Verschijnt 3-wekelijks, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor 3500 Hasselt 1
België-Belgique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39
Campuskrant erkenning: p303221
t ijdschr if t va n de k.u.leu v en — bi j l age —
personeelskrant pagina’s 10 & 11
1 sept 2004 | nr 1 | 16de ja argang | w w w.kuleu ven.ac.be/ck/
8
— bijlage —
alumnikrant
Leven na Campuskrant ADJ.-HOOFDREDACTEUR HUMO WIM HEYVAERT
pagina’s 12 & 13
Brandwonden-
team blijft
paraat voor
slachtoffers
gasramp
— De eerste twee slachtoffers van de gasramp in Gellingen die in het Brandwondencentrum van de UZ verzorgd werden, hebben ondertussen het ziekenhuis mogen verlaten. Maar het zijn nog steeds drukke tijden voor het team van diensthoofd professor Greet Van den Berghe, want in totaal werden er in Leuven negen patiënten opgevangen. Gelukkig was er net genoeg tijd voor een rondleiding, waarvan u het verslag kunt lezen op pagina 3.
(© Rob Stevens)
Onderzoekers van MTM en PMA ontwerpen goedkope koolstofvezelwagen
De wagen van de toekomst... staat in Heverlee!
P
rofessor Vandepitte (Departement Werktuigkunde): “Eigenlijk hebben we enkel een vloerplaat ontwikkeld. Dat gebeurde in het kader van het EU-project TECABS. Veertien partners uit zes verschillende landen — zowel universiteiten als autoconstructeurs en toeleveringsbedrijven — onderzochten vier jaar lang de mogelijkheid om het chassis voor een A-klasse-wagen te maken uit koolstofcomposiet.” Lapwerk Professor Verpoest (Departement Metaalkunde en Toegepaste Materiaalkunde (MTM)): “Mercedes en Ferrari hadden eerder al een composietwagen geproduceerd, maar dat zijn dure types. Bij dit project speelde ook de kostprijs een Verschijningsdata Campuskrant 2004–2005 met: Alumnikrant (AK) Personeelskrant (PK)
Heeft u zich ooit afgevraagd waarom een Formule 1-wagen versplintert bij een crash, en niet verfrommelt, zoals een gewone auto? Wij weten het! Omdat een gewone auto van staal is gemaakt en een Formule 1-wagen van koolstofvezelcomposiet. De professoren Ignaas Verpoest, Stepan Lomov en Dirk Vandepitte hebben ons dat verteld, en zij kunnen het weten, want zelf ontwierpen ze een Volkswagen Lupo in koolstofvezel. Tim Vuylsteke grote rol. Je moet weten dat koolstofvezel ongeveer tien keer duurder is dan staal. Het feit dat ons chassis maar half zo zwaar is als zijn stalen tegenhanger — onze vloerplaat weegt zelfs niet meer dan 25 kilogram — neemt niet weg dat de materiaalkost nog steeds veel te hoog is. Daarom moet er bespaard nr. Verschijningsdatum
2 22 september (PK)
worden op de productiekost, en dat kan door het aantal onderdelen te reduceren. Het chassis van een gewone wagen bestaat uit 200 aan elkaar gelaste stukjes staalplaat. Dat betekent dat er bij het bouwen van zo’n structuur heel wat ‘lapwerk’ komt kijken. Het chassis in ons project mocht maximaal 60 onder3 13 oktober (AK)
4 3 november (PK)
delen bevatten. Onze vloerplaat bestaat uit acht stukjes textiel, verstevigd met vijf schuimkernen.” Professor Lomov (MTM): “Die lappen textiel vormen natuurlijk nog geen composietplaat: ze moeten eerst ‘bevochtigd’ worden met een kunststof. Dat gebeurt als volgt: het textiel wordt in een mal gelegd die nadien wordt gesloten, waarna de vloeibare kunststof erin gespoten wordt en uithardt. Mijn taak in het onderzoek was te berekenen hoe dat het best gebeurt. De vloeistof moet immers door elke vezelbundel stromen, zodat elk vezeltje bijdraagt aan de sterkte van het materiaal: als er één stukje textiel droog blijft, is de plaat onbruikbaar.” pagina 5 5 24 november (AK)
6 15 december (PK)
2
Inhoud
nieuws
1.9.2004
campuskrant
2
Campuskrant Vroeger en nu
3
Brandwondencentrum in de kijker Reportage
4
De thermometers in ons lichaam Wetenschappelijke doorbraak
5
UZ: ‘75 jaar zorg om u’ Tentoonstelling
6
Een broertje dood aan ‘Big Brother’ Eindverhandelingen in de pers
Weet wat je eet Tentoonstelling ‘Pizzabomen & paarse koeien’
125 jaar landbouw (4) Nieuwe directeur Studentenvoorzieningen
7 9 10
Personeelskrant
De Collega’s: Karin Van den Eynde
10
Personeelskrant
TripTrap 2004 in beeld Personeelskrant
FABER schoolt wellness-experts
11 12
Alumnikrant
Database-actie & quiz Alumnikrant
Interview: pedagoog Roland Vandenberghe
13 14
Een Leven Lang
Hoe ontstaan kankers? Reeks over kankeronderzoek
Top Vijf Ad Valvas Zoek de duizend verschillen
15 17 18 19
Een nieuwe jaargang,
een nieuwe lay-out
Oude Markt 1900-2004
Taaltip & World Wide Wetenschap
19
Vragevuur
20
Tien antwoorden van Hedwig Bogaerts
Na meer dan vijf jaar mocht de lay-out van Campuskrant wel weer eens worden vernieuwd, zo vonden we. We hopen dat de nieuwe look bij u in de smaak valt… We zijn in ieder geval zeer benieuwd wat u ervan vindt. Is het lettertype te groot of te klein, houdt u niet van het wittere papier, mist u de inhoudsopgave op de voorpagina? Laat het ons weten. Nog even dit: deze krant is grijsblauw, maar de volgende kan gifgroen of karmijnrood zijn. Hangt er nog van af. En de inhoudsopgave? Die staat nu gewoon op pagina 2. Redactie Campuskrant Oude Markt 13, 3000 Leuven,
[email protected], 016 32 40 18
Ook opeten kan geen kwaad
Nieuwe Campuskrant-folie mag in de groenbak Campuskrant is het driewekelijkse tijdschrift van de K.U.Leuven, bestemd voor studenten, personeelsleden en oud-studenten. Om de zes weken bevat Campuskrant een Personeelskrant, met nieuws dat speciaal voor personeelsleden interessant is. De nummers zonder Personeelskrant bevatten een Alumnikrant. Deze nummers worden verstuurd naar alle oud-studenten die lid zijn van een alumnikring. Wie ook de andere nummers wil ontvangen, kan dat melden aan
[email protected], (t) 016 32 40 15.
L
ezers die hun Campuskrant via de post ontvangen, moeten de krant vanaf volgend nummer eerst van haar jasje ontdoen. U vraagt zich wellicht af — en terecht — of deze folie geen belasting voor de natuur betekent. We kunnen u geruststellen: het materiaal is biodegradeerbaar en composteerbaar. Het Italiaanse bedrijf Novamont, een pionier op het vlak van bioplastic, maakt gebruik van zetmeel, waarvan
korrels gemaakt worden. In ons land verwerkt Powerpack die korrels tot een folie. Zowel het materiaal als het eindproduct werden door het internationaal erkend keuringsorganisme AIB Vincotte getest op samenstelling en degelijkheid. De keurders gaven de folie het OK Compost- en OK Biodegradable-label. U kunt het Campuskrantjasje dus met een gerust geweten bij het GFT-afval sorteren…
campuskrant
nieuws
1.9.2004
Brandwondencentrum UZ onder de loep
“Niemand van ons team kan worden gemist” Erg veel aandacht heeft de pers er niet aan geschonken, maar ook in Leuven werd een heel aantal slachtoffers opgevangen van de ramp in Gellingen op 30 juli. Negen om precies te zijn. Zeven van hen verblijven bij het ter perse gaan nog steeds in het Brandwondencentrum van de UZ. Professor Greet Van den Berghe, diensthoofd Intensieve Geneeskunde, en dokter Michaël Casaer, supervisor op diezelfde dienst, leiden er ons rond. Tim Vuylsteke
P
rofessor Van den Berghe: “De ochtend was halfweg toen de aankondiging kwam. Het ziekenhuis ter plaatse vroeg ons hoeveel patiënten we konden opvangen. Na enig overleg lieten we weten dat er plaats was voor vijf zwaar verbrande mensen en vijf andere zwaargewonden. Die tien plaatsen moesten wel nog worden vrijgemaakt, want op dat moment van de dag zijn alle bedden op onze dienst meestal al bezet. Daarom werd er overgeschakeld op het maximum ontslagbeleid: sommige patiënten werden naar een andere dienst overgebracht of zelfs naar een ander ziekenhuis, anderen mochten dan weer wat vroeger naar een gewone kamer.” “De bedden hadden we dus vrij snel, maar er was ook extra personeel nodig. Ook dat bleek echter geen probleem. Heel wat van onze mensen meldden zich spontaan, en al vlug stond er een dubbele ploeg paraat. Om half twee kwamen de eerste twee patiënten aan, maar op de rest was het nog even wachten. Die kwamen pas later, via andere ziekenhuizen, wat eigenlijk niet ideaal is. De centrale coördinatie in Gellingen verliep dus niet zonder problemen, maar het waren dan ook uitzonderlijke omstandigheden. En uiteindelijk heeft geen enkel slachtoffer bijkomende schade opgelopen door de vertraging.” Bedreigd Het bijzondere aan het Brandwondencentrum van de UZ – een van de zes in ons land – is dat het ingebed is in de dienst Intensieve Geneeskunde. Michaël Casaer: “Alle verschillende taken van het centrum zijn hier op de dienst gecentraliseerd. Niet alleen de acute opnames en de hospitalisaties gebeuren hier, ons team zorgt ook zelf voor de nazorg. Het grote voordeel daarvan is dat de toestand van de patiënten — ook van degenen die niet gehospitaliseerd dienen te worden — zeer goed kan worden opgevolgd.”
(© Rob Stevens)
Van den Berghe: “De dienst Intensieve Geneeskunde is zonder twijfel de meest geschikte omgeving om een zwaar verbrande patiënt op te vangen. Wat we in de eerste plaats proberen te doen, is de impact beperken van de brandwonden op de andere organen. Wie zeer erg verbrand is, wordt namelijk bedreigd in zijn vitale functies. Door de brandwonden zelf en door de reactie van het lichaam op de verwondingen kunnen de ademhaling, de bloedcirculatie, de nieren, lever en hersenen ernstige, soms onherstelbare, schade oplopen, die do-
“Zien hoe een patiënt na afloop de draad van zijn leven weer opneemt, is voor ons de mooiste beloning.” delijk kan zijn. Om dat te vermijden moeten zwaarverbrande patiënten de eerste 48 uur intensief worden behandeld en geobserveerd. Vaak beseft de patient op dat moment niet hoe ernstig zijn toestand wel is, want bij een diepe tweede- en derdegraads brandwonde zijn de zenuwuiteinden mee vernietigd, en dan voel je weinig of geen pijn.” Casaer: “De behandeling van onze patiënten wordt gecoördineerd door het intensivistenteam. Die coördinatie is nodig, want elke patiënt wordt verzorgd door een groot aantal specialisten: chirurgen, verpleegkundigen, hulpverpleegkundigen, kinesisten, psychologen en sociaal assistenten, niemand kan worden gemist.” “De bijdrage van de chirurgen blijft de eerste dagen beperkt. Ze schatten mee de letsels in en voeren zo nodig ‘ontlastende’ ingrepen uit. Dat wil zeggen: als de verbrande weefsels te hard gaan spannen rondom een arm of been of rondom de romp, snijden ze die ‘knelband’ door. In een tweede fase proberen de chirurgen de huid zo goed mogelijk te herstellen door middel van transplan-
taties. Daarbij worden eerst donorgreffen aangebracht die — zodra de wonde voldoende geheeld is — vervangen worden door eigen huid. Op de plaats waar die eigen huid verwijderd werd, zie je dan enkel een schaafwonde.” Schok Casaer: “De rol die de verpleegkundigen spelen in het hele proces is groot, en de inspanningen die ze leveren, zijn enorm. Brandwonden verzorgen is immers geen sinecure. Je moet een ruime kennis hebben, zowel van de intensieve zorg als van de specifieke aspecten van de brandwordenzorg, en je moet over bijzondere emotionele en menselijke kwaliteiten beschikken. Bovendien moet iedereen hier vaak werken in fysiek en psychisch moeilijke omstandigheden.” “Kort na het ongeval treden ook de kinesisten in actie. Zij mobiliseren de zones waar de verbrande huid over een gewricht ligt, om verlies van beweeglijkheid te voorkomen. Nadien zorgen ze voor de revalidatie en voor de gespecialiseerde drukkledij die de patiënt lange tijd moet dragen om de littekens te beperken. Bij het verwerken van de schok van een ongeluk met verbranding en bij het accepteren van zijn verminkingen, heeft de patiënt vanzelfsprekend ook nood aan psychologische bijstand. Ten slotte zijn ook de organisatorische, familiale en financiële gevolgen van brandwonden niet te onderschatten. Vandaar dat ook de sociaal assistenten vanaf het eerste uur klaar staan om deze problemen één voor één op te lossen.” “Het mag dan een zware uitdaging zijn, het verzorgen van patienten met brandwonden geeft ons veel voldoening. De mooiste beloning voor de lange weken van intens teamwerk is een patiënt naar huis te kunnen sturen en te zien hoe hij de draad van zijn leven weer opneemt.”
3
“ ” geciteerd
Vreemdgaan is… ?
De Morgen, 3.8.2004 —
“Wat nu net een stap te ver is, daarover wijken de meningen van mannen en vrouwen al eens af”, zegt seksuoloog Alfons Vansteenwegen van de K.U.Leuven. “Voor mannen is kussen maar een voorbereiding, het is een weg die ergens naar toe leidt. Misschien omdat het voor hen maar een allereerste stapje is, beschouwen zij het als onschuldig zolang ze niet verder gaan met die vrouw. Maar voor vrouwen is zoenen bijna net zo intiem als seks.” Volgens Vansteenwegen is het geen toeval dat veel prostituees niet op de mond willen kussen. “Kussen zit voor vrouwen vol betekenis.”
Eddy Walvis De Tijd, 16.8.2004 —
(Hoogleraar kinesiologie en zwemexpert Ulrik) Persyn trekt vaak vergelijkingen met waterdieren, analyseert hun bewegingen. “Uiteraard”, zegt hij. “Zij bewegen perfect omdat ze het zwemmen niet moeten leren, het is hun natuurlijke beweging. Net zoals je een mens eigenlijk niet moet leren lopen. Maar wel leren zwemmen. En je hebt kleine visjes die verdomd snel gaan. Op dat voorbeeld heb ik Lempereur geschoeid. Een dier met weinig inspanning snel zien vooruitgaan, dat overtuigt.” “Ik wil kleine vissen nog verder bestuderen”, zegt Persyn. “Ach, eigenlijk kun je van elke soort wat opsteken. Ik heb veel geleerd van haaien en dolfijnen, maar ook schildpadden zijn interessant met hun groot lijf en kleine poten. Vaak is een bepaald dier typerend voor een zwemmer. Mark Spitz had de stijl van een paling. Eddy Merckx is fel afgeslankt nu, maar toen hij zowat op zijn topgewicht zat, gaf ik hem enkele tips. Ik zei hem dat ik me op de walvis inspireerde. Let op, lach niet. Die hebben best een elegante stijl.”
Ik ben fantastisch De Morgen, 5.8.2004 —
Hans Maes promoveerde onlangs met een filosofische studie over zelfwaardering en waardering van anderen. Het begrip bescheidenheid vormt een belangrijk onderdeel van zijn doctoraalthesis. “Bescheidenheid is een eigenaardig fenomeen”, zegt hij. “We vinden het belangrijk dat mensen altijd de waarheid spreken. Ik mag gerust tegen jou zeggen: ‘Jij bent een geniale journalist’, maar als jij dat over jezelf beweert, beschouwt iedereen je als een verwaande kwast. Terwijl je misschien gewoon gelijk hebt. We houden er niet van dat mensen liegen, maar blijkbaar kunnen we het ook niet altijd waarderen als iemand de waarheid over zichzelf spreekt. Anderen mogen je fantastisch of briljant vinden, jijzelf mag dat niet. Die asymmetrie is veruit het meest intrigerende kenmerk van bescheidenheid.”
4
nieuws
1.9.2004
KORTNIEUWS
Piepkleine sluisjes geven ons warm of koud gevoel
Mysterie van lichaamsthermometers ontrafeld
Televisie beïnvloedt studiekeuze Jongeren blijken bij het maken van hun studiekeuze in sterke mate beinvloed te worden door televisieprogramma’s, ook al willen ze dat niet altijd toegeven. Dat blijkt uit een onderzoek van het Departement Communicatiewetenschap. Onder leiding van Kathleen Beullens werden enquêtes afgenomen bij 350 zesdejaars verspreid over heel Vlaanderen en uit zowel aso als tso en bso. De jongeren gaven aan dat vooral hun ouders, leerkrachten en vrienden een rol spelen bij het kiezen van een studierichting. Televisie kwam pas op de vierde plaats. Amper 18 procent gaf te kennen dat ook televisieprogramma’s hen af en toe op ideeën brengen. In de praktijk blijkt dat percentage echter veel hoger te liggen. De onderzoekers stelden vast dat hoe vaker jongeren kijken naar een bepaald programma, hoe positiever ze staan tegenover een beroep. Vooral bij De para’s en bij dierenprogramma’s als Vinger aan de poot was er een zeer sterke correlatie. Fictiereeksen blijken ook een invloed te hebben, maar minder dan docusoaps. Blijkbaar worden die laatste als meer geloofwaardig ervaren. De kans bestaat natuurlijk dat jongeren eerst een studiekeuze maken en dan pas naar een bepaald programma beginnen te kijken, maar Beullens denkt niet dat dat het fenomeen kan verklaren. De stijgende inschrijvingscijfers spreken dat ook tegen. Vraag is dan natuurlijk of jongeren zich er echt niet bewust van zijn dat die televisieprogramma’s een invloed hebben op hun studiekeuze, of dat ze het niet willen toegeven. Volgens Beullens is het wellicht een combinatie van de twee: “Bij sommigen zal het onbewust zijn maar ik denk dat het bij veel achttienjarigen — die toch vaak kritisch staan tegenover tv — niet echt staat om toe te geven dat je bij een belangrijke beslissing geleid wordt door een televisieserie.” Een programma dat jongeren afschrok om een bepaalde richting te gaan volgen, hebben de onderzoekers naar verluidt niet gevonden.
Prostaatkanker voorkomen Onderzoekers van de afdeling Urologie van de UZ Leuven hebben een studie verricht naar de effecten van bepaalde voedingssupplementen op het voorkomen van prostaatkanker. Honderd mannen in het ‘laatste’ voorstadium in de evolutie naar een echte prostaatkanker, kregen gedurende zes maanden een supplement met selenium, vitamine E en isoflavonoïden. Uit de resultaten blijkt dat bij nagenoeg tweederde van de mannen de PSAwaarde afnam. Als de PSA-waarde daalt, neemt de kans op de evolutie naar een echte prostaatkanker af. In de subgroep waar de PSA-waarde bleef toenemen, had 55 procent prostaatkanker op het einde van het onderzoek, tegenover 24 procent in de subgroep bij wie de PSA-waarde afnam. Ter vergelijking: wanneer niets ondernomen wordt, evolueert 80 procent van de patiënten in het voorstadium binnen de tien jaar naar een echte prostaatkanker.
campuskrant
Hoe voelen we warmte en koude? Waarom ervaren we een Spaanse peper als heet en een pepermuntje als verfrissend? Onderzoekers van het Laboratorium voor Fysiologie hebben samen met collega’s van de Universiteit van Saarland (Duitsland) achterhaald hoe de thermometers in ons lichaam functioneren. Hun wetenschappelijke doorbraak werd gepubliceerd in het topvakblad Nature.
D
e waarneming van koude en warmte in ons lichaam vindt hoofdzakelijk plaats in de temperatuurgevoelige zenuwuiteinden. In de celwand van die zenuwuiteinden zitten bepaalde eiwitten die dienst doen als thermometers. Deze eiwitten vormen namelijk microscopisch kleine sluisjes — de zogenaamde TRP-ionenkanalen — die openen of sluiten in functie van de temperatuur. Wanneer een sluisje opent, ontstaat er een elektrisch signaal dat van de zenuwuiteinden naar onze hersenen gaat, waar het vertaald wordt in een gevoel van warmte of koude. De onderzoekers bestudeerden de werking van twee TRP-ionenkanalen: een hittegevoelig sluisje dat normaal gezien opent wanneer de temperatuur boven 42°C stijgt, en een koudegevoelig sluisje dat reageert wanneer de tempe-
(© Rob Stevens)
ratuur onder 25°C daalt. Beide sluisjes blijken aan- en uitgeschakeld te worden door een spanningssensor. De gevoeligheid van die spanningssensor verandert sterk in functie van de temperatuur en dat verklaart waarom de sluizen alleen bij welbepaalde temperaturen openen. Uit het onderzoek werd ook duidelijk hoe bepaalde chemische stoffen op de spanningssensor inwerken. Zo doet capsaicine — het pikante bestanddeel in onder meer Spaanse pepers — het hittegevoelige sluisje opengaan. Menthol, het extract uit muntblaadjes dat onder meer in tandpasta’s en pepermuntjes wordt gebruikt, werkt op gelijkaardige wijze in op het koudegevoelige kanaal. Dat verklaart waarom we deze stoffen
in onze mond als ‘heet’ en ‘verfrissend’ ervaren. Dit onderzoek betekent niet enkel een belangrijke vooruitgang in ons begrip van de normale temperatuurwaarneming. De resultaten verklaren ook hoe de gevoeligheid van de temperatuurgevoelige sluisjes kan veranderen, en werpen zo een nieuw licht op ziektebeelden die kunnen ontstaan wanneer onze lichaamsthermometers niet juist afgesteld zijn, zoals overgevoeligheid aan warmte of koude, ontstekingspijn, en bepaalde vormen van incontinentie. Zo blijkt een ontstoken huid overgevoelig aan warmte omdat het hittegevoelige kanaal dan te gevoelig is afgesteld en al bij een aangename 37°C aanslaat.
Niet langer bekeren tijdens godsdienstles
V
oor honderdduizenden leerlingen, van de eerste kleuterklas tot en met het laatste jaar secundair onderwijs, en tienduizenden leerkrachten, zal roomskatholiek godsdienstonderwijs nooit meer hetzelfde zijn. Vandaag worden er namelijk — voor het eerst in twintig jaar — totaal vernieuwde leerplannen van kracht in heel Vlaanderen. Professor Didier Pollefeyt en professor Lieven Boeve, van de Faculteit Godgeleerdheid, waren als theologische experts betrokken bij het tot stand komen ervan. Pollefeyt: “De nieuwe leerplannen gaan veel meer dan de oude uit van de pluraliteit die er bestaat bij de leerlingen. Als godsdienstleerkracht mag je er niet van uitgaan dat al je leerlingen dezelfde levensbeschouwing hebben,
en je moet ze al evenmin allemaal per se tot één bepaald standpunt trachten te bekeren.” “Dat is toch wel een radicale verandering tegenover de oude leerplannen. Die vernieuwing is zeker mede geïnspireerd vanuit de ervaringen die we aan de K.U.Leuven hebben opgedaan met het vak Religie, zingeving en levensbeschouwing, door de confrontatie met studenten van alle faculteiten en hun opvattingen. Het theologisch en pedagogisch model dat aan de K.U.Leuven ontwikkeld werd om om te gaan met de spanning tussen christelijke identiteit en levensbeschouwelijke veelheid, zal nu ook een eigen gestalte krijgen binnen basis- en secundair onderwijs”. “Tijdens de godsdienstles moeten
leerlingen de kans krijgen een eigen levensbeschouwelijke identiteit te ontdekken en te ontwikkelen. De onderwijsinstelling van haar kant biedt daarbij via de leerkracht haar katholieke perspectief aan. Op die manier kan het vak ook bijdragen tot de vorming van de katholieke identiteit van het onderwijs. Onderwijs betekent dan meer dan de vorming van de mens in beperkte of losstaande deelgebieden, maar gaat om vorming van de mens in zijn totaliteit.” De Faculteit Godgeleerdheid ondersteunt verder de implementatie van de leerplannen via het project Thomas: www.kuleuven.ac.be/thomas
Mogen dubbeltalenten doctoreren? Binnenkort wordt het wellicht mogelijk om een doctoraat te behalen in de kunsten. Dat werd recent zo bepaald in het decreet inzake de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen. Op 10 september organiseert de K.U.Leuven een symposium om het thema aan de hand van buitenlandse voorbeelden te verkennen. Riet Evers
D
octoreren in de kunsten zou concreet neerkomen op een combinatie van een kortere wetenschappelijke verhandeling met een artistiek werk of de organisatie van bijvoorbeeld een tentoonstelling. “In verscheidene tijdschriften woeden daarover al hevige debatten”, aldus professor Hilde Van Gelder (Afdeling Kunstwetenschap), voorzitter van het symposium. “Voorstanders vinden de combinatie van kunstenaar zijn en onderzoek doen een fascinerende evolutie die niet tegen
te houden valt. In het buitenland is dat overigens al jaren de gewoonste zaak van de wereld. Tegenstanders vrezen echter dat een dergelijke evolutie een verarming van het vakspecifieke onderzoek zal betekenen.” Tijdens het symposium zal veel aandacht gaan naar de vraag hoe de artistieke en creatieve component van het doctoraat in de kunsten moet worden ingevuld. Er zal van gedachten worden gewisseld met sprekers uit buitenlandse universiteiten en andere Vlaamse
universiteiten en hogescholen. Het is de bedoeling dat de nieuwe bepaling binnen afzienbare tijd wordt besproken binnen de Associatie K.U.Leuven. Tegen 2006 zou de nieuwe regel een feit moeten zijn. Het symposium vindt plaats op vrijdag 10 september van 9u30 tot 17u in kunstencentrum STUK. Het inschrijvingsgeld bedraagt 12 euro, studenten betalen 5 euro. Meer info op 016 32 40 58 of http://associatie.kuleuven.be/symposium.htm.
campuskrant
nieuws
1.9.2004
5
UZ Leuven viert jubileum met tentoonstelling
‘75 jaar zorg om u’ toont nostalgie en vernieuwing De Universitaire Ziekenhuizen bestaan 75 jaar. Tijd voor een tentoonstelling die verleden, heden en toekomst van de instelling in de kijker zet. ‘Het leek ons een leuk idee om onze medewerkers een hart onder de riem te steken en hen aan te moedigen met hetzelfde elan voort te gaan’, zegt Gerda Ceulenaere van het project UZ 75 jaar.
D
e expositie maakt patiënten, medewerkers en bezoekers duidelijk wat die 75 jaar ziekenhuis in Leuven hebben teweeggebracht, en hoe UZ Leuven sinds het ontstaan in 1929 is geëvolueerd tot wat het vandaag is. In de toegangshal krijg je een evocatie van het dag- en nachtritme in het ziekenhuis. Op een groot scherm, met een mozaïek van beelden, beleef je de bedrijvigheid in de gangen — een bedrijvigheid die nooit ophoudt en continu in het teken staat van het welzijn van de patiënten. De opnames tonen je enkele minuten van respectievelijk het nachtleven en het dagritme in de verschillende afdelingen. Een verdieping hoger vindt het echte verjaardagsfeestje plaats: een installatie in de vorm van een taart gunt je een blik op 75 jaar UZ met foto’s van mensen die er in de loop van de jaren gewerkt hebben, vieringen, oude en nieuwe gebouwen. Overal in het ziekenhuis kan je objecten tentoongesteld zien: een oude tandartsstoel, doktersmaterialen uit de oude doos, hoogtechnologische apparatuur, kunstwerken en curiosa. Heel leuk is de vergelijking tussen een ziekenhuiskamer uit de jaren 1930
Ines Minten lange lijst van beroepen die in UZ Leuven worden uitgeoefend: ze vermeldt meer dan 200 functies, terwijl wij leken in eerste instantie alleen maar aan dokters en verpleegsters kunnen denken. Een speciaal voor de gelegenheid gedrukte krant vertelt het volledige verhaal nog eens haarfijn na. “Ze geeft een beeld van de gedrevenheid en de dynamiek waarmee artsen, medewerkers en vorsers al die jaren het beste van zichzelf gegeven hebben”, vertelt Gerda Ceulenaere. “De boodschap die we willen meegeven is dat we die dynamiek zéker moeten kunnen behouden. Het is de drijvende kracht achter UZ Leuven.”
Vroeger werden de patiënten ingedeeld in vier klassen met grote verschillen wat betreft luxe en extraatjes. en een van vandaag. Het contrast kon nauwelijks groter zijn: de hyperfunctionele kamers van nu, vol computers en technologie, versus de borduurwerkjes en kantjes aan het beddengoed en het robuuste basismateriaal van 70 jaar geleden. Gerda Ceulenaere: ‘Ik vond het
frappant om te zien wat een enorm onderscheid er vroeger werd gemaakt tussen de patiënten — ze werden ingedeeld in vier klassen met grote verschillen wat betreft luxe en extraatjes. Vandaag wordt iedereen gelijk behandeld.’ Erg verrassend voor buitenstaanders is de
Van 11 september tot 30 november, UZ Leuven, Herestraat 49, 3000 Leuven Infofolder en plattegrond ter plaatse te verkrijgen. Meer info: (t) 016 34 49 55 of 016 34 49 39 Verschillende diensten organiseren in de loop van de komende maanden opendeurdagen en er worden ook geleide bezoeken gebracht aan de campus Sint-Rafaël of aan huizen van particulieren die een rol hebben gespeeld in de geschiedenis van het ziekenhuis.
Professor Ignaas Verpoest, professor Dirk Vandepitte en professor Stepan Lomov. (© Rob Stevens)
vervolg pagina 1 De wagen van de toekomst staat in Heverlee Roest Vandepitte: “Men vraagt ons dikwijls of zo’n composietwagen niet onveilig is, omdat hij zoveel lichter is dan een stalen auto. We kunnen de mensen geruststellen: er bestaat geen enkel materiaal dat per gewichtseenheid zoveel energie opneemt als composiet: bij een botsing gaat de structuur helemaal versplinteren, terwijl een staalplaat verfrommeld wordt. Dat is trouwens één van de re-
denen waarom in de Formule 1 bolides van composiet worden gebruikt.” “Er zijn nog wel een aantal voordelen te bedenken. Zo treedt er bijvoorbeeld geen corrosie op bij composietstructuren. Voor roestplekken op je auto hoef je dus niet te vrezen. En ook van vermoeiing is er in de praktijk geen sprake: aluminium kan je om die reden slechts gebruiken op dertig procent van zijn sterkte, terwijl je composieten, die
minstens even sterk zijn, zonder problemen voor zestig tot zeventig procent kunt belasten. Een laatste voordeel is dan weer van ecologische aard. Een wagen die honderd kilogram lichter is, verbruikt gemiddeld een halve liter minder brandstof per honderd kilometer. Dat is ongeveer duizend liter voor de volledige levensduur van een auto. En als je weet hoeveel auto’s er rijden op onze wegen...”
“Wanneer de eerste volwaardige composietwagen wordt gebouwd? Dat hangt natuurlijk van de constructeurs af, maar als je het mij vraagt, is het nog niet voor morgen. Hoe dan ook: ons was het sowieso niet te doen om het eindproduct, maar om de technologie, de knowhow, waarvan we straks kunnen profiteren bij nieuwe onderzoeksopdrachten, op een totaal ander domein.”
6
onderzoek KORTNIEUWS
Geen kotenschaarste meer In tegenstelling tot de voorbije jaren lijkt Leuven dit jaar niet geconfronteerd te worden met een tekort aan studentenkoten. Twee jaar geleden moest de K.U.Leuven in september, toen de honderden buitenlandse studenten arriveerden, allerlei kunstgrepen uithalen om iedereen toch een kot te bezorgen. Zo werd bijvoorbeeld een oproep gedaan aan het personeel om privé-kamers ter beschikking te stellen. Vorig jaar was de situatie al iets beter. Dit jaar is er een zeer sterke verbetering merkbaar volgens de Huisvestingsdienst. Dat is te danken aan de inspanningen die de K.U.Leuven en de privé-sector geleverd hebben om het kameraanbod uit te breiden. Zo opende de universiteit in het begin van vorig academiejaar een nieuwe peda in Heverlee (160 kamers) en werden delen van het Amerikaans College (45 kamers) en het Sint-Pietersziekenhuis (88 kamers) omgebouwd tot studentenkamers. Studenten blijken ook steeds vaker met een paar vrienden een appartement te huren. Als gevolg van het verdwijnen van de spanning op de kamermarkt zijn de kotprijzen gestabiliseerdop het niveau van vorig jaar. Ze bedragen gemiddeld nog steeds 225 à 230 euro per maand. “
Twee baronnen Rector André Oosterlinck en professor Koen Lenaerts, verbonden aan het Instituut voor Europees Recht, en rechter aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, ontvingen beiden de persoonlijke titel van baron.
Wissel bij Studentenbeleid Per 1 augustus is professor Danny Pieters professor Dirk Van Gerven opgevolgd als Coördinator Studentenbeleid. Pieters (°1956) is gewoon hoogleraar aan de Rechtsfaculteit en was al sinds 1 januari Academisch Directeur Studentenvoorzieningen en voorzitter van de Raad voor Studentenvoorzieningen. Een kaderprogramma tot hervorming van de sector werd onder zijn impuls eind februari unaniem goedgekeurd door de studenten, academici en personeelsleden van de Raad. Nu volgt Pieters dus Van Gerven op als lid van het Gebu, de Academische Raad en de Raad van Bestuur van de K.U.Leuven. Als Coördinator Studentenbeleid is Pieters bevoegd inzake alle collectieve voorzieningen voor studenten (huisvesting, psychotherapeutische en medische diensten, sociale en juridische diensten). Ook het ontwikkelen van het beleid van de universiteit voor en met de studenten behoort tot zijn taak. Professor Van Gerven kreeg per 1 augustus de nieuwe functie van Studentendecaan. De Studentendecaan wordt het interne aanspreekpunt voor individuele studenten die zich door een beslissing van de universiteit of haar organen tekortgedaan voelen. Daarnaast behoudt Van Gerven voor het academisch jaar 2004—2005 ook zijn overige taken inzake indivueel studentenonthaal. Van Gerven wordt waarnemend lid van de Academische Raad.
1.9.2004
campuskrant
Eindverhandelingen in de pers
Van ‘baby rock’ tot Big Brother Sinds de K.U.Leuven samenvattingen van de beste en meest interessante licentiaatsverhandelingen op het Internet zet, hebben heel wat laatstejaarsstudenten tijdens de zomermaanden hun eerste interviews aan de pers mogen geven. Een selectie. Leraars snakken naar rust Voor zijn licentiaatsverhandeling hield Frederique Delcart (Sociologie) grondige gesprekken met vijftien leerkrachten. Daaruit blijkt onder meer dat de Vlaamse leraar vindt dat er te frequent vernieuwingen zijn en dat hij snakt naar rust in het onderwijs. Nog volgens de leerkrachten komt hun belangrijkste opdracht, lesgeven, steeds meer in het gedrang door extra taken. Ze hekelen bijvoorbeeld de administratie die gepaard gaat met de eindtermen. Daarnaast vinden de leerkrachten dat zij steeds meer de rol van opvoeder toegeschoven krijgen, iets waartoe zij zich niet bekwaam achten. Voetballers willen opvallen Voetballers zijn steeds vaker op zoek naar originele manieren om een doelpunt te vieren om op die manier, in de sterk gemediatiseerde en gecommercialiseerde voetbalsport, op te vallen. Dat concludeerde Bart Vermylen (Communicatiewetenschap). Hij bestudeerde anderhalf jaar lang in binnen- en buitenlandse wedstrijden het triomfgedrag van spelers bij doelpuntsituaties. Scorende voetballers maken hun dominante status zichtbaar door hun lichaam zo groot mogelijk te maken (armen hoog in de lucht, springen, elkaar omhoog heffen...) en veel activiteit te ontplooien (oerschreeuw, wegrennen...). Tot in de jaren ‘50 en ‘60 werd dit reactiepatroon in West-Europa onderdrukt, maar door voetballers uit zuiderse landen werden sindsdien allerlei dansen en acrobatieën geïntroduceerd. Sinds de baby rock van drie Braziliaanse voetballers tijdens de wereldbeker 1994, om het vaderschap van Bebeto te vieren, proberen vedetten zich te onderscheiden door een ‘persoonlijke touch’ bij het vieren van een doelpunt. Daardoor zie je steeds meer ingestudeerde nummers zoals boodschappen op t-shirts, dansjes, vliegtuigje spelen, salto’s... Vermylen voorspelt dat de voetbalinstanties steeds meer beperkingen zullen opleggen om provocatief gedrag en spelbederf te voorkomen. Zo is het al verboden om na een doelpunt de trui uit te trekken, op de dranghekken te klimmen... In het verleden traden de voetbalbonden ook al op tegen bijvoorbeeld Robbie Fowler van Liverpool die deed alsof hij een lijntje cocaïne snoof, en de Braziliaan Leandro die een urinerende hond imiteerde. VRT Journaal wordt softer Sinds Het Journaal van 19 uur op de VRT begin 2002 een nieuwe facelift onderging, is de tijd die besteed wordt aan politieke items significant gedaald en gaat er merkelijk meer aandacht naar soft news. Het aantal behandelde items nam toe, maar per item wordt minder tijd uitgetrokken, zo stelt Patricia Nelissen (Communicatiewetenschap) in haar licentiaatsverhandeling. Terwijl voor 2002 gemiddeld 24,6 procent van de journaalduur besteed werd aan politiek, is dat sinds 2002 nog 15,6 procent. Nelissen bestudeerde de VRT-journaals van voor de facelift van 1987 tot en met 2003. Over de hele bestudeerde periode steeg het aantal binnenlandse items geleidelijk van 41 tot 54 procent. Sinds 1996 nam de aandacht voor misdaadnieuws toe van 8 (periode voordien) tot 25 (nadien) items per week.
(© Rob Stevens)
Het percentage nieuwsitems dat zich geografisch tot Vlaanderen beperkt, steeg in 1987-2003 van 16,5 tot 28,9. Sinds 2002 wordt voor het eerst meer aandacht besteed aan Vlaams nieuws dan aan Belgisch. Er zijn volgens Nelissen aanduidingen dat het nieuws in de VRT-journaals sinds de jaren ‘90 oppervlakkiger behandeld wordt. De duur per nieuwsitem schommelde in de periode voor 2002 tussen 92,9 en 103,6 seconden om na 2002 te dalen tot 86,4 seconden. Er wordt een groter aantal items aangeboden, maar er is geen tijd om er telkens dieper op in te gaan. Dat heeft onder meer te maken met de toename van het carrouselnieuws dat in 1997 geïntroduceerd werd. Dat jaar werd 4,9 procent van alle nieuwsitems in die vorm gebracht. Na 2002 is dat al 16,6 procent. Jongeren houden niet van TV1 en VTM Caroline Merckx (Communicatiewetenschap) onderzocht bij 256 middelbare scholieren van welke tv-programma’s zij een afkeer hebben. TV1 en VTM blijken niet hoog aangeschreven. De jongeren kijken veel liever naar VT4, KanaalTwee en de clipzenders TMF, MTV en JIMtv. Zenders die het doorgaans bij alle jongeren slecht doen, zijn Kanaal Z, de Nederlandse en de regionale tv-stations. Verder hebben meisjes een hekel aan Eurosport, jongens aan Vitaya. De kijkwaardering van beide geslachten verschilt wel op meerdere punten. Jongens moeten niets hebben van romantische, ziekenhuis- of medische series en realityreeksen, terwijl meisjes niet graag
kijken naar erotische series, sportprogramma’s en talkshows. Een andere opmerkelijke vaststelling is dat het kijkgedrag sterk varieert volgens school en studieplannen. Merckx vergeleek de onderzoeksresultaten van jongeren die universitaire studies ambiëren met die van de groep jongeren die na het secundair onderwijs meteen aan het werk wil. Het meest gehate programma bij de eerste groep, Big Brother, scoort nog redelijk bij de tweede groep. Het vierde meest gehate programma bij de toekomstige studenten, de Freaky Frank Show, is bij de arbeiders in spe de tweede favoriet. Jongeren die aan de universiteit gaan studeren, houden ook meer van intelligente humor, zo blijkt uit de topdrie van hun meest favoriete programma’s: Buiten de zone, In de gloria en Het Peulengaleis. Bij jongeren die meteen willen gaan werken, bestaat die topdrie uit: Jackass, Freaky Frank Show en Guinness World Records. Verder is er volgens Merckx een verband tussen de tevredenheid op school en het kijkgedrag. Scholieren die tevreden zijn, kijken liever naar zogenaamd legitieme programma’s zoals Kwesties of TerZake, of Canvas in het algemeen. Ontevreden scholieren prefereren minder legitieme programma’s à la The Osbournes. Dezelfde tendens blijkt uit het kijkgedrag van jongeren uit de verschillende onderwijsvormen: scholieren uit het TSO en BSO kijken liever naar populaire zenders en minder legitieme programma’s. Jongeren ergeren zich doorgaans aan tv-programma’s omdat het onderwerp hen niet interesseert, omdat ze het saai of inhoudsloos vinden of omdat het programma onrealistisch is.
campuskrant
expo
1.9.2004
Tentoonstelling ‘Pizzabomen en paarse koeien’
Expo maakt van bezoeker een voedingswijze ‘Wat de boer niet kent, dat vreet-ie niet,’ zo luidt een Nederlands gezegde. Maar voor consumenten als u en ik geldt vaak het omgekeerde: wat we eten, kennen we niet. En wat die boer precies doet, dat weten we ook niet meer. De organisatoren van ‘Pizzabomen & paarse koeien’, een tentoonstelling rond landbouw, voeding en wetenschap, willen met hun initiatief die kloof tussen voedselproducenten en –consumenten verkleinen. Reiner Van Hove
D
e titel van de expo is een speelse verwijzing naar die onwetendheid over wat er op ons bord ligt. Want nee, pizza’s groeien niet aan bomen en nee, er lopen geen paarse koeien rond op de Alpenweiden… De tentoonstelling kadert in de viering van 125 jaar Faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, onlangs omgedoopt tot Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen. Anne-Marie Vangeenberghe, verantwoordelijk voor de externe relaties van de faculteit, coördineert de tentoonstelling: “Tot in de jaren zeventig hadden de meeste mensen wel een beeld van wat landbouw inhoudt: iedereen had wel een familielid of kennis met een boerderij. Maar in de laatste twintig jaar is er een kloof ontstaan tussen voedselproducenten en -consumenten. Voeding heeft in zekere zin haar waarde verloren: vroeger werd een belangrijk deel van het budget aan eten besteed, maar tegenwoordig gaat gemiddeld minder dan vijftien procent van onze uitgaven naar voeding. Daardoor hebben mensen ook minder voeling met en respect voor de landbouw. De kennis over basisproducten is er sterk op achteruitgegaan: soms weten scholieren niet dat frieten van aardappelen komen en moet je een kleuter leren dat melk van de koe komt. (© Rob Stevens) Omdat mensen de landbouw niet meer kennen, gaan ze ook verkeerde oorde- Woestenborghs: “We vertrekken vanuit len vellen. En zo krijg je zware kritiek drie invalshoeken: het veld, de stal en op dioxine of legbatterijen van mensen het bord. We geven geen droge opsomdie er nauwelijks iets vanaf weten.” ming van al het onderzoek dat daar Om consument en producent weer rond gebeurt, maar vertrekken telkens wat dichter bij elkaar te brengen, or- van een eyecatcher: een bepaald product ganiseert de faculteit, samen met een of een bepaald voorwerp. Dat heeft niet aantal partners, nu dus deze tentoon- altijd met landbouw in de strikte zin te stelling. Bert Woestenborghs is verant- maken, want bio-ingenieurs zijn met woordelijk voor de inhoudelijke invul- veel meer bezig. We tonen bijvoorbeeld ling: “We hebben de tentoonstelling een stuk van een voetbalveld, omdat opgebouwd rond twee luiken: een his- bio-ingenieurs de technieken bedacht torisch en een wetenschappelijk luik. hebben waarmee die velden verzorgd Die twee gedeelten bevinden zich wel worden zodat ze wekelijks bespeelbaar in dezelfde ruimte, zodat de bezoeker zijn.” altijd meteen de link kan leggen tusVangeenberghe: “Leraars die met sen de geschiedenis van de landbouw hun leerlingen naar de tentoonstelling en de moderne landbouwtechnieken. komen, kunnen hier aantonen welke Het historische luik bepraktische toepassingint in 1800 en schetst gen ‘saaie vakken’ als “Soms weten de overgang van overwiskunde en chemie scholieren niet levingslandbouw naar hebben. In de opstelling de hoogtechnologische rond de stal plaatsen we dat frieten van landbouw van vandaag. een proefaardappelen komen.” bijvoorbeeld Veel aandacht gaat daaropstelling met tien kuibij uit naar de invloed kentjes, die constant geen het belang van toegepast onderzoek, filmd worden. Er wordt met een aantal onderwijs en voorlichting in de land- factoren, bijvoorbeeld de temperatuur, bouw want we willen – met alle respect gespeeld en de reactie van de kuikens – geen Bokrijk-tentoonstelling maken. — hoe vaak ze elkaar pikken of waar Het ligt ook niet in onze bedoeling om ze gaan liggen bijvoorbeeld — wordt in een nostalgisch beeld van het boeren- logaritmen weergegeven. Zo kunnen er bestaan op te hangen.” welzijnsscores gegeven worden, waarmee rekening gehouden wordt bij het Koeiencomfort ontwerpen van een alternatief voor legIn het wetenschappelijke luik biedt batterijen. Een ander onderzoek rond een aantal concrete opstellingen een dierenwelzijn illustreren we met matstaalkaart van het onderzoek en de in- ten die gebruikt worden in runderstalvloed daarvan op de ontwikkeling van len. Experimenten hebben namelijk landbouw en voeding. Verwacht geen aangetoond dat koeien een soort van totaalbeeld, maar wel de mogelijkheid fitnessmat als ondergrond verkiezen om van een aantal topics te proeven. boven stro, beton of een rooster. Dat is
7
KORTNIEUWS 800.000 Belgen hebben drankprobleem Volgens een onderzoek door het Hoger Instituut voor de Arbeid (Hiva) verbruiken we twee tot drie keer meer alcohol dan we toegeven. Vooral vrouwen verdoezelen hun werkelijke consumptie. Doorgaans wordt het aantal probleemdrinkers in België op een half miljoen geraamd, aan de hand van enquêtes waarin mensen zelf hun alcoholverbruik opgeven. Volgens onderzoekers professor Jozef Pacolet en Griet Cattaert echter schatten Belgen hun verbruik veel lager in dan het in werkelijkheid is. De onderzoekers gingen na hoeveel alcohol de Belgen daadwerkelijk aankopen in de winkel en de horeca en komen tot veel hogere cijfers. Belgische mannen zouden volgens hun gegevens gemiddeld zo’n 13 liter pure alcohol tot zich nemen per jaar, en vrouwen zo’n zeven liter. Dat is bijna het dubbele van vroegere ramingen. Het aantal probleemdrinkers loopt volgens dit onderzoek op tot 12,1 procent bij mannen, terwijl in enquêtes maar een kleine drie procent toegeeft dat ze meer dan zes glazen alcohol per dag drinken, de grens voor een drankprobleem bij mannen. Bij vrouwen stoten de onderzoekers op 8,4 procent probleemdrinkers. Zij gebruiken dagelijks meer dan vier glazen alcohol. In totaal zouden zo’n achthonderduizend Belgen volgens dit onderzoek een drankprobleem hebben.
Francqui-prijs menswetenschappen voor Marie-Claire Foblets
ook belangrijk om weten voor de boer, want een koe die zich comfortabel voelt, betekent voor hem een grotere opbrengst.” De boer kan dus ook wat opsteken van deze tentoonstelling. Vangeenberghe: “Vast en zeker: we richten ons tot consumenten én producenten. Ik hoop dat ook boeren naar onze tentoonstelling zullen komen. Hier kunnen ze zien wat er allemaal gaande is op onderzoeksvlak, en zo te weten komen wat ze in de nabije toekomst kunnen verwachten op hun boerderij. Kippenkwekers zullen bijvoorbeeld best wel benieuwd zijn naar de alternatieven voor legbatterijen. Bovendien kunnen ze de landbouw hier door de ogen van de consument zien en op die manier nieuwe inzichten opdoen.” Op het eind van de tentoonstelling moet de bezoeker zelf beslissen over de toekomst van de landbouw. Woestenborghs: “Aan de uitgang plaatsen we drie deuren, die elk een verschillende hypothese over de toekomst van de landbouw voorstellen. We sommen de voor- en nadelen van elk alternatief op, en dan is het aan de bezoekers om er één te kiezen. Zo willen we hen nog eens extra aan het denken zetten.” De tentoonstelling loopt van 9 september tot 11 november, van dinsdag t.e.m. zondag, telkens van 10u tot 18u, in de Campusbibliotheek Arenberg. Alle informatie vindt u op www.pizzabomen.be. Daar vindt u ook een lijst met nevenactiviteiten die inhoudelijk aansluiten bij de tentoonstelling, zodat groepen en scholen een dagprogramma kunnen uitwerken.
Professor Marie-Claire Foblets, Departement Sociale en Culturele Antroplologie, ontving op 22 juni, uit handen van Koning Albert, de prestigieuze Francqui-prijs voor menswetenschappen. Het Francqui-Fonds is een stichting van openbaar nut, die zich toelegt op het bevorderen van het hoger onderwijs en het onderzoek in België. De Francqui-prijs wordt elk jaar toegekend, om de beurt in het domein van de mens-, de exacte, en de biologische wetenschappen. Professor Foblets richt zich in haar onderzoek vooral op de situatie en de problemen van moslims in de Westerse samenleving, zoals de rechtspositie van Marokkanen in België. Ze bestudeert onder meer hoe ons recht omgaat met conflicten tussen de tradities uit het land van herkomst, en onze wetgeving. Op dit ogenblik is Foblets bezig met het aanleggen van een repertorium van rechtstechnieken die voor dergelijke conflicten een oplossing kunnen bieden. De Francqui-prijs, 100.000 euro, zal ze daaraan besteden. De internationale jury vond dat Foblets de prijs verdiende omdat ze met haar onderzoek oplossingen aanreikt voor een “meer verdraagzame en menselijke samenleving”.
8
interview
1.9.2004
Leven na Leuven
campuskrant
Wim Heyvaert, germanist en adjunct-hoofdredacteur bij HUMO
“ Hier werken ongewoon veel clevere mensen” (© Rob Stevens)
Tien jaar geleden vulde Wim Heyvaert (39) deze bladzijde met vragen, vandaag met antwoorden. Waarom verlaat iemand het Walhalla van de journalistiek, dat dit blad toch is, om als adjunct-hoofdredacteur te gaan vegeteren bij een flutblaadje als HUMO? Wat drijft zo’n loser? Interview Ludo Meyvis Hij werd geboren in 1965, in de buurt van Wieze. Zijn vader was leraar, zijn moeder verpleegster. Hij liep school bij de jezuïeten in Aalst, Latijn-Griekse. “De lagere cyclus was verschrikkelijk streng, een soort Buchenwald-lite, voor het minste had je een strafstudie aan je broek, en zoals ik het mij herinner stond er altijd wel een studieleraar in je gezicht te brullen.” “Maar in de hogere cyclus behandelden ze je plots heel anders: je bent nu oud en wijs genoeg, bepaal zelf maar waar de grenzen liggen — die houding. Of er een groot pedagogisch plan achter schuilging, weet ik niet, — ik vermoed zelfs van niet. Maar het werkte wel: je was geneigd de verantwoordelijkheid die je kreeg niet te misbruiken. Een ijverig student ben ik nooit geweest, vrees ik. Huiswerk schreef ik ‘s ochtends op het schoolplein wel over, toetsen in de klas.” Pedagogisch onverantwoord “Ik wist al vrij vroeg dat ik altijd wel iets met talen te maken zou hebben. Misschien dat ik juist daarom een heel andere studierichting koos: psychologie. Ik heb de twee kandidaturen afgewerkt, maar ik had al vrij snel uitgemaakt dat ik me er geen leven lang mee wilde bezighouden. Toen ik na het tweede jaar de lijst met thesisonderwerpen doornam, wist ik het zeker: ‘Dit kan ik niet meer volhouden.’ Er zat niks bij dat me ook maar in de verste verte interesseerde.” “Ik ben naar Germaanse overgestapt, en dat bleek me beter te liggen. Zo’n aversie als bij psychologie heb ik toch niet meer gevoeld, al vond ik sommige vakken ook wel tijdverlies. Ik begrijp bijvoorbeeld nog altijd niet waarom wij Dood van een Non van Maria Rosseels of De geluiden van de eerste dag van Anton Koolhaas moesten lezen. Dat is niet eens mindere literatuur, het is gewoon géén literatuur.” “Een studax was ik zeker niet. In onze tijd had je alleen op het einde
van het academiejaar examens, en er werden nooit absenties genomen. Dat betekende dat je met twee maanden beestachtig hard blokken kon slagen, als je de stress aankon en over een goed uithoudingsvermogen beschikte. En vervolgens had je tien maanden vakantie. Echt vakantie: naar de lessen hoefde je niet te gaan, je kon doen wat je wou. Daardoor kwamen er zeeën van tijd vrij waarin je vanalles kon uitproberen. Soms waren dat heel domme dingen, genre: ‘hoeveel bier zou er in mij gaan voor ik omval?’, maar ik heb toen ook wel heel belangrijke dingen geleerd over Het Leven, om het maar eens met hoofdletters te zeggen.” “Ik heb de indruk dat studenten het nu, met het semestersysteem, veel moeilijker hebben dan wij indertijd. Ik woon naast een studentenhuis, en nooit komt daar eens iemand om vier uur ‘s nachts luid lallend de trap op, nooit hoor ik er roepen of lachen. Blijkbaar moeten ze altijd blokken. Heel handig voor mij als werkende mens, een verarming voor hen.” Verdorie interessant “Ik pleit niet voor mijn aanpak hoor – alleen was het voor mij blijkbaar de beste. Soms, als ik onder hoge druk aan het blokken was, dacht ik weleens: ‘Shit, dit is verdorie interessant! Jammer dat ik er geen tijd voor heb.’ Maar daar stond dan weer die vakantie van juli tot mei tegenover. Ik ben preses geweest, ik zat in de studentenbeweging, ik speelde in een groepje... Veel moet je je daar niet bij voorstellen hoor, gewoon een doordeweeks coverbandje, maar we hebben toch een keer de Lido op eigen kracht vol doen lopen, waar we op Spinal Tapachtige wijze live on stage gesplit zijn. Maar ik bewaar de beste herinneringen aan onze repetities en aan de steevast uit de hand lopende optredens in studentencafés.” “Heel leuk was dat ik bij de eerste lichting Erasmus-studenten zat: ik heb een semester in het exotische Nijmegen
kunnen doorbrengen, waar ik heb kun- Het kwam erop neer dat je foutloos teknen vaststellen dat je als Leuvens stu- sten moest kunnen schrijven als: ‘kip, dent echt wel een héél degelijk niveau 128 frank’. Wel, dat zaaltje zat vol behaalt: je komt door de examens met je kende gezichten: allemaal overgekwavingers in de neus.” lificeerde germanisten en romanisten, “Na mijn studie ben ik stomweg sol- en wat nog gekker was: we wilden die daat-milicien geworden, in plaats van job allemaal met hart en ziel. Geloof nog wat uitstel te vragen tot de leger- me: stempelen, de charme is er snel af. dienst afgeschaft werd. Over de oplei- Maar goed, één van die vele interimjobding in Turnhout kunnen we kort zijn: jes bracht me heel toevallig bij Campushet had veel weg van de eerste jaren krant, waar ze iemand zochten voor de van mijn middelbare schooltijd. En eindredactie: fouten uit artikels halen, wat daarna had moeten volgen, zag er en indien nodig de zaak herschrijven.” al niet veel boeiender uit: ik werd ver“Dat beviel me uitstekend, en toen er ondersteld de volgende elf maanden de als bij wonder een vacature vrijkwam, Russen uit de kazerne van Heverlee te werd ik fulltime aangenomen. Nu houden. Maar toen is er een klein mi- werkt de redactie natuurlijk met een rakel gebeurd: op miljardenbudget onze eerste dag en hebben jullie “Ik heb nog aan in Heverlee vroeg 1.200 medewerde commandant selectieproeven bij Colruyt kers, maar toen of er soms een moest dat nog meegedaan. Je moest historicus in ons met drie man en foutloos teksten als peloton zat. Gereen paardenkop ‘kip, 128 frank’ maanse bleek — wie dat was, close enough te laat ik in het midkunnen schrijven.” zijn. De rest van den. Ik werkte mijn dienst ben ver sc h r i k kel ijk ik gedetacheerd naar de Koninklijke hard — 70 uur per week soms, voor een Militaire School in Brussel, waar ik wedde in de grootte-orde van 45.000 mocht meewerken aan een project van frank netto — maar ik deed het bijzonprofessor Luc De Vos over Leuven tijdens der graag. Vooral de afwisseling sprak de Tweede Wereldoorlog. Voor mij per- me heel erg aan: de ene week schreef soonlijk was dat best interessant, maar je iets over longziekten, dan weer iets dat belet niet dat de legerdienst een bij- over tin-isotopen, of over een toneelzonder slecht idee blijft: tijdverlies.” voorstelling die naar het STUC zou komen. Ik heb er een grote liefde voor Gezocht: redacteur Campuskrant wetenschappen aan overgehouden; “Ik ben afgezwaaid op de dag dat de ik heb zelfs een klein populair-wetenEerste Golfoorlog uitbrak. Vrienden die schappelijk bibliotheekje thuis, met onmiddellijk na tweede licentie waren Gould, Dawkins, Sacks, dat soort dinbeginnen te solliciteren, vonden vrij gen, allemaal te danken aan Campusmakkelijk een goeie job, maar toen krant. In zo’n kleine redactie hou je je mijn lotgenoten en ik op de arbeids- ook bezig met àlles. Ik heb zelfs nog een markt kwamen, was er gewoon niks tijdlang de boekhouding gedaan. Dat meer. Ik heb twee jaar aan een stuk in- was wat minder, maar foto’s kiezen, de terims gedaan, gestempeld en me bijna krant indelen, eindredactie, pre-lay-out bewusteloos gesolliciteerd. Ik herinner maken... ik vond het allemaal even pretme bijvoorbeeld nog dat ik bij Colruyt tig.” aan selectieproeven heb meegedaan om hun reclameboekje in elkaar te boksen. pagina 9
campuskrant
“Er waren natuurlijk ook nadelen. Dat het zo hard werken was, bijvoorbeeld, en dat mijn beeld van wat Campuskrant hoorde te zijn nogal eens botste met andere opvattingen. Ik was ervan overtuigd dat wij — naar godsvrucht en vermogen — objectief moesten berichten over de universiteit, een beetje zoals een gewone krant objectief nieuws probeert te brengen over de hele maatschappij. Niet dat me daarbij iets beeldenstormerigs voor ogen stond, maar ik vond dat als er iets fout liep wij dat best mochten melden. Nu, van hogerhand heeft men ons nooit een strobreed in de weg gelegd, maar je merkte wel heel snel dat universitaire tenen verschrikkelijk lang kunnen zijn. Zodra je ook maar iets schreef dat vaagweg negatief geïnterpreteerd kon worden, was het hommeles. Ik heb nog mensen aan de telefoon gehad die zich stoorden aan één of ander artikel en letterlijk zegden: ‘Ik zou maar naar een andere job uitkijken, want ik ga nu naar de rector bellen!’” “Tamelijk onbegrijpelijk allemaal, vond ik, en ik kan alleen maar hopen dat die mentaliteit nu weg is. De K.U.Leuven is een goede en belangrijke universiteit, ze zou toch af en toe tegen een prikje moeten kunnen.” “Na een jaar of drie vond ik het door omstandigheden aangewezen andere horizonten op te zoeken. Ik heb freelance-jobs gecombineerd met halftime werk bij Computer Magazine. Volgens mij was de computerindustrie in het
(4)
interview
1.9.2004
midden van de jaren negentig wat de platenindustrie in de jaren zeventig en tachtig was. Het geld kon niet op, the sky was the limit: journalisten werden voortdurend getrakteerd op snoepreisjes, feestjes en cadeautjes — ik heb genoeg T-shirts liggen voor de rest van mijn leven. Het was een snelle wereld met snel geld, leuk, maar niet blijvend.” Dankzij HUMO staat hier geen onzin “Via-via vernam ik dat Guy Mortier dringend op zoek was naar een eindredacteur. Ik heb eens voorzichtig gepolst — HUMO is toch niet niks — maar het klikte blijkbaar. Na een jaartje deeltijds ben ik dan fulltime eindredactie gaan doen, en sinds een half jaar ben ik adjunct-hoofdredacteur, samen met Bart Vanegeren. Misschien is het je nog niet opgevallen, maar er werken nogal wat mensen uit de Campuskrant-vijver bij HUMO. Uit mijn tijd: Geert Jansen, Geert Op de Beeck, jij hebt nog het één en ander voor ons geschreven, en Tine Hens ook. Raf Weverbergh freelancet ook al een tijd bij HUMO, maar die heb ik zelf niet meer meegemaakt aan de universiteit. Heel veel oudgedienden van Campuskrant hebben nu trouwens een mooie carrière in de pers: Jorn Decock bij De Standaard, Veerle De Vos, Katrien Vanderschoot en Koen Wauters bij de radionieuwsdienst, Goedele Devroy bij het VRT-journaal, Jeroen Wils bij VTM... Dat wil toch al iets zeggen. Nu ik er zo over denk hoeveel afgestudeerden er in de media terechtkomen,
is het eigenlijk heel verbazend dat de K.U.Leuven nog altijd geen opleiding journalistiek heeft, al was het maar een postgraduaat.” “HUMO is zonder meer een buitengewone werkplek. Ik weet zelfs niet of ‘werk’ wel de juiste term is. Het kan verschrikkelijk hard en moeilijk zijn om weer maar eens een nummer in elkaar gebokst te krijgen, maar tegelijk lachen we ook wat af en wordt er veel plezier gemaakt. Je hebt er per strekkende meter ongewoon veel briljante, clevere mensen, die niet alleen op papier heel spits zijn. Maar het allermooiste aan mijn job vind ik toch dat bij HUMO alles om kwaliteit draait: iedereen - fotografen, redacteurs, lay-outers, tekenaars... - is ervan doordrongen dat alleen het beste goed genoeg is. De lat ligt hoog, en er worden geen concessies gedaan.” “Het is heel prettig te horen dat de Humo-lezers dat waarderen. Onlangs zei Wilfried Martens dat zijn vrouw iedere dinsdagochtend blijgezind wakker wordt omdat de HUMO dan in de winkels ligt. Wel, we hebben de week daarop heel veel reacties gehad van lezers in de trant van ‘Ja! Ja! Bij mij is dat ook zo.’ Eentje schreef zelfs: ‘Meer nog: maandag ga ik altijd opgeruimd naar bed omdat ik weet: nog een nachtje slapen, en de nieuwe HUMO is er.’ Eigenlijk is onze job: een hele hoop mensen, meer dan een miljoen lezers, elke week een paar uur gelukkig maken. Ik kan me ergere dingen voorstellen.”
12 5 JA A R L A N DBOU W
Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Dit academiejaar is het precies 125 jaar geleden dat de Ecole Supérieure d’Agriculture werd opgericht aan de toenmalige Université Catholique de Louvain, de voorloper van het Institut Agronomique/ Landbouwinstituut en van de huidige Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen.
N
a de hervatting van de colleges in januari 1919 worden naast de Franstalige geleidelijk ook Nederlandstalige lessen georganiseerd. Vanaf 1920 beginnen ook meisjes aan de studie van landbouwingenieur. Tot aan de Tweede Wereldoorlog zijn het er nauwelijks meer dan tien per jaar, van wie bijna de helft zusters van de Annunciaten van Heverlee. Vanaf 1925 wordt in samenwerking met de Boerenbond de voormalige Celestijnerhoeve in Heverlee — waar vandaag de huidige wetenschapsbibliotheek is gevestigd — uitgebouwd tot een proefstation voor plantenteelt en -vermeerdering. Vooral de resultaten bij tarwe- en roggegranen, en het genetisch onderzoek inzake sla en andere groenten kennen veel weerklank (foto boven). In 1929 opent onder impuls van professor Molhant het Zoötechnisch centrum in Lovenjoel. Op het domein Salve Mater van de Zusters van Liefde wordt een voor de normen van die tijd moderne modelboerderij gebouwd. De samenwerking met de proefboerderij van de zusters Annunciaten in Heverlee wordt stopgezet (foto onder).
9
KORTNIEUWS Beste behandeling bij transfusiesyndroom Voor tweelingen die in de baarmoeder lijden aan het zogenaamde ‘transfusiesyndroom’ biedt een laseroperatie meer overlevingskansen dan een vruchtwateraflating, tot voor kort de enig mogelijke behandeling. Dat blijkt uit een internationale studie onder leiding van de UZ Leuven. De meerderheid van de eeneiige tweelingen deelt tijdens de zwangerschap één moederkoek. Bij vijftien procent daarvan stroomt meer bloed van de ene foetus naar de andere dan omgekeerd. Daardoor krijgt de ene foetus ook meer vruchtwater dan de andere. Wanneer het probleem niet behandeld wordt, is de kans groot dat beide kinderen het niet halen. Tot voor kort was het draineren van overtollig vruchtwater de enige mogelijke oplossing. De nieuwe behandeling bestaat erin via een operatie de moederkoek te scheiden. Dat gebeurt door met een laser de vaatverbindingen tussen de baby’s dicht te branden. Het gaat om een kijkbuisoperatie, waarvoor een kleine insnede van drie mm wordt gemaakt. Uit het onderzoek blijkt dat de laserbehandeling 25 procent meer overlevingskansen biedt en het risico op hersenbeschadiging halveert tot minder dan vijf procent. In de UZ Leuven zijn al enkele honderden laseroperaties uitgevoerd en bedraagt de kans dat een van beide foetussen overleeft 77 procent.
Bloedklonters opgelost Veel problemen met hart en bloedvaten worden veroorzaakt door een ontregeling van het mechanisme dat de bloedstolling controleert. Klonters in het bloed worden opgelost door zogeheten plasminogeenactivatoren. De oplossers zelf worden onder controle gehouden door plasminogeenactivator-inhibitoren (PAI’s). Een teveel aan PAI’s in het bloed stimuleert de vorming van bloedklonters en verhoogt dus het risico op bijvoorbeeld een trombose. Professor Paul Declerck en zijn ploeg van het Laboratorium voor Farmaceutische Biologie en Fytofarmacologie hebben een unieke set antistoffen ontwikkeld, waarmee ze PAI’s aan banden kunnen leggen. Deze antistoffenzijn perfect in staat de schadelijke activiteit van bepaalde PAI’s te neutraliseren. De onderzoekers schaven ze zo bij dat het efficiënte geneesmiddelen worden, die op termijn zouden moeten kunnen worden ingeschakeld bij de preventie van problemen met hart en bloedvaten.
KULAK verhuurt laptops Voor informaticastudenten biedt de PC-klas niet altijd voldoende mogelijkheden. Dit academiejaar kunnen de studenten informatica van de KULAK daarom een laptop met draadloze netwerktoegang huren voor 20 euro per maand, met de mogelijkheid om de computer meteen of na twee jaar aan te kopen.
10
zeswekelijkse
bijlage voor personeel
1.9.2004
campuskrant
–personeelskrant – Vers directeursbloed Een nieuwe zomer, een nieuw geluid. Dat ietwat mank lopende gezegde geldt alvast voor de personeelsleden van de Dienst Studentenvoorzieningen. Die verwelkomden begin juli namelijk een nieuwe directeur. Jan De Vriendt stelt zich graag aan u voor. Tim Vuylsteke CK: Wie is Jan De Vriendt? “Jan De Vriendt is een man van 49 die woont in Haasrode, en een vrouw en vier kinderen heeft. Jan De Vriendt is ook een man die al een volledige informatica-carrière achter de rug heeft. De voorbije achttien jaar werkte ik zelfs onafgebroken voor hetzelfde bedrijf: ACC in Heverlee. Na al die tijd wilde ik weleens wat anders. Ik heb bewust gezocht naar een job buiten de informaticawereld. Toen ik op het Web de advertentie zag voor deze functie, heb ik er meteen op gereageerd. En hier zit ik nu dus, klaar voor wellicht de grootste uitdaging uit mijn loopbaan.” CK: U was jarenlang informaticaverantwoordelijke. Heeft u destijds dan ook informatica gestudeerd? “Neen, ik ben burgerlijk ingenieur natuurkunde van opleiding. Dat diploma behaalde ik aan de universiteit van Gent, omdat de K.U.Leuven die richting
niet aanbood. Na mijn studie ben ik dan toch naar Leuven getrokken. Ik werkte drie jaar als assistent op het Departement Elektrotechniek. Daarna verhuisde ik naar Philips, waar ik zes jaar bleef. Tijdens die Philips-periode volgde ik bovendien een aantal bijkomende opleidingen aan de universiteit. Eerst behaalde ik een postgraduaat bedrijfsbeheer, en in 1985 kwam daar nog een MBA-diploma bij. In 1986 ben ik dan uiteindelijk bij ACC terechtgekomen, waar ik achtereenvolgens verantwoordelijk was voor ontwikkeling, technologie en implementatie.” CK: Waarom koos u voor de job van directeur Studentenvoorzieningen? “Het leek mij een hele uitdaging om aan de universiteit te gaan werken. De K.U.Leuven is tenslotte de meest toonaangevende unief van het land, en wil dat ook blijven. Bovendien wil ze ook een belangrijke rol spelen op het inter-
nationale vlak, en die ambitie wil ik graag mee helpen waarmaken. Verder hoop ik mijn managementservaring hier nuttig te kunnen aanwenden. De Dienst Studentenvoorzieningen is er — de naam zegt het zelf — in de eerste plaats voor de studenten, en het kan die studenten alleen maar ten goede komen als onze dienst op een efficiënte manier gerund wordt. Die aandacht voor efficiëntie hoeft overigens niet ten koste te gaan van sociale bekommernis. Ik zie het als volgt: als Studentenvoorzieningen efficiënt bestuurd wordt, komt er meer geld vrij, en dat geld kan dan weer gebruikt worden voor sociale investeringen. Ook in mijn vorige job kwam ik vaak in contact met de sociale sector. ACC — Administratie Centrum Caritas — ontwikkelt immers software voor de gezondheidssector. Vandaar dat de vacature voor deze functie mij meteen aansprak: er is om deze job goed te kunnen uitoefenen een combinatie van sociaal gevoel en een dosis managementvaardigheden nodig, en in dat profiel kan ik mezelf wel herkennen.”
moeten immers gerespecteerd worden. Maar die ene beperking weegt vanzelfsprekend niet op tegen de vele voordelen die verbonden zijn aan deze werkomgeving.” “Ook over mijn nieuwe collega’s ben ik supertevreden. De samenwerking met hen verloopt uitstekend. De meeste diensthoofden komen dan wel uit een andere sector dan ikzelf, maar dat vind ik juist stimulerend. Het betekent dat we zullen moeten luisteren naar elkaar, willen we tot een vruchtbare samenwerking komen. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat dat zonder problemen zal lukken.”
CK: Welke indrukken houdt u over aan uw eerste werkweken? “De omgeving is in elk geval uniek. Werken in een cultuurhistorisch gebouw — mijn kantoor is gevestigd in het Van Dalecollege — is heel wat anders dan de hele dag op een modern industrieterrein doorbrengen. Het is gewoon veel aangenamer! Het nadeel is wel dat zelfs kleine technische aanpassingen aan de lokalen niet evident zijn. De gebouwen
(© Rob Stevens)
Jan De Vriendt is nieuwe directeur Studentenvoorzieningen
Wie is de man of vrouw achter die sympathieke stem die u zo vaak aan de lijn hebt?
de Collega’s 14
Of wie schuilt er achter de persoon met wie u een intensieve mailrelatie onderhoudt?
In deze rubriek proberen we een gezicht te plakken op die collega met wie u zo goed samenwerkt, maar die u op straat straal voorbij zou lopen.
door SVEN NEVENS
(© Rob Stevens)
Vorig academiejaar sloten we af met marketingverantwoordelijke Isabelle Van Geet, die ons de coördinaten gaf van Karin Van den Eynde.
Op zoek naar Karin kom ik terecht in de Krakenstraat op de dienst Kredietbeheer, waar twee mensen zich uit de naad werken om alle faculteiten en departementen van de fondsen te voorzien waar ze recht op hebben. “Emil Verbeeck en ik vormen de kleinste afdeling binnen de Financiële Diensten”, vertelt Karin (37). “We openen kredieten van het bestemd patrimonium en verdelen de werkingstoelage, het niet-bestemd patrimonium en het investeringsfonds. Ook verzorgen we het financieel beheer en de opvolging daarvan. Telkens als er iets verandert aan het organigram van de universitaire instellingen, heeft dat gevolgen voor de kredieten. Zo heb ik trouwens ook Isabelle Van Geet leren kennen. Aangezien we te maken hebben met zowat alle afdelingen en diensten van de universiteit, kom ik in contact met heel veel verschillende mensen en dat maakt mijn job precies zo boeiend.”
Met een graduaatsdiploma boekhouding in de hand, begon Karin aan de K.U.Leuven in 1990. “In het begin werkte ik bij LRD - K.U.Leuven Research & Development. Zeven jaar later kwam ik terecht bij de toenmalige dienst voor Kredietbewaking, ondertussen na een reorganisatie opgedoekt.” “In ’99 kon ik dan aan de slag bij Kredietbeheer, en hier werk ik nog steeds met veel plezier. De verstandhouding tussen mijn baas en mijzelf is optimaal, en ook de sfeer op onze gang is heel goed. We zitten samen met de zes mensen van de Studie- en Beleidscel: zij stellen de begroting van de universiteit op en wij voeren ze uit. Perfect teamwerk!” Karin woont met haar man en kinderen — Vincent van vijf en Clara van bijna twee — in Tienen. Wanneer ze even wat tijd heeft voor zichzelf, probeert ze haar fysieke conditie op peil te houden door te gaan zwemmen of lopen. En ze waagt zich ook weleens aan een fikse fietstocht.
Zoals zo vaak valt mijn moeilijkste vraag helemaal op het einde: “Welke vaag bekende collega zou jij graag eens uit de nevelen zien oprijzen?” Toch volgt het antwoord al behoorlijk snel. In de komende weken mag ik op zoek gaan naar Marie-Jeanne Bellen, medewerkster bij het Overlegcentrum Ethiek van professor Bart Pattyn, met de vraag hoe zij zo’n mooi, groot woord als ethiek concreet invult. Op zoek dus naar de moraal van haar verhaal.
campuskrant
1.9.2004
–personeelskrant –
11 KORTNIEUWS Eerste Myriam Van Ackeraward uitgereikt
TripTrap
2004
Foto’s Rob Stevens De derde editie van personeelsfeest TripTrap, op 27 juni, lokte bijna 4.500 personeelsleden, familieleden en vrienden, naar het Arenbergpark.
Het internationale congres over studeren met functiebeperkingen in het hoger onderwijs, dat eind juli in Innsbruck plaatsvond, was opgedragen aan voormalig directeur Studieadvies Myriam Van Acker (foto), die in november vorig jaar overleed. Myriam Van Acker was één van de initiatiefnemers van het driejaarlijkse congres, Tijdens een herdenkingsplechtigheid werd de allereerste Myriam Van Acker-award uitgereikt, aan Amanda Watkins van de European Agency of Special Educational Needs. De award is bedoeld voor mensen die een bijzondere bijdrage geleverd hebben tot het creëren van kansen voor studenten met functiebeperkingen.
Ze konden er deelnemen aan tien verschillende sportactiviteiten, twaalf volksspelen en zes workshops, genieten van optredens van onder meer Raymond Van het Groenewoud en de Ketnetband en nog veel meer. Rector Oosterlinck stond naar verluidt paraat voor zijn luchtdoop, maar omdat de wind verkeerd stond, kon de luchtballon helaas niet opstijgen.
(© Rob Stevens)
Ubuntu tussen K.U.Leuven en UZ Op zondag 19 september vindt op de terreinen van het Universitair Sportcentrum de traditionele UZ Sport- en Speldag plaats. Op dit evenement, dat inmiddels al aan zijn zesentwintigste editie toe is, zijn ook alle personeelsleden van de K.U.Leuven van harte welkom. Het thema dit jaar is ‘Ubuntu’. Organisator Roland Vermeylen: “Ubuntu is een oude Zuid-Afrikaanse filosofie die je het best kunt omschrijven met de frase ik leef omdat jij leeft. Een mens is een mens doordat hij onlosmakelijk verbonden is met andere mensen. Net zoals de Universitaire Ziekenhuizen en de K.U.Leuven onlosmakelijk verbonden zijn met elkaar. De UZ kunnen dan ook geen feest vieren zonder hun collega’s van de universiteit. In die zin is trouwens ook de locatie symbolisch: het Sportkot, waar zowel personeelsleden van de K.U.Leuven als van de UZ komen.” Wat mogen we verwachten op 19 september? “Allereerst is er de Ubuntu-show, met muziek, dans en theater gebracht door 43 ZuidAfrikaanse artiesten. Daarnaast zijn er een aantal workshops, onder meer voor djembé en gumboot dancing. Verder staan een Afrikaanse modeshow en een taalspel op het programma, en komt er een majestueus lichtkunstwerk. Zoals elk jaar, ten slotte, is er weer heel wat straatanimatie, en uiteraard kan er op de UZ Sport- en Speldag ook gesport en gespeeld worden.” Info: Caroline Theunissen, (t) 016 34 67 50,
[email protected]. ac.be, http://www.uzleuven.be/uz75
12
zeswekelijkse
bijlage voor oud-studenten
1.9.2004
campuskrant
–alumnikrant – FABER en ACSM scholen professionele wellness-experts
“We bevinden ons eigenlijk in een fitnessjungle”
Sven Nevens
S
teeds meer mensen werken aan hun conditie in de hypermoderne fitnesscentra die de laatste jaren als paddestoelen uit de grond rijzen. Maar hoe mooi alle toestellen daar ook glimmen, zonder een degelijke en professionele begeleiding kom je nergens en neem je zelfs onverantwoorde risico’s. Professor Christophe Delecluse van FABER: “De laatste jaren is er in het domein van fitness en welness een enorm nieuw werkveld ontstaan voor gediplomeerden lichamelijke opvoeding. Maar door een gebrek aan adequate wetgeving bestaan er bij ons geen
Alumni Lovanienses De Kern Brussel nodigt haar alumni uit op een prachtig optreden van een gospelkoor in de parochie van de gemeente Neder-Overheembeek. 23 oktober, meer details volgen later Info: Erik Gobin, (t) 016 32 40 02,
[email protected]
Ekonomika Alumni De regionale kring Antwerpen organiseert een bedrijfsbezoek aan Reynaers Aluminium. In januari werd Martine Reynaers uitgeroepen tot manager van het jaar. Reynaers Aluminium uit Duffel realiseerde onder haar beleid een internationale doorbraak. 16 september, 18u30, Reynaers Aluminium, Oude Liersebaan 266, 2570 Duffel
beschermde diploma’s en bevinden we ons eigenlijk in een fitnessjungle. Zowel universiteiten en hogescholen als een aantal privé-instellingen leveren gediplomeerden af.” “In 2000 heeft onze faculteit het heft in eigen handen genomen en zijn we in het buitenland gaan zoeken naar kwalitatieve opleidingen en erkende diploma’s. Zo zijn we bij het American College of Sports Medicine terechtgekomen. Deze wetenschappelijke non-profitorganisatie telt alleen al in de V.S. meer dan 20.000 leden, en verzorgt opleidingen en levert diploma’s af die internationaal erkend worden als ‘golden standard’. Sinds 2000 organiseren we ook in Leuven om de twee jaar een ACSM-opleiding met bijhorend certificaat, in het kader van de postacademische vorming.” Dit jaar vindt voor de derde keer een dergelijke opleiding plaats. Ze bestaat telkens uit een theoretisch en een praktisch gedeelte en richt zich op mensen met een relevante basisopleiding. “Verwacht van deze cursus echter geen nieuwe, revolutionaire ideeën”, verduidelijkt Delecluse. “Dit is een vijfdaagse die back to the roots gaat, en kennis op diverse vlakken opfrist. Er wordt onder andere aandacht besteed aan inspanningsfysiologie, bewegingspsychologie, preventie van ongevallen, gezonde
voeding, gewichtsmanagement, … In de practica wordt geoefend op het correct afnemen van een inspanningstest, het bepalen van het percentage lichaamsvet, het testen van de spierkracht en het oplossen van individuele case studies.” Na de opleidingen in 2000 en 2002 hebben een 35-tal cursisten het ACSMcertificaat ontvangen. “Velen onder hen werken nu in een fitnesscentrum,” aldus Delecluse. “Anderen hebben het diploma en de opgedane kennis aangewend om als zelfstandig bewegings-
therapeut aan de slag te gaan. Voor nog anderen heeft het certificaat de deuren naar het buitenland geopend. In deze tijden van internationalisering, professionalisering en uitbreiding van het beroep van fitnessinstructeur tot ‘wellness-expert’, is een dergelijke standaardopleiding een echte aanrader.”
De regionale kern Brussel nodigt Bart Van Coppenholle uit, CEO en President van Metris International Holding nv uit Leuven. Metris bestaat sinds 1995 en ontwikkelt en verkoopt software voor dimensionele kwaliteitscontrole, vooral voor de automobiel- en luchtvaartindustrie. 25 oktober, 12u, Zaal Atrium, Tractebel, Troonplein 1, 1000 Brussel Info Ekonomika-activiteiten: Marijke Decabooter, (t) 016 32 66 90,
[email protected]. ac.be, http://www.ekonomika.be/
Sinalumni
Psychologie en Pedagogiek
De Sinalumni organiseren naar aanleiding van de jaarlijkse Sinalumni-avond een lezing door de Deense professor Stig Thogerson. Op basis van interviews met dorpshoofden in twee Chinese provincies schetst Thogerson een beeld van de gespannen positie van dorpshoofden tussen hun politieke oversten enerzijds en de dorpsbewoners anderzijds. 6 oktober, 20u, Erasmushuis 08.16 (Justus Lipsiuszaal), Blijde Inkomststraat 21, 3000 Leuven Info: Carine Defoort, (t) 016 32 49 55,
[email protected]
De Leuvense Afgestudeerden Psychologie en Pedagogiek (LAPP) organiseren een studiedag met lezingen rond volgende thema’s: bamahervormingen in de pedagogische en psychologische hogere opleidingen; gezinsgerichte preventie van kindermishandelingen verwaarlozing, empowerment en maatzorg: hoe armoedebestrijding gebruik maakt van het psychologisch kapitaal van personen in maatschappelijk kwetsbare situaties; een analyse van de presymbolische communicatie bij blinde kinderen met een meervoudige handicap; een aanzet tot orthopedagogisch handelen, en een dialoog tussen psychodynamische en cognitief-gedragsmatige opvattingen over depressie: nieuwe behandelmogelijkheden. 22 oktober, 9u, College De Valk, Zeger Van Hee, Tiensestraat 41, 3000 Leuven Info: Karl Catteeuw, (t) 016 32 62 54,
[email protected]
V.Ir.F.L. De Vriendenkring West- en Oost-Vlaanderen organiseert een gezinsdag in Ter Duinen. 19 september, tijdstip en locatie worden later bepaald Info: Lieve Arens, (t) 051 57 19 63,
[email protected]
G KRIN S W U E NI
Ekonomika West-Vlaanderen bezoekt het bedrijf Thermote-Vanhalst, een wereldwijde leverancier van heftrucks, onderdelen, accessoires, verhuur, herstellingen en handling equipment. 23 september, 18u30, Thermote-Vanhalst, Brabantstraat 15, 8790 Waregem De regionale kern Brussel organiseert een lezing met de titel ‘Global economy: gevolgen voor individuele bedrijven en merken’. Spreker is Luc Van Nevel, tot recent verantwoordelijk voor de Samsonite groep in de wereld. Hij zal het hebben over de effecten van de mondialisering van de economie op de marktsegmenten, de merken en de distributiekanalen. 29 september, 12u, Zaal Atrium, Tractebel, Troonplein,1, 1000 Brussel
Geneesheren-alumni De Geneesheren-alumni organiseren een therapiedag rond het thema ‘Crisis in hormonenland! Welke ontwikkelingen zijn op komst?’. Daarnaast is er op diezelfde dag een buitengewone algemene vergadering. Ter gelegenheid van 75 jaar UZ Leuven worden een nocturne en een bezoek aan de tentoonstelling aangeboden door de directie. Inschrijven kan op de website (zie hieronder). 2 oktober, 8u30, Campus Gasthuisberg, Auditorium GA2, Onderwijs & Navorsing, Herestraat 49, 3000 Leuven Info: Chris Geens, (t) 016 33 74 76, info@vesaliusonline, http://www.vesaliusonline.be/
Voor meer informatie en/ of inschrijving kunt u nog tot 7 september terecht bij
[email protected] of op het nummer (t) 016 32 90 74.
(© Rob Stevens)
Tijdens de voorbije Olympische Spelen zagen we atleten na een topprestatie vaak dankbaar in de armen van hun trainers vallen. Goede begeleiding is nu eenmaal belangrijk — en dat geldt ook voor sporters zonder olympische ambities. Sinds 2000 organiseert de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen (FABER) een opleiding die gediplomeerde fitnessbegeleiders aflevert.
Politica-alumni Tijdens het academiejaar reserveren de Politica-alumni de fakbar elke eerste vrijdag van de maand voor oud-studenten – onder de noemer ‘Funky Fridays’. Het is een gelegenheid om nog eens met jaargenoten af te spreken in Leuven of om een reünie te organiseren. 1 oktober, 5 november, 21u30, Politika Kaffee, Tiensestraat 55, 3000 Leuven Info: Carmen Dekien, (t) 016 40 18 82,
[email protected], http://www.politica.be De Politica-alumni brengen een bezoek aan de streek rond Ieper en het museum ‘In Flanders Fields’. Professor Luc De Vos, specialist op het gebied van de Eerste Wereldoorlog, geeft een lezing, en er zal ook een tweede spreker zijn, die één van de recente oorlogen van dichtbij heeft meegemaakt. ’s Avonds is er een diner. 23 oktober, 12u, In Flanders Fields, Lakenhallen, Grote Markt 34, 8900 Ieper Info: Carmen Dekien, (t) 016 40 18 82,
[email protected], http://www.politica.be
Farmaleuven Farmaleuven organiseert een lezingenreeks met de titel ‘Capita Selecta uit oftalmologie en ORL’. In oktober staan volgende lezingen op het programma: 7 oktober en 12 oktober: ‘Het pijnlijke oog’ 14 oktober en 19 oktober: ‘Bril, contactlenzen of refractiechirurgie’ 26 oktober en 28 oktober: ‘De apotheker en medicatie voor het oog, in het bijzonder bij glaucoom’ Over de lezingen die in november plaatsvinden, leest u meer in een volgende Alumnikrant. telkens om 20u30, Campus Gasthuisberg, Auditorium GA2, Onderwijs & Navorsing, Herestraat 49, 3000 Leuven Info: Alice Beckers, (t) 016 32 34 56,
[email protected]
campuskrant
–alumnikrant –
1.9.2004
WIN
MET GROTE DATABASE-ACTIE
campuskrants alumniquiz win een fotosessie met onze huisfotogra af
CD-BONNEN EN EEN TRIP NAAR BARCELONA IN RUIL VOOR JE ADRES Alumni Lovanienses kan prat gaan op een bestand met inmiddels meer dan 122.000 adressen van oud-studenten. Voor alumnileden is dat bestand te raadplegen via http://www.alum. kuleuven.ac.be. Handig als je de gegevens van een vroegere jaargenoot wil opzoeken. Uiteraard is het van het grootste belang dat de gegevens in het bestand zo up-to-date mogelijk zijn. Daarom organiseren Campuskrant en Alumni Lovanienses een grote update-actie. Zoek je oude klasgenoten, je vroegere medestudenten, je buren, ooms en tantes, neven en nichten, collega’s, vrienden en kennissen op in de database, en check of hun adresgegevens nog kloppen. Vind je een verkeerd adres, en beschik jij over het juiste, meld dat dan aan Alumni Lovanienses. Met elke inzending neem je automatisch deel aan onze tombola (trekking eind september), met als hoofdprijs een citytrip voor twee naar Barcelona! Per vijftien gecorrigeerde adressen ontvang je bovendien een cd-bon van 20 euro.
E-alumni vernieuwd! De nieuwsmail naar alumni werd in een nieuw kleedje gestoken. Voortaan krijgen alle oud-studenten van wie het e-mailadres gekend is om de drie weken — op de dagen dat Campuskrant verschijnt — een mail in de bus. Met een overzichtje van de inhoud van de nieuwste Campuskrant en een heleboel alumni-nieuws. Vanaf nu bent u altijd op de hoogte van wat er in uw alumnikring én aan de rest van de universiteit gebeurt. Op dit moment wordt de E–alumni verstuurd naar meer dan 30.000 oudstudenten. Wilt u daar bij zijn? Bezorg uw e-mailadres dan aan
[email protected]
Alumni-reis naar Zuid-Afrika Het Alumni-reiscomité werkt aan een plan voor een 18-daagse cultureelhistorische reis naar Zuid-Afrika met als vertrekdatum eind november en terugkeer begin december 2004. Zuid-Afrika is een wereld in één land: een bonte mengeling fauna en flora, een grote culturele en historische diversiteit en boeiende steden. Info: Alumnisecretariaat, Suzy Vandersteegen,
[email protected], of schrijven naar Alumni Lovanienses, Atrechtcollege, Naamsestraat 63, 3000 Leuven, (t) 016 32 40 03. Wij sturen u dan meer details over deze zeer bijzondere reis die zeker doorgaat wanneer er minstens 25 deelnemers hebben ingeschreven.
13
Stuur het juiste én het foutieve adres met vermelding ‘Campuskrant’ naar
[email protected]. ac.be of naar Alumni Lovanienses, Atrechtcollege, Naamsestraat 63, 3000 Leuven. Vergeet je eigen naam en adres niet te vermelden!
PR IJ S !
Elke inzending van een gecorrigeerd adres wordt beloond met een ticket voor onze databasetombola. Wie vijftien adressen of meer instuurt, krijgt bovendien een cd-bon van 20 euro. Deze keer werd een bon gestuurd naar: Kristel Buntinx Nathalie Francken Tinne Lambrechts Katrien Mols (45 adressen en 3 cd-bonnen) Beatrijs Deboutte (75 correcte adressen en 5 cd-bonnen) Het Alumnisecretariaat dankt hen van harte voor hun medewerking!
Alumni-korting concerten Festival van Vlaanderen Betalende alumni krijgen 25 procent korting op bepaalde concerten van het Festival van Vlaanderen, afdeling Vlaams-Brabant. Zij kunnen duo-tickets kopen voor 12 euro i.p.v. 16 euro. Het aanbod geldt voor volgende concerten: - 5 oktober: Franse charme en Britse romantiek - 26 oktober: Franse esprit, Slavische passie en Hongaarse poëzie - 28 oktober: Eine BrahmsRhapsodie De concerten beginnen telkens om 20u30, en vinden plaats in de Grote Aula van het Maria Theresia College, Sint-Michielsstraat 6, 3000 Leuven. Info en tickets: http://www.festivalvan-vlaanderen.be/vlaamsbrabant/
Uw vacatures on line op www.politica.be Afgestudeerden in de sociale wetenschappen bieden een meerwaarde op de werkvloer door hun aparte kijk op de werkelijkheid en hun analytisch vermogen. Vanaf nu kunt u dat polcomsoc-talent rechtstreeks en kosteloos bereiken met uw werkaanbiedingen. Ga naar www.politica.be en klik op ‘Vacature-service’. U krijgt dan een formulier waarin u uw vacature kunt inbrengen. Ze wordt dan zo snel mogelijk on line gezet. http://www.politica.be
I
n elke Alumnikrant vindt u dit jaar drie vragen. Het antwoord op twee van die vragen leest u in de krant zelf, het derde antwoord moet u elders zoeken. Wie alle vragen correct beantwoordt, maakt dit keer kans op een heuse fotosessie met onze huisfotograaf Rob Stevens (drie foto’s van een onderwerp naar keuze). Wie zeven keer deelneemt, en daarbij een foutloos parcours aflegt, maakt bovendien kans op de hoofdprijs: een vakantie (vlucht en logies) voor twee personen (meer details in volgende nummers). Antwoorden aan:
[email protected], of dit strookje opsturen naar het redactieadres (zie colofon). 1. De Wolvenpoort, het Huis van Betlehem en het Nachbahr Haus bevinden zich in: a) de Schapenstraat b) de Mechelsestraat c) de Redingenstraat d) Ljubljana 2. Hoe heet het pikante bestanddeel in onder meer Spaanse pepers?
3. Waar woont Jan De Vriendt?
De juiste antwoorden op de vragen van vorige keer waren: 1. De onmiddellijke voorloper van Campuskrant was Academische Tijdingen. 2. Vesalius droeg de Fabrica op aan Keizer Karel V. 3. ‘Adgaming’ wordt ook ‘gamevertising’ genoemd. Uit de juiste inzendingen trok een onschuldige hand het deelnemingsformulier van Tom Beenaerts. Hij mag op de redactie de boekenbon ter waarde van 100 euro komen afhalen. Gefeliciteerd!
14
interview
1.9.2004
campuskrant
Een leven lang... Pedagoog Roland Vandenberghe
“Wat tijd en ruimte betreft, is mijn emeritaat een zegen” (© Rob Stevens)
Professor Roland Vandenberghe wordt half september ‘professor emeritus Roland Vandenberghe’, en in tegenstelling tot sommige collega’s heeft hij niet het minste probleem met die extra titel. “Wat tijd en ruimte betreft, is mijn pensioen een zegen,” laat hij zich ontvallen op het einde van ons gesprek. Een gesprek waarin hij ons meeneemt op een reis doorheen de tijd, met haltes aan vijf mijlpalen uit zijn carrière. Interview Tim Vuylsteke
1958: Eerste kandidatuur Pedagogiek “In 1958 ben ik — op mijn negentiende — afgestudeerd als onderwijzer aan de normaalschool van Torhout. Ik was een timmermanszoon: het college was voor mij niet weggelegd. Ik heb indertijd zelfs nog de vierde graad van het basisonderwijs gevolgd, bij de Xaverianen in Zedelgem. Het waren Cyriel Dekeyser, docent historische pedagogiek — die ik later in Leuven trouwens opnieuw heb ontmoet — en de cursus psychologie op de normaalschool, die me in die jaren de ogen hebben geopend. Ik wilde verder studeren, en toen ik in 1958 de kans kreeg om me in te schrijven voor de eerste kandidatuur Pedagogiek, heb ik die natuurlijk gegrepen.” “Aan de universiteit werd ik geconfronteerd met het feit dat je eenzelfde realiteit steeds vanuit verschillende invalshoeken kunt benaderen, en dat besef heeft een grote invloed op me gehad. Ik leerde dat je nooit zomaar mag oordelen. Ik vind het nog steeds jammer dat niet iedereen dat kan meemaken, dat niet iedereen de kans krijgt zich op een dergelijke manier te laten vormen door een degelijke opleiding.” 1970: Doctor Vandenberghe “Mijn studieloopbaan kende een wat grillig verloop. Eerst volgde ik, zoals gezegd, de kandidaturen Pedagogiek, en in ’62 mocht ik mezelf licentiaat in de Beroepsoriëntering en -selectie noemen. Dat was een richting die voor een groot stuk het curriculum van de licentie Psychologie volgde. Tijdens mijn legerdienst vatte ik dan de licentie Pedagogische Wetenschappen aan, en in 1970, na zes jaar assistentschap, heb ik mijn doctoraat behaald.” “Dat doctoraat heeft mijn toekomstige werk in sterke mate bepaald. Ik deed onderzoek naar het realiseren van een nieuwe vorm van beroepsonderwijs voor zwakbegaafde leerlingen, en nu ben ik eigenlijk nog steeds actief op hetzelfde domein, namelijk dat van de onderwijsvernieuwing. Ik heb toen
voor het eerst vastgesteld hoe moeilijk werd verricht. Dankzij dat project heb het is een bepaalde vernieuwing in de ik een internationaal netwerk kunnen dagelijkse klaspraktijk te realiseren. uitbouwen waar ik nu nog steeds van Maar ik heb ook ondervonden hoe boei- profiteer.” end het is met mensen uit die onderwijspraktijk samen te werken.” 1995: Decaan Vandenberghe “Een zeer plezant onderdeel van mijn “Ik heb tijdens mijn loopbaan het gejob vond ik ook het geven van colle- luk gehad enkele beleidsfuncties te ges. In mijn opdracht zat ook telkens kunnen uitoefenen. Eerst was ik deeen eerstejaarsvak, en daar was ik blij partementaal secretaris, daarna werd om. Lesgeven aan ik departements“Ik ben er best trots op de eerste kandidavoorzitter, en van tuur is misschien 1995 tot 2001 was dat ik nooit met grote niet altijd gemakik decaan van de tuchtproblemen te kelijk — je moet de Faculteit Psychomaken heb gekregen.” inhoud van je curlogie en Pedagogisus kunnen verantsche Wetenschapwoorden, en vooral je verwachtingen pen. Bij die jobs kwamen natuurlijk adequaat kunnen verwoorden — maar heel wat administratieve taken kijken, ik heb het altijd uitermate boeiend ge- zodat er voor het echt interessante werk vonden. Bovendien ben ik er best trots soms te weinig tijd overbleef, maar als op dat ik nooit met grote tuchtproble- decaan krijg je niettemin een inzicht in men te maken heb gekregen.” de universiteit dat je anders niet hebt, en dat is leerrijk en boeiend. Bovendien 1982: Tien jaar VSO moet je soms heel nauw samenwerken “Tien jaar VSO. Dat is de titel van een met mensen uit andere faculteiten, en boekje dat werd uitgegeven naar aanlei- aan die samenwerking heb ik toch ending van een colloquium waar het VSO kele goede vrienden overgehouden.” voor het eerst echt geëvalueerd werd. Dat colloquium zie ik nog steeds als de 2004: Koken, wijn, romans en reizen belangrijkste verwezenlijking van de “Eind september word ik emeritus, en toenmalige interfacultaire Studiegroep daar heb ik geen enkel probleem mee. voor onderwijsbeleid en -begeleiding, Bij momenten voel ik me zelfs opgede voorloper van het in 1985 opgerichte lucht, verlicht als het ware. Vooral het Centrum voor Onderwijsbeleid en -ver- feit dat ik nu eindelijk helemaal zelf nieuwing.” mijn agenda zal kunnen bepalen, staat “Een constante in mijn onderzoeks- me aan. Ja, wat tijd en ruimte betreft, is werk was, zoals gezegd, het nauwe mijn pensioen een zegen. Als ik nog een contact met de onderwijspraktijk. tijd gezond kan blijven, wil ik vooral Voortdurend waren we op pad. Een zeer mijn hobby’s, namelijk koken en ‘wijn’, verrijkende opdracht in dat opzicht verder uitoefenen. Verder ben ik, onder vond ik het onderzoek dat we in Lim- impuls van mijn vrouw, begonnen met burg hebben gevoerd bij migrantenkin- het lezen van romans. En ik wil ook deren ten tijde van de mijnsluitingen. graag nog een paar stukken van de weWe moesten nagaan wat de invloed was reld zien. Uiteraard zal ik niet helemaal op de kwaliteit van het onderwijs van afhaken: ik zal hier en daar nog wel een de extra middelen die toen werden vrij- kleine opdracht aannemen. Na een jaar gemaakt. Eveneens zeer boeiend was of twee echter zal ook dat voorbij zijn. het International School Improvement Zo gaat het nu eenmaal...” Project, waarbij in Europa, de Verenigde Staten en Japan op hetzelfde moment over dezelfde thema’s onderzoek
campuskrant
onderzoek
1.9.2004
15
Kankeronderzoek aan de K.U.Leuven
Kanker leren begrijpen Dit is het eerste artikel van een dossier over kankeronderzoek aan de K.U.Leuven. De onderzoeksprojecten die aan bod komen werden in 2004 stuk voor stuk bekroond en gesubsidieerd door de Belgische Federatie tegen Kanker. Omdat het vaak om specialistische onderzoeksprojecten gaat, leggen we eerst uit wat kanker eigenlijk is. En heeft al dat kankeronderzoek al wat opgeleverd? Gert Gielen
N
a enkele decennia van bewustmaking, preventie en onderzoek blijft kanker een van de belangrijkste doodsoorzaken in de (vroeg) geïndustrialiseerde, vooral westerse, landen. Het meest positieve nieuws is dat enkele kankers, zoals maagkanker, veel minder voorkomen, dat enkele andere minder vaak dodelijk zijn, en dat voor de meeste soorten kankers het aantal incidenties gestabiliseerd is. Voor België betekent dat wel dat nog steeds 25 à 30 % van de sterfgevallen te wijten is aan kanker — wat neerkomt op 100.000 kankerdoden per jaar. Op wereldvlak ziet de situatie er nog minder rooskleurig uit. De WHO waarschuwde onlangs nog dat de export van de Westerse rook- en eetgewoonten desastreuze gevolgen zal hebben voor de volksgezondheid in ontwikkelingslanden. Wondermiddel De belangrijkste verklaring voor die weinig hoopgevende resultaten is eenvoudig: de bewustmaking werkt niet of nauwelijks. Het aantal Belgische rokers bijvoorbeeld is ten opzichte van 1982 gedaald van 40 naar 28 %, maar voor het laatste decennium is er een lichte stijging, die verklaard wordt door een forse toename bij jongeren. Anderzijds zijn ook vanuit de medische wereld geen echte wondermiddelen gekomen. Ten dele komt dat omdat wat we onder de noemer ‘kanker’ vatten, eigenlijk heel uiteenlopende ziekten zijn: longkanker is geen leukemie en beide aandoeningen zullen nooit op dezelfde manier behandeld kunnen worden. Maar ook het weinige dat de diverse kankers wél gemeen hebben, maakt het vinden van adequate therapieën niet makkelijker. Agressief We spreken van kanker als door langdurige of herhaaldelijke blootstelling aan schadelijke — carcinogene — stoffen het DNA van cellen misvormd is en deze cellen zich ongecontroleerd beginnen splitsen — en zich dus vermenigvuldigen. Bij die verspreiding worden bovendien de natuurlijke grenzen binnen het lichaam niet gerespecteerd, dus ook andere delen van het lichaam worden aangetast — is dat laatste niet het geval, dan gaat het om een zogenaamd ‘goedaardig gezwel’. Per definitie vormen kankers zich dus over een lange periode — meestal vele jaren — en manifesteren ze zich pas als de vermenigvuldigingsfase al relatief ver gevorderd is. Dat maakt, althans met de huidige stand van de wetenschap, dat behandelingen niet alleen lage slaagkansen hebben, maar ook veelal bijzonder agressief zijn: amputaties en andere chirurgische ingrepen, chemotherapie... Daarom zijn heel wat interessante onderzoekswegen niet of minder gericht op het verhogen van de kansen op genezing, maar op therapieën die zelf minder schade toebrengen aan het lichaam van de patiënt. In dit eerste deel belichten we onderzoek dat in de eerste plaats meer inzicht wil verschaffen in het onstaan en de progressie van kankers. In een volgende aflevering komt dan onderzoek aan bod dat meer direct op een bepaalde
therapie is gericht. Een wat artificieel onderscheid uiteraard, omdat elk kankeronderzoek uiteindelijk hoopt bij te dragen tot therapieën én elk universitair kankeronderzoek tot meer inzicht probeert te komen in de werking van ons lichaam op celniveau. Harakiri Bij kanker is, zoals vermeld, het DNA van cellen misvormd waardoor deze cellen zich ongecontroleerd beginnen splitsen. Nu klinkt dat vrij mysterieus, want waarom zou een beschadiging leiden tot een wildgroei van cellen? Het ís ook mysterieus, in die zin dat nog niet helemaal duidelijk is waarom een beschadigde cel in het ene geval netjes overgaat tot apoptose zelfdoding, een soort harakiri voor cellen — en in andere gevallen ongecontroleerde angiogenese optreedt — de vorming van nieuwe bloedvaten uit bestaande. De ploeg van dr. Sandra Liekens onderzoekt dit proces, en dan met name de rol van het enzyme TPase (Thymidine Fosforylase) hierin. Dat blijkt bij de groei van diverse soorten tumoren een rol te spelen, doordat het apoptose afremt en angiogenese juist aanmoedigt. Deze effecten zijn al jaren gekend, maar nog steeds is geen molecule ontwikkeld dat TPase afdoende aanpakt. Liekens: “Totdusver hebben we drie totaal verschillende en onconventionele nieuwe types van TPase-inhibitoren geïdentificeerd. We hebben aangetoond dat deze moleculen de vorming van bloedvaten remmen, zowel in celculturen als in bevruchte kippeneieren. Met behulp van verschillende in vitro en in vivo modellen die we de afgelopen jaren in ons labo ontwikkeld hebben, zullen we de anti-angiogene en antitumorale activiteit van deze moleculen verder bestuderen. Dit zal belangrijke aanwijzingen opleveren over de klinische toepasbaarheid van deze moleculen en ook een rationele basis vormen voor de synthese van meer selectieve TPase-inhibitoren.” “Verder is het nog steeds onduidelijk hoe TPase angiogenese stimuleert en apoptose inhibeert. Wij zullen daarom ook deze mechanismen verder bestuderen in de hoop de rol van TPase in tumorprogressie beter te begrijpen.” Een vergelijkbaar onderzoek is dat van de ploeg van Johan Van Lint. Ook hier wordt gefocust op een enzyme dat enerzijds de celsplitsing stimuleert en anderzijds apoptose verhindert. Van Lint: “Wij hebben een aantal jaren geleden een enzyme ontdekt, Proteine Kinase D (PKD). Proteine Kinasen — een groep waartoe ongeveer 500 van de 30.000 menselijke genen behoren — kun je beschouwen als de dirigenten van de cel, die andere eiwitten vertellen wat ze moeten doen. In het geval van PKD, waarvan we in tumoren een overproductie vaststellen, is het gevolg dus dat de celproliferatie verhoogt en zelfdestructie als verdedigingsmechanisme wordt geremd.” Om de werking van het enzyme in zowel gezonde cellen als tumoren te onderzoeken, gebruikt de ploeg technieken uit een heel nieuwe wetenschapstak, namelijk proteomics, de gedetailleerde studie van de functie en structuur van proteïnen.
(© Rob Stevens)
Van Lint: “Het is inderdaad pas de laatste jaren mogelijk om zeer kleine hoeveelheden van eiwitten ook echt efficiënt te identificeren. Wij willen juist die eiwitten leren kennen die hun bevelen krijgen van PKD, om zo een beter inzicht te krijgen in de orkestratie van celproliferatie en apoptosis. Anderzijds zouden we ook graag inhibitoren van PKD ontwikkelen: zij hebben immers het potentieel om de celproliferatie te remmen en de rem op apoptose op te heffen en zouden een bijdrage kunnen leveren voor de behandeling van kanker.” Ook de ploeg van Ed Conway werkt rond angiogenese en apoptose. Zijn team concentreert zich onder meer op de band tussen beide processen en het opstellen van betere modellen met proefdieren om dit te onderzoeken. Conway: “Om beter te begrijpen wat er bij die complexe processen in het lichaam gebeurt, bestuderen we muizen met afwijkingen in het apoptosemechanisme. We concentreren ons op één proteïne dat apoptose verhindert, namelijk survivine. We hebben vastgesteld dat muisembryo’s dit proteïne nodig hebben voor normale groei, en dat bij muizen met lage hoeveelheden survivine minder nieuwe bloedvaten worden gevormd. We vermoeden dat het onderdrukken van de vorming van survivine in cellen ook een invloed zal hebben op angiogenese in tumoren. Die hypothese zijn we nu aan het testen bij genetisch gewijzigde muizen die hoge of lage hoeveelheden survivine aanmaken.” Kwaadaardig Een eiwit dat op een wat andere manier
betrokken is bij het ontstaan van kankers, syntenine, werd ontdekt in het laboratorium van Pascale Zimmermann. Zimmermann: “Syntenine is een van de zogenaamde PDZ-eiwitten, die noodzakelijk zijn opdat een cel correct de instructies vanuit zijn omgeving zou ontvangen. Het bindt aan eiwitten die fungeren als coreceptoren voor verschillende groeifactoren en adhesiemoleculen die een essentiële rol spelen in de aanleg en instandhouding van de weefsels. Dat maakt dat het betrokken is in de regulering van celadhesie, -groei en -differentiatie. Het slaat daarmee een moleculaire brug tussen drie klassen van moleculen die fout gereguleerd zijn in kankercellen.” “Invasie en verlies van differentiatie zijn kenmerkend voor alle kankers. Kenmerken van invasie en differentiatie worden ook gebruikt voor de ‘staging and grading’ van kanker, m.a.w. om te bepalen hoever een kanker gevorderd is en wat zijn graad van kwaadaardigheid is. Indien we een beter inzicht zouden kunnen krijgen in het moleculaire netwerk waarin syntenine actief is, zullen we misschien kunnen inschatten of syntenine een ‘oncogen’ is dat verdient ingesloten te worden als tumormerker en in de mutatie-analyse van tumorale aandoeningen.” “Op langere termijn vormt een herstel van het normale epitheliale fenotype, door manipulatie van de moleculaire complexen, via geneesmiddelen of gentransfer, een aantrekkelijk therapeutisch doel, omdat een dergelijke benadering zich rechtstreeks richt op die mechanismen die de levensbedreiging van kanker uitmaken.”
16
nieuws
1.9.2004
campuskrant
KORTNIEUWS Betrokken ouders
w w w. begi jnho f co ngr e shot el . be
Hoe meer ouders betrokken zijn bij het onderwijs, hoe beter hun kinderen presteren in de klas. Tot die conclusie komt Marie-Christine Opdenakker (Centrum voor Onderwijsefficiëntie- en evaluatie) in haar doctoraatsonderzoek. Opdenakker bekeek de wiskunderesultaten van 4.403 leerlingen uit het tweede middelbaar van 57 scholen. Ze vergeleek de resultaten aan het einde van het eerste en aan het einde van het tweede jaar. Daar legde ze zoveel mogelijk factoren naast die deze prestaties kunnen beinvloeden: onder meer de gezinssituatie, de klasgroep, de grootte van de school, de stijl van de leerkracht. Uiteraard spelen de intellectuele capaciteiten van de kinderen een belangrijke rol in hun studieresultaten. Maar uit de vergelijking die Opdenakker maakte, komt één factor naar voren met een onverwacht grote invloed: de onderwijsgerichtheid van de ouders. Hoe meer ouders betrokken zijn bij wat hun kind op school doet en hoe positiever ze staan tegenover het onderwijs, hoe beter de schoolprestaties. De subjectieve ingesteldheid heeft een grotere invloed dan bijvoorbeeld de sociale afkomst van de ouders. Voor een stuk is het ook wel zo dat ouders die het minder breed hebben, ook minder aandacht hebben voor de schoolprestaties van hun kinderen. Maar het verband tussen die twee factoren is vrij zwak. Marie-Christine Opdenakker ziet enkele manieren om de onderwijsgerichtheid van ouders te verhogen,
en dus om de schoolresultaten van hun kinderen te verbeteren. Vooral de leerkrachten spelen volgens haar een belangrijke rol in de relatie met de ouders. Zij moeten dan ook bereikbaar zijn. Ook de mentaliteit kan een rol spelen: leerkrachten moeten geloven in de mogelijkheden van de leerling én in de bereidwilligheid van de ouders om hun kinderen te begeleiden, ongeacht hun afkomst. Volgens Opdenakker moeten er school-ouders-partnerships komen: de ouders zijn de eerste partners van de leerkracht in het begeleiden van de leerlingen. Scholen waar ouders niet verder mogen komen dan de schoolpoort zijn uit den boze. .
Twee Rubensen ontdekt
Op de tentoonstelling ‘De Val van het Nieuwe Troje’ in Oostende hangen wellicht twee onbekende werken van Pieter Paul Rubens. Dat heeft onderzoek van professor Werner Thomas (Afdeling Geschiedenis van de Nieuwste Tijd) aangetoond. De expo belicht de periode 16011604. De twee schilderijen zijn portretten van de aartshertogen Albrecht en Isabella die werden geschilderd in het begin van de 17e eeuw en werden ontleend bij Spaanse privé-personen die anoniem willen blijven. Er was al een vermoeden dat het om werken van Rubens ging, maar bijkomend onderzoek door een team onder leiding van professor Thomas heeft aangetoond dat het met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid om werken gaat van de meester zelf.
2.
(© ingezonden)
Voor professor Leo Sleuwaegen, die onderzoek doet in de domeinen van industriele economie en industriële organisatie, is de Speltheorie de belangrijkste doorbraak. “Die theorie werd gelanceerd door John von Neumann en Oskar Morgenstern, en sterk uitgebreid door John Nash. Die laatste is bij het grote publiek vooral bekend via de film A Beautiful Mind. Met de speltheorie wordt het economisch proces benaderd als een spel. Zo vreemd is dat niet: in een schaakspel, bijvoorbeeld, hou je je aan bepaalde regels, maar veel belangrijker nog is dat je je gedrag, je volgende zetten, bepaalt op grond van het verwachte gedrag van je tegenstrever. Dat is in essentie ook wat een bedrijfsleider doet. Nash, die eigenlijk een wiskundige was, schreef zijn baanbrekende studie over Non-cooperative Games in 1950. Pas 44 jaar later kreeg hij er de Nobelprijs voor, samen met Harsanyi en Selten. Die late erkenning had tevens te maken met het feit dat hij decennia lang schizofreen was en nauwelijks contact met de realiteit kon hebben. Hij heeft zijn geestelijke gezondheid echter teruggewonnen.” “Nash voorzag de speltheorie onder meer van het zogenaamde Nash-evenwicht, een concept dat in staat bleek bijzonder veel economische gedragingen op een realistische wijze te beschrijven. Het mooie van de speltheorie is dat het in se een wiskundige theorie is, maar met verrassende toepassingen in heel andere gebieden, bijvoorbeeld in de sfeer van de politieke besluitvorming, tot zelfs in de biologie, voor het duiden van bepaalde vormen van symbiose.” “De speltheorie heeft ons weggevoerd van de sfeer van de rechtlijnige maar onbruikbare verklaringsmodellen naar een veel realistischer aanpak, die een veelheid van mogelijke uitkomsten oplevert.” “Dat is meteen ook de grootste lacune. Met de speltheorie kan je immers zowat elke situatie rationaliseren. Alles hangt er maar van af wat je beginsituatie is. De theorie heeft nood aan iets als ‘empirische filters’, een betere fundering in de empirie, waardoor uit de veelheid aan oplossingen de meest aannemelijke naar voren zou komen.”
Kwantumchemie: “Schrödingervergelijking”
Arnout Ceulemans is gewoon hoogleraar, verbonden aan het Labo voor Kwantumchemie, het gebied dat zich concentreert op de raakvlakken tussen fysica en chemie. “De ontwikkeling van de kwantummechanica, dat is ongetwijfeld dé doorbraak voor mij. Schrödinger leverde daartoe een cruciale bijdrage. Zijn golfvergelijking gaf voor het eerst een toegankelijk formalisme, waarmee de moleculaire verschijnselen op het raakvlak tussen fysica en chemie inzichtelijk gemaakt kunnen worden. Sommigen zagen daarin de aanzet tot een unificatie van beide domeinen, maar dat is kennelijk niet gebeurd. Een vergelijkbare situatie deed zich voor toen chemie en biologie met elkaar bleken te interageren. Dat leidde evenmin tot een eenmaking, maar tot het ontstaan van een nieuwe discipline, de biochemie. Door de huidige ontwikkeling van de technologie zou iets dergelijks zich ook op mijn werkterrein kunnen afspelen. Een heel nieuwe discipline, met name de nanowetenschap, begint immers stilaan haar bestaansrecht op te eisen.” “Een vraag die je niét met de kwantummechanica kunt beantwoorden, is nochtans geen onbelangrijke: hoeveel moleculen zijn er, en welke? De verzameling moleculen kan je je voorstellen als een kosmos, iets waarvan niemand de grenzen kent. De verzameling biomoleculen zou je je daarbij kunnen voorstellen als een stralende melkweg, en elders zie je weer andere ‘moleculaire sterrenbeelden’. Dé hamvraag is nu of we de structuur van dat geheel kunnen begrijpen en het in kaart kunnen brengen. Dat zou niet onbelangrijk zijn voor de chemische technologie, die dan eindelijk verlost zou raken van het ruwe trialand-error werk dat nu nog zo vaak gebeurt. Als je ziet dat de farmaceutische industrie soms 10.000 moleculen moet onderzoeken om er één werkzame te vinden, dan begrijp je dat er van fundamenteel structureel inzicht in de moleculaire wereld nog niet echt sprake is. En met een structuurbeschrijving zouden we nog àltijd een heel eind verwijderd zijn van een soort moleculaire evolutietheorie. Dromen genoeg, dus.”
3.
Orale beeldvorming: “Charge coupled devices”
Professor Reinhilde Jacobs is parodontoloog, en daarnaast gespecialiseerd in orale beeldvorming. “In de tandheelkunde is radiologische diagnose essentieel: 96% van de tandartsen heeft een röntgentoestel. In 1895 maakte Dr. Walkhoff de eerste tandheelkundige opname met X-stralen, amper twee weken nadat Röntgen zijn eerste beeld gemaakt had!” “Werken met ioniserende straling houdt echter gevaren in, misschien niet zozeer voor de patiënt, die jaarlijks langskomt, maar wel voor de tandarts. Sommige onderzoeken wijzen uit dat bepaalde tumoren frequenter voorkomen bij tandartsen dan bij andere bevolkingsgroepen. Toen Walkhoff zijn eerste opname maakte, werd de patiënt — en de arts — 25 minuten blootgesteld aan X-stralen. Dat is sindsdien wel flink verminderd, maar dé doorbraak kwam pas in 1987, toen een zogenaamd Charge Coupled Device in de mond van de patiënt aangebracht werd. Daarmee werd de ‘belichtingstijd’ 30.000 maal verkort tegenover de tijd van Walkhoff, en het resultaat was stukken beter. Met de daaraan gekoppelde software kon veel meer informatie gegenereerd worden.” “Veruit de meeste tandartsen werken nog altijd met ioniserende straling. Er bestaan wel minder gevaarlijke diagnostische alternatieven — ultrasone of laserdetectie, bijvoorbeeld —, maar die zijn vaak op specifieke problemen gericht. Een algemeen-diagnostisch instrument dat de röntgenbuis kan vervangen, is er nog niet. En als zo’n toestel er zou komen, moet het ook nog betaalbaar zijn voor de tandarts, die vaak met verschillende grote investeringen zit. Een goede röntgenbuis voor tandradiografie kost zowat 3.000 euro. Als je digitaal wil werken, moet je de prijs meer dan verdubbelen. Panoramische röntgentoestellen kosten al gauw 25.000 euro, maal twee voor digitaal. Hospitaalscanners kosten daar een veelvoud van. Misschien kan de opmars van groepspraktijken, met grotere investeringskracht, naast de verdere technologische evolutie, ertoe leiden dat een ultiem en ongevaarlijk diagnostisch toestel gecommercialiseerd wordt, maar zover zijn we nog niet.”
4.
Europees recht “Rechtstreekse werking en voorrang”
Professor Koen Lenaerts is buitengewoon hoogleraar aan de Rechtsfaculteit én rechter aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. “Het Europees Hof velde in 1963 het arrest Van Gend & Loos, dat erkende dat het Europees recht rechtstreeks werkt ten behoeve van particulieren, dus zonder interventie van de lidstaten. En het arrest Costa/E.N.E.L. van 1964 bepaalde dat het Europees recht voorrang heeft op het nationale recht.” “Daarmee was een volwaardige rechtsorde een feit geworden. De spil ervan kwam te liggen bij de rechterlijke afdwinging van rechten en plichten voortvloeiend uit het Europees recht. De principes van rechtstreekse werking en voorrang stonden niét vermeld in het Verdrag. Door die arresten groeide de EU uit tot iets heel anders dan de zoveelste internationale organisatie, waar de burger een buitenstaander is. Een voorbeeld: de Unesco is prima, maar als burger heb je er nauwelijks iets mee te maken. Met de EU heb je wél veel te maken. Als gevolg van die arresten is er ‘Europees recht’ gekomen, terwijl er geen ‘Unesco-recht’ is. ‘Europa’ is economisch, maar ook politiek, sociaal, cultureel, én juridisch.” “Paradoxaal genoeg is die groei meteen ook de basis geworden van de grootste tekortkoming van de Europese rechtsorde, namelijk haar vermeend gebrek aan democratische legitimering. Immers, als de EU de facto een veelomvattende, rechtstreeks op de burger en op vele terreinen werkzame overheid is, bevoegd over materies die op basis van het subsidiariteitsbeginsel aan haar toevertrouwd zijn, dan moét er meer, en ook meer zichtbare, legitimering komen. De burger heeft nog te vaak het gevoel dat Europa een weinig transparante, niet controleerbare mastodont is — ook al is dat lang niet altijd correct. De huidige beweging naar een Europese grondwet toe is in die context erg gezond. Toch ontbreekt het nog aan een Gesamtkonzept, een referentiekader dat goed gecommuniceerd wordt en door goed wetenschappelijk onderzoek onderbouwd, om op die manier duidelijk te maken dat Europa een democratische, zinvolle, toegankelijke rechtsorde is.”
5.
Japanologie: “Het (niet-)unieke van Japan”
Dimitri Vanoverbeke is hoofddocent in de afdeling Japanologie, met de Japanse samenleving en het rechtssysteem als belangrijkste onderzoeksdomeinen. “De traditionele oriëntalistische visie op de Japanse samenleving vertrekt van de gedachte dat er een hemelsbreed verschil bestaat tussen onze samenleving en de Japanse. Ze culmineerde in het werk van Kawashima Takeyoshi, bijvoorbeeld in zijn standaardwerk The Family System as Ideology, uit 1957. Kawashima stelde dat Japan een unieke, volgens volstrekt eigen regels functionerende groepsgeest had, waarin je als buitenstaander niet kon doordringen. Ook de overheid kon dat niet, en de leden van die groep — de familie, het bedrijf… — deden dus ook geen beroep op die overheid om regulerend op te treden. Dat was volgens hem de basis van de opvallend geringe mate waarin in Japan gebruik gemaakt wordt van het nochtans sterk op het Westen geënte rechtssysteem.” “Er kwam voor het eerst kritiek op deze visie via het werk van John Owen Haley, in het begin van de jaren ’70. Haley was een van de allereerste westerse onderzoekers die de Japanse taal grondig beheerste. Volgens hem waren de verschillen lang niet zo groot als altijd gedacht was. Als er al verschillen waren, waren die van ondergeschikt belang, en niet inherent aan de Japanse bevolking. Ze waren door de overheid geïntroduceerd om een betere maatschappelijke controle te kunnen realiseren. Voor het westerse publiek was deze visie erg interessant. Japan was toen immers bezig aan zijn indrukwekkende economische opmars en bleek nu dus ‘begrijpelijk’ en misschien zelfs imiteerbaar. Haley heeft in elk geval gezorgd voor een modernere vorm van japanologie.” “De belangrijkste lacune heeft te maken met het feit dat de japanologie nog altijd in hoofdzaak een Amerikaanse discipline is. Ze wordt daar veel te veel op data gebaseerd, en houdt zich te weinig bezig met synthese en theorievorming. Dat eenzijdige debat leidt ertoe dat de japanologie te weinig visie oplevert, te weinig stevig gegrondveste antwoorden. De meer geïsoleerde Europese japanologen kunnen dat tij niet keren.”
(© Rob Stevens)
1.
Industriële economie: “Speltheorie”
(© ingezonden)
Ludo Meyvis
Ook in het jaar 4 van het nieuwe millennium vraagt Campuskrant aan vertegenwoordigers van een lange lijst disciplines wat volgens hen de belangrijkste doorbraak in hun vakgebied was, én wat de grootste lacune is.
(© Rob Stevens)
TOP VIJF
17
top vijf
1.9.2004
(© Rob Stevens)
campuskrant
18
valvas
Doctoraten Letteren 5 juli, Maarten Van Dijck, De wetenschap van de wetgever. De invloed van de klassieke politieke economie op het Belgisch-landbouwbeleid, 1830-1884. Wetenschappen 25 juni, Ruud Gelade, Role of the G-Alpha Protein Gpa2 and Putative Interaction Partners in the Control of the cAMP-PKA Signalling Pathway in Yeast. 30 juni, Geert Huyskens, Impact of Xenobiotics on Reproductive Traits in Teleosts. 30 juni, An Van Nuland, Role of the Mep2 Ammonium Transporter in Ammonium Sensing in Saccharomyces Cerevisiae. 2 juli, Joyce Mareels, ICP-MS Analysis, Geochemistry and Petrogenesis of Granites form the Variscan Northern Vosgen (France). 2 juli, Wendy Verheijen, Fotofysische eigenschappen van chromofoor-gelabelde dendrimeren. 6 juli, Sarah Dean, The Beta Decay of NeutronDeficient Rhodium and Ruthenium Isotopes. 6 juli, Steven Kuppens, Experimental and Computational Study of the Conformational Dynamics of Ha-ras-p21. 7 juli, Jo Vercammen, Characterization of HIV-1 Integrase with Fluorescence Correlation & Cross Correlation Spectroscopy. 12 juli, Tatiana Krouglova, Fluorescence Correlation Spectroscopy Applied to Tubulin and Tubulin Oligomers. 17 aug., Eduard Dolusic, Synthesis and Application of Functionalized Macrocyclic Oligopyrroles. Toegepaste Wetenschappen 28 juni, Bert Van Nuffelen, Abductive Constraint Logic Programming: Implementation and Applications. 30 juni, Bart Van Rompay, Analysis and Design of Cryptographic Hash Functions, MAC Algorithms and Block Ciphers. Bio-ingenieurswetenschappen 25 juni, Patrick Endels, Vulnerable Plant Species in Small Landscape Elements:
1.9.2004
a Demographic Approach. 26 juni, Jan Reumers, A Vision-Based Sensing System for the Control of an Automated Seedling Transplanter. 3 aug., Steven Janssens, Genetic Parameters in Meat Sheep 24 aug., Caroline Maes, Structural Features of Wheat (Triticum aestivum) Bran Arabinoxylan Fractions Extracted with Endoxylanases or Alkaline Media. 26 aug., Daneel Geysen, Immobilisation of Heavy Metals in Municipal Solid Waste Incinerator Flue Gas Cleaning Residues. 1 sept., Mieke Dams, Palladium Catalyzed, C-C Coupling Reactions
cation in agriculture: microevidence from Ethiopia and Tanzania.
Farmaceutische Wetenschappen 4 juni, Yves Peeraer, Structural Characterisation of Human Phosphoserine Phosphatase in Open Conformation.
Professor Guy Bogaert, verantwoordelijk voor de afdeling kinderurologie en medisch manager van het Chirurgisch Dagcentrum van de UZ Leuven, werd benoemd tot secretaris van de European Society for Paediatric Urology (ESPU) en tot voorzitter van de European Academy for Paediatric Urology.
Geneeskunde 24 juni, Jan De Munck, An In Vitro and In Vivo Study on the Durability of Biomaterial-Tooth Bonds. 1 juli, Ann-Katherine Carton, Development and Application of Methods for the Assessment of Image Quality and Detector Performance in Digital Mammography. Psychologie en Pedagogische Wetenschappen 28 juni, Pedro Rosas, Reliability-Sensitive DepthCue Combination: Texture, Motion, and Haptic Cues in Slant Discrimination. 18 aug., Maarten Couttenier, Fysieke antropologie, koloniale etnografie en het Museum van Tervuren. Een geschiedenis van de Belgische antropologie (1882-1925). Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen 25 juni, Jan Adem, Mathematical Programming Approaches for the Supervised Classification Problem. 8 juli, Davy Lerouge, Predicting Product Preferences: The Effect of Internal and External Cues. 16 juli, Katleen Van den Broeck, Essays on output growth, social learning and land allo-
Hoger Instituut voor Wijsbegeerte 28 juni, Hans Maes, Zelfwaardering en waardering van anderen. Een analytisch-filosofische studie van bescheidenheid, trots en ijdelheid. Benoemd of onderscheiden Professor Hein Van Poppel, diensthoofd Urologie, UZ Leuven, werd aangesteld tot voorzitter van het Educational Committee van de European Association of Urology en tot directeur van de European School of Urology.
Professor Dirk De Ridder, verantwoordelijk voor de afdeling functionele urologie, werd aangesteld tot algemeen coördinator en hoofdgeneesheer van het Nationaal multiple Sclerose Centrum te Melsbroek. Hij is tevens voorzitter van de Special Interest Group on Sexual, Urological and Bowel dysfunction in Multiple Sclerosis en is board member van de European Society for Neurourology.
met fleece
www.kuleuven.ac.be/boetiek/ oude markt 13, leuven
tel 016 32 40 16
70,–
open 10.00–12.00 uur en 14.00–16.00 uur
Rik Lories, postdoctoraal onderzoeker in het Laboratorium Skeletontwikkeling en Gewrichtsaandoeningen en de dienst Reumatologie van UZ Leuven, ontving de Bristol Myers Squibb - EULAR (European League against Rheumatism) Young Investigator Award voor zijn onderzoekswerk naar Bone Morphogenetic Proteins
in diermodellen van Reumatoide Artritis. Professor Jan Tytgat, diensthoofd van het Labo Toxicologie en Bromatologie, werd verkozen tot president van de International Society of Toxinology (IST)- European Section. Professor Dionys Van Gemert, gewoon hoogleraar aan het Departement Burgerlijke Bouwkunde, werd in Berlijn herverkozen tot President van ICPIC, International Congress of Polymers in Concrete, voor een tweede ambtstermijn van 2004 tot 2007. Deze internationale, technisch-wetenschappelijke vereniging promoot kennisopbouw en kennistransfer inzake beton-polymeercomposieten via lokale en internationale seminaries, congressen en uitwisselingsprojecten.
In Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van — Kanunnik Maurits Sabbe, gewezen voorzitter Studentenaangelegenheden K.U.Leuven, emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Godgeleerdheid, ere-academisch bibliothecaris van de Faculteit Godgeleerdheid en gewezen president Paus Adrianus VI-college, geboren op 18 augustus 1924 en overleden op 15 juni 2004.
— De heer Jan Lefebure, De poster van doctor Wim Blyweert, Purinergic signalling through the interstital cells of the bladder: preliminary immunuhistochemical and calcium imaging data werd verkozen tot beste session poster op het laatste congres van de European Society of Urology. Doctor Ben Van Cleynenbreugel, verantwoordelijk voor endoscopie en laparoscopie, werd opgenomen in de bestuursraad van de Belgian Laparoscopic Urology Group en haalde de wetenschappelijke prijs Professor Elaut voor zijn labo-onderzoek in samenwerking met doctor Gunter De Win over de mechanische eigenschappen van biologische weefsels. Doctor Steven Joniau, verantwoordelijk voor reconstructieve urologie en uro-oncologie, werd tijdens een congres van de European Association of Urology bekroond voor de beste presentatie met zijn poster The effect of chemoprevention on PSA and clinical management in patients with high grade prostatic intra-epithelial neoplasia.
sportjas
professor Lieven Verschaffel, beiden gewoon hoogleraar aan het Departement Pedagogische Wetenschappen, hebben samen met hun coauteur An Van de Ven de prijs gewonnen voor het beste artikel 2003 in het NederlandsVlaamse tijdschrift Pedagogische Studiën. De titel van het artikel is Ontwikkeling van een krachtige leeromgeving voor het bevorderen van het begrijpend lezen bij leerlingen uit de bovenbouw van de basisschool.
campuskrant
Doctor Elke Clynen, verbonden aan het Laboratorium van Ontwikkelingsfysiologie, Genomics en Proteomics, is laureate van de Servier prijs, die jaarlijks wordt uitgereikt door de Société de Neuroendocrinologie. Professor Erik De Corte en
student 1ste kandidatuur Biomedische Wetenschappen, geboren op 12 mei 1982 en overleden op 25 juni 2004.
— De heer Dries Roelant, student 2de kandidatuur Criminologische Wetenschappen, geboren op 14 oktober 1980 en overleden op 30 juni 2004.
— De heer Jean Ronsmans, medewerker Centrale Dispatch, geboren op 5 januari 1940 en overleden op 9 juli 2004.
— Professor Jan Rombauts o.p., emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, geboren op 22 mei 1924 en overleden op 26 juli 2004.
— De heer Staf Vloeberghs, directeur van de F. Verbieststichting, geboren op 11 december 1943 en overleden op 7 augustus 2004.
— De heer Louis Lemmens, Faculteit Letteren, geboren op 17 juni 1951 en overleden op 9 augustus 2004.
— De heer John Verwimp, Faculteit Wetenschappen, geboren op 28 juli 1920 en overleden op 10 augustus 2004.
— Professor Robert Van Driessche, emeritus gewoon hoogleraar aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte en de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, geboren op 24 maart 1932 en overleden op 19 augustus 2004.
campuskrant
valvas
1.9.2004
[ taal ] TiP
1900 –2004
Nele Nivelle
Op kot in een studio of duplex? Studenten en personeelsleden die dezer dagen op zoek zijn naar een verblijf voor het nieuwe academiejaar, zien zich gelijk voor hun eerste grote uitdaging geplaatst. Ik heb het dan niet over het vinden van betaalbare huisvesting — wat overigens ook geen sinecure is —, maar over het wegwijs worden in het web van termen dat de huizenmarkt eigen is. Veel mensen vragen zich bijvoorbeeld af wat het precieze verschil is tussen een studio, flat of duplex. We nemen hier, speciaal voor de nieuwelingen op de huisvestingsmarkt, een aantal van die termen onder de loep. In België gaan studenten op kot, in Nederland op kamers. Dat betekent dat ze één enkele kamer huren in een huis waarin ze doorgaans gebruik maken van een gemeenschappelijke keuken en badkamer. Je kan een kot huren van privé-personen, of je kan er een aanvragen bij de universiteit. Universiteitskoten situeren zich in de zogenaamde peda’s die meestal iets goedkoper zijn dan de privémarkt, maar die vaak heel modern ingericht en goed onderhouden zijn. Wie een kot toch wat te klein bemeten vindt, kan het best op zoek gaan naar een iets grotere — en dus duurdere — studio, flat of duplex. Een flat is volgens Van Dale ‘een woning waarvan alle vertrekken op één verdieping liggen, deel uitmakend van een flatgebouw’. Een studio is een eenkamerflat, waarin je tevens een keukentje en sanitaire voorzieningen ter beschikking hebt. Een appartementje dat uit twee verdiepingen bestaat die door een trapje verbonden worden heet een duplex. Zowel de term studio als duplex wordt uitsluitend in België gebruikt. De immoterminologie op de Nederlandse markt vormt een geheel eigen verhaal, waaraan we ons hier niet zullen wagen. Wie iets meer ruimte wenst dan in een studio of duplex mogelijk is, maar toch niet gelijk een huis wil huren of kopen, heeft nog andere — zij het (nog) iets duurdere — alternatieven. Je kan je intrek nemen in een appartement. Dat houdt grosso modo hetzelfde in als een flat, alleen hoeft het niet noodzakelijk deel uit te maken van een flatgebouw, en impliceert de term wat meer luxe. Ook een loft is van het luxueuzere type. Het is een stijlvolle en ruime stadswoning in een industrieel of ambachtelijk gebouw, meestal uit de negentiende eeuw. Wie ten slotte een penthouse wil huren, kan maar beter geen last hebben van hoogtevrees, aangezien het een exclusief appartement is op de hoogste verdieping van een flatgebouw.
De Oude Markt en de Universiteitshal Rik Uytterhoeven
Dit ruime terras (174 x 35 m) tussen de Naamsestraat en de Parijsstraat werd van bij de oorsprong van de stad Leuven vrijgehouden als forum of marktplaats. Ambachtslieden en handelaars hadden er een vaste standplaats, waar ze hun koopwaar mochten tentoonstellen, maar op geen enkele manier aanprijzen. De prentkaart toont een beeld uit het begin van de vorige eeuw, met op de achtergrond nog de oude uitkijktoren op de Sint-Pieterskerk. De groenten-, fruit- en aardappelmarkt nam iedere maandag, woensdag en vrijdag, van ’s morgens vroeg tot tegen de middag, driekwart van de ruimte in beslag. Op het overige deel, tegen de Kortestraat aan, stond, onder kraampjes, de zuivelmarkt. Op twee lichtverhoogde stoepen na, was het hele plein sedert 1856 vrij vlak gekasseid. De handelshuizen rondom pronkten vóór de Eerste Wereldoorlog met opvallende winkelpuien. Toen werd — op een zestal panden uiterst links na — alles door de Duitse invallers afgebrand; daaraan herinneren de talrijke gedenkstenen van bij de wederopbouw. Het imponerende gebouw rechts, met het witgekalkte gelijkvloers, is de uitbreiding van de universiteitshal langs de Naamsestraat. Rector Hendrik-Jozef Rega was in de jaren 1720 de promotor van dit gebouw. Naast de rectorale salons vond de befaamde universiteitsbibliotheek er een onderkomen. Bij de reeds vermelde brand ging de volledige boeken- en archiefschat teloor. Nu is hier de promotiezaal ondergebracht. Onlangs kreeg de Oude Markt bredere terrassen aan beide zijden en een sfeervolle belichting van de gevel van de Universiteitshal.
Een trend die de laatste jaren onder invloed van de populaire serie Friends meer en meer in opmars is, zijn gemeenschapshuizen. Studenten huren gezamenlijk een huis of appartementsblok waarin ieder een eigen kamer krijgt. De living, keuken en badkamer worden gemeenschappelijk gebruikt, en de kosten worden verdeeld over alle inwoners. Door de toenemende vraag naar dergelijke woonformules, ligt de prijs van geschikte woningen echter vaak erg hoog. Zoals u ziet, zijn er evenveel woonformules als voorkeuren, smaken en budgetten. Je moet er alleen in wegwijs zien te raken. Hopelijk heeft dit overzichtje daartoe alvast een bijdrage kunnen leveren. Succes aan al wie nog “zoekende” is!
world.wide.wetenschap Ludo Meyvis
Campuskrant offreert u handenvol populariserende of, als we het echt niet laten kunnen, zelfs heel ernstige wetenschappelijke sites, rijp voor uw voetnoten
Wetenschappelijke tijdschriften De Directory of Open Access Journals groepeert een goeie 1.150 wetenschappelijke tijdschriften die hun inhoud gratis online ter beschikking stellen. Toegegeven, het gaat niet altijd om de meest gerenommeerde bladen, maar publiceert u soms alle resultaten van uw gevors meteen in Nature? http://www.doaj.org/ Histologie De Atlas of Histology geeft honderden prachtige histologische opnames, waarvan de meeste op een ingenieuze manier navigeerbaar gemaakt werden. http://www.med.uiuc.edu/histo/small/atlas/index.htm
Meer links en vorige afleveringen vindt u terug op onze website: www.kuleuven.ac.be/ck/
(© Rob Stevens)
19
20
de buitenkant
1.9.2004
campuskrant
Vragevuur (© Michaël De Lausnay)
in BEELD
Hedwig Bogaerts (34), onderwijsondersteuner aan de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen
“Mensen klappen dicht in de buurt van een psycholoog”
De goden zijn het archeologisch team van professor Marc Waelkens goed gezind: de vijftiende opgravingscampagne in het Turkse Sagalassos heeft een schat aan beelden opgeleverd. Die maakten onderdeel uit van een pronkfontein van circa 20 meter lang, bestaande uit twee vooruitspringende vleugels die een waterbassin omgeven. Het spectaculairst zijn de fragmenten van een reusachtig zittend marmeren beeld dat de god Apollo Klarios voorstelt (zie foto). Met uitzondering van het afzonderlijk vervaardigde hoofd was het zittende beeld van circa drie meter hoogte en bijna twee meter breedte en dikte, uit één enkel marmerblok gehouwen. Samen vormen de vondsten één van de grootste nog intacte beeldgroepen die de laatste decennia in de Middellandse Zee opgegraven werden. Daarnaast legde het team van Waelkens tijdens deze campagne een immens grote en luxueuze ruimte bloot, met een zwembad voor koud water en kleine marmeren badkuipen.
(© Rob STevens)
Goddelijke vondst
http://www.sagalassos.be
(© Rob Stevens)
De snelste
starter
Misschien was Jordi Heerens net een ticket voor Rock Werchter misgelopen, en wou hij vermijden dat hem dat nog eens zou overkomen. Hoe dan ook was de jongeman uit Leuven op 16 augustus de eerste die zich voor de inschrijvingen aanmeldde in de universiteitshal. Jordi, die Germaanse Talen gaat studeren, ontving zijn studentenkaart uit handen van professor Dirk Van Gerven, coördinator studentenbeleid. De nieuwe editie van de studentengids werd hem aangeboden door Denise Vandevoort, Leuvens schepen van Studentenaangelegenheden. Op het einde van augustus hadden al 1.889 generatiestudenten Jordi’s voorbeeld gevolgd.
colofon campuskrant C a mpusk r a nt Driewekelijks tijdschrift van de K.U.Leuven R edactie Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Reiner Van Hove, Wouter Verbeylen Redactieadres Oude Markt 13, 3000 Leuven (t) 016 32 40 18 (f) 016 32 40 14
[email protected]
Redactiesecretariaat Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected] Adreswijzigingen (personeel en externen) Inge Verbruggen, (t) 016 32 40 15
[email protected] Adreswijzigingen (oud-studenten) Erik Gobin, (t) 016 32 40 02
[email protected] Losse medewerkers Riet Evers, Gert Gielen, Ines Minten, Sven Nevens, Nele Nivelle, Rik Uytterhoeven, Tim Vuylsteke
— Wat wilde je worden toen je klein was? ‘Als klein kind wilde ik kunstenares worden, ik deed ook niets anders dan kleuren en tekenen. Later droomde ik ervan om veearts te worden – ik ben een boerendochter en de veeartsen die op de boerderij kwamen moeten indruk op me gemaakt hebben, zeker? Zo’n groot koebeest weer beter maken, dat leek me geweldig. Maar uiteindelijk ben ik dus toch een socialere richting uitgegaan: mensen in plaats van dieren.’ — Naar wie kijk je op? ‘Ik heb de grootste bewondering voor mensen die zichzelf zijn, die niet proberen te voldoen aan verwachtingspatronen van anderen – of van zichzelf -, die geen imago trachten op te houden. In mijn omgeving heb ik zo wel een paar voorbeelden, ja.’ — Wat is het grootste misverstand dat over jouw beroep of onderzoeksterrein bestaat? ‘Dat is klassiek he? Ofwel klappen mensen dicht in de buurt van een psycholoog – alsof ze bang zijn dat ze voor ons een open boek zijn. Ofwel hebben ze de neiging om ongevraagd hun depressies en andere zielenroerselen aan je te openbaren en willen ze weten wat ik daar dan van denk. Dat is soms grappig maar soms ook best vervelend. Mensen maken ook geen onderscheid tussen de verschillende soorten psychologen. Ikzelf ben bijvoorbeeld een theroretisch psycholoog, en dus niet beslagen in therapieën en zo.’ — Wat is je favoriete kunstwerk? ‘Na lang nadenken houd ik het bij De kus van Rodin. Omdat ik dat onwaarschijnlijke vakmanschap bewonder: dat je uit een stuk steen zoiets kunt tevoorschijn halen. Zo’n beeldhouwwerk blijft me intrigeren….’ — Wat drijft je? ‘Ik wil voortdurend nieuwe ideeën opdoen, nieuwe ervaringen verzamelen. En heel belangrijk: ze delen met anderen. Ik ben eigenlijk voortdurend op zoek naar een creatieve sociale omgeving.’ — Wat zou je willen veranderen aan de K.U.Leuven? ‘Ik erger me vaak aan de logheid van de universiteit. Voor een idee kan worden uitgewerkt, moet het vaak zoveel raden en commissies passeren, vaak tot aan het Gebu toe. Je moet sterk in je schoenen staan om iets gerealiseerd te krijgen of om je creativiteit te kunnen botvieren en dat vind ik jammer….’ — Wat maakt je boos? ‘Mensen die voor de schone schijn leven, in plaats van trouw te blijven aan zichzelf. En domheid, vooral dan de onwil om te begrijpen. Als je honderd keer iets moet uitleggen aan een student en je merkt dat die gewoon geen moeite doet om het te snappen… aargh!’ — Wat is het leukste dat je ooit hebt gedaan? ‘Ik kook geregeld voor mensen die een feest of zo organiseren – dat is een beetje een uit de hand gelopen hobby van me. Een jaar of drie, vier geleden heb ik zo voor de eerste keer een walking dinner verzorgd voor 150 mensen. Met de hulp van een tiental vrienden om groenten te helpen snijden en zo, maar ik had de leiding. Het was een groot succes, en dat was een geweldige ervaring. Inmiddels doe ik zoiets een aantal keer per jaar, en telkens opnieuw vind ik het heerlijk als mensen genieten van wat ik voor hen gemaakt heb. Dat koken, daar ben ik mee begonnen tijdens het werken aan mijn doctoraat. Een beetje als tegenwicht, ik wilde iets doen waarvan ik meteen resultaat zag - niet pas vier jaar later.’ — Van welke muziek hou je? ‘Ik ben een muzikale alleseter, ik ben zot van Zjef Van Uytsel maar ik heb ook de laatste cd van David Byrne grijsgedraaid, ik hou van jazz en van wereldmuziek… Ik koop veel cd’s, ik ben daar ook heel impulsief in. Alleen klassiek, daar vind ik mijn weg niet in. Bij andere genres heb ik er geen moeite mee om op onderzoek uit te gaan, om nieuwe dingen te ontdekken, maar met klassieke muziek heb ik geen idee waar ik moet beginnen. Ik zou me er anders best wel wat meer in willen verdiepen.’ — Welke vraag wil je schrappen? ‘Wat maakt je boos?’ — Welke nieuwe vraag wil je erin? ‘Met wie zou je weleens een goed gesprek willen voeren?’ Vormgeving Catapult Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen, Rob Stevens Fotografie Rob Stevens Cartoons Joris Snaet Reclameregie Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected] Oplage 43.000 ex.
Drukwerk Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt Verantwoordelijke uitgever Ronny Vandenbroele, Oude Markt 13, 3000 Leuven Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie. Het volgende nummer verschijnt op 22 september. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet www.kuleuven.ac.be/ck/
(© Rob Stevens)
Interview Ine Van Houdenhove