CENTRUM VOOR SOCIAAL BELEID HERMAN DELEECK Jaarverslag 2007-2008
INHOUD
Voorwoord…………………………………………………………………………
7
Over het Centrum………………………………………………………………
10
Onderzoek…………………………………………………………………………
14
Onderzoeksprojecten…………………………………………….……
14
Doctorale werkzaamheden…………………………………………..
45
Samenwerkingsverbanden en netwerken………………………...
50
Onderwijs………………………………………………………………………….
58
Wetenschappelijke & maatschappelijke dienstverlening…………..
60
Onderzoeksdisseminatie……………………………………………………..
69
Publicaties………………………………………………………………
69
Studiedagen & congressen………………………………………….
80
Vormingsactiviteiten…………………………………………………………..
81
Medewerkers……………………………………………………………………...
86
VOORWOORD
Met enige fierheid wordt hier het eerste jaarverslag voorgesteld van het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck (CSB). Het rapport geeft inzicht in de structuur en de werking van het Centrum en beschrijft voor de periode 2007 – 2008 de activiteiten op het vlak van onderzoek, onderwijs en maatschappelijke dienstverlening. Het Centrum voor Sociaal Beleid werd in 1972 opgericht door Herman Deleeck. Met een handvol jonge assistenten verrichtte hij toen pionierswerk. Voor het eerst in België en Europa werd door middel van een grootschalige survey het niveau en de samenstelling van armoede en sociale ongelijkheid gemeten. Daarmee werd de basis gelegd voor de zg. indicatoren van Laken die vandaag het Europese proces van de Open Methode van Coördinatie Sociale
Inclusie
onderbouwen.
Inmiddels
organiseert
Europa,
in de
voetsporen van het door Herman Deleeck geïnitieerde EUROPASS-onderzoek, al vele jaren grootschalige surveys om armoede en ongelijkheden in Europa in kaart te brengen. Bij het heengaan van Herman Deleeck besloten wij om het Centrum zijn naam te geven. We wilden zo onze missie onderstrepen: de combinatie van hoogstaand
wetenschappelijk
onderzoek
met
maatschappelijke
verantwoordelijkheid en engagement. Om deze missie waar te maken moeten relevante onderzoeksvragen gesteld worden, rigoureuze onderzoeksmethoden ontwikkeld worden, onafhankelijk en kritisch gereflecteerd worden en steeds – aan het einde van de rit - de beleidsvraag ‘Que faire?’ gesteld worden. De overdracht van kennis en inzichten naar de brede samenleving en naar studenten beschouwen we als een belangrijke opdracht. Het CSB stelt zich dan ook tot doel om actief te zijn op het vlak van zowel onderzoek, dienstverlening én onderwijs. We laten ons daarbij leiden door de hoop op een samenleving waarin elkeen zich dienstbaar kan maken en een adequaat deel krijgt van de algemene welvaart. De grote vraag die ons bezighoudt is deze naar het waarom van de grote en blijvende sociale ongelijkheden in rijke welvaartsstaten zoals de onze. Hoe komt het dat armoede aanhoudt ondanks de verbreding en de verdieping van het sociaal beleid? Hoe evolueert het sociaal beleid in een globaliserende
7
wereld? Is er sprake van een ontkiemend sociaal Europa? En hoe moet de sociale zekerheid georganiseerd worden in België? Wat kunnen we leren van andere landen? Kenmerkt België zich werkelijk door een grotere inertie dan andere landen? Waarom blijven de onderwijs- en arbeidskansen zo ongelijk verdeeld over de bevolking? Zijn andere beleidsmodellen meer effectief in het nastreven van sociale gelijkheid? We benaderen deze en andere vragen vanuit verschillende disciplinaire invalshoeken: juridisch, economisch en sociologisch. We laten ons daarbij niet opsluiten in welbepaalde wetenschappelijke paradigma’s. Het onderzoek is empirisch van aard: we werken met grote algemene en specifieke databestanden, met simulatiemodellen en – in toenemende mate – ook met administratieve gegevens. We werken daarvoor nauw samen met collega’s in binnen- en buitenland, met nationale en internationale administratieve diensten, met sociale en economische organisaties. In dit Jaarverslag vindt de
lezer
een
overzicht
van
de
onderzoeksprojecten
en
van
de
samenwerkingsverbanden in het jaar 2007 en 2008. Het CSB heeft uiteraard de opdracht om de opgedane kennis uit te dragen naar de internationale wetenschappelijke gemeenschap. Daartoe publiceren we in nationale en internationale tijdschriften en boeken. Daarnaast investeren we ook in de communicatie met de brede samenleving door middel van onze CSB-Berichten en meer toegankelijke publicaties en mededelingen. De CSB-website die de jongste maanden sterk is uitgebreid is daarvoor een belangrijk instrument. De missie van het CSB bestaat ook in de overdracht van kennis middels onderwijs. We doen dit door verschillende opleidingsonderdelen aan te bieden in de curricula van de faculteiten PSW, TEW, Rechten en LW. Het interdisciplinaire karakter van ons onderzoekswerk vindt in het bijzonder zijn weg in het bachelor en masterprogramma in de Sociaal-Economische Wetenschappen. Deze opleiding -uniek in Vlaanderen- wil jongeren vormen die sociaal-economische problemen kunnen stellen en analyseren door een brug te slaan tussen de economische en de sociologische wetenschap. De voorbije jaren zijn in een aantal opzichten bijzonder geweest in de historiek van het CSB. Ten eerste heeft het Centrum de afgelopen jaren een sterke uitbreiding gekend, zowel wat het aantal onderzoeksprojecten betreft
8
als wat het aantal medewerkers. Het CSB is daarmee op relatief korte tijd uitgegroeid van een klein naar een middelgroot onderzoekscentrum. Ten tweede werd een structureel samenwerkingsverband aangegaan met de onderzoeksgroep ‘Welzijn en de Verzorgingsstaat’. De samenwerking stoelt zowel
op
onderscheiden
als
op
gemeenschappelijke
kenmerken.
Gemeenschappelijk zijn de methodologische oriëntatie en de gerichtheid om wetenschapsproductie
én
maatschappelijke
relevantie
te
verenigen.
Onderscheiden zijn de onderzoeksvelden en het niveau waarop deze worden bestudeerd. De meerwaarde van dit samenwerkingsverband ligt in de inhoudelijke complementariteit van beide onderzoeksgroepen en in de versterking van de methodologische expertise. Ten derde kan het Centrum sedert 2008 rekenen op een langdurige structurele financiering in het kader van het Methusalemprogramma van de Vlaamse Overheid. Via dit programma wil de overheid ‘oudere’ academici (vandaar ‘Methusalem') die aan het hoofd staan van toonaangevende onderzoekscentra ondersteunen door hen minder afhankelijk te maken van externe onderzoeksgelden. Dankzij deze substantiële ondersteuning kunnen wij 4 postdoc onderzoekers financieren. Dit jaarverslag is een uitstekende gelegenheid om alle CSB-ers
- jong en
oud(er), van vroeger en nu, van nu en straks - een genegen dank te sturen: voor hun creatieve inzichten, hun werk en doorzettingsvermogen en – vooral – voor hun inzet om dag in dag uit in openheid en vertrouwen met elkaar samen te werken. Het geheim van ons centrum ligt immers in de wederzijdse versterking van complementaire kennis, inzichten en talenten. Dat willen we koesteren als een warme opdracht. Met zijn allen danken wij de Universiteit Antwerpen, haar Onderzoeks- en Onderwijsraad, de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen, het Departement Sociologie, de collega’s van de zusterfaculteiten TEW en Rechten en allen die ons werk en aspiraties ondersteunen en mogelijk maken.
Bea Cantillon Directeur Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck
9
OVER HET CENTRUM
WETENSCHAPPELIJKE DOELSTELLINGEN Reeds van bij de oprichting in 1972 door wijlen Prof. Em. Herman Deleeck bestudeert het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck de sociale ongelijkheid en het verdelingsvraagstuk in de welvaartsstaat. Het onderzoek is daarbij steeds van empirische en multidisciplinaire aard geweest en maakt deel uit van de traditie van de sociale beleidswetenschappen. Over de jaren heen is de inhoudelijke onderzoeksfocus van het Centrum stelselmatig verruimd geworden. Initieel ging de aandacht vooral naar de herverdelende werking van de sociale zekerheid, naar armoede en naar inkomens(her)verdeling. Vandaag richt de aandacht zich op de werking en doelmatigheid van sociaal beleid in meer ruime zin. De sociale zekerheid blijft
het
centrale
en
continue
aandachtspunt
maar
ook
andere
deeldomeinen van sociaal beleid - zoals fiscaliteit, onderwijs, arbeid, gezondheid, huisvesting en welzijn - maken vandaag deel uit van de CSBonderzoeksagenda. Bijzondere aandacht gaat daarbij naar de interactie van de verschillende deeldomeinen met sociaal-economische en demografische veranderingen in de samenleving (veroudering, socio-demografie, arbeid en arbeidsmarkt, europeanisering en globalisering). Naast de inhoudelijke onderzoeksfocus is ook de invalshoek van het onderzoek de afgelopen 30 jaar sterk verruimd. Aanvankelijk werden de sociale zekerheid en het ruimere sociaal beleid hoofdzakelijk in nationale context bestudeerd. Geleidelijk aan is in toenemende mate ook een internationaal, comparatieve invalshoek in het onderzoek geïntroduceerd. Tot slot heeft zich ook op methodologisch vlak een verbreding voorgedaan. De statistische analyse van survey-gegevens heeft steeds een belangrijke plaats ingenomen in het onderzoek van het Centrum. Het CSB vervulde in de jaren ‘70 overigens een pioniersrol in het opzetten en uitvoeren van grootschalig empirisch sociaal-economisch onderzoek in België. Tot op vandaag berust het onderzoek in sterke mate op statistische analyse van survey-gegevens, die bovendien in toenemende mate de mogelijkheid tot internationale vergelijking bieden. Naast survey-gegevens is het afgelopen
10
decennium
in
toenemende
mate
geïnvesteerd
in
administratieve
databestanden als bron van analyse. Verder heeft het CSB doorheen de jaren diverse instrumenten ontwikkeld voor beleidsevaluatie en voor intertemporele en internationale vergelijkingen inzake armoede en sociale ongelijkheid (armoedemaatstaven, sociale indicatoren). Dit onderzoek ligt mee aan de basis van de indicatoren sociale inclusie die het Europese proces van de Open Methode van Coördinatie Sociale Inclusie begeleidde. Verder werden microsimulatiemodellen ontwikkeld om de doelmatigheid van beleidsalternatieven meetbaar te maken. Het Centrum legt zich sinds enige tijd daarenboven toe op de verbetering van de operationalisatie en meting van middelindicatoren door middel van standaardsimulaties.
STRUCTUUR De verruiming van de onderzoeksagenda is – vooral tijdens het afgelopen decennium - gepaard gegaan met een sterke toename van het aantal onderzoeksprojecten en - daarmee samenhangend - met een uitbreiding van het aantal onderzoekers. Deze evoluties hebben in het recente verleden de noodzaak doen ontstaan om de werking van het Centrum zowel inhoudelijk als organisatorisch meer te structureren. Vandaag zijn de activiteiten van het CSB gebundeld rond 9 inhoudelijke en 2 methodologische domeinen. Wat de inhoudelijke domeinen betreft gaat het om ‘Armoede & Inkomensverdeling’, ‘Sociale Zekerheid & Fiscaliteit’, ‘Europees Sociaal Beleid’, Vergrijzing’, ‘Gezin & Zorg’, ‘Arbeid’, ‘Gezondheid’, ‘Onderwijs’
en
‘Migratie’.
De
twee methodologische
domeinen
zijn
‘Simulatiemodellen’ en ‘Data & Indicatoren’. Elk van bovenstaande domeinen valt onder de verantwoordelijkheid van een ‘projectleider’. Deze senior onderzoekers zorgen binnen (de) hun toegewezen domein(en)
voor
het
aantrekken
van
onderzoeksprojecten,
voor
de
coördinatie van het lopende onderzoek en voor de aansturing van de onderzoekers die binnen hun domein werkzaam zijn. De projectcoördinatoren vormen samen het ‘directiecomité’. Dit orgaan – voorgezeten door de directeur - neemt de dagelijkse leiding van het Centrum
11
in handen. Administratief worden de werkzaamheden van het Centrum ondersteund door een secretariaatsmedewerker.
INBEDDING & SAMENWERKING Het CSB is ingebed in het Departement Sociologie van de Faculteit Politieke & Sociale Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen (UA). Door het lidmaatschap van Diana De Graeve die als hoogleraar verbonden is aan de faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen van de UA, is het Centrum ook gerelateerd aan de laatstgenoemde faculteit. Verder kent het CSB binnen het eigen expertisedomein een sterke inbedding in het nationale en internationale wetenschappelijke landschap. Het onderhoudt
via internationale projecten
en netwerken contacten en
samenwerkingsverbanden met diverse onderzoekscentra in binnen- en buitenland. Op deze manier wordt aansluiting verzekerd met de belangrijkste wetenschappelijke ontwikkelingen. Tot slot kent het Centrum ook een zekere inbedding in de beleidswereld. Niet alleen heeft het onderzoek dat binnen het centrum plaatsvindt op directe of indirecte wijze beleidsrelevantie maar het lidmaatschap van diverse CSBleden
in
beleids(voorbereidende)organen
zorgt
ervoor
dat
beleidsontwikkelingen en –vraagstukken van dichtbij kunnen worden opgevolgd.
METHUSALEM Bea Cantillon en het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck beschikken
over
een
termijnfinanciering
in
aanzienlijke, het
kader
niet van
projectgebonden het
zogenaamde
middellange Methusalem-
programma. Methusalem - een initiatief van de Vlaamse Overheid - heeft de ondersteuning en ontwikkeling van internationaal toonaangevend onderzoek tot doel. Door gevestigde onderzoekers - die aan het hoofd staan van een onderzoeksgroep
die
internationaal
hoogstaand
kennisgrensverleggend
fundamenteel wetenschappelijk onderzoek verricht – voor ten minste zeven jaar (telkens verlengbaar na positieve evaluatie tot aan het emeritaat) te
12
voorzien van structurele onderzoeksfinanciering, wil de Vlaamse Overheid de afhankelijkheid van projectfinanciering verminderen en zo de continuïteit van bestaand onderzoek op topniveau financieel veilig stellen.
13
ONDERZOEK - ON D ER ZOEKS P R OJEC T EN
De onderzoeksactiviteiten van het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck kunnen thematisch gegroepeerd worden in 8 inhoudelijke en 2 methodologische domeinen. Er wordt echter voortdurend gestreefd naar synergieën tussen de afgebakende domeinen, met het oog op de ontwikkeling – naast specifieke kennis op deelaspecten – van een synthetische visie omtrent
de
herverdelende
functie
van
de
overheid
in
rijke
welvaartsdemocratieën van vandaag en morgen. Het onderzoek richt zich immers zowel naar de ontwikkeling van een algemene theorie van het sociaal beleid als op de ontwikkeling en toepassing van onderzoeksmethodologieën om het beleid te evalueren.
ARMOEDE EN INKOMENSVERDELING
Coördinatoren : Prof. Dr. Bea Cantillon, Prof. Dr. Ive Marx en Prof. Dr. Karel Van den Bosch Het vraagstuk van armoede en inkomensongelijkheid behoort tot de kern van het onderzoeksterrein van het CSB. Op basis van grootschalige enquêtes bij huishoudens in België en andere welvaartsdemocratieën wil het CSB de evolutie van omvang, samenstelling en oorzaken van armoede en sociale ongelijkheden opvolgen en interpreteren vanuit de vraag naar de differentiële impact van beleid. Naast dit inter-temporeel en internationaal vergelijkend onderzoek wil het centrum ook inzichten verwerven in het problematische karakter van armoede en inkomensongelijkheid in rijke welvaartsstaten.
Economic Change, Quality of Life and Social Cohesion Looptijd :
01/09/2005 - 31/08/2010
Financiering:
Europese Commissie
Promotor(en):
Bea Cantillon
Medewerker(s):
Diverse CSB-onderzoekers participeren in dit netwerk
14
Equalsoc is een netwerk gefinancierd door de Europese Commissie onder het 6de
Kaderprogramma.
Het
netwerk
bestaat
uit
13
Europese
onderzoekscentra waarvan de Commissie heeft geoordeeld heeft dat ze een bijzonder niveau van academische expertise op vlak van sociale ongelijkheid en cohesie hebben opgebouwd. Het netwerk wil vergelijkend onderzoek stimuleren
op
vlakken
zoals
tewerkstelling
en
arbeidsmarkt,
inkomensverdeling en mobiliteit, onderwijs en sociale mobiliteit, gezin en sociale netwerken, culturele differentiatie en sociaal kapitaal. Het CSB participeert in verschillende projecten die werden opgezet en gefinancierd binnen dit netwerk en coördineert er ook een aantal. Daarnaast is er actieve participatie in conferenties en seminaries.
Relatie Financiële Diensten en Armoede. Case study: Basisbankdienst België Looptijd:
01/01/2006 - 31/12/2009
Financiering:
Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek
Promotor(en):
Karel Van den Bosch
Medewerker(s):
Eva Lefevere
Het project Basisbankdienst onderzoekt de relatie tussen (het gebruik van) financiële diensten (zoals een bankrekening) en armoede. Op 1 september 2003 werd in België de wet op de basisbankdienst van kracht die alle bankinstellingen verplicht een basisbankdienst aan te bieden tegen hoogstens 12 euro per jaar. De wet beoogt het doeltreffend aanpakken van een specifieke vorm van sociaal-economische uitsluiting, nl. bankuitsluiting. In dit project wordt nagaan in hoeverre de introductie van een wettelijk 'recht op een basisbankdienst' er effectief in slaagt de toegang tot (en gebruik van) een zichtrekening te democratiseren, en financiële exclusie en armoede te bestrijden. Experimenten en doelgerichte surveys bij bepaalde groepen moeten aan het licht brengen welke hinderpalen mensen beletten om gebruik te maken van de basisbankdienst, en welke bijkomende beleidsstappen eventueel kunnen genomen worden om de potentiële impact van de wet op de basisbankdienst daadwerkelijk te realiseren.
15
Aanvullende financiële hulpverlening door OCMW’s - Leeronderzoek Looptijd:
01/02/2006 – 01/02/2007
Financiering:
-
Promotor(en):
Bea
Cantillon,
Medewerker(s):
Studenten PSW
Natascha
Van
Mechelen,
Kristel
Bogaerts
Dit leeronderzoek is een beschrijvende studie van het OCMW-beleid inzake aanvullende
financiële
hulpverlening
zoals
huurtoelagen,
verwarmingstoelagen, tussenkomsten in gezondheidskosten, etc. . Wordt deze steun toegekend volgens neergeschreven regels die gelden voor het ganse OCMW of wordt geval per geval bekeken of aanvullende steun wordt toegekend en hoe hoog die is? Welke criteria worden zoal gebruikt om aanvullende steun toe te kennen? Hoeveel bijstandstrekkers krijgen uiteindelijk aanvullende financiële steun? Over welke soort toelage gaat het dan meestal? Hoe groot is deze steun? Kortom, is een meer realistische inschatting van het netto inkomen van Belgische bijstandstrekkers dan in de bestaande internationale studies mogelijk?
Accurate Income Measurement for Assessment of Public Policies (AIMAP) Looptijd:
01/02/2006 - 31/01/2009
Financiering:
FOD Sociale Zekerheid
Promotor(en):
Gerlinde Verbist, Karel Van den Bosch
Medewerker(s):
Tim Goedemé, Stijn Lefebure
Dit Europees onderzoeksprogramma is gericht op de verbetering van de vergelijkbaarheid
en
de
toepassingsmogelijkheden
van
instrumenten,
methoden en data voor inkomensmeting en op de analyse van beleidseffecten op armoede en inkomensverdeling. Het CSB is betrokken bij het eerste deel van programma, dat gericht is op een analyse van de verdeling van non-cash inkomens en de toepassing van een ruimere inkomensdefinitie. Het gaat om voordelen in natura die mensen halen uit publieke voorzieningen voor onderwijs en gezondheidszorg, alsook om voordelen die voortvloeien uit het bezit van een eigen woning. De resultaten van dit project worden gebruikt om het Europese tax-benefit model EUROMOD verder uit te breiden. Dit
16
model wordt o.m. gebruikt voor analyse en evaluatie van beleid inzake uitkeringen en belastingen.
Estimates about the distribution of household income and poverty in Belgium for the years 1995-2005 Looptijd:
17/07/2006 - 07/03/2007
Financiering:
OECD
Promotor(en):
Gerlinde Verbist, Karel Van den Bosch
Medewerker(s):
Joris Mangeleer
De OECD stelt om de vijf jaar een internationale vergelijking op inzake armoede en inkomensverdeling in de OECD-landen. De noodzakelijke cijfers voor België worden berekend door het CSB op basis van ECHP (1995 en 2000) en EU-SILC (2004).
Sociaal-economische ongelijkheid in de Zuidelijke Nederlanden, 15de18de eeuw. Een interdisciplinair onderzoek naar de meting en interpretatie van maatschappelijke ongelijkheden in pre-industriële samenlevingen Looptijd:
01/10/2005 – 30/9/2009
Financiering:
Universiteit Antwerpen (via BOF - interdisciplinaire
Promotor(en):
Bruno Blondé, Gerlinde Verbist, Peter Stabel
Medewerker(s):
Wouter Ryckbosch
doctoraatsbeurzen)
De focus van dit interdisciplinair doctoraatsproject is de sociaal-economische ongelijkheid in de Zuidelijke Nederlanden in de 15de-18de eeuw. De bedoeling is om de expertise die binnen het CSB werd opgebouwd inzake analyse van survey-gegevens en meting van inkomensongelijkheid te gebruiken voor het behandelen van de methodologische problemen waarmee het historisch sociaal ongelijkheidsonderzoek kampt. Het betreft hier i) de toepassing van alternatieve maatstaven van ongelijkheid (naast de courante Gini-coëfficiënt), die ook intra- en intergroepsongelijkheid zichtbaar maken, i) het proberen te vervolledigen van onvolledige datasets door bijschattingen en iii) een nader onderzoek van de mate waarin de belastingdata een goede proxy zijn voor de inkomensgegevens. Aan de hand van simulaties op hedendaagse databanken
17
willen we aangeven wat de sensitiviteit is van de ongelijkheidsresultaten voor veranderingen in de belastingstructuur.
Social Cohesion Indicators for the Flemish Region (SCIV) Looptijd:
01/01/2007 - 31/12/2010
Financiering:
Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door
Promotor(en):
Bea Cantillon, Karel Van den Bosch, Marc Hooghe
Medewerker(s):
Sarah Carpentier
Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT)
SCIV is een interdisciplinair en interuniversitair onderzoeksprogramma dat indicatoren voor sociale cohesie op lokaal niveau ontwikkelt en de determinanten van sociale cohesie en de rol van lokale besturen daarin bestudeert in Vlaanderen. Dit project beoogt de ontwikkeling van een conceptueel kader inzake sociale cohesie, de analyse van de determinanten van sociale cohesie op lokaal niveau en de analyse van de rol van lokale besturen. Finaal moet dit project resulteren in een set van indicatoren voor het monitoren van sociale cohesie op lokaal niveau. Belangrijk bij de ontwikkeling ervan is dat rekening wordt gehouden met de sociale cohesiepijler van de Lissabonstrategie. Bovendien is het de bedoeling dat de set zo wordt geconstrueerd dat ze zowel door de Vlaamse regering als de lokale besturen en de lokale partners kan gebruikt worden.
MIMOD (MIMOSIS (Microsimulatiemodel Sociale Zekerheid) & EUROMOD) Looptijd:
01/09/2007 - 31/08/2008
Financiering:
Federaal Wetenschapsbeleid
Promotor(en):
Gerlinde Verbist
Medewerker(s):
Kristel Rombaut
In het kader van twee AGORA-projecten (AG/01/086 "Microsimulatiemodel Sociale Zekerheid" en AG/01/116 "Valorisatie van de microsimulatie van de Sociale Bescherming") werd een rekenmodel (MIMOSIS) ontwikkeld waarmee de verdelings- en budgettaire implicaties van hervormingen in de sociale zekerheid berekend kunnen worden op basis van administratieve gegevens. De essentie van het model bestaat in een gedetailleerde codering van de
18
regelgeving in de sociale zekerheid en het toepassen ervan op een representatief staal van de Belgische bevolking. Het MIMOSIS-model werd geïntegreerd in de werking van de FOD Sociale Zekerheid en gebruikt voor de ondersteuning
van
de
beleidsmakers
bij
het
formuleren
van
beleidswijzigingen. Om het gebruik van het MIMOSIS-model te optimaliseren dient te worden nagegaan in welke mate het model zou kunnen gebruikt worden
voor
Tax/benefit
internationaal Model'
vergelijkende
(EUROMOD)
simulaties.
Het
'European
hiervoor
een
belangrijk
verschaft
vergelijkingspunt. Verder wordt nagegaan in welke mate de routines die door het EUROMOD-model worden gehanteerd compatibel zijn met deze van het MIMOSIS-model.
Het effect van schuldafbetalingen op de armoedesituatie Looptijd:
01/09/2007 – 31/01/2008
Financiering:
FOD Sociale Zekerheid
Promotor(en):
Karel Van den Bosch
Medewerker(s):
Sarah Carpentier
Het onderzoeksproject beoogt enerzijds de ontwikkeling van indicatoren voor problematische schuldsituaties op basis van de SILC en anderzijds het opstellen van een profiel van personen en gezinnen in problematische schuldsituaties.
Het Europees Sociaal Model : componenten, duurzaamheid en instrumenten ter bestrijding van sociale uitsluiting in Europa Looptijd:
01/10/2007 - 30/09/2009
Financiering:
Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek
Promotor(en):
Bea Cantillon
Medewerker(s):
Stijn Rottiers
Centraal in dit onderzoeksproject staat de vraag of de Europese Unie in meer, dan wel mindere mate tussenkomen in het sociaal beleid van haar lidstaten. Het concrete vertrekpunt is het feit dat alom gerefereerd wordt aan hét 'Europees sociaal model', terwijl de wetenschappelijke literatuur steeds spreekt over uiteenlopende regimes van Europese welvaartsstaten. Een
19
vergelijking met andere sociale markteconomieën moet duidelijk maken of er zo'n gemeenschappelijk model bestaat, of het moet worden versterkt, en zo ja, hoe. De impact van eventuele wijzigingen in het Europese beleid zal worden nagegaan door die wijzigingen te modelleren.
Wat hebben gezinnen nodig om rond te komen? Minimumbudgetten en minimum inkomensbescherming Looptijd:
01/11/2008 - 30/11/2009
Financiering:
Federaal Wetenschapsbeleid
Promotor(en):
Karel Van den Bosch
Medewerker(s):
Kristel Bogaerts, Greet Verbergt
De doelstelling van dit project is de ontwikkeling van minimumbudgetten (de totale kostprijs van een korf van goederen en diensten, die nodig zijn om menswaardig te kunnen leven in de huidige maatschappij) voor een groot aantal Belgische modelgezinnen. Minimumbudgetten kunnen nuttig gebruikt worden voor (1) het meten van de omvang en de diepte van armoede en sociale uitsluiting, (2) als richtlijn bij de vaststelling van aanvullende steun, bij het bepalen van schuldafbetalingsplannen, bij de vastlegging van onderhoudsgelden, en dergelijke, (3) het evalueren van de doeltreffendheid van de minimum inkomensbescherming, (4) het aanmoedigen van Belgische en Europese beleidsvoerders om maatregelen te nemen voor een sociaal inclusieve samenleving. Het onderzoek vertrekt vanuit een algemene theorie over menselijke behoeften van Doyle & Gough (1991), aldus eerder werk van de Katholieke Hogeschool Kempen voortzettend.
De Sociale Staat van Vlaanderen: Algemene bijdrage Inkomen en Armoede Looptijd:
12/08/2008 – 30/06/2009
Financiering:
Vlaamse Gemeenschap
Promotor(en):
Karel Van den Bosch
Medewerker(s):
Pieter Vandenbroucke, Bea Cantillon
Doel van dit project is om onder coördinatie van de Studiedienst van de Vlaamse Regering (verder SVR genoemd) een tweejaarlijks rapport op te
20
stellen
waarin
een
“synthetische
analyse”
wordt
gemaakt
van
de
wetenschappelijke inzichten en analyses over de maatschappelijke situatie in Vlaanderen. De bijdrage van het CSB bestaat erin de specifieke een beeld te schetsen van het beschikbaar inkomen van de huishoudens. Zijn er verschillen tussen groepen huishoudens en wat zijn de redenen voor deze verschillen? Er zal ook ingegaan worden op de bestedingen van de huishoudens.
Wat
is
het
aandeel
daarin
van
de
verschillende
uitgavenrubrieken (voeding, huisvesting,…)? Hoe is het gesteld met de armoedeproblematiek
in
Vlaanderen
(de
armoederisico s,
de
armoedepersistentie, de mobiliteit in en uit de armoede, het hebben van betalingsproblemen en overmatige schulden,…)? Op welke manier is armoede verbonden met achterstelling op andere levensdomeinen? Wat met de inkomensongelijkheid? Welke trends tekenen zich hier af? Word de rijken steeds rijker en de armen steeds armer? En wat kan er gezegd worden over de inter- en intragenerationale welvaartsdeling in Vlaanderen?
VERGRIJZING Coördinator : Prof. Dr. Karel Van den Bosch Vergrijzing is één van de thema’s die meer recent werden opgenomen in de onderzoeksagenda van het Centrum. Sinds enkele jaren wordt m.b.t. dit domein gestreefd naar een inhoudelijke verdieping en verbreding van het onderzoek
evenals
naar
de
ontwikkeling
en
verfijning
van
onderzoeksinstrumenten en -methoden die toelaten gegevens betreffende vergrijzing in een dynamisch perspectief te analyseren. Bovendien tracht het Centrum de mogelijkheden te onderzoeken om beleidsalternatieven te toetsen op economische en sociale doelmatigheidscriteria. Belangrijk in de uitbouw van de expertise op het vlak van veroudering is de coördinerende taak die het Centrum de voorbije jaren heeft vervuld in de uitbouw van een sterk interdisciplinair kennisplatform rond vergrijzing (cf. infra).
21
Social and Economic impact of ageing in Flanders & Europe. How can policy at the Flemish level respond? Looptijd:
01/04/2005 - 31/03/2009
Financiering:
IWT
Promotor(en):
Bea Cantillon, Karel Van den Bosch
Medewerker(s):
Stijn Lefebure
Een van de belangrijkste sociale uitdagingen voor Vlaanderen en Europa is aankomende veroudering van de bevolking. Doel van dit project is wetenschappelijke kennis aan te dragen om beleidsmakers te helpen bij de aanpak van drie grote beleidsproblemen: i) de manier waarop de lasten van de vergrijzing verdeeld worden tussen generaties en binnen generaties onderling; ii) de uitbouw van een betaalbare en hoogstaande zorgvoorziening die voor iedereen toegankelijk is; iii) het optimaliseren van de deelname van ouderen aan het economische, sociale, politieke en culturele leven zodat de kennis, ervaring en vaardigheden van de ouderen nuttig ingezet kunnen worden. Bovendien staat dit project in voor de ontwikkeling van dit beleidsinstrument dat uit de volgende delen bestaat: •
Een longitudinaal databestand voor Vlaanderen met gegevens over inkomen, levensomstandigheden, gezondheid en zorgbehoeften van de ganse bevolking in het algemeen en de ouderen in het bijzonder.
•
Het ontwikkelen van een dynamisch microsimulatiemodel voor Vlaanderen dat meting van beleidshervormingen toestaat.
•
Het meten van trends in intra- en intergenerationele verdeling van inkomen en rijkdom in Vlaanderen.
•
Het maken van een projectie van de gezonde levensverwachting.
•
Het meten van economische gevolgen van de vergrijzing in
•
In kaart brengen van trends in formele en informele zorgnetwerken.
•
Parameters
Vlaanderen. van
Vlaams
zorgbeleid
in
Europees
vergelijkend
perspectief plaatsen. Voor de uitvoering van dit onderzoek naar de socio-economische impact van de
vergrijzing
in
Vlaanderen
en
Europa
is
het
interuniversitair
onderzoeksconsortium CoViVE (Consortium Vergrijzing in Vlaanderen en Europa) opgericht. Centraal staan de verdeling van de economische last van
22
de veroudering tussen en binnen generaties, de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg, en de participatie van ouderen in het arbeidsbestel en het maatschappelijk leven. Het CSB coördineert dit onderzoeksconsortium.
Survey of Health, Ageing and Retirement in Europe Looptijd:
01/01/2006 - 31/08/2008
Financiering:
Mannheim University
Promotor(en):
Karel Van den Bosch, Dimitri Mortelmans
Medewerker(s):
Joris Mangeleer, Steven Gorlé, Aaron Van den Heede
De Survey of Health, Ageing, and Retirement in Europe (SHARE) is een onderzoek waarin de Europese bevolking van 50 jaar en ouder centraal staat.
Vanuit
verschillende
vakgebieden
(o.a.,
economie,
sociologie,
psychologie) worden elke twee jaar gegevens verzameld op het gebied van gezondheid (zowel geestelijk als lichamelijk), socio-economische status, sociale en familie netwerken. Bij de aanvang van het onderzoek, in 2004, hebben 11 Europese landen deelgenomen uit Scandinavië (Denemarken, Zweden), Midden Europa (Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, België, Nederland) en de Mediterrane landen, (Spanje, Italië, Griekenland). In 2005-2006 werden gegevens verzameld van Israël en in 2006 hebben Tsjechië en Polen zich bij de landen gevoegd. Dit project heeft betrekking op de verzameling van gegevens voor de tweede golf van SHARE in Vlaanderen.
Toolbox Improving Comparability Cross-National Survey Data with Applications to SHARE (COMPARE) Looptijd:
01/03/2006 - 29/02/2008 (verlenging: 30/09/2008)
Financiering:
Universiteit Tilburg
Promotor(en):
Karel Van den Bosch, Dimitri Mortelmans
Medewerker(s):
Joris Mangeleer, Steven Gorlé, Aaron Van den Heede
Dit project in het kader van SHARE richt zich op de verzameling van vergelijkbare gegevens inzake levenskwaliteit voor verschillende landen. Het probleem bij de dataverzameling is dat onduidelijk is of de antwoorden van respondenten in verschillende talen vergelijkbaar zijn. Via de techniek van
23
vignetten wordt hier een mogelijke oplossing geboden. Vignetten zijn korte omschrijving van een situatie, bijv. de gezondheid van een persoon. De beoordelingen die respondenten van die vignettensituatie geven kunnen gebruikt worden om hun beoordelingen van hun eigen situatie te kalibreren. Dit project heeft betrekking op de verzameling van de vignettengegevens binnen de tweede golf van SHARE in Vlaanderen.
Major upgrade of the Survey of Health, Ageing and Retirement in Europe: Preparatory Phase (SHARE-PREP) Looptijd:
01/01/2008-31/12/2009
Financiering:
EU, Mannheim University
Promotor(en):
Karel Van den Bosch
Medewerker(s):
Joris Mangeleer, Steven Gorlé, Aaron Van den Heede
SHARE is verkozen als één van de grote Europese infrastructuurprojecten in het kader van ESFRI (European Strategy Forum on Research Infrastructure). Doel van dit project is de voorwaarden te creëren voor de voortzetting van SHARE op middellange termijn in financiële en wettelijke zin.
EUROPEES SOCIAAL BELEID Coördinator : Prof. Dr. Bea Cantillon Waar het onderzoek naar het sociaal beleid zich tot voor kort kon beperken tot het nationale beleid (met internationale vergelijkingen louter om het nationale beleid te informeren) wordt de Europese en globale dimensie van sociale herverdeling van langsom belangrijker: deels omdat internationale beleidsniveaus rechtsreeks of onrechtstreeks invloed krijgen op het nationale beleid, deels omdat de inkomensverdeling in toenemende mate bepaald wordt door een toenemende mobiliteit van bedrijven en van personen (migratie). Thans concentreert het CSB zich vooral op de Europese dimensie van het sociaal beleid. Uitgaande van de sociale subsidiariteit in een gemeenschappelijke markt wordt de vraag gesteld naar de houdbaarheid van nationale systemen van sociale herverdeling. De aandacht gaat daarbij o.m. naar de werking en de doelmatigheid van de Open Methode van Coördinatie -
24
de actuele praktijk inzake sociaal beleid in Europa. De analyse van de sociale indicatoren die de OMC ondersteunen (en waartoe het CSB een substantiële bijdrage heeft geleverd) in functie van de vraag naar de sociale toestand in het Europa van de 25+ lidstaten vormen vandaag een belangrijk onderdeel van de onderzoeksagenda van het Centrum.
Sociaal Federalisme in België en in Europa Looptijd:
23/12/2005 – 31/12/2007
Financiering:
Universiteit Antwerpen
Promotor(en):
Bea Cantillon
Medewerker(s):
Veerle De Maesschalck
Dit onderzoek richt zich op de vraag naar het meest optimale territoriale niveau waarop sociale herverdeling via sociale zekerheid en fiscaliteit moet georganiseerd worden, in België, in andere federale staten en in Europa. Deze vraagstelling wordt op empirische wijze benaderd middels een internationaal en inter-temporeel vergelijkend onderzoek naar de werking, de determinanten en de uitkomsten (in termen van sociale doelmatigheid) van verschillende territoriale omschrijvingen van sociale herverdeling. Er zal gebruik gemaakt worden van sociaal-economische survey gegevens en ambtelijke statistieken.
Oost-Europese welvaartsregimes in Sociaal Europa. Een vergelijking van de architectuur en sociale adequaatheid van de inkomensbescherming voor ouderen in drie Oost-Europese landen Looptijd:
01/10/2007 – 31/12/2008
Financiering:
Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek
Promotor(en):
Bea Cantillon
Medewerker(s):
Tim Goedemé
Dit project handelt over het uitzicht, het ontstaan, de ontwikkeling en de sociale doelmatigheid van de Oost-Europese welvaartsregimes in het kader van 'Sociaal Europa'. Op basis van de typologie van Deacon en een analyse van de sociale indicatoren, worden drie Oost-Europese landen geselecteerd die significant van elkaar verschillen. Omdat het niet mogelijk is om binnen
25
het gegeven tijdsbestek de gehele samenhang tussen markt, gezin en sociale bescherming (d.i. het welvaartsregime) te bestuderen, zal het onderzoek gefocust worden op de inkomensbescherming van ouderen in ruime zin, met als belangrijkste elementen: de sociaal-economische architectuur van de inkomstenbronnen van ouderen (publieke, private, semi-collectieve en collectieve pensioenen, de compensatie van uitgaven voor gezondheid en huisvesting; inkomen uit arbeid) en het resultaat (de outcomes) hiervan in termen van enerzijds inter- en intragenerationele inkomensongelijkheid en anderzijds armoede bij ouderen.
ARBEID Coördinator : Prof. Dr. Ive Marx De centrale vraagstelling op dit domein is hoe een sociaal doelmatige inkomensbescherming
kan
verzoend
worden
met
werkgelegenheidsbeleid. Voorbeelden hiervan vormen de
een
efficiënt
analyse van
werkloosheidsstelsels of arbeidsmarktveranderingen (zoals de dalende vraag naar
laaggeschoolde
arbeid)
in
functie
van
(minimum)
inkomensbescherming, armoede(preventie), onderzoek naar de impact van schorsingen en sancties in de werkloosheidsverzekering op armoede en herintrede,
naar
de
sociale
impact
van
lastenverlagingen,
rond
werkloosheidsvallen, de werking van het tijdskrediet als werkgelegenheid, eindeloopbaan- en zorgarrangement, etc. .
RVA panel: de samenstelling van een panel databestand voor longitudinaal onderzoek in de schoot van de RVA Looptijd:
01/12/2004 – 30/11/2009
Financiering:
Federaal Wetenschapsbeleid, AGORA programma
Promotor(en):
Karel Van den Bosch, Mike Smet
Medewerker(s):
Kristel Bogaerts
Het doel van dit project is wetenschappelijke ondersteuning te verlenen aan de RVA bij het samenstellen van een paneldatabank van werklozen op basis
26
van
administratieve
arbeidsmarkttrajecten
gegevens.
Dit
te analyseren van
panel initieel
moet
toelaten
om
uitkeringsgerechtigde
werklozen. De databank zal een periode van 5 tot 10 jaar beslaan. De wetenschappelijke ondersteuning behelst de steekproefopzet, de dataaanvraag, de voortzetting en het onderhoud van het panel, het gebruik van statistische verwerkingsprogramma's, het analyseren van de gegevens en het presenteren van de resultaten. Het project is een samenwerkingsverband tussen CSB en het steunpunt WSE.
Een vergelijking tussen het technische en beroepsgericht secundair onderwijs inzake de aansluiting met de arbeidsmarkt van gelijkaardige opleidingen Looptijd :
01/12/2006 – 01/11/2007
Financiering:
Onderzoek i.o.v. F. Vandenbroucke, Vlaams minister van
Promotor(en):
Mike Smet
Medewerker(s):
Kristel Bogaerts
werk, onderwijs en vorming
In dit onderzoeksproject wordt in eerste instantie gepoogd worden om zo snel mogelijk de problematiek van de verschillen van gelijkaardige TSO en BSO studierichtingen te inventariseren en te bestuderen. Tevens dienen een aantal relevante studierichtingen afgebakend te worden met het oog op verdere empirische analyse.
Studie en Analyse van de Sociale Economie in de Provincie Antwerpen Looptijd:
01/01/2008 – 30/09/2008
Financiering:
Provinciebestuur Antwerpen
Promotor(en):
Joris Ghysels, Josse Van Steenberge en Marleen Denef
Medewerker(s):
Jos Motmans, Peter Ysabie
Dit project beoogt de ontwikkeling van een meetinstrument om het werkveld van de sociale economie in de provincie Antwerpen te bestuderen en te analyseren en een nulmeting met het instrument uitgevoerd. De kern van het instrument is een confrontatie van de vraag naar tewerkstelling in de
27
sociale economie met het effectieve aanbod aan tewerkstellingsplaatsen voor doelgroepwerknemers.
Inactiviteitsvallen voor personen met een handicap of met langdurige gezondheidsproblemen Looptijd:
01/07/2008 – 28/02/2009
Financiering:
VIONA
Promotor(en):
Ive Marx, Diana De Graeve
Medewerker(s):
Kristel Bogaert, Pieter Vandenbroucke
Om de Vlaamse werkzaamheidsgraad te verhogen tot de gestelde doelstelling in de Lissabonstrategie, een werkzaamheidsgraad van 70% in 2010, is het noodzakelijk alle mogelijke pistes te bewandelen. Er dient een beleid gevoerd te worden dat de toegang tot de arbeidsmarkt maximaal openstelt voor alle werkzoekenden. Het potentieel voor een verhoging van de (algemene) werkzaamheidsgraad
kan
zo
gezocht
worden
in een
groep
als
de
(arbeids)gehandicapten, die bijzondere problemen op de arbeidsmarkt ervaart. Dit project brengt de bestaande obstakels en activiteitsvallen in kaart die arbeidsgehandicapten ervaren bij de verschillende stappen richting arbeidsmarkt. Zowel op het vlak van toeleiding, opleiding, werkervaring en (her)tewerkstelling maken we een inventaris van de beperkingen, zowel financiële en niet-financiële. Het financiële aspect van een stap naar tewerkstelling wordt daarnaast aan de hand van standaardsimulaties uitgebreid becijferd.
De Werkende Armen in Vlaanderen. Een vergeten groep? Looptijd:
1/07/2008 - 28/02/2009
Financiering:
VIONA
Promotor(en):
Ive Marx, Gerlinde Verbist
Medewerker(s):
Pieter Vandenbroucke, Kristel Bogaerts
Uit vergelijkend onderzoek blijkt dat België een relatief samengedrukte loonstructuur heeft, samen met een relatief laag percentage van mensen die werken voor een laag loon. Armoederisico’s voor werkenden zijn in
28
vergelijking met andere landen ook eerder laag. Toch vormt de groep ‘werkende armen’ een belangrijk segment van de bevolking op actieve leeftijd die in armoede leeft. Het project beoogt een gedetailleerde profielschets van de werkende armen in Vlaanderen en een internationale situering van het fenomeen. Het Vlaams beleid, en de effectiviteit daarvan, worden empirisch geëvalueerd en gebenchmarked in een internationaal vergelijkende context.
BELEID INZAKE SOCIALE ZEKERHEID & FISCALITEIT Coördinator : Prof. Dr. Bea Cantillon In dit onderzoeksdomein gaat de aandacht uit naar de feitelijke werking van de sociale zekerheidsstelsels en van de belastingssystemen in België en in andere landen, naar de hervormingen en de aanpassingen aan veranderende sociaal-economische en demografische contexten en naar de sociale doelmatigheid in termen van armoedebestrijding en vermindering van sociale ongelijkheden. Methodologisch wordt gebruik gemaakt van de elders vernoemde simulatiemodellen, van de empirische analyse van sociaaleconomische gegevens op individueel en huishoudniveau en van de analyse van beleidsdiscours.
Immigration and the formation of the open welfare state – the Belgian example
Periode:
01/05/2006 – 30/04/2007
Financiering:
Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek
Promotor(en):
Bea Cantillon, Josse Van Steenberge
Medewerker(s):
Ninke Mussche
In dit project wordt de rol onderzocht die immigratie heeft gespeeld in de ontwikkeling van de juridische architectuur van de welvaartsstaat en in dat van de sociale zekerheid en de sociale bijstand in het bijzonder. Meer bepaald wordt nagegaan of en hoe het ontstaan en de evolutie van de sociale wetgeving werd beïnvloed door de aanwezigheid van immigranten op het territorium.
29
De welvaartsevolutie van de bodembescherming in België en de ons omringende landen Periode:
01/05/2006 – 30/04/2007
Financiering:
POD Wetenschapsbeleid
Promotor(en):
Bea Cantillon, Gerlinde Verbist
Medewerker(s):
Natascha Van Mechelen, Kristel Bogaerts
De minimumuitkeringen in de Belgische sociale zekerheid zijn vandaag via de gezondheidsindex automatisch gekoppeld aan de evolutie van de prijzen. Begin 2004 besliste de Belgische regering om vanaf 2007 deze uitkeringen elke twee jaar ook aan te passen aan de welvaartsevolutie. In dit onderzoek wordt nagegaan in hoeverre de sociale minima in de ons omringende landen de welvaartsgroei volgen, en welke mechanismen hiervoor ingezet worden. Wat kan het beleid in deze landen ons leren inzake welvaartsvaste sociale uitkeringen? Welke regelingen zijn mogelijk, en wat zijn hun voor- en nadelen? Het onderzoek valt uiteen in drie luiken. Ten eerste wordt gestart met een actualisatie van de evolutie van de Belgische sociale minima. Deze wordt vervolgens vergeleken met de koopkracht- en welvaartsontwikkelingen van de sociale minima in de ons omringende landen. Tot slot wordt gefocust op het beleid dat deze landen voeren ten aanzien van de sociale uitkeringen, en met name de mechanismen die ze hanteren om de minima op regelmatige tijdstippen aan te passen aan de koopkracht- of de welvaartsevolutie.
Status Questionis van de Belgische Sociale Zekerheid Periode:
15/12/2008 – 15/11/2009
Financiering:
FOD Sociale Zekerheid
Promotor(en):
Bea Cantillon
Medewerker(s):
Veerle De Maesschalck, Ninke Mussche
Dit project beoogt de uitwerking van een status questionis van de Belgische sociale zekerheid in al haar facetten. Deze wordt opgebouwd rond vier grote delen waarbinnen onder meer de vooropgestelde elementen inzake principes, doelstellingen, financiering, etc. aan bod zullen komen maar waarbinnen evenzeer aandacht zal besteed worden aan de institutionele vormgeving
30
(opbouw,
stelselkenmerken,
zekerheidsbeleid
alsook
etc.)
van
het
stelsel,
de
maatschappelijke
aan
het
sociaal
fenomenen
en
veranderingsprocessen die hierop van invloed zijn. Ook de Europese context en dimensie zal een plaats krijgen in het rapport. Een bijzonder aandachtspunt vormt de tijdsdimensie. De focus ligt immers niet enkel op de huidige stand van zaken maar het stelsel zal ook bestudeerd worden met oog voor de belangrijke evoluties uit het verleden en met oog voor de toekomst.
GEZONDHEID Coördinator : Prof. Dr. Diana De Graeve Binnen het onderzoek rond gezondheidszorg komen een ruime waaier van onderzoeksthema’s
en
analytische
onderzoeksprojecten
zijn
hoofdzakelijk
methodes empirisch
aan en
bod.
gericht
op
De het
aanleveren van informatie voor beleidsbeslissingen. Een eerste element waar binnen dit onderzoeksdomein bijzondere aandacht naar uitgaat zijn de zogenaamde
verdelingsvraagstukken.
Het
aanleveren
van
Belgisch
feitenmateriaal over billijkheid in gezondheid en in de consumptie en financiering van medische zorg is immers een belangrijke doelstelling. Een tweede thema dat binnen dit domein aan bod komt is de economische evaluatie. Voor alternatieve behandelingsmogelijkheden (voor specifieke aandoeningen) bijvoorbeeld worden kosten en effecten onderzocht. Het onderzoek moet op die manier helpen om een betere allocatie van beschikbare middelen te realiseren. De uitgevoerde studies hebben in toenemende mate beleidsimpact: analysemethodes worden verfijnder en kunnen gebruik maken van betere data. Zij worden uitgevoerd in multidisciplinaire samenwerking met artsen.
Verdelingsaspecten van gezondheidszorg in België: impact van de maximumfactuur op de toegankelijkheid van de gezondheidszorg Periode:
15/10/2006 – 30/06/2008
Financiering:
Federaal Kenniscentrum voor Gezondheidszorg
Promotor(en):
Diana De Graeve
Medewerker(s):
Ann Lecluyse
31
Samenwerking:
Erik Schokkaert (KULeuven), Tom Van Ourti (Erasmus Universiteit), Carine Van de Voorde (Federaal Kenniscentrum voor Gezondheidszorg)
Dit onderzoek bestudeert de verdeling van remgelden en de impact van de maximumfactuur (MAF) op de toegankelijkheid van gezondheidszorg. Er wordt
gebruik
gemaakt
van
administratieve
data
van
gezondheidszorgconsumptie van 2004, 2003 en 2002 van een steekproef van ongeveer 300,000 individuen en hun gezin. De data van 2004 zijn ook gekoppeld aan de fiscale (inkomensdata) van het gezin. De doelstelling van het project is om de totale kost van de MAF te schatten en de verdelingsaspecten van de MAF te bestuderen. Er wordt bestudeerd welke groepen goed beschermd zijn en voor welke groepen de eigen betalingen problematisch blijven en voor welke uitgavencategorieën de eigen betalingen problematisch blijven. Aanvullend wordt nagegaan of de maximumfactuur het gedrag van de verstrekkers en de patiënten beïnvloedt. Tenslotte analyseren we in detail de gevolgen van specifieke beleidsmaatregelen die in het verleden geïntroduceerd zijn of die in de toekomst zouden kunnen geïntroduceerd worden op basis van microsimulaties.
Economische Evaluatie - Health technology Assessment Schizofrenie; Multidisciplinaire revalidatie in NOK-PSY revalidatiecentra; Drug-eluting stents Periode:
01/10/2006 – 31/08/2007
Financiering:
Eli Lilly, Federaal Kenniscentrum voor Gezondheidszorg,
Promotor(en):
Diana De Graeve
Medewerker(s):
Annemieke De Ridder, Joris Mahieu
Samenwerking:
Dirk Deboutte (UA), Herbert Roeyers, John Van Borsel
IWETO
(UGent), Jan Scheiris (Sig), Christiaan Vrints (UA, UZA) Dit project omvat meerdere onderzoekluiken: 1. Schizofrenie (Schizophrenia Outcome Study, SOS) SOS
vergelijkt
de
functionele
gezondheidstoestand
en
het
medisch
middelengebruik van patiënten met schizofrenie in België. Dit gebeurt in a
32
naturalistische follow-up studie waar patiënten gedurende twee jaar gevolgd worden na een hospitalisatie voor een acute psychotische episode en die behandeld worden met verschillende antipsychotica. De dataverzameling en analyse zijn verder afgerond en verschillende artikels werden voorbereid (met beschrijving van de resultaten, de kosten en de kosteneffectiviteit). 2. Doelgroepen en op evidentie gebaseerde multidisciplinaire behandeling in NOK-PSY revalidatiecentra Het onderzoek omvat de volgende fasen : 1. verzamelen van evidentie over de effectiviteit van behandelingsmethodes op basis van een literatuuronderzoek; 2. samenvatten van registratiedata m.b.t. de doelgroepen behandeld in de revalidatiecentra; 3. verzamelen van informatie over de organisatie van de zorg
in
andere
landen;
4.
verzamelen
van
informatie
over
de
kosten/resultaten van de revalidatie van leerstoornissen. Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met de Universiteit Gent in opdracht van het Federaal Kenniscentrumvoor gezondheidszorg 3. Health Technology Assessment van drug-eluting stents(DES) De belangrijkste doelstelling van het onderzoek bestaat in het vergelijken van de kosten en effecten van DES en bare metal stents vanuit het standpunt van de Belgische gezondheidszorgbetaler. Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met het Federaal Kenniscentrumvoor gezondheidszorg, het Intermutualistisch Agentschap en Belgian Working Group on Interventional Cardiology.
Verder onderzoek (longitudinale, prospectieve observationele
clinische studie bij 250 patiënten) zal evalueren of
Blood endothelium
progenitor cells and dendritic cells gebruikt kunnen worden als nieuwe predictieve biomarkers van in-stent restenose en gebruikt kunnen worden voor het ontwikkelen van een meer kosteneffectief provisioneel gebruik van DES.
De keuze voor medische zorg buiten de kantooruren door jonge volwassenen met kinderen. Een case-studie in Deurne-Borgerhout Looptijd:
01/03/2006 – 31/12/2007
Financiering:
Universiteit Antwerpen (BOF)
Promotor(en):
Diana De Graeve
Medewerker(s):
Hilde Philips, Dominik Mahr
Samenwerking:
Marcel Weverbergh, Roy Remmen
33
Er is weinig bekend over de voorkeuren van consumenten voor medische zorg buiten de kantooruren. De doelstelling van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de ervaring van individuen met de beschikbare diensten, hun perceptie, houding en keuze-intenties met betrekking tot zorg buiten de kantooruren. Data verzameld in het vorige jaar werden geanalyseerd. Gebruik makend van de theorie van de beredeneerde actie (Theory of Reasoned Action) wordt een evaluatie gemaakt van de voorkeuren m.b.t. de beschikbare diensten en de gebruiksintenties. Aanvullend laat discrete keuze-analyse toe deze preferenties te kwantificeren. Verder onderzoek zal de bevindingen verrijken met kwalitatieve data.
Wat
verklaart
socio-economische ongelijkheden
in
gezondheidsgedrag?
Vaccinatie van kinderen
Periode:
01/10/2008 – 31/09/2012
Financiering:
Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek -
Promotor(en):
Karel Van den Bosch
Medewerker(s):
Eva Lefevere
Samenwerking:
Pierre Vandamme (Centrum voor de Evaluatie
Vlaanderen
van Vaccinaties, UA) Dit doctoraat gaat op zoek naar verklaringen voor socio-economische ongelijkheden in gezondheidsgedrag, meerbepaald in het vaccinatiegedrag van ouders met betrekking tot hun kinderen. Het onderzoek beweegt zich op het snijvlak van de sociologie, de psychologie, de economie en de beleidswetenschappen. Op empirische
en
systematische wijze, gebruik makend van
experimentele
methodologieën,
worden
verschillende
plausibele mechanismen onderzocht ter verklaring van de socio-economische gradiënt in vaccinatiegedrag. Deze situeren zich zowel op individueel als op collectief
niveau.
Het
relatief
belang
van
economische,
sociale
en
psychologische factoren wordt geëvalueerd, alsook de rol van sociale netwerken. Ook wordt bekeken of de lage vaccinatiegraad bij bepaalde groepen te wijten is aan een lagere kwaliteit of effectiviteit van de vaccinerende instanties.
34
ONDERWIJS Coördinator : Dr. Gerlinde Verbist In "Het Matteüseffect" (Deleeck et al., 1983) werd onder meer de organisatie en financiering van de onderwijsvoorzieningen onder de loep genomen. Deze onderzoekstraditie wordt nog steeds verder gezet. Het onderwijs was en blijft een zeer belangrijke sociale voorziening. Daarenboven vormen kennis en vaardigheiden in een geglobaliseerde kennissamenleving het comparatieve voordeel van hoogontwikkelde welvaartsstaten. Niet enkel initieel onderwijs, maar ook levenslang- en levensbreed leren komen steeds centraler te staan. Internationalisering, flexibilisering, permanente vorming en de aanwezigheid van achtergestelde groepen vormen de context waarbinnen het beleid werkzaam
is.
Rekening
houdend
met
deze
context
focust
dit
onderzoeksdomein op de vraag naar de effectiviteit van het beleid in termen van verdere democratisering van het onderwijs. Zo wordt onder meer de evolutie van de participatie van lagere sociaal-economische groepen aan het initiële
en
levenslang- en
levensbreed
onderwijs bestudeerd
in een
internationaal vergelijkend perspectief, met het oog op het evalueren van de effectiviteit van het beleid in termen van gelijke onderwijskansen. De aandacht gaat hierbij zowel naar financieringsstructuren als naar de aard van het onderwijsaanbod.
Determinanten van Slaagkansen in het Hoger Onderwijs Periode:
01/07/2007 - 31/12/2007
Financiering:
Eigen middelen
Promotor(en):
Bea Cantillon, Gerlinde Verbist
Medewerker(s):
Kristel Rombaut
Beleidsmakers in verschillende landen hebben het idee geopperd dat als de publieke financiering voor instellingen voor hoger onderwijs zou afhangen van prestaties of resultaten, dit de efficiëntie ten goede zou komen (zie o.m. Commissie van de Europese Gemeenschappen (2006)). In een dergelijk systeem kan de financiering afhankelijk gemaakt worden van het aantal afgestudeerden (een meting van de uitstroom) in plaats van het aantal
35
inschrijvingen (een meting van de instroom). Één van de belangrijkste argumenten voor deze aanpak is dat dit de instellingen voor hoger onderwijs zou stimuleren om de kwaliteit van hun onderwijs te verbeteren en een betere begeleiding te bieden aan hun studenten. Er wordt echter ook op gewezen dat dit tot sociale ongelijkheid kan leiden als de studentenpopulatie niet sociaal homogeen verdeeld is over de verschillende instellingen voor hoger onderwijs. In dit project gaan we de validiteit na van deze argumenten door middel van een analyse van de studentenpopulatie hoger onderwijs in België (Vlaanderen). Op basis van een uniek bestand met administratieve gegevens
proberen
we
het
verschil
in
slaagpercentages
tussen
de
verschillende instellingen voor hoger onderwijs te verklaren. In welke mate zijn deze verschillen te verklaren door socio-economische kenmerken van de studentenpopulatie en wat is de rol van instellingspecifieke aspecten, zoals betere begeleiding van studenten? Onze hypothese is dat een groot deel van de
verschillen
in
slaagpercentages
te
verklaren
zijn
door
de
achtergrondkenmerken van instromende studenten.
Sociale ongelijkheden in het Vlaamse onderwijs : tien jaar later Looptijd:
1/10/2008 - 31/12/2008
Financiering:
Eigen middelen
Promotor(en):
Bea Cantillon, Karel Van den Bosch
Medewerker(s):
Greet Verbergt
Dit onderzoek gaat over de sociaal-economische ongelijkheden in de participatie aan het hoger onderwijs in Vlaanderen, op basis van data van de Survey of Income and Living Conditions (SILC), jaargang 2004. Er wordt gestreefd naar een update van de resultaten van Tan, die in 1998 -op basis van het toen beschikbare datamateriaal- het belang van de sociaaleconomische gradiënt in het onderwijs blootlegde.
Wetenschappelijke analyse van de sociale dimensie van de implementatie van de Bologna-hervorming Looptijd:
01/11/2008 - 01/04/2009
Financiering:
Universiteit Antwerpen – Departement Onderwijs
36
Promotor(en):
Ter
Bea Cantillon, Wilfried Pauwels
voorbereiding
van
de
Conferentie
van
Europese
Ministers
verantwoordelijk voor hoger onderwijs betreffende het Bologna proces, werd een analyse gemaakt van de maatregelen die in de Bologna landen genomen werden om het gelijke kansenbeleid in het onderwijs te hervormen.
MIGRATIE Coördinatoren : Prof. Dr. Ive Marx en Dr. Gerlinde Verbist Migratie is naast vergrijzing eveneens een van de thema’s die meer recent werden opgenomen in de onderzoeksagenda van het Centrum. België, en andere West-Europese landen, kennen reeds geruime tijd een sterk positief migratiesaldo. De omvang en de aard van immigratie is bovendien sterk veranderd. Door sommigen wordt deze immigratie aanzien als een bedreiging voor onze verzorgingsstaat, terwijl anderen immigratie juist zien als het 'wondermiddel' dat de druk van de vergrijzing zal verlichten en de financiële houdbaarheid van de sociale zekerheid kan verzekeren Beide posities zijn echter te eenvoudig geformuleerd. De interacties tussen migratie en de verzorgingsstaat zijn immers veelvuldig en complex. Het opnemen van het migratiethema als ‘nieuwe’ onderzoekslijn, biedt dan ook veel potentie voor toekomstigs onderzoeksprojecten.
Open Grenzen voor een leefbare welvaartstaat? Looptijd:
01/07/2006 – 31/12/2010
Financiering:
Universiteit Antwerpen (BOF – NOI)
Promotor(en):
Gerlinde Verbist, Ive Marx
Medewerker(s):
Vincent Corluy
De centrale onderzoeksvraag betreft de mate waarin migranten een bijdrage kunnen leveren tot het financiële draagvlak voor de sociale zekerheid en tot het economische draagvlak voor de welvaartsstaat in het algemeen, met name dan in België. In welke mate kan migratie een oplossing vormen voor de economische en budgettaire knelpunten die zullen ontstaan door de
37
vergrijzing? Het onderzoek bestaat uit drie grote delen. In eerste instantie wordt een sociaal-economisch profiel van migranten opgesteld, met aandacht voor de verschillende soorten factoren zoals inkomensniveau, tewerkstelling, leeftijd, gezinssamenstelling, enz. Dit sociaal-economische profiel vormt de basis voor de tweede stap, nl. de afhankelijkheid van welvaartsuitkeringen door immigranten, en hun bijdragen aan de sociale zekerheid in kaart te brengen. In het derde deel trachten we de budgettaire effecten van immigranten bij hun binnenkomst en over hun resterende levenstermijn te ramen op basis van intergenerationele berekeningen. Het betreft een berekening van het verschil van de actuele waarde van de toekomstige belastingen minus de overdrachten en marginale overheidsconsumptie, incl. kosten en bijdragen van toekomstige kinderen.
Economisch en sociaal profiel van personen in onwettig verblijf, voor en na de regularisatieoperatie ingesteld door de wet van 22 december 1999 Looptijd:
01/03/2007-31/08/2007 (verlenging: 30/11/2007)
Financiering:
Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor
Promotor(en):
Ive Marx, Gerlinde Verbist
Medewerker(s):
Vincent Corluy
Racismebestrijding
Het hoofddoel van dit onderzoeksproject is zicht krijgen op maatschappelijke en sociaal-economische positie van geregulariseerde migranten en op het traject dat mensen sedert hun migratie hebben doorlopen, inclusief gedurende de periode van illegaliteit. Tegelijkertijd wordt gepeild naar de impact van initiatieven om de bestaanszekerheid en integratie van deze groepen te bewerkstelligen. Daarmee samenhangend wordt de rol bestudeerd die sociale netwerken spelen op het welzijn en de ‘integratiekansen’ van de geregulariseerde. In het project worden volgende thema’s uitgewerkt: de woonsituatie en materiële levensomstandigheden, de (evoluerende) positie in de formele en informele arbeidsmarkt, de (evoluerende) integratie in de welvaartsstaat via formele sociale rechten, de mate waarin informele ‘sociale zekerheid’
binnen
persoonlijke
netwerken
het
welzijn
van
de
illegaal/geregulariseerde bepaalde en bepaalt, … Daarbij reconstrueren we zo scherp mogelijk de trajecten die deze personen hebben gevolgd sedert hun migratie.
38
GEZIN Coördinator : Dr. Joris Ghysels Het onderzoeksdomein 'Gezin en Zorg' bouwt verder op de lange geschiedenis van dit thema binnen het CSB. De onderzoeksthema’s die worden opgenomen hebben betrekking op de veranderende positie van gezinnen in de samenleving en bevraagt het huidige sociale zekerheidsbestel in het licht van
die
veranderingen.
éénouderschap
en
Concreet
gaat
het
inkomenszekerheid,
dan
bijvoorbeeld
over
genderevenwichten
in
hersamengestelde gezinnen en zorgstress bij tweeverdieners.
Children and Time-Use in European Families Looptijd:
01/06/2006 – 31/08/2008
Financiering:
EQUALSOC
Promotor(en):
Joris Ghysels en Cecile Wetzels (UvA)
Medewerker(s):
Maja Debacker, Evelien Van Vlasselaer
Met partners uit Italië, Nederland en de Verenigde Staten bekijkt het project twee deelaspecten van tijdsbesteding en kinderen.
Ten eerste werden de
wederzijdse afstemming van werktijden van vaders en moeders (coördinatie van werkschema’s in functie van vrije tijd of van maximale ouderlijke kinderopvang) onderzocht.
Ten tweede werd getracht te komen tot
vergelijkbare indicatoren voor het welzijn van kinderen over de landsgrenzen heen.
Kinderopvang
in
model
:
huishoudens
en
welvaartseconomisch perspectief Looptijd:
01/10/2008 – 30/09/2012
Financiering:
Universiteit Antwerpen (BOF-NOI)
Promotor(en):
Joris Ghysels
Medewerker(s):
Gerlinde Verbist, Josefine Van Hille
39
de
overheid
in
Dit
project
beoogt
een
maatschappelijk
oordeel
beleidsalternatieven in verband met kinderopvang.
over
verschillende
Daartoe integreert het
kinderen als actoren in het collectieve economisch model van huishoudens en vergelijkt het beleidsinspanningen voor kinderopvang in Vlaanderen, Finland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk op hun verdelingseffecten (binnen en tussen huishoudens).
International comparative study of distribution effects of child care provisions Looptijd:
05/03/2007 – 25/05/2007
Financiering:
ECASS
Promotor:
Gerlinde Verbist
Het beleid inzake kinderopvang kan een belangrijke rol spelen om werk en gezin met elkaar te combineren. Daar waar kinderopvangkosten een hinderpaal kunnen vormen voor ouders (vooral voor eenoudergezinnen en de tweede verdienende partner in een koppel), kunnen voorzieningen voor kinderopvang deze kost milderen en het arbeidsaanbod voor deze groepen vergemakkelijken. voorzieningen
was
Een de
internationale focus
van
dit
vergelijking onderzoek.
van
dergelijke
Gedurende
een
onderzoeksverblijf van drie maanden op ISER (Institute for Social and Economic Research – University of Essex), werd gewerkt aan de ontwikkeling van modules voor beleidsmaatregelen inzake kinderopvang in het Europese tax-benefit model EUROMOD.
De determinanten van zorgstrategieën bij laaggeschoolde vrouwen Looptijd:
01/01/2007 – 31/12/2009
Financiering:
Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek
Promotor(en):
Bea Cantillon, Joris Ghysels
Medewerker(s):
Maja Debacker, Wim Van Lancker
Dit project rond laaggeschoolde moeders tracht via een analyse van verschillende databronnen nieuwe inzichten te verwerven in de lage tewerkstellingsgraad van laaggeschoolde moeders in Vlaanderen en België. Gegevens uit de GEZO-databank laten ons toe de objectieve zorglast en de
40
subjectieve zorgverantwoordelijkheid van moeders als beslissingsfactoren mee te nemen in de verklaring. Met gegevens van de Europese Labour Force Survey kan bovendien bekeken worden waarom de Belgische situatie afwijkt van de ons omringende landen en met de gegevens van de SONARbevragingen, tenslotte, kan in kaart gebracht worden hoe de studieloopbaan en de beginnende beroepsloopbaan van invloed zijn op moederschap en de band met de arbeidsmarkt.
DATA, INSTRUMENTEN EN INDICATOREN - DATA Coördinatoren : Prof. Dr. Bea Cantillon en Prof. Dr . Karel Van den Bosch Survey-gegevens
blijven
het
belangrijkste
werkinstrument
van
ons
onderzoek. Dit vergt een aangehouden inspanning op het vlak van datacontrole
en
-evaluatie.
Daarnaast
onderzoekt
het
CSB
de
gebruiksongelijkheden van administratieve data voor wetenschappelijk onderzoek. . Daarnaast is het CSB nu ook zeer proactief in het onderzoek naar
de
gebruiksongelijkheden
van
administratieve
data
voor
wetenschappelijk onderzoek. Het valt immers te verwachten dat in een niet meer zo verre toekomst survey-gegevens (deels) zullen kunnen vervangen worden door goedkopere en exhaustieve statistieken.
Micro-census Looptijd:
11/01/2006 - 31/12/2008
Financiering:
Agora
Promotor:
Karel Van den Bosch
Medewerker(s):
Kristel Bogaerts
Dit project beoogt een procedure te ontwikkelen om de socio-economische enquête (vroegere volkstelling) van het NIS te vervangen door administratieve data in functie van wetenschappelijk onderzoek.
41
Databank Koopkracht- en Welvaartsevolutie van minima en maxima in de sociale zekerheid (KOWESZ) (Middelindicatoren) Looptijd:
Permanente update
Financiering:
Eigen middelen
Promotor(en):
Bea Cantillon
Medewerker(s):
Kristel Bogaerts, Veerle De Maesschalck, Natascha Van Mechelen
Deze databank omvat een lange termijnreeks van 1970 tot op heden van de minima en de maxima in de sociale verzekeringen (werkloosheid, invaliditeit, pensioenen) en het leefloon. Verder bevat dit bestand data over de kinderbijslagen, de inflatie en de lonen. Hierdoor kunnen indicatoren zoals de koopkracht- en welvaartsevolutie van de sociale uitkeringen en de minimumlonen in kaart worden gebracht. Om de welvaartsevolutie te meten worden er twee indicatoren opgenomen, enerzijds de gemiddelde lonen en anderzijds het netto beschikbaar huishoudinkomen per capita (bron: NBB op basis van de ESR79 en ESR95)
- SIMULATIES Coördinatoren : Prof. Dr. Bea Cantillon en Dr. Gerlinde Verbist Om beleid te evalueren maakt het CSB voornamelijk gebruik van simulatiemodellen: het microsimulatiemodel (MISIM) door het Centrum ontworpen alsmede het standaardsimulatiemodel (STASIM) zijn belangrijke onderzoekstools die een permanent onderhoud nodig hebben. Ze worden aangesloten op gelijkaardige Europese modellen (EUROMOD), aangepast en verfijnd om ze ook op administratieve gegevens te kunnen laten lopen. In de nabije toekomst zou tevens duidelijk moeten worden in hoeverre de grenzen van
(micro-)simulatiemodellen
kunnen
verlegd
worden
door
dynamiseren en elementen van gedragsveranderingen te incorporeren.
42
ze
te
Microsimulatiemodel MISIM Looptijd:
Permanente update
Financiering:
Eigen middelen
Promotor:
Gerlinde Verbist
Medewerker(s):
Kristel
Rombaut,
Josefine
Vanhille,
Pieter
Vandenbroucke MISIM is een microsimulatiemodel dat werd ontwikkeld door het CSB (o.m. in
het
kader
van
het
doctoraatsonderzoek
van
G.
Verbist).
Een
microsimulatiemodel is een voorstelling van een sociaal-economische realiteit, waarmee men poogt de gevolgen van beleidsvoorstellen in te schatten.
Het is bij uitstek geschikt om verdelingsgevolgen van sociaal-
economisch beleid te ramen. MISIM (MicroSImulatieModel) is een zogenaamd 'tax-benefit model', een soort statisch microsimulatiemodel dat is opgebouwd om de impact van veranderingen in componenten van het beschikbaar inkomen van de gezinnen te onderzoeken, namelijk de personenbelasting, de sociale bijdragen en de sociale uitkeringen. Het model loopt op een representatieve steekproef van Belgische gezinnen (surveydata zoals SEP en PSBH). Momenteel kan MISIM o.m. simulaties uitvoeren op het vlak van werkloosheidsuitkeringen,
kinderbijslagen,
ZIV-uitkeringen,
personenbelasting, sociale bijdragen en aanverwante beleidsdomeinen zoals de sociale huurwetgeving en studiefinanciering.
Microsimulation Model Social Security (MIMOSIS) Looptijd:
01/12/2005-30/11/2007
Financiering:
Belgische Overheid, Federaal Wetenschapsbeleid
Promotor(en):
Bea Cantillon, Gerlinde Verbist
Medewerker(s):
Kristel Rombaut
Dit AGORA-project heeft als doel om naar analogie met het microsimulatie model MISIM (werkend o.b.v. enquêtegegevens) een microsimulatiemodel te ontwerpen en te construeren dat de belangrijkste sectoren van de sociale zekerheid omvat, en dat zal werken op basis van administratieve gegevens. Met dit model zal het mogelijk zijn om de verdelingsgevolgen van hervormingen in de sociale zekerheid te berekenen, alsook de fiscale
43
implicaties van dergelijke hervormingen. De constructie van dit model is een gezamenlijke
taak
van
de
onderzoeksteams
van
drie
verschillende
universiteiten: Antwerpen, Leuven (coördinator) en Luik.
Standaard Simulatiemodel Sociale Zekerheid STASIM Looptijd:
Permanente update
Financiering:
Eigen middelen
Promotor(en):
Bea Cantillon
Medewerker(s):
Kristel Bogaerts
STASIM is een statisch standaardsimulatiemodel dat netto gezinsinkomens berekend uit sociale uitkeringen en uit arbeidsinkomens voor een breed scala van loonniveaus en gezinstypes (alleenstaanden, eenouders, koppels met en zonder kinderen ten laste, één- en tweeverdieners). Momenteel worden in het model diverse sociale uitkeringen (werkloosheid, ziekte- en invaliditeit,
pensioenen,
leefloon),
fiscale
en
parafiscale
lasten,
kinderbijslagen en kinderopvangkosten opgenomen. Het model omvat de reglementering van 1989 tot op heden. De output van het model laat toe om sociale indicatoren te berekenen zoals de armoedekloof (afstand van het netto-gezinsinkomen tot de armoedelijn), netto-vervangingsratio's (verschil tussen het netto gezinsinkomen uit sociale zekerheid in % van het netto inkomen uit arbeid) en netto arbeidssurplusratio (verschil tussen het netto gezinsinkomen uit arbeid in % van het netto gezinsinkomen uit sociale zekerheid).
44
ONDERZOEK - DOCTORALE ONDERZOEKSWERKZAAMHEDEN
- Afgeronde projecten Immigration and the Formation of the Open Welfare State – the Belgian Example Doctorandus :
Ninke Mussche
Financiering :
Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek S.J.D.
programma
van
Harvard
Law
School,
Cambridge, U.S.A. Promotor(en) :
Bea Cantillon, Lucie White, Josse Van Steenberge
Looptijd :
2001 - 2008 Dit doctoraat werd met succes verdedigd op 19 november 2008
Dit doctoraat is een reflectie over de rol die immigratie heeft gespeeld in de ontwikkeling van de juridische architectuur van de welvaartsstaat en in dat van de sociale zekerheid en de sociale bijstand in het bijzonder. Meer bepaald wordt nagegaan of en hoe het ontstaan en de evolutie van de sociale wetgeving werd beïnvloed door de aanwezigheid van immigranten op het territorium.
Via
historisch
casestudie
onderzoek
voor
België
wordt
aangetoond dat immigratie de architectuur van de welvaartsstaat – en de ontwikkeling ervan - sterk heeft bepaald. Immigratie heeft immers een belangrijke impact gehad op de ontwikkeling van het territorialiteitsprincipe dat tot op vandaag voor bijna alle sociale zekerheidstakken het personeel toepassingsgebied bepaalt.
In die zin maakte de aanwezigheid van
immigranten een constitutief deel van de welvaartsstaat uit. Tevens toont de thesis aan dat men de welvaartsstaat kan (her)kwalificeren als een ‘open’ systeem, dat georganiseerd wordt op basis van legale aanwezigheid en/of arbeid op het territorium.
45
- Lopende projecten Barriers to adequate social safety nets Doctorandus :
Natascha Van Mechelen
Financiering :
Universiteit Antwerpen
Promotor(en) :
Bea Cantillon, Ive Marx
Looptijd :
1/11/2001 – zomer 2009
Het onderzoeksonderwerp van dit Engelstalig doctoraatsonderzoek zijn de bijstandssystemen voor personen die, hoewel arbeidsgeschikt, geen recht hebben op een bijdragegebonden werkloosheidsuitkering. Deze studie brengt de internationale verschillen in bijstandssystemen tussen OESO-landen in kaart en focust daarbij op verschillen in de hoogte van de uitkeringen. De centrale vraag is in hoeverre de internationale variatie in uitkeringshoogte, en met name de onmiskenbare inadequaatheid van deze uitkeringen in België en vele andere landen, samenhangt met enerzijds een aantal kenmerken van het bijstandssysteem zelf (o.a. de mate van segmentatie en decentralisatie) en anderzijds een aantal kenmerken van het globalere sociale
beschermingssysteem
werkloosheidsuitkeringen
en
(o.a. de
de
hoogte
segmentatie
van
van
bijdragegebonden
traditionele
sociale
zekerheidspeilers in beroepsgebonden schema’s).
The
European
social
model:
components,
sustainability
and
instruments to combat social exclusion in Europe Doctorandus :
Stijn Rottiers
Financiering :
Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek
Promotor(en) :
Bea Cantillon,
Looptijd :
1/10/2005 – 31/12/2009
De achterliggende vraag achter dit doctoraatsproject is of de Europese Unie al dan niet meer of minder moet tussenkomen in het sociaal beleid van haar lidstaten. Het concrete vertrekpunt is het feit dat recentelijk alom gerefereerd wordt aan hét 'Europees sociaal model', terwijl de wetenschappelijke literatuur
steeds
welvaartsstaten
spreekt spreekt.
over Een
uiteenlopende vergelijking
46
regimes met
van andere
Europese sociale
markteconomieën moet duidelijk maken of er zo'n gemeenschappelijk model bestaat, of het moet worden versterkt, en zo ja, hoe. De impact van eventuele wijzigingen in het Europese beleid zal worden nagegaan door die wijzigingen te modelleren.
Oost-Europese welvaartsregimes in Sociaal Europa. Een vergelijking van de architectuur en sociale adequaatheid van de inkomensbescherming voor ouderen in drie Oost-Europese lidstaten Doctorandus :
Tim Goedemé
Financiering :
Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek
Promotor(en) :
Bea Cantillon,
Looptijd :
01/10/2006 – 31/12/2010
In dit doctoraat wordt de evolutie sinds 1975 van de inkomenssituatie van ouderen in Oost-Europa onderzocht. Hierbij gaat de aandacht zowel naar de evolutie op het gebied van armoede en ongelijkheid, als naar de evolutie van de architectuur van de inkomstenbronnen van ouderen. Vervolgens wordt onderzocht
in
welke
mate
deze
evolutie
werd
gestuurd
door
beleidshervormingen op het gebied van pensioenen en huisvesting, in vergelijking met de invloed van bredere economische en demografische veranderingen die zich in deze samenlevingen hebben voltrokken. Op deze manier wordt een originele bijdrage geleverd aan het wetenschappelijke debat over de mate waarin de overheid in staat is de sociale uitkomsten van het beleid te sturen en het debat over de manier waarop de verschillende Europese welvaartsstaten zich tot elkaar verhouden.
Redistributive Impacts of Personal Income Taxation and Other Public Policies: A Microsimulation Approach Doctorandus :
Lina Salanauskaite
Financiering :
Maastricht Graduate School of Governance
Promotor(en) :
Gerlinde Verbist,
Looptijd :
2005 – 2009
In dit doctoraatsproject ligt de nadruk op de herverdelende impact van
47
overheidsbeleid. Verschillende beleidsontwerpen in Luxemburg en Litouwen worden geanalyseerd. Meer bepaald richt de analyse zich op de determinanten van ongelijkheid in de toegang tot gezondheidszorg (beleid in natura) en de impact van hervormingen in het gezinsbeleid in Litouwen en andere EU Lidstaten (cash transfers). De analyse van de herverdeling gebeurt op basis van microsimulatie modellen en econometrische analyse, gebaseerd op administratieve data omtrent de sociale zekerheid (Luxemburg) en de EU-SILC survey (Litouwen).
Sociaal-economische ongelijkheid herbekeken. Een onderzoek op de lange termijn en in een comparatief kader: Vlaanderen en Brabant, 15de-18de eeuw Doctorandus :
Wouter Ryckbosch
Financiering :
Universiteit Antwerpen
Promotor(en) :
Bruno Blondé, Gerlinde Verbist, Peter Stabel
Looptijd :
01/10/2005 – 30/09/2009
De focus van dit interdisciplinair doctoraatsproject is de sociaal-economische ongelijkheid in de Zuidelijke Nederlanden in de 15de-18de eeuw. De bedoeling is om de expertise die binnen het CSB werd opgebouwd inzake analyse van survey-gegevens en meting van inkomensongelijkheid te gebruiken voor het behandelen van de methodologische problemen waarmee het historisch sociaal ongelijkheidsonderzoek kampt. Het betreft hier i) de toepassing van alternatieve maatstaven van ongelijkheid (naast de courante Gini-coëfficiënt), die ook intra- en intergroepsongelijkheid zichtbaar maken, i) het proberen te vervolledigen van onvolledige datasets door bijschattingen en iii) een nader onderzoek van de mate waarin de belastingdata een goede proxy zijn voor de inkomensgegevens. Aan de hand van simulaties op hedendaagse databanken willen we aangeven wat de sensitiviteit is van de ongelijkheidsresultaten voor veranderingen in de belastingstructuur.
Wat verklaart socio-economische ongelijkheden in gezondheidsgedrag? Vaccinatie van kinderen Doctorandus :
Eva Lefevere
48
Financiering :
Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek
Promotor(en) :
Karel Van den Bosch
Looptijd :
01/10/2008 – 30/09/2012
Dit doctoraat gaat op zoek naar verklaringen voor socio-economische ongelijkheden in gezondheidsgedrag, meerbepaald in het vaccinatiegedrag van ouders met betrekking tot hun kinderen. Het onderzoek beweegt zich op het snijvlak van de sociologie, de psychologie, de economie en de beleidswetenschappen. Op empirische
en
systematische wijze, gebruik makend van
experimentele
methodologieën,
worden
verschillende
plausibele mechanismen onderzocht ter verklaring van de socio-economische gradiënt in vaccinatiegedrag. Deze situeren zich zowel op individueel als op collectief
niveau.
Het
relatief
belang
van
economische,
sociale
en
psychologische factoren wordt geëvalueerd, alsook de rol van sociale netwerken. Ook wordt bekeken of de lage vaccinatiegraad bij bepaalde groepen te wijten is aan een lagere kwaliteit of effectiviteit van de vaccinerende instanties.
49
ONDERZOEK - SAMENWERKINGSVERBANDEN EN NETWERKEN De samenwerkingsverbanden van het CSB zijn op drie niveaus te situeren: binnen de Universiteit Antwerpen, binnen de nationale en de internationale context:
I. Binnen de Universiteit Antwerpen en de Associatie Universiteit Hogescholen Antwerpen (AUHA) Al vele jaren streeft het CSB naar structurele samenwerkingsverbanden met andere onderzoeksgroepen van de Universiteit Antwerpen. Initieel ging het daarbij voornamelijk om samenwerking met andere onderzoeksgroepen binnen het departement sociologie en de faculteit PSW. Sinds enige tijd voert het Centrum ook gezamenlijke onderzoeksprojecten uit met leden van andere
faculteiten
binnen
de
Universiteit
Antwerpen
alsook
met
onderzoekers verbonden aan de Hogeschool Antwerpen. In de periode 20072008 was de samenwerking o.m. verankerd in het COVIVE-onderzoek waar collega’s van de het Centrum voor Longitudinaal en Levenslooponderzoek en de Onderzoeksgroep Welzijn en de Verzorgingsstaat betrokken zijn, in het interdisciplinair
onderzoek
naar
de
meting
en
interpretatie
van
maatschappelijke ongelijkheden in pre-industriële samenlevingen dat in belangrijke mate wordt uitgevoerd door leden van het departement Geschiedenis,….
FORUM FEDERALISME Op initiatief van het CSB werd in 2008 het zogenaamde ‘Forum Federalisme’ opgericht. De aanleiding voor dit initiatief vormde de wetenschap dat aan de U.A. een heel aantal academici werkt rond het thema federalisme en aanverwante onderwerpen maar meestal binnen het domein van de eigen discipline. Het werd echter vruchtbaar geacht om binnen de aanwezige kritische massa een samenwerkingsverband op te starten in de vorm van een instituut of een onderzoeksgroep. Dergelijk initiatief zou niet enkel een impuls kunnen vormen voor een meer gestructureerde en systematische intellectuele reflectie rond het vooropgestelde thema maar tevens de basis kunnen
vormen
voor
het
aantrekken
50
van
interdisciplinaire
onderzoeksprojecten. Het forum vormt een eventuele eerste stap naar een meer geïnstitutionaliseerde samenwerkingsvorm.
II. Binnen de nationale context - ONDERZOEKSPROJECTEN Ook
met
onderzoeksgroepen
van
buiten
de
Universiteit
Antwerpen
onderhoudt het CSB samenwerkingsverbanden. In de periode 2007-2008 waren er o.m. samenwerkingsverbanden met:
-
Prof. Dr. André Decoster (KUL) in het kader van "Microsimulation Model Social Security" en het project "Verdelingseffecten van een alternatieve financiering van de sociale zekerheid".
-
Prof. Dr. Ron Lesthaege (VUB) en Prof. Dr. Jef Pacolet (KUL) in het kader van Covive-project
-
Prof. Dr. Pierre Pestieau, Prof. Dr. Sergio Perelman (Crepp, ULg), in het kader van SHARE en " Microsimulation Model Social Security".
-
Prof. Dr. Patrick De Boosere (VUB) en Johan Surkyn (VUB) in het kader van het project "Opbouw relevante & coherente databank Continue socio-economische enquête", het project 'Micro-sensus" en van IWT.
- NETWERKEN CoViVE Looptijd :
2005-2009
Financiering :
IWT
Dit
interuniversitair
consortium
dat
onderzoek voert
naar
de
socio-
economische impact van de vergrijzing in Vlaanderen en Europa wordt gecoördineerd door het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck. De financiering is afkomstig van het Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT). Naast het CSB participeren het Centrum voor Longitudinaal en Levenslooponderzoek (UA), de onderzoeksgroep Interface Demography (VUB), het Hoger Instituut voor de Arbeid (KU-Leuven) en de Onderzoeksgroep Welzijn en de Verzorgingsstaat (UA) aan het netwerk.
51
Genootschap voor Sociale Zekerheid Looptijd :
onbeperkt
Financiering :
-
Het Genootschap voor Sociale Zekerheid, is het resultaat van een samengaan in 1993 van het Vlaams Genootschap voor Sociale zekerheid (gesticht door wijlen Prof. Em. Herman Deleeck) en de Belgische afdeling van het Europees Instituut voor Sociale Zekerheid. Het Genootschap tracht academici en verantwoordelijken van de sociale
zekerheid
samen
te brengen die
belangstelling hebben voor (wetenschappelijke) studie van de sociale zekerheid. Onder de leden bevinden zich zowel wetenschappers, als vertegenwoordigers uit het middenveld en de overheid. Sinds 2008 wordt het voorzitters- en secretarisschap waargenomen door het CSB.
Re-bel (Rethinking Belgium's institutions in the European context) Looptijd :
onbepaald
Financiering :
-
Het Re-Bel-netwerk streeft naar een diepgaande en onpartijdige reflectie over de vraag hoe de instellingen van de Belgische federale staat - of van om het even welke andere politieke entiteit die in haar plaats zou kunnen komen er op lange termijn kunnen en moeten uitzien, rekening houdend met de steeds evoluerende Europese context. Via Re-Bel willen de initiatiefnemers (Bea Cantillon, Paul De Grauwe, Mathias Dewatripont, Erik Schokkaert, Jaques-françois Thisse en Philippe van Parijs) een vruchtbare intellectuele omgeving creëren waarin nieuwe ideeën en beloftevolle initiatieven kunnen ontstaan en groeien. Deze ideeën en initiatieven moeten relevant zijn voor het hervormingsproces van de Belgische instellingen en voor de institutionele vormgeving van andere complexe entiteiten waaronder de Europese Unie. Het initiatief wordt gesteund door de Universitaire Stichting die als gastinstelling van de activiteiten van Re-Bel optreedt.
52
Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten Looptijd :
onbepaald
Financiering :
-
De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten is een onafhankelijk instituut dat wetenschap en kunst stimuleert en instaat voor de bevordering van de interuniversitaire samenwerking in ons land. Daarnaast stimuleert de KVAB ook expliciet de kennismaking tussen de professoren van de verschillende universiteiten onderling, en motiveert daarbij bovenal de jonge onderzoekers. De Academie tracht haar doelstellingen na te streven door het organiseren van wetenschappelijke en culturele
activiteiten,
het
oprichten
van
nationale
comités,
de
vertegenwoordiging in internationale organisaties en fora, het aantrekken van buitenlandse professoren en het formuleren van adviezen aan de regering.
Social Cohesion Indicators for the Flemish Region Network Looptijd :
2007 2010
Financiering :
Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen.
SCIV is een interdisciplinair en interuniversitair onderzoeksprogramma dat indicatoren voor sociale cohesie op lokaal niveau ontwikkelt en de determinanten van sociale cohesie en de rol van lokale besturen daarin bestudeert in Vlaanderen. De deelnemende partners zijn het Centrum voor Burgerschap van de KULeuven (Marc Hooghe), Het Centrum voor Microeconomie voor de profit en non-profit sector van de VUB (Bruno Heyndels), het Departement Criminologie van de Universiteit Gent (Paul Ponsaers) en het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck van de Universiteit Antwerpen (Bea Cantillon). Er is ook een samenwerkingsverband met het departement Politieke wetenschappen van de McGill University in Canada (Dietland Stolle). Marc Hooghe (KULeuven) is algemeen projectcoördinator.
53
III. Binnen de internationale context De internationale samenwerkingsverbanden van het Centrum verlopen zowel op bilaterale basis als via internationale projecten en netwerken. - ONDERZOEKSPROJECTEN Met de internationale projecten waarop het CSB actief is, is aansluiting verzekerd met de belangrijkste wetenschappelijke ontwikkelingen. Het SHARE-project verzamelt op een zeer grootschalige en comparatieve basis gegevens
over
het
ouder
worden
in
de
Europese
lidstaten.
Dit
gegevensbestand wordt ongetwijfeld het belangrijkste onderzoeksinstrument voor de sociale beleidswetenschappers werkzaam op het terrein van de veroudering. Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van de Survey on Living Conditions (SILC) van de EU waaraan het CSB ondersteuning geeft middels de Algemene Directie Statistiek (FOD Economie). Het CSB is ook nauw betrokken bij EUROMOD, het Europese micro-simulatiemodel waarop het MISIM-model dat door het CSB voor België werd ontwikkeld aansluit. We vermelden hier ook de participatie aan twee zeer belangrijke projecten in het recente verleden, telkens in samenwerking met Tony Atkinson (het eerste heeft geleid tot een boek uitgegeven bij Oxford University Press, het tweede tot een publicatie – nog te verschijnen bij Policy Press.) -
SHARE (Survey of Health, Ageing and Retirement in Europe), o.l.v. Axel Börsch-Supan (Mannheim), een bevraging van 27.000 50 plussers in 11 Europese landen.
-
'Minimum Inkomensbescherming in Comparatief Perspectief' (netwerk van correspondenten uit 15 lidstaten uit, dit voortbouwend op een eerdere samenwerking met Jonathan Bradshaw, U. of York, UK).
-
AIM-AP (Accurate Income Measurement for the Assessment of Public Policies)
Europees
onderzoeksproject
(6de
Kaderprogramma)
gecoördineerd door Prof. Dr Holly Sutherland (ISER, U. of Essex, UK). -
EUROMOD in het kader van het Europees onderzoeksproject I-CUE (Improving
the
Capacity
and
usability
of
EUROMOD,
Research
Infrastructure Design Study, coördinatie door Prof. Dr. Holly Sutherland (ISER, U. of Essex, UK). -
Bismarckian Welfare States in Transition o.l.v. Bruno Palier (Sciences Po, Paris) en Peter Hall (Harvard).
54
-
Network on in-work poverty in Europe, o.l.v. Hans-Jürgen Andrez (WISO, Keulen).
- NETWERKEN Het CSB heeft een centrale positie verworven binnen het internationale onderzoekslandschap. Het participeert aan Europese en Amerikaanse onderzoeksnetwerken. Vooral het EQUALSOC-netwerk 'of excellence' is erg belangrijk omdat het de allerbeste onderzoeksgroepen in Europa verzamelt in een multi-aspectueel en multi-disciplinair verband.
LOW WAGE RESEARCH NETWORK (LoWER) Looptijd :
2004-2008
Financiering :
Europese Commissie (6de Kaderprogramma)
Coördinatie CSB :
Ive Marx
Dit Europese netwerk bestaat sedert 1996 en brengt een 40 tal Europese onderzoekers samen die op het domein van arbeidsmarktonderzoek actief zijn. De focus is vooral op de lagerbetaalde en lagergeschoolde segmenten van de arbeidsmarkt. Binnen het kader van het netwerk worden vooral conferenties en workshops georganiseerd. In het kader van LoWER zijn tot nu toe een tiental boeken gepubliceerd. Sinds 2004 (3de fase) neemt het CSB de partiële coördinatie van het netwerk op. Participerende instituten zijn: ABO & ETLA, Finland; IZA, Max Planck & ZEW, Duitsland; AIAS, ROA & UVA, Nederland; Universita Cattolica Milano, Italië; London School of Economics & U. of Oxford, Groot-Brittannië; U. de Bordeaux & U. PanthéonSorbonne, Frankrijk; Aarhus School of Business, Denmark; Warsaw School of Economics, Polen; U. van Tartu, Estland.
INTERNATIONAL NETWORK COST PROGRAM A23 Looptijd :
2004-2008
Financiering :
Europese Commissie
Dit COST netwerk beoogt een systematische evaluatie van bestaande en alternatieve arbeidsmarktprogramma's, die tot doel hebben de werkloosheid
55
te reduceren en het human capital te vergroten rekening houdend met budgettaire beperkingen.
AIM-AP Looptijd :
2006-2009
Financiering :
Europese Commissie (6de Kaderprogramma)
Coördinatie CSB :
Gerlinde Verbist
AIM-AP is een internationaal onderzoeksprogamma gericht op de verbetering van ‘improving the comparability, scope and applicability of tools, methods and data for the measurement of income and the analysis of the effects of policies on inequality, poverty and social inclusion’. Het wordt gefinancierd door de Europese Commissie in het kader het 6de kaderprogramma.
EQUALSOC (network of excellence) Looptijd :
2005-2009
Financiering :
Europese Commissie (6de Kaderprogramma)
Coördinatie CSB :
Ive Marx
Equalsoc is een netwerk 'of excellence' gefinancierd door de Europese Commissie onder het 6de Kaderprogramma. Het netwerk bestaat uit 13 Europese onderzoekscentra met de hoogste academische expertise op vlak van sociale ongelijkheid en cohesie. Het netwerk wil vergelijkend onderzoek stimuleren
op
vlakken
zoals
tewerkstelling
en
arbeidsmarkt,
inkomensverdeling en mobiliteit, onderwijs en sociale mobiliteit, gezin en sociale netwerken, culturele differentiatie en sociaal kapitaal.
EUROMOD Looptijd :
Onbepaald
EUROMOD is een Europees onderzoeksconsortium dat is opgezet rond het gelijknamige ‘tax-benefit’ model. Met dit microsimulatiemodel kunnen (her)verdelingseffecten van fiscaal en parafiscaal beleid in verschillende Europese lidstaten in kaart worden gebracht. Aan het netwerk participeren onderzoekers uit de 15 ‘oude’ (vóór 2004) lidstaten en 4 nieuwe lidstaten. De
56
coördinatie van de werkzaamheden gebeurt vanuit het Institute for Social and Economic Research van de Universiteit van Essex (V.K.).
FOUNDATION FOR INTERNATIONAL STUDIES ON SOCIAL SECURITY (FISS) Looptijd :
Onbepaald
De Foundation for International Studies on Social Security is een internationale
organisatie
die
tot
doel
heeft
academische
en
beleidsperspectieven inzake sociale zekerheid samen te brengen. De werkzaamheden van FISS worden gecoördineerd vanuit het Department of Social Policy and Social Work van de Universiteit van Oxford. Het voorzitterschap van de Board of Governors wordt verzorgd door Bea Cantillon.
57
ONDERWIJS Het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck is ingebed binnen het Departement Sociologie van de Faculteit Politieke & Sociale Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen. In deze hoedanigheid biedt het inhoudelijke ondersteuning aan de PSW-opleiding Sociologie en aan de interfacultaire opleiding Sociaal-Economische Wetenschappen. Daarnaast is het Centrum eveneens betrokken bij de internationale masteropleiding ‘Economic and Social Policy’ van de Universiteit van Maastricht die o.m. gefinancierd wordt door de Europese Commissie in het kader van het ‘Marie Curie’ programma.
.
I. De PSW-opleiding Sociologie Verschillende leden van het Centrum voor Sociaal Beleid verzorgen onderwijstaken binnen de PSW-opleiding sociologie. Het gaat daarbij zowel om het titularisschap van opleidingsonderdelen als om het verlenen van onderwijsassistentie.
II. De interfacultaire opleiding Sociaal-Economische Wetenschappen In 2004 startte de bacheloropleiding 'Sociaal-Economische Wetenschappen' (SEW) als gezamenlijk initiatief van de faculteiten PSW en TEW. Deze, in Vlaanderen, unieke opleiding biedt studenten een uitdrukkelijk ruim georiënteerd programma met de nadruk op sociologie en economie. Organisatorisch put de opleiding SEW grotendeels uit het vakkenaanbod van de faculteiten PSW en TEW, waaruit studenten een studieprogramma samenstellen naar keuze. De opleiding SEW sluit daarbij mooi aan bij het onderzoeksuitgangspunt van het CSB dat overheidsingrijpen nooit ééndimensioneel gestuurd kan worden, maar veel effectiever zal zijn als meerdere disciplines er elkaar in kunnen vinden. Mede daarom stond het CSB mee aan de wieg van de opleiding SEW en dragen verschillende leden van het CSB bij tot de praktische en inhoudelijke ondersteuning ervan.
58
III. De internationale masteropleiding ‘Economic and Social Policy’ Het Centrum voor Sociaal Beleid Heman Deleeck is partner in het PhD Programma in European Social Protection Policy (ESPP) aan de Maastricht Graduate
School
of
Governance
(Universiteit
van
Maastricht).
Het
programma, waaraan de beste onderzoekers in Europa hun medewerking verlenen
wordt
gevolgd
door
15
hooggekwalificeerde
en
beloftevolle
researchers afkomstig uit verschillende landen in Europa en daarbuiten. Vanuit de eigen onderzoeksexpertise op het vlak van beleidsevaluatie worden een 3-tal vakken toegeleverd. Daarnaast worden vanuit het Centrum een aantal doctoraatsstudenten mee begeleid.
59
W ETENSCHAPPE LI JKE EN MAAT SCH APPE LIJKE DIENSTV ERLEN ING Hoewel
het
onderzoek
van
het
CSB
zich
niet
op
het
direct
beleidsondersteunende segment van de markt bevindt is het werkdomein van het CSB van dien aard dat zowat alle onderzoek dat binnen het Centrum plaatsgrijpt op directe of indirecte wijze beleidsrelevantie heeft. Al sedert de oprichting worden bijzondere inspanningen gedaan om bevindingen en de beleidsaanbevelingen die daar uit voorvloeien naar beleidskringen toe te communiceren. Dit gebeurt vooreerst via de CSBberichten. Deze CSB-berichten kunnen doorgaans op ruime aandacht en weerklank rekenen, onder andere via de pers. Daarnaast wordt veelvuldig en op aangepaste wijze gepubliceerd in tijdschriften die in de eerste plaats een ander
dan
wetenschappelijk
Maatschappelijk
Gebied,
publiek
Samenleving
beogen, en
o.a.
Politiek,
in
de
Gids
Tijdschrift
of
voor
Welzijnswerk en dergelijke meer (cf.infra publicaties).
I. Lidmaatschap van redactie- en adviesraden van wetenschappelijke tijdschriften Diverse leden van het CSB zijn lid van redactie- en adviesraden van sociaalwetenschappelijke tijdschriften. Bea Cantillon v
Belgisch Tijdschrift voor Sociale Zekerheid (redactielid)
v
Gids op Maatschappelijk Gebied (redactielid)
v
Tijdschrift voor Sociologie (adviesraad)
v
Tijdschrift voor Welzijnswerk (redactielid)
Diana De Graeve v
Welzijnsgids (redactielid)
Joris Ghysels v
Tijdschrift voor Welzijnswerk (redactielid)
60
Ive Marx v
Tijdschrift voor Sociologie (redactielid)
v
Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken (redactielid)
Karel Van den Bosch v
Tijdschrift voor Sociologie (Hoofdredacteur)
v
PSW-papers (UA)
Gerlinde Verbist v
EUROMOD Working Papers (co-editor)
II. Presentaties op studiedagen en congressen - Nationaal Kristel Bogaerts v
Financiële
werkloosheidsvallen in 2008,
CRB
studiedag
rond
financiële werkloosheidsvallen, Brussel, 20 juni 2008 Bea Cantillon v
Congres Jong CD&V Over de toekomst van werk en sociale zekerheid in de regio’s te bespreken congrestekst, Blankenberge, 10-11 Februari 2007
v
Debat over "Kiezen voor kinderen in een duurzame samenleving" n.a.v. Internationale Dag van het Gezin, Gezinsbond, Brussel, 15 mei 2007
v
CEMIS Congres, Grenzeloze solidariteit? Een congres over illegale migratie & Mensen zonder Papieren, Provinciehuis Antwerpen, 14 november 2007
v
Sociaal-economische aspecten van de vergrijzing, Studiemiddag Geriatrie, Auditorium Sint-Augustinusziekenhuis te Wilrijk, 16 november 2007
v
Hoe kunnen universiteiten aangezet worden tot een nog betere begeleiding van studenten. Is outputfinanciering het goede antwoord?, Welke Universiteit willen wij, Campus Middelheim, Universiteit Antwerpen, 27 november 2007
61
v
The Poverty Effects of Social Protection in Europe: EU Enlargement and its Lessons for Developing Countries, Egmont Instituut Conference 'World Inequality’, 17-18 maart 2008
v
Student in de 21ste eeuw: studiefinanciering, Studienamiddag Democratisering Hoger Onderwijs, Antwerpen, 24 april 2008
v
Armoede: België en Nederland in gesprek. Rondetafel CD&V, Brussel, 18 september 2008
v
Over
de
sociale
omgevingsanalyse,
kant LOP
van en
het
onderwijs
in
beleid.
Studiedag
LOP
Antwerpen: Algemene
Vergadering, Antwerpen, 10 december 2008 v
‘Rethinking the University after Bologna: New Concepts and Practices beyond Tradition and the Market’, Hoe kunnen universiteiten aangezet worden tot een nog betere begeleiding van studenten. Is outputfinanciering het goede antwoord?, UCSIA Interdisciplinary Conference, 12-13 december 2008, Antwerpen
Sarah Carpentier v
Problematische
schuldsituaties
in
België
op
basis
van
SILC:
indicatoren en profiel, Indicatoren rond schulden en armoede, FOD Sociale Zekerheid, Brussel, 13 juni 2007, v
Problematische
schuldsituaties
in
België
op
basis
van
SILC:
Indicatoren en profiel, Steunpunt Armoedebestrijding, 5 december 2007 v
EU-SILC and Indicators on overindebtedness, Workshop on Financial Exclusion Indicators Reseau Financement Alternatif, (MULFI-
v
Problematische schulden in België en het Brusselse gewest, Congres
project), Brussels, 11 december 2008 van de vereniging van OCMW secretarissen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Mons, 9 oktober 2008 Vincent Corluy v
De sociale en economische positie van personen die geregulariseerd werden in uitvoering van de wet van 22 december 1999, CeMIS middagseminarie, Antwerpen, 2 oktober 2008
v
De sociale en economische positie van personen die geregulariseerd werden in uitvoering van de wet van 22 december 1999, Erasmus Universiteit Rotterdam, Rotterdam, 20 november 2008
62
Joris Ghysels v
Problemen bij de combinatie van arbeid en gezin, CRB studiedag rond financiële werkloosheidsvallen, Brussel, 25 september 2008
v
De
kostprijs van
zorg
en beleidsalternatieven, CSB-studiedag
‘Balanceren op een slappe koord: ouders en de zorg voor hun kinderen, Antwerpen, 6 september 2007 Natascha Van Mechelen v
Aanvullende
financiële
steun
in
‘Aanvullende financiële steun’ -
Vlaamse
OCMW’s,
studiedag
Welzijnsconsortium Zuid-West-
Vlaanderen, Kortrijk, 31 januari 2008 Gerlinde Verbist v
Solidarity: Regions or Persons? (met A. Decoster en D. Verwerft), Studiedag
“Rethinking
Belgium’s
Foundations”,
Brussel, 11
december 2008
- Internationaal Bea Cantillon v
Equalsoc General Council and Scientific committee meeting, Milaan,
v
5th International Research Conference on Social Security, organized
Italië, 27-28 Februari 2007 by the International Social Security Association (ISSA), Warsaw, Poland, 5-7 March 2007 v
Conferentie 'Solidariteit', IPB en CIL, Brussel, 28 april 2007, Forteenth International Research Seminar on ‘Issues in Social Security’, Social Security, Happiness and Well-Being, Sigtuna, Sweden, 15-17 June 2007
v
Unemployment insurance: What can we learn from theory and empirical evidence?, 29th ISSA General Assembly, Moscow, 10-15 September 2007
v
Minimum income policies in old and new member states, EQUALSOC Berlin, -12 april 2008
63
v
Moving towards a better understanding and measuring of well-being and social progress, EU conference ‘Responding to new social realities’, Brussel, 5(-6) mei 2008
v
Fifteenth International Research Seminar on “Issues in Social Security”, Social Protection for a Post-industrial World, Sigtuna, Sweden, 13-15 June 2008
v
Conference Jointly hosted by BRUEGEL and the World Bank ‘From Transition to Convergence. Economic Challenges in Eastern Europe and the Former Soviet Union, discussant, Brussels, 3 july 2008
v
Social Security and Transfer Benefits, Presentation for the AGF European Expert Conference ‘Children Are Our Future – For a Europe Without Poverty’, Berlin, 14 november 2008
Kristel Bogaerts v
Basic Income Support for Jobseekers in Germany. Statements and Comments. Belgium., Mutual Learning Programme of the European Employment Strategy - Europese Commissie, DG Employment, Social Affairs and Equal Opportunities., Berlijn, 17 - 18 April 2007.
Vincent Corluy v
The socio-economic situation of people who have been regularized by implementation of the law of 22/12/1999, Formal expert group, Centre on Migration Policy and Society (COMPAS) - University of Oxford, 29 April 2008
v
Wat is de impact van een collectieve regularisatie op de sociaaleconomische positie van de begunstigden?, Dag van de sociologie – Vlaamse en Nederlandse Verenigingen voor Sociologie, Leuven, 29 mei 2008
v
Immigration: Inclusion and Exclusion from Social Rights. How do immigrants fare compared to natives in Belgium?(met G. Verbist), ESPAnet-conference,
Wenen,
U.
of
Economics
&
Business
Administration, 20–22 September 2007. Diana De Graeve v
Price-setting behavior in the hospital sector in Belgium (met Ann Lecluyse, Erik Schokkaert, Carine van de Voorde, Tom Van Ourti), IHEA sixth world congress : explorations in health economics, Denmark, July 2007
64
Joris Ghysels v
Arbeid en Gezin in Vlaanderen,, tweedaags demografisch colloquium van de regio’s Vlaanderen en Nord-Rhein Westfalen (Brussel 27-28 november 2008)
v
Following fathers through divorce: a stepwise reflection with empirical illustrations, European Society for Population Economics conference, Londen, 19-21 juni 2008
v
Do parents coordinate their work schedules: a comparison of Dutch, Flemish and Italian dual-earner households, Equalsoc mid-term conference , Berlijn, 10-12 april 2008
v
What do people really want? The Dictatorial viewpoint seminarie project ‘The division of Housework’ – Equalsoc, Stockholm, 26-28 augustus 2007
v
Co-ordinating time: Are Flemish parents planning their job time?, FAMNET - Equalsoc , Berlijn, 25-26 januari 2007
Tim Goedemé v
Eastern Europe in the social policy sciences since the 1980’s. A reconfiguration of perspectives., ESPAnet, Vienna, 20-22 september 2007
v
Multidimensional Poverty in Eastern Europe. A Latent Class Analysis’ voor INCDIS (Income Distribution, Consumption and Income Mobility) (with Peter Raeymaeckers), Equalsoc Research Group Meeting, Berlijn, 10 April 2008
v
Elderly Poverty in the Eastern EU Member States. Individual and Institutional Determinants, EQUALSOC Mid-term Conference, Berlin, 11-12 April 2008
Ann Lecluyse v
Balanced billing in the Belgian health care system: how to predict the financial burden for certain groups of patients?, Congress
:
Explorations
in
health
IHEA 6th World
economics,
Copenhagen
(Denmark), July 8-11, 2007 v
Inclusion of drugs of type C in MAB: impact on consumption behaviour of patients, Health Econometrics Workshop - University of Milan Bicocca, December 4-6, 2008
65
Stijn Lefebure v
The effect of ageing on the inter- and intra-generational distribution in Belgium, 1st conference
of the
international Microsimulation
Association, Wenen, 21 augustus 2008. Ive Marx v
The different faces of in-work poverty across welfare state regimes
v
In-Work Poverty in a Bismarckian Welfare State: the case of Belgium
v
Addressing In-work poverty in Continental Europe: policy options
v
Economic Inequality, Poverty and Social Exclusion (met Brian Nolan),
(with H. Lohmann), U. Köln, maart 2007 (with G. Verbist), U. Köln, maart 2007 assessed (with G. Verbist), U. Köln, maart 2007 OUP Handbook of Economic Inequality conference, Seville, 24-28 September 2007 v
How poverty differs from inequality: on poverty measurement in an enlarged EU context: conventional and alternative approaches (with Karel Van den Bosch), CEIES Conference, Helsinki, September 2007
v
On poverty measurement: the qualified case for a budget standard, conference New Frontiers in Measuring Poverty - Maastricht University, Maastricht, 19-20 November 2007
v
Ever closer Union? On the convergence of employment policy and outcomes in the OECD and the EU (with Tim Van Rie), TRALEG (EQUALSOC) Workshop, MZES Mannheim 6-8 March 2008
v
The welfare state and income inequality: an elaboration of the puzzle (with Stijn Rottiers en Karel Van den Bosch’, TRALEG (EQUALSOC) Workshop, MZES Mannheim 6-8 March 2008
v
The impact of female labour participation on income inequality' (with G. Esping-Andersen; Berkay) paper presented at Equalcoc conference , Berlin April 2008
v
Minimum income protection in post-industrial economies: on the balance between incrementalism and innovation.’ paper presented at FISS Conference, Sigtuna, Juni 2008
Stijn Rottiers v
The Causes of an Equal Income Distribution (with Ive Marx en Karel Van den Bosch), 5th Annual Espanet Conference, Wenen September 2007
66
Natascha Van Mechelen v
Devolution as a barrier against adequate social safety nets (with Veerle De Maesschalck), 5th Annual Espanet Conference, Wenen 2022 september 2007
Gerlinde Verbist v
Werken en arm in België, of de limieten van familialisme (met I. Marx),
Dag
van de
Sociologie
- Vlaamse en
Nederlandse
Verenigingen voor Sociologie, Leuven, 29 mei 2008 v
The Regularization of Undocumented Migrants: Impact on their Labour Market Position and Social Rights, (met V. Corluy, I. Marx), Annual ESPAnet Conference ”Cross-Border Influence in Social Policy”, Helsinki, 18-20 September 2008.
v
Projecting the inter- and intra-generational distribution of income using a “hybrid” microsimulation model (with S. Lefebure, K. Van den Bosch), IARIW 30th General Conference, Portoroz, Slovenia, 24–30 August 2008.
v
The socio-economic situation of people who have been regularized by implementation of the law of 22/12/1999 (V. Corluy, I. Marx), Formal expert group, Centre on Migration Policy and Society (COMPAS) - University of Oxford, 29 April 2008
v
The impact of the transition out of irregularity on the socio-economic position of migrants: the driving factors of differential trajectories (with V. Corluy, I. Marx & G. Verbist),, EQUALSOC Midterm Conference at WZB, Berlijn, 11-12 April 2008,.
v
Distributional Impacts of Allowances to Children Reform in Lithuania: a Microsimulation Approach’
(with L. Salanauskaite), I-CUE
Conference “Tax-benefit Microsimulation in the Enlarged Europe”, Vienna, 3-4 April 2008 v
Immigration: Inclusion and exclusion of social rights. How do immigrants fare compared to natives in Belgium? (V. Corluy N. Mussche), EQUALSOC – SOCCULT Workshop, Dublin, 25-26 November 2007,
v
The Inclusion of Non-cash Housing Advantages in the Income Concept. Estimates and Distribution Effects for Belgium. (met S. Lefebure), 2nd meeting of ECINEQ, Society for the Study of Economic Inequality, DIW Berlin, 12–14 July, 2007.
67
v
In-Work Poverty in a Bismarckian Welfare State: the case of Belgium
v
Addressing In-work poverty in Continental Europe: policy options
(met I. Marx), Universiteit Keulen, maart 2007. assessed (met I. Marx), Universiteit Keulen, maart 2007.
68
ONDERZOEKSDISSEMINATIE - PUBLICATIES
Artikels in internationaal gerefereede tijdschriften Lecluyse A. (2007), ‘Income-related health inequality in Belgium: a longitudinal perspective.’, The European journal of health economics, 8 (3), p. 237-243. Marx, I. (2007), 'The Dutch 'Miracle' Revisited: The Impact of Employment Growth on Poverty', Journal Social Policy, 36 (3), p. 383-397. Debacker, M. (2008), 'Care strategies among high- and low-skilled mothers: a world of difference?', Work, employment and society, 22 (3), p. 527546. De Graeve D., Peuskens, J., Gillain, B., Albert, A., Debackere, N., Van Vleymen, B. (2007), 'A description of direct medical costs in patients with schizophrenia and initiated on haloperidol, olanzapine or risperidone', Acta Psychiatrica Belgica, 107 (4), p. 31-39. Ghysels, J., Van Vlasselaer, E. (2008), 'Child Well-being in Flanders: a Multidimensional Account', Social Indicators Research, 89, p. 283-304. Goedemé, T. (2008), 'Eastern Europe in the Social Policy Sciences since the 1980s. Three international journals revisited', Studia Universitatis Babes-Bolyai, Sociologia, LII (1), p. 77-98. Mahieu, J., De Ridder, A., De Graeve, D., Vrints, C., Bosmans, J. (2007), 'Economic analysis of the use of drug-eluting stents from the perspective of Belgian health care', Acta Cardiologica, 62 (4), p. 355365. Rottiers, S. (2008), 'European Union constraints on regional social policy making: the pioneering case of Flemish care insurance and its general consequences', Regional and federal studies, 18 (4), p. 353-373.
Artikels in nationale tijdschriften Cantillon, B., De Maesschalck, V. (2007), 'Sociale zekerheid, transferten en federalisme in België', Belgisch Tijdschift voor Sociale Zekerheid, 49 (2), p. 379-409. Cantillon, B., Marx, I., Rottiers, S., Van Rie, T. (2007), ‘Een vergelijking van België binnen de Europese kopgroep: postremus inter rares’, Belgisch Tijdschrift voor Sociale Zekerheid, 49 (3-4), p. 659-696 Carpentier, S., Cantillon, B., Van den Bosch, K. (2007), 'Inventaris van het armoedebeleid voor België van 2001 tot 2005 volgens de nationale
69
actieplannen sociale insluiting’, Belgisch Tijdschrift voor Sociale Zekerheid, 49 (2), p. 413-465. Corluy, V., Verbist, G. (2007), 'Wat draagt immigratie bij tot het ontvangstland? Methodologie en internationale resultaten van een berekening van het budgettaire effect van immigratie', Tijdschrift voor Sociologie, ,28 (3-4), p. 398-422. De Graeve, D., Lecluyse, A., Schokkaert, E., Van Ourti, T., Van De Voorde, C. (2007), 'Wie betaalt supplementen in de Belgische gezondheidszorg?', Belgisch Tijdschrift voor Sociale Zekerheid, 49 (1), p. 159- 191. De Graeve, D., Peuskens, J., Gillain, B., A. Albert, Debackere, N., Van Vleymen, B. (2007), 'A description of direct medical costs in patients with schizophrenia and initiated on haloperidol, olanzapine or risperidone', Acta Psychiatrica Belgica, 107(4), p. 31-39. De Graeve, D., Lecluyse, A., Schokkaert, E., Van De Voorde, C., Van Ourti, T. (2007), ‘Supplementen en de kostprijs van gezondheidszorg voor de patiënt.’, Welzijnsgids, 66, p. 123-141. De Ridder, A., De Graeve, D. (2007), ‘Kinderen met ADHD in Vlaanderen: profiel van zorgconsumptie, schoolresultaten en impact op het gezin.’, Tijdschrift voor geneeskunde, 63 (11), p. 525-531 Ghysels, J., Debacker, M. (2007), 'Zorgen voor kinderen in Vlaanderen: een dagelijkse evenwichtsoefening?', Over.Werk Tijdschrift van het Steunpunt WSE, 17 (3-4), p. 141-145. Larmuseau, H., Lefebure, S. , Cantillon, B. (2007), 'Armoede en welvaart bij Belgische ouderen: vooruitzichten bij het pensioenbeleid', Belgisch Tijdschrift voor Sociale Zekerheid, 49 (4), p. 793-812. Lefevere, E. (2007), ‘De niet-verzekerden tegen ziekte en invaliditeit 19932005’, Belgisch tijdschrift voor Sociale Zekerheid, 49 (3), p. 515-536. Mahieu, J., De Ridder, A., De Graeve, D., Vrints, C. , Bosmans, J. (2007), ‘Economic analysis of the use of drug-eluting stents from the perspective of Belgian health care.’, Acta Cardiologica, 62 (4), p. 355-365. Marx, I. (2007), ‘Jobsubsidies en verlagingen van socialezekerheidsbijdragen voor werkgevers tussen theorie en realiteit’, Belgisch Tijdschrift voor Sociale Zekerheid, 49(3), p. 537-562. Philips, H., Mahr, D., Remmen, R. De Graeve, D., Weverbergh, M., Van Royen, P. (2007), Kennis. Perceptie en keuzes van medische zorg buiten de kantooruren. Bevraging van ouders met jonge kinderen. Huisarts Nu, vol 36(5): 309-311. Snel, E., Marx, I. (2007), 'Editoraal: Nieuwe migranten op zoek naar een beter bestaan', Tijdschrift voor Sociologie, 28 (3-4), p. 235-244. Cantillon, B. (2008), 'Armoede in België: over meten, weten, voelen en handelen', De Gids op Maatschappelijk Gebied, 99 (3), p. 4-12.
70
Cantillon, B., De Maesschalck, V. (2008), 'Quo vadis Belgica: Sociale zekerheid, transfers en federalisme in België', De Gids op Maatschappelijk Gebied, 99 (4), p. 10-16. Cantillon, B., Verbist, G., Rombaut, K. (2008), 'Outputfinanciering voor het hoger onderwijs: de situatie in België (Vlaanderen)', Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid, 2007-2008 (1-2), p. 95-109. Carpentier, S. (2008), ‘Wie draagt de schuld? Over problematische schulden en armoede.’, De Gids op Maatschappelijk Gebied, 99 (4), p.43-46. Goedemé, T. (2008), 'Het socio-vitaal minimum. Update 2008', Tijdschrift voor Welzijnswerk, jrg. 32, 293, p. 21-24. Marx, I. (2008), 'Ons systeem is toe aan heilzame veranderingen. Red de welvaartsstaat!', Weliswaar, p. 6-8. Marx, I., Verbist, G. (2008), 'Werkend en arm in Europa', Over.Werk Tijdschrift van het Steunpunt WSE, 18 (2), p. 89-93.
Boeken Cantillon, B., Van den Bosc, K. , Lefebure, S. (2007), Ouderen in Vlaanderen 1975-2005, Leuven: Acco, 243 p. Ghysels, J., Debacker, M. (2007), Zorgen voor kinderen in Vlaanderen: een dagelijkse evenwichtsoefening?, Leuven: Acco, 288p. Marlier, E., Atkinson, A.B., Cantillon, B., Nolan, B. (2007), The EU and Social Inclusion: Facing the Challenges, The Policy Press, 328 p. Marx, I. (2007), A New Social Question? On Minimum Income Protection in the Postindustrial Era, Amsterdam University Press, 281 p. Cantillon, B., De Maesschalck, V. (2008), Gedachten over Sociaal Federalisme / Réflexions sur le fédéralisme social, Leuven: Acco, 191p. Deleeck, H. (2008), De architectuur van de welvaartsstaat. Opnieuw bekeken. Herziene en geactualiseerde uitgave onder leiding van Bea Cantillon. Leuven: Acco, 551 p. Kemp, P., Van den Bosch, K., Smith, L. (2008), Social Protection in an Ageing World, International Studies on Social Security - Volume 13, Antwerpen - Oxford: Intersentia.
Bijdragen in boeken Cantillon, B., Lefebure, S. (2007), 'Levensomstandigheden van oudere vrouwen met lage inkomens in België', in Van den Troost, A.,
71
Vleminckx, K. (eds.), Een pensioen op maat van vrouwen?, Antwerpen: Garant. Ghysels, J. (2007), ‘Parental preferences and the importance of unobserved heterogeneity in the analysis of childcare time’, in Anxo, D., Erhel, Ch., Schippers, J.(eds), Labour Market Transitions and Time adjustment over the Life Course, Amsterdam: Dutch University Press Goedemé T., Raeymaeckers P. (2008), ‘Multidimensionele armoede bij ouderen in Oost-Europa: de impact van pensioenen en tewerkstelling.’, in Dewilde, C., Raeymaeckers, P. (eds), Multidimensionele armoede in Europa: individuele en institutionele determinanten, Leuven, Acco, p. 179-213 Lecluyse A., De Graeve, D., Schokkaert, E. , Van De Voorde, C. , Van Ourti Tom, T. (2007), ‘Hoger-lager? Een analyse van de uitgaven voor patiënten onderaan de sociale ladder’, in: Vranken J. e.a (eds.), Armoede en sociale uitsluiting: jaarboek 2007, Leuven, Acco. Lefebure, S., Cantillon, B. , Van den Bosch, K. (2007), Een terugblik in de Toekomst., in Cantillon, B., Van den Bosch, K., Lefebure, S. (Eds.), Ouderen in Vlaanderen 1975-2005, Leuven: ACCO, (p. 243) Verbist, G., De Lathouwer, L., Roggeman, A. (2007), 'Labour market activation policies: a comparison of the use of tax credits in Belgium, the UK and the US, in de Koning, J. (ed.), The evaluation of active labour market policies: measures, public private partnerships and benchmarking, Cheltenham, Elgar, p. 46-75. Verbist, G. (2007), 'The distribution effects of taxes on pensions and unemployment benefits in the EU-15', in: Bargain, O. (ed.), Microsimulation in action: policy analysis in Europe using EUROMOD, Amsterdam, Elsevier, p. 73-100. De Graeve, D., Lecluyse, A. (2008), 'Eigen betalingen patiënten', In: Handboek gezondheidseconomie: 2, Mechelen, Kluwer, p. 117-157. Cantillon, B. (2008), 'Niet de oorzaak van de armoede maar waarom die ondanks onze welvaart niet vermindert, houdt me mateloos bezig', in FWO - Vlaanderen & Tijdsbeeld & Pièce Montée, Kennismakers. 80 jaar Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen, p. 62-69. Cantillon, B., Van Mechelen, N., Schulte, B. (2008), 'Minimum income policies in old and new member states', in Alber, J., Fahey, T., Saraceno, C. (eds.), Handbook of Quality of Life in the Enlarged European Union, London: Routledge, p. 218-234. Cantillon, B., Marx, I. (2008), 'Auf der Suche nach einem Weg aus der, 'Wohlfahrt ohne Arbeit': Das belgische Wohlfahrtssystem', in Schubert, K., Hegelich, S., Bazant, U. (Hrsg.), Europäische Wohlfahrtssysteme, Wiesbaden, VS Verlag für Sozialwisschenschaften / GWV Fachverlage GmbH, p. 71-87. Corluy V., Marx, I. (2008), ‘Dringende medische hulp voor personen zonder wettig verblijf: een analyse’,in: Timmerman, C., Lodewyckx, I. (2008), Grenzeloze Solidariteit.
72
De Graeve D., Xu, K. (2008), 'Equity in health finance', in Heggenhougen, K. e.a. (eds.), International encyclopedia of public health,, New York, N.Y., Elsevier, p. 180-189. Lohmann, H., Marx, I. (2008), ‘The different faces of in-work poverty across welfare state regimes’, in Andreβ, H.-J., Lohmann, H. (eds.), The Working Poor in Europe. Employment, Poverty and Globalization, Edward Elgar Publishing Limited, p. 17-46. Marx, I., Verbist, G. (2008), ‘When famialism fails: the nature and causes of in-work poverty in Belgium’, in: Andreβ, H.-J., Lohmann, H. (eds.), The Working Poor in Europe. Employment, Poverty and Globalization, Edward Elgar Publishing Limited, p. 77-95. Marx, I., Verbist, G. (2008), ‘Combating in-work poverty in Europe: the policy options assessed’, in: Andreβ, H.-J., Lohmann, H. (eds.), The Working Poor in Europe. Employment, Poverty and Globalization, Edward Elgar Publishing Limited, p. 273-292. Raeymaeckers P., Goedemé T. (2008), ‘Multidimensionele armoede in de Oost-Europese EU-lidstaten.’, in: Multidimensionele armoede in Dewilde, C., Raeymaeckers P. (eds) Europa: individuele en institutionele determinanten, Leuven, Acco, p. 151-177 Rottiers, S. (2008), 'Relatively happy: how social security contributes to human well-being', in: Bradshaw, J. (ed.), Social security, happiness and well-being, Antwerpen, Intersentia, p. 21-40. Van den Bosch, K., Lefebure, S., Cantillon, B. (2007), De intergenerationele welvaartsverdeling in België, Vlaanderen en Wallonië van 1975 tot 2005., in B. Cantillon, Van den Bosch, K.,. Lefebure, S. (eds.), Ouderen in Vlaanderen 1975-2005 (pp. 243). Leuven, ACCO.
Boekbesprekingen Ghysels, J. (2007), ‘Book Review : Erich Kirchler et al.,Conflict and decision making in close relationships: love, money and daily routines in INTAMS Review, vol.13, 134-135 Marx, I. (2007), 'Book Review: Sanneke Kuipers, The Crisis Imperative; Crisis Rhetoric and Welfare State Reform in Belgium and the Netherlands in the Early 1990s. Amsterdam University Press, 2006', Journal of European Social Policy, 17, p. 186-187. Rottiers, S. (2007),'Book Review: Geoffrey Brennan & Philip Pettit, The economy of esteem', Journal of European social policy, 17:3, p. 287288. Van Lancker W. (2007), ‘Book Review : Erik Olin Wright, Redesigning distribution: basic income and stakeholder grants as alternative cornerstones for a more egalitarian capitalism.’, Basic income studies, 2, p. 2
73
Rottiers, S. (2008), 'Book Review: Giddens,A., Diamond, P., Liddle, R. (eds.): Global Europe, social Europe; Maria Jepsen & Amparo Serrano Pascual (eds.): Unwrapping the European social model; Theodoros Sakellaropoulos & Jos Berghman (eds.): Connecting welfare diversity with the European social model', Journal of European social policy, 18:2, p. 208-210. Rottiers, S. (2008), 'Book Review: Stefan Svallfors (ed.), The political sociology of the welfare state: institutions, social cleavages, and orientations', Contemporary sociology, 37:5, p. 464-465.
Onderzoeksrapporten Carpentier, S., Van den Bosch, K. (2007), Op zoek naar het profiel van personen met (problematische) schuldsituaties en indicatoren hierover op basis van SILC 2004. Onderzoeksrapport in opdracht van de FOD Sociale Zekerheid. Corluy, V., Marx, I., Verbist, G. (2007), ‘Before & After’, De Sociale en Economische Positie van personen die geregulariseerd werden in uitvoering van de wet van 22/12/1999. Onderzoeksrapport in opdracht van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding in samenwerking met Germe (Groupe d’études sur le racisme, les migrations et l’ethnicité). Neyt M., Van Brabandt, N., Devries, S., Mahieu, J., De Ridder, A, De Graeve, D., De Laet, C. (2007), Drug eluting stents in Belgium: health technology assessment. Onderzoeksrapport in opdracht van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg, 199 p. Smet, M., Bogaerts, K. (2007), Een vergelijking tussen het technisch en beroepsgericht secundair onderwijs inzake de aansluiting met de arbeidsmarkt van gelijkaardige opleidingen. Onderzoeksrapport in opdracht van Frank Vandenbroucke, Vlaams minister van werk onderwijs en vorming. Schokkaert, E., Guillaume, J., Lecluyse, A., Avalosse, H., Cornelis, K., De Graeve, D., Devriese, S., Vanoverloop, J., Van de Voorde, C. (2008), Evaluatie van de effecten van de maximumfactuur op de consumptie en financiële toegankelijkheid van gezondheidszorg. Onderzoeksrapport in opdracht van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg
Working-papers De Ridder A. , De Graeve, D. (2007), Comparing the cost-effectiveness of Haloperidol, Risperidone and Olanzapine in the treatment of
74
schizophrenia using the net-benefit regression approach. Antwerp: UA Research paper Faculty of Applied Economics, 12, 29 p. Decoster, A., De Swerdt, K., Verbist, G. (2007), Indirect taxes and social policy: distributional impact of alternative financing of social security, Centre for Economic Studies, Discussion Paper Series (DPS) 07.11, April (Public Economics). Rombaut, K., Van Camp, G., Verbist, G. (2007), MIMOSIS: MIcrosimulation Model for Belgian Social Insurance Systems. Modelling rules for the Sickness and Disability Benefits Module, Working Papers Social Security, Brussels, FPS Social Security. Schokkaert, E., Van Ourti, T., De Graeve, D., Lecluyse, A., Van De Voorde, C. (2007), Supplemental health insurance and equality of access in Belgium. Leuven: KULeuven, Discussion paper series Center for Economic Studies, 29, 39 p. Van Mechelen, N., Bogaerts, K., Cantillon, B. (2007), De welvaartsevolutie van de bodembescherming in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland. Onderzoek in opdracht van de FOD sociale zekerheid en betoelaagt door Federaal Wetenschapsbeleid in het kader van ‘Actie ter ondersteuning van de strategische prioriteiten van de federale overheid. Gepubliceerd als Working Paper Sociale Zekerheid nr.5. Verbist, G.,Lefebure, S. (2007), The distributional impact of imputed rent in Belgium, Country report in the framework of the European Research Project “Accurate Income Measurement for the Assessment of Public Policies (AIM-AP)”, Antwerp, Centre for Social Policy, 36p. Carpentier, S., Van den Bosch, K. (2008), Problematische schulden in België. Indicatoren op basis van SILC 2004 en profiel van de bevolking in (problematische) schuldsituaties. Working Paper Sociale Zekerheid, 7, 110 p. Huysentruyt, M., Lefevere, E. (2008), Child Benefit Support and Method of Payment: Evidence from a Randomized Experiment in Belgium., CSP Working paper 08 /02, December 2008 Verbist, G., Lefebure, S. (2008), The Inclusion of Non-cash Housing Advantages in the Income Concept. Estimates and Distribution Effects for Belgium., CSP Working paper 08 /01, November 2008
CSB-berichten Cantillon, B., I. Marx, S. Rottiers & T. Van Rie (2007), Een vergelijking van België binnen de Europese kopgroep: Postremus inter pares (+Annex), Berichten/UA, Antwerpen, Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck, februari.
75
Cantillon, B. & V. De Maesschalck (2007), Sociale zekerheid, transferten en federalisme in België, Berichten/UA, Antwerpen, Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck, juni. Bogaerts, K. (2008), Bestaan er nog financiële vallen in de werkloosheid en in de bijstand in België, Berichten/UA, Antwerpen, Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck, december. Carpentier, S., Van den Bosch, K. (2008), Over problematische schulden en bestaansonzekerheid, Berichten/UA, Antwerpen, Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck, december. Van Mechelen, N., Bogaerts K. (2008), Aanvullende financiële steun in Vlaamse OCMW's, Berichten/UA, Antwerpen, Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck, juni. Van Rie, T. (2008), Sociaaleconomische uitkomsten in Nederland, België en zijn gewesten, Berichten/UA, Antwerpen, Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck, november.
Bijdragen wetenschappelijke studiedagen en conferenties - Nationaal -
Corluy, V., Marx, I. (2007) Dringende medische hulp voor migranten zonder wettig verblijf: een analyse, paper voorgesteld op Cemis conferentie: Grenzeloze Solidariteit 14 November 2007, Antwerpen Corluy, V., Marx, I., Verbist, G. (2008) Wat is de impact van een collectieve regularisatie op de sociaal-economische positie van de begunstigden? Paper voorgesteld op Dag van de Sociologie, 29 mei 2008, Leuven Corluy, V., Godin, M. (2008) L’ intégration sociale et économique des personnes ayant bénéficié de la procedure de régularisation en 2000, papier présenté au Chaire Quetelet, 4 décembre 2008, Louvain-laNeuve, Belgique Carpentier, S., Van den Bosch, K. (2008),“De geografie van Kredieten en achterstallen”, Dag Van de Sociologie, 29 mei 2008 Marx, I., Verbist, G. (2008), ‘Werken en arm in België, of de limieten van familialisme’ Paper gepresenteerd op de Dag van de Sociologie 2008, 29 mei 2008, Leuven, België - Internationaal -
Bogaerts, K. (2007), Basic Income Support for Jobseekers in Germany. Statements and Comments. Belgium.’ Europese Commissie – DG Employment, Social Affairs and Equal Opportunities Mutual Learning
76
Programme of the European Employment Strategy. 17 en 18 April 2007, Berlijn. Corluy, V., Mussche, N., Verbist, G. (2007), ‘Inclusion and exclusion of social rights. How do immigrants fare compared to natives in Belgium?’, Paper presented at the 5th Annual ESPAnet Conference 2022 September 2007, Vienna, Austria Corluy V., Mussche, N., Verbist, G. (2007), ‘Immigration: Inclusion and exclusion of social rights. How do immigrants fare compared to natives in Belgium?’ Paper gepresenteerd op EQUALSOC – SOCCULT Workshop 25-26 November 2007 Dublin, Ireland. Ghysels, J. (2007) ‘What do people really want? The Dictatorial viewpoint’ paper gepresenteerd op het seminarie van het project ‘The division of Housework’ van Equalsoc (Stockholm, 26-28 augustus 2007) Ghysels, J. (2007) ‘Co-ordinating time: Are Flemish parents planning their job time?’ paper gepresenteerd op het seminarie van het luik FAMNET van Equalsoc (Berlijn, 25-26 januari 2007) Goedemé, T. (2007), ‘Eastern Europe in the social policy sciences since the 1980s. A re-configuration of perspectives’, Paper presented at the 5th Annual ESPAnet Conference 20-22 September 2007, Vienna, Austria Lefebure, S., Verbist, G., K. Van den Bosch (2007). ‘The effect of ageing on the inter- and intra-generational distribution in Belgium. A projection towards 2021 using a microsimulation model.’, Paper presented at the 1st General Conference of the International Microsimulation Association "50 years after Orcutt’s Vision" Vienna, Austria, 20-22 August 2007 Marx, I., Van den Bosch, K. (2007), On poverty measurement in an Enlarged EU context: conventional and alternative approaches, CEIES Proceedings 34, Luxembourg: Eurostat. Marx, I., Lohnmann, H. (2007), ‘The different faces of in-work poverty across welfare state regimes’ (with H. Lohmann), U. Köln, maart 2007 Marx, I., Verbist, G. (2007), ‘In-Work Poverty in a Bismarckian Welfare State: the case of Belgium’, U. Köln, maart 2007 Marx, I., Verbist, G. (2007), ‘Addressing In-work poverty in Continental Europe: policy options assessed ’, U. Köln, maart 2007 Marx, I., Nolan, B. (2007), (met Brian Nolan) ‘Economic Inequality, Poverty and Social Exclusion’, OUP Handbook of Economic Inequality conference, Seville 24-28 September 2007 Marx, I., K. Van den Bosch (2007)‘How poverty differs from inequality: on poverty measurement in an enlarged EU context: conventional and alternative approaches’(with Karel Van den Bosch), CEIES Conference, Helsinki, September 2007 Marx, I. (2007), ‘On poverty measurement: the qualified case for a budget standard’, presented at conference New Frontiers in Measuring Poverty, Maastricht University 19-20 November 2007
77
Rottiers, S. (2007), ‘Relatively Happy: How Social Security contributes to human well-being’, 14th International Research Seminar on ‘Issues in Social Security’, FISS (Foundation for International Studies on Social Security), 15-17 June 2007, Sigtuna, Sweden. Rottiers, S., Marx, I., Van den Bosch, K. (2007), ‘The Causes of an Equal Income Distribution’ (with Stijn Rottiers en Karel Van den Bosch), Paper presented at the 5th Annual ESPAnet Conference 20-22 September 2007, Vienna, Austria Van Mechelen, N., De Maesschalck, V. (2007), ‘Devolution as a means to adequate social safety nets?’, Paper presented at the 5th Annual ESPAnet Conference 20-22 September 2007, Vienna, Austria Verbist, G., Lefebure, S. (2007), “The Inclusion of Non-cash Housing Advantages in the Income Concept. Estimates and Distribution Effects for Belgium.” Paper gepresenteerd op de 2nd meeting of ECINEQ, Society for the Study of Economic Inequality, DIW Berlin, 12–14 July. Carpentier, S., Van den Bosch K. (2008), ‘Problematic debt situations in Belgium: indicators and profile of the population at risk’, Equalsoc Summerschool Trento, 5 september 2008 Carriero, R., Ghysels, J., Vanklaveren, C. (2008) ‘Do parents coordinate their work schedules: a comparison of Dutch, Flemish and Italian dualearner households’, op de mid-term conference van Equalsoc (Berlijn 10-12 april 2008) Corluy, V., Marx, I. & Verbist, G. (2008), ‘The Regularization of Undocumented Migrants: Impact on their Labour Market Position and Social Rights’, Paper presented at the the 6th Annual Equalsoc Conference 18-20 September 2008, Helsinki, Finland Corluy, V., Marx, I. & Verbist, G. (2008), ‘The impact of the transition out of irregularity on the socio-economic position of migrants: the driving factors of differential trajectories’, Paper presented at the Equalsoc Midterm Conference at WZB 11-12 April 2008 Berlin, Germany Ghysels, J. (2008), ‘Following fathers through divorce: a stepwise reflection with empirical illustrations‘ paper gepresenteerd op de conferentie van de European Society for Population Economics (Londen 19-21 juni 2008) J. Ghysels, K. Rombaut , G. Verbist, E. Van Vlasselaer (2008), ‘The privatepublic mix in childcare. How do policies help parents to cope?’, Paper presented at the mid-term conference van Equalsoc (Berlijn 10-12 april 2008) Goedemé, T. (2008) ‘Multidimensional Poverty in Eastern Europe. A Latent Class Analysis’ voor INCDIS (Income Distribution, Consumption and Income Mobility) Equalsoc Research Group Meeting, Thursday 10 April 2008, Wissenschftszentrum Berlin für Sozialforschung, Berlijn.
78
Goedemé, Tim, Raeymaeckers, Peter (2008), ‘Elderly Poverty in the Eastern EU Member States. Individual and Institutional Determinants’, EQUALSOC Mid-term Conference Berlin, 11-12 April 2008, 29p. Lefebure, S., Verbist, G., Van den Bosch, K. (2008), ‘Projecting the intra- and intergenerational distribution of household income. A stylized projection of the distribution of income in 2021 in Flanders.’, Paper presented at the 30th General Conference of The International Association for Research in Income and Wealth, Portoroz, Slovenia, August 24-30, 2008 Lefevere, E. (2008), ‘Child benefit support and method of payment: Evidence from a randomized experiment in Belgium’, Equalsoc/Traleg workshop “Welfare State Institutions and Welfare state outcomes’, Mannheim, 7-9 maart 2008 Lefevere, E. (2008), ‘Child benefit support and method of payment: Evidence from a randomized experiment in Belgium’ (with M. Huysentruyt), Transatlantic Public Economics Seminar, Parijs, 12-13 juni 2008 Lefevere, E. (2008), ‘Child benefit support and method of payment: Evidence from a randomized experiment in Belgium’, Workshop “Basic bank accounts over Europe in relation with mutual learning on financial exclusion: tradition, tools and trends, Bratislava,17 november 2008. Rottiers, S., Marx, I., Van den Bosch, K. (2008), ‘The causes of an equal income distribution; Fuzzy-set analysis versus OLS regression’, paper presented at the Equalsoc/Traleg workshop at MZES, 06-08 March, Mannheim, Germany Salanauskaite, L., Verbist G. (2008), ‘Distributional Impacts of Allowances to Children Reform in Lithuania: a Microsimulation Approach’, paper presented at the Conference “Tax-benefit Microsimulation in the Enlarged Europe: Results from the I-CUE Project and Perspectives for the Future”, 3-4 April 2008, Vienna, Austria. Van Lancker, W. (2008), ‘Basic income as alternative for neoliberal pension reforms?’, 12th BIEN congress, Dublin, june 20-21 2008 Van Rie, T., Marx, I. (2008), ‘The EU at work? Convergence of labour market performance in the EU and OECD.’ Equalsoc/Traleg workshop “Welfare State Institutions and Welfare state outcomes’, Mannheim, Duitsland, 7-9 maart 2008
79
ONDERZOEKSDISSEMINATIE - ORGANISATIE VAN STUDIEDAGEN & CONGRESSEN
I. Nationaal BALANCEREN
OP EEN SLAPPE KOORD: OUDERS EN DE ZORG VOOR HUN
KINDEREN
Datum : 6 september 2007 Plaats : Universiteit Antwerpen
Op 6 september 2007 organiseerde het CSB de studiedag 'Balanceren op een slappe koord: ouders en de zorg voor hun kinderen'. Op deze studiedag werden de resultaten voorgesteld van het GOA-onderzoeksproject rond de spanning tussen zorgnoden voor kinderen enerzijds en het bestaande aanbod aan zorginitiatieven anderzijds.
GEDACHTEN
OVER
SOCIAAL
FEDERALISME/REFLEXIONS
SUR
LE
FEDERALISME SOCIAL
Datum : 26 oktober 2007 Plaats : Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (Brussel) In oktober 2007 organiseerde het Centrum de tweetalige studiedag ‘Gedachten over Sociaal Federalisme / Réflexions sur le Fédéralisme Social. Centraal stond de vraag naar de toekomst van de sociale zekerheid in de Belgische federale staatsstructuur. De dag had tot doel om op een open manier van gedachten te wisselen over de wijze waarop het sociale zekerheidsstelsel is vormgegeven binnen de Belgische staatsstructuur alsook over de wegen die in de toekomst dienen bewandeld te worden.
80
II. Internationaal SHARE MEETING Datum : 6-12 februari 2007 Plaats : Universiteit Antwerpen I.s.m. : Mannheim Research Institute for the Economics of Ageing Het CSB organiseerde i.s.m. het Mannheim Research Institute for the Economics of Ageing een interne bijeenkomst van het SHARE consortium, met als doel de voorbereiding van de publicatie van de eerste resultaten van de tweede golf van de share-bevraging.
WORKSHOP ‘MIGRATION’ Datum : 20-21 april 2007 Plaats : London, Centre for Economic Performance I.s.m. : Lower & London School of Economics In April 2007 organiseerde het CSB in samenwerking met de London School of Economics een conferentie over migratie in London. Keynote speakers waren onder andere George Borjas (Harvard), Christian Dustmann (UCL) en Klaus Zimmerman (IZA). Er werden een 40-tal papers gepresenteerd.
81
VORMINGSACTIVITEITEN I. Intern - LUNCHSEMINARIES Sinds
juni
2006
organiseert
het
CSB
op
tweewekelijkse
basis
lunchseminaries. Het doel van deze seminaries is onderzoeksresultaten over actueel onderzoek voor te stellen en te bespreken. Basic income support for jobseekers 23 maart 2007 Kristel Bogaerts Delen is kiezen 26 april 2007 Tim Van Rie Sociaal-economische ongelijkheid in de 15e-18e eeuw 14 juni 2007 Wouter Ryckbosch (departement geschiedenis - UA) Problematische schuldsituaties o.b.v. SILC 2004 2 juni 2007 Sarah Carpentier Inclusion and Exclusion from Social Rights. How do immigrants fare compared to natives in Belgium? 8 november 2007 Vincent Corluy Multi-dimensionele armoede in de Oost-Europese EU lidstaten 22 november 2007 Tim Goedemé Multidimensionality, Poverty and Social Exclusion November 2007 Brian Nolan (UCD, Dublin)
82
Socio-economische determinanten van onvrijwillige vaccinatie en het evenwicht
tussen
maatschappelijke
en
individuele
verantwoordelijkheid 10 januari 2008 Eva Lefevere EU aan het Werk 15 mei 2008 Tim Van Rie Does MAB influence behavioural patterns? 6 mei 2008 Ann Lecluyse Child benefit support and method of payment: Evidence from a randomized experiment in Belgium 19 juni 2008 Eva Lefevere MIDAS Belgium - de ontwikkeling van een dynamisch cross-sectioneel microsimulatie model: een overzicht en wat voorlopige resultaten 26 juni 2008 Gijs Dekkers (Federaal Planbureau) De indicatoren van de Europese OMC-Sociale Bescherming en Sociale Inclusie. Stand van zaken en hun gebruik in het Strategisch Rapport Sociale Bescherming en Sociale Inclusie 2008-2011’ 3 juli 2008 Rudi Van Dam (FOD Sociale Zekerheid) De economische positie van personen die geregulariseerd werden in uitvoering van de wet van 12/12/1999 (in samenwerking met CEMIS) 2 oktober 2008 Vincent Corluy Reeks voorstellingen OESO-rapport ‘growing Unequal’ 16 november 2008 Bea Cantillon
83
Onderzoekskader en - agenda n.a.v. de lezing van het OESO-rapport 'Growing Unequal’ 16 november 2008 Bea Cantillon
II. Extern Sarah Carpentier v
Equalsoc
&
ESCR
Summer
School
–
Social
inequalities
in
contemporary societies. New empirical evidence and methodological innovation, University of Trento, 1-6 September 2008 v
Essex Summer School - Event History Analysis (Thomas Siedler), University of Essex, 21-25 July 2008
v
Oxford Spring School in Quantitative Methods for Social Research Crash Course in Stata (Steve Ficher) & Selection Bias Modelling (Victoria Prowse) , University of Oxford, 17-18 July 2008
v
Master in Quantitative Analysis in the Social Sciences, KUBrussel, 2007
Vincent Corluy v
IMISCOE PhD Summer Workshop, University of Lisbon, 30 juni – 4 juli 2008
Veerle De Maesschalck v
ESPANET Summer School - The Territorial Dimensions of Social Policy: Actors, Processes and Outcomes in a Comparative Perspective, University of Urbino, September 10-15, 2007
Eva Lefevere v
Master in Quantitative Analysis in the Social Sciences, KUBrusselKUL, 2006-2008
v
Equalsoc Summerschool – Changes in the Institutional Arrangement of EU Societies. Their effects on inequality and social cohesion, University of Trento, Italië, 2-7 Juli 2007
84
Stijn Rottiers v
‘The Europeanization of Social Policies’ (L’Observatoire Social Européen & FOD Sociale Zekerheid) Brussel, 8-9 februari 2007
v
Fourteenth International Research Seminar on ‘Issues in Social Security’ (FISS) – Social Security, Happiness and Well-being, Sigtunahöjden Conference Centre, 15-17 juni 2007
v
Equalsoc/Traleg Workshop - Welfare State Institutions and Welfare state outcomes, University of Mannheim (MZES), 7-9 maart 2008
85
MEDEWERKERS
KRISTEL BOGAERTS studeerde politieke en
sociale
Universiteit
wetenschappen Antwerpen.
Ze
aan
de
werkt
als
onderzoeksmedewerker bij het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck sinds 1998.
Haar
onderzoek
voornamelijk
spitst
zich
toe
op
arbeidsmarktgerelateerde thema’s zoals de werkloosheid(verzekering), het arbeidsaanbod en (financiële) incentieven voor tewerkstelling. Zij is tevens verantwoordelijk voor de ontwikkeling, de verdere uitbouw en de jaarlijkse
actualisering
van
het
Standaard
Simulatiemodel
Sociale
Zekerheid STASIM.
THIJS CALLENS studeerde in juni 2008 af als
Master
Sociaal
Wetenschappen
&
aan
Economische
de
Universiteit
Antwerpen. Hij vervoegde in november dat jaar het CSB, als onderzoeksmedewerker binnen
het
Basisbankdiensten.
FWO-project Voor
rond
dit
project
verdiept hij zich vooral in kleine consumentenkredieten en de meer algemene schuldproblematiek in Vlaanderen. Verder toont hij vooral interesse voor de sociale gevolgen van allerlei economische fenomenen binnen onze samenleving.
BEA
CANTILLON
is
professor
Sociaal
Beleid en directeur van het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck aan de Universiteit
Antwerpen.
Ze
studeerde
Politieke & Sociale Wetenschappen aan de Universiteiten van Antwerpen en Leuven en startte haar onderzoeksloopbaan aan het
86
Centrum in 1979. Ze publiceerde uitgebreid en internationaal over een brede waaier van onderwerpen waaronder armoede, sociaal beleid, sociale zekerheid, de welvaartsstaat en gender.
Ze werkte als adviseur voor
onder andere de OECD, de Europese Commissie en de Belgische regering. Naast voorzitter van de Belgische Rijksdienst voor Kinderbijslag, was zij tevens Belgisch senator (1995-1999) en ook voorzitter van de Commissie Cantillon tot hervorming van de sociale zekerheid van zelfstandigen (2000-2002).
Prof. Cantillon is medevoorzitter van de Foundation for
International Studies on Social Security, voorzitter van de Social Security Association – Belgian departement en is tevens lid van het bestuur van EQUALSOC. Sinds 2003 is Bea Cantillon lid van de Koninklijke Belgische Academie. Prof. Cantillon bekleedde het voorzitterschap van de Algemene Vergadering van UFSIA (2002-2003) en als vice-rector van de Universiteit Antwerpen (2004-2008).
SARAH CARPENTIER studeerde in 2001 af als licentiate in de Sociologie aan de KULeuven en volgende een aanvullende studie Antropologie aan de ULB. Nadat zij in de sociale sector en de minderheden sector werkte, vervoegde zij in 2005 het Centrum
voor
Sociaal
Beleid
Herman
Deleeck. Momenteel maakt zij een doctoraatsstudie over de impact van OCMW-beleid op de sociale mobiliteit van bijstandsgerechtigden. Zij maakt ook deel uit van het interuniversitaire en interdisciplinaire onderzoeksproject ‘Indicatoren voor sociale cohesie op lokaal niveau’. Andere domeinen die haar sterk interesseren zijn de meting van armoede en
sociale
uitsluiting,
Europees
sociaal
overmatige schuldenlast.
VINCENT CORLUY studeerde economie aan
UA
(Handelsingenieur
internationale
handels-
betrekkingen).
Daarna
aanvullende
en
–
Major
diplomatieke
volgde
hij
opleiding
een in
Cultuurmanagement aan het UAMS. Na
87
beleid,
welvaartstaten
en
werkzaam te zijn geweest in het Kunstencentrum Vooruit, werkt hij sinds januari 2007 als voltijds onderzoeker op het CSB. In het kader van een BOFNOI-project
'Open
grenzen
voor
een
leefbare
welvaartsstaat?'
evalueert hij de interactie-effecten tussen migratie en de welvaartsstaat. Concreet analyseerde hij de werking en impact van dringende medische hulp voor mensen zonder wettig verblijf, de socio-economische positie van personen na regularisatie en de netto budgettaire invloed van migranten op de verschillende takken van de sociale zekerheid. In de nabije toekomst zal hij verder werken omtrent deze thema’s met een verdere focus op gecontroleerde economische migratie (i.s.m. CeMIS) en ongelijke tewerkstellingstrajecten van migranten in Europa (Equalsoc project).
DIANA
DE
GRAEVE
is
hoogleraar
economie aan de Universiteit Antwerpen en coördinator van het domein ‘gezondheid’ binnen het CSB. Ze startte haar carrière als onderzoeksassistent aan de School voor maatschappelijke (KULeuven)
en
gezondheidszorg behaalde
in
1989
een
doctoraat in de toegepaste economische wetenschappen aan de UA met een
verhandeling
over
geneesmiddelenconsumptie.
de
economische
aspecten
van
Haar onderzoek is gesitueerd binnen het
domein van de gezondheidseconomie. In het verleden werd onder meer aandacht besteed aan financierings- en terugbetalingssystemen in de gezondheidssector, kosten van HIV/AIDS en
ziekteverzuim. Lopend
onderzoek is gericht op billijkheid in gezondheid en medische zorg en economische evaluatie van geneesmiddelen en nieuwe technieken.
VEERLE
DE
MAESSCHALCK
studeerde
politieke en sociale wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen. Sinds 2001 werkt ze als onderzoeker bij het Centrum voor Sociaal
Beleid
Herman
Deleeck.
Haar
onderzoeksinteresses gaan voornamelijk uit naar sociale zekerheidsthema’s, armoede en inkomens(her)verdeling.
88
JORIS GHYSELS is senior onderzoeker en coördineert het onderzoeksdomein 'Gezin en Zorg' van het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck. Hij is socioloog en economist (Dr. 2003) en is sinds 1997 verbonden aan het CSB. Qua onderzoek gaan zijn interesses uit naar de combinatie van arbeid en gezin, gendervraagstukken en het welzijn van kinderen, met telkens aandacht voor theoretische en beleidsgerichte vragen. Zo gaat zijn onderzoek bijvoorbeeld even goed in op de rol van de sociale economie bij het vergroten van tewerkstellingskansen van laaggeschoolde vrouwen en op de mate waarin de huidige subsidies voor kinderopvang sociaal
rechtvaardig
verdeeld
taakverdelingsvoorkeuren
in
worden,
als
op
beslissingsmodellen
de van
rol
van
koppels.
Disciplinematig verzoent het onderzoek sociologische en economische perspectieven
en
put
het
inspiratie
uit
de
gezinssociologie,
de
arbeidssociologie, "household economics" en arbeidseconomie.
TIM GOEDEME studeerde sociologie aan de Universiteit Antwerpen. Sinds 2005 is hij verbonden aan het Centrum voor Sociaal Beleid
Herman
Deleeck.
Eerst
als
onderzoeker en sinds oktober 2006 als Aspirant
FWO
-
Vlaanderen.
In
zijn
doctoraat onderzoekt hij de effecten van het sociaal beleid op de evolutie van de inkomenssituatie van ouderen in de Oost-Europese EU-lidstaten in termen van inter- en intragenerationele ongelijkheid en armoede.
ANN LECLUYSE studeerde af als licentiate Toegepaste
Economische Wetenschappen
(Universiteit Antwerpen). Momenteel is ze aangesteld als maandaatassistente binnen het Departement Algemene Economie. Het onderzoek voor haar doctoraat situeert zich in het gebied van de gezondheidseconomie
89
binnen België. Aspecten die aan bod komen zijn de verdeling van gezondheid,
verdeling
van
kosten
voor
gezondheidszorg
en
gedragswijziging van patiënten en zorgverleners bij prijsveranderingen.
STIJN
LEFEBURE
is
socioloog
en
onderzoeker aan het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck sinds 2004. Hij voert in het kader van CoViVE onderzoek naar de socio-economische impact van de vergrijzing in Vlaanderen, België en Europa. Zijn aandacht gaat uit naar de vermogensen inkomensdimensie van de sociale ongelijkheid bij ouderen.
EVA LEFEVERE studeerde af als kandidaat arts (RUCA 1999) en licentiaat Politieke Wetenschappen (Maior Bestuurskunde en Overheidsmanagement, Minor Sociaal en Economisch Beleid) (KUL, 2003). Ze werkt sinds 2006 als onderzoeker op het CSB. De eerste twee jaren focuste ze zich, in het kader van het FWO-project Basisbankdienst, op de relatie tussen (het gebruik van) financiële diensten en armoede. Sinds 1 oktober 2008 werkt ze
als
FWO-aspirant
aan
een
doctoraat
over
socio-economische
ongelijkheden in vaccinatiegedrag. Haar interesse gaat uit naar thema's als
gezondheidszorg,
raakvlakken
tussen
non-take-up sociologie,
en
sociale
zekerheid,
psychologie,
naar
economie
de en
beleidswetenschappen, en naar de methodologische kant van sociaalwetenschappelijk onderzoek.
IVE MARX is docent aan het departement Sociologie
(Faculteit
PSW)
van
de
Universiteit Antwerpen en coördineert de onderzoeksdomeinen
‘armoede
&
inkomensverdeling’, ‘arbeid’ en ‘migratie’ van het CSB. Hij studeerde politieke en
90
sociale wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen en economie aan de Universiteit van York (GB). Zijn onderzoek gaat vooral over de relatie tussen ontwikkelingen in de arbeidsmarkt en armoede.
NINKE MUSSCHE is sinds 1999 verbonden aan
het
Centrum
Herman Deleeck.
voor
Sociaal
Beleid
Zij is jurist met een
bijzondere belangstelling voor de sociale zekerheid.
In
2008
behaalde
zij
een
doctoraat in de rechten aan Harvard Law School, Cambridge, U.S.A., dat de titel ‘Immigration and the Formation of the Open Welfare State – the Belgian example’ draagt.
Vóór dit doctoraat was zij houder van een F.W.O.
aspirantschap. De onderzoeksinteresses van Ninke Mussche gaan uit naar de sociale zekerheid, immigratie en sociaal federalisme.
STIJN
ROTTIERS
behaalde
aan
de
universiteiten van Leuven en Antwerpen de masterdiploma's
Wijsbegeerte
en
Sociologie. Hij werkt op het CSB sinds oktober 2004, vanaf oktober 2005 als Aspirant van het FWO-Vlaanderen. Zijn onderzoek focust op minimumbescherming en sociale rechtvaardigheid in Europa. In het algemeen stelt hij de welvaartsstaat, het Europees sociaal beleid en de verdeling van inkomens en welvaart in vraag vanuit een ethisch perspectief.
KAREL VAN DEN BOSCH is ZAP-BOF en coördineert
de
onderzoeksdomeinen
‘armoede
&
inkomensverdeling’,
‘vergrijzing’ en ‘databanken & indicatoren’ van het CSB. Hij studeerde in 1985 af als Doctorandus
in
de
Sociologie
aan
de
Katholieke Universiteit van Nijmegen. Na korte aanstellingen aan de Universiteiten van Tilburg en Nijmegen, begon
91
hij in 1986 zijn loopbaan als onderzoeker bij het CSB. In 1999 behaalde hij zijn doctoraat in de Politieke en Sociale Wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen (1999) met een proefschrift, getiteld, ‘Identifying the Poor, Using Subjective and Consensual measures’. Dit werk werd in 2000 bekroond met de Prijs P.W. Segers, en ook verwierf Van den Bosch daarmee de titel van Laureaat van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten. Hij is projectleider en/of promotor van verscheidene projecten, waarvan CoViVE het belangrijkste is.
AARON VAN DEN HEEDE studeerde in juli 2008 af als Master in de Sociologie (UGent) en is sinds augustus 2008 als voltijds onderzoeker verbonden aan het Centrum voor
Sociaal
Beleid
Herman
Deleeck.
Momenteel werkt hij mee aan het SHAREproject,
een
survey
naar
de
levensomstandigheden van vijftigplussers in Europa. Zijn interesses gaan uit naar onderzoek rond ouderen en sociale uitsluiting met in het bijzonder aandacht voor de vrijetijdsbesteding van ouderen en socio-economische ongelijkheid bij ouderen.
WIM VAN LANCKER is een vanuit de informatica
omgeschoolde
sociale
wetenschapper. Hij studeerde Multimedia en
Communicatie
Provinciale Kortrijk
Technologie
Industriële
(2000-2003),
aan
de
Hogeschool
te
om
daarna
een
licentiaat in de Politieke Wetenschappen te behalen aan de Universiteit Gent (2003-2007). verbonden
te
zijn
geweest
als
tijdelijk
Na vier maanden
onderzoeker
bij
de
Onderzoeksgroep Armoede, Sociale uitsluiting en de Stad van de Universiteit Antwerpen, werkt hij sinds 1 juli 2008 hij als voltijds onderzoeker bij het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck op het FWO project ‘determinanten van zorgstrategieën bij laaggeschoolde moeders’. Zijn onderzoeksinteresses situeren zich in het domein van de
92
politieke filosofie en theoretische herverdeling, de sociale dimensies van de Europese Unie, nieuwe sociale risico’s en de combinatie arbeid-gezin, en armoedebestrijding.
NATASCHA VAN MECHELEN studeerde sociologie aan de K.U.Leuven. Daarna heeft ze een tijd als onderzoeker gewerkt bij het Steunpunt
Werkgelegenheid
Vorming.
Sinds
2001
mandaatassistent Centrum
voor
Arbeid is
verbonden Sociaal
en
ze
als
aan
het
Beleid.
Haar
doctoraatsonderzoek focust de internationale verschillen in hoogte van de bijstandsuitkeringen voor onverzekerde werklozen en gaat na in welke mate deze gelinkt kunnen worden aan andere kenmerken van het bijstandssysteem zelf (o.a.
de
graad
van decentralisatie) en aan
kenmerken van het globalere sociale beschermingssysteem (o.a. de segmentatie van sociale stelsels in beroepsgebonden schema’s).
TIM VAN RIE studeerde arbeidssociologie (KULeuven) en behaalde een aanvullende 'Master Européen en Sciences du Travail' (Université Catholique de
Louvain
en
University College D ublin). Na een stage bij de
Europese
Werkgelegenheid
Commissie en
Sociale
(DG Zaken)
vervoegde hij in november 2005 het Centrum voor Sociaal Beleid. Zijn interesse ligt bij het Europese beleid op vlak van tewerkstelling (Europese Tewerkstellingsstrategie) sociale zaken (Open Methode van Coördinatie) en de indicatoren die in dat verband worden ontwikkeld.
INGRID VAN ZELE verzorgt reeds meer dan
twintig
jaar
de
administratieve
ondersteuning van het Centrum.
93
PIETER
VANDENBROUCKE
is
sinds
oktober 2007 aan het werk bij het CSB Herman
Deleeck.
Hij
is
master
in
economische wetenschappen (KUL) en na een jaar onderzoek aan het Centrum voor Economische Studiën (KUL) en een maand stage op de studiedienst van het ACV, behaalde hij de master of arts in economics (UCL). Pieter onderzoekt het verband
tussen
vervroegde
uittrede
en
arbeidsongeschiktheid
met
bijzondere aandacht voor stromen tussen uitkeringsstelsels.
JOSEFINE
VANHILLE
startte
na
haar
studies Economische Wetenschappen aan de Universiteit Gent in augustus 2008 als onderzoeker bij het Centrum voor Sociaal Beleid. Hier legt zij zich toe op het domein microsimulatie, en is onder meer betrokken bij
de
verdere
ontwikkeling
van
de
modellen MISIM (ontwikkeld aan het Centrum voor Sociaal Beleid, Universiteit Antwerpen) en EUROMOD (ontwikkeld aan de University of Essex, VK). Momenteel is haar onderzoek gericht op het analyseren van het beleid van enkele Europese landen op het vlak van kinderopvang en zorg, aan de hand van deze microsimulatie-instrumenten. Daarnaast gaat haar interesse ook uit naar het ethisch referentiekader voor de armoedeen ongelijkheidsproblematieken, en de operationalisering hiervan met het oog op een maatschappelijk oordeel over sociaal beleid.
GREET
VERBERGT
studeerde
sociaal
verpleegkunde (KdG) en sociologie (UA). Sedert
oktober
2008
is
zij
onderzoeksmedewerker aan het CSB. Haar onderzoeksdomein voornamelijk gezondheidssociologie
situeert
zich
binnen
de
waarbij
de
"genezende" mens centraal staat.
94
GERLINDE VERBIST is senior onderzoeker en coördinator van de onderzoeksdomeinen ‘onderwijs’ ‘migratie’ en ‘simulatiemodellen’ van
het
CSB.
Zij
is
economiste
en
werkzaam op CSB sinds 1992. In 2002 behaalde zij haar doctoraat binnen de Toegepaste
Economische Wetenschappen
met als titel "The Redistributive Effect of Personal Income Taxes in Belgium". De
belangrijkste bijdrage
van dit werk bestaat
uit de
ontwikkeling van het microsimulatiemodel MISIM. Haar belangrijkste onderzoeksinteresses situeren zich binnen het domein van modelleren en toepassen
van
microsimulatiemodellen,
de
meting
van
inkomensongelijkheid en de effecten van belastingbeleid. Meer recent startte
zij
onderzoek
welvaartsstaat.
Zij
naar is
de lid
interactie van
tussen
verschillende
migratie
onderzoeksnetwerken (EUROMOD, ECINEQ, IARIW, EQUALSOC).
95
en
de
internationale
Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen Universiteit Antwerpen - Stadscampus Gebouw De Meerminne Sint-Jacobstraat 2 B-2000 Antwerpen www.centrumvoorsociaalbeleid.be secretariaat: Ingrid Van Zele
[email protected] Tel: +32 (0)3 265 53 74