Naam: ............................................................................................... Academiejaar 2012-2013 10 juni 2012 3e bachelor arts CELLULAIRE EN MOLECULAIRE PATHOLOGIE DEEL A VRAAG 1.
10 PUNTEN
Atrofie is een vorm van celadaptatie. Definieer atrofie, bespreek het mechanisme en geef enkele voorbeelden.
1/8
Naam: ............................................................................................... Academiejaar 2012-2013 10 juni 2012 3e bachelor arts CELLULAIRE EN MOLECULAIRE PATHOLOGIE DEEL A VRAAG 2.
10 PUNTEN
Bij patiënten met veel afbraak van rode bloedcellen vindt men in de lever vaak een bruin pigment. Wat is de naam van dit pigment, waaruit bestaat het, hoe wordt het gevormd en hoe kan men het aankleuren voor lichtmicroscopie?
2/8
Naam: ............................................................................................... Academiejaar 2012-2013 10 juni 2012 3e bachelor arts CELLULAIRE EN MOLECULAIRE PATHOLOGIE DEEL A VRAAG 3
15 PUNTEN
Bespreek de rol van het retinoblastoma eiwit bij de normale regulatie van de celcyclus. Geef een voorbeeld hoe een verstoorde werking van dit eiwit aanleiding kan geven tot tumorvorming.
3/8
Naam: ............................................................................................... Academiejaar 2012-2013 10 juni 2012 3e bachelor arts CELLULAIRE EN MOLECULAIRE PATHOLOGIE DEEL A VRAAG 4
15 PUNTEN
Welke verschillende stappen herkent men bij het proces van wondheling?
4/8
Naam: ............................................................................................... Academiejaar 2012-2013 10 juni 2012 3e bachelor arts CELLULAIRE EN MOLECULAIRE PATHOLOGIE DEEL A
VRAAG 5
15pt
In de context van tumoren spreekt men wel van anaplasie. Wat is dit? Geef een 8-tal kenmerken met een korte bespreking.
5/8
Naam: ............................................................................................... Academiejaar 2012-2013 10 juni 2012 3e bachelor arts CELLULAIRE EN MOLECULAIRE PATHOLOGIE DEEL A
VRAAG 6
10pt
Het Phosphate and Tensin Homologue (PTEN) is een bekend tumorsuppressor gen: bespreek de rol van tumorsuppressor genen in het algemeen en van PTEN in het bijzonder.
6/8
Naam: ............................................................................................... Academiejaar 2012-2013 10 juni 2012 3e bachelor arts CELLULAIRE EN MOLECULAIRE PATHOLOGIE DEEL A VRAAG 7
10pt
Bespreek het risico van lood als toxisch agens in het milieu. Welke effecten heeft het op de mens? Wat zijn de voornaamste bronnen.
7/8
Naam: ............................................................................................... Academiejaar 2012-2013 10 juni 2012 3e bachelor arts CELLULAIRE EN MOLECULAIRE PATHOLOGIE DEEL A VRAAG 8
15 pt
Een recente studie naar de ‘Global Burden of Disease’ gebruikt als voornaamste parameter de DALY. Leg uit wat dit is. Bespreek de voornaamste trends wereldwijd in de periode 1990-2010.
8/8
Naam: ............................................................................................... Academiejaar 2012-2013 10 juni 2013 3e bachelor arts CELLULAIRE EN MOLECULAIRE PATHOLOGIE DEEL B
VRAAG 1
15 PUNTEN
a) Welke grote categorieën eicosanoïden ken je? (5 punten) b) Vanaf welke bron worden ze gevormd en wat zijn hun belangrijkste effecten? (5 punten) c)
Geef voorbeelden van hoe farmaca hun productie kunnen wijzigen? (5 punten)
1/8
Naam: ............................................................................................... Academiejaar 2012-2013 10 juni 2013 3e bachelor arts CELLULAIRE EN MOLECULAIRE PATHOLOGIE DEEL B
VRAAG 2
15 PUNTEN
a) Tot welke categorie stoffen behoort CRP en hoe worden de bloedspiegels van deze groep stoffen geregeld? (5 punten) b) Wat is de chemische structuur en biologische functie van CRP? Is er een verband? (5 punten) c) Wat is het diagnostisch nut van CRP en wat zijn de diagnostische beperkingen? (5 punten)
2/8
Naam: ............................................................................................... Academiejaar 2012-2013 10 juni 2013 3e bachelor arts CELLULAIRE EN MOLECULAIRE PATHOLOGIE DEEL B
VRAAG 3 a) Geef
10 PUNTEN 4
verschillende
mechanismen
waardoor
oedeem
(4 punten) b) Vermeld een specifiek voorbeeld van elk. (4 punten) c) Wat zijn de mogelijke klinische uitingen van oedeem? (2 punten)
3/8
kan
ontstaan?
Naam: ............................................................................................... Academiejaar 2012-2013 10 juni 2013 3e bachelor arts CELLULAIRE EN MOLECULAIRE PATHOLOGIE DEEL B
VRAAG 4
15 PUNTEN
a) Wat is de definitie van “embolie”? Wat is het verschil met “trombus”? (5 punten) b) Welke soorten embolieën ken je? (5 punten) c) Wat zijn hun respectievelijke oorzaken en gevolgen? (5 punten)
4/8
Naam: ............................................................................................... Academiejaar 2012-2013 10 juni 2013 3e bachelor arts CELLULAIRE EN MOLECULAIRE PATHOLOGIE DEEL B
VRAAG 5
15 PUNTEN
a) Hoe ontstaat en evolueert atherosclerose? (5 punten) b) Wat zijn de belangrijkste risicofactoren? (5 punten) c) Wat zijn de mogelijke klinische gevolgen? (5 punten)
5/8
Naam: ............................................................................................... Academiejaar 2012-2013 10 juni 2013 3e bachelor arts CELLULAIRE EN MOLECULAIRE PATHOLOGIE DEEL B
VRAAG 6
10 PUNTEN
a) Welke moleculaire vormen van vitamine A ken je en welke functies oefenen ze uit? (5 punten) b) Hoe ontstaat vitamine A deficiëntie en wat zijn de klinische gevolgen? (5 punten)
6/8
Naam: ............................................................................................... Academiejaar 2012-2013 10 juni 2013 3e bachelor arts CELLULAIRE EN MOLECULAIRE PATHOLOGIE DEEL B
VRAAG 7
10 PUNTEN
a) Definieer voor een laboratoriumtest: Diagnostische sensitiviteit? (2 punten) Diagnostische specificiteit? (2 punten) Positieve predictieve waarde? (2 punten) Negatieve predictieve waarde? (2 punten) b) Wordt de positieve predictieve waarde van een test voor een bepaalde aandoening beïnvloed door de prevalentie van de aandoening in de onderzochte populatie? Verklaar. (2 punten)
7/8
Naam: ............................................................................................... Academiejaar 2012-2013 10 juni 2013 3e bachelor arts CELLULAIRE EN MOLECULAIRE PATHOLOGIE DEEL B
VRAAG 8
10 PUNTEN
a) Door welke verschillende mechanismen kan een verhoogde circulerende activiteit van normaal intracellulaire enzymen – gebruikt in de klinische enzymologie – ontstaan? Geef een voorbeeld van elk. (5 punten) b) Welke eigenschappen bepalen of een intracellular enzyme een goede kandidaat is om als circulerende merker gebruikt te worden? (5 punten)
8/8