ben een man / vrouw. Ik ben vijftien jaar oud. Mijn woonplaats is Breda. Ik win deze spelletjes altijd.
My screen name is Ferrari. I do a lot of sports. I love animals. I am male / female. I’m fifteen. My hometown is Breda. I always win these games.
third lesson | first chapter | twenty-one
21
4
Co C onnect nne ctiion on s
ADDICTED? Bel je voortdurend, zit je altijd te sms’en, moet je voor je naar bed gaat toch nog even Facebook checken, Skype je iedere dag met je vrienden of gaat je laptop overal mee naartoe? Misschien vinden je ouders dat je verslaafd bent. Maar... zijn zij eigenlijk al net zo erg.
Hoe blijf jij in contact met je vrienden? Gebruik je je mobieltje om hen te bellen of stuur je liever sms’jes? 19 Listening / video Kijk en luister naar het filmpje. Over welke onderwerpen heb je iets gehoord? Kruis die onderwerpen aan. □ naar de bioscoop gaan □ New York □ de supermarkt □ hoelang de film duurt □ popcorn □ huiswerk voor wiskunde □ Emma □ hoe laat de film begint □ het verhaal van de film □ hoe goed Aaron in wiskunde is □ Amerika □ een voorfilmpje 20 Listening / video Kijk en luister nog een keer. Kruis de juiste samenvatting aan. Onderstreep in de andere twee samenvattingen wat daar fout is. A □ Aaron, Jess en Kris willen vanavond naar de film. Ze willen dat Emma ook meekomt, maar ze weten al dat ze niet kan. De film gaat over een groepje tieners die door Amerika reizen en van alles beleven. Ze vinden op internet een kort reclamefilmpje over de film. De film begint om half acht, dus ze moeten om zeven uur bij de bioscoop zijn. Emma gaat niet mee, want ze moet huiswerk voor wiskunde maken. B □ Aaron, Jess en Kris willen vanavond naar de film. Ze willen dat Emma ook meekomt, maar ze weten niet of ze wel kan. De film gaat over een groepje tieners die door Amerika reizen en van alles beleven. Ze vinden op internet een kort reclamefilmpje over de film. De film begint om half acht, dus ze moeten om zeven uur bij de bioscoop zijn. Emma vindt eerst dat ze niet mee kan, want ze moet huiswerk voor wiskunde maken. Maar uiteindelijk gaat ze toch mee. C □ Aaron, Jess en Kris willen vanavond naar de film. Ze willen dat Emma ook meekomt, maar ze weten niet of ze wel kan. De film gaat over een groepje Amerikaanse tieners die rondreizen en van alles beleven. Ze vinden op internet een kort reclamefilmpje over de film. De film begint om half acht, dus ze moeten om kwart over zeven bij de bioscoop zijn. Emma vindt eerst dat ze niet mee kan, want ze moet huiswerk voor wiskunde maken. Maar uiteindelijk besluit ze om toch mee te gaan.
22
twenty-two | chapter one | lesson 4
21 Listening / video Zet de zinnen van het onderstaande gesprek in de goede volgorde. De eerste zin is gegeven. Als je het goed doet, lijkt het op het gesprek dat Aaron, Jess en Kris hadden. Kijk nog eens naar het filmpje om je antwoord te controleren.
3
5 1
That’s a good idea.
6 4
OK, I’ll tell her seven o’clock at the cinema.
Right. Let’s go then.
She says she has to do her maths homework.
I don’t know what she is doing.
8 7
11
It starts at 7.30.
Tell her we’re going to the cinema later.
Are we going to the cinema tonight?
10 2
9
Do you think Emma wants to come?
Emma wants to know what time.
That’s boring. Tell her she must come.
Emma moet even iets kwijt op haar blog. Ze heeft een gesprek met haar moeder gehad. Ze zijn het niet eens over het gebruik van sociale media.
Posted by EmmaBear I had an argument with my mum yesterday. We were watching television, and I was texting my friends all through the programme. Well, Aaron and Jess were not very nice to me today, so I had to do something about it. Mum says I’m addicted to social media! She says that I’m always glued to my mobile phone and my computer. She says, ‘You are always texting, always looking at that little screen. You’re trying to solve the problems you have with your friends by texting them. But you can’t!’ I tell her I don’t agree. I can’t walk away from my friends. I explain to her that it’s too difficult. I can’t imagine my life without my friends! They need me! And it’s normal, right, these days: computers are part of our lives. I understand my mum. She is right, but she has to let me do things in my way! I’m not allowed on the computer now for a week! I’m really upset about that ! Good thing I have my phone
22 Reading Lees de blog post van Emma. Kruis aan: true of false. a b c d e f g h
Emma had gisteren ruzie met haar moeder. Tijdens het tv-kijken zat Emma steeds te chatten. Emma’s moeder vindt dat Emma verslaafd is. Emma’s moeder zegt dat je problemen goed met de telefoon kunt oplossen. Emma’s moeder zegt dat Emma problemen probeert op te lossen via sms. Emma legt uit dat het heel moeilijk is om het anders te doen. Emma vindt dat haar moeder wel gelijk heeft. Emma mag een maand lang niet computeren.
true false □ □ □ □ □ □ □
□
□ □ □ □
□ □ □ □
fourth lesson | first chapter | twenty-three
23
5
THINGS to t o do
Listening Even later belt Emma met haar vriendin Phoebe. Emma moet even haar hart luchten en vertelt wat haar moeder heeft gezegd. Phoebe en Emma geven ook allebei hun eigen mening. a Luister naar het gesprek. b Schrijf op met wie jij het het meest eens bent: Phoebe, Emma of Emma’s moeder. Leg je antwoord uit.
Veel jongeren kunnen niet zonder hun mobiele telefoon. Er kan zelfs sprake zijn van een echte telefoonverslaving.
TeenZine WHERE THINGS HAPPEN
Are you addicted?
Some researchers say that more and more young people between the ages of 12 – 28 are addicted to their mobile phone. Can you live without your mobile phone? Here is what you said. I never leave the house without my phone. I just like to stay in touch with people all the time! When I forget it, I panic a little and get angry with myself. I don’t want to miss out on things! I usually top up my phone every week. I have a newspaper round. With that money I buy credit for my phone. I don’t think I’m addicted but I think some people are. Carla, 15, Glasgow, Scotland
I am always using my phone; texting all the time. I even watch TV on it; playing my favourite films and TV shows. I stay up all night, surfing the web on my phone. I can’t live without it, really! Tasha, 13, Cheshire, England I think mobile phones are terrible! I have one, but I never switch it on, and I never have it with me. I talk to my friends when I see them. At school, or in the shopping centre, or at home. How often do you see your friends face to face? If you want to reach me, you know where I am: at home! Rick, 16, Oxford, England
24
twenty-four | chapter one | lesson 4
My phone is my hobby! I text, go on the internet and call my friends. I spend about an hour on my phone calling my best friend. I used to spend more time on it, but it costs too much money. I text a lot too! My mum and dad are happy that I have got my phone on me all the time. It gives them a safe feeling: they can contact me all the time. Joel, 12, Birmingham, England
Actually, I love going on my laptop on social networking sites. I am on 24/7! I don’t spend much time on my phone because I am on the laptop mostly. If people want to reach me they know I will be on the computer. I do receive a lot of texts but I’m a slow texter so I don’t really text back! Lena, 14, Cardiff, Wales
THINGS
to find out
23 Reading Lees het artikel ‘Are you addicted?’ Schrijf de naam van de persoon op die de bewering doet.
In Engeland heet een mobiele telefoon een mobile phone. Hoe noemen ze dit in Amerika?
Carla Ik bel ongeveer een uur per dag met mijn beste vriend. Joel Ik kan niet zonder mijn telefoon. Tasha Normaal gesproken sms ik niet terug als ik een berichtje ontvang. Lena Ik heb mijn telefoon nooit mij me. Rick Het geld dat ik verdien, besteed ik aan het opwaarderen. Carla Ik doe van alles met mijn mobiel, ik kijk er zelfs televisie op. Tasha Mijn ouders vinden het fijn dat ik mijn mobiel altijd bij me heb. Joel Mijn computer is belangrijker dan mijn mobieltje. Lena Als je mij wilt spreken, dan kun je me thuis vinden. Rick
a Als ik mijn telefoon vergeet, word ik boos op mezelf. b c d e f g h i j
24 Words Lees ‘Are you addicted?’ nog eens. Kies het woord dat in de zin past en vul de Engelse vertaling in. besteden – gevoel – meestal – ontvangen – opwaarderen – ouders – uitzetten – zelfs
paren ts I top up I don’t spend
a My b c
get angry with me about my mobile phone. my phone with €10 every week. a lot of time on my computer.
feeling I am close to my friends. I do everything on my computer. I even read books on it. I don’t use my phone much. I am mostly on my laptop. I receive 100 text messages every day. I’m so popular! Swi tch it of f - it’s good for you!
d My mobile gives me the e f g h
In het Nederlands heb je werkwoorden waar het woordje ‘zich’ bij staat, bijvoorbeeld ‘zich vermaken’. In het Engels heb je ook zulke woorden, bijvoorbeeld enjoy yourself. 25 Grammar Onderstreep in elke zin het juiste woord. Kijk naar het voorbeeld. a I feel angry with myself / yourself when my phone bill is too high. b She sometimes sends herself / itself a text to see if her phone works! c Did you enjoy yourself / himself yesterday? d Do they introduce yourselves / themselves when they send texts? e I always tell myself / yourself that I’m not addicted to my mobile phone. f He enjoys himself / herself when he is playing games on his phone. g I see myself / ourselves as an expert on mobile phones. fourth lesson | first chapter | twenty-five
25
Je kunt myself, yourself, enzovoort ook gebruiken om te zeggen dat jij of anderen iets zélf doen. 26 Grammar Vul in elke zin het juiste woord in. Let op! Je hoeft niet alle woorden te gebruiken. Kies uit: myself – yourself – himself – herself – itself – ourselves – yourselves – themselves
himsel f . My phone can ring i tsel f ! This helps you find it when you can’t find it. I think you will know yoursel f if you are addicted to your mobile phone. Did they buy these new mobile phones themselves ? We buy the credit for our phones ourselves . I have to pay for my phone bill mysel f . Does he pay for his phone bills himsel f ?
a Greg will ring you back b c d e f g
I spend a lot of time playing Facebook games on my computer and on my phone. Every 15 minutes I refresh my status and I like pics and my friends’ statuses. My friends ask me sometimes where I was last night or last week, and I really can’t remember! I tell myself it’s OK. I can’t imagine what life is like without computers, really. I want to be a computer programmer later. Carry, 13, Holland
I have a mobile phone, but mostly I don’t know where it is LOL! When I find it, I’ve always got 73 messages or something like that. I use my computer every day for hours to do my homework, write stories and create art. I’ve got the biggest screen of all my friends. I can draw really well on the screen (I’ve got a special pen for it!) and I write cartoons for the school newspaper. Linda, 15, Paris
My 12-year-old brother is really upset with me, because I have a mobile phone and he doesn’t. I got mine for my birthday, when I turned 13. It’s really nice and it’s like a computer. I use it to text my mom and dad every day. I tell them where I am, and what time I’ll be home. I also text with my cousins in England and India. I read my email on my phone, too, when I’m on the bus to school. I don’t have to pay the phone bill myself. Rashid, 14, New York
6 THINGS ttoo
do
Reading Je leest nog eens verder in TeenZine; er staan nog meer verhalen in van leeftijdsgenoten en het gebruik van sociale media. a Lees hun verhalen. b Wie is er volgens jou echt verslaafd? Leg je antwoord uit.
26
twenty-six | chapter one | lesson 4
THINGS Words English an argument addicted to computers He’s glued to the computer. Can you solve this problem? Sorry, but we don’t agree with you. Why are you so upset? Can you imagine life without computers? Is this part of your phone? It’s important we understand the problem. You are right! Let’s do it my way.
to learn Dutch ruzie verslaafd aan vastgeplakt aan oplossen eens zijn met boos, opgewonden zich voorstellen
Dutch sms’en opwaarderen besteden gevoel zelfs meestal ontvangen uitzetten
English text top up spend feeling even mostly receive switch off
onderdeel van begrijpen gelijk hebben op mijn manier
Grammar Werkwoorden met ‘zich’: enjoy yourself / yourselves In het Nederlands heb je werkwoorden waar het woordje ‘zich’ bij staat, bijvoorbeeld ‘zich vermaken’ en ‘zich bezeren’. In het Engels heb je ook zulke woorden, bijvoorbeeld: enjoy yourself en hurt yourself. Deze woorden gebruik je op de volgende manier: I’m enjoying myself. It’s a great game. Ik vermaak mezelf. Het is een gaaf spel. Are you enjoying yourself? Vermaak je jezelf? He always enjoys himself on the computer. Hij vermaakt zichzelf altijd op de computer. She enjoys herself. Zij vermaakt zichzelf. Look at this machine. It cleans itself. Kijk eens naar dit apparaat. Het maakt zichzelf schoon. We hurt ourselves. Wij bezeren onszelf. You always hurt yourselves when you go Jullie bezeren jezelf altijd als je gaat schaatsen. ice-skating. They often hurt themselves at soccer Zij bezeren zichzelf vaak tijdens de training. voetbaltraining. Je kunt myself, yourself enzovoort ook gebruiken om te zeggen dat jij of anderen iets zélf doen: I pay my phone bill myself. Ik betaal mijn telefoonrekening zélf. He does all his homework himself. Hij doet al zijn huiswerk zélf. We don’t ask anybody to do it: we do it We vragen niemand om het te doen: we doen ourselves. het zélf.
fourth lesson | first chapter | twenty-seven
27
5
Co C onnect nne ctiion ons s
FRIENDS FOREVER Wie zijn eigenlijk je ‘echte’ vrienden? Zijn dat mensen die je hele leven bij je blijven? Of zijn dat mensen die komen en gaan? Heb jij heel goede vrienden? Zie je die iedere dag? Hebben jullie dezelfde smaak? Wat maakt deze mensen belangrijk voor jou?
Op www.friends4eva.com kun je lezen over vriendschap; je kunt ook je eigen verhalen insturen.
www.friends4eva.com HOME
ABOUT US
SHOP
YOUR STORIES
PEOPLE MATTER TO US ASK ANNIE
THIS WEEK WE LOOK AT THREE PEOPLE AND THEIR BEST FRIENDS. My best friend is Phil. He isn’t in the same class as me at school, but that’s OK. We’ve got a lot of things in common. We like the same music – we both like rap and hip-hop. And we both play the guitar. We both love sport, too, and we play football together in the school team. We never really have arguments. We always help each other and stick up for each other. He’s a really good friend! DARREN, 14 I haven’t got many friends, but that’s OK. You don’t need lots of friends. One or two good friends are enough. My best friends are Shiva and Robby. They are both in the same class as me. We always sit together in classes, but the teachers don’t always like that. They make us sit at different tables. We don’t like the same music, and we’re very different from each other. Robby is really quiet; Shiva is always talking. We enjoy ourselves a lot every day - during breaks we sit together, and sometimes we go to the mall, or watch TV at our houses. YARROW, 13 Me and my best friend Bonnie often don’t agree. She likes red; I like blue. She likes rock; I like pop. She likes crime movies; I like romance. And still we are the best of friends. I always help her with her homework, and she helps me. We talk when we have problems with other friends, or problems with our parents or brothers and sisters. We don’t like it when people talk behind our backs and gossip. Those people are NOT real friends. Friends always tell each other the truth! TESS, 15 I’m with my
BEST FRIEND
we are
BFF to the
MAX
Design and buy your friendship badges from our online shop.
The summer holiday friendship competition is now open for all ages. FIND MORE INFORMATION HERE
On August 4, from 10pm to 5am www.friends4eva.com will close we’re making your site even better!
Is your best friend an animal? Email us your story. CLICK HERE
to let us know and to send photos.
CLICK HERE
INTERNATIONAL FRIENDSHIP DAY ON 30 JULY. The United Nations declared July 30 to be International Friendship Day!
OUR 10TH BIRTHDAY: This week we celebrate our 10th birthday! A big thank you to all of you! Let’s be friends for many years in the future.
28
twenty-eight | chapter one | lesson 5
27 Reading Lees de webpagina www.friends4eva.com. Kruis de beweringen aan die waar zijn. a Phil zit in dezelfde klas als Darren. □ b Yarrow heeft niet veel vrienden nodig. □ c De beste vriendin van Tess heeft dezelfde smaak. □ d Darren en zijn beste vriend hebben veel gemeen. □ e Tess vindt het niet erg als mensen achter haar rug om praten. □ f Shiva is voortdurend aan het woord. □ g De leraren halen Shiva, Robbie en Yarrow vaak uit elkaar. □ h Tijdens de pauzes zit Yarrow altijd bij haar vrienden. □ i Volgens Tess moeten échte vrienden elkaar nooit de waarheid vertellen. □ j Darren en Phil hebben vaak ruzie. □ Op de website tref je ook een aantal mededelingen aan. 28 Reading Lees de mededelingen onder aan de webpagina. Beantwoord de vragen. a Wat kun je in de webwinkel van www.friends4eva.com kopen?
badges met teksten over v riendschap b Hoe oud moet je zijn om mee te doen aan de wedstrijd?
Deze wedstrijd is voor alle leef tijden. c Wat gebeurt er op 4 augustus?
Er word t onderhoud gepleegd aan de websi te. d Wat kun je doen als jouw beste vriend een dier is?
Je kun t je verhaal en foto’s insturen. e Op welke dag wordt er over de hele wereld vriendschap gevierd?
30 juli f Wat is er bijzonder deze week?
De websi te bestaa t 10 jaar. 29 Words Schrijf de Nederlandse betekenis van de vetgedrukte woorden achter de zin. Kies uit: genoeg – leeftijden – roddelen – stil – uitroepen tot – vieren – waarheid a Two best friends is enough, I think. b You’re very quiet. Why are you not saying much? c I hate it when people gossip. Their stories are never true! d You have to tell me the truth! Do you like me, or not? e I declare today Best Friend Day! f Let’s celebrate our friendship like a birthday. g This competition is for all ages: from 3 to 93!
genoeg stil roddelen waarheid uitroepen tot vieren leef tijden
fifth lesson | first chapter | twenty-nine
29
THINGS
to find out
Anne, Lauren en James vormen een hecht vriendengroepje. Helaas hebben ze op dit moment ruzie. Dat vechten ze uit via de probleemrubriek op www.friends4eva.com: Ask Annie.
www.friends4eva.com HOME
ABOUT US
SHOP
YOUR STORIES
Je kent vast wel de afkorting BFF (Best Friend Forever). Weet je ook wat BF4L, betekent?
PEOPLE MATTER TO US ASK ANNIE
YOUR PROBLEM. OUR ANSWER. What is bothering you and your friends? Text us about it or send an email!
PROBLEM OF THE WEEK
Message 1
I dont like it :( u said we wud meet n da park n then u dont show up. Gr8! Then I find out u have both bn 2 da cinema 2getha? not cool! Anne
Message 2
I didn’t no u were in da park. U said u cudnt make it so me n James went 2 da cinema 2getha. Don’t b angry. m sorry. SYS xx Lauren
Message 3
I really like L. I didn’t no Anne wantd 2 meet up. L askd me 2 go 2 da cinema wiv her and I said ‘yes’. That shud b ok, I think? James
What Annie thinks
Hey guys! Friends should never be jealous of each other.
7
THINGS t o d do o
Reading Zelfs beste vrienden hebben weleens ruzie of onenigheid. Maar dat is wel op te lossen, toch? Je kunt je afvragen of een website nou de beste manier is, maar zo kunnen anderen er ook nog iets van leren. a Lees de tekstberichten van Anne, Lauren en James. b Wie denk jij dat er gelijk heeft in hun ruzie? Als dit probleem aan jou zou worden voorgelegd, welk antwoord zou jij dan geven?
30
thirty | chapter one | lesson 5
2 wud L8 W8 u bn da 2getha no cudnt n b m wantd askd wiv shud SYS Gr8
to would later wait you been the together know couldn’t in/and be am wanted asked with should See you soon great
Ook Melissa en Keith hebben een vriendschapsprobleem, dat ze aan Annie voorleggen. HOME
ABOUT US
SHOP
YOUR STORIES
ASK ANNIE
YOUR PROBLEM. OUR ANSWER. What is bothering you and your friends? Text us about it or send an email!
Dear Annie,
Dear Annie,
Dear Melissa,
Hi Keith,
I hope you can help me. I’m having an argument with my best friend and she is not speaking to me at the moment. This makes me feel very sad and lonely. I didn’t remember her birthday and that’s why she is angry. I’m very busy, but I know that is no excuse. I want to call her, but I’m afraid to. Can you help me? MELISSA, 15, NORFOLK I know you feel bad about it all. You are not a bad friend. Everyone can forget things sometimes. Call your friend and tell her that you are sorry. Tell her you miss her and that you feel sad about having a fight. Send her a birthday card and buy her a nice present. I am sure she will forget about your fight in no time! Good luck. ANNIE
My friend put things about me on Facebook that are not true. I feel very angry about this. I can’t believe he did this to me. Some of my other friends are very angry with him too. I ‘unfriended’ him, so he is no longer my friend on Facebook. The problem is, he keeps texting me to say he is sorry. I don’t know what to do. KEITH, 14, BIRMINGHAM You must feel hurt that someone you trust did something like that. It is good that you ‘unfriended’ him. If you don’t want him to text, then send him an email and let him know. If you want to be friends again and give him another chance, then call him and listen to what he has to say. Only you can decide what is best. Take care, ANNIE
30 Reading Lees de twee problemen en de adviezen van Annie. Zet bij elke vraag een cirkel om A of B om het juiste antwoord aan te geven. a Waarom is Melissa’s vriendin boos? A Omdat Melissa geen tijd heeft voor haar vriendin. B Omdat Melissa haar verjaardag is vergeten. b Wat is het advies dat Annie aan Melissa geeft? A Bel je vriendin op, en stuur haar een kaartje. B Ga naar je vriendin toe, en neem een kaartje mee. c Wat is het probleem van Keith? A Iemand heeft over hem geroddeld en nu wil Keith dat hij zijn excuses aanbiedt. B Een vriend van Keith heeft op Facebook dingen over hem geschreven die niet waar zijn. d Wat is het advies dat Annie aan Keith geeft? A Keith moet zijn vriend opbellen en luisteren naar wat hij te zeggen heeft. B Keith moet zijn vriend een e-mail sturen en hem vragen wat er aan de hand is. 31 Words In welke zin vind je de vertaling van het Nederlandse woord? Trek lijnen. a kans 1 I feel really sad. I miss my friend. b verdrietig 2 I feel lonely without my friend. c vertrouwen 3 I’m so angry with her. She can’t say that about me. d ruzie 4 Are you afraid? What are you scared of? e boos 5 We sometimes have a fight. f bang 6 Can you trust him? g eenzaam 7 Give him another chance. fifth lesson | first chapter | thirty-one
31
32
Speaking Hoe zeg je de volgende dingen in het Engels? Zoek ze op in de probleemrubriek ‘Ask Annie’. Schrijf de zinnen op en spreek ze daarna uit. a Ik heb ruzie met mijn beste vriend.
I’m having an argumen t wi th my best friend
.
b Ze wil niet met me praten.
She is not speaking to me. c Dat maakt me erg verdrietig.
This makes me feel very sad. d Zeg haar dat het je spijt.
Tell her tha t you are sorry. e Ik ben hier erg boos om.
I feel very angry abou t this. f Ik kan niet geloven dat hij dit heeft gedaan.
I can’t believe he did this. g Ik weet niet wat ik moet doen.
I don’t know w ha t to do. h Alleen jij weet wat het beste is.
Only you can decide w ha t is best.
Every few months or so, my best friend acts badly
My ‘best friend’ is changing. There was a
for a week. I’m OK with it first, but then I always go and talk to her about it. She always says she is sorry, and tells me how much she misses me. We’ll go back to normal, but then the same thing will happen again in a few months. Now it’s at the point where she doesn’t answer my texts, she makes up excuses and doesn’t want to hang out, etc. I am so sick of it! I don’t look at her. I don’t talk to her. I’m doing what she did to me. SHE has to make the first move. It’s taking a long time ... more than a month! Shall I still wait for her to make things right ?
problem (I can’t remember what it was...!) and I got really angry with him, and I don’t know what to do. I just think, maybe it would be better if we weren’t friends now. Sometimes that makes me feel better but it also makes me feel angry. He never says sorry for his mistakes. Now, because I’m not talking to him, he turns around and says things to other people about me that are not true. I don’t care, but he is changing so much. I don’t like it. This is not the friend I knew!
8
THINGS t to o do
Speaking Voer een gesprek met een klasgenoot. Je gaat vertellen over een ruzie met een vriend(in) en hoe je je voelt. a Lees eerst de twee briefjes over ruzies onder leeftijdsgenoten. b Doe alsof jij in één van deze situaties bent beland. c Voer een gesprekje met een klasgenoot. Je klasgenoot vraagt hoe het met je is. Jij geeft antwoord: je vertelt dat je ruzie hebt, waarover de ruzie gaat, en hoe je je voelt. d Je klasgenoot geeft advies. e Als je klaar bent, wissel je van rol.
32
thirty-two | chapter one | lesson 5
THINGS Words English We have a lot in common. Friends stick up for each other. Stop! That’s enough. You’re very quiet. We have a break at ten. We often hang out at the mall. Don’t gossip about people. Let’s design a T-shirt. our friendship Is that the truth? I declare that we are friends! celebrate your birthday
to learn Dutch gemeen elkaar steunen genoeg stil pauze samen iets doen, rondhangen roddelen ontwerpen vriendschap waarheid verklaren vieren
Speaking Je vertelt hoe je je voelt Ik heb ruzie met mijn beste vriend. Dat maakt me me erg verdrietig. Ze wil niet met me praten. Ik weet niet wat ik moet doen. Ik ben hier erg boos om. Ik kan niet geloven dat hij dit heeft gedaan. Zeg haar dat het je spijt. Alleen jij weet wat het beste is.
Dutch verdrietig eenzaam boos druk bang ruzie waar ontvrienden vertrouwen
English sad lonely angry busy afraid fight true unfriend trust
I’m having an argument with my best friend. This makes me feel very sad. She is not speaking to me. I don’t know what to do. I’m very angry about this. I can’t believe he did this. Tell her that you are sorry. Only you can decide what is best.
fifth lesson | first chapter | thirty-three
33
6
Co C onnect nne ctiion ons s
WHAT KIND OF A FRIEND ARE YOU? In deze taak ga je een quiz maken over vriendschap. Eerst vul je de quiz in voor jezelf. Daarna neem je de quiz af bij een paar klasgenoten. En ten slotte maak je een verslagje waarin je die klasgenoten voorstelt.
Tip Als je een quiz maakt, gebruik je gesloten vragen. Dit zijn vragen waarop je ‘ja’ of ‘nee’ kunt antwoorden. Dat is makkelijk bij het antwoorden én makkelijk als je van de quizresultaten een overzicht maakt.
34
thirty-four | chapter one | lesson 6
your task STEP
1
STEP
2
STEP
3
STEP
4
Reading • Op internet vind je heel veel leuke quizzen over vriendschap. Geef in je zoekmachine de zoekwoorden ‘friendship quiz’ op. • Lees minstens drie vriendschapsquizzen die je wel leuk lijken. • Schrijf uit je bronnen acht Engelse vragen op die je eenvoudig met Yes of No kunt beantwoorden. • Schrijf nu jouw quizvragen in het Engels op. Houd de vragen heel eenvoudig, en schrijf ze niet zomaar over. Gebruik zoveel mogelijk je eigen woorden.
Writing • Schrijf de vragenlijst op een vel papier, of maak hem op de computer. • Maak een tabel met zes kolommen. In de eerste kolom schrijf je de vragen. Maak daarachter vijf lege kolommen voor de antwoorden van de deelnemers. Daarin kun je straks snel Yes / No invullen. • Beantwoord eerst in de eerste kolom de vragen voor jezelf.
Listening • Werk samen met een klasgenoot. • Stel jezelf in het Engels voor en stel je klasgenoot de vragen uit jouw quiz. • Luister naar de antwoorden en vul deze snel in. • Als je klaar bent, zoek dan nog drie andere klasgenoten op en herhaal de vorige stappen.
Speaking • Maak een leuk overzicht van de vier klasgenoten die je hebt geïnterviewd en presenteer dat. • Neem je presentatie op.
THINGS
to deliver
Als je alles klaar hebt, lever je het volgende in bij je docent: • de links van de quizzen die je hebt gebruikt in Step 1; • de ingevulde quiz uit Step 2 en 3; • de video-opname van je presentatie uit Step 4. Zorg ervoor dat overal je naam, je klas en de datum op staat (of is ingesproken).
A1 A2 sixth lesson | first chapter | thirty-five
35
