Tijdschrift Toelating gesloten verpakking 3500 Hasselt 1 - n° BC 6379
Verschijnt 3-wekelijks, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor 3500 Hasselt 1
België-Belgique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39
Campuskrant erkenning: p303221
3 nov 2005 | nr 4 | 17de ja argang | w w w.kuleu ven.be/ck/
t ijdschr if t va n de k.u.leu v en
4
— bi j l age —
alumnikrant
16
Interview CAMPUSRECTOR PIET VAN DEN ABEELE
pagina’s 10 &11
Leven na Leuven HENDRIK BOGAERT, ECONOMIST EN VOLKSVERTEGENWOORDIGER
Voorlopige inschrijvingscijfers: meer dertig-plussers, minder Chinezen
Harde wetenschappen dalen weer Met cijfers kan je alle kanten uit, weet ook Coördinator Studentenbeleid Mart Buekers. Tijdens de eerste maanden van het academiejaar volgt hij de evolutie van het aantal inschrijvingen. “Je mag het belang van de inschrijvingscijfers niet overdrijven, maar je mag ze evenmin negeren. Belangrijk is dat je correcte cijfers gebruikt, en dat je geen wilde beweringen de wereld instuurt.” Ludo Meyvis
D
“
e K.U.Leuven publiceert dagelijks exhaustieve cijfers, per faculteit en per programma, met een vergelijking tegenover het vorige academiejaar, in procenten en in absolute cijfers. Maar zelfs met correcte cijfers moet je nog opletten hoe je het verwoordt. Als een studierichting verleden jaar twee studenten had en nu drie, stelt dat niet veel voor, maar als je dat ‘een stijging van 50%’ noemt, maak je er een spektakel van. We zouden natuurlijk zelf een interpretatie van de cijfers kunnen geven, en zodoende de journalisten een eerste analyse aanreiken. Dat druist echter een beetje in tegen de goede gewoonte om de cijfers voor zich te laten spreken — alleen moet je wel goed beluisteren wat ze zeggen.” “Slecht geïnterpreteerde cijfers mogen er vooral niet toe leiden dat je in de pers een soort catch-wedstrijden krijgt tussen de universiteiten. Je stelt trouwens vaak vast dat zo’n momentopname er na korte tijd heel anders kan uitzien, en dat er soms erg exogene factoren in het spel zijn. Godsdienstwetenschappen, bijvoorbeeld, zat in het begin sterk in de lift, maar kende dan een terugval. Hetzelfde zagen we ook bij Farmaceutische Wetenschappen.” “Om echt te kunnen vergelijken, moet je je cijfers goed definiëren. Erg belangrijk zijn de gegevens over generatiestudenten. Daarmee bedoelen we degenen die zich voor het eerst inschrijven in een eerste jaar hoger onderwijs, als hoofdinschrijving. Als we die cijfers bekijken op 27 oktober van dit jaar zien we enkele markante trends. We stellen eerst en vooral een terugloop vast in de ‘harde wetenschappen’, waar de Wetenschappen zelf erop achteruit gaan, met uitzondering dan wel van Geologie. De
Verschijningsdata Campuskrant 2005–2006 met: Alumnikrant (AK) Personeelskrant (PK)
Ingenieurs- en Bio-ingenieurswetenschappen zijn in mindere mate geraakt door deze maatschappelijke tendens. Gelukkig dat de decanen van deze drie faculteiten initiatieven hadden genomen om studenten aan te trekken. Allicht hadden de cijfers er anders nog slechter uitgezien.” “Bij de Humane Wetenschappen zijn de cijfers verdeeld. Er is een heel duidelijke groei bij Sociale Wetenschappen, vooral dan Communicatiewetenschappen, die zowat 25% meer generatiestudenten aantrekken dan vorig jaar. Psychologie daalt met 11%, Pedagogische Wetenschappen gaan er dan weer met 10% op vooruit. Rechten daalt licht, en Criminologie wint bijna 10%. Bij Letteren stellen we het merkwaardigste cijfer vast: Sinologie wint maar liefst 115%, en heeft vandaag 82 studenten in het eerste jaar. Toegepaste Economie stijgt met 20%, maar zuivere Economie daalt met 24%, terwijl Handelsingenieur licht wint.” “De Faculteit Geneeskunde stijgt tamelijk fors, met meer dan 11%, maar de studierichting Geneeskunde blijft ongeveer stabiel. De stijging is praktisch volledig voor rekening van Tandheelkunde, Biomedische Wetenschappen en Logopedie. Farmaceutische Wetenschappen verliest 13% tegenover vorig jaar, terwijl in de FaBeR de Bewegingswetenschappen minder studenten aantrekken.” “Die cijfers geven stilaan al wel een aardige tendens, maar toch moet je blijven opletten.” “Voor het geheel van de K.U.Leuven, inclusief Campus Kortrijk, stellen we vandaag een stijging vast van 1,64%, nog altijd berekend op de generatiestudenten.” pagina 2
nr. Verschijningsdatum
5 23 november (PK)
(© Rob Stevens)
Meester, euh
professor!
Hoeveel kost dat, een satelliet? Wat gebeurt er met een ruimtecapsule die in een zwart gat gezogen wordt? Het zijn vragen die professor Bart De Moor voorgeschoteld kreeg tijdens de les exacte wetenschappen van de Kinderuniversiteit. Dat initiatief geeft kinderen van negen tot veertien jaar de kans om voor één dag student te zijn: ze krijgen les van echte proffen en gaan op het eind met een diploma naar huis. De Kinderuniversiteit is een succes: tijdens de lessen humane en exacte wetenschappen zat de aula vol met weetgrage ministudenten. Voor de dag rond biomedische wetenschappen op 19 november zijn er nog plaatsen. Lees het artikel op pagina 13.
6 14 december (AK)
7 18 januari (AK)
8 8 februari (PK)
9 1 maart (AK)
2
Inhoud Gasthuisberg groeit “Boven alles een deel van de K.U.Leuven”
nieuws
3.11.2005
campuskrant
3 4
40 jaar Campus Kortrijk
In de ban van de banaan
5
Twintig jaar INIBAP
Van tuimelwagen tot alcolock
6
Studiedag verkeersveiligheid
Doorbraak behandeling infarcten
6
Hoe bouw je een tand?
7
Eredoctoraat biotechnologe
Vijf jaar Leuven Medical Support Patentering van academisch onderzoek
7 8
Ethisch Forum wikt en weegt
Interview: Sabine Van Huffel
9
rectoraal adviseur Gelijke Kansen en Diversiteit
Brownologie Permanente Vorming: ‘De da Vinci Code’
10
Nieuw vaccin in de strijd tegen hersentumor
11
Vijf turbulente eeuwen
12
Nieuwe publicatie over geschiedenis universiteitsbib
Kinderen bestoken profs met vragen
13
Kinderuniversiteit
Met een reisbeurs naar het Zuiden
14
Examens en finales
15
52 studenten combineren studie met topsport
Leven na Leuven politicus Hendrik Bogaert
16
De virtuele mobiliteit
17
Associatie: videoconferentie
24 leugens per seconde Theatrale roadmovie in UUR KULtUUR
Valvas Vragevuur Rita Ghesquière
(© Rob Stevens)
Alma blijft vernieuwen
Verandering (van spijs) doet eten Het Alma-restaurant van het Pauscollege kreeg afgelopen zomer een trendy look. Ook De Valk, De Spuye en De Moete zullen volgen. Volgens Jef Van Eynde, directeur van Alma, mag het immers allemaal wat kleurrijker en gezelliger.
D
Riet Evers
at het concept van Alma verder gaat dan louter de menukaart is duidelijk. Alma wil vooral een bruisende plek zijn waar studenten zich goed voelen. Daarom kreeg het restaurant van het Pauscollege afgelopen zomer een nieuw kleedje. Volgende zomer zou er ook een achterliggend terras voorzien worden. “Met de internen heb ik een nacht doorgebracht in de kelder van het Pauscollege”, vertelt Van Eynde. “Ze kwamen onder meer met het idee om een barbecue te organiseren. Ik vind het belangrijk om naar hun wensen te luisteren, er zijn immers mogelijkheden genoeg.” Volgens de directeur ziet het restaurant van het Pauscollege er na de opknapbeurt veel kleurrijker en gezelliger uit. “Die atmosfeer willen we ook in de andere restaurants en cafetaria’s creëren. Neem nu De Valk, dat is op dit ogenblik een betonnen garage, er mag best eens een frisse wind door waaien. Samen met de technische dienst van de universiteit zullen we het gebouw omtoveren tot een multifunctioneel complex met ruimte voor evenementen als een cantus, een congres of een receptie. Tegen het volgende academiejaar zou dat moeten lukken.” Grill, wok en pasta Ook in De Moete aan de Celestijnenlaan mag wat meer leven komen, vindt Van Eynde. “Een herschik-
king zou wonderen kunnen verrichten. Misschien kunnen we er wel fuiven organiseren. In de omgeving van Arenberg heeft niemand last van het geluid, daar kunnen de studenten dus eindelijk eens lawaai maken (lacht).” Iets sneller al kunnen de sportkotters juichen. Want ook De Spuye zal er binnenkort helemaal anders uitzien. “Het moet een cultuur- en sportcentrum worden. Er kunnen culturele evenementen georganiseerd worden, van beperkte omvang uiteraard. Een optreden van een klein bandje kan perfect, een groots concert is echter niet haalbaar. Ook moet het gebouw sport uitstralen, er komt een shop met kledij en materiaal. Het concept is er, volgend jaar met Sint-Valentijn zal het klaar zijn.” In de recent vernieuwde Alma 3 worden dan weer de final touches aangebracht. Zo zal er een werk van kunstenaar Geert Nys te zien zijn en de studenten kunnen ook deelnemen aan een wedstrijd en zelf een kunstwerk ontwerpen. Met zulke projecten wil Van Eynde Alma een extra dimensie geven. Ook op culinair vlak wordt er met nieuwigheden gegoocheld. Vanaf het tweede semester stelt Alma drie nieuwe corners voor. “In Alma 1 komt er een grillcorner. De koks grillen je vlees terwijl je erbij staat. Alma 2 zal dan weer in teken staan van het wokken, en voor de zuiderse sferen en pasta moet je in Alma 3 zijn.”
18 vervolg pagina 1 Inschrijvingscijfers geanalyseerd
19 20
Campuskrant is het driewekelijkse tijdschrift van de K.U.Leuven, bestemd voor studenten, personeelsleden en oud-studenten. Om de zes weken bevat Campuskrant een Personeelskrant, met nieuws dat speciaal voor personeelsleden interessant is. De nummers zonder Personeelskrant bevatten een Alumnikrant. Deze nummers worden verstuurdnaar alle oud-studenten die lid zijn van een alumnikring. Wie ook de andere nummerswil ontvangen, kan dat melden aan
[email protected], (t) 016 32 40 15.
30-plus in opmars “Ook andere cijfers zijn interessant. Zo is het aantal 30-plussers sterk gestegen in vergelijking met tien jaar geleden. Dat zijn er nu ruim twaalfhonderd, van wie vijfhonderd in basisopleidingen en zevenhonderd in aanvullende opleidingen.” “Wat het aantal buitenlandse studenten betreft, verrekend naar hoofdinschrijving, merken we in vergelijking met vorig jaar een lichte stijging tot een ‘voorlopig’ totaal van 3.702. Daarvan zijn er bijna zeshonderd Nederlanders, en bijna vierhonderd studenten komen uit China. Die laatste groep is wel teruggelopen, wellicht doordat we een iets behoedzamer toegangsbeleid volgden. Ook de ontwikkeling van de inschrijvingsprijs zal hierin wel een rol gaan spelen, alhoewel een eerste analyse aantoont dat de verhoudingen voor de inschrijvingen van verhoogde versus niet-verhoogde studiegelden niet veranderd zijn. Als we uit sommige landen minder studenten zouden gaan aantrekken, mag verwacht worden dat degenen die zich wél inschrijven, dat ook bewuster doen. We moeten natuurlijk blijven streven naar een groter aantal buitenlandse studenten, vooral op het niveau van master-na-master. Op bachelorniveau, waar de historische statistieken leren dat het slaagpercentage lager ligt dan 20%, heeft het weinig zin om naar uitbreiding te streven.”
“Internationale werving blijft in elk geval erg noodzakelijk, onder meer door middel van brochures, persoonlijke contacten en deelname aan internationale uitwisselingsbeurzen, maar zeker ook via het internet. En er is duidelijk ook nood aan een meer structurele, ruim aanvaarde visie op en aanpak van internationalisering. Momenteel werken we aan een beleidvisie die daar wat aan wil veranderen.” “Een te gekwantificeerde interpretatie van wat een universiteit doet is niet goed. Het is niet omdat je tien procent meer studenten hebt, dat je ook tien procent beter wordt. Cijfers zijn niet de enige weergave van de werkelijkheid. Anderzijds is het wenselijk om zoveel mogelijk jongeren die over het nodige potentieel beschikken een universitaire opleiding en vorming te geven. Het verheugt me dus dat ons totale aantal hoofdinschrijvingen nu 28.363 bedraagt, een stijging van 3,51% tegenover 27 oktober vorig jaar. Maar voor mij is het een belangrijker prioriteit dat je op het vlak van kwaliteit in je onderwijs en je onderzoek aan de top blijft. Ik zou het studentenaantal niet graag zien dalen, maar het zou véél erger zijn wanneer we ons kwaliteitsniveau zouden zien dalen. Laten we er zorg voor dragen dat dit niet gebeurt.” http://www.kuleuven.be/studinfo
campuskrant
nieuws
3.11.2005
Ambitieuze plannen: beschikbare ruimte verdubbelt op 15 jaar
Campus Gasthuisberg wordt dubbel zo groot Gasthuisberg mag dan al enkele decennia bestaan, het einde van de groeiplannen is duidelijk nog niet in zicht. De nieuwe administratieve gebouwen en de nieuwe vleugel van Onderwijs en Navorsing, waarin onder meer het nieuwe Stamcelinstituut, zes auditoria en acht seminarielokalen de show stelen, zijn nog maar het begin van een zeer ambitieuze onderneming. Er zal nog véél veranderen, de volgende vijftien jaar… Ludo Meyvis
N
a de enthousiaste rondleiding door decaan Bernard Himpens zijn we een beetje het noorden kwijt. Het is ook allemaal zo groot, zo veel, zo nieuw… En er komt nog veel meer. Hij neemt het masterplan van het architectenbureau awg, en schetst de toekomst. “Gasthuisberg wil nog sterk groeien, maar dat zal gebeuren binnen de ringweg die het geheel nu al bijna omsluit. We willen dus niet groeien op een ruimere oppervlakte, maar binnen die ringweg in de hoogte en in de diepte werken. In de diepte zeker ook, want alle bestaande parkings zullen ondergronds komen. Dat betekent zo goed als een verdubbeling van de beschikbare ruimte.” “Die zal ingedeeld worden in ruwweg vier kwartieren of ‘stadswijken’ onderling verbonden door pleinen en wegen, net zoals in een stad. Het ziekenhuis zal duidelijk gescheiden vleugels krijgen voor de echte hospitaalfuncties enerzijds, en de ambulante zorgverstrekking anderzijds. Bij die twee kwartieren komen sterk uitgebreide voorzieningen voor onderzoek en onderwijs. Op enkele — toch wel belangrijke — uitzonderingen na — Tandheelkunde, Maatschappelijke Gezondheidszorg en het Rega-departement — zal de Faculteit Geneeskunde dan volledig op Gasthuisberg onderdak krijgen.” “We werken ook aan een meer optimale inplanting van wie er al is. Sommige onderzoeksafdelingen liggen nog te veel verspreid. Door de nieuwe ruimte zullen we die stelselmatig beter kunnen plaatsen. Er komt ook ruimte voor de verpleegen vroedkundeopleidingen en de Rega school van de Katholieke Hogeschool Leuven. De Faculteit Farmaceutische Wetenschappen neemt nu al haar intrek op Gasthuisberg, en misschien zal dat later ook gebeuren met sommige master-opleidingen van kine van FaBeR.” “De structuur die we voorzien, zal ook zorgen voor een veel grotere interactie. De vier kwartieren krijgen betere ruimtelijke contactmogelijkheden, waardoor bezoekers niet alleen patiënten te zien krijgen, maar ook studenten en onderzoekers — en omgekeerd.” Ambitieus “Er zal ook ruimte gemaakt worden voor wat je een vijfde kwartier zou kunnen noemen, namelijk in de buurt van het Teken, de obelisk bij de ingang van Gasthuisberg. Daar zouden vooral stedelijke functies onderdak krijgen, dus een hotel, een bank, winkeltjes, een postkantoor, dat soort zaken.” “Als je alles samentelt, krijg je het beoogde resultaat, namelijk dat Gasthuisberg een heuse Health Sciences-campus wordt. Zover zijn we nog niet, maar het masterplan is er, de basisplannen zijn getekend, en de wil om alles te realiseren, is er.” “Het is duidelijk dat de plannen ook institutionele gevolgen zullen hebben. Ziekenhuis en universiteit hebben op de toekomstige campus alle gelegenheid om met elkaar te interageren, en
om een hechtere eenheid te vormen.” “Het is allemaal erg ambitieus, maar het is noodzakelijk. Als Gasthuisberg en onze faculteit topkwaliteit willen blijven bieden, komen we er niet met
een likje verf. Dan moet je een solide infrastructuur hebben, waarin de kwaliteit van het werk hand in hand gaat met de kwaliteit van het dagelijks leven. Dat is wat we beogen.”
3
“ ” geciteerd Blauw is bah
K nack, 12.10.2005 —
Marketing en productontwikkeling hechten zeer veel belang aan de kleur van producten en verpakkingen. Bepaalde tinten zouden meer aanzetten tot kopen dan andere. Is dat zo ? Kunnen kleuren emoties oproepen? Experimenteel psycholoog Johan Wagemans: “Ik denk het wel. Veel associaties van kleuren en emoties gaan tamelijk automatisch. Rood en vuur, passie, verlangen... Geel en zon, vreugde, zomer... Dat zijn associaties die bijna voor de hand liggen. Maar verpakkingen van voedsel, bijvoorbeeld, moet je geen kleur geven die we bijna nooit eten. Blauw voedsel bestaat bijna niet. Blauw voedsel of voedsel in een blauwe verpakking zal daarom niet meteen de associatie met lekker oproepen. Het zal zelfs afstotend werken. Daarnaast zijn er een heleboel producten waar kleur eigenlijk arbitrair is en waar je als marketeer meer ruimte hebt om de consument te beïnvloeden. Auto’s bijvoorbeeld. Tegenwoordig zijn ze allemaal goed gemaakt, dus ga je bij de keuze veel meer rekening houden met de vorm en de kleur.”
Lotweer De Morgen, 21.10.2005 —
(© Rob Stevens)
Eerste deel van nieuwbouw is klaar De nieuwbouw voor de groep biomedische wetenschappen op de Campus Gasthuisberg is zo goed als klaar. Op dit ogenblik vinden er al lessen plaats en ook de practica en enkele burelen en laboratoria zijn al in gebruik. Tegen het einde van het jaar zou dit deel van het bouwproject volledig afgerond moeten zijn.
I
n het voorjaar van 2001 werd een tijdelijke vereniging van architecten en ingenieurs aangesteld voor het ontwerp van dit indrukwekkende nieuwbouwproject. Het uiteindelijke resultaat vormt samen met het bestaande Onderwijs & Navorsing 1 een uniek geheel van gebouwen. De nieuwbouw met een vloeroppervlakte van 30.000 vierkante meter, is meteen het grootste bouwwerk dat de universiteit ooit in één keer realiseerde. Goed voor net geen 30 miljoen euro. De projectleiding was in handen van Raf Van Hoorick van de Technische diensten. In deze gebouwen krijgen de Faculteit Farmaceutische Wetenschappen en het decanaat en enkele onderzoeksdepartementen van de Faculteit Geneeskunde een nieuw onderdak met daarnaast auditoria en seminarielokalen in een didactische cluster. Eén van de bedoelingen van het project was dat de campus een eigen plek en identiteit zou krijgen binnen Gasthuisberg. “Het is een stadscampus zoals in het centrum”, vertelt architect Mauro Poponcini die mee tekende voor het concept.
“Net zoals in een stad worden de gebouwen verbonden door straten en pleinen. De patio, waar vroeger geen gebruik van werd gemaakt omdat er simpelweg geen toegang was, dient nu als hoofdingang en is nu eigenlijk dé ontmoetingsplaats.” Qua constructie en vorm zijn de gebouwen van een opmerkelijke kwaliteit: “De bestaande gebouwen zijn van beton. En ook wij hebben met beton gewerkt, maar dan in een eerder ‘gekloofde’ vorm. Op die manier creeer je een contrast. Ook hebben we uiteraard rekening gehouden met de lichtinval, er zijn zonweringen aangebracht en er is voldoende glas voorzien. Om het geheel wat kleur te geven hebben we gebruik gemaakt van streepjes, dat moet het beeld van een chromosoom oproepen. En vanzelfsprekend is er met ecologisch en duurzaam materiaal gewerkt.” En zoals u elders op deze pagina kan lezen, er staat nog heel wat te gebeuren op de Campus Gasthuisberg. Stefaan Saeys, directeur Technische Diensten: “We beginnen met een nieuw animalium en een onderzoeksgebouw van opnieuw 30.000 vierkante meter.” (re)
Hoe minder zonlicht, hoe meer lottoformulieren er die dag worden binnengebracht. Dat blijkt uit een studie van doctoraatstudent Sabrina Bruyneel aan de K.U.Leuven. Regen of koude kunnen een Belg niet deren. Maar als de zon nergens te zien is, begint hij zich toch wat moedeloos te voelen. “En als mensen een beetje neerslachtig zijn, gaan ze op zoek naar een opkikker. De spanning van een loterij kan dan genoeg zijn om er weer tegenaan te gaan”, legt Bruyneel uit. “Maar ook andere impulsaankopen scoren beter op grijze dagen. Wie zich wat minder goed in zijn vel voelt, heeft minder controle over zijn koopgedrag.”
Tennisbal tegen het snurken De Tijd, 25.10.2005 —
De Snore Stopper is een polsband die de gebruiker van zijn ergerlijke kwaal af wil helpen door middel van elektrische impulsen. Zodra de drager begint te snurken, geeft het apparaat een lichte schok. De bedoeling is dat de snurker daardoor van positie verandert en stopt met zijn nachtlawaai. (…) Professor Bertien Buyse van het centrum voor slaapstoornissen aan de K.U.Leuven gelooft wel in het nut van een dergelijk apparaat, maar plaatst toch enkele belangrijke kanttekeningen. “Je kan evengoed een zakje in de pyjama of in het nachtkleed naaien ter hoogte van de wervelbladen, en er een tennisbal instoppen. Daarmee krijg je hetzelfde effect en hoef je niet met elektrische schokken te werken. Ik wil wel aannemen dat je niet helemaal wakker wordt van de schokjes – of anders besef je het allicht niet –, maar erg slaapbevorderend zullen ze toch ook niet zijn. Bovendien helpen positiebeïnvloedende apparaatjes slechts een erg beperkte groep van snurkers: diegenen die beginnen te ronken als ze op hun rug terechtkomen.”
4
nieuws
3.11.2005
campuskrant
40 jaar Campus Kortrijk, weer 1.000 studenten en nu de toekomst
“Leuven ziet het nog wel zitten met ons” De Campus Kortrijk is precies 540 jaar jonger dan haar Leuvense Alma Mater, en dat betekent dat ze dit jaar haar veertigste verjaardag viert. Tijd om nog eens een balans op te maken: hoe gaat het tegenwoordig met de West-Vlaamse tak van onze universiteit, en welke plaats is er voor haar weggelegd in het BaMa-tijdperk? Met deze en andere vragen onder de arm trokken we naar campusrector Piet Van den Abeele. Tim Vuylsteke
V
Limburg en Antwerpen “Onze campus heeft zich duidelijk proberen te profileren binnen de K.U.Leuven en het Vlaamse universitaire bestel. Dat is ons vrij goed gelukt en de studentenaantallen stegen de laatste jaren gevoelig. Alleen dit jaar leek het even of de groei zou stilvallen, maar de laatste weken kwam er een opmerkelijke hervatting van de inschrijvingen en toevallig ronden we net nu de kaap van de duizend inschrijvingen.” “Omdat het hoger onderwijs volop in beweging is, wordt de profileringsnood nu wel groter. Zowel binnen de K.U.Leuven als erbuiten moeten we duidelijk afbakenen wie we zijn en waarvoor we staan.” “Belangrijk: we zijn — boven alles — een deel van de K.U.Leuven. Meer nog dan vroeger willen we de verbondenheid met onze moederuniversiteit benadrukken. Dat uit zich bijvoorbeeld in onze nieuwe huisstijl: de naam KULAK blijft wel behouden als roepnaam, maar op papier heten we vanaf nu altijd ‘K.U.Leuven Campus Kortrijk’, of gewoon ‘Campus Kortrijk’.” “Verder willen we ons ook profileren als de beste initiële campus. Qua onderwijs doen weinigen in Vlaanderen beter, zowel kwantitatief — de slaagkansen zijn hier zeer hoog — als kwalitatief — hier wordt bijzonder veel aandacht besteed aan de persoon en de persoonlijkheid van de universitair. We hebben de laatste jaren ons rekruteringsgebied dan ook gevoelig uitgebreid: ook studenten uit Limburg en Antwerpen zijn hier welkom.” “Ten derde zijn we altijd een persoonlijke campus geweest, en dat willen we ook blijven. We hechten belang aan de ontplooiing van elke individuele persoon, en de relaties zijn hier ook zeer direct, zowel tussen de studenten onderling, als tussen de studenten en het personeel. Zopas werd hier de vernieuwde bar van de studenten, de Cantor, geopend. Iedereen was er: de studenten, de proffen, de assistenten, de mensen van het Algemeen beheer, en het ATP.” Eigen bachelors? Wat brengt de toekomst voor de Campus Kortrijk? “Die vraag kan je op drie niveaus interpreteren. Ten eerste is er de flexibilisering van het onderwijs, en dan is de logische vraag: moet Kortrijk eigen bachelordiploma’s uitreiken? Met andere woorden, moeten wij de studenten vanaf nu drie jaar bij ons houden in plaats van twee?” “Voorlopig is ons antwoord: neen. Daar zijn drie redenen voor. Ten eerste zijn we — zoals gezegd — een deel van Leuven. Het maakt dus eigenlijk niet
Associatie, en wij zijn een deel van de universiteit, dus dat biedt kansen voor onze campus, en die kansen willen we grijpen. Er is al het Impulscentrum voor Onderwijsvernieuwing, waar we met alle hogescholen uit de regio samenwerken, maar in de toekomst moeten we ook schakelprogramma’s kunnen organiseren voor hogeschoolbachelors die naar de universiteit willen, en ook de Academische Lerarenopleiding zouden we hier moeten kunnen aanbieden. Iemand uit Kortrijk, Brugge of Oostende zal niet gauw naar Leuven reizen voor zo’n programma, die kiest dan eerder voor Gent.”
(© Rob Stevens)
an den Abeele: “We worden dit jaar veertig, maar we hebben besloten aan die verjaardag geen grootse activiteiten te verbinden. Natuurlijk zijn we blij met elk lustrum, maar we willen onze middelen en energie dezer dagen vooral steken in het profileren van onze campus. Tenslotte viert niemand zijn veertigste verjaardag uitbundig. Met veertig besef je dat je jeugd definitief voorbij is, maar anderzijds ben je nog lang niet uitgerangeerd. Integendeel, het moment is aangebroken dat je serieus vat op het leven en de wereld krijgt.”
“Onze studenten zijn hier erg gelukkig, maar willen na twee jaar toch ook een ander stuk van de wereld zien” uit dat je hier geen diploma kunt behalen, uiteindelijk verplaats je je gewoon ‘binnen’ Leuven. Daarnaast vragen de studenten zelf ook niet om hier drie jaar te blijven. Ze zijn hier erg gelukkig, maar willen na twee jaar toch ook een ander stuk van de wereld zien. Ten slotte is er de financieringswet. Het ziet er op dit moment niet naar uit dat we de middelen zullen krijgen om een derde jaar te organiseren, en zo’n derde jaar kost hopen geld, veel meer dan de twee eerste jaren van de bachelor.” “Toch biedt de flexibilisering een aantal mogelijkheden voor onze campus. Met het nieuwe creditsysteem wordt het mogelijk om je studiekeuze geleidelijk te bepalen: je moet niet meteen kiezen wat je einddiploma wordt. Je kan, bijvoorbeeld, voor exacte wetenschappen kiezen tijdens je eerste jaar, maar pas later beslissen dat je wiskundige, natuurkundige of toegepaste wetenschapper wordt. Of je kan eerst een paar jaar geschiedenis volgen, en daarna overstappen naar een master in economie.” “Daarvan willen we gebruik maken: met enige overdrijving zou je kunnen stellen dat studenten hier in Kortrijk elke studie kunnen aanvatten, om pas in Leuven hun definitieve keuze te maken. We zijn een echte ‘opstapcampus’, en dat willen we — ik heb het al gezegd — zijn voor heel Vlaanderen. Sommige
studenten zijn nu eenmaal beter gediend met een stadscampus als Leuven of Gent, maar voor anderen is Kortrijk net wat zij zoeken.” Spaans en Italiaans “Behalve flexibilisering zorgt BaMa ook voor meer internationalisering. En wat dat betreft zijn we ‘met ons gat in de boter gevallen’, want we hebben een Franse grootstad vlak bij de deur: Rijsel. De laatste jaren is er een toenemende interactie met de Université de Lille. Zo komt, in de Rechten, een Franse prof hier het Franse recht uitleggen, terwijl iemand van ons daar de studenten wegwijs maakt in het Belgische recht.” “Bij de Talen en Letteren werken we samen voor Spaans en Italiaans: wij zijn meer gespecialiseerd in de ene taal, zij in de andere, en dus zitten onze studenten een halve dag per week in Rijsel, en omgekeerd. En ook in de subfaculteit Toegepaste Economische Wetenschappen zijn we bezig met een proefproject. Binnenkort zal elke student hier de Franse taal goed beheersen en de Franse samenleving een stuk beter kennen en begrijpen.” “Ten derde is er de Associatie. Het bijzondere aan de Associatie K.U.Leuven is dat ze zo uitgestrekt is, en het westen van Vlaanderen vormt binnen die organisatie een niet onaanzienlijk deelnetwerk. De universiteit is de spil van de
Niet stilzitten Ondanks de stijging van het totale aantal studenten is er dit jaar een terugval in het aantal generatiestudenten. “Er zijn er zo’n zestig minder, inderdaad. We hebben het probleem geanalyseerd, en zullen het proberen te corrigeren. Ik zie een drietal oorzaken: Ten eerste is er de concurrentie van de UGent, die heel sterk rekruteert in onze regio. Daarnaast is er de demografische terugval, zeker in West-Vlaanderen en vooral in de kringen waar wij rekruteren. Ten slotte zijn er toevalligheden of evoluties die aan onze aandacht ontsnapt zijn, specifiek voor enkele doelgroepen en zelfs voor enkele scholen. We doen het nodige om dat recht te zetten. Maar het wijst er ons wel op dat je nooit mag blijven stilzitten.” “Onder meer daarom zijn er pas een aantal nieuwe investeringsplannen goedgekeurd. Zo komt er een extra studentenresidentie, en er komt ook een volledig nieuw gebouw voor de nieuwe richting Onderwijskunde en voor de Permanente Vorming, én een uitbreiding van de biomedische onderzoeksfaciliteit. Alles samen zijn die investeringen goed voor zo’n tien miljoen euro, en dat laat zien dat Leuven het nog steeds ziet zitten met deze campus. Over de steun vanuit Leuven hebben we overigens nooit te klagen gehad. Onze doelstellingen worden duidelijk geformuleerd, maar we kunnen zelf beslissen hoe we die doelstellingen bereiken. We krijgen dus heel veel zelfstandigheid.” Volgende zomer loopt de ambtstermijn van campusrector Van den Abeele af. Hoe kijkt hij terug op zijn jaren in Kortrijk? “Ik geloof dat het goed is om elke tien jaar iets anders te doen, en het leven heeft me de kansen gegeven om die droom te verwezenlijken. Ik ben hier tevreden: de omgeving is aantrekkelijk, de studenten zijn knap, en de sfeer is uitstekend. Dat laatste heeft wellicht ook met de grootte te maken. Als hier plots vierduizend studenten zouden rondlopen, zou het misschien anders zijn.” Om de tien jaar iets anders doen, betekent dat dat Van den Abeele na volgend jaar nog campusrector is? “De vraag is: wanneer zijn die tien jaar begonnen, want ik voor ik naar hier kwam, was ik ongeveer vijf jaar decaan. Ach, als men volgende zomer naar mij wijst, dan zal ik wel zien, en wijst men niet naar mij, dan zal ik me ook wel weten te amuseren. Ik vind sowieso dat een job niet aan iemand toebehoort. Ik laat dus alles open, en blijf hoe dan ook een gelukkig mens.”
campuskrant
nieuws
3.11.2005
INIBAP viert twintigste verjaardag met expo
KORTNIEUWS
Zeg nooit zomaar banaan Terwijl u en ik onbewust een doodgewone banaan uit de supermarkt eten, verzorgen 43 medewerkers van het Laboratorium voor Tropische Plantenteelt in het Arenbergpark nauwgezet circa 1175 bananenvariëteiten, netjes verzameld in proefbuisjes met streepjescode. Met een leespen volgen ze de bananenplantjes door de serres naar het labo of naar de kweekkamers, tot ver buiten de landsgrenzen. Hallucinante wetenschap? Allesbehalve. Biodiversiteit is het sleutelwoord, zegt professor Rony Swennen van de Afdeling Plantenbiotechniek, die met zijn INIBAP-team wereldwijde erkenning krijgt. Joke Depuydt
B
“
ananen zijn enorm belangrijk in het voedingspakket van mensen uit Afrika, Latijns-Amerika en Azië. Besmettelijke ziektes, misoogsten of natuurrampen zijn dan ook regelrechte catastrofes. Dat daarvoor een oplossing moest worden gezocht, was al duidelijk in de jaren 80. Na mijn studie bleef ik werken bij emeritus professor De Langhe, die na jarenlange activiteiten in Centraal-Afrika in ’77 dit Labo voor Tropische Plantenteelt oprichtte. Overal waar ik kwam verzamelde ik planten en deponeerde ze in Leuven, het begin van een collectie.” “De besmettelijke schimmelziekte Black Sigatoka die in 1985 alle plantages in Afrika teisterde, zorgde voor een stroomversnelling. Omdat je in elk gebied andere expertise met andere planten hebt, zochten België, Frankrijk en Canada de oplossing in het International Network for the Improvement of Banana and Plantain. INIBAP bouwde niet alleen een netwerk uit tussen Europa en de verschillende tropische continenten, maar ook in elke regio.” “Na twintig jaar bezitten de meeste tropische landen ook een eigen netwerk, zodat we direct contact hebben met de boeren. We hoeven niet meer altijd zelf naar het veld te gaan. Naast mensen regionaal en nationaal opleiden, moet het INIBAP wereldwijd het onderzoek coördineren, organiseren en de juiste planten doorgeven.” Op expeditie Hoe pakken jullie dat aan? “Alles wat hier staat, is uitstekend gedocumenteerd. We weten vrij goed wat we hebben, en dus ook wat we niet hebben. Wanneer we een nieuwe variëteit willen, nemen we contact op met het betreffende land en na een principeakkoord en de nodige financiën, vertrekken we met een multidisciplinaire ploeg bestaande uit experts in taxonomie, plantenziektenkunde, agronomie, enzovoort. Na de zoektocht naar de planten, die toch vlug enkele weken duurt, laten we de collectie achter en komt een duplicaat naar Leuven. Uit de grote stekken halen we een weefsel van één à twee millimeter, dat we in een proef buis stoppen. Het vermenigvuldigen kan dan beginnen. Het duurt ongeveer twee jaar om na te gaan of die planten vrij zijn van ziekten en plagen, een deel van het onderzoek wordt uitbesteed. Eenmaal ziektevrij wordt het materiaal, nog altijd in proef buizen, beschikbaar gesteld in het labo.” “Wie het aanvraagt, accepteert meteen bepaalde transportvoorwaarden: het materiaal is gratis, in beperkte hoeveelheden, het mag worden vermenigvuldigd maar nooit gepatenteerd. Doorgeven aan een derde partij kan alleen onder dezelfde voorwaarden. Afhankelijk van de technische modaliteiten van de ontvanger, worden de plantjes in zakjes of proef buisjes verstuurd.” Krijgt elke variëteit een eigen behan-
deling? “Het ideaal van elke variëteit op een ander medium is onmogelijk. We hebben een medium ontwikkeld waarbij alle planten goed – maar niet perfect – kunnen groeien. Dat vergemakkelijkt het beheer, vandaar ook een softwarepakket met streepjescode. Continu lopen de activiteiten van onderhouden,
5
wereld rond.” Van een ambitieuze doelstelling gesproken? “Tot nu kenden we in de geschiedenis van de wereld vanaf de ijstijd nog nooit zoveel biodiversiteit, waarbij het normaal is dat bij nieuwe biodiversiteit een fractie aan andere verdwijnt. Maar wetenschappelijk on-
Eredoctoraat Op 8 november wordt een eredoctoraat uitgereikt aan professor David P. Baron, hoogleraar aan de befaamde Graduate School of Business van Stanford University, vanwege zijn baanbrekende werk in het domein van de politieke economie. Baron introduceerde het gebruik van niet-coöperatieve speltheorie en onderhandelingstheorie in de studie van politieke mechanismen en instellingen. Hij verrijkte de analyse van competitieve strategieën van bedrijven met de studie van hun politieke omgeving, en zorgde voor de verdere integratie van sociale wetenschappen in het curriculum van business-scholen. Zijn publicaties verhelderen probleemstellingen op het vlak van operationeel onderzoek en beslissingswetenschappen, financiële economie, bedrijfseconomie, informatie-economie, publieke economie en de regulering van monopolies.
Verjaardag (1) De Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen viert de 50ste jaargang van het Tijdschrift voor Economie en Management. Dat is een begrip in de academische en economische wereld. Het brengt niet alleen bijdragen over recente wetenschappelijke ontwikkelingen, maar analyseert ook actuele maatschappelijke problemen. Hoofdredacteur is professor Christophe Crombez. Het tijdschrift verschijnt vier maal per jaar. http://www.econ.kuleuven.be/tem/
“Bananen zijn enorm belangrijk in het voedingspakket van mensen uit Afrika, LatijnsAmerika en Azië. Besmettelijke ziektes, misoogsten of natuurrampen zijn dan ook regelrechte catastrofes.”
Kankeronderzoek bekroond
(© Rob Stevens)
vermenigvuldigen, redden van materiaal – met of zonder wortels –, kiemvrij maken, overenten en invriezen door elkaar, terwijl ze strategisch allemaal moeten worden afgewerkt. Gelukkig zijn mijn medewerkers kalme, nauwgezette mensen die kunnen organiseren op lange termijn.” Bier- en bakbananen Die techniek van het invriezen is nu wereldwijd erkend. “Planten in proefbuizen groeien onder stress en muteren spontaan. Om dat tegen te gaan zochten we de voorbije negentien jaar naar een geschikte techniek. Belangrijk is dat onze cryopreservatie zich niet beperkt tot bananenplantjes, maar toepasbaar is gebleken op tal van andere gewassen. Dat komt door ons fundamenteel onderzoek op de invriesprocessen bij plantencellen en -weefsels. Vandaar de erkenning van het International Plant Genetic Resources Institute (IPGRI), het centrum dat wereldwijd werkt op plantenbiodiversiteit. Tot voor kort was hun missie om alle planten ter wereld te bewaren, er een systeem voor uit te werken en mensen te vormen. Maar nu moet die biodiversiteit worden gebruikt. Dat lukt want elke dag vertrekken van hier uit vijf à zeven plantjes de
derzoek toont aan dat de snelheid van verlies aan biodiversiteit historisch nog nooit zo hoog lag als nu. Als we zo doorgaan zouden we tegen het einde van deze eeuw wel eens een kwart biodiversiteit kwijt kunnen zijn. Met een tentoonstelling die de wereld rond reist, willen we het belang ervan onderstrepen.” “De Cavendish, de banaan die wij meestal eten, is gedicteerd door de tussenhandel: met een bepaalde lengte en vorm en een mooie kleur bleek ze jaren geleden bestand tegen de schimmel die de Gros Michel-banaan nekte. Er bestaan veel lekkerder dessertsoorten, en ook bier- en bakbananen, alleen zijn die bij ons veel te weinig bekend. Een banaan is niet zomaar een banaan, maar omvat door haar plaats in het landbouwsysteem veel meer. Neem de banaan weg en honderden andere eetbare planten en dieren verdwijnen… Tip: vervang aardappelen eens door gefrituurde schijfjes zwarte bakbanaan!” De tentoonstelling ‘Lang leve de banaan’ loopt van 19 oktober tot 18 november in de Centrale Bibliotheek op het Ladeuzeplein, en vertrekt daarna op wereldtournee. http://www.inibap.org/
Drie wetenschappers van het UZ Gasthuisberg krijgen van de Vlaamse Liga tegen Kanker elk een beurs van ruim 24.000 euro. Het gaat om wetenschappelijke onderzoeksbeurzen van de Stichting Emmanuel van der Schueren, bedoeld voor jonge kankeronderzoekers die niet kunnen terugvallen op overheidssteun. Piet Dirix, Afdeling Radiotherapie, ontvangt een beurs voor zijn onderzoek inzake de optimalisatie van de IMRT-techniek (intensity modulated radiotherapy) in hoofd- en halstumoren. Hans Prenen, lab Experimentele Oncologie, kreeg een beurs voor zijn onderzoek over signaaltransductie inhibitoren als behandeling van gastro-intestinale stromale tumoren en Marlies Van de Wouwer, Centrum voor Transgene Technologie en Gentherapie, ontving een beurs voor haar werk rond innovatieve anti-tumorstrategieën met trombomoduline.
Verjaardag (2) Op 11 oktober vierde de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen het dertigjarig bestaan van de eerste opleiding Beleidsinformatica. Daaronder verstaat men de wetenschap van het ontwikkelen en beheren van informatie en informatiesystemen voor het besturen van organisaties. Dergelijke systemen ontwikkelen vergt veel meer dan kennis van hardware en software. Beleidsinformatici analyseren de behoeften van bedrijven op het vlak van informatica-oplossingen en ontwerpen, bouwen en beheren nieuwe systemen voor bedrijven, overheid, onderwijsinstellingen of non-profit-organisaties.
6
nieuws
3.11.2005
Studiedag over verkeersveiligheid
Helmen, gordels, tuimelwagens en alcolocks Als je je op zaterdag 19 november met de wagen naar Kortrijk begeeft, vergeet dan zeker niet je gordel om te doen. Aan de KULAK vindt dan immers een studiedag plaats over verkeersveiligheid. Organisator is het Centrum Forensische Geneeskunde van de K.U.Leuven. Dokter Katja De Munnynck, verbonden aan het Centrum, is een van de sprekers. Sara Callens
D
e Munnynck: “We moeten allereerst een onderscheid maken tussen actieve en passieve elementen die bijdragen tot verkeersveiligheid. In dat laatste domein gaat het vooral om de ‘hulpmiddelen’ van de weggebruikers, bijvoorbeeld helmen en gordels voor de inzittenden, maar ook de wegeninfrastructuur. Forensisch onderzoek heeft uitgewezen dat het dragen van een gordel het mortaliteitscijfer bij een verkeersongeval met 45 % vermindert, in combinatie met de airbag is er zelfs een vermindering van 50 %.” “Daarnaast is er de actieve component: ook aan de bestuurder zelf moeten eisen worden gesteld. In België moet je na het theoretische rijexamen een vragenlijst invullen waarin je onder meer verklaart dat je niet aan bepaalde ziekten lijdt die een belemmering kunnen vormen voor het besturen van een voertuig. Onderaan dat formulier staat vermeld dat, wanneer iemand niet meer aan deze voorwaarden voldoet, hij zijn rijbewijs binnen de vier dagen moet inleveren. Veel mensen zijn hiervan echter niet op de hoogte, en blijven dan ook gewoon met de auto rijden, wat soms wel degelijk tot ongevallen leidt. Volgens ons zou de overheid hieraan iets moeten doen.” Vergrijzing “Een probleem waar momenteel om andere redenen heel veel over gediscussieerd wordt, maar dat ook gevolgen heeft voor de verkeersveiligheid, is de vergrijzing van de bevolking. In principe zouden ouderen hun rijbewijs moeten inleveren als ze niet meer aan de wettelijke vereisten voldoen. Dat is echter een heikele kwestie, want nogal wat ouderen zijn voor hun mobiliteit afhankelijk van de wagen. In Zwitserland be-
(© Rob Stevens)
staat al jaren een systeem waarbij mensen boven een bepaalde leeftijd jaarlijks gescreend worden, en ook wij zijn daar wel voor gewonnen. Deze regeling discrimineert de ouderen zeker niet. Integendeel, ouderen die nog mogen rijden, hebben, als ze toch een ongeval veroorzaken, meteen een officieel bewijs in handen dat ze nog wel degelijk geschikt zijn om met de auto te rijden, ook al zijn ze dan misschien vijfentachtig.” “Waar we de mensen ten slotte ook van willen overtuigen, is het belang van forensisch onderzoek. Dat een snelweg na een zwaar ongeval soms ettelijke uren wordt afgesloten, zet nogal eens kwaad bloed bij de mensen in de file, maar grondig onderzoek van ongevallen levert wel degelijk tastbare resultaten op. Zo zijn onder meer de problemen met de dodehoekspiegel dankzij dergelijk onderzoek
aan het licht gekomen. Bovendien bestaan er manieren om de verkeerschaos tijdens zo’n onderzoek te beperken. Ook daarop willen we dieper ingaan.” “In de marge van de studiedag zullen een aantal demonstraties plaatsvinden. Zo zal het BIVV onder meer de werking van het alcolock uitleggen, een beveiliging in de wagen om sturen onder invloed te verhinderen. Ook de federale politie komt langs met de zogenaamde tuimelwagen. Dat is een wagen die het effect van een gordel tijdens een ongeval simuleert.” De studiedag vindt plaats op zaterdag 19 november in de Aula Stijn Streuvels, K.U.Leuven Campus Kortrijk, E. Sabbelaan 53 in Kortrijk. Meer info: http://www.dpv.be of bij het Centrum Forensische Geneeskunde, (t) 016 33 65 55
campuskrant
Doorbraak in behandeling hart- en herseninfarcten Alles wijst erop dat er binnen enkele jaren een veilig geneesmiddel op de markt kan komen dat bloedklontering of trombose tegengaat en dus hart- en herseninfarcten voorkomt. De huidige antitrombotica houden het risico in dat er ongewenste bloedingen optreden, die een nieuwe levensbedreigende situatie kunnen veroorzaken. Maar aan het Laboratorium voor Tromboseonderzoek van de Campus Kortrijk is een antilichaam beschreven dat de voordelen van een antistollingsmiddel biedt zonder de nadelen. Het antilichaam 82D6A3 gaat klontervorming in vernauwde bloedvaten tegen, terwijl het bloedingsrisico laag blijft. In het kader van haar doctoraatsstudie ging Stephanie Staelens op zoek naar een manier om dat antilichaam klinisch bruikbaar te maken. Een eerste grote stap was het onderzoek naar de efficiëntie van het antilichaam bij het voorkomen van restenose. Bij patiënten die het risico lopen op een infarct omdat ze vernauwde kransslagaders hebben, worden die kransslagaders vaak ‘opengerekt’ met een ballonnetje en een buisje. Maar die ingreep beschadigt op zich al het bloedvat, waardoor de bloedplaatjes geactiveerd worden en er dus weer klontervorming optreedt. Er ontstaat ook littekenweefsel. Dat heet restenose en komt bij tien procent van de behandelde patiënten voor. Staelens ontwikkelde diermodellen om de werking van 82D6A3 tegen trombose en restenose te testen. Hoewel er nog verder onderzoek nodig is, wijzen de eerste resultaten in de goede richting. Tegelijkertijd werkte Stephanie Staelens aan de ‘vermenselijking’ van het antilichaam, en voerde ze het voorbereidende werk uit om een afgeleide van het antilichaam aan te maken dat in de vorm van een pil kan worden toegediend.
Stamcelinstituut geopend “Ik wil iets teruggeven aan de universiteit waar ik mijn opleiding kreeg”, zei stamcelspecialiste Catherine Verfaillie enkele maanden geleden in Campuskrant. Onlangs keerde ze terug uit de VS, waar ze het wereldvermaarde Minneapolis Stem Cell Institute oprichtte. Verfaillie zal haar werk voortzetten aan het nieuwe Stamcelinstituut Leuven (SCIL), dat op 27 oktober geopend werd door minister-president Yves Leterme. Verfaillie zal het SCIL samen met collega-stamcelspecialist Marc Boogaerts leiden. De instituten in Leuven en Minneapolis zullen nauw gaan samenwerken. Bij de opening van het Leuvense instituut was trouwens een uitgebreide delegatie van de University of Minnesota aanwezig. Professor Verfaillie behoort met haar baanbrekend stamcelonderzoek tot de wereldtop in haar domein. In het beenmerg van volwassenen ontdekte zij stamcellen die zich even flexibel kunnen ontwikkelen (de zogenaamde ‘MAP-cellen’) als embryonale stamcellen. Stamcelonderzoek biedt nieuwe kansen voor de behandeling van bloed- en spierziekten, hersen- en zenuwaandoeningen, diabetes en de ziekte van Parkinson. (© Rob Stevens)
campuskrant
nieuws
3.11.2005
7
Eredoctoraat voor biotechnologe
Nieuwe tanden uit stamcellen? “Binnenkort zijn artsen in staat om in het laboratorium op basis van stamcellen tanden te maken die ze daarna bij de mens inplanten. Daarbij mikken ze niet op cosmetische chirurgie, maar wel op het helpen van patiënten die van bij de geboorte geen of te weinig tanden hebben”, vertelt professor Carine Carels van de Afdeling Orthodontie. De Finse professor Irma Thesleff, die mede aan de basis ligt van het onderzoek dat deze evolutie mogelijk maakt, ontvangt op 24 november een eredoctoraat. Dan geeft ze ook een lezing: ‘How to build a tooth? The developmental biology tool-kit for making a tooth’. Jaak Poot
P
rofessor Thesleff (Institute of Biotechnology van de Universiteit van Helsinki) onderzoekt al ruim twintig jaar de tandontwikkeling op het niveau van de genen. Professor Carels: “Zij ontdekte dat een embryo al op de tiende dag na de conceptie aan zijn tanden begint te bouwen. Genen bepalen niet alleen het aantal tanden, maar ook hun specifieke vorm en positie.” “Een tand is een zeer ingewikkeld orgaan met componenten als glazuur, dentine en cement, waarin en waarrond ook bloedvaatjes, zenuwcellen en allerhande vezels zich ontwikkelen. We weten niet hoeveel genen er exact bij de tandontwikkeling betrokken zijn, maar de hoeveelheid signaalmoleculen en groeifactoren is in ieder geval enorm.” Het team van professor Thesleff onderhoudt een webdatabase (bite-it.helsinki.fi) waaraan wekelijks nieuw ontdekte genen en moleculaire factoren worden toegevoegd. Tand als kankersignaal In 2004 ontdekte Irma Thesleff het gen dat door mutatie oligodontie of anodontie veroorzaakt. Deze afwijking komt voor bij 8,4 mensen op 10.000: zij missen meer dan zes definitieve tanden. Onderzoek leerde dat de leden van een grote Finse familie die drager zijn van
het gemuteerde gen (AXIN2) dat oligodontie veroorzaakt, ook lijden aan verschillende vormen van dikdarmkanker. Thesleff toonde aan dat dezelfde genen een rol spelen bij beide problemen. Meteen een belangrijk signaal voor de artsen: deze patiënten moeten regelmatig worden onderzocht op indicaties dat er zich kankercellen ontwikkelen. Carels: “Andere patiënten hebben dan weer problemen omdat ze te veel tanden ontwikkelen. Thesleff toonde aan dat fouten in genen die de botformatie verstoren zodat de fontanellen in de schedel niet sluiten, ook oorzaak zijn van extra tandaanleg.” Dicteren Thesleff bewees dat ontwikkelingsgenen vooral een rol spelen bij de communicatie tussen cellen. Kleine signaalmoleculen werken in op naburige cellen en dwingen deze om hun ‘gedrag’ te veranderen. Dat leidt tot celdifferentiatie. De ontrafeling van deze complexe signalisatienetwerken opent mogelijkheden voor de ontwikkeling van therapieën. Thesleff en haar team verwachten dat de combinatie van kennis over de signalisatienetwerken en de vooruitgang in het stamcelonderzoek vrij snel kan leiden tot het ‘bouwen’ van nieuwe tanden. “Als we weten hoe een tand ontstaat, dan kunnen we stamcellen
(© Rob Stevens)
dicteren hoe ze zich moeten differentieren om de onderdelen van een tand te vormen. Dat creëert het potentieel om in het laboratorium nieuwe tanden te maken.” Kunnen we dan straks een gebit op maat van Katia Retsin of Kylie Minogue bestellen? “Neen”, lacht professor Carels, “en dat is ook niet de bedoeling. We zijn al blij als we iets kunnen ontwikke-
len dat op een tand lijkt. Wij willen in de eerste plaats jonge mensen helpen die zich nu oraal gehandicapt voelen omdat ze om genetische redenen een groot aantal tanden missen.” De lezing van professor Thesleff vindt plaats op donderdag 24 november om 14 uur in de promotiezaal van de Universiteitshal, Naamsestraat 22, Leuven.
Leuven Medical Support stuurt vrijwilligers naar ziekenhuizen in Afrika Medisch technicus Luc Baudemprez en radioloog Jan Leemans werkten ooit samen in het operatiekwartier van Gasthuisberg en vertrokken vervolgens naar Afrika om zich in te zetten voor een humanitair medisch project. Wat later bundelden ze hun krachten en zo ontstond in de schoot van Gasthuisberg Leuven Medical Support (LMS). Hedwig Bogaert
L
MS — de organisatie bestaat ondertussen vijf jaar — verzamelt medisch materiaal en tweedehands medische apparatuur om dat alles te bezorgen aan een aantal ziekenhuizen in Afrika. Opdat de apparatuur juist aangewend zou worden, wordt de zending steeds begeleid door een vijftal vrijwilligers die beschikken over medische en technische vaardigheden. Luc Baudemprez licht enthousiast toe: “Chirurgen, anesthesisten, verpleegkundigen, technici, radiologen, tandartsen en apothekers: tot nog toe hebben mensen met een heel verschillende achtergrond zich vrijwillig ingezet om de toestellen te installeren en te demonstreren. Op elke missie wordt er ook telkens een symposium georga-
niseerd waarin verschillende aspecten van de gezondheidszorg aan bod komen voor de personeelsleden in de ziekenhuizen. Zo werden al workshops gehouden rond brandwonden, externe fixaties van fracturen, gynaecologie, en het voorschrijfgedrag van antibiotica.” Er zit een duidelijke langetermijnvisie achter de werking van LMS: “We sturen geen noodhulp, we streven ernaar dat de ziekenhuizen waarin we investeren op termijn zelfbedruipend functioneren. Daarom selecteren we vooral ziekenhuizen die beschikken over een minimum aan infrastructuur. Zo werken we al vier jaar met een ziekenhuis in Njinikom (Kameroen) en sinds dit jaar hebben we ook een project in Kisantu (Congo) lopen. In Njinikom hebben we bijvoorbeeld een operatiekwartier geïnstalleerd met alle nodige elektrische apparatuur, in Kisantu in Congo verzorgden we een opleiding voor het personeel om te leren omgaan met de opgezonden apparatuur.” “Geïnteresseerde vrijwilligers komen vaak spontaan naar ons toe. Ze moeten erg gemotiveerd zijn, want uiteindelijk betalen ze zelf de helft van hun vliegticket naar Afrika en besteden ze twee weken van hun vakantie aan het goede doel. Maar je krijgt er ook veel voor terug: we worden ginds steeds uitbundig onthaald en als we naar huis vertrekken, worden we uitvoerig bedankt met een dansfeestje,
op zijn Afrikaans… Vaak is het in het begin wel even wennen aan de gewoontes in een Afrikaans ziekenhuis. Patiënten worden bijvoorbeeld gewassen door de eigen familieleden en die maken ook het eten klaar op enkele openbare kookplaatsen in het ziekenhuis. De patiënt wordt op die manier constant omringd door familie, zodat het in ziekenhuizen wel eens veel
drukker kan lijken dan het in feite is.” Singer-songwriter Martyn Joseph treedt op woensdagavond 9 november om 20u op in de cafetaria van het UZ Leuven. De opbrengst gaat naar het Leuven Medical Support Team. Kaarten (6 euro) en info: (t) 016 34 37 70,
[email protected], http://www.leuvenmedicalsupport.be
– advertentie –
8
beleid
3.11.2005
campuskrant
Vierde Ethisch Forum over patentering van academisch onderzoek
Octrooiering tussen vrijheid en bescherming Patentering van academisch onderzoek lijkt logisch: de universiteit investeert in onderzoek en beschermt haar vindingen, met — soms — een commerciële meerwaarde als welkom neveneffect. Maar komt daarmee niet het oude Verlichtingsideaal van de vrije distributie van kennis op de helling te staan? Belandt onderzoek zo niet op een terrein waar alleen nog de wetten van de markt gelden? De Universitaire Stichting wijdt op 22 november haar vierde Ethisch Forum aan de kwestie. Wouter Verbeylen
O
m warm te lopen voor de discussie gingen we uitleg vragen aan ethicus Bart Pattyn, medeorganisator van het forum, en jurist Geertrui Van Overwalle van het Centrum voor Intellectuele Rechten. En we toetsten hun bedenkingen aan de praktijk, belichaamd door Koenraad Debackere, Algemeen Beheerder van de K.U.Leuven en verbonden aan Leuven Research & Development. Geertrui Van Overwalle: “Door te octrooieren verwerf je voor een beperkte tijd het monopolierecht op een uitvinding. In theorie zijn alle uitvindingen octrooieerbaar, ontdekkingen zijn dat niet. Maar wat is een uitvinding en wat een ontdekking? De gangbare definitie van een ontdekking is een onthulling van iets dat er al was. Marie Curie ontdekte in 1911 radium, en de lichtgevende klokken op basis daarvan zijn — octrooieerbare — uitvindingen. Daarmee raak je er niet altijd uit: zijn bijvoorbeeld genen of stamcellen octrooieerbaar? In het Ethisch Forum staat echter het octrooieren op zich ter discussie: hindert dat bijvoorbeeld niet het vrije gebruik van kennis, en zijn er geen neveneffecten die schadelijker zijn dan de mogelijke voordelen?” Koenraad Debackere: “Er zijn inderdaad mensen die het beschermen van kennis op zich al onethisch vinden, maar ik zie daar geen graten in. Ethisch-maatschappelijke overwegingen spelen wat mij betreft vooral een rol als het gaat om de soort vinding die geoctrooieerd wordt. Toen bijvoorbeeld enkele jaren geleden het Amerikaanse bedrijf Myriad Genetics een octrooi wilde nemen op een borstkankergen, hebben we samen met professor Gert Matthijs aan de kar getrokken om daartegen oppositie te voeren. Het Europees Octrooibureau heeft uiteindelijk in het nadeel van Myriad Genetics beslist.” “Maar als het maatschappelijk verantwoord is iets te octrooieren, dan doen wij dat ook. De K.U.Leuven heeft momenteel een portefeuille van een tweehonderdtal octrooien, en elk jaar plaatsen we een tachtigtal nieuwe aanvragen.” Goudhaantjes Van Overwalle: “De vraag is nu: is het altijd verstandig om het gebruiksrecht van een uitvinding af te schermen? Eén argument pro octrooiering is dat je anders de commerciële meerwaarde laat ontsnappen. En dat is jammer, want met dat geld zou je nieuw onderzoek kunnen financieren. Een ander argument is dat je de industrie dan kan laten betalen voor je vinding, terwijl je die betaling voor bijvoorbeeld de derde wereld kwijtscheldt. Die controle mis je als je geen octrooi verwerft.” Bart Pattyn: “Maar je moet altijd bedacht zijn op mogelijke neveneffecten: als bepaalde onderzoeksdomeinen door octrooiering goudhaantjes blijken te zijn, gaan andere, zachtere domeinen daar na verloop van tijd geen nadeel van ondervinden?” Debackere: “Natuurlijk verwerven sommige onderzoeksdomeinen supplementaire middelen, maar niet ten nadele van anderen. Ongeveer vijftig procent van de middelen die de overheid
samenwerken met de industrie zijn in de regel minstens evenveel met fundamenteel onderzoek bezig als groepen die minder vaak met de industrie samenwerken.”
uitgeeft aan onderzoek worden toegewezen op initiatief van de vorser, en de toekenning ervan gebeurt zeker niet op markteconomische gronden. De andere vijftig procent zijn een andere kwestie: zij komen uit de budgetten van economie en innovatie, en daarvan mag men dan ook verwachten dat ze op termijn tot een economisch resultaat leiden.” Is een grote verwevenheid van indu-
het verleden natuurlijk voorbeelden van onder andere farma-bedrijven die druk uitoefenden om negatieve resultaten niet te publiceren. Maar als je zegt dat dat soort praktijken de regel zou zijn, moet je toch harde bewijzen op tafel kunnen leggen. Bij LRD staat bijvoorbeeld in elk contract dat van geheimhouding van eventuele negatieve resultaten geen sprake kan zijn. Hoog-
“Het zou naïef zijn te doen alsof een systeem zonder octrooien nog kan bestaan — maar heeft een universiteit nog wel voldoende speelruimte om zelf haar positie te bepalen, of spelen enkel de wetten van de markt?” strie met universitair onderzoek überhaupt gezond te noemen? Van Overwalle: “Er zijn verschillende studies gebeurd waaruit bleek dat bij onderzoek op vraag van de industrie de resultaten soms enigszins verdraaid werden. Enige oplettendheid lijkt me dus wel terecht.” Debackere: “Ik geloof eigenlijk niet in die perversiteitsthesis. Er waren in
uit kunnen bedrijven vragen om de publicatie van onderzoeksresultaten even uit te stellen.” “Bovendien heb ik zelf onlangs met mijn onderzoeksgroep een studie gepubliceerd waaruit alvast niet bleek dat octrooieren negatieve effecten heeft op de kwaliteit van het onderzoek zelf. Meer nog: onderzoeksgroepen die veel
Iedereen tevreden? Pattyn: “Fundamenteler lijkt me de vraag of een octrooi altijd het beste middel is om wetenschappelijke vindingen ten dienste van de wereldgemeenschap te stellen. Ik wil er zeker geen princiepskwestie voor of tegen octrooien van maken — het zou naïef zijn te doen alsof een systeem zonder octrooien nog kan bestaan — maar heeft een universiteit nog wel voldoende speelruimte om zelf haar positie te bepalen, of spelen enkel de wetten van de markt?” Debackere: “Uiteraard is de economische waarde van belang. Het farmabedrijf Gilead commercialiseert nu een aidsremmer die de K.U.Leuven ontwikkeld heeft, en dat is maar normaal: zij hebben anderhalf miljard dollar in de ontwikkeling ervan geïnvesteerd. Maar daardoor hoeft de maatschappelijke waarde niet in het gedrang te komen: de K.U.Leuven heeft haar rechten op royalties afgestaan voor een hele reeks landen zodat de aidsremmer daar aan kostprijs geleverd kan worden. Iedereen tevreden dus.” Van Overwalle: “Toch moet je erover waken dat die maatschappelijke waarde niet op een anekdotische manier wordt nagestreefd. Nu wordt vaak geval per geval bekeken of er afspraken gemaakt kunnen worden, zoals bij Gilead, terwijl je die ruimte volgens mij al in den beginne op een systematische manier moet creëren.” De discussie wordt voortgezet op het Vierde Ethisch Forum van de Universitaire Stichting, op dinsdag 22 november in Brussel. Voor alle info: http://www.universitairestichting.be/nl/forum.php
Drie Leuvense studenten op het eerste Women’s Forum
Vrouwen over vrouwen Tussen 13 en 15 oktober bleef je als man maar beter weg uit het Franse Deauville, want daar vond het allereerste Women’s Forum for the Economy & Society plaats. Vijfhonderd vrouwen uit eenenveertig landen praatten er drie dagen lang over hoe ze iets kunnen doen aan de nog steeds alomtegenwoordige ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Aan het forum namen ook zeventien (ex-)studenten deel, onder wie drie van de K.U.Leuven. Sara Callens
V
eerle Slootmaekers, momenteel werkzaam op het Departement Economie, was één van onze vertegenwoordigers in Deauville. “Onze groep jongeren kreeg de naam ‘Young Leaders’. Ook wij konden actief deelnemen aan de discussies, en in de afsluitingssessie mochten we zelfs een rapport met onze eigen bevindingen voorstellen aan de andere deelneemsters. Maar daar blijft het niet bij. We hebben een netwerk opgericht dat vooral andere jongeren bewust moet maken van de problematiek. Ook de vrouwen van onze generatie moeten blijven
vechten voor hun rechten.” “We voeren onze strijd ook niet voor niets. Een van de studies die werden voorgesteld op het Forum, heeft, bijvoorbeeld, aangetoond dat meer gelijkheid tussen man en vrouw niet alleen goed is voor de vrouw, maar voor de hele samenleving. In landen waar vrouwen meer rechten hebben, is er ook een hogere welvaartsgraad. Een betere doorstroming van vrouwen naar topfuncties in bedrijven is dus ook goed voor de economie.” Ook Ansfried Hoydonckx van het Departement Sociologie, die een aantal weken geleden haar eindverhandeling
over het verschil in studiekeuze tussen meisjes en jongens voorstelde in Campuskrant, was present in Deauville. “Het is mijn promotor, professor Veerle Draulans, die me op het idee bracht om deel te nemen. Ik heb mijn cv gestuurd naar de organisatie en werd uitgekozen. Ook de derde Leuvense student, psychologe Els Eerdekens, is overigens via professor Draulans op het Forum geraakt. Zij had voor haar eindverhandeling een appreciatief onderzoek uitgevoerd bij leidinggevende vrouwen. Voor de driedaagse kenden we elkaar niet, maar daar is nu dus verandering in gekomen.”
campuskrant
beleid
3.11.2005
9
Sabine Van Huffel, rectoraal adviseur Gelijke Kansen en Diversiteit, stelt zichzelf en haar beleid voor
“De eerste allochtone vrouwelijke rector met functiebeperkingen is niet voor morgen”
I
“
k kom zelf uit een gezin van vier meisjes, en wij droomden allemaal van een groot gezin. Daarom zag ik een job aan de universiteit wel zitten: de uren zijn flexibel, en ik zou wel zien wanneer ik halftijds moest gaan werken. Mijn eerste kind was nog geen probleem, bij mijn tweede heb ik me bewust die vraag gesteld. Maar mijn echtgenoot zag het probleem niet. We zouden het wel geregeld krijgen, hij zou wat meer zorgtaken op zich nemen. Had hij op dat moment gezegd: ‘Ja, blijf maar thuis’, dan had ik dat ook gedaan. Om maar te zeggen hoe belangrijk de rol van je man in dat soort beslissingen is…” “Als je als academicus ouderschapsverlof neemt, ben je ten dode opgeschreven: alles verandert als je er een jaar tussenuit bent — ik ken niemand die het opneemt. “ “Als ik alles op mijn werk zou moeten zetten, dan zou ik me te eenzijdig voelen. Ik ben actief binnen ziekenzorg en in de parochie, ik geef nu ook geregeld lezingen naar aanleiding van mijn boek (Sabine Van Huffel schreef vorig jaar een boek over haar overleden zoontje — red.). Dat is allemaal heel belangrijk in mijn leven, ik haal er mijn energie uit. Anders zou ik heel ongelukkig zijn, weet ik uit ervaring. Vorig semester had ik het plots zo druk met mijn werk — lesgeven, doctorandi, thesissen — dat ik echt geleefd werd. Ik was inwendig heel nerveus en werkte dat soms uit op mijn gezin. Verschillende keren heb ik met de gedachte gespeeld mijn ontslag in te dienen.” “Mijn benoeming tot rectoraal adviseur kwam op het juiste moment. Inhoudelijk is het helemaal mijn ding. Ik zou nooit een functie aanvaarden waarbij de directe maatschappelijke band wordt doorgesneden. Ik heb nooit de ambitie gehad om departementsvoorzitter of decaan te worden — iets wat mijn mannelijke collega’s nooit hebben kunnen begrijpen. Vrouwen zijn veel meer dan mannen met de inhoud van hun job bezig — het kwalijke gevolg daarvan is wel dat ze vaak te weinig moeite doen om een promotiedossier in te dienen.” “Waar ik de tijd vind? Ik heb gelukkig heel weinig slaap nodig, hooguit zes uur. Vier vijfde werken zou ideaal zijn, maar dat kan niet zomaar. Vreemd eigenlijk: minder werken om een politieke of een maatschappelijke functie uit te oefenen gaat allemaal, maar voor privé-doeleinden is het blijkbaar not done. Als ik aan het begin van mijn carrière had gezegd: ik wil deeltijds werken, dan was ik nu nog altijd tijdelijk medewerker. Toen ik solliciteerde, liet men me zelfs verstaan: ‘Als je denkt deeltijds te gaan werken, dien dan maar meteen je ontslag in.’ De tijden zijn gelukkig veranderd: nu zijn er wel vrouwelijke assistenten die beslissen om halftijds te gaan werken.” Publicatiemachine Van Huffel wil haar eigen ervaringen ook gebruiken in haar nieuwe functie. “Academisch personeel heeft een heel eigenaardig statuut. Enerzijds is de flexibiliteit en de vrijheid in het opnemen van verlof erg aantrekkelijk. Maar de keerzijde van de medaille is dat je zoveel taken opgelegd krijgt, zonder dat er blijkbaar een bovengrens bestaat. Tegen de administratieve overlast ben je bijvoorbeeld nauwelijks beschermd. Het was niet toevallig een hot topic bij de rectorsverkiezingen,
Op 23 september maakte rector Marc Vervenne de aanstelling bekend van Sabine Van Huffel tot nieuw rectoraal adviseur voor Gelijke Kansen en Diversiteit. Niemand leek geschikter voor die functie: Van Huffel is één van de schaarse vrouwelijke professoren aan de universiteit, binnen een faculteit waar ook vrouwelijke studenten zwaar ondervertegenwoordigd zijn, en als ze thuiskomt wacht er een gezin met vijf kinderen op haar. “Als ik alles op mijn werk zou moeten zetten, dan zou ik me te eenzijdig voelen.” Wouter Verbeylen
(© Rob Stevens)
“Ik denk dat we tot hiertoe vooral veel — misschien wel té veel — geanalyseerd hebben, maar nog weinig actie hebben ondernomen.”
voor zowat alle kandidaten.” “Ik kende Marc Vervenne eerlijk gezegd niet. Bij de kandidaten waren er drie andere — Torfs, Nys en De Moor — die ik als persoon veel beter kende. Ik had er geen idee van dat Vervenne zo sterk de kaart van gelijkheid en diversiteit ging trekken. Het model onder Oosterlinck was toch veel meer een bedrijfsmodel, ik voelde me als ZAP’er vaak een publicatiemachine.” “Ik doe zelf onderzoek in de biomedische dataverwerking. Mijn doel als
academicus in de maatschappij is niet om mijn algoritmes te publiceren in een tijdschrift met een hoge impactfactor, maar om de levenskansen van een patiënt te verbeteren. Natuurlijk blijft de output ook nu een rol spelen, maar ik heb sterk de indruk dat andere parameters harder zullen gaan doorwegen. Waarom kan iemand met minder publicaties, maar die meer aan dienstverlening doet, niet even snel promotie maken? Deze rector gaat op dat vlak meer diversiteit toelaten — bij een promotie-
dossier mag je naast aantal publicaties, lesopdrachten, enzovoort, voortaan bijvoorbeeld ook persoonskenmerken invullen. Noem het een meer humane benadering.” Overdonderd Na haar benoeming tot Rectoraal Adviseur en de verkondiging in de pers van het ‘vrouwenplan’ van Vervenne, klonk vanuit andere universiteiten de kritiek dat de K.U.Leuven blijkbaar vergat dat geen enkele universiteit het slechter doet op het vlak van vrouwelijke ZAPvertegenwoordiging. Van Huffel: “Tja. Cijfermatig klopt dat natuurlijk — volgens de cijfers van februari 2004 telt de K.U.Leuven 22 voltijds werkende vrouwelijke gewoon hoogleraars, tegenover 363 mannen —, en ik heb daar ook niet meteen een verklaring voor. Maar wij zijn wel de eerste universiteit die een Centrum voor Gelijkekansenbeleid heeft opgericht. Ik denk dat we tot hiertoe vooral veel — misschien wel té veel — geanalyseerd hebben, maar nog weinig actie hebben ondernomen.” “Het is nu tijd om een werkbare structuur op te stellen voor de drie pijlers, studenten, AP en ATP. We doen wel aan mainstreaming — alles moet gender-neutraal zijn — maar dat moet op alle niveaus gebeuren. Bij elk personeelsreglement, bij elke benoeming moet erover gewaakt worden. Daarom moet er in de eerste plaats meer visibiliteit komen: we moeten er meer over rapporteren, en de verslagen moeten niet enkel geschreven, maar ook gelezen worden. Een goed zichtbare knop ‘Diversiteit’ op de homepage van alle faculteiten kan al wonderen doen.” “Om me te informeren over mensen met functiebeperkingen ben ik langsgelopen bij Studieadvies. Ze hebben me er overdonderd met hun knowhow op dat vlak: al dertig jaar werkt Studieadvies rond functiebeperkingen, internationaal zijn ze hét centrum hiervoor, maar er is nauwelijks iemand die dat weet. Natuurlijk heeft iedereen weleens gehoord van het Romerohuis voor studenten met een lichamelijke handicap, maar ook andere beperkingen, zoals dyslexie of een visuele handicap, moeten onder de aandacht komen, voor studenten én personeel, op alle niveaus. Zijn alle gebouwen bijvoorbeeld voldoende toegankelijk? Zijn bepaalde iconen op de websites wel groot genoeg?” “Ik moet toegeven dat er op het vlak van allochtonenwerking nog veel onduidelijkheid is. Met gender zijn we al jaren bezig, en op functiebeperkingen heb ik ook al een goed zicht. Maar bij allochtonen ligt het een stuk moeilijker: het probleem ligt vooral bij de instroom, dus kan je daar als universiteit alleen weinig aan veranderen. Ik denk dat we daar vooral op het niveau van de Vlaamse Interuniversitaire Raad of de associatie moeten werken.” “Enkele weken geleden zijn we met de VLIR trouwens van start gegaan met het Equal-project. Elke Vlaamse universiteit krijgt, gesponsord door het Europees Sociaal Fonds, middelen om een voltijds medewerker op één specifiek domein aan het werk te zetten. In Leuven gaan we bijvoorbeeld acties ondernemen rond het loopbaanbeleid voor wetenschappers. Natuurlijk is dat nog maar een eerste stap in de goede richting. De eerste allochtone vrouwelijke rector met functiebeperkingen is nog niet voor morgen (lacht).”
10
zeswekelijkse
bijlage voor oud-studenten
3.11.2005
campuskrant
–alumnikrant – Permanente vorming in Kortrijk
Dan Brown en de historicus Permanente vorming bestaat in veel vormen en gaat over heel uiteenlopende inhoud. De cel Postacademische Vorming van de Campus Kortrijk vond een zeer originele invalshoek en koppelt vier PAV-voordrachten aan de mega-seller van Dan Brown, De da Vinci Code. Ludo Meyvis
W
aarom is dat een goed idee, vroegen we aan hoofddocent Cultuurgeschiedenis van de Nieuwe Tijd Steven Vanden Broecke (K.U.Brussel), die aan de Kortrijkse cyclus bijdraagt met een uiteenzetting over de Code in het licht van de vroegmoderne wetenschap. “Brown is natuurlijk geen academicus, maar het is juist doordat hij historische kwesties op een eigen manier bekijkt, een manier die blijkbaar door miljoenen lezers gewaardeerd wordt, dat hij de academische wereld ertoe dwingt om aan zelfreflectie te doen. Daarop inspelen via PAV vind ik een gezonde keuze.” “Brown roept in zijn boek een heleboel vragen op, van religieuze en religieus-historische aard, maar zeker ook van wetenschappelijke aard. Hij wordt nogal neerbuigend behandeld door de academische wereld, maar dat vind ik niet meteen de goede attitude. Brown is, zoals gezegd, geen academisch historicus. Hij gebruikt een ander, heel disparaat bronnencorpus dan universitairen geacht worden te doen, en maakt weinig gebruik van de hulpwetenschappen die een historicus gewoonlijk op zijn bronnen toepast.” “Maar alleen daarom mag je zijn werk, dat blijkbaar voor miljoenen lezers relevant is, nog niet zomaar van tafel vegen. Het is trouwens een bekend fenomeen dat archiefvorming niet waardenvrij gebeurt. Ook in de archieven waar een historicus mee werkt, werd door de samenstellers een selectie doorgevoerd. Beweren dat Brown alleen de bronnen kiest die in zijn kader passen, wil dus niet noodzakelijk zeggen dat de historische archieven per se beter zijn.” “Begrijp me goed: ik beweer niet dat een historicus voortaan dan maar anders
Nos Iungit Academia Op 18 november organiseert Nos Iungit Academia een wildsouper. 18 november, 20u30, clublokaal, Koning Leopoldstraat 18, Leuven. Inschrijven op het nummer 016 25 42 80 en door 30 euro te storten op rekening 310-0270846-11. Info: bert.
[email protected], (t) 016 40 56 05, (f) 016 40 54 66
Farmaleuven
moet gaan werken, ik beweer alleen dat de weerklank van Brown een relevant fenomeen is. De manier waarop hij de historische werkelijkheid probeert vorm te geven, wordt door zijn lezers gewaardeerd en verdient positieve aandacht.” Newton theoloog? “Brown roept ook interessante wetenschapshistorische vragen op. Hij stelt het bijvoorbeeld voor alsof Newton een soort ‘seculiere theoloog’ was, terwijl wij hem toch zo graag voorstellen als de grote rationele wegbereider. We vergeten daarbij dat ons beeld van Newton vooral vorm gekregen heeft door degenen die zijn werk verspreid hebben, mensen die nogal vaak in de sfeer van de vrijmetselarij te vinden waren. Het is door dié verspreiders dat Newton zijn rationeel aureool gekregen heeft. In zijn eigen tijd was de vervlechting tussen wetenschap en theologie zeker nog heel duidelijk aanwezig, en het is ver-
kuleuven.be, (t) 016 32 34 56, (f) 016 32 34 54, http://alum.kuleuven.be/farmaleuven/
VILv De Vereniging van Burgerlijk Ingenieurs uit Leuven organiseert een Forumavond over de nieuwe evoluties in robotica. 22 november, 19u, auditorium Kasteelpark Arenberg, Heverlee Info: bart. wellens@belgoprocess. be, (t) 016 32 38 73, http://www.kuleuven. be/vilv/
G KRIN WS NIEU
Farmaleuven organiseert een lezingenreeks, ‘Van conceptie tot opgroeiend kind’. Op 10 en 15 november spreekt professor Ilse Hoffman over ‘Kindervoeding: van parenteraal naar enteraal’, en op 17 en 22 november spreekt professor Jaak Jaeken over ‘Metabole aandoeningen bij kinderen’ 20u30, GA 2, Onderwijs en Navorsing, Gasthuisberg, Herestraat 49, Leuven Info: Patricia.VanCriekingen@pharm.
Alloreki Op 24 november komt Ivo Van Aken zijn topsportbeleid toelichten. 20u, Aula, de Nayer, Tervuursevest 101, Heverlee Info:
[email protected]. be, (t) 016 32 91 81, (f) 016 32 91 96, http://www.sportkot80.be/
keerd om Newton alléén als ‘rationele pionier’ te beschouwen. De visie van Brown doet aan de figuur van Newton dus zeker niet noodzakelijk onrecht.” “Het boek van Brown is natuurlijk een onverbiddelijke page turner, met goed doordachte cliff hangers. Het is geen wetenschappelijk traktaat, en dat wil ik er ook niet van maken. Ik wil alleen een lans breken voor een ernstige benadering van de weerklank die zijn boek heeft, en tegelijk zie ik het als een erg welkome aanleiding om het eigen academisch bedrijf te onderwerpen aan kritische zelfreflectie.” http://www.kulak.be/nl/PAV/Opleidingsaanbod/MeerdaagseOpleidingen/Davinci
Voor informatie over bij- of nascholing: Dienst Permanente Vorming K.U.Leuven, Krakenstraat 3, 3000 Leuven, (t) 016 32 84 84,
[email protected], http://dpv.kuleuven.be
Leuvense Romanisten Tijdens de jaarlijkse Ontmoetingsdag van de Vereniging Leuvense Romanisten staan op het programma een bezoek aan de tentoonstelling ‘Don Quichot in België’ o.l.v. prof. C. De Paepe en een lunch in een Spaans restaurant. 26 november, 10u, Koninklijke Bibliotheek Albertina, Brussel Info:
[email protected]. be, (t) 016 32 56 69, (f)016 32 56 95, http://www.kuleuven.be/vlr/
Wijsgerig Gezelschap Het Wijsgerig Gezelschap Leuven organiseert een open college met professor Paul Moyaert, ‘Het gewicht van het geweten. Ethiek in het licht van de psycho-analyse’. 19 november, 11-13 u. De les zal één uur duren, gevolgd door een half uur pauze en een half uur vragenronde. Deelname is gratis. Vooraf inschrijven is wel gewenst. Dat kan via
[email protected] (vóór 15 november). http://www.hiw.kuleuven.be/ned/alumni
KORTALUMNI
Alumnireis naar Polen Alumni Lovanienses vzw biedt oud-studenten de kans om interessante reizen te maken in het gezelschap van collega’s en alumni van de K.U.Leuven. Van 22 mei tot 3 juni 2006 organiseert Alumni Lovanienses een dertiendaagse rondreis door Polen. Het gaat om een cultuurhistorische reis met ook bijzondere aandacht voor de holocaust, die zich grotendeels afspeelde op Poolse bodem. Op het programma staan bezoeken aan Warschau, de vernietigingskampen Treblinka, Auschwitz-Birkenau en Majdanek, de steden Gdansk, Torun, Lodz, Lublin, Krakow, Nowa Huta, Czestochowa, Jasna Gora en Wroclaw, de regio van de Mazurie-meren, het gothische kasteel van Malbork, het kasteel van Gniew en de kathedraal van Peplin. Vertrek vanuit Brussel op maandag 22 mei met LOT Polish Airlines. Verblijf in hotels met drie tot vijf sterren. Prijs: 1.999 euro per persoon in dubbele kamer (supplement van 368 euro voor éénpersoonskamer). In deze ‘all-in’ prijs zijn persoonlijke uitgaven/dranken, annulatie- en/of reisbijstandsverzekering en inentingen en medicijnen niet inbegrepen. Hoe meer deelnemers er zijn, hoe lager de prijs wordt. Inschrijvingen: Alumnisecretriaat, (t) 016 32 40 02, (f) 016 32 41 90.
263 verloren schapen opgespoord! Onze alumnidatabankactie heeft ook afgelopen jaar weer heel wat correcte adressen opgeleverd, 263 om precies te zijn. Elke inzending van een te corrigeren adres werd beloond met een ticket voor de databasetombola. Dit zijn de winnaars: Hoofdprijs (citytrip naar Rome voor twee personen): Lucrèce Neirynck Tweede prijs (boekenbon van 50 euro): Evelyn Carette Derde prijs (twee filmtickets): Ellen Vandewalle De winnaars mogen contact opnemen met de redactie op het nummer 016 32 41 84. Wie vijftien adressen of meer instuurde, ontving bovendien een cd-bon van 20 euro. Er werd een bon gestuurd naar: Maritta Schaevers (33 adressen en 2 cd-bonnen) Els Geerts (15 adr. en 1 bon) Robert Gobin (15 adr. en 1 bon) Sofie Balduyck (45 adr. en 3 bonnen) Bea Deboutte (15 adr. en 1 bon) Brecht Desplenter (17 adr. en 1 bon) Evelyne Carette (15 adr. en 1 bon) Kathleen Mine (16 adr. en 1 bon) Norbert Moermans (23 adr. en 1 bon) Katrien Cornette (49 adr. en 3 bonnen) Steven Rombaut (16 adr. en 1 bon) Kristel De Beuckeleer (19 adr. en 1 bon) Katrien Morisse (15 adr. en 1 bon)
De alumnidatabank bevat inmiddels bijna 124.510 adressen van oudstudenten. Te raadplegen — althans voor alumnileden — via http:// www.alum.kuleuven.be. Het alumnisecretariaat dankt alle deelnemers van harte voor hun medewerking!
campuskrant
–alumnikrant –
3.11.2005
11
Ouders van patiëntjes zamelen fondsen in voor onderzoek
Vaccinatie is nieuw wapen in strijd tegen hersentumoren Is er binnenkort nieuwe hoop voor patiënten met een hersentumor? Professor Stefaan Van Gool en neurochirurg Steven De Vleeschouwer zijn bezig met veelbelovend onderzoek naar een tumorvaccin. Het gaat om experimenteel onderzoek dat in de laboratoriumfase en bij bepaalde patiënten met hersentumoren positieve resultaten oplevert. “Het is geen exclusieve therapie”, legt professor Van Gool uit. “Het vaccin vormt hoogstens een aanvulling op bestaande behandelingen zoals chirurgie gecombineerd met radio- en chemotherapie. Toch loont het absoluut de moeite om met het onderzoek door te gaan.” Zeker als je bedenkt dat het voor sommige patiënten een laatste strohalm kan zijn. Ines Minten
M
Geen valse hoop Omdat het team werkt voor en met patiënten met bijzonder beperkte genezingskansen is het al vrij snel overgeschakeld op een klinische toepassing, uiteraard na goedkeuring van de ethische commissie. Van Gool: “Tot onze vreugde kunnen we bij een klein deel van de behandelde patiënten tumorcontrole realiseren. Vooral bij jonge patiënten lijkt het soms te werken. Bij een opvallend groot percentage van de patiënten onder de twintig stopt de tumor met groeien. De eerste patiënten die positief reageerden zijn nu toch al vier jaar stabiel. Zoiets verwacht je niet
(© Rob Stevens)
et het vaccin proberen de onderzoekers de groei van de hersentumor onder controle te krijgen. Daarvoor maken ze gebruik van het eigen afweersysteem van de patiënt. Van Gool: “Op bepaalde tumoren hebben radio- en chemotherapie en zelfs de meest geavanceerde neurochirurgische technieken geen vat. Ons onderzoek focust zich op die patiënten voor wie de klassieke behandelingen onvoldoende gebleken zijn. In het laboratorium beladen we dendritische cellen van de patiënt — dat zijn afweercellen — met het eigen tumormateriaal. Achteraf injecteren we die beladen dendritische cellen opnieuw in de huid van de patiënt.” De studie heeft ondertussen zijn eerste pre-klinische fase doorlopen. In het laboratorium heeft het team van Stefaan Van Gool kunnen aantonen dat ze met de beladen dendritische cellen effectief het immuunsysteem kunnen stimuleren om tumorcellen te doden. Het principe werkt dus in een artificiële omgeving. Zoveel is duidelijk.
bij dit type tumoren.” In een volgende stap wil het team — dat nauw samenwerkt met onderzoekers uit enkele Duitse universiteiten — de technologie optimaliseren. Vooral de resultaten bij volwassen patiënten verdienen nog extra aandacht, want die zijn tot nu een pak minder succesvol. De onderzoekers zijn daarom erg voorzichtig met al te
uitbundige vreugdekreten: “We willen niet beweren dat we met dé oplossing voor hersentumoren op de proppen zijn gekomen. Het werkt immers lang niet voor iedereen en we weten niet hoe ver we er nog mee gaan raken. We willen mensen die wanhopig op zoek zijn naar de ultieme toverspreuk geen valse hoop geven.”
Geldgebrek Ook geld vormt een probleem. Van Gool: “Het gaat om toegepast klinisch wetenschappelijk onderzoek. Dat vindt niet zo makkelijk geldschieters in de industrie, zeker als het niet gaat om de ontwikkeling van nieuwe medicatie of apparatuur. Ook de grote onderzoeksfondsen komen maar mondjesmaat over de brug, want zij zijn in principe niet gericht op de klinische behandeling van patiënten.” Het zou echter niet zover mogen komen dat artsen ouders met zieke kinderen moeten vertellen dat hun zoon of dochter niet geholpen kan worden omdat een laatste mogelijke therapie te weinig financiële steun krijgt. De familie Hendrickx-De Reze uit Herentals kon dit bijvoorbeeld niet accepteren. Hun dochtertje Olivia werd ziek toen ze tweeëneenhalf was. Ze haalde de leeftijd van drie niet. Uit verbijstering dat ideeën omtrent nieuwe therapieconcepten voor kinderen met hersentumoren niet ontwikkeld konden worden uit geldgebrek, groeide het idee voor de Olivia Hendrickx Trust Foundation. De vzw wil geld inzamelen om het onderzoek van tumorvaccinatie voor kinderen met kanker te steunen. Voor informatie i.v.m. giften aan de K.U.Leuven: Leuvens Universiteitsfonds, Minderbroedersstraat 5, (t) 016 32 41 44,
[email protected] U kan er de nieuwe brochure ‘Geef om Kennis’ aanvragen. http://www.kuleuven.be/ mecenaat
“De foundation is Olivia’s plek in de maatschappij” Olivia Hendrickx werd ziek in oktober 1999. Haar linker voet en arm vertoonden plots verlammingsverschijnselen. De huisarts zag onmiddellijk dat de peuter met een neurologisch probleem kampte en stuurde haar naar het UZ Leuven. Daar wezen verschillende scans op een gevaarlijke tumor in de hersenstam. “De middelen om de tumor te bestrijden waren erg beperkt”, vertelt Ilse Hendrickx-De Reze, de moeder van Olivia. “Opereren kon niet, voor verscheidene behandelingen was ze nog te jong. We hebben dus noodgedwongen onze hoop in chemotherapie moeten stellen. We klopten bij dokters overal ter wereld aan, maar allemaal kwamen ze tot dezelfde conclusie. Als je te horen krijgt dat je kind ernstig ziek is, stopt de wereld met draaien. Je ziet al je plannen, je hele toekomst in rook opgaan. Eerst wil je het niet geloven en word je opstandig. Na een tijdje neemt je verstand het echter weer over en vanaf dat moment kun je veel. Je schept kracht uit de hoop dat alles
weer goed kan komen. Heeft ze een nacht goed geslapen? Een hele dag niet overgegeven? Genoten van een ijsje? Van zulke dingen moet je het hebben om door te blijven gaan.” Het gezin hoorde van het onderzoek van professor Van Gool. “We zagen er het middel in dat onze dochter zou kunnen redden en
Mooi doel Zes maanden en tien dagen na de diagnose stierf Olivia. “Uiteraard was het vaccin tegen die tijd nog niet op punt gesteld. Toch wilden we het project niet in de steek laten. Voor onze dochter was het te laat, maar we waren zo overtuigd geraakt van het nut en het belang van het vac-
“We zagen in het onderzoek van professor Van Gool het middel dat onze dochter zou kunnen redden en vonden het wraakroepend dat het min of meer in de ijskast was geraakt, puur om financiële redenen.” vonden het wraakroepend dat zo’n belangrijke studie min of meer in de ijskast was geraakt, puur door financiële moeilijkheden. Je kunt toch niet begrijpen dat het leven van een kind afhangt van geld? Er moest iets aan gedaan worden. Daarom hebben we op dat moment beslist om het onderzoek met ons eigen spaargeld te steunen.”
cin, dat we de Olivia Hendrickx Trust Foundation hebben opgericht.” De vereniging verricht lobbywerk bij de overheid, gaat langs bij mensen van wie ze denkt dat ze zouden kunnen steunen en organiseert jaarlijks twee grote evenementen waarvan de inkomsten integraal naar het onderzoek gaan. Ilse De Reze: “In het voorjaar zetten we een golftornooi op, in
het najaar komt er telkens een groot klassiek concert. Dit jaar wordt het een concert met twee laureaten van de Koning Elisabeth wedstrijd, op 8 december in de Muntschouwburg in Brussel. Er is plaats voor 1100 gasten, die achteraf ook kunnen deelnemen aan een walking dinner.” “De hersentumor heeft Olivia’s toekomst weggenomen. Ze heeft geen eerste communie gedaan, heeft niet kunnen studeren, is zelfs niet oud genoeg geworden om vriendjes en vriendinnetjes te hebben op school. Haar leven moest nog beginnen. Ik zie de Foundation zo’n beetje als haar plek in de samenleving, als haar levensweg. Zo blijft haar naam toch nog bewaard in de wereld. In die zin heeft het voor mij een bijzondere betekenis om ermee bezig te zijn. Ervoor zorgen dat het onderzoek wordt voortgezet is een mooi doel dat volledig door Olivia is geïnspireerd.” http://www.oliviahendrickxtrustfoundation.be http://www.olivia.be
12
publicatie
3.11.2005
campuskrant
“Spiegel van cultuurgeschiedenis én van politieke geschiedenis”
Stijn Streuvels sprong na W.O.I op zijn fiets en reed naar Leuven om de vernielde Universiteitsbibliotheek met eigen ogen te zien: zijn verslag leest als een beschrijving van het verwoeste Pompeji. Tegelijk met dat ramptoerisme ontstond er aandacht voor de geschiedenis van de bibliotheek, in buiten- en binnenland. De publicatie Universiteitsbibliotheek Leuven 1425-2000 onder eindredactie van Jan Roegiers (Universiteitsarchief en Kunstpatrimonium), Chris Coppens (Handschriften en Kostbare werken) en Marc Derez (Universiteitsarchief), combineert verschillende invalshoeken tot een overzicht van ruim vijf turbulente eeuwen. Els Spaas
W
ereldoorlog I is niet de enige ramp in het verleden van de bibliotheek. Roegiers: “Een eerste grote schok was de Franse Revolutie, die een einde maakte aan een groeiperiode die begon bij de stichting van de eerste faculteitsbibliotheek in 1438. Alles van enige waarde in de collecties verdween naar Parijs. Ook institutioneel bracht de Revolutie grote veranderingen: de centrale bibliotheek werd bij de opheffing van de universiteit een stadsbibliotheek. Later kwam er een nieuwe Rijksuniversiteit en in 1834 werd dat een Katholieke Universiteit — eerst in Mechelen en vanaf 1835 opnieuw in Leuven. De stad droeg de bibliotheek bij die terugkeer over aan de universiteit.” De grootste breuken volgden in de twintigste eeuw. Roegiers: “In 1914 brandde de Universiteitsbibliotheek volledig af door Duits vuur. Massale steun — vooral van Amerika — maakte de bouw van een nieuwe bibliotheek mogelijk aan wat nu het Ladeuzeplein is. Die ging opnieuw verloren in 1940: de Duitsers zagen dat gebouw als een anti-Duits symbool. Na 1968 was de verdeling van de collectie tussen de Franstalige en de Vlaamse universiteit de meest ingrijpende gebeurtenis.” 1914 en e-bay De geschiedenis van de bibliotheek is dus niet alleen nauw verweven met die van de universiteit zelf, maar heeft ook een ruimere waarde. Coppens: “De Leuvense universiteitsbibliotheek is in de eerste plaats een spiegel van een cultuurgeschiedenis: dat zie je in de evolutie van de collecties. Daarnaast is de bibliotheek het toneel van politieke geschiedenis: de vernietiging in 1914 maakt de bibliotheek internationaal tot een symbooldossier. Er komt een grote solidariteitsbeweging op gang, en in het zog van de dollars komt er hoge visite: een Amerikaanse president, de Japanse keizer, de president van Brazilië, …” Derez: “Met de collectie, die tegen 1914 de Franse Revolutie te boven was gekomen, verdwijnt de barokke bibliotheekruimte in de Universiteitshal. Ook dat was een zwaar verlies, want in de Lage Landen kon architectonisch geen enkele bibliotheek aan die van Leuven tippen.” Roegiers: “De impact van 1914 zie je aan iets banaals als e-bay: uit de hele wereld worden er voorwerpen aangeboden die verwijzen naar de brand. Duitse prentkaarten bijvoorbeeld, en een postzegel uit Singapore.” Derez: “Na 1914 werd Louvain zelfs een naam, voor meisjes en boten. En Stijn Streuvels was niet de enige ramp-
toerist: jaren na datum bleven er stukken opduiken die mensen als souvenir hadden meegenomen uit de afgebrande hal.”
(© Universiteitsarchief)
Wel en wee van een Universiteitsbibliotheek
De brand van de Universiteitsbibliotheek op een propaganda-affiche uit 1914.
campuskrantquiz win het boek ‘Universiteitsbibliotheek Leuven 1425-2000’
Herstellen Derez: “Een dubbele boekenstroom uit Duitsland en uit de geallieerde landen leverde een aantal curieuze collecties op: zo moest je hier zijn voor werken over Karl Marx en het socialisme.” Coppens: “Toch hebben die inspanningen effect: in de jaren 30 komt de bibliotheek als beste uit een Amerikaans onderzoek naar collectie en gebruik.” Derez: “Na W.O.II is de solidariteit natuurlijk veel minder groot. Het belang van de bibliotheek — slechts één van de velen die te lijden hadden in deze oorlog — verzonk in het niet bij de holocaust.” Coppens: “Toch zijn er nog belangrijke collecties naar Leuven gekomen, zoals de bibliotheek van professor Henry de Vocht met brieven van Erasmus en Thomas More, en een verzameling schitterende boeken over schermen gelegateerd door een Engelsman.” Zwarte bladzijde 1968 was het jaar waarin de universiteit werd gesplitst, en de Centrale Bibliotheek ontsnapte daar niet aan. Boeken met even nummers gingen naar Louvain-La-Neuve; boeken met oneven nummers bleven in Leuven. Encyclopedieën en tijdschriften bleven daarbij samen. Derez: “Er werden toen heel wat tranen geplengd om de teloorgang van de ‘eeuwenoude’ bibliotheek — en dat terwijl de bibliotheek net twee keer van nul herbegonnen was…” Roegiers: “Toch blijft die splitsing een zwarte bladzijde. De manier waarop de zaken toen zijn verlopen is niet fraai. Onwil aan beide zijden verhinderde een redelijke oplossing.” “Het is ook vanaf dan dat de faculteitsbibliotheken aan belang gaan winnen. Wijsbegeerte bezit nu bijvoorbeeld een uitzonderlijke collectie over fenomenologie, en de bibliotheek van Godgeleerdheid heeft met ongeveer een miljoen werken bijna evenveel banden als de Centrale Bibliotheek. Die bibliotheken behoren internationaal tot de top. En de Campusbibliotheek Arenberg staat bekend als bijzonder geslaagd voorbeeld van hedendaagse architectuur.” Jan Roegiers, Chris Coppens en Marc Derez (red.), ‘Universiteitsbibliotheek Leuven 1425-2000’, Universitaire Pers Leuven, 2005, 543 pp. Voor bestellingen: Universitaire Pers Leuven, Blijde-Inkomststraat 5, 3000 Leuven, (f) 016 32 53 52,
[email protected], http://www.kuleuven.be/upers/
I
n elke Campuskrant met alumnibijlage vindt u dit jaar drie vragen. Het antwoord op twee van die vragen vindt u in de krant zelf, het derde antwoord moet u elders zoeken. Wie alle vragen correct beantwoordt, maakt deze keer kans op een exemplaar van het boek ‘Universiteitsbibliotheek Leuven 1425-2000’ (zie artikel hiernaast). Wie zes keer deelneemt, en daarbij een foutloos parcours aflegt, maakt bovendien kans op de hoofdprijs: een vakantie (vlucht en logies) voor twee personen (meer details in volgende nummers). Antwoorden aan:
[email protected], of dit strookje opsturen naar het redactieadres (zie colofon). 1. Wat is de naam van de banaan die wij meestal eten?
2. Hoe verduidelijkte professor De Moor de werking van GPS?
3. Welke dienst gaat er schuil achter de afkorting C.A.S.P.?
De juiste antwoorden op de vragen van vorige keer waren: 1. Volgens organisatiepsycholoog René Bouwen is “teambuilding meestal niet meer dan het op zoek gaan naar het safarigevoel.” 2. Het Circus Monelly staat op het programma van de viering ‘20 jaar COS’. 3. Toledo is de afkorting van TOetsen en LEren Doeltreffend Ondersteunen. Uit de juiste inzendingen trok een onschuldige hand het deelnemingsformulier van Kris Boussu, die een exemplaar van het boek ‘De stad op de berg’ wint. Gefeliciteerd!
campuskrant
kinderuniversiteit
3.11.2005
13
Eerste editie Kinderuniversiteit zeer succesvol
Het Verstand van Leuven We wisten wel dat er zoiets bestaat als wonderkinderen, maar op zaterdagochtend 22 oktober leek het wel of het hele Verstand van Vlaanderen verzamelen geblazen had in Leuven. De grote Max Weber-aula van Sociale Wetenschappen was die dag tot de nok gevuld met kinderen tussen negen en veertien. En vooraan stond een prof te doceren! Een echte! Tim Vuylsteke
Handtekeningen Bij het onthaal kon je over de kinderhoofdjes lopen, maar ook hun ouders waren niet thuisgebleven. Zij mochten echter de aula niet in, maar werden naar een ander gebouw gestuurd, waar ze met een krant en een kopje koffie konden wachten op hun kroost. Om tien uur stipt borstelde Ketnet-wrapper Peter enkele hardnekkige vaders en moeders buiten — ondergetekende zag er gelukkig net kinds genoeg uit om te mogen blijven — zodat hij en collega-gastheer professor Bart De Moor van wal konden steken met hun les over satellieten. Die les was heel interactief. Een quiz, filmpjes, vragen van de kinderen (‘hoeveel kost dat, een satelliet?’), vragen aan de kinderen (‘waarom steekt men een satelliet niet gewoon in een stopcontact?’), en zelfs een heuse schattenjacht (om uit te leggen hoe GPS precies werkt)... Professor De Moor wist duidelijk hoe hij het jonge volkje moest benaderen. Leuk detail: na afloop van de les deelden de ‘presentatoren’ handtekeningen uit, en de prof had zowaar meer fans dan wrapper Peter! De Moor: “Ik voel me nog wat onwennig, al moet ik toegeven dat het mijn ijdelheid een beetje streelt. Nu ja, zoiets is natuurlijk wel leuk, zolang het binnen de perken blijft tenminste. Hoe ik
“Of die professoren beter lesgeven dan onderwijzers? Ik vind ze even goed!” aan het populair-wetenschappelijke programma Hoe?Zo!” “Het grote verschil tussen lesgeven aan kinderen en volwassen studenten is dat ik het me bij die laatste kan permitteren gedachtesprongen te maken. Studenten zijn als het ware robuuster. Ik heb ook veel meer tijd besteed aan het voorbereiden dan anders, en de les zelf was heel intens, niet in het minst door de vele vragen van de kinderen. Echte studenten zijn meestal nogal schuchter, maar bij deze kinderen waande ik me even in Amerika, waar er ook veel meer interactie is tussen stu-
denten en docenten.” Grote baas Na de les van professor De Moor werd de groep opgesplitst. Vier professoren — Conny Aerts, Joseph Indekeu, Wannes Keulemans en Luc Van Meervelt — namen een deel van de kinderen mee naar een aula, waar ze hen trakteerden op een les over, respectievelijk, sterren, valstrikken, appels en vuurwerk. Even na twaalven volgde het moment suprême: de uitreiking der diploma’s, bijgewoond door de ‘grote baas van de universiteit’, rector Vervenne. Ook hij moest na afloop overigens aan de lopende band handtekeningen uitdelen. Wij van Campuskrant vinden zo’n Kinderuniversiteit natuurlijk fantastisch — al was het maar omdat we die geleerde professoren eindelijk eens mensentaal konden horen spreken — maar delen de kinderen zelf die mening? Jan Dierick (13, Kessel-Lo): “Ik was er vorige week ook al. Toen kreeg ik les van een prof van de rechten, maar deze week was het nog leuker. Ik kreeg les over zwarte gaten, en die prof (Joseph Indekeu — red.) kan
(© Rob Stevens)
bij dit initiatief ben terechtgekomen? Ik denk dat ze vooral mensen hebben gezocht die al enige ervaring hadden met wetenschapscommunicatie. Ikzelf werk bijvoorbeeld al een tijdlang mee
bijzonder goed vertellen. Zelf wil ik later wiskunde studeren in Leuven.” Margot Jans (9, Grimbergen) volgde dan weer de appel-les: “Ik vond het ook heel leuk, en ik heb enorm veel bijgeleerd. Of die professoren beter lesgeven dan de onderwijzers? Ik vind ze allebei even goed! Later zou ik ook wel naar de universiteit willen, maar ik weet nog helemaal niet welke richting ik zal kiezen...” Inschrijven voor de Kinderuniversiteit van 19 november is nog mogelijk. http://www.kuleuven.be/kinderuniversiteit
LERU-kids
(© Rob Stevens)
E
nkele behulpzame mensen van Studieadvies stelden ons gerust: die kinderen waren helemaal geen echte studenten, ze waren in Leuven voor de Kinderuniversiteit. Ze konden een les bijwonen van een echte prof, die bovendien zou antwoorden op hun vooraf ingezonden vragen, en achteraf mochten ze ook eten in een echt studentenrestaurant: Alma 2. Vandaag waren de exacte wetenschappen aan de beurt. Een week eerder waren de kinderen voor de humane wetenschappen gekomen, en later deze maand komen ook nog de biomedische wetenschappen aan bod.
Kinderen met dorst naar wetenschap konden niet enkel bij de Kinderuniversiteit hun hartje ophalen; net zoals aan negen andere Europese universiteiten werd aan de K.U.Leuven ook een LERU-kids Universiteit georganiseerd. Van 20 tot 25 oktober konden leergierige kinderen kennismaken met zowat alle disciplines van de exacte wetenschappen in workshops wiskunde, fysica, sterrenkunde, chemie, biologie, aardrijkskunde of geologie.
Lessen voor de XXIste eeuw en het pensioenvraagstuk Het interfacultaire college ‘Lessen voor de XXI eeuw’ gaat geen enkel onderwerp uit de weg, ook niet het brandend actuele en razend controversiële pensioenvraagstuk. Op 14 november doet professor economie en directeur van het Centrum voor Economie en Ethiek Erik Schokkaert in de Aula Pieter De Somer zijn visie op de problematiek uit de doeken, maar Campuskrant kan niet zolang wachten om de politici te hulp te schieten, en laat hem daarom vandaag al aan het woord.
V
errassend genoeg zijn er volgens professor Schokkaert geen fundamentele wijzigingen nodig.
“Er moet helemaal niet worden overgegaan tot de afbouw van ons wettelijk pensioenstelsel. Er zijn immers grote voordelen verbonden aan het repartitiesysteem, waarbij de actieve bevolking zorgt voor de pensioenen van de niet-actieve bevolking. Maar het is natuurlijk wél zo dat het wettelijk stelsel moet worden aangepast en wellicht
weet dat de gemiddelde levensverwachting stilaan de tachtig nadert, dan betekent dit dat iedereen in die vijfendertig jaar genoeg zou moeten verdienen voor de rest van zijn leven. Het is evident dat dit niet kan, willen we onze welvaartstaat niet kwijt. De mensen zullen langer moeten werken.” “De vraag is evenwel: hoe kan er op
“In 35 jaar verdien je niet genoeg voor de rest van je leven” aangevuld met andere systemen.” “In het huidige debat gaat de aandacht bijna uitsluitend naar de eindeloopbaanproblematiek, terwijl er ook andere beleidsmaatregelen noodzakelijk zijn. Toch is dat eindeloopbaandebat essentieel. Een beetje simplistisch zou men het probleem als volgt kunnen formuleren. De gemiddelde Belg werkt momenteel tot zijn zevenenvijftigste — ongeveer vijfendertig jaar dus. Als je
een sociaal verantwoorde manier worden ingegrepen? Er moet in elk geval rekening worden gehouden met het feit dat mensen — en dus ook hun loopbanen — verschillend zijn. Laaggeschoolden, bijvoorbeeld, komen meestal eerder op de arbeidsmarkt dan mensen met een hoger diploma. Een vaste pensioenleeftijd kan dus zeker niet meer. Verder moet langer werken wel degelijk worden beloond, en vervroegde uittreding bestraft.”
“In elk geval mag de discussie over pensioenen niet verengd worden tot de problematiek in verband met de brugpensioenen. Het is een spijtige zaak dat dit nu wel gebeurt. Daardoor wordt het probleem van de pensioenen onvermijdelijk vermengd met het moeilijke probleem van een sociaal verantwoord beleid voor bedrijven in moeilijkheden. Het is echter zeker niet zo dat de brugpensioenen ervoor zorgen dat jongeren meer werk hebben of dat langer werken nadelig is voor jongeren. Er zijn ook andere factoren die hierbij een rol spelen. Het is niet mogelijk op een mechanische wijze één soort jobs voor een ander soort jobs in te wisselen.” “Hoe dan ook, het pensioenvraagstuk gaat veel verder dan de problematiek van het einde van de loopbaan. Het gaat er ook over op welke wijze we in de toekomst solidariteit tussen jong en oud en tussen arm en rijk zullen invullen.” (sc) http://www.hiw.kuleuven.be/ned/lessen/ programma.htm
14
studenten
C
ampuskrant zocht twee studenten op die vorig academiejaar met een reisbeurs naar het Zuiden trokken. Maarten Vanderstukken (tweede lic Biologie) verbleef vijf weken in Zimbabwe: “Ik heb er experimenten uitgevoerd op het Kariba-meer, om de rol van algen in het ecosysteem te kunnen bestuderen, samen met een prof en met studenten van de University of Zimbabwe. De laatste veertien dagen kwam mijn vriendin me vergezellen.” “Doordat we wat hebben rondgetrokken, zijn we in contact gekomen met mensen uit alle lagen van de bevolking. Zimbabwe is een prachtig land, maar het kent een zware economische crisis — er is bijvoorbeeld nauwelijks benzine te verkrijgen. Dat heeft ons serieus parten gespeeld toen we met ons bootje het meer op moesten. Of ik met opzet een thesisonderwerp heb gekozen waarvoor ik op reis moest? Ik vind mijn onderwerp sowieso leuk, maar zo’n buitenlandse trip is natuurlijk wel mooi meegenomen.”
3.11.2005
Met een reisbeurs naar het Zuiden
Tropische thesissen Je koos — toevallig of niet — een thesisonderwerp dat wel wat onderzoek of veldwerk in een ontwikkelingsland zou kunnen gebruiken? Je overweegt een stage in het Zuiden? Dan kan de Dienst Internationale Relaties je op weg helpen met het reisbeurzenprogramma. Als je geselecteerd wordt, dekt een reisbeurs immers een deel van je kosten, dankzij financiering van de Vlaamse Universitaire Raad of VlIR en van de K.U.Leuven. Sara Callens Geen pottenkijkers Ine Vanderbiesen (derde lic Sociale Pedagogiek) nam afgelopen zomer samen met Kaat Van de Moortele (derde lic Onderwijskunde) het vliegtuig naar Hanoi, in Vietnam. Ine: “Voor onze verhandeling moeten we nagaan hoe het Education for All programma van Unesco en de Wereldbank concreet wordt geimplementeerd in een bepaald land. Eerst zouden we naar Kenia trekken, maar dat is uiteindelijk niet doorgegaan. Onze promotor kende mensen in Vietnam die ons verder zouden kunnen helpen, en daarom is het dus Vietnam geworden.” “We zijn een maand ter plaatse gebleven, in een klein, goedkoop guesthouse — zes dollar per nacht. Niet luxueus, maar zeker goed genoeg. De grootste verschillen met België waren het weer — de tropische hitte maakte het werken soms lastig — en het drukke, cha-
otische verkeer. Verder was het ook wennen aan de mensen die ons dingen wilden verkopen op straat. Bovendien stond — behalve in supermarkten en restaurants — nergens de prijs van de koopwaar aangegeven. We moesten dus voortdurend afdingen, en dat was moeilijk omdat we het niet gewoon waren, maar vooral ook omdat we de gangbare prijzen niet kenden. Gelukkig kregen we wat dat betreft wat hulp van onze Vlaamse contactpersoon daar. Zo wisten we bijvoorbeeld al snel hoeveel een rit met de brommertaxi moest kosten.” “Vietnamezen zijn vriendelijk maar wel nogal gesloten soms. We hebben gemerkt dat ze niet van pottenkijkers houden. Zo antwoordden sommigen tijdens interviews bewust naast de kwestie. De gewone mensen in Vietnam spreken doorgaans geen Engels, mensen met een iets hogere functie wel, maar dan is het niet altijd even goed verstaanbaar.
Maarten Vanderstukken verbleef vijf weken in Zimbabwe.
Ine Vanderbiesen reisde vorige zomer naar Vietnam.
(© Rob Stevens)g
p
campuskrant
We hebben ons dan ook geregeld moeten behelpen met gebarentaal, en ook ons zakwoordenboekje kon ons soms uit de nood helpen.” “Vietnam is een magnifiek land. We hebben alleen het noorden gezien; ik wil er zeker nog eens opnieuw naartoe. Tijdens ons verblijf hebben we een aantal georganiseerde uitstappen gemaakt naar toeristische trekpleisters, maar we hebben er ook een brommer gehuurd om door het platteland te rijden, en gewoon de trein genomen om uitstapjes te maken. We hebben enorm veel prachtige dingen gezien. De hele reis was een fantastische ervaring.” Reisbeurs-infomiddagen: Woensdag 9 november, 12u30-13u30, lokaal ELEC 00.54, Kasteelpark Arenberg 10, Heverlee Woensdag 16 november, 12u30-13u30, lokaal MTC 00.16, Maria-Theresiacollege, St.-Michielsstraat 6, Leuven http://www.kuleuven.be/internationaal/ reisbeurzen
(© Rob Stevens) – advertentie –
DE COLLECTIE 'KOPSTUKKEN FILOSOFIE' VAN DE MORGEN De Morgen en Oxford University Press stelden een prestigieuze collectie samen van twintig boeken om over na te denken. De reeks 'Kopstukken Filosofie' biedt een inzicht in het doen en denken van de twintig grootste filosofen uit onze geschiedenis. Van Socrates tot Levinas wordt de evolutie van het westerse denken helder en begrijpelijk uiteengezet. Voor 4,95 euro kunt u elke woensdag in de krantenwinkel terecht voor een 'Kopstuk Filosofie'. Na twintig weken is uw bibliotheek aangevuld met deze grote denkers. VERZAMEL DEZE TOEGANKELIJKE INLEIDINGEN TOT DE FILOSOFIE MET DAARIN O.A:
DE BIBLIOTHEEK VAN DE GROTE FILOSOFEN
• een biografie van de filosoof • een schets van de maatschappij waarin hij leefde • zijn gedachtegoed • de relevantie van zijn leer op dit moment
Elke woensdag een groot denker bij De Morgen 19/10 - Socrates 26/10 - Plato 02/11 - Aristoteles 09/11 - Aquino 16/11 - Hobbes 23/11 - Descartes 30/11 - Spinoza 7/12 - Leibniz 14/12 - Hume 21/12 - Kant 28/12 - Hegel 4/1 - Schopenhauer 11/1 - Kierkegaard 18/1 - Marx 25/1 - Nietzsche 1/2 - Heidegger 8/2 - Wittgenstein 15/2 - Popper 22/2 - Sartre 1/3 - Levinas
luxueuze hardcover
slechts
€ 4,95 per boek
© Karl Bruninx
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Elke woensdag een nieuw 'Kopstuk Filosofie' in de krantenwinkel. i.s.m.
campuskrant
studenten
3.11.2005
15
52 studenten combineren topsport met studie
Een gouden medaille én grootste onderscheiding “Met de eersteklassevoetballers die gestudeerd hebben of nog studeren aan onze universiteit, zou je een heus Rode Duivels-team van de K.U.Leuven kunnen samenstellen”, zegt professor Gert Vande Broek, die sinds dit academiejaar begeleider is van de topsportstudenten. Hij heeft uiteraard niet alleen voetballers onder zijn hoede. De 52 studenten die dit jaar een topsportstatuut kregen, zijn actief in uiteenlopende sporttakken, van dressuur tot ijshockey, van karate tot veldrijden. Dat de combinatie studietopsport perfect haalbaar is, bewezen K.U.Leuven-alumni als atlete Kim Gevaert, judoka Ilse Heylen en wielrenner Nick Nuyens. Reiner Van Hove
T
oen professor Jan Boutmans vorig jaar op emeritaat ging, moest er een nieuwe begeleider voor de topsportstudenten gevonden worden, liefst iemand die ervaring had met studentenbegeleiding én met topsport. Professor Vande Broek beantwoordt perfect aan dat profiel. Hij stond een tijdlang aan het hoofd van het monitoraat van FaBeR, en werd zeven keer uitgeroepen tot volleybaltrainer van het jaar. In 2001 won hij met zijn club Asterix Kieldrecht de Europabeker. “Het Vlaamse topsportlandschap is de voorbije jaren grondig veranderd”, zegt Vande Broek. “Er is een politieke tendens om in topsport te investeren. In 1998 werden topsportscholen opgericht met de bedoeling de trainingskwantiteit en -kwaliteit bij jeugdsporters drastisch te verhogen. Ook na de middelbare studies moet voor topsporters de combinatie sport en studie haalbaar blijven, en daarom moeten wij hen de nodige studiefaciliteiten kunnen aanbieden.” Sinds ‘92 hebben studenten die aan topsport doen recht op een aantal faciliteiten, vastgelegd in het examenreglement. Vande Broek: “We werken met twee statuten, een A- en een B-statuut. Om voor het A-statuut in aanmerking te komen, moet de student tot de absolute top in zijn of haar sporttak behoren. Andere criteria waarmee we rekening houden, zijn de periode van de competitie waaraan de student deelneemt, en de trainingsintensiteit. Studenten met dat A-statuut — dit jaar zijn het er voorlopig 35 — kunnen indien nodig hun examens verplaatsen en spreiden. Dat kunnen de 17 studenten met het B-statuut niet, maar zij krijgen wel — net als de studenten met een A-statuut — een soepele regeling voor afwezigheden en de mogelijkheid om in overleg met de
Professor Gert Vande Broek, voetballer Jeroen Simaeys, discuswerpster en kegelstootster Annelies Peetroons. (© Rob Stevens)
ombudsman een oplossing te vinden voor de gemiste colleges, seminaries of practica.” Twee keer uitblinken “Met elke nieuwe topsportstudent probeer ik een rechten/plichten-gesprek te voeren. Ik leg uit welke faciliteiten we hen bieden, maar ik wijs hen ook op hun plicht om van die mogelijkheden op een verantwoorde manier gebruik — en dus geen misbruik — te maken. Het statuut vergt extra inspanningen
van het personeel, dus vind ik het maar logisch dat ik ook de studenten op hun verantwoordelijkheden wijs.” “Ik heb geen glazen bol, maar ik denk dat we de criteria voor het A-statuut in de toekomst gaan verstrengen. Zo houden we een kleine groep van echte toppers over. Alleszins ben ik van plan om het systeem grondig te evalueren en indien nodig bij te sturen. Ik wil nagaan wie van welke faciliteiten gebruik maakt, en wat het effect daarvan is. Bijvoorbeeld: leidt het uitstellen van exa-
mens ook tot hogere slaagcijfers?” Over slaagcijfers gesproken: hoe goed presteren de topsportstudenten? “Meer dan behoorlijk: vorig jaar waren twee op drie topsportstudenten geslaagd. Er zijn trouwens ook topsportstudenten die niet alleen uitblinken in hun sport, maar ook nog eens briljante studenten zijn, en grootste onderscheiding halen.” Info: professor Gert Vande Broek, 016 32 90 61,
[email protected], http://www.kuleuven.be/sport/topsport/
Jeroen Simaeys: Psycholoog op het middenveld
Annelies Peetroons: Kogelstoten en -gewrichten
De overgang van de kandidaturen naar de licenties viel voor student psychologie en voetballer Jeroen Simaeys samen met een transfer van derdeklasser Oud-Heverlee Leuven naar eersteklasser SintTruiden, waar hij meteen een vaste stek op het middenveld kreeg. Dankzij het topsportstatuut hoefde de stap vooruit in zijn sportieve carrière niet het einde van zijn studieloopbaan te betekenen: “Bij Oud-Heverlee Leuven vonden de trainingen ’s avonds plaats, maar in eerste klasse wordt er natuurlijk ook overdag getraind. Het statuut geeft me de mogelijkheid om practica die normaal voor alle studenten verplicht zijn over te slaan. Het is niet mijn bedoeling om dat vaak te doen — tot nu toe is het nog maar één keer voorgevallen. Dat ik examens kan verplaatsen, is voor mij ook een goede zaak. Op 8
Wie een discus van 1 kilogram 49,11 meter ver kan werpen, en bovendien een kogel van 4 kilogram 13,28 meter van zich af kan stoten, heeft het topsportstatuut dik verdiend. Annelies Peetroons won op het vorige BK voor junioren goud bij het discuswerpen, en zilver bij het kogelstoten, en op het WK werd ze knap elfde bij het discuswerpen, haar sterkste discipline. Sinds dit jaar combineert Annelies haar twee sporten met de studie van de discussen en kogelgewrichten in het menselijk lichaam: “Ik zit in het eerste bachelorjaar kinesitherapie. Vooraf heb ik me wel even afgevraagd of de combinatie studie-sport wel zou lukken, maar tot nu toe loopt alles prima. In de week vinden mijn trainingen ’s avonds plaats, dus heb ik tot nu toe nog geen lessen moeten overslaan. Ik wil dat ook pas doen
januari vertrekken we immers met de club naar Turkije voor een stage van een week, en op 16 januari begint de examenperiode al.” De unief steunt Jeroens sportcarrière, en gelukkig staat omgekeerd zijn club ook achter zijn studie: “De dochter van onze trainer studeert ook psychologie, dus hij weet dat studeren meer is dan af en toe je gezicht laten zien (lacht). Mijn ploegmaats vinden het ook tof dat ik studeer. Ze noemen me wel eens De Professor, en als ik een training mag overslaan, grappen ze dat ze ook gaan studeren, om eens een half dagje vrijaf te hebben.” “Of ik na mijn voetbalcarrière in de voetbalwereld blijf of iets met mijn diploma ga doen, weet ik nog niet. Misschien kan ik de twee wel combineren: psychologen worden steeds vaker ingezet in de sportwereld.” (rvh)
als het echt niet anders kan. In de winter moet ik nog vaker trainen, en als de lessen dan samenvallen met trainingen, zal ik er af en toe wel moeten skippen.” “Heel belangrijk voor mij is de mogelijkheid om examens te spreiden, want ik moet het hele jaar kunnen blijven doortrainen. Volgend jaar is er in augustus het WK voor junioren in Peking, dus zal ik in juni wellicht examens moeten verschuiven om mijn trainingsschema te kunnen blijven volgen.” Dat schema laat wellicht ook weinig cantussen en fuiven toe? “Tja, het studentenleven blijft uiteraard wel beperkt. Als topsporter heb je veel slaap nodig en kan je je niet al te veel uitspattingen permitteren. Uitgaan kan wel eens een keertje, maar niet te laat en geen drie keer per week…” (rvh)
16
interview
3.11.2005
Leven na Leuven
campuskrant
Hendrik Bogaert, economist en volksvertegenwoordiger
“ In de politiek brei ik gewoon een verlengstuk aan mijn studententijd ” In de Kamer buigt hij zich over de bloedserieuze begrotingsdossiers, maar Hendrik Bogaert (37) heeft ook een minder bekende, studentikoze kant: “We komen nog geregeld samen met de Wulpse Bretellen, een studentenclub die we hebben opgericht in mijn Ekonomika-tijd. Ik heb veel geleerd in Leuven, maar de universiteit was boven alles een grote generator van vriendschap.” Interview Tim Vuylsteke (© Rob Stevens)
1990 was een bijzonder jaar voor Hendrik Bogaert. Niet alleen behaalde hij in juni van dat jaar zijn diploma TEW, het was ook het jaar dat hij de zestigste preses was van studentenkring Ekonomika. Dat laatste was — in het licht van zijn latere politieke carrière — misschien nog belangrijker dan het eerste. “Wellicht wel, ja, hoewel ik dat diploma natuurlijk ook wel nodig gehad heb bij mijn latere activiteiten. Maar het is een feit dat ik, toen ik preses was, vrij weinig in de les ben gesignaleerd.” “In mijn eerste licentie — toen we de presesverkiezingen moesten voorbereiden — had ik een volledige tweede zit, maar in mijn laatste jaar ben ik geslaagd met grote onderscheiding. Ik ben dus wel een ervaringsdeskundige als het op examens aankomt: van archislecht tot formidabel goed, ik heb het allemaal meegemaakt.” “Ik heb eigenlijk alleen maar goede herinneringen aan mijn studententijd. Ik zat op kot in de Brabançonnestraat en de Vaartstraat, twee ‘klassieke’ studentenstraten, en ik heb echt volop geprofiteerd van die jaren. Alleen bierdrinken ging me niet zo goed af. Mijn keel reageert heel vreemd als ik een glas bier in één keer probeer te ledigen: bij elke ad fundum heb ik het gevoel dat ik mezelf aan het vergiftigen ben. Dat is natuurlijk een beetje atypisch voor een preses. Op cantussen had ik dan ook telkens een emmertje naast me staan, waar ik het bier zo onopvallend mogelijk probeerde in te kieperen. Overigens kan ik ook niet goed zingen: nog een structureel nadeel voor een preses.” “Ik zou nog tientallen anekdotes kunnen opdiepen. Je weet waarschijnlijk wel dat de presesverkiezingen bij Ekonomika soms gigantische proporties aannemen, en dat was bij ons niet anders. We hadden onder meer een extra editie van De Standaard laten drukken,
en een ontbijtgranenfabrikant had ons een hele lading Cruesli cadeau gedaan. Het overschot zijn we achteraf gaan droppen op het kot van Luc Vanmaercke, de latere woordvoerder van CD&V.” Streptococcus mutans “Ik ging als West-Vlaming naar Leuven, simpelweg omdat mijn ouders en ikzelf dat een goede universiteit vonden. Ik vond het een eer om aan de K.U.Leuven te kunnen studeren. En ik had gelijk, dat heb ik later gemerkt in Harvard, toen ik daar een MBA-titel probeerde te behalen. Vooral op het gebied van wis-
ken. Later werd ik productmanager voor Sanex, dat ik van de achtste naar de derde plaats bracht op de markt.” “Na Sara Lee kwam dan de Harvard Business School, waar ik twee jaar verbleef, en ook aan die periode heb ik tal van mooie herinneringen. Ik had er heel wat speciale klasgenoten. Een tankcommandant die pas terug was uit de Golfoorlog, bijvoorbeeld, en vertelde hoe hij ooit — op bevel van zijn oversten — een aantal Irakezen had doodgeschoten die op hun tank boterhammen aan het eten waren. En verder: mensen die op Wall Street gewerkt hadden, en een van de op-
“Ik ben een ervaringsdeskundige als het op examens aankomt: van archislecht tot formidabel goed, ik heb het allemaal meegemaakt.” kunde hadden wij Vlamingen een grote voorsprong op de anderen. Wat voor ons basiskennis was, daar hadden veel van onze klasgenoten — zelfs die met een hoog profiel — moeilijkheden mee.” “Nadat ik afgestudeerd was als economist, heb ik nog een vijfde jaar gevolgd in Leuven. ‘Licentiaat doctorandus’, heette dat toen. De helft van dat jaar heb ik in het Italiaanse Pavilla doorgebracht. Daarna was het tijd voor mijn legerdienst, en die vervulde ik in Duitsland. Ik werd ingedeeld bij een helikopterregiment. Op weerkaarten moest ik — op basis van gecodeerde informatie — de hoge- en lagedrukgebieden aanduiden, en beslissen of de helikopters mochten opstijgen of landen.” “Toen kon het echte leven beginnen. Ik ging werken voor de Amerikaanse multinational Sara Lee, waar ik de strijd aanbond met de streptococcus mutans, de bacterie die cariës veroorzaakt. Ik was de marketingverantwoordelijke voor twee medicinale tandpastamer-
richters van Euro Disney. In ’95 kwam ik terecht in de Brusselse vestiging van het consultancybedrijf McKinsey, en sinds ’98 ben ik actief in een West-Vlaamse KMO.” Praagse hoed “Mijn politieke carrière begon ik in 2000, toen ik na de gemeenteraadsverkiezingen in Jabbeke schepen werd van ruimtelijke ordening, financiën, jeugd en verkeersveiligheid. Sinds 2003 ben ik ook parlementslid. Ik zetel in de commissies Financiën en Begroting. Mijn ‘tegenstrevers’ zijn dus Didier Reynders en Johan Vande Lanotte, die onlangs vervangen werd door Freya Van den Bossche.” “Met mijn politieke activiteiten brei ik in principe gewoon een verlengstuk aan mijn engagement bij Ekonomika. Als ik bedenk welke grootschalige projecten we als jonge twintigers realiseerden — ik herinner me nog de 60-vaten-TD, het optreden van De Kreuners in Leuven, en Robert Groslot, de toenmalige winnaar van de Koningin Elisabethwedstrijd, die
we naar Leuven haalden — dan moet ik toch even slikken... Zelden heb ik daarna nog met een dergelijke enthousiaste ploeg mogen werken.” “Naast het ontspanningsluik was er natuurlijk ook de vertegenwoordiging in de Faculteits- en Departementsraad. Ook de ervaring die ik daar opgedaan heb, komt me nu goed van pas. En — last but not least — ook aan mijn opleiding zelf heb ik heel veel te danken: in de Kamer moet ik op korte tijd ingewikkelde dossiers kunnen instuderen, en dat had ik niet gekund zonder de routine die ik op dat gebied ‘gekweekt’ heb tijdens mijn studententijd.” “Blijf ik nog lang in de politiek? Ik zie mezelf op mijn zestigste niet meer in de Kamer, maar de komende tien jaar zal ik er hoogstwaarschijnlijk intensief mee bezig blijven. Daarna zien we wel. In elk geval, ik zit graag in het parlement, en ben er toch twaalf tot veertien uur per dag voor in de weer. Dat moet ook, als je op een competitieve manier aan politiek wil doen. Ik weiger wel naar de toekomst te kijken. Natuurlijk zou ik een promotie niet afslaan — iedereen in het parlement wil ooit hogerop — maar dat is nu niet aan de orde: iedereen van onze partij zit in de oppositie. Bovendien is mijn principe: zorg vooral dat je je huidige job goed doet. Dat is belangrijker dan je blind te staren op je volgende opdracht, wat die ook mag zijn.” “Ondanks mijn drukke agenda ben ik Leuven nog niet vergeten. We komen nog geregeld samen met de Wulpse Bretellen, een studentenclub die we hebben opgericht in mijn Ekonomika-tijd, op een reis naar Praag. Tijdens onze activiteiten dragen we dan ook steevast bretellen en een Praagse hoed. Ik heb heel veel geleerd in Leuven, maar de universiteit was boven alles een grote generator van vriendschap. Waar ik ook terechtkom, mijn studententijd zal ik altijd blijven koesteren.”
campuskrant
(12)
associatie
3.11.2005
A S SOC I AT I E K .U. L E U V EN AVNet levert infrastructuur en expertise.
Hogeschoolstudenten uit Geel, Brussel, Leuven en Kortrijk die zonder verplaatsing hun multidisciplinaire groepswerk voor een Master in het Sociaal Werk voorstellen en dat evalueren samen met experten en docenten. Studenten die elk vanuit hun hogeschool (Geel, Brugge en Mechelen) een ‘Student Business Challenge’ uitvechten. AVNet, de dienst voor ‘Audiovisuele en Nieuwe Educatieve Technologieën’ van de K.U.Leuven stelt haar infrastructuur en expertise inzake videoconferencing ter beschikking van nagenoeg alle hogescholen uit de Associatie. door Jaak Poot
Associatie stimuleert videoconferentie in onderwijs
N
a een academiejaar videoconferentieproject van de Associatie K.U.Leuven is Chantal Van Oostenrijk van K.H.Kempen een vurig pleitbezorger: “In het begin was er wel een beetje chaos. Maar na drie maanden stond een vernieuwende pedagogisch-didactische aanpak op poten: de virtuele mobiliteit. Dit eerste project was kleinschalig; we haalden een inter-Vlaams bedrijvenspel met zeshonderd studenten in huis. Nu gaan we verder: videoconferentie moet een vast onderdeel worden van het curriculum van onze studenten. Volgend jaar organiseren we het bedrijvenspel samen met Polen, Portugal en Finland. Straks willen we onze studenten in het buitenland langs deze weg blijven coachen, misschien zelfs examen laten afleggen.” Hinderpaal Bij verschillende hogescholen waren ze zich bewust van de pedagogisch-didactische voordelen: de mogelijkheid om met andere onderwijsinstellingen in binnen- en buitenland actief samen te denken en te leren en om externe expertise binnen te halen. Maar de financiën vormden een hinderpaal. Videoconferentie vraagt om dure apparatuur, en er is een financiële injectie nodig om de nodige expertise te verwerven. De associatie bood de hogescholen een snelle weg om hun doel te bereiken. Drie projecten werden goedgekeurd: een selectie van twee lezingen uit de ‘Lessen voor de XXIe eeuw’, gezamenlijk projectwerk binnen de Master in het Sociaal Werk en de bedrijfssimulatie Student Business Challenge. Wim Van Petegem, directeur van AVNet: “We adviseerden de hogescholen eerst bij de uitbouw van hun infrastructuur. Je hebt op elke locatie hardware nodig: een camera, een toestel voor codering en decodering, een mengtafel, een geluidsinstallatie, een connectie via ISDN of internetaccount, … Wij hebben de hogescholen ook aangeraden om de apparatuur vast op te stellen in een auditorium. En daar de nodige aanpassingswerken uit te voeren: achtergrond, verlichting, verduistering, ….”
of dvd-materiaal. Wij bespreken ook het scenario tot in detail met de docent. Dat verhoogt de kwaliteit: de spreker plant beter en leert boeiender presenteren.” Actief participeren zonder je te verplaatsen is natuurlijk het fundamentele voordeel van videoconferentie. In Brugge bijvoorbeeld volgden meer dan honderd mensen interactief twee sessies van de Lessen voor de XXIe eeuw. Stuk voor stuk geïnteresseerden die er wellicht niet voor naar Leuven zouden zijn afgezakt. De videoconferentieprojecten waren ook een duidelijke stimulans voor samenwerking tussen de associatiepartners. Docenten en studenten kwamen niet alleen tijdens de sessies met elkaar in contact, maar overlegden ook intensief bij de voorbereiding en evaluatie. “Ook onze docentenvergaderingen organiseerden we met de videoconferentiefaciliteiten. Een enorme tijdsbesparing!” zegt Chantal Van Oostenrijk. Internet “De zeshonderd studenten die aan het bedrijfsspel deelnamen, reageerden ook enorm positief”, aldus Chantal. “De uitdaging was heel wat groter door de confrontatie met studenten van andere provincies. Volgend jaar steken we nog een tandje bij in een Europees project
Interactief AVNet stelt de basisinfrastructuur ter beschikking: de eigen apparatuur én de videoconferentiebrug voor de interactie. “En natuurlijk onze expertise”, voegt Christoph Cammans van AVNet eraan toe. “Want je moet het lesgebeuren ‘plezant’ weten te maken, het opfleuren met goede presentaties, video(© Rob Stevens)
met Polen, Portugal en Finland. Ook de docenten zijn enthousiast. Natuurlijk vraagt het intensief gebruik van videoconferentie aanpassingen aan onze bedrijfscultuur: het onderwijs moet nog meer de weg van e-Learning opgaan. Het management moet uitzoeken hoe deze vorm van taakbelasting ingepast wordt in de opdracht.” AVNet is vragende partij om te bestuderen hoe resultaten van videoconferenties ook op internet beschikbaar kunnen komen. “Interactief zal dat natuurlijk nooit kunnen”, zegt Wim Van Petegem. “Tenzij in beperkte vorm via een chatroom of forum. Maar er komt meer bij kijken. Een opgenomen videoconferentiesessie van een les voor de XXIe eeuw, bijvoorbeeld, kun je niet zomaar op internet zetten. Dat moet je eerst bewerken: knippen en plakken, presentaties toevoegen, monteren. Een surfer verwacht dat hij kan door- en terugspoelen. Maar ik ben er wel van overtuigd dat degelijk gemonteerde videoconferentiesessies een meerwaarde betekenen als lesmateriaal.” Volgende associatiepartners participeerden in de videoconferentieprojecten: KHBO, Lessius Hogeschool, K.H.Kempen, KHMechelen, EHSAL, KATHO en K.U.Leuven
17
Baby’s gevraagd! Je wil zwanger worden maar het lukt niet. Een bevriend koppel heeft vruchtbaarheidsproblemen. Je bent verpleegkundige en wil je wat verdiepen in de fertiliteitsproblematiek. Je vindt de berichten over toenemende onvruchtbaarheid onrustwekkend en wil er meer over weten. Professoren Thomas D’Hooghe, Paul Enzlin en Dirk Vanderschueren van het Leuvens Universitair Fertiliteitscentrum hebben al hun kennis en expertise over vruchtbaarheidsonderzoek en -behandeling in een boek gegoten. Baby’s gevraagd! schetst een duidelijk beeld van het hoe en waarom van fertiliteitsproblemen en geeft uitleg over wat er vandaag allemaal aan te doen is. “Het is een toegankelijk werk voor iedereen die van ver of van dichtbij met de problematiek te maken krijgt”, vertelt Thomas D’Hooghe. Naast de strikt medische en psychologische kant van de zaak komen ook ethische en juridische kwesties aan bod en werpen de auteurs een licht op de nefaste invloed van onze moderne levensstijl. “Zes procent van de vrouwen krijgt vandaag haar eerste kind als ze ouder is dan 35. Als je bedenkt dat de maximale vruchtbaarheid voorbij is rond je 32ste, zie je meteen dat die trend voor problemen kan zorgen. Ook roken en overgewicht werken onvruchtbaarheid in de hand. Te zware vrouwen hebben sneller last van een onregelmatige cyclus of moeten vaststellen dat hun eisprong zelfs helemaal uitblijft. Sigaretten zijn ongezond voor ei- én zaadcellen.” Een laatste heikele vraag die de auteurs niet uit de weg gaan: welke gevolgen heeft milieuvervuiling voor onze kinderwens? Wetenschappers zijn er nog niet helemaal uit en eensgezindheid valt ver te zoeken, maar het onderwerp verdient in elk geval onze aandacht. (im) ‘Baby’s gevraagd!’, Thomas D’Hooghe, Paul Enzlin en Dirk Vanderschueren, Uitgeverij Acco. De auteurs stellen hun boek voor op zondag 6 november op de boekenbeurs in Antwerpen. Om 11 uur leidt Lisbeth Imbo (Radio 1) een interview met hen.
18
cultuur
3.11.2005
campuskrant
UUR KULtUUR: ‘24 lies in a second’ linkt theater en cinema
“De ultieme illusie wordt werkelijkheid” Een dromend meisje en een jongen, een feeëriek decor en talloze knipogen naar momenten uit de filmgeschiedenis. Het zijn de belangrijkste ingrediënten van 24 lies in a second, een theatrale road movie van de hand van Jan Geers. Op 23 november is de toneelvoorstelling met een filmisch staartje te zien in UUR KULtUUR. Katrien Steyaert
D
“
e band tussen cinema en theater heeft me altijd al gefascineerd”, zegt Jan Geers, theatermaker. U kan de oud-student van het RITS kennen van gezelschappen als Bronstig Veulen, Tristero en Dito’Dito. “Ik heb al in heel wat interessante voorstellingen mogen meespelen, maar als maker kan ik meer mijn ei leggen.” Zo ook in 24 lies in a second, een theatervoorstelling die flirt met cinema. “In de context van een filmonderzoek dat ik voerde aan de Brusselse Erasmushogeschool is First Kiss ontstaan, het filmpje dat 24 lies in a second afsluit en waaruit de rest van de voorstelling achteraf gegroeid is.” Op vraag van Tweetakt en Villanella (resp. Antwerps kunstenfestival en kunsthuis voor kinderen en jongeren, red.) weefde Geers een theatraal kader rond die eerste kus. Geers werkte vroeger al in de sfeer van
(© ingezonden)
de — Amerikaanse — filmgeschiedenis. Dit keer nam hij een oneliner van regisseur Brian De Palma als uitgangspunt voor zijn ‘theatrale road movie’. “De Palma had het ooit over de 24 beelden per seconde die op het witte doek verschijnen en hoe die samen een grote leugen vormen. Vanuit die idee heb ik samen met Hendrik De Smedt (eveneens theatermaker, Geers en De Smedt hebben samen op het RITS gezeten - red.) het filmpje First Kiss
gemaakt. Het is een soort rudimentaire vorm van cinema: we hebben talloze dia’s achter elkaar geplaatst en achteraf geanimeerd. Daardoor benadrukken we dat film is opgebouwd uit verschillende beelden per seconde. Je zou er de zware uitdrukking ‘deconstructie van de cinema’ voor kunnen gebruiken.” Raging Bull Wie zich in Geers’ leugen onderdom-
Klapstukfestival: ‘Je Ne’ in UUR KULtUUR
Rachid Ouramdane danst buiten de lijntjes Wie ben ik? Het is een vraag die niet alleen filosofen en opgroeiende jongeren bezighoudt; identiteit is ook een belangrijk thema in het werk en leven van Rachid Ouramdane. Deze Frans-Algerijnse choreograaf is één van de centrale gasten op het twaalfde Klapstukfestival waar hij onder meer zijn project Je Ne brengt, dat ook te zien is tijdens UUR KULtUUR op 9 november. “Ik geloof dat onze ervaringen met anderen onze identiteit mee vormgeven.” Katrien Steyaert
V
olgens curator Sally De Kunst is er op de twaalfde editie van het internationale dansfestival veel meer dan één discipline aanwezig: “Naast een stevige dosis dans biedt Klapstuk #12 ook muziek, beeldende kunst, video, film en zelfs blind dates en stadswandelingen.” Die grensoverschrijdende houding is fundamenteel in het Franse collectief Fin Novembre, dat niet toevallig nadrukkelijk aanwezig is op het festival. Het gezelschap werd in 1996 opgericht door choreografen Julie Nioche en Rachid Ouramdane, en tekende voor maar liefst vijf projecten onder het Klapstukdak. Ouramdane: “We zijn een groep gelijkgezinden die op verschillende manieren samenwerken. Daarbij overbruggen we altijd verschillende velden, van filosofie tot design en poëzie, om zo een artistieke kennis op te bouwen. Die houding paste erg goed bij de richting die Sally met het festival wilde inslaan toen ze ons anderhalf jaar geleden ontmoette. Zonder pretentieus te willen zijn, durf ik te zeggen dat die ontmoeting ertoe geleid heeft dat ze de gedachte vandaag zo ver doorgedreven heeft.” De kleine, poëtische Ouramdane heeft zich nog nooit in hokjes laten du-
wen. Hij komt uit de danswereld, maar heeft ook een sterke interesse voor video en nieuwe media. “Heel mijn carrière door heb ik altijd geprobeerd om niet in termen van disciplines te denken en om samen te werken met andere artiesten. Tijdens al die ontmoetingen vraag ik me steeds af hoe we ‘aanwezig’ kunnen zijn voor iemand anders. Het is niet omdat ik naast je zit op de bus, dat ik aanwezig ben voor jou.” Ouramdanes roots maken hem extra gevoelig voor het thema ‘identiteit’: “Mijn ouders zijn van Algerijnse afkomst maar ik ben opgegroeid in Frankrijk. Net zoals anderen met een gemengde achtergrond voel ik dat ik tussen twee culturen val. Dat is geen trauma; ik zoek naar een manier om daarmee om te gaan.” Poëtische verwarring Ouramdane reist de hele wereld rond om mensen te ontmoeten en artistieke projecten op te zetten. “Ik heb een half jaar in New York gewoond en twee jaar in Brussel, maar ik woon vooral in Parijs. Maar het afgelopen jaar ben ik slechts vier maanden thuis geweest omdat ik ‘in residentie’ werkte in onder
meer België en Brazilië. Brazilië bleek voor mij een vruchtbare omgeving door zijn cultuur vol contrasten.” De puzzel van onze identiteit vormde ook het uitgangspunt voor Je Ne, een voorstelling die Ouramdane uitwerkte met de Canadese dichter Daniel Danis. Het project wordt samen met Julie Nioches H2O-NaCl-CaCO3 uitgevoerd op twee originele locaties, respectievelijk het Thermotechnisch Instituut en de SintLambertuskapel. “Danis’ verhaal wordt door een elektronicamuzikant bewerkt. Die transformatie zorgt ervoor dat je je gaat afvragen of de man droomt, of hij aan iemand anders denkt of dat er meerdere protagonisten zijn. Het publiek moet zich in de voorstelling verliezen en de verwarring voelen. Videobeelden vormen een verhaallijn naast de tekst en sturen de kijker plots andere richtingen uit. Daniel, die vaak theaterteksten maakt, beschrijft op een heel poëtische manier de verwarring die we ervaren over de grenzen van onze identiteit. ‘Wie is wie?’, ‘Waar stopt onze verbeelding?’, enzovoort. Ik geloof dat onze ervaringen met anderen daarbij bepalend zijn.” Tijdens het levendige Klapstukfestival zijn de ontmoetingen in elk geval
pelt, krijgt een meisje te zien dat droomt van een prins. In een setting die geïnspireerd is door de wereld van Alice in Wonderland beleeft ze haar eigen liefdesgeschiedenis. De tekst van Geers is opgevat als een road movie: onderweg neemt het meisje ons mee naar verschillende momenten uit de filmgeschiedenis. “De referenties, een dertigtal in totaal, gaan van Leaving Las Vegas tot Raging Bull en Reservoir Dogs. Het meisje vertelt haar verhaal aan de hand van situaties die je kan herkennen uit films. Dat is een leuk gegeven.” Moet je dan een filmfreak zijn om van 24 lies in a second te kunnen genieten? “Zeker niet. Je kan de voorstelling lezen zonder een uitgebreide filmkennis te hebben. Iedereen kent Sneeuwwitje. Er heerst wel een andere sfeer wanneer het publiek de meeste referenties ziet. We kunnen dan echt met hun geheugen spelen. Maar het leuke aan theater is dat ieder er zijn eigen ding mee kan doen.” Kirsten Pieters, een beloftevolle jonge actrice, vertolkt de rol van het meisje. “Ze heeft een filmische kop. Iets raaks. Maar ook iets heel schoons. De droom van het meisje, de ultieme illusie – haar prins te zien aanrukken zoals op het witte doek – wordt uiteindelijk werkelijkheid. Ze verandert zelf in cinema. En wordt door de jongen verorberd.” UUR KULtUUR n.a.v. De Volle Tent, 23 november, 13u en 17u, STUK (Verbeeckzaal), Naamsestraat 96. Elk UUR KULtUUR is gratis. Info: http://www.cjp.be
KORTCULTUUR UHO wordt kampioen Het Universitair Harmonieorkest nam op 23 oktober deel aan de Provinciale Orkestwedstrijd van VLAMO Vlaams-Brabant in de ‘superieure afdeling’ in de reeks ‘harmonie’. Met hun opvoering van de Sinfonica Hungarica van Jan Van der Roost en Twelve seconds on the Moon van Robert W. Smith behaalden ze maar liefst 90% en mogen ze zich ‘Kampioen van Vlaams-Brabant’ noemen. De overwinning betekent ook een nominatie om de provincie te gaan verdedigen tijdens het nationale ‘Kampioenenconcours’ in februari.
CaTo legt finalevoorstelling stil na val acteur Tijdens de finale van het Koninklijk Landjuweel op 15 oktober heeft Campustoneel haar voorstelling van ‘Azen’ vroegtijdig moeten afbreken. Misschien hadden de acteurs elkaar iets te enthousiast Halsund Beinbruch toegewenst, maar in ieder geval kwam één van hen bij een sprong ten val en landde in het decor. Hij raakte daarbij gewond aan het been en moest naar het ziekenhuis worden overgebracht. Daar bleek dat de verwonding gelukkig niet al te ernstig van aard was.
dik gezaaid. “Het bijzondere is dat hier niet alleen resultaten worden getoond, maar ook de research van artiesten wordt gevolgd. Iedereen praat, zoekt en experimenteert tot op het laatste moment. We moeten in beweging blijven.” UUR KULtUUR, 9 november, 21u, Campus Arenberg, Heverlee. Elk UUR KULtUUR is gratis. Info: http://www.klapstuk.be
campuskrant
valvas
3.11.2005
Doctoraten Wetenschappen 14 okt., Mathieu Malfait, Magnetic and Transport Properties of Ga1-x MnxAs Diluted Magnetic Semiconductors. 19 okt., Stephanie Staelens, Genetic Engineering, Structural Analysis and In Vivo Characterization of the Antithrombotic anti-von Willebrand Factor antibody 82D6A3. 31 okt., Lieselot Vandevenne, Bose-Einstein Condensation under the Influence of Attractive Boundary Conditions. Ingenieurswetenschappen 14 okt., Gijs Langelaan, Bepaling van de morfologische textuurfunctie van vezelversterkte composieten vanuit diffractie metingen. 17 okt., Carl Van Lierde, Biomechanics of Head Injury: Damage Criteria for Skull and Brain lesions. 18 okt., Tom Lauwagie, Trillingsgebaseerde methodes voor de identificatie van de elastische eigenschappen van gelaagde materialen. 26 okt., Koen Mertens, Implementation of Fully Integrated RF-CMOS Power Amplifiers. Hoger Instituut voor Wijsbegeerte 14 okt., Zhe Liu, Hegel’s Dialectical-Speculative Concept of Genuine Infinity. Towards a Theory of the Fundamental Freedom of Human Thinking.
Geneeskunde 10 okt., Klara Gijsbers, Expression and Possible Function of Granulocyte Chemotactic Protein-2 (GCP-2/ CXCL6) in Inflammatory Bowel Diseases and Gatrointestinal Tumors. 21 okt., Lishuang Cao, Modulation of CFTR and ENaC Channel Function by Interacting Proteins and Trafficking. Farmaceutische Wetenschappen 28 okt., Geert Verreck, The Use of Compressed CO2 to Broaden the Applicability of Hot Stage Extrusion for Drug Delivery. Bio-Ingenieurswetenschappen 17 okt., Bert Torbeyns, Release Kinetics and Availability of Polycyclic Aromatic Hydrocarbons in Soils Contaminated with Coal Tar and Creosote Oil. 24 okt., Jan Sermon, Oxidative Stress by the Lactoperoxidase Enzyme System in Escherichia coli: Stress Response and Involvement of corA in Lactoperoxidase Tolerance. 28 okt., Philipp De Spiegeleer, Oxidatieve stress in Escherichia coli veroorzaakt door het Lactoperoxidase systeem: selectie en karakterisering van Lactoperoxidasetolerante mutanten. 28 okt., Bart Dioos, Heterogenisation of Cr(salen) Complexes for Asymmetric Ring Opening Reactions of Epoxides.
Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen 21 okt., Marc Decamps, Some Financial and Actuarial Applications of Generalized Diffusion Processes. Sociale Wetenschappen 14 okt., Tim Benijts, De keuze van beleidsinstrumenten. Een vergelijkend onderzoek naar duurzaam sparen en beleggen in België en Nederland. Bewegings- en Revalidatiewetenschappen 14 okt., Pascal Delheye, Struggling for Gymnastics. The Scientisation and Institutionalisation of Physical Education in Belgium (1830-1914). Letteren 17 okt., Peter Willemse, Nominal Reference-Point Constructions: Possessive and Esphoric NPs in English.
Benoemd of onderscheiden Jimmy Baert, student Ingenieurswetenschappen — Chemische Ingenieurstechnieken, won de Benelux Society of Plastic Engineers Student Award 2005 voor zijn eindwerk Effect van moleculair gewicht, moleculaire gewichtsverdeling en verwerkingsparameters op de kristallisatie van poly-1-buteen (promotor prof. Peter Van Puyvelde).
aan het Departement Computerwetenschappen, werd verkozen tot lid van het Executive Committee van ACM SIGAda (ACM’s Special Interest Group voor de programmeertaal Ada) in de functie van International Representative. Daarnaast werd hij vorig jaar door het Belgisch Instituut voor Normalisatie (BIN/IBN) benoemd tot Head of Delegation in ISO/IEC JTC1/SC22/ WG9 (ISO’s standaardisatiewerkgroep voor de programmeertaal Ada). Professor Paul Declerck, decaan van de Faculteit Farmaceutische Wetenschappen, werd aangesteld tot Ondervoorzitter van de Geneesmiddelencommissie (kamer voor geneesmiddelen voor humaan gebruik).
Doctor An Smets, verbonden aan het Departement Linguïstiek, kreeg op 20 oktober de driejaarlijkse prijs Dr. Frans Jonckheere van het Belgisch Comité voor de geschiedenis van de Wetenschap voor haar doctoraatsthesis ‘Des faucons’: les quatre traductions en moyen français du ‘De falconibus’ d’Albert le Grand. Analyse lexicale d’un dossier inédit. Pieter Vansteenwegen, doctoraatsstudent aan het Centrum voor Industrieel Beleid van de Faculteit Ingenieurswetenschappen heeft de INFORMS RASIG student research paper contest gewonnen met zijn paper ’Decreasing the Passenger Waiting Time for the IC Network of the Belgian Railways’.
In Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van Professor Joseph Nicaise, emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Sociale Wetenschappen Emeritus van de Universiteit Lovanium Emeritus van Centre Universitaire Congolais Lovanium te Kisantu, geboren op 4 juni 1919 en overleden op 9 oktober 2005.
Professor Luc Heerman, hoofddocent aan de Faculteit Wetenschappen geboren op 7 november 1942 en overleden op 11 oktober 2005
Dirk Craeynest, vrijwillig wetenschappelijk medewerker – advertentie –
Faculty Club 16 vergaderzalen, van 10 tot 124 p imposante feestzaal 200 p lunch of diner in aparte zaal mogelijk gratis parking voor 200 wagens Groot Begijnhof 14 I B-3000 Leuven T +32 (0)16 32 95 00 I F +32 (0)16 32 95 02 www.facultyclub.be I
[email protected]
Faculty Club en Begijnhof Congres Hotel
BEGIJNHOF CONGRES HOTEL
19
viersterren hotel, stijlvolle suites middenin een oase van rust en groen zicht op prachtige begijnhoftuinen copieus ontbijtbuffet Tervuursevest 70 I B-3000 Leuven T +32 (0)16 29 10 10 I F +32 (0)16 29 10 22 www.bchotel.be I
[email protected]
Begijnhof Congres Hotel
20
de buitenkant
3.11.2005
campuskrant
Vragevuur
in BEELD
Rita Ghesquière (58), professor in de literatuur
Sinterklaas, goedheilig man?
(© Rob Stevens)
Ad fundum! (x 1.136) Tijdens de 24-urenloop hebben 1.136 Leuvense studenten het wereldrecord ‘sterke drank ad fundum drinken’ gebroken. Het vorige record, gevestigd in de Amerikaanse staat Ohio, stond op 1.044. Het zag er lange tijd naar uit dat de poging zou mislukken, tot de organisatoren van LOKO-Sport enkele aula’s leeghaalden en zo toch voldoende jeneverdrinkers bij elkaar kregen. Wellicht hebben ook heel wat Apolloon-lopers een ad fundum gedronken, want voor het eerst sinds jaren moesten ze het onderspit delven in de 24-urenloop op 25 en 26 oktober. VTK liep één rondje meer en haalde de overwinning binnen.
(© Rob Stevens)
Flits herinneringen Waar was je en wat was je aan het doen toen je het nieuws van de 9/11-aanslagen in New York hoorde? De kans is groot dat je op die vraag een antwoord kan geven. Flashbulb memories, dat is de term die psychologen gebruiken voor zulke herinneringen van indringende gebeurtenissen. De kunstenaar Brian O’Connell, die in Leuven geboren werd maar nu in New York woont en werkt, ging met het gegeven aan de slag. Via enquêteformulieren verzamelde hij ‘flitsherinneringen’ van het personeel en de bezoekers van de Centrale Bibliotheek, een gebouw dat zich in 1914 en 1940 zelf in het geheugen van vele mensen brandde. Uit de antwoorden selecteerde O’Connell een aantal zinnen die hij afprintte en op de TL-lampen van de leeszaal kleefde. Het resultaat kan je daar nog tot 30 april gaan bekijken.
colofon campuskrant C a mpusk r a nt Driewekelijks tijdschrift van de K.U.Leuven R edactie Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Reiner Van Hove, Wouter Verbeylen Redactieadres Oude Markt 13, 3000 Leuven (t) 016 32 40 18 (f) 016 32 40 14
[email protected]
Redactiesecretariaat Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected] Adreswijzigingen (personeel en externen) Inge Verbruggen, (t) 016 32 40 15
[email protected] Adreswijzigingen (oud-studenten) Erik Gobin, (t) 016 32 40 02
[email protected] Losse medewerkers Hedwig Bogaerts, Sara Callens, Joke Depuydt, Riet Evers, Ines Minten, Jaak Poot, Els Spaas, Katrien Steyaert, Rik Uytterhoeven, Tim Vuylsteke
— Wat wilde je worden toen je klein was? ‘Mijn verste herinnering is dat ik mama wilde worden, en dat is ook wel goed gelukt, moet ik zeggen… Vanaf de middelbare school kreeg mijn beroepsprofiel wat meer vorm en wou ik apotheker worden, zoals mijn vader. Maar die studies spraken me dan weer minder aan. Ik heb nog even gedacht aan kinderarts en ik was ook wel geïnteresseerd in kinderrechten, maar uiteindelijk ben ik in de literatuur terechtgekomen. Ondertussen heb ik onderzoek gedaan in de kinderliteratuur, zodat de rode draad doorheen het verhaal toch wel ‘kinderen’ is.’ — Wat is het grootste misverstand dat over jouw studiedomein bestaat? ‘Het eerste misverstand is dat literatuur geen echt onderzoeksdomein is, want romans zijn er toch vooral om van te genieten. Voorts moet de kinderliteratuur onderdoen voor de volwassenenliteratuur, en leeft het idee dat mensen die zich daarmee bezighouden hun eigen kindertijd niet kunnen loslaten en aan het Peter Pan-syndroom lijden.’ — Met wie zou je wel eens een goed gesprek willen voeren? ‘Met Goethe, voor mij één van de meest fascinerende figuren uit de Europese literatuur, een echte allround man, dichter, wetenschapper met actieve belangstelling voor geneeskunde, voor planten, voor stenen. Hij speelde ook mee op het politieke schaakbord en had een passie voor vrouwen.’ — Wat is echt belangrijk in dit leven? ‘Voor mij is het belangrijk dat ik het kompas niet uit het oog verlies en dat ik trouw blijf aan mijn fundamentele keuzes en waarden. Ik wil vooral investeren in de mensen die op mijn weg komen, en dan bedoel ik mijn gezin, partner en familie, maar ook de studenten en collega’s met wie ik moet samenwerken.’ — Wat wil je nog leren in dit leven? ‘Ooit wil ik opnieuw de draad opnemen van het Russisch, zodat ik weer kan lezen in die taal. Ik heb ooit nog een graduaat Russisch gevolgd, maar die taal ben ik nu wel helemaal kwijt. En piano spelen is eigenlijk ook iets wat ik zou willen leren. In mijn prille kindertijd ben ik er ooit aan begonnen, maar dat is toen op een mislukking uitgelopen.’ — Wie of wat betekende de belangrijkste wending in jouw professionele leven? ‘In mijn professionele carrière kijk ik met veel plezier terug op het onderzoek dat ik heb gedaan rond de figuur van Sinterklaas — Nicolaas van Myra —, want ik kon daarmee iets uit de wetenschappelijke wereld overbrengen naar een breed publiek. Het onderzoek zorgde voor harmonie tussen mijn gezin en mijn werk: mijn jongste zoon heet Nicolas en zijn naam was de directe aanleiding voor het onderzoek en verder was ik bezig met wat ik graag wou doen.’ — Aan welk profiel moet je werkgever beantwoorden om een goede werkgever te zijn? ‘Hij gaat zorgzaam om met het menselijk potentieel. Ik bedoel daarmee dat hij luisterbereid is, maar dat hij ook als een ‘pater familias’ kordaat, streng, maar rechtvaardig is. Soms heb ik ook het gevoel dat ik zelf een beetje werkgever moet zijn als voorzitter van het departement en nu ook van de onderwijsraad.’ — Als je morgen de Lotto wint, wat doe je dan? ‘Dat zal nog niet zo snel gebeuren, want ik speel nooit mee, maar ik kan er wel van dromen. Ik geef een deel aan het goede doel zoals het Sinterklaasfonds of zo. Het andere stuk wil ik graag besteden aan het grotere gezin: een leuke reis met mijn kinderen, schoonkinderen en kleinkinderen bijvoorbeeld lijkt me wel wat.’ — Welke vraag wil je schrappen? ‘Aan welk profiel moet je werkgever beantwoorden om een goede werkgever te zijn?’ — Welke nieuwe vraag wil je erin? ‘Welk boek ligt er op jouw nachtkastje?’
Vormgeving Catapult Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen Fotografie Rob Stevens Cartoons Joris Snaet Reclameregie Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected] Oplage 47.000 ex.
Drukwerk Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt Verantwoordelijke uitgever Ronny Vandenbroele, Oude Markt 13, 3000 Leuven Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie. Het volgende nummer verschijnt op 23 november. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet www.kuleuven.be/ck/
(© Rob Stevens)
Interview Hedwig Bogaerts