CCC - Aanpasbare actieve koelplafondunit CCC. Aanpasbare actieve koelplafondunit

20/CCC/0000/0608/NL

CCC Aanpasbare actieve koelplafondunit

• Gecombineerde unit voor koeling, verwarming en

• Afzonderlijk instelbaar toevoerluchtdebiet d.m.v. de

ventilatie, die verzonken in een verlaagd plafond

Halton Air Quality Control (HAQ), voor aanpassing bij

wordt gemonteerd

veranderingen aan de indeling en het gebruik van de

• Bij uitstek geschikt voor ruimten met een hoge

ruimte

koellast, een lage vochtigheidslast en variabele

• Handmatige inregeling of vraaggestuurde regeling

ventilatievereisten

van het toevoerluchtdebiet; vraaggestuurde werking

• De ideale oplossing voor toepassingen waar

d.m.v. luchtregelklep voor toepassingen waarbij een

hoogwaardige omgevingsvoorwaarden, een

constante druk in de kanalen heerst

vraaggestuurde ventilatie en een afzonderlijke

• Een extra luchtdebiet heeft geen invloed op het

ruimteregeling vereist zijn

koel-/verwarmingsvermogen in de kanaalzone

• Typische toepassingen: kantoorruimten, open

waar een constante druk heerst.

kantoren, vergaderruimten, teamruimten, patiëntenkamers, enz.

Productmodellen en accessoires

• Langere levenscyclus dankzij lage lucht- en waterdebieten

• Model met gecombineerde koel- en

• Ingebouwde flexibiliteit voor makkelijke en snelle

verwarmingsbatterij, of model met elektrische

aanpassing van de werking bij verandering van

verwarmingsfolie

ruimte-indeling en -gebruik

• Model met handmatige of gemotoriseerde Halton

• Afzonderlijk instelbare luchtsnelheden dankzij de

Air Quality-regeling (HAQ) of met uitsparing voor

Halton Velocity Control (HVC)

de latere montage van een HAQ-regeling

• Ingebouwde flexibiliteit voor snelle aanpassing bij

• Model met luchtregelklep

verplaatsing van scheidingswanden dankzij de

• Model met geïntegreerde afzuigrozet

Halton Velocity Control

• Model met armaturen voor directe verlichting • Model aangepast aan montage in Dampa-plafond

CCC - Aanpasbare actieve koelplafondunit 36

Pa

W

72

108

144

180

216

252

qv

l/s

10

15

20

25

30

35

288 40

m 3/h

36

54

72

90

108

126

144

Pw

257

318

360

436

NZ/DPtot

B/76

C/96

D/84

D/121

Leff 1200

1500

1800

2100

2400

2700

Lmin/Ld

1,0 / 2,4

5,5 / 3,2

5,0 / 3,0

7,5 / 3,8

Qv-Aq/Pt

38 / 604

42 / 729

38 / 777

28 / 815

Pw

370

405

444

483

565

NZ/DPtot

A/87

B/111

C/108

D/83

D/112

Lmin/Ld

1,0 / 2,6

1,0 / 2,6

6,0 / 3,2

5,0 / 3,0

7,0 / 3,6

Qv-Aq/Pt

41 / 736

45 / 838

38 / 4,5 / 2,6

37 / 928

29 / 989

Pw

402

439

505

579

614

700

NZ/DPtot

A61

B/78

C/79

C/118

D/84

D/106

Lmin/Ld

1,0 / 2,0

1,0 / 2,2

4,5 / 2,6

6,0 / 3,4

5,0 / 3,0

6,5 / 3,2

Qv-Aq/Pt

34 / 719

38 / 821

38 / 918

37 / 1026

38 / 1100

29 / 1159

Pw

612

604

644

661

752

843

NZ/DPtot

A/102

B/103

C/92

D/63

D/85

D/103

Lmin/Ld

1,5 / 2,6

1,0 / 2,4

5,0 / 3,0

4,0 / 2,4

5,0 / 2,8

6,5 / 3,2

Qv-Aq/Pt

44 / 1035

44 / 1062

40 / 1112

33 / 1112

37 / 1267

30 / 1342

Pw

650

641

779

791

802

NZ/DPtot

A/79

B/80

B/122

C/103

D/67

Lmin/Ld

1,5 / 2,4

1,0 / 2,2

860 / 2,6

1008 / 3,0

1018 / 2,4

Qv-Aq/Pt

39 / 1033

38 / 1059

42 / 1260

41 / 1297

34 / 1293

Pw

686

880

820

861

945

948

NZ/DPtot

A/63

A/112

B/101

C/84

C/110

D/71

Lmin/Ld

/ 2,0

/ 2,6

/ 2,4

Qv-Aq/Pt 3000

34 / 1039

46 / 1350

/ 2,6

/ 3,0

/ 2,4

43 / 1305

38 / 1346

37 / 1462

34 / 1479

Pw

922

860

1008

1018

1104

NZ/DPtot

A/91

B/83

B/118

C/94

C/114

Lmin/Ld

/ 2,4

Qv-Aq/Pt

/ 2,0

41 / 1360

Voorgestelde prestatiegegevens zijn met de HVC in positie 3. Indien Lmin >5m, gebruik HVC. Gemiddelde invloed van de HVC tegenover de voorgestelde waarden: positie 2: -15% van Pw en positie 1: -35% van Pw Leff Effectieve lengte, lengte van de batterij, mm Pa Primaire luchtcapaciteit, W Pw Capaciteit batterij, W NZ Nozzel type DPtot Plenumdruk koelbalk, Pa Lmin Minimum hartafstand tussen twee toevoerunits, m Ld Afstand waar de luchtstraal van het plafond los komt, m Qv-Aq HAQ luchtdebiet, l/s Pt Totaal koelvermogen met HAQ

38 / 1314

/ 2,4 44 / 1535

/ 2,6 40 / 1552

Ruimtetemperatuur (Tr) = 24°C Water toevoertemperatuur (Twin) = 15°C Retour watertemperatuur (Twout) = 18°C Toevoer luchttemperatuur (Ta) = 18°C A-gewogen geluidsdrukniveau, gereduceerd door een totaal equivalent absorptieoppervlak van 10m2, dB(A) red 10m2 - sab <35db(A)


/ 3,0 31 / 1613

20/CCC/0000/0608/NL

SNELLE SELECTIE

20/CCC/0000/0608/NL

AFMETINGEN EN GEWICHT

Plaats van de leidingaansluitingen en integratie in ØD

125

Batterijlengte

900,+100,...,3000

L-5

1495, +100, ..., 3595

kg/m

14

verlaagd plafond

Afzuiging Kliksystemen voor montage in Dampa-plafond

MATERIALEN EN AFWERKING ONDERDEEL

MATERIAAL

AFWERKING

OPMERKING

Frontpaneel

Voorgecoat gegalvaniseerd staal

Witte polyester-poedercoating RAL 9010 / 20% glansgraad

Speciale kleuren verkrijgbaar Polyesterepoxy-poedercoating

Zijpanelen

Voorgecoat gegalvaniseerd staal


Speciale kleuren verkrijgbaar Polyesterepoxy-poedercoating

Eindpanelen

Gegalvaniseerd staal


Speciale kleuren verkrijgbaar

Toevoerluchtplenum


Beugels


Batterijleidingen

Koper

Batterijvinnen

Aluminium

Elektrische verwarmingsfolie

Polyesterlaminaat met aluminium geleider

Afzuigrozet


Witte polyesterepoxy-coating RAL 9010

Zie Halton URH-rozet

De koel-/verwarmingsleidingaansluitingen zijn

De kanaalaansluiting voor de toevoerlucht bedraagt

vervaardigd uit Cu15/Cu10 met een wanddikte van 1,0

125 mm.

mm, overeenkomstig de Europese norm EN 1057:1996. De maximale bedrijfsdruk van de koel-/verwarmingskring

Het elektrische verwarmingsfoliesysteem voldoet aan

bedraagt 1,0 MPa.

de eisen van klasse 1 overeenkomstig de EN 60335-1.


20/CCC/0000/0608/NL

Model met armaturen voor directe verlichting

Integratie van een afzuigrozet

PRODUCTOPTIES EN ACCESSOIRES ACCESSOIRE/MODEL

CODE

OMSCHRIJVING

OPMERKING

Gecombineerde koel- en verwarmingsbatterij

TC = H

Batterij met warmwatercirculatie

De diameter van de aansluitingen van de koperen waterleidingen voor koeling en verwarming bedraagt 15/10 mm

Elektrische verwarming

TC = E


Luchtregelklep

FD = Y

MSM-klep

Verwijderbaar via inspectieluikje

Halton Air Qualityregeling (HAQ-regelklep)

AQ = A

Handmatige instelling

HAQ neemt 300 mm van de totale unitlengte in beslag, waardoor de effectieve lengte van de unit afneemt.

AQ = B

Gemotoriseerde instelling. Voeding: 24 VAC. Stuursignaal: 0 ... 10 VDC.

Latere motorisering van HAQ is mogelijk. HAQ neemt 300 mm van de totale unitlengte in beslag, waardoor de effectieve lengte van de unit afneemt.

AQ = R

Uitsparing voor latere motorisering van HAQ

Latere motorisering van HAQ is mogelijk. HAQ neemt 300 mm van de totale lengte van de koelplafondunit~in beslag, waardoor de effectieve lengte van deze laatste afneemt.

Afzuigrozetintegratie

EX = Y

Rozet geïntegreerd in de koelplafondunit

Geïntegreerde afzuigrozet neemt 300 mm van de totale lengte van de koelplafondunit in, waardoor de effectieve lengte van deze laatste afneemt. De rozet bevindt zich in het voorste uiteinde van de koelplafondunit.

Kliksystemen voor montage in Dampaplafond

IO = A

Montage in Dampa-plafond

Verlichtingsarmatuur

LV = Zie productcode

Wattage: 28 W, 35 W, 2 x 21 W

Standaard of dimbaar

Kabels voor verlichtingsarmatuur

CL = Zie productcode

Kabellengte: 1000 mm, 2000 mm, of 3000 mm

Stekkertypeopties: zonder stekker, standaardstekker, Enstonet-stekker, Wieland-stekker

De koelplafondunit kan worden uitgerust met een geïntegreerde afzuigrozet, zodat de unit zowel voor de toevoer als voor de afzuiging van lucht kan worden gebruikt. De geïntegreerde afzuigrozet, die zich in het voorste uiteinde van de unit bevindt, neemt 300 mm van de totale lengte in beslag, waardoor de effectieve lengte overeenkomstig afneemt.


20/CCC/0000/0608/NL

Pos 1 = gesloten positie

Pos 2 = halfopen positie

Pos 3 = open positie

Werking De primaire toevoerlucht stroomt het plenum van de actieve koelplafondunit in. Vandaar wordt ze via nozzels en spleten aan de onderkant van de unit in de ruimte verspreid. De nozzeljets zorgen voor een efficiënte inductie van de omgevingslucht. De geïnduceerde lucht stroomt door de warmtewisselaar, waar ze wordt gekoeld of verwarmd. De toevoerluchtstroom wordt horizontaal langs het plafondoppervlak gericht. Er zijn vier maten nozzels verkrijgbaar, waarmee verschillende luchtdebieten worden verkregen.

in te stellen overeenkomstig het stuursignaal van de ruimteregelaar.

Worppatroon met Halton Air Quality-regeling (HAQ) De toevoerlucht van het Halton Air Quality-rooster wordt via de toevoerspleet van de koelplafondunit ingeblazen. Het HAQ-rooster neemt 300 mm in beslag aan het uiteinde van de koelplafondunit, waar de extra toevoerlucht wordt ingeblazen. De optimale werking van het luchtdebietbeheer vereist de controle van de constante statische druk in de kanaalzone.

In verwarmingsmodus wordt een verschil van maximaal 3 °C aanbevolen tussen de temperatuur van de toegevoerde en de omgevingslucht. De temperatuur van het naar de warmtewisselaar gevoerde water mag niet meer dan 35 °C bedragen. Voor een optimale verwarming moet het voorziene primaire-luchtdebiet worden bereikt. Tijdens de verwarmingsperiodes zal de luchtbehandelingunit werken om een doeltreffende verwarming te garanderen. De CCC-koelplafondunit is ontworpen voor verzonken montage in een verlaagd plafond.

Voor de regeling van de luchtkwaliteit van een ruimte kan bijv. een CO2-sensor worden gebruikt als de temperatuur van de omgevingslucht afzonderlijk wordt geregeld door het waterdebiet in te stellen. Er kan ook gebruik gemaakt worden van een temperatuurvoeler voor de luchtkwaliteitregeling; hierbij wordt eerst het luchtdebiet gemoduleerd, waarna de waterklep wordt geopend wanneer de temperatuur het instelpunt overschrijdt.

Het koel- en verwarmingsvermogen van de koelplafondunit wordt geregeld door het waterdebiet


20/CCC/0000/0608/NL

Snelheidsregeling in de leefzone

Luchtdebietregeling

Wanneer de indeling van de ruimte wordt veranderd

De optionele Halton Air Quality-regeling (HAQ) wordt

(bijvoorbeeld wanneer zich naast de koelplafondunit

gebruikt om het debiet van de toegevoerde lucht in de

een scheidingswand bevindt) of wanneer plaatselijke

ruimte aan te passen en/of te regelen. De regeling van

individuele luchtsnelheden bijgesteld moeten

het luchtdebiet is noodzakelijk als er veranderingen

worden, kunnen de luchtsnelheden in de ruimte

aan de indeling of het gebruik van de ruimte worden

met behulp van de Halton Velocity Control (HVC)

aangebracht (bijv. wanneer een kantoorruimte tot

worden aangepast. De HVC-inregeling heeft invloed

vergaderruimte wordt omgevormd). Het luchtdebiet

op de geïnduceerde omgevingslucht die door de

kan met de hand worden aangepast of automatisch,

warmtewisselaar stroomt: ze verhoogt of verlaagt

op basis van de vraag, d.m.v. een gemotoriseerde

zowel de luchtsnelheden in de leefzone als het koel-/

regelklep.

verwarmingsvermogen van de koelplafondunit.

Een koelplafondunit uitgerust met een handmatige

Met HVC kan de luchtsnelheid handmatig op een van

HAQ-regeling kan later met een gemotoriseerde

de volgende posities worden ingesteld: 1 = gesloten

vraaggestuurde regeling worden uitgerust.

positie, 2 = halfopen positie en 3 = open positie. De

De HAQ-regeling heeft geen invloed op het koel- of

HVC-klep bestaat uit verschillende delen, zodat de

het verwarmingsvermogen van de batterijen.

voorwaarden in verschillende delen van de leefzone

De vraaggestuurde luchtkwaliteitregeling en de

kunnen worden ingesteld.

regeling van de omgevingstemperatuur kunnen

Het verdient aanbeveling de koelplafondunit in de

afzonderlijk worden uitgevoerd.

halfopen positie te ontwerpen, zodat zowel de

Het aanzicht van verschillende units – met constant,

gesloten als de open positie mogelijk is gedurende de

instelbaar of variabel debiet – is identiek.

levenscyclus van het gebouw.


20/CCC/0000/0608/NL

γ

γ

γ

γ

Lichtverspreidingscurven Eigenschappen van de verlichtingsarmaturen

De koelplafondunits met verlichtingsarmaturen zijn uitgerust met optica geschikt voor ruimten waarin

Lamp T5

W

21

28

35

is de unit uitgerust met de verlichtingsarmaturen

Lampen/ verlichtingsarmatuur

stuks

1

1

1

voorzien van fluorescentielampen. Op verzoek kan het

Lichtstroom

lm

1900

2600

3300

0.74

0.70

0.72

met beeldschermen wordt gewerkt. Bij levering

aansluitsnoer met een gemonteerde stekker worden

Lichtrendement

geleverd. De verlichtingsarmaturen worden geleverd

Voorschakelapparaat

met een standaard of een dimbaar elektronisch voorschakelapparaat.

Bedradingschema

1. Aansluiting met standaard elektronisch voorschakelapparaat (HF) 2. Aansluiting met dimbaar elektronisch voorschakelapparaat (HFR)


elektronisch elektronisch elektronisch

koelplafondunit CCC Verlichtingsarmatuurtype

CCC met afzuigrozet W

21

Lengte verlichtingsarmatuur

mm

900

Batterijlengte

mm

878

28

35

Verlichtingsarmatuurtype

W

21

28

35

1200

1500

Lengte verlichtingsarmatuur

mm

900

1200

1500

1178

1478

Batterijlengte

mm

878

1178

1478

Totale lengte koelplafondunit Eén stuk

Twee stuks

Totale lengte koelplafondunit

1600

1

-

-

1700

1

-

-

Eén stuk

1200

-

-

-

1300

-

-

-

1720

1

-

-

1400

-

-

-

1800

1

-

-

1500

-

-

-

1900

1

1

-

1600

-

-

-

2000

-

1

-

1700

-

-

-

2100

-

1

-

1720

-

-

-

2200

-

-

1

1800

1

-

-

2300

-

-

1

1900

1

-

-

2400

-

-

1

2000

-

1

-

2500

-

-

-

2600

-

-

-

2700

-

-

-

2800

-

-

-

2900

-

-

-

3000

-

-

-

Twee stuks

2100

-

1

-

2200

-

1

-

2300

-

-

1

2400

-

-

1

2500

-

-

-

2600

-

-

-

3100

-

-

-

2700

-

-

-

3200

-

-

-

2800

-

-

-

3300

-

-

-

2900

-

-

-

3400

2

-

-

3000

-

-

-

3500

2

-

-

3100

-

-

-

3600

2

-

-

3200

-

-

-


3300

-

-

-

3400

2

-

-

3500

2

-

-

3600

2

-

-

20/CCC/0000/0608/NL

Aantal verlichtingsarmaturen in een

20/CCC/0000/0608/NL

Kanaalmontage van de afzuigrozet Handmatige HAQ-regeling vervangen door gemotoriseerde HAQ-regeling


Montage

Kanaalmontage van de afzuigrozet Opmerking: URH + S is niet mogelijk

De actieve CCC-koelplafondunit kan langs de korte of de lange zijde van plafonds worden gemonteerd. Bij het bepalen van de montagerichting voor de unit dient er rekening gehouden te worden met de plaats van de toevoerlucht- en waterkringaansluitingen. De unit kan rechtstreeks aan het plafondoppervlak worden bevestigd (H1 = 220 mm), of kan worden opgehangen met behulp van schroefstangen (8 mm). Beide zijden van de koelplafondunit zijn voorzien van verschuifbare beugels. Het verdient aanbeveling de beugels op een afstand van een kwart van de unitlengte (L/4) van het uiteinde van de koelplafondunit te bevestigen. Monteer de hoofdleidingen van de koel- en verwarmingswaterkringen boven het niveau van de koelplafondunit, zodat de leidingen kunnen worden ontlucht. De kanaalaansluiting van de koelplafondunit bevindt zich aan dezelfde kant als de leidingaansluitingen. De kanaalaansluiting kan makkelijk ter plaatse en zonder gebruik van speciale gereedschappen aan de andere kant van de unit worden voorzien. In het voorste uiteinde, vóór het aansluitplenum van het luchttoevoerkanaal, kan een optionele afzuigrozet worden gemonteerd. De luchttoevoerkanalen kunnen alleen links en rechts worden aangesloten. Voor de integratie van een afzuigrozet moet de koelplafondunit 300 mm langer zijn.

Handmatige HAQ-regeling vervangen door gemotoriseerde HAQ-regeling Voeding: 24 VAC. Stuursignaal: 0 ... 10 VDC Zie de montage-instructies onder de tab Documenten voor meer informatie. Installatie- en veiligheidsinstructies voor de elektrische verwarming Ontwerpcriteria eindkring (de strengste moeten worden toegepast): • Het totale vermogen van één enkele eindkring mag niet meer bedragen dan 2000 W • Het totale aantal koelplafondunits in één enkele eindkring mag niet meer dan 6 stuks bedragen Elektrische aansluitingen: • De koelplafondunits moeten worden aangesloten op een aardverbinding (PE) • De eindkring moet worden uitgerust met een zekering van max. 10 A • De voeding moet worden beveiligd d.m.v. een aardfoutschakelaar 30 mA Werking: • De stroomvoorziening voor de elektrische verwarming wordt uitgeschakeld als er geen lucht door de koelplafondunit stroomt (bijv. als de luchtbehandelingunit uitgeschakeld of de brandklep gesloten is)


20/CCC/0000/0608/NL

Inregelen Luchtdebiet nozzel qv1

Koeling Het aanbevolen koelwaterdebiet bedraagt 0,02 –

q v = k * l eff *

0,10 kg/s, wat tot een temperatuurstijging van 1 - 4 °C in de warmtewisselaar leidt. Om condensatie te

∆pm

vermijden, wordt een toevoerwatertemperatuur van 14

leff

lengte van de batterij

- 16 °C aanbevolen voor de warmtewisselaar.

DPm

gemeten statische plenumdruk, Pa

Verwarming

Nozzel

k (l/s)

k (m 3/h)

Het aanbevolen verwarmingswaterdebiet bedraagt

A

0,74

2,66

0,01 – 0,04 kg/s, wat tot een temperatuurdaling van 5 -

B

0,96

3,45

15 °C in de warmtewisselaar leidt.

C

1,26

4,54

De maximale temperatuur van het toevoerwater voor

D

1,78

6,41

de warmtewisselaar bedraagt 35 °C. Regeling en instelling van waterdebieten Het waterdebiet van de koelplafondunit wordt geregeld d.m.v. inregelkleppen die zich aan de uitgangzijde van de koel- en verwarmingswaterkringen bevinden. Het koel- en verwarmingsvermogen van de koelplafondunit wordt ingesteld door het waterdebiet

Luchtkwaliteitregelrooster luchtdebiet qv2

te regelen. Het waterdebiet kan worden geregeld met behulp van een OPEN/DICHT-klep of een 2- of 3-wegklep met proportionele werking.

qv = a / k *

∆pm

Inregeling van het toevoerluchtdebiet Iedere koelplafondunit kan worden uitgerust met

a

HAQ-positie

een regelklep waarmee het toevoerluchtdebiet

DPm

gemeten statische plenumdruk, Pa

snel en nauwkeurig kan worden ingeregeld. Sluit een manometer aan op de meetnippel en meet de statische druk in de koelplafondunit. Het luchtdebiet wordt berekend aan de hand van de onderstaande formule.

k (l/s)

k (m 3/h)

2,5

0,69

Totaal luchtdebiet qv qv = qv1 + qv2


20/CCC/0000/0608/NL

Instelling van het luchtdebietbereik voor toepassingen met variabel luchtdebiet Schakel de voeding van de actuator uit. Bepaal de maximum- en minimumposities, uitgedrukt in millimeter, die overeenstemmen met de maximale en minimale luchtdebieten bij het actuele drukniveau. De maximum- en minimumposities worden mechanisch ingesteld. Plaats de actuator in de tijdelijke opheffingspositie door de knop te deblokkeren (1) en zo de handmatige werking mogelijk te maken. A. De maximumpositie van de HAQ-regelklep wordt ingesteld door de begrenzingschroef (2) in de richting van de wijzers van de klok te draaien voor een grotere opening en tegen de wijzers van de klok in voor een kleinere opening. Draai de borgmoer aan (3). B. De minimumpositie wordt eveneens ingesteld d.m.v. een moer (4). Schakel de voeding (24 VAC) van de actuator in. De actuator zorgt automatisch voor het kalibreren van de minimum- en maximumposities overeenkomstig de ingestelde grenzen. Daarna kan de actuator worden gestuurd d.m.v. een stuursignaal van 0 -.10 VDC. (0 VDC = min.positie, 10 VDC = max.positie)

manometer. Het luchtdebiet wordt berekend aan de hand van de onderstaande formule en de k-factors uit de tabel. Na de inregeling dient de centrale conus met behulp van de borgmoer geblokkeerd te worden.

Onderhoud CODE 1 2 3 4 5 6

Open het frontpaneel van het toevoerluchtplenum, het kanaal en de warmtewisselaar. Bij units van meer dan 2400 mm lang kan het frontpaneel in twee delen worden geopend. Reinig het toevoerluchtplenum en de vinelementen van de warmtewisselaar met behulp van een stofzuiger; zorg ervoor de vinelementen niet te beschadigen. Reinig het frontpaneel en, indien nodig, de zijpanelen met behulp van een vochtige doek.

Inregeling van het afzuigluchtdebiet De rozet wordt ingeregeld door de centrale conus te verdraaien. Meet (a) de openingspositie (in mm) van de centrale conus. Halton kan een speciaal instrument leveren voor de nauwkeurige meting van de openingspositie. Plaats een druksonde in de rozet en meet de differentiaaldruk met behulp van een

qv = k *

OMSCHRIJVING Frontpaneel Zijpaneel Toevoerluchtaansluiting Plenumbox Warmtewisselaar Inspectieluikje

Ook de regelklep kan worden gereinigd door het frontpaneel te openen. Controleer regelmatig de werking van de luchtregelklep (indien van toepassing) en van de waterregelafsluiter. Het kanaal kan worden gereinigd via het inspectieluikje (145 x 131 mm). Open het inspectieluikje door de schroeven los te draaien.

∆pm

Als u het frontpaneel opent, dient u te letten op de kabels van de units die met geïntegreerde verlichtingsarmaturen zijn uitgerust.


om het kanaal te kunnen reinigen.

De actieve koelplafondunit is voorzien van

De luchttoevoer is van het één- of tweezijdige type.

geïntegreerde recirculatieopeningen in het

De actieve koelplafondunit is 595 mm breed en 220 mm

geperforeerde frontpaneel. Het geïnduceerde-

hoog.

omgevingsluchtdebiet kan met de hand op drie

De diameter van het inlaatkanaal van de actieve

posities worden ingesteld zonder het primaire-

koelplafondunit bedraagt 125 mm.

luchtdebiet te beïnvloeden.

De plaats van de kanaalaansluiting kan zonder speciale gereedschappen worden veranderd.

Het debiet van de toegevoerde lucht kan met de hand

Het frame, het frontpaneel en de zijpanelen zijn

worden ingesteld d.m.v. een luchtregelklep.

vervaardigd uit gegalvaniseerde staalplaat.

Het primaire-luchtdebiet kan, binnen een ruim bereik,

Alle zichtbare delen zijn voorzien van een witte

worden ingesteld met behulp van een toevoerluchtunit

poedercoating (RAL 9010) met een glansgraad van 20%.

die in de koelplafondunit geïntegreerd is. De instelling

Alle leidingen zijn vervaardigd uit koperbuizen met een

van het luchtdebiet heeft geen invloed op het

wanddikte van 1,0 mm.

geïnduceerde luchtdebiet dat door de batterij stroomt

De vinnen zijn vervaardigd uit aluminium.

wanneer de statische druk constant gehouden wordt

Optioneel kan een verwarming in de warmtewisselaar

(optioneel).

worden geïntegreerd d.m.v. twee leidingen van 10 mm die in serie worden aangesloten.

Koelplafondunits die uitgerust zijn met een handmatig

Optioneel kan een elektrische verwarming worden

instelbare luchtregelklep kunnen later worden

geïntegreerd d.m.v. verwarmingsfoliemodules.

uitgerust met een gemotoriseerde luchtregelunit

De elektrische verwarming beïnvloedt zowel de primaire-

(optioneel).

toevoerluchtstroom als de luchtstroom in de ruimte. De elektrische verwarmingselementen kunnen - met

De regeling van het toevoerluchtdebiet heeft geen

behulp van het gebruikelijke gereedschap - makkelijk

invloed op het koel- en verwarmingsvermogen van de

als complete modules worden vervangen: het volstaat

batterijen.

het frontpaneel van de koelplafondunit te openen. De

De koelplafondunit met instelbaar luchtdebiet is

koelbatterij hoeft niet losgekoppeld te worden.

voorzien van één enkele kanaalaansluiting.

Alle verbindingsnaden zijn gesoldeerd en zijn in de

De koelplafondunits met constant luchtdebiet en met

fabriek onder druk getest.

instelbaar luchtdebiet zien er identiek uit.

De maximale bedrijfsdruk van het leidingwerk bedraagt 1,0 MPa.

De koelplafondunit kan optioneel worden

De actieve koelplafondunit wordt voorzien van een

uitgerust met een geïntegreerde verzonken

meetnippel voor de meting van het luchtdebiet en kan

verlichtingsarmatuur.

optioneel worden voorzien van een luchtregelklep.

De verlichtingsarmaturen zijn van het T5 HF-type (HF =

Optioneel kan een afzuigrozet in de koelplafondunit

hoge frequentie) en zijn voorzien van CAT 2-reflectoren

worden geïntegreerd.

die geschikt zijn voor gebruik in kantooromgevingen. Ze zijn uitgerust met elektronische of dimbare

Actieve koelplafondunits worden beschermd d.m.v.

voorschakelapparaten.

een verwijderbare plasticfolie en worden afzonderlijk in een plastic zak verpakt geleverd.

Het frontpaneel kan langs beide kanten worden

De kanaalaansluiting en de leidinguiteinden zijn

geopend en verwijderd om het algemene onderhoud

afgedicht tijdens het transport.

en een makkelijke reiniging mogelijk te maken.

De actieve koelplafondunits kunnen worden

Het frontpaneel kan zonder speciale gereedschappen

geïdentificeerd aan de hand van een serienummer dat

worden verwijderd.

op de etiketten is gedrukt; deze laatste worden zowel op de actieve koelplafondunit zelf als op de plastic verpakking aangebracht.


20/CCC/0000/0608/NL

De koelplafondunit is voorzien van een inspectieluikje

Beschrijving

EX = afzuiging

CCC/S-E-L-C S = uitblaasrichting en nozzeltype

N

Nee

A

URH

A

Tweezijdig / nozzel 1

B


IO = montageoptie

C


N

Geen

D


A

Dampa-plafond

E

Eenzijdig / rechts / nozzel 2

F


LV = type directe verlichting

G


N

Zonder verlichting

J

Eenzijdig / links / nozzel 2

1C

1 x lamp 28 W Halton, standaard

K


1D


M


1E


1H

1 x lamp 28 W Halton, dimbaar

E = kanaalaansluiting/kanaalmaat/klep

1J


S2N

Recht / 125 / Zonder regelklep

1K


S2D

Recht / 125 / Met regelklep

2C


R2N

Rechts / 125 / Zonder regelklep

2D


R2D

Rechts / 125 / Met regelklep

2E


L2N

Links / 125 / Zonder regelklep

2H


L2D

Links / 125 / Met regelklep

2J


2K


L = totale lengte

CL = snoerlengte en stekkertype

1500,+100,..,3600

N

Geen snoer

C = effectieve lengte (koelbatterij)

A1

1000 mm zonder stekker

A2


A3


B1

1000 mm met standaardstekker

B2


H = hoogte

B3


C1

1000 mm met Enstonet-stekker

C2


TC = koel-/verwarmingsfuncties (batterijtype)

C3


Koeling

D1

1000 mm met Wieland-stekker

900,+100,..,3000

Speciale maten en accessoires

220 mm

C

H

Koeling en verwarming

D2


E

Koeling en elektrische verwarming

D3


ZT = speciaal

CO = kleur

W

Wit

N

Nee

X

Speciale kleur

J

Ja

Codevoorbeeld

AQ = luchtkwaliteitregeling

A

Handmatig

B

Gemotoriseerd

CCC/A-S2N-3000-2400, H=220,TC=C,CO=W,

R

Latere motorisering mogelijk

AQ=A,EX=N,IO=N,LV=N,CL=N


20/CCC/0000/0608/NL

Productcode

CCC - Aanpasbare actieve koelplafondunit CCC. Aanpasbare actieve koelplafondunit

Recommend Documents