C.F.P. van ABENE. Kwaleitsplan

C.F.P. ABENE

C.F.P. van ABENE

Kwaleitsplan 2013 - 2015

Auteur : Gaspar Correa, directeur CFP d’Abéné

2013-2015

C.F.P. ABENE-Plan de qualité. Tel : 33 992 62 87-E-mail : [email protected]

Inhoudsopgave Inleiding

3

1.

Missie

4

2.

Doelstellingen van het centrum

4

3.

Opleidingsaanbod en diensten van het centrum

5

4.

Betrokkenen (organigram)

6

5.

De oudervereniging

7

6.

De Raad van Toezicht

8

7.

Kwaliteitsindicatoren

9

8.

Sterkte / Zwakte analyse

10

9.

Doelstellingen kwaliteitsplan 2013 – 2015

12

10.

Planning

12

2


Inleiding

Het centrum voor professionele beroepsopleidingen van Abéné (CFP d’Abéné) is ontstaan uit een zeer krachtig en effectief partnerschap tussen stichting Bantan Woro van Nederland en de vereniging Samaba Diabang van Abéné. De bouw en didactische materiële uitrusting vond plaats in de voorgaande jaren (2010/2011) en zal worden afgerond in 2013. Het centrum ging in oktober 2011 van start met 4 sectoren van beroepsopleidingen op MBO niveau: landbouw/veeteelt, mode, elektrotechniek en horeca/toerisme. In datzelfde jaar was voorzien dat ook de sectoren kappen en bouwkunde van start zouden gaan, maar door gebrek aan gekwalificeerde leerkrachten was dat (nog) niet mogelijk. Het centrum bevindt zich in het arrondissement van Diouloulou. Het wil een toonaangevende, vertrouwenwekkende en solide plaats innemen in de regio, waarin zich nog twee particuliere centra bevinden (Satang Diabang van Kaffountine en Heilig Marc van Albadar). Met dit kwaliteitsplan willen we deze ambitie realiseren en de aantrekkingskracht van het centrum en de kwaliteit van het opleidingsaanbod en de organisatie bevorderen Het kwaliteitsplan is gebaseerd een sterkte/zwakte analyse van het centrum. Deze analyse is uitgevoerd met behulp van het STER-school kwaliteitsinstrument van Edukans (Nederland). In een STER school kunnen wij 5 kwaliteitsdimensies onderscheiden. 1. Een veilige en passende leeromgeving (infrastructuur, voorzieningen, toegankelijkheid). 2. Leerlingen, die hun competenties (relevante kennis, vaardigheden en professionele attitude) op een effectieve en vrolijke wijze ontwikkelen. 3. Gekwalificeerde, competente en bij de leerlingen betrokken leraren. 4. Een bekwaam en krachtig schoolmanagement, met visie, reflectie- en evaluatievaardigheden, dat goede betrekkingen onderhoudt met de ouders, de locale gemeenschappen en andere belanghebbenden. 5. Structurele participatie van de ouders en de locale gemeenschappen in het bestuur van de school. Het model plaatst het onderwijs in een bredere context van ouder- en gemeenschapsparticipatie en legt er tegelijk de nadruk op dat een passend en stimulerend onderwijsomgeving (fatsoenlijk klaslokalen, meubels, toiletten, beschikbare studieboeken, basale leerfaciliteiten voor alle leerlingen) altijd een basale voorwaarde vormt voor de kwaliteit van onderwijs. Het model is gebruikt voor de identificatie van de kwaliteitsdoelstellingen van dit kwaliteitsplan. Deze doelstellingen vormen ons kompas voor de komende drie jaren (2013 t/m 2015). We zijn er enthousiast voor en roepen alle betrokkenen op om dit enthousiasme met ons te delen en aan de realisatie ervan een actieve bijdrage te leveren.

Gaspar Correa, directeur Abéné, 1 augustus 2012

3


1.

Missie

Mensen met een fatalistische opstelling gaan ervan uit dat ze door de toekomst worden bepaald en dat ze daar geen enkele invloed op kunnen uitoefenen. Ze voelen zich slachtoffer van de omstandigheden. In plaats van deze te veranderen zullen ze zich afhankelijk opstellen, medelijden wekken of elders hun geluk zoeken. De toekomst maken we zelf Het centrum wil deze mentaliteit krachtig doorbreken. Ofschoon er inderdaad diverse omstandigheden en factoren zijn die de toekomst beïnvloeden, toch zijn we ervan overtuigd dat we onze persoonlijke toekomst voor een groot deel zelf in de hand hebben. “De toekomst maak je zelf’ (l’avenir se construit) is ons motto. Mensen met deze overtuiging kenmerken zich door een ondernemende houding. Vanuit het geloof in hun eigen mogelijkheden zullen ze steeds mogelijkheden verkennen en initiatieven ondernemen. Bij tegenslag of problemen gaan ze niet bij de pakken neerzitten, maar kijken wat er aan te doen is. Ze nemen (weloverwogen) risico’s en betreden onbetreden paden. Ze geven zelf vorm aan hun omstandigheden en aan hun eigen toekomst. Ze zijn trots op wat ze kunnen, wilskrachtig in wat ze willen bereiken en verantwoordelijk in wat ze doen. Ze benutten kansen en anticiperen op bedreigingen. Ze stippelen hun weg uit en verleggen deze als het noodzakelijk is of als er zich nieuwe kansen voordoen. Ze gebruiken opbrengsten voor nieuwe investeringen en leveren op deze wijze een substantiële bijdrage aan de sociaaleconomische ontwikkeling. Missie Het is onze missie om jongeren en volwassenen in de geest van dit motto op te leiden. We willen initiatiefnemende ondernemende beroepskrachten opleiden, die in hun omgeving kansen benutten. Die in staat zijn om problemen op te lossen. Die zich verantwoordelijk opstellen en voor anderen een inspiratiebron vormen. We willen mensen in hun ontwikkelingsstreven ondersteunen en hen in staat stellen hun kracht te ontwikkelen. Zodanig dat ze vanuit deze kracht verantwoordelijkheid opnemen voor zichzelf en voor hun omgeving. Daarom willen we kwaliteitsopleidingen aanbieden: - in een rijke leeromgeving, - met onderwijsprogramma’s waarin de leerlingen niet alleen hun beroepscompetenties ontwikkelen, maar ook burgerschaps- en ondernemerscompetenties, - met betrokken, gemotiveerde, leerling gerichte en kwaliteitsgericht leerkrachten, - ingebed in een goed georganiseerde schoolorganisatie, die intens met haar omgeving is verbonden. Voor de realisatie van deze missie hebben we ons de volgende doelstellingen gesteld, die tezamen onze bestaansreden vormen.

2.

Doelstellingen van het centrum

De doelstellingen, die de bestaansreden vormen van het centrum, zijn veelzijdig. -

Jongeren, die wegens onvoldoende lagere school resultaat uitgesloten zijn van vervolgopleidingen, weer een kans bieden in het beroepsonderwijs; Jongeren en volwassenen in staat stellen een beroep te leren; Jongeren en volwassen, die reeds in een beroepssector werkzaam zijn, in staat stellen een staatsdiploma te behalen; De gediplomeerden helpen bij het vinden van werkgelegenheid en hen stimuleren bij het opzetten van miniondernemingen; Cursussen aanbieden aan volwassen, die zich op een bepaald terrein willen ontwikkelen. Bevorderen van een ondernemende mentaliteit bij de leerlingen en cursisten.

4


3.

Opleidingsaanbod en diensten van het centrum

Alle doelstellingen van dit kwaliteitsplan zijn direct of indirect gericht op de kwaliteit van het opleidings- en dienstenaanbod van het centrum. Deze vormen de bestaansreden van het centrum en een onmisbare schakel in de ontwikkeling van de regio. Het centrum is meer dan een opleidingscentrum. Het is een plaats van waaruit impulsen worden gegeven aan de sociaaleconomische ontwikkeling van de regio, waarin op dit moment een groot gemis is aan ondernemende gekwalificeerde beroepskrachten. De beroepsopleidingen zijn daarom niet alleen gericht op de ontwikkeling van beroepscompetenties, maar ook op de ontwikkeling van ondernemerscompetenties. Opleidingssectoren Het centrum bevat de volgende sectoren van beroepsopleidingen: Landbouw / veeteelt; Kappen; Mode; Bouwkunde; Elektrotechniek; Horeca/toerisme. De leerlingen krijgen theorielessen en praktijklessen m.b.t. het beoogde beroep en generieke vakken als Frans, Engels wiskunde, ICT, Hygiëne/EHBO, ondernemerschap en gaan elk jaar op stage. Doelgroepen Het centrum richt zich met haar opleidingsaanbod tot vier doelgroepen. - Jongeren, waarvan het niveau na de lagere school te laag is om in een beroepsopleidingsector in te kunnen stromen, kunnen zich inschrijven voor een oriëntatiejaar. In dat jaar kunnen ze hun niveau opkrikken en zich in hun beroepskeuze oriënteren. Als deze leerlingen deze kans niet zouden krijgen zouden ze nooit een beroep kunnen leren. Het is een groep jongeren, die anders geen enkel toekomstperspectief zouden hebben. - Jongeren, waarvan het niveau na de lagere school voldoende is om in een beroepsopleidingsector te kunnen instromen, kunnen in drie jaar een beroep leren. - Jongeren en volwassenen, die reeds in de beroepssector werkzaam zijn, maar die nog niet over een diploma beschikken kunnen in het centrum hun beroepsvaardigheden verder ontwikkelen of een staatsdiploma behalen. De opleidingsduur is 2 jaar. - Jongeren en volwassenen, die een specifieke cursus willen volgen, kunnen in het centrum een cursus op maat volgen. Bijvoorbeeld: op ambachtelijke wijze zeep maken, ICT toepassingen, tuinbouw, haren vlechten, batikken. De cursusduur kan, afhankelijk van het onderwerp variëren van 1 week tot 3 maanden. Diploma’s en schoolverklaringen De leerlingen kunnen aan het einde van hun beroepsopleiding kunnen deelnemen aan een locaal of staatsexamen. Leerlingen, die voor het nationaal staatsexamen slagen, ontvangen van de staat een beroepsdiploma. Leerlingen, die niet voor het staatsexamen slagen of een cursus volgen, kunnen één of meer van de volgende certificaten verwerven: - Certificaat van deelname aan een beroepsopleiding; - Certificaat van deelname aan de beroepspraktijkvorming (stage); - Certificaat van deelname aan een cursus. Lesprogramma en examens De lessen van de beroepsopleidingen beginnen van maandag tot en met vrijdag om 08 uur en eindigen om 18.00 uur. Om 10 uur is er een pauze van 15 minuten en om 12.15 is er een pauze van 45 minuten. Het lesprogramma is over 2 onderwijsperioden gespreid: De 1e onderwijsperiode loopt van oktober t/m februari en de 2e van maart t/m juli. De leerlingen worden aan het einde van elke onderwijsperiode geëxamineerd (summatieve examens). Het gemiddelde resultaat van deze onderwijsperioden bepaalt of een leerling kan overgaan naar een volgende klas. Maandelijks vinden er diagnostische (formatieve) toetsen plaats om de leerlingen inzicht te geven in waar ze staan en waar ze nog extra aandacht aan moeten geven om bij de summatieve examens te kunnen slagen. Diensten van het centrum Het centrum beperkt zich niet tot de beroepsvorming. Het biedt tevens een aantal (betaalde) diensten aan:  Een functioneel restaurant ;  Tekstverwerking, fotokopieën, drukken, internet;  Elektrische installaties in gebouwen, installatie van zonnepanelen, reparatie huishoudelijke apparaten;  Reparatie van computers, radio’s, televisies;  Bouwtekeningen;  Confectie van kleding, kleden, batik;  Huisdecoratie;  Advisering m.b.t. landbouw en veeteelt.

5


4.

Betrokkenen

Met behulp van het organigram van het centrum maken we inzichtelijk wie er allemaal betrokken zijn bij de kwaliteitszorg van het centrum. Raad van Toezicht (i.o)

Directie Stuurgroep project

(D)

Dienst HRM Ouder-

Leerlingen-

vereniging

raad

Toezicht-

Adjunct directeur

houder Lerarenraad

Sanctie adviesraad

Dienst financiën Dienst onderwijskwaliteit

Bur. inf., com. en document.

Wiskunde ICT Engels / Frans Ondernemerschap Hygëne/EHBO

Horeca Toerisme

Bouwkunde

Mode

Electrotechniek

Kappen

Landbouw Veeteelt

Toelichting organigram1 De directeur is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van het CFP. Hij ontvangt van het Ministerie van de technische beroepsvorming de onderwijsinhoudelijke kaders waaraan de opleidingen dienen te voldoen om voor diplomering in aanmerking te komen. Het ministerie van de technische beroepsvorming stelt jaarlijks, op basis van de behoeften, die door de directeur worden opgegeven, een exploitatiebudget vast voor het CFP t.b.v. de betaling van de salarissen, de energie- en onderhoudskosten en de schoolmiddelen. De regionale onderwijsinspectie oefent toezicht uit op de kwaliteit van het onderwijs. Ze dit door aangekondigde en onaangekondigde bezoeken aan het centrum en documentenanalyses. De directeur legt 2 maal per jaar verantwoording af aan de Raad van Toezicht bestuur over het gevoerde beleid, de gerealiseerde resultaten en alle aspecten van de bedrijfsvoering. De Raad van Toezicht is nog in oprichting en zal bestaan uit alle belanghebbenden. Er zijn vaste leden (directeur, adjunct-directeur, toezichthouder, vertegenwoordigers van regionale gezagsdragers) en gekozen leden (afkomstig van de ouderraad, de vereniging Samaba Diabang van Abéné, de lerarenraad en de leerlingenraad). De projectstuurgroep is samengesteld uit de projectmanager (zijnde de secretaris van de vereniging Samaba Diabang van Abéné, de directeur van het centrum en de secretaris en voorzitter van Stichting Bantan Woro. De stuurgroep is ingesteld voor de aansturing van de projectmatige realisatie en ontwikkeling van het centrum. De stuurgroep zal in 2015 een besluit nemen over haar voortbestaan, aangezien het project dan wordt afgerond en het centrum dan volledig zelfdragend zal zijn. De directeur wordt in de dagelijkse bedrijfsvoering bijgestaan door een managementteam bestaande uit de adjunct directeur en de toezichthouder. De adjunct directeur stuurt 3 diensten aan: HRM, Financiën, en Onderwijskwaliteit. De dienst onderwijskwaliteit is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs in de 6 opleidingssectoren en het oriëntatiejaar en van het onderwijsgevend personeel. Sinds 2011 is elk centrum verplicht om een kwaliteitsbureau in te stellen. Er is nog weinig expertise op dit terrein aanwezig. 1

De organisatie van het centrum is uitgebreid beschreven in het document ‘Organisation du CFP d’Abéné.

6


5.

De oudervereniging

Een goed functionerende oudervereniging is van groot belang. Het vormt één van de 2 verbinding van het centrum met de omgeving, het dorp/de regio. Centra met een goed functionerende oudervereniging ontwikkelen zich beter. Verbonden ouders Verbonden ouders beschouwen het centrum als hun centrum. Het biedt hun kinderen een toekomstperspectief. Ze willen dat het de school goed gaat en daar graag op diverse wijzen hun steentje aan bijdragen. Juist omdat ze zo verbonden zijn willen ze ook weten hoe het er in de school aan toe gaat. Of alles goed loopt. Wat de plannen zijn en welke resultaten er worden behaald. Ze willen graag trots zijn op het centrum waar hun kinderen een beroep leren. Daarom willen ze ook aan het succes van de school bijdragen. Als de school succesvol is, is de kans immers veel groter dat hun kind ook succesvol kan zijn. Daarom spannen zich mee in om stageplaatsen te zoeken en plannen te maken voor werkgelegenheidsprojecten (micro-ondernemingen) voor de gediplomeerden. Ondersteuning De oudervereniging wordt in haar ontwikkeling ondersteund door de leden van de projectstuurgroep (zie organigram). Ieder vanuit zijn verantwoordelijkheid. - De directie, door de ouders te betrekken bij alle onderwerpen van het centrum en met hun meningen te peilen, medewerking te vragen of eigen initiatieven te bepreken en er besluiten over te nemen. - De projectmanager, door zijn kennis van planmatig werken en ondernemerschap. - De secretaris van Stichting Bantan Woro, door zijn kennis van organisatieontwikkeling/kwaliteitszorg. Verantwoordelijkheden De ouderraad heeft haar verantwoordelijkheden als volgt omschreven: - De ontwikkeling van het centrum ondersteunen. Met de directeur overleggen over de behoeften en op welke wijze de oudervereniging kan bijdragen aan de oplossing van vraagstukken. Gevraagd/ongevraagd advies geven. - Het centrum vertegenwoordigen in de overlegstructuur van het dorp. Ambassadeur zijn van het centrum. - Een bijdrage leveren aan de kwaliteitsontwikkeling van het centrum. - Met de leerlingen speciale gebeurtenissen vieren. - Stageplaatsen zoeken voor de leerlingen van het centrum. - Werkgelegenheidsprojecten (microkredietprojecten) opzetten voor de afgestudeerden - In het geval van problemen tussen leerlingen en leraren een adviserende rol vervullen. - Een mening geven over formele documenten van het centrum. Zoals : het schoolreglement ; organisatie van het CFP van Abéné ; Missie en functioneren van het centrum ; dit kwaliteitsplan. - De oudervereniging met 2 leden vertegenwoordigen in de Raad van Toezicht van het centrum. Stageplaatsen en werkgelegenheidsprojecten Een aantal leden van de ouderraad zet zich in voor het vinden van stageplaatsen. In het eerste schooljaar werden niet minder dan 90 stageplaatsen geworven. Dat is een enorm resultaat. Zeker als we weten dat in de omgeving weinig ondernemingen zijn en stageplaatsen veel verder weg geworven moeten worden. Omdat er in de omgeving weinig ondernemingen zijn, zal het moeilijk zijn voor de afgestudeerden om (in de omgeving) een werkplek te vinden. Daarom wil het centrum in samenwerking met de ouderraad zich ook inspannen voor het vinden van werkgelegenheid. Daarvoor worden 2 mogelijkheden onderzocht: - Microkredietprojecten: hierbij ontvangen de gediplomeerden, die een minionderneming willen starten, financiële en of materiële middelen. Het bedrag betalen ze in een bepaalde periode vanuit de winst van hun onderneming terug. Het bedrag dat terugkomt kan weer voor een volgende gebruikt worden. - Uitbreiding van de diensten van het centrum: hierbij kan gedacht worden aan het opzetten van gemeenschapsvoorzieningen: een hotel ; een atelier ; een pluimveebedrijf; een groentetuin. De gediplomeerden kunnen er hun vaardigheden verder ontwikkelen en hun brood verdienen. Ook kunnen leerlingen, die nog in opleiding zijn, van deze voorzieningen gebruik maken voor hun stage. Jaarplan De ouderraad maakt elk schooljaar een plan. Daarin worden de activiteiten omschreven, die de ouderraad in dat schooljaar wil ondernemen. De activiteiten worden afgeleid uit de verantwoordelijkheden van de ouderraad en uit het overleg met de directie. Bij het verzamelen van ideeën stellen ze zich de vraag: Door welke activiteiten gaan we dit schooljaar onze verantwoordelijkheden vorm geven? Bij het overleg met de directie komen de wensen en behoeften vanuit het centrum op tafel en worden meningen gepeild over diverse onderwerpen. Nieuwe initiatieven worden besproken en uitgevoerde activiteiten worden geëvalueerd.

7


6.

De Raad van toezicht

De Raad van Toezicht (i.o.) zal, als deze werkzaam is, de 2e verbinding van het centrum met haar omgeving vormen. Zij zal samengesteld worden uit: a. Vaste leden: - De leden van het managementteam, - De vertegenwoordiger van de regionale raad van Kafountine, - De vertegenwoordiger van de burgemeester van Diouloulou, - De vertegenwoordiger van het ministerie van financiën. b. Gekozen leden - 2 vertegenwoordigers van de oudervereniging, - 1 vertegenwoordiger van de vereniging Samaba Diabang, zijnde lid van de projectstuurgroep, - 2 vertegenwoordigers van het onderwijsgevend personeel, - 1 vertegenwoordiger van de surveillanten, - 2 vertegenwoordigers van de leerlingenraad. Verantwoordelijkheden - De ontwikkeling van het centrum in al haar facetten volgen en hieraan een adviserende bijdrage leveren. - Het inkomsten- en uitgavenpatroon van het centrum beoordelen en er over adviseren. - Het budget vaststellen. - De veiligheid en hygiëne van het centrum beoordelen. - Adviseren over vraagstukken en ontwikkelingen van binnenuit en van overheidswege: van de Minister; de inspecteur; de directie; het dagelijks bestuur. In het document ‘Organisatie van het CFP van Abéné’ zijn regels vastgelegd over de verkiezing van de gekozen leden van de Raad van Toezicht , de vergaderingen (frequentie, voorzitterschap, notulen, openbaarheid van de verslaglegging) en de wijze van besluiten nemen.

8


7.

Kwaliteitsindicatoren

Voor het jaarlijks monitoren van de kwaliteit van het onderwijs gebruiken we een aantal indicatoren. In onderstaande tabel zijn deze indicatoren voorzien van een omschrijving. Per indicator is aangegeven welke streefnorm we ons hebben gesteld en welk resultaat we realiseerden na het eerste schooljaar. Nr.

Indicator

Omschrijving

Situatie na 1e schooljaar

1.

Aanbod

Opleidingsaanbod van het centrum

2.

Gender ratio per jaar

Verhouding jongens en meisjes per opleidingssector.

           

Norm: M: 60% - J: 40% 3.

Gekwalificeerde leraren

Het centrum heeft zich tot doel gesteld om met name bijzonder aandacht te geven aan meisjes. Aantal gekwalificeerde leraren (man/vrouw)

Norm: Leraren zijn zowel vakinhoudelijk als pedagogisch didactisch geschoold.

4.

Leerlingen / klas ratio

5.

Norm miv 12-13: 12/klas Uitval

Aantal leerlingen per klas

Het aantal leerlingen (absoluut en percentage) dat voortijdig (zonder diploma) de opleiding heeft verlaten

Norm: -15% 6.

Stageplaats

Het aantal leerlingen (absoluut en percentage) per jaar en per opleiding dat het schooljaar afmaakte en in dat jaar een stageplaats had.

Norm: 80% 6.

Slaag/doubleerpercentage jaarovergang

Het percentage leerlingen per opleiding dat is geslaagd om over te kunnen gaan naar het volgende jaar versus het percentage leerlingen dat moet doubleren.

Norm beroepsopleidingen: 75/25% Norm oriëntatiejaar: 50/50% 7.

Diplomaresultaat Norm: 75%

Het percentage leerlingen per opleiding dat in het 3e jaar een diploma heeft behaald.

4 sectoren beroepsopleidingen (MBO niveau) 1 oriëntatiejaar (VMBO niveau) Landbouw/veeteelt: M: 1 – J: 6 – Totaal: 7. Horeca/toerisme: M: 18 – J: 4 – Totaal: 22 . Mode: M: 12 – J: 0 – Totaal: 12. Elektrotechniek : M: 1 – J: 8 – Totaal: 9. Oriëntatiejaar: M: 18 – J : 11 – Totaal: 29. Totaal: 79. M: 50 – J: 29. Alle leerkrachten (10) zijn gekwalificeerd. De verhouding man/vrouw is 8/2. Er zijn 2 ervaren docenten. De overige docenten komen rechtstreeks van de universiteit. Ze zijn niet pedagogisch didactische geschoold.  Schooljaar 2011-2012: Zie onder 2.  Vanaf schooljaar 12-13 geldt een aannamebeleid, waarbij jaarlijks in de sectoren van beroepsopleidingen 12 leerlingen kunnen instromen en 30 in het oriëntatiejaar.  Landbouw/veeteelt: 0/7 = 0%.  Horeca/toerisme: 4/22 = 18%  Mode: 0/12 = 0%  Elektrotechniek : 1/9 = 11% Totaal: 5/50 – 10%  Oriëntatiejaar: 1/29 – 3,5%  Landbouw/veeteelt: 4/7 = 57%.  Horeca/toerisme: 18/18 = 100%  Mode: 12/12 = 100%  Elektrotechniek : 6/8 = 75% Totaal: 40/45 – 89%  Oriëntatiejaar: n.v.t.  Landbouw/veeteelt: 71% geslaagd (5/7) ; 29% (2/7) doubleert  Horeca/toerisme: 18/18 = 100% geslaagd  Mode: 12/12 = 100% geslaagd  Elektrotechniek : 62% geslaagd (5/8) ; 38% (3/8) doubleert Totaal: 89% (45/50) geslaagd; 11% doubleert  Oriëntatiejaar: 54% geslaagd (15/28) ; 46% (13/28) doubleert Nog niet van toepassing

Na de lagere school kunnen praktisch ingestelde kinderen in het centrum een beroep leren. Kinderen, die een onvoldoende resultaat behaalden in de lagere school en daardoor niet toegelaten worden tot een vervolgopleiding, kunnen in het centrum in een oriëntatiejaar instromen. In dit jaar kunnen ze de beroepsopleidingen verkennen en hun niveau zodanig ophalen dat ze in een beroepsopleiding kunnen toegelaten worden. Het centrum biedt op deze wijze een toekomstperspectief aan vaak kansarme kinderen, die vaak uit zeer arme gezinnen voortkomen. Bij het interpreteren van de uitval- en slaag/doubleerpercentages van deze groep dient hiermee rekening gehouden te worden. Als we de kwaliteitsindicatoren beschouwen, kunnen we concluderen dat, met uitzondering van de 3e indicator ‘Gekwalificeerde leraren’ (nog geen pedagogisch didactische scholing), bij alle indicatoren het resultaat in het 1e jaar hoger is dan de gestelde normen.

9


8.

Sterkte / zwakte analyse

Het kwaliteitsplan is tot stand gekomen naar aanleiding van een sterkte/zwakte analyse, die met behulp van het STAR school model van Edukans werd uitgevoerd (zie inleiding). Bij de analyse waren de leden van de stuurgroep (directie, projectmanager, voorzitter en secretaris van Stichting Bantan Woro) en de leraren betrokken. Onderstaande overzicht bevat het resultaat van de sterkte/zwakte analyse. a. Leeromgeving Sterkten - Voor 1e en 2e jaar zijn er voldoende klassen. - Alle sectoren zijn voorzien van ruim voldoende didactische materialen voor de praktijklessen. - De sectoren horeca/toerisme en mode beschikken over een goed ingerichte praktijkruimte. - De sector landbouw/veeteelt beschikt over een zeer ruime schooltuin. - Er zijn ruime en adequate ICT voorzieningen voor 18 studenten. Alle gebouwen zijn in goede staat. De dakconstructie beschermt adequaat tegen wind en regen. De deuren en ijzeren luiken aan de binnenkant sluiten goed en zijn vergrendelbaar. - De school is veilig, ligt 100 m. van de hoofdweg en wordt tijdens de nacht bewaakt. - De school en het schoolplein worden elke dag schoongemaakt door de leerlingen. - Het terrein biedt nog voldoende mogelijkheden voor uitbreiding van het opleidingsaanbod. - De sanitaire voorzieningen zijn hygiënisch en voldoende. - De bewaker heeft een eigen vertrek. Zwakten - Er zijn onvoldoende theorie- en praktijkklassen voor opvang van het 3e jaar. - Het centrum beschikt niet over een bibliotheek met studiemateriaal voor de leerlingen en leraren. - Het centrum beschikt niet over een grote vergaderruimte. - De ramen zijn niet aan de buitenkant voorzien van een ijzeren gril tegen inbraak en diefstal. - De omheining omsluit niet het centrum, waardoor vee en knaagdieren in de schooltuin inbreken. Door gebrek aan een magazijn worden materialen nu onoverzichtelijk opgeborgen (afbreukgevaar). - Leerlingen vertonen niet altijd respectvol gedrag t.o.v. gebouwen en meubilair. b. Leerlingen Sterkten - Leerlingen zijn over het algemeen zeer gemotiveerd en trots op hun school/opleiding. - Er is een leerlingen opgericht, die socioculturele activiteiten organiseert. Verder worden allerlei plannen gemaakt voor de inrichting van de school. Zwakten - Er is nog weinig sprake van gevarieerde didactische methodenmix. - Bij gebrek aan (goede) schoolboeken moeten readers worden samengesteld. Vaak moeten teksten van het schoolbord worden overgeschreven. - ICT kan nog beter geïntegreerd worden in het beroepsonderwijs. - Het aantal leerlingen is niet evenwichtig gespreid over de beroepssectoren. Door afwezigheid van een aannamebeleid zijn teveel studenten tot de sector horeca/toerisme toegelaten. Bedreiging In de directe omgeving zijn er weinig ondernemingen, waardoor stageplaatsen ver gezocht moeten worden en afgestudeerden niet in de directe omgeving werk zullen vinden. c. Leerkrachten / het onderwijs Sterkten - De vakinhoudelijk gekwalificeerde leerkrachten zijn jong, ambitieus en leergierig. - De door de leerlingen te verwerven beroepscompetenties en generieke competenties zijn door de overheid in competentieprofielen vastgelegd. - Er worden per thema lesprogramma’s en per les lesplannen gemaakt. De lesprogramma’s en lesplannen worden gecontroleerd door de adjunct-directeur (c.q. de dienst onderwijskwaliteit). - De adjunct-directeur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en de leerkrachten en begeleidt in die hoedanigheid de jongere leerkrachten in pedagogisch-didactisch opzicht.

10


-

De leerlingen van de beroepssectoren krijgen theorielessen en praktijklessen in relatie tot het beoogde beroep en generieke vakken als Frans, Engels wiskunde, ICT, Hygiëne/EHBO, ondernemerschap. Elke docent onderhoudt een klassenadministratie. Leerlingen worden met respect benaderd. Er is een intern reglement vastgesteld m.b.t. de rechten/plichten van studenten/leerkrachten Er worden maandelijks diagnostische (formatieve) toetsen afgenomen en aan het eind van elke onderwijsperiode summatieve toetsen. De gemiddelde uitslag op de summatieve toetsen bepaalt de overgang naar het volgende jaar. Aan het einde van het 3e jaar doen de leerlingen diplomerende staatsexamens.

Zwakten - De meeste leerkrachten komen rechtreeks van de universiteit. Ze zijn niet pedagogisch-didactisch geschoold. - Er is geen lerarenkamer. - Er zijn nog niet voor alle beroepsspecifieke vakken en voor alle generieke vakken leraren beschikbaar. - Het eigen initiatief van de studenten wordt nog te weinig aangemoedigd. - De stijl is nog docent georiënteerd. - Het intern reglement is nog niet (helemaal) geïmplementeerd. - Er vinden nog geen structurele personeelsontwikkelings- en beoordelingsgesprekken plaats. - Het centrum mist een vervoermiddel om de studenten op hun stageplaats te bezoeken. d. Bedrijfsvoering / management Sterkten - De directie is jong, ambitieus en leergierig. - De directie heeft in samenspraak met de docenten een intern reglement opgesteld. Daarin zijn regels vastgelegd betreffende inschrijving, deelname aan de lessen, toetsing, gedrag, te laat komen, absentie, het uniform, het gebruik van het materiaal, de netheid, de hygiëne en de sancties. - De directeur heeft in een document vastgelegd hoe de interne organisatie werkt (zie ook organigram) en op welke wijze het centrum is verbonden met haar omgeving. Daarin wordt een bijzondere rol toebedeeld aan de oudervereniging en de Raad van Toezicht. - De directie maakt deel uit van het regionaal intercollegiaal overleg van directeuren van centra voor professionele beroepsopleidingen. - De directie onderhoudt goede contacten met de oudervereniging, de leerkrachtenraad en de leerlingenraad. - De directie beschikt over een pedagogische en didactische visie. - Het centrum genereert extra inkomsten vanuit ouderbijdrage en een breed aanbod van diensten en producten van de leerlingen (waarmee ze tevens praktijkervaring opdoen) Zwakten - Nog niet alle management- en staffuncties zijn ingevuld. - Het intern reglement is nog niet volledig geïmplementeerd. - Verschillende onderdelen van de interne organisatie moeten nog worden ontwikkeld. - Diverse leiderschapscompetenties dienen nog verder te worden ontwikkeld (m.n. m.b.t. kwaliteitzorg, personeelsmanagement en strategische ontwikkeling). - De pedagogische en didactische visie is nog niet geëxpliciteerd. - De attitude van de directie is nog te weinig docent georiënteerd. e. Betrokkenheid ouders / gemeenschap Sterkten - Er is een ouderraad ingesteld door de dorpsraad. De gekozen leden zijn gemotiveerd. - Er zal een Raad van Toezicht worden ingesteld met vertegenwoordigers van de belangrijkste gezagsdragers van de regio en vertegenwoordigers van vanuit de interne organisatie van het centrum. Zwakten - De organen, die het centrum met haar omgeving verbinden, moeten nog worden ontwikkeld. - De leden van de ouderraad zijn onzeker. Ze missen nog de nodige kennis en vaardigheden.

11


9.

Doelstellingen kwaliteitsplan 2013 - 2015

Op basis van de sterkte/zwakte analyse zijn de volgende 25 materiële en immateriële doelstellingen bepaald. Doelstellingen ter verrijking van de leeromgeving. 1. Het centrum uitbreiden met 3 theorielokalen, 2 praktijklokalen en een bibliotheek. 2. De bibliotheek voorzien van lesboeken, naslagwerken, computers (t.b.v. research doelen). 3. Bouwen van een magazijn met gemetselde kasten. 4. Het centrum voorzien van een sluitende omheining ter wering van vee- en knaagdieren. 5. Materialen aanschaffen voor de sector landbouw- en veeteelt. 6. Het meubilair voor de leerlingen en de klaslokalen uitbreiden in relatie tot het verwacht aantal leerlingen en de opleidingssectoren. Doelstellingen m.b.t. de leerlingen. 7. Het schoolreglement (Règlement Intérieur) volledig implementeren. 8. Het aantal leerlingen per beroepsopleidingsector beperken tot 12 per schooljaar. 9. De leerlingenraad stimuleren tot socioculturele activiteiten en betrekken bij de realisatie van beplantingsplan. 10. In samenwerking met de ouderraad een vragenlijst ontwikkelen voor het meten van de tevredenheid van de studenten en de ouders. Doelstellingen m.b.t. de leraren. 11. Organiseren van een pedagogisch-didactische cursus voor de leerkrachten. 12. Ontwikkelen van een student georiënteerde stijl. 13. Aan het administratieve gebouw een lerenkamer aanbouwen. 14. Ontwikkelen en invoeren van een systematiek voor competentieontwikkeling van de leerkrachten. 15. Invoeren van jaarlijkse beoordelingsgesprekken. Doelstellingen m.b.t. de bedrijfsvoering/het management. 16. Organiseren van een cursus personeelsmanagement, strategisch management en kwaliteitsmanagement voor 9 directeuren van de regio. 17. De interne organisatie ontwikkelen overeenkomstig het daarop betrekking hebbende document. 18. Aanvragen van benodigd personeel voor vaklessen en generieke vakken. 19. Ontwikkelen van een inspirerende en motiverende stijl en een pedagogische en didactische visie. 20. Zoeken van stagemogelijkheden in Nederland. Doelstellingen m.b.t. de ouderraad / de omgeving. 21. De ouderraad ondersteunen bij het opstellen van een jaaractiviteitenplan. 22. Werven van de benodigde stageplaatsen. 23. Werkgelegenheidsprojecten ontwikkelen voor afgestudeerden. 24. De Raad van Toezicht instellen. 25. In samenwerking met de leerlingenraad een vragenlijst ontwikkelen voor het meten van de tevredenheid van de studenten en de ouders.

10. Planning De meeste doelstellingen zullen worden gerealiseerd in 2013. Voor een aantal doelstellingen is meer (ontwikkel)tijd nodig. Voor de realisatie ervan trekken we drie jaar uit. Doelstellingen ter verrijking van de leeromgeving Doelstellingen m.b.t. de leerlingen Doelstellingen m.b.t. de leraren. Doelstellingen m.b.t. de bedrijfsvoering/het management Doelstellingen m.b.t. de ouderraad / de omgeving

12

Realisatie in 2013 1, 2, 4, 5, 6 7, 8, 10 11, 13 16, 18 21, 24, 25

Realisatie in 2013 t/m 2015 3 9 12, 14, 15 17, 19, 20 22, 23

C.F.P. van ABENE. Kwaleitsplan

Recommend Documents