Cardiologie Zorgwijzer bij hartfalen INHOUD
Pagina
Inleiding
2
Wat is hartfalen Klachten en symptomen
3 3
Het doel van de hartfalenpoli Spreekuren en telefonische bereikbaarheid
4 4
Behandeling hartfalen Adviezen De mensen om u heen
5 5 5
Medicijnen…werking en bijwerkingen Aandachtspunten Tips voor medicijngebruik
6 8 8
Voeding en vocht Minder zout en toch lekker eten
9 9
Gezonde voeding bij hartfalen
10
Vochtbeperking Gewicht Eetlust Stoelgang
13 15 15 15
Dagelijkse activiteiten en beweging
16
Sport, reizen, seksualiteit en werken
17
Belangrijke adressen
19
17-06-2014
1
INLEIDING De cardioloog heeft bij u de diagnose hartfalen gesteld. Daarom krijgt u tijdens uw opname in het ziekenhuis of bij uw eerste bezoek aan de hartfalenpolikliniek deze zorgwijzer. De map is ontwikkeld om u goed te informeren en u te ondersteunen tijdens de behandeling. Deze zorgwijzer is uw eigendom en blijft ook in uw bezit. Het is als een naslagwijzer te beschouwen die u thuis kunt gebruiken. Voor een bezoek aan uw hulpverleners en voor het noteren van uw gewicht en uw eventuele vragen, gebruikt u uw dagboek. Een goed bijgehouden dagboek is trouwens een belangrijk hulpmiddel om de zorgverlening zo goed mogelijk te laten aansluiten op uw persoonlijke omstandigheden. Hulpmiddel In deze zorgwijzer vindt u informatie die op dit moment voor u van belang is. Naast informatie over het hartfalen vindt u ook praktische tips, die een gunstige invloed hebben op uw gezondheid. Alle betrokkenen, zoals uw partner, familie en vrienden kunnen deze informatie nalezen en u zo gemakkelijker begrijpen en helpen. Deze zorgwijzer is een hulpmiddel en kan nooit het professionele advies van uw hulpverleners vervangen. Zij blijven altijd de aangewezen personen waaraan u uw vragen kunt stellen.
17-06-2014
2
WAT IS HARTFALEN? Het hart is een orgaan dat continu bloed rondpompt om het lichaam te voorzien van voeding en energie. Het hart is een krachtige spier en pompt in rust vijf tot zes liter bloed per minuut rond. Dit kan tijdens inspanning oplopen tot twintig liter per minuut. Bij hartfalen is de pompkracht van het hart zwakker dan normaal waardoor het hart niet meer in staat is voldoende bloed te laten circuleren. Het lichaam krijgt onvoldoende zuurstofrijk bloed en het vocht hoopt zich op in de longen en weefsels. Lopen, boodschappen dragen of de trap oplopen kan moeilijker worden. U kunt last hebben van kortademig of een moe gevoel. Er kunnen verschillende oorzaken zijn die leiden tot een verminderde pompfunctie. De meest voorkomende oorzaken van hartfalen zijn: - een hartinfarct; - een hoge bloeddruk; - een lekkage of vernauwing van de hartkleppen; - hartspierziekten. Hartfalen is een chronische aandoening van het hart. Het gaat niet meer over. Klachten en symptomen Hartfalen kan in meer of mindere mate gevolgen hebben voor uw dagelijkse leven. Klachten die op de voorgrond treden bij hartfalen zijn onder meer: Kortademigheid - door te hoge druk of vocht in de longen, met name bij inspanning (soms ook in rust) of bij platliggen; - ’s nachts kortademig wakker worden, onrustig slapen; - last van een droge kuchhoest, vooral bij platliggen; - gevoel van verkoudheid. Vocht vasthouden - Uw gewicht neemt toe; u kunt last krijgen van dikke voeten, enkels, benen of een opgezette buik. Of uw gewicht blijft gelijk bij een verminderde eetlust. Dit kan tot de volgende symptomen lijden: - schoenen of kleren gaan strakker zitten, de broekriem moet twee gaatjes wijder of u heeft constant een vol gevoel; - ’s nachts vaker plassen; - moeheid, lusteloosheid, zwakte; - duizeligheid; - misselijkheid, met een opgezette buik die pijnlijk en gevoelig is, overgeven; - verminderde eetlust; - grauwe kleur van de huid, blauwe lippen of nagels; - hartkloppingen, snelle hartslag; - minder concentratievermogen, verwardheid, onrust; - moeizame stoelgang; - koude handen en voeten door verminderde bloedcirculatie. Het doel van de hartfalenpoli Op de hartfalen poli krijgt u praktische informatie, ook over de nazorg. U kunt er eventuele problemen bespreken en er worden medische controles uitgevoerd. Praktische informatie U krijgt informatie over uw ziekte en over de gevolgen daarvan in het dagelijks leven. Dit betreft onder meer het medicijngebruik, leefregels en het volgen van een dieet. Veel hartfalenpatiënten vinden het prettig om iemand mee te nemen naar het spreekuur van de hartfalenverpleegkundige, want twee horen meer dan één.
17-06-2014
3
Bespreken van problemen U kunt eventuele problemen die u of uw partner ten gevolge van uw ziekte ervaren bespreken. Hierbij kunt u onder andere denken aan onzekerheid of angst die het gevolg is van uw hartaandoening. Informatie over nazorg De mogelijkheid op het gebied van hartfalenrevalidatie of andere vormen van nazorg kunnen op het spreekuur aan de orde komen. Medische controle De hartfalenverpleegkundige meet bij elk polibezoek de bloeddruk, pols en gewicht. U wordt eveneens gecontroleerd op het vasthouden van vocht. Indien nodig volgt er een laboratoriumonderzoek. Spreekuren en telefonische bereikbaarheid Elke werkdag houdt een hartfalenverpleegkundige telefonisch spreekuur van 8.30 uur tot 9.00 uur via nummer 010-893 93 93. Van 9.00 uur tot 16.00 uur kunt u ons ook bellen, maar omdat wij dan spreekuur hebben, kunt u de voicemail krijgen. Spreek dan uw naam en telefoonnummer in. Wij bellen u dan zo snel mogelijk terug. Neemt u bij de eerste afspraak met de hartfalenverpleegkundige uw medicijnkaart en al uw medicijnen mee?
17-06-2014
4
BEHANDELING VAN HARTFALEN De basis van de behandeling bestaat uit medicijnen, aanpassing van het eet- en drinkpatroon en aanpassing van de leefgewoonten. Het is belangrijk u zelf goed te controleren op het vasthouden van vocht en op klachten die op een verergering van het hartfalen kunnen wijzen. Daarbij is het zaak op tijd te waarschuwen! Enkele adviezen Onderzoek uw leefgewoonten. De volgende veranderingen kunnen uw klachten verminderen en de kwaliteit van uw leven verbeteren: - zorg dat u overgewicht kwijtraakt; - stop met roken; - drink geen alcohol; - gebruik geen drugs; - zorg voor dagelijkse lichaamsbeweging (zie blz 16/17); - haal ieder jaar een griepprik; - vermijd zoveel mogelijk stress; - neem contact op met de huisarts bij koorts, diarree, braken en andere infecties. De mensen om u heen Hartfalen heeft niet alleen een grote invloed op u, maar ook op de mensen om u heen. Uw familie, vrienden en kennissen kunnen van grote waarde zijn bij het omgaan met hartfalen. Probeer daarom met hen in gesprek te gaan hierover. Zij zijn met name van belang wanneer u zich gaat aanpassen aan een nieuwe levensstijl en de daarmee samenhangende emotionele situatie. Laat hen weten hoe ze u kunnen helpen. Zij kunnen met u meedenken en u helpen met bijvoorbeeld het gebruik van de medicijnen, het aanpassen van de voeding en de dagelijkse activiteiten.
17-06-2014
5
MEDICIJNEN BIJ HARTFALEN Medicijnen kunnen erg veel effect hebben op de kwaliteit van leven. Het is belangrijk om de medicijnen nauwkeurig en volgens voorschrift in te nemen. Stop nooit zonder overleg met de medicijnen. Bij problemen of vragen kunt u contact opnemen met de hartfalenverpleegkundige. De meest gebruikte medicijnen zijn: ACE-remmers Deze medicijnen zijn vaatverwijders: het bloed kan gemakkelijker worden weggepompt, waardoor de bloedsomloop verbetert. Het bevordert de urineproductie en verlaagt de bloeddruk. Bijwerkingen: soms prikkelhoest, duizeligheid kan optreden aan het begin van de behandeling, een enkele keer huiduitslag. Enkele namen zijn: captopril (Capoten) quinapril (Acupril) enalapril (Renitec) perindopril (Coversyl) lisinopril (Zestril) fosinopril (Newace) Angiotensine II blockers Deze medicijnen zijn vaatverwijders en werken op de vaatwand. De bloedvaten kunnen zich beter verwijden, zodat het hart minder belast wordt. Wordt ook wel voorgeschreven als de ACE-remmer niet wordt verdragen. Bijwerkingen: hoofdpijn, duizeligheid. Enkele namen zijn: irbesartan (Aprovel) losartan (Cozaar) valsartan (Diovan) candesartan (Atacand) Diuretica Dit zijn medicijnen die de urineproductie in sterke mate bevorderen. Ze worden gebruikt bij vochtophoping in het lichaam (oedeem). Het verlaagt de bloeddruk. Bijwerkingen: duizeligheid bij opstaan, tekort aan kalium in het bloed, spierkramp, huiduitslag, jicht, droge mond. Enkele namen zijn: furosemide (Lasix) bumetanide (Burinex) Kaliumsparend diureticum: spironolacton (Aldacton) TIP: bij 2x per dag neemt u het laatste tablet vóór 17.00 uur, dan is het plastablet uitgewerkt voor u gaat slapen. Digoxine (Lanoxin) Dit medicijn zorgt ervoor dat de hartspier rustiger maar krachtiger samentrekt, met name bij boezemfibrilleren. Bijwerkingen: misselijkheid, minder eetlust, soms braken, diarree, verwardheid, hartkloppingen, wazig zien, soms kleuren of zwarte vlekken zien. Anti-aritmica Deze geneesmiddelen onderdrukken de ritmestoornissen van het hart. Ritmestoornissen kunnen voorkomen bij hartfalen. Bijwerkingen: overgevoeligheid voor zonlicht, hoofdpijn, moeheid, neerslachtigheid, langzame hartslag, maagklachten. Een naam is: amiodarone (Cordarone)
17-06-2014
6
Beta-blokkers Deze medicijnen vertragen de hartslag waardoor het hart zich beter kan vullen en het verlaagt de bloeddruk. Hierdoor kan het hart efficiënter pompen. Bijwerkingen: duizeligheid, langzame hartslag, slapeloosheid, dromen, moeheid, koude handen/voeten en bij mannen soms erectieproblemen. Enkele namen zijn: bisoprolol (Emcor) carvedilol (Eucardic) metroprolol (Selokeen) nebivolol (Nebilet) Nitraten Deze medicijnen zetten de aders wijd open, zodat het hart minder hard hoeft te pompen en ook het hart zelf beter doorbloed wordt. Ze worden gebruikt bij de behandeling van pijn op de borst, maar ook bij een verminderde pompfunctie van het hart. Bijwerkingen:bij starten van behandeling hoofdpijn, duizeligheid. Enkele namen zijn: isosorbidemononitraat (Monocedocard, Promocard) nitroglycerine (Deponit of Minitran pleisters, nitro spray). Cholesterolsyntheseremmers Dit is een cholesterolverlagend middel dat wordt aangeraden samen met een vetarm dieet te gebruiken. Het middel werkt beter als het wordt ingenomen vóór het slapen gaan. (Crestor en Lipitor mogen ’s morgens ingenomen worden). Bijwerkingen: soms hoofdpijn, obstipatie en slaapstoornissen. Enkele namen zijn: atorvastatine (Lipitor) pravastatine (Selektine) simvastatine (Zocor) rosuvastatine (Crestor) Plaatjesremmers De belangrijkste eigenschap van deze medicijnen is bloedverdunning waardoor een betere doorstroming in het hart en bloedvaten plaatsvindt. Bijwerkingen: verhoogde kans op blauwe plekken en bloedneuzen. Enkele namen zijn: acetylsalisylzuur (Ascal, Aspirine) clopidogrel (Plavix) Bloedverdunners Deze medicijnen onderdrukken diverse stollingsmechanismen in het bloed, zodat het ontstaan van bloedpropjes in hersenen of kransslagaderen wordt voorkomen. Bijwerkingen: Verhoogde kans op blauwe plekken, bloedneuzen en ongewone bloedingen. De werking wordt versterkt door alcoholgebruik. Regelmatige controle van het bloed (hoe dik/dun is het bloed) door de trombosedienst is noodzakelijk voor de juiste dosering van het medicijn. Enkele namen zijn: acenocoumarol (Sintrom) fenprocoumaron (Marcoumar) Aandachtspunten Medicijnen die worden afgeraden bij mensen met hartfalen zijn bepaalde ontstekingsremmende pijnstillers (NSAID’S). Deze medicijnen kunnen door verslechtering van de nierfunctie leiden tot vocht vasthouden. Deze medicijnen kunnen de klachten van hartfalen in korte tijd ernstig doen toenemen. Paracetamol als pijnstiller kan zonder probleem worden gebruikt. Enkele namen van pijnstillers die u beter niet kan gebruiken zijn: diclofenac (Voltaren) ibuprofen (Brufen, Aleve, Advil) 17-06-2014
7
naproxen (Naprosyne) Tips voor medicijngebruik Neem de medicijnen op vaste tijden in. Bij de plastablet is het mogelijk deze later op de ochtend in te nemen bijvoorbeeld als u op visite wilt gaan of om andere reden uw huis uit gaat. Vergeet dan niet het tablet alsnog in te nemen als u thuis bent. Gebruik eventueel een medicijnverdeeldoos (weekdoos). Neem alle medicijnen mee als u naar de dokter gaat. Medicijn(en) vergeten in te nemen? Gebruikt u dit medicijn 1x per dag dan kunt u het medicijn later innemen. Maar gebruikt u het medicijn 2 tot 4 x per dag dan mag u het medicijn niet innemen op het volgende tijdstip van inname.
17-06-2014
8
VOEDING EN VOCHT Als gevolg van de verminderde pompfunctie van het hart kunnen er problemen zijn waarbij voeding een belangrijke rol speelt: - vocht vasthouden; - overgewicht; - verminderde eetlust; - moeizame stoelgang (obstipatie). Vocht vasthouden Zout houdt vocht vast in het lichaam. Daarom is het belangrijk zuinig met zout om te gaan. Doet u dit niet dan kunnen uw voeten, enkels, benen en buik opzetten en kunt u last krijgen van kortademigheid. Dit betekent een extra belasting van het hart. Neemt dit ernstige vormen aan dan kán het uitmonden in een ziekenhuisopname. Zie ook pagina 13. Zoutbeperking Waar zit zout in? Het zout dat ons lichaam nodig heeft zit van nature al in ons voedsel. Het zout dat wij daaraan toevoegen is overbodig en soms zelfs schadelijk voor onze gezondheid. Zeezout, steenzout en selderiezout bevatten evenveel natrium als keukenzout. Door de fabrikanten wordt veel zout aan producten toegevoegd om de smaak te verbeteren en de houdbaarheid te verhogen. Zoals bijvoorbeeld in: brood, kaas, vleeswaren en kant-en-klaar producten/maaltijden. Producten die van zichzelf al veel zout bevatten worden afgeraden zoals: - Smaakmakers: sambal, ketjap, maggi. - Kant-en-klaar producten: sauzen, soepen, bouillon, salades, rookworst en hamburgers. - Snacks: bitterballen, kroketten, frikadel, pizza. Kijk op de verpakking of in het product zout (natrium) voorkomt. - Drop wordt ook afgeraden omdat naast zout een stof (glycyrrhizine) wordt toegevoegd die de kaliumuitscheiding verhoogt. Als u naast drop ook een plastablet gebruikt, versterken drop en het plastablet elkaars werking in de kaliumuitscheiding. Daarom wordt het eten van zowel zoete als zoute drop afgeraden. Minder zout en toch lekker eten - Bouw het zoutgebruik geleidelijk af, minder zout is even wennen. - Breng het eten op smaak met behulp van kruiden en specerijen, zoals bieslook, peterselie, basilicum, tijm, oregano, munt, nootmuskaat, kaneel, kerrie, peper, paprikapoeder, gemberpoeder en Indische specerijen zoals djinten, kardemon, ketoembar, koenjit, laos of sereh. - Ook een uitje, citroensap, azijn of een teentje knoflook geven extra smaak aan uw gerecht. - U kunt uw brood beleggen met vleeswaren die weinig zout bevatten, zoals rosbief, fricandeau, kipfilet, kalkoenfilet of natriumarme vleeswaren, zoet beleg, groente zoals tomaat, komkommer, radijs en fruit zoals appel, peer, banaan en aardbeien. - Diepvriesgroente (indien niet door de fabrikant op smaak gebracht) bevat meestal geen zout, in tegenstelling tot groenten in blik of pot. - In plaats van chips en zoutjes kunt u ongezouten noten, studentenhaver, radijsjes, komkommer of bleekselderij nemen. - Tafeltje-dek-je bereidt ook zoutarme maaltijden, u moet uw zoutbeperking wel even aan hen doorgeven.
17-06-2014
9
GEZONDE VOEDING BIJ HARTFALEN Wel doen:
Liever niet: Brood
Alle soorten brood, beschuit matses, crackers, roggebrood knäckebröd, ontbijtkoek, toast. Margarine en halvarine Ongezouten (dieet)margarine, ongezouten roomboter, ongezouten (dieet)halvarine
Gezouten (dieet)margarine gezouten roomboter of halvarine
Broodbeleg Maaslander en Maasdammer kaas. Matig gebruik van alle soorten kaas, smeerkaas en korstloze kaas. Rosbief, fricandeau, kipfilet. Matig gebruik van licht gezouten vleeswaren bijv: lever, tong gebraden gehakt, boterhamworst. Alle soorten zoet beleg: honing, pindakaas, muisjes. Ei en eigerechten zonder zout.(2x p.w)
Ham en rookvlees.
Sterk gezouten vleeswaren: bacon, rauwe ham, ontbijtspek cervelaatworst, salami, kant en klare vleessalades. Ei en eigerechten met zout.
Vis, schaal- en schelpdieren Verse vis zonder zout bereid. Ongezouten(niet gepaneerde) diepvriesvis.
Verse vis met zout bereid, bijv: haring. Gezouten, gepaneerde vis bijv: vissticks, kibbeling. Gemarineerde vis zoals zure haring, rolmops, ansjovis. Gestoomde of gerookte vis bijv: bokking, paling, makreel stokvis. Kant en klaar gekochte vissalades, zure mosselen, zalm krab, garnalen. Vetten en oliën
Ongezouten bak- en braadvet Becel voor bak en braad Alle soorten olie.
17-06-2014
Gezouten bak- en braadvet. Fritessaus, slasaus, mayonaise.
10
Wel doen:
Liever niet: Groente
Alle soorten verse groente zonder zout bereid, alle soorten gedroogde peulvruchten. Diepvriesgroente die niet op smaak zijn gemaakt. Natriumarme zuurkool.
Alle verse groente met zout bereid, peulvruchten in blik of glas, groente uit het zout. Diepvriesgroente die op smaak zijn gebracht. (á la créme) Groente uit blik of glas, zuurkool, zure - of zoetzure uitjes of augurken.
Nagerechten Alle soorten pap, pudding, vla. Alle soorten kwark, yoghurt, zure room, slagroom en ijs. Versnaperingen Alle soorten koekjes en gebak. Noten zonder zout, alle soorten snoep, alle soorten chocola.
Zoute koekjes, chips, zoute versnaperingen bijv: wokkels, pinda’s of noten met zout. Alle soorten drop. Diversen
Verse en gedroogde kruiden en specerijen. Bijv: peterselie, knoflook, kerrie, tijm, paprika, kaneel, foelie, lavas, selderij, ui, uienpoeder, natriumarme Aromat. 1 theelepeltje mosterd per dag mag.
Gemengde kruiden met zout, bijv: gehaktkruiden, vleeskruiden, braad- en grillkruiden etc. Tomatenketchup, tomatenpuree, gewone Aromat, zoete- en zoute ketjap, barbequesaus, tabasco, Worchestershiresaus zout, zeezout, knoflookzout, uienzout, Marmite, olijven, kappertjes, piccalilli.
Dranken Melk- en melkproducten zoals karnemelk, yoghurt, drinkyoghurt, koffiemelk, thee en koffie. Limonade, frisdranken, vruchtensap, Vruchtendrank, ongezouten tomatenSap. Mineraalwater bijv: Spa, Vittel, Chaud-fontaine.
Tomatensap Mineraalwater zoals Vichy, Schweppes, soda, Apollinaris.
Fruit Alle soorten vers- en diepvriesfruit, vruchten in blik, pot en gedroogd fruit.
17-06-2014
11
Wel doen:
Liever niet: Soep
Zonder zout bereide bouillon en soep. Natriumarme soep in pakjes natriumarme bouillonkorrels en natriumarme aroma.
Met zout bereide bouillon en soep. Bouillonblokjes’, -korrels en -tabletten. Gewone aroma.
Aardappels, rijst en pasta’s Aardappels en –gerechten zonder zout bereid, instant puree. Voorgebakken diepvriesfrites. Aardappelschijfjes. Rijst, macaroni, spaghetti, mie zonder zout bereid.
Aardappels en- gerechten met zout bereid. Kant en klaar gebakken frites, aardappelkroketten, chips etc. rijst, macaronigerechten in blik, diepvries of kant en klaar(slager, afhaal-chinees). Pizza. Kant en klaar maaltijd in blik, diepvries en gedroogd. Vlees
Alle soorten vers vlees zonder zout bereid.
Met zout bereid vlees, met zout toebereid vlees zoals: slavinken, blinde vinken, hamburgers, sausijsjes, gepaneerd vlees, rookworst, aangemaakt gehakt, vlees en vleesproducten in blik of glas. Kant en klaar gekochte kroketten, saté, frikadellen en andere snacks. Vegetarische vleesvervangers. Wild en gevogelte
Kip, kalkoen, wild zonder zout, ongezouten kip- en kalkoenrollade.
17-06-2014
Met zout bereide kip, kalkoen en wild. Gezouten kip- en kalkoenrollade.
12
VOCHTBEPERKING Door de inname van vocht te beperken, wordt het hart minder zwaar belast en kan het zijn functie beter uitoefenen. De vochtbeperking wordt meestal in combinatie met een zoutbeperking voorgeschreven. U mag 1500 ml vocht per 24 uur gebruiken, dat is anderhalve liter. Zie voorbeeld pagina 14. Vochtopname Vocht neemt u op via: Dranken: water, koffie, thee, melk, frisdrank, vruchtensap. Vloeibare voedingsmiddelen: soep, pap, vla, appelmoes, ijs. Vaste voedingsmiddelen: vlees, groente, aardappelen, fruit. Twee stuks fruit hoeft u niet mee te tellen. Bij drie stuks en volgende porties fruit moet u 100 ml extra rekenen. Vochtverlies Vocht verliest u via de huid (transpiratie), urine, ontlasting en adem. Bij diarree, braken, veel transpireren ten gevolge van koorts of warm weer verliest u extra vocht. Houdt u er in deze omstandigheden rekening mee dat u bij een vochtbeperking meer mag drinken. Als het warm weer is 20 graden: een glas (200 ml) extra drinken per dag. 25 graden: twee glazen extra per dag. 30 graden: drie glazen extra per dag. Overleg zo nodig met de hartfalenverpleegkundige. Praktische tips - Maak vooraf een verdeling van de hoeveelheid vocht over de dag. Zo voorkomt u dat u ’s avonds niets meer mag drinken. - Als het meten of noteren van inhoudsmaten te lastig is, kunt u de gedronken hoeveelheid in een maatkan of 1,5 literfles gieten en zo aflezen hoeveel u al gedronken heeft of hoeveel u die dag nog mag drinken. - Medicijnen kunt u ook innemen met een paar lepels pap, soep of yoghurt in plaats van water. - Gebruik klein serviesgoed; drink bijvoorbeeld uit een mokkakopje. - Probeer tijdens de maaltijd niet te drinken. Als u ná de maaltijd drinkt heeft u daar meer voldoening van. - Verdeel uw portie fruit over de dag. Niet in een keer het fruit opeten, maar af en toe een stukje. Eventueel gekoeld uit de koelkast verfrist het uw mond. Twee stuks fruit hoeft u niet te rekenen, als u meer fruit neemt, moet voor ieder volgend stuk fruit 100 ml gerekend worden. - De mond wordt vochtiger door op een ijsklontje en een (suikervrij) snoepje te zuigen of oor op kauwgom te kauwen. - Gebruik smeerbaar beleg op brood, zoals jam, appelstroop. Dit zorgt voor een minder droge maaltijd. Alcohol wordt afgeraden omdat het de pompfunctie van het hart kan verminderen.
17-06-2014
13
Vochtbeperking 1500 ml (voorbeeld) Ontbijt
250 ml koffie/thee of 125 ml koffie/thee en 125 ml pap/melk
10.00 uur
125 ml koffie/thee
12.00 uur
150 ml water of soep 150 ml toetje en 100 ml fruit (1 stuk fruit telt niet mee)
15.00 uur
125 ml koffie/thee
18.00 uur
250 ml koffie/thee of 125 ml koffie/thee en 125 ml pap/melk/soep.
In de loop van de avond 250 ml koffie, thee of frisdrank. Voor het innemen van de nachtmedicijnen kunt u 150 ml water gebruiken. Neem de overige medicijnen zoveel mogelijk in met wat u drinkt direct na de maaltijden.
Inhoudsmaten 1 1 1 1 1 1
kopje glas beker schaaltje soepbord fruitportie
17-06-2014
= = = = = =
125 200 175 150 200 100
ml ml ml ml ml ml
14
UW GEWICHT Als het hart minder goed functioneert is uw gewicht een belangrijk aandachtspunt. Hieronder leest u daar meer over. Wegen Bij een minder goede werking van het hart kan het lichaam vocht gaan vasthouden. Het lichaamsgewicht zal hierdoor toenemen. Een plotselinge toename van het gewicht kan bij u betekenen dat het lichaam teveel vocht vasthoud. Maar ook wanneer het gewicht gelijk blijft terwijl u door een verminderde eetlust minder eet, kan dat betekenen dat u vocht vasthoudt. Het is daarom belangrijk om u elke ochtend te wegen nadat u naar het toilet bent geweest en vóór u zich gaat aankleden of ontbijten. De weegschaal kan een verschil in gewicht aangeven als dit verandert. Noteert u uw gewicht in het dagboekje. Overgewicht Uw verzwakte hart moet veel meer werk verrichten als u last hebt van overgewicht. Overgewicht ontstaat als u via het eten meer energie opneemt dan u verbruikt. Op de hartfalenpoli kunt u hierover meer informatie krijgen. Indien nodig kunt u worden doorverwezen naar een diëtist. Verminderde eetlust Een verminderde eetlust kan ontstaan, doordat u te moe of te kortademig bent om te eten. De oorzaken hiervoor kunnen zijn: - een vol gevoel omdat het lichaam vocht vast houdt; - het gebruik van bepaalde medicijnen; - moeizame stoelgang (obstipatie). Enkele tips: - probeer rustig te eten en goed te kauwen; - eet geen grote hoeveelheden tegelijk; - gebruik naast de drie hoofdmaaltijden ook drie tussenmaaltijden of tussendoortjes; - probeer te variëren. Moeizame stoelgang Obstipatie(verstopping) kan een gevolg zijn van: - medicijngebruik; - te weinig lichaamsbeweging; - verkeerde voedingsgewoonten; - vochtbeperking; - het hartfalen: er is minder bloedcirculatie naar alle organen, dus ook naar de darmen, wat de goede werking bemoeilijkt. Enkele tips: - Maak in ieder geval gebruik van voedingsmiddelen die voedingsvezels bevatten zoals aardappelen, zilvervliesrijst, volkorenmacaroni/spaghetti, groente, volkorenbrood, roggebrood, muesli, vers fruit en gedroogd fruit zoals pruimen, abrikozen en rozijnen; - pobeer voldoende te bewegen; - niet persen. Als de ontlasting niet soepel gaat, ondanks bovenstaande maatregelen, kunt u aan uw huisarts een middel vragen dat verbetering hierin brengt.
17-06-2014
15
DAGELIJKSE ACTIVITEITEN EN BEWEGING Als u een lichte vorm van hartfalen hebt, zal dat weinig effect hebben op uw werk en ontspanning. Ernstig hartfalen kan u wel belemmeren in de dingen die u vroeger gemakkelijk kon doen. Dit kan mogelijk de volgende vragen bij u oproepen: Werk: Vrije tijd: Sport : Seks:
kan kan kan kan
ik ik ik ik
werken? Voltijd of parttime? reizen, werken in de tuin of vrijwilligerswerk doen? wandelen, zwemmen of fietsen? geslachtsgemeenschap hebben?
Schroom niet om hierover met de huisarts, de cardioloog of de hartfalenverpleegkundige te spreken. Als u een gezin hebt, betrek ook hen in de discussie over uw activiteiten. Het is van belang dat zij weten hoe ze u het beste kunnen helpen bij de dagelijkse dingen, werk of sport. Leefgewoonten Hartfalen kan inhouden dat u uw leefgewoonte moet veranderen. Om de dagelijkse dingen te kunnen doen, moet u zich aanwennen voor alles meer de tijd te nemen. Door meer tijd te nemen en niet te haasten, verdeelt u de verminderde energie beter. Dit kan betekenen dat ‘even de krant pakken, even koffie zetten en even een boodschap doen’, kortom: ‘even vlug’ voor u niet meer wenselijk is. Als u zich aanleert om ‘s morgens rustig met uw activiteiten te beginnen en pauzes te nemen, zult u merken dat u meer kunt doen zonder dat u zich direct moe voelt. Soms kan het plezieriger zijn om eerst te ontbijten en daarna pas te douchen, als u merkt dat het douchen voor u heel vermoeiend is. Wassen en aankleden kunt u als u snel moe bent gedeeltelijk zittend doen. Hebt u een vroege afspraak, zet dan uw wekker vroeger, zodat u alle tijd hebt. Voorkom dat u zich moet haasten. Ga bij het opstaan (indien nodig) eerst op de rand van het bed zitten en begin dan rustig met wat u wilt gaan doen. Na elke maaltijd kan het verstandig zijn eerst een half uur uit te rusten (bijvoorbeeld door de krant te lezen). Het hart moet extra inspanningen verrichten voor de spijsvertering. Bij elke inspanning kunt u ervoor zorgen, dat u rustig start. Daarna kunt u het tempo rustig opvoeren. Het is vaak moeilijk om te leren omgaan met de beperkingen van hartfalen. Het levert u echter wel veel op: minder vermoeidheid en kortademigheid.
17-06-2014
16
SPORT, REIZEN, WERK EN SEKSUALITEIT Het is belangrijk dat u actief blijft, dat u liefst dagelijks wandelt of fietst (eventueel op een hometrainer) om op die manier uw conditie op peil te houden. U zult zich beter voelen als u zich regelmatig inspant. Conditie is het resultaat van een zo goed mogelijke samenwerking van hart, longen, bloedsomloop en spieren. Hoe minder u doet, des te meer neemt de conditie van uw spieren af en daarmee uw totale conditie en uithoudingsvermogen. Activiteiten over de hele dag gespreid zijn het beste. Activiteit is dus goed, uitputting niet. Als u kortademig wordt is dat een teken dat u te ver bent gegaan. Een belangrijke richtlijn bij het leveren van inspanning is: tijdens inspanning kunnen blijven praten zonder kortademigheid of niet al te lange tijd nodig hebben om weer te herstellen van de inspanning. Alles wat u zonder klachten kunt doen moet u vooral blijven doen. Mensen met hartfalen hebben goede en slechte dagen. Stop dus eerder als u een mindere dag hebt en ga gerust langer door als u zich nog prima voelt. Om een balans te vinden tussen activiteit en rust kan het voor sommige mensen goed zijn om ‘s middags een uurtje te rusten. Welke sporten kunt u doen voor uw conditie? Wandelen, fietsen en rustige oefeningen met een bal hebben het voordeel dat het gelijkmatige inspanningen zijn, waarbij u zelf in de hand hebt hoe lang en intensief u het doet. Ook zwemmen is goed maar zwaarder omdat u daarbij alle spieren gebruikt. Krachtsporten zoals gewichtheffen en zwaar sjouwen zijn slecht voor het hart, omdat hierbij de bloeddruk extreem oploopt. De sauna wordt afgeraden omdat de temperatuursverschillen te groot zijn en daardoor klachten kunnen ontstaan. Als u het lastig vindt om te bepalen wat uw eigen lichamelijke mogelijkheden en onmogelijkheden zijn of angst hebt voor inspanning kan het goed zijn om mee te doen met ons hartfalenrevalidatieprogramma. U oefent in een groep met gelijkgestemden op uw niveau. Het revalidatieprogramma is gericht op: - leren kennen van de eigen lichamelijke grenzen; - leren omgaan met lichamelijke beperkingen; - overwinnen van angst voor lichamelijke inspanning; - ontwikkelen en houden van een lichamelijke actieve levensstijl; - herkennen en steunen bij elkaar. Reisrichtlijnen Informeer naar de kwaliteit van de gezondheidszorg als u naar het buitenland gaat. Is er een plaatselijke arts aanwezig? De taal kan soms een probleem zijn bij uitleg van klachten. Verblijf op hoogte Het risico op hoogteziekte is met name bij mensen met hartfalen vergroot. Beneden de 2000 meter zijn waarschijnlijk geen problemen te verwachten. Kortdurend verblijf lijkt dan geen probleem. Wel is het verstandiger op een lagere hoogte te overnachten. Langzaam en rustig acclimatiseren is van belang. Verblijf in een warm of vochtig klimaat: Dit vergt veel van het hart (wat zich onder andere uit in een hogere hartslag). Er kan veel vochtverlies optreden, waardoor de circulatie achteruit gaat en er afvalstoffen in het lichaam blijven. Bij een eventuele (voedsel)infectie en diarree kunnen problemen ontstaan in verband met groot vochtverlies. Geadviseerd wordt om niet in het hoogseizoen naar een warm land op vakantie te gaan.
17-06-2014
17
Reizen per vliegtuig Dit wordt afgeraden aan mensen met ernstig hartfalen die klachten van kortademigheid en vermoeidheid hebben in rust of bij zeer lichte inspanning. Bij lichtere vormen van hartfalen is een vliegreis van ongeveer twee uur toegestaan. Autorijden In de Staatscourant staat vermeld dat patiënten met chronisch hartfalen met ernstige klachten ongeschikt zijn voor ieder rijbewijs. Het betreft hier een advies dat naar de mening van de werkgroep hartfalen onvoldoende is onderbouwd. Overleg bij twijfel altijd met uw cardioloog. Werk Het is afhankelijk van de ernst van het hartfalen of u kunt blijven werken en of de arbeidsomstandigheden aangepast moeten worden. Fysiek zware arbeid is over het algemeen af te raden. Voor het werk geldt hetzelfde als voor de dagelijkse activiteiten: doe wat u kunt, maar forceer uzelf niet. Bespreek uw individuele mogelijkheden om te werken met uw cardioloog of huisarts. Zij kennen u en uw situatie het beste en zullen u dus ook het beste kunnen adviseren. Ook de bedrijfsarts kan hierbij een rol spelen. Seksualiteit Sommige mensen hebben angst om te vrijen, omdat zij zich afvragen of hun hart dit wel aankan. Als u gemakkelijk twee trappen op kunt lopen, kunt u ook met een gerust hart vrijen: meer energie vraagt het niet. Eventueel kunt u vooraf rust nemen en, als u dat heeft, nitrospray nemen. Het gebruik van Viagra (Sildenanfil) en Cialis (Tadalafil) wordt nadrukkelijk afgeraden. Het blijkt echter dat mensen met hartfalen regelmatig problemen hebben bij het vrijen. Dit heeft verschillende oorzaken. Allereerst de verminderde circulatie: door het hartfalen en de lage bloeddruk worden de geslachtsorganen minder doorbloed. Als tweede hebben sommige medicijnen als bijwerking dat ze de zin in vrijen verminderen en de potentie verlagen. Het kan daarom voor u van belang zijn dit te bespreken. Soms is het mogelijk medicijnen te krijgen met minder bijwerkingen.
17-06-2014
18
BELANGRIJKE ADRESSEN In deze zorgwijzer staat veel informatie. Onderstaande adressen en websites kunnen voor u eveneens van belang zijn: Nederlandse Hartstichting Postbus 300 2501 CH Den Haag 0900 – 3000 300 www.hartstichting.nl Voedingscentrum postbus 85700 2508 CK Den Haag 070-306 88 88 www.voedingscentrum.nl Patiëntenvereniging Hart en Vaat groep Prinses Catharina-Amaliastraat 10 2496 XD Den Haag 088 11 11 60
[email protected] www.hartenvaatgroep.nl Stichting Hartpatiënten Nederland Postbus 1002 6040 KA Roermond 0475 – 317 272 www.hartpatiënten.nl Patiëntenvereniging www.hartfalenfoundation.nl Steun voor hartpatiënten en reizen www.hartpatienten.nl Natriumarme recepten en producten www.dieetook.nl www.zoutbeperkt.nl www.dekeukenvanmartine.blogspot.nl www.kruidenkaravaan.nl www.natriumarm.nl www.natriumarm.eu/ VRAGEN Zijn er nog vragen, stel ze gerust aan uw huisarts, uw arts in het ziekenhuis of aan de hartfalenverpleegkundige.
17-06-2014
19