Cardiologie
Elektrofysiologisch onderzoek (EFO) ONDERZOEK
U wordt op
dag
om
verwacht op de poli/afdeling
uur ,
locatie • Als u verhinderd bent, wilt u dit dan tijdig melden en een nieuwe afspraak maken. • Wij verzoeken u om 10 minuten voor het onderzoek aanwezig te zijn in verband met de administratieve afhandeling.
Elektrofysiologisch onderzoek Deze brochure geeft u informatie over EFO, een onderzoek van hartritmestoornissen. Het onderzoek wordt gedaan om informatie te krijgen over het soort ritmestoornis en de plaats in het hart waar deze ontstaat. De metingen worden verricht met behulp van een dun slangetje (catheter) dat via de bloedvaten naar het hart opgeschoven wordt. Als de metingen gedaan zijn, volgt in sommige gevallen ook een behandeling. Ook daarover kunt u lezen in deze brochure. pleegafdeling, waar een verpleegkundige u ontvangt. Die wijst u uw kamer en geeft u verdere uitleg over de gang van zaken op de afdeling. Van de verpleegkundige hoort u ook hoe laat u op die dag ongeveer aan de beurt bent voor het onderzoek. Houd er rekening mee dat het programma soms uitloopt, waardoor u misschien later aan de beurt bent dan de bedoeling was. U hoort dit dan zo snel mogelijk.
Vóór het onderzoek Opname Voor dit onderzoek is opname in het ziekenhuis noodzakelijk. U blijft in ieder geval een dag en een nacht, mogelijk langer als er ook een behandeling gegeven wordt. U krijgt van het ziekenhuis telefonisch bericht wanneer u voor opname kunt komen. Op die dag meldt u zich bij de balie Opname. Zorg dat u pyjama, toiletspullen etc. bij u hebt. Vervolgens wordt u de weg gewezen naar de ver-
1
Het onderzoek De onderzoekskamer Het onderzoek vindt plaats op de hartcatheterisatiekamer van de röntgenafdeling. In de kamer is veel apparatuur aanwezig. Degenen die het onderzoek uitvoeren dragen groene pakken en schorten die bescherming bieden tegen röntgenstralen. Zij werken immers de hele dag met straling. Voor u is de kleine hoeveelheid straling niet schadelijk.
Bij het onderzoek wordt gebruik gemaakt van röntgendoorlichting. Voor vrouwen geldt: als u zwanger bent, of denkt te zijn, vertel dit dan vóór het onderzoek aan uw behandelend arts. Het is beter het ongeboren kind niet aan de röntgenstraling bloot te stellen.
Voorbereiding Vanaf enkele uren vóór het onderzoek mag u niets meer eten of drinken; dit om misselijkheid tijdens het onderzoek te voorkomen. De verpleegkundige vertelt u vanaf hoe laat. Ook scheert hij/zij uw beide liezen, ter voorkoming van huidinfecties. Meestal wordt de catheter namelijk in een van de liezen ingebracht. Wanneer u naar het onderzoek toe gaat, trekt u een pyjamapak aan dat u van de verpleegkundige krijgt. Vervolgens wordt u met uw bed naar de onderzoeksafdeling gebracht.
De onderzoekskamer
Inbrengen van de catheter U stapt over op de onderzoektafel. Hierna krijgt u plakkers (elektroden) op uw borst, waarmee het hartritme bewaakt wordt. Beide liezen worden gedesinfecteerd. Vervolgens wordt u afgedekt met een steriel laken. U krijgt een injectie in één of beide liezen, waardoor de huid plaatselijk verdoofd wordt. Als de verdoving ingewerkt is, prikt de arts één van de bloedvaten in de lies aan (ader of slagader) en schuift vervolgens de catheters via de bloedbaan naar het hart. Omdat bloedvaten geen zenuwen bevat-
2
Het stellen van de diagnose
ten voelt u hier niets van. Soms worden de catheters niet via de lies, maar via de hals of een bloedvat onder uw sleutelbeen ingebracht. Wanneer dat bij u het geval is, vertelt de arts u dit van tevoren.
Wanneer de metingen gedaan zijn, stelt de arts de diagnose. Op dat moment beslist hij of u klaar bent met het onderzoek of dat er nog een behandeling volgt.
Via de catheters kunnen elektrische signalen die het hart uitzendt worden geregistreerd. Anderzijds kunnen impulsen naar het hart worden gestuurd. Hiermee kan het hart worden geprikkeld, wat nodig is om de hartritmestoornis waaraan u lijdt na te bootsen.
Het eigenlijke onderzoek Als de catheters op verschillende plaatsen in het hart zijn aangebracht, worden elektrische impulsen naar het hart gestuurd. Hier voelt u niets van. De impulsen wekken de ritmestoornis op waaraan u lijdt. Dit lijkt vreemd, maar het is nodig om de goede diagnose te kunnen stellen. In sommige gevallen gebruikt de arts naast de impulsen ook medicijnen die de ritmestoornis helpen opwekken.
De situatie tijdens het onderzoek
Na het onderzoek Na het stellen van de diagnose zijn er drie mogelijkheden: 1. het onderzoek is klaar; er volgt geen verdere behandeling; óf: 2. direct na het onderzoek volgt behandeling met medicijnen; óf: 3. direct na het onderzoek volgt een ablatie-behandeling.
Als de ritmestoornis opgewekt wordt, kunt u enigszins duizelig worden. Sommige patiënten hebben zulke ernstige ritmestoornissen dat zij tijdens het onderzoek even het bewustzijn verliezen. Dit is natuurlijk een onprettig en misschien angstig idee, maar wees er zeker van dat het behandelend team op zijn taak berekend is. Zij zorgen er dan voor dat de ritmestoornis zo snel mogelijk wordt gestopt, waarna het bewustzijn terugkeert. Vraag eventueel aan uw cardioloog of het bij u ook kan gebeuren.
Of er na het onderzoek een behandeling zal plaatsvinden (en zo ja, welke) is van tevoren niet met zekerheid te zeggen. Dat ligt namelijk aan de uitkomsten van het onderzoek. Hieronder worden de drie mogelijkheden toegelicht.
1. Er volgt geen behandeling De arts verwijdert de catheters. De insteekplaats wordt afgedrukt en verbonden. U kunt terug naar de verpleegafdeling. Het onderzoek neemt in totaal meestal een uur
3
Het opzoeken van de plaats waar de ritmestoornis ontstaat kan veel tijd in beslag nemen. Het is niet ongewoon dat het onderzoek, inclusief behandeling, drie tot vijf uur duurt.
in beslag, maar kan ook uitlopen tot vier, vijf uur.
2. Er volgt een behandeling met medicijnen Het is ook mogelijk dat de arts na het stellen van de diagnose besluit om medicijnen toe te dienen via de catheter. De arts probeert dan opnieuw de ritmestoornis op te wekken om te kijken of het medicijn effect heeft op de ritmestoornis. Wanneer het niet mogelijk blijkt om de ritmestoornis op te wekken weet de arts dat het medicijn de gewenste werking heeft. U zult dan later dit medicijn (in tabletvorm) voorgeschreven krijgen. Het onderzoek neemt in totaal meestal anderhalf uur in beslag, maar kan ook uitlopen tot vier, vijf uur.
Terug naar de verpleegafdeling Einde van het onderzoek Als het onderzoek en de eventuele behandeling klaar is, verwijdert de arts de catheters. De insteekplaats wordt afgedrukt en verbonden. Daarna wordt u weer in uw bed getild. De verpleegkundigen brengen u terug naar de afdeling, zo nodig met een apparaatje dat uw hartritme bewaakt.
Bedrust
3. Er volgt een ablatie-behandeling
Als u weer terug bent op de verpleegafdeling mag u weer gewoon eten en drinken. Afhankelijk van de dikte van de catheters moet u twee tot vier uur in bed liggen en uw been stil houden. Hierna wordt het verband verwijderd en mag u weer uit bed komen. De verpleegkundige zal u uitleggen hoe u in liggende houding kunt eten en de po of het urinaal kunt gebruiken. De verpleegkundige controleert regelmatig uw bloeddruk en het verband in de lies. Ook wordt bij u nog een hartfilmpje gemaakt, ter controle.
Derde mogelijkheid is dat de arts na het stellen van de diagnose de ritmestoornis gaat behandelen met de zogenoemde RFablatie-techniek. De arts zoekt dan met behulp van de catheters de plaats in het hart op waar de ritmestoornissen ontstaan. Op die plaats wordt vervolgens een klein beetje hartweefsel uitgeschakeld. Dit gebeurt met behulp van een elektrische stroom die via de catheter loopt en in zekere zin het weefsel ‘wegbrandt’. Op deze manier wordt de oorzaak van de klachten weggenomen en kan de ritmestoornis definitief behandeld worden. Tijdens de behandeling kunt u een branderige pijn op de borst voelen. Die verdwijnt na enkele uren vanzelf weer. Als u dat wilt kunt u een pijnstiller krijgen.
Terug op de verpleegafdeling
4
Weer naar huis Als alles naar wens verloopt, kunt u in de loop van de dag na het onderzoek weer naar huis. U hoort van uw cardioloog wat de verdere plannen zijn en er wordt met u een afspraak gemaakt voor een bezoek aan de polikliniek. Zorg ervoor dat iemand u met de auto komt ophalen. Vanwege het wondje in uw lies is het af te raden om zelf een auto te besturen. Thuis kunt u alles doen wat u gewend bent, doe echter de eerste dagen niet aan sport.
St Antonius Ziekenhuis Telefoon 088 - 320 30 00
[email protected] www.antoniusziekenhuis.nl Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00 Cardiologie 088 - 320 11 00
Tot slot
Locaties St Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1
Complicaties Aan de meeste medische ingrepen zijn risico’s verbonden. Ook bij elektrofysiologisch onderzoek en ablatie-behandeling kunnen complicaties optreden. De risico’s zijn per patiënt verschillend, maar in het algemeen zijn ze gering te noemen. Hebt u hierover vragen, leg deze dan gerust voor aan uw cardioloog.
Utrecht Oudenrijn Van Heuven Goedhartlaan 1 Utrecht Overvecht Paranadreef 2 Utrecht Veldhuizen (Kaakchirurgie) Van Lawick van Pabstlaan 12 De Meern Utrecht Vleuterweide Utrechtse Heuvelrug 130-132 Vleuten
Vragen? Dit is een brochure met algemene informatie. Als u na het lezen nog vragen hebt, en ook als u erg opziet tegen het onderzoek, bespreek dat dan met uw behandelend cardioloog; hij kent uw specifieke situatie. Kijk voor het telefoonnummer op uw afsprakenkaart. Als u opgenomen bent, kunt u ook terecht bij de verpleegkundige op uw afdeling. Als geheugensteuntje kunt u uw vragen achterin deze brochure schrijven. De arts die het onderzoek en de behandeling uitvoert, vertelt u steeds wat er gaat gebeuren. U kunt dan ook vragen stellen.
Houten Hollandsspoor 5
5
BIJLAGE: De toepassing van RF-ablatie
A = Sinusknoop B = AV nodale knoop C = Bundel van His
RF is de afkorting van ‘radio frequency’. Met deze techniek wordt hartweefsel dat de oorzaak is van ritmestoornissen uitgeschakeld. Dit kan op verschillende plaatsen in het hart plaatsvinden, afhankelijk van het soort ritmestoornis. Er bestaan verschillende soorten ritmestoornissen (zie tekening op de volgende pagina): • ritmestoornissen die veroorzaakt worden door de aanwezigheid van een abnormale extra bundel tussen boezem en kamer (het WPW-syndroom genaamd); • ritmestoornissen in de knoop tussen boezem en kamer (AV-nodale knoop); • ritmestoornissen berustend op een abnormale prikkelplaats in boezem of kamer; • ritmestoornissen die in de boezem ontstaan (deze kunnen behandeld worden door ablatie van de bundel van His, waarbij de knoop tussen boezem en kamer onderbroken wordt en het hartritme niet langer meer ontregeld raakt; over deze behandeling bestaat een aparte brochure).
Het geleidingssysteem van het hart
6
Ruimte voor vragen en aantekeningen
7
Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
CAR 03/11-‘05
Dit is een uitgave van Patiëntenvoorlichting