Tijdschrift Toelating gesloten verpakking 3500 Hasselt 1 - n° BC 6379
Verschijnt 3-wekelijks uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor 3500 Hasselt 1
België-Belgique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39
Campuskrant erkenning: p303221
t ijdschr if t va n de k.u.leu v en — bi j l age —
personeelskrant pagina’s 10 &11
22 sept 2004 | nr 2 | 16de ja argang | w w w.kuleu ven.ac.be/ck/
3
Onderzoek AANGEBOREN HARTAFWIJKING VERHOOGT LEVENSKWALITEIT
17
Interview FLIP KOWLIER OP OPENINGSUUR KULTUUR
Universiteit
wordt
rookvrij Roken op de binnenplaats of aan de achterdeur kan best gezellig zijn, en is eigenlijk al een hele tijd de enige optie voor wie tijdens de werkuren een sigaretje wil opsteken. Maar nog beter zou het natuurlijk zijn om uw nicotineverslaving gewoon een halt toe te roepen. Op pagina 6 en 7 vindt u argumenten in overvloed.
(© Rob Stevens)
Symposium over verband tussen schoolverzuim en geestelijke gezondheid
Vier op tien kinderen met schoolfobie hebben later psychiatrische hulp nodig
P
rofessor Peter Adriaenssens van de afdeling Liaison: “Liaison Kinderpsychiatrie onderzoekt multidisciplinair de betekenis van psychische factoren bij het ontstaan en ontwikkelen van lichamelijke ziekten of klachten bij kinderen. Dat onderzoek, dat hoofdzakelijk gericht is op de psychomatische ziekten, gebeurt in nauwe samenwerking met de kinderartsen in de Universitaire Ziekenhuizen.” “Aanleiding voor de studiedag was onze vaststelling dat het aantal leerlingen dat thuisblijft om niet-medische redenen jaar na jaar stijgt, maar ook dat de periodes van verzuim altijd maar langer worden, waardoor het steeds moeilijker wordt om het negatieve gedrag te doorbreken. Er zijn verschillen-
Verschijningsdata Campuskrant 2004–2005 met: Alumnikrant (AK) Personeelskrant (PK)
Wie ziek is, hoeft niet naar school. Dat is de normaalste zaak van de wereld. Maar de laatste jaren blijven ook steeds meer niet-zieke leerlingen weg van school. Tegenwoordig stuurt elke dag minstens één leerling op honderd zijn kat. Die evolutie is zorgwekkend, temeer omdat het schoolverzuim ook een negatief effect blijkt te hebben op de mentale gezondheid van de jongeren in kwestie. De afdeling Liaison Kinderpsychiatrie van de UZ Leuven wil de aandacht vestigen op dit probleem, en organiseert daartoe op 26 oktober een symposium. Tim Vuylsteke de oorzaken aan te wijzen. Zo gaan ouders tegenwoordig veel gemakkelijker dan vroeger in op de klachten van hun kinderen. Daarnaast leveren dokters ook te vlot een medisch attest.”
nr. Verschijningsdatum
3 13 oktober (AK)
“Maar ook de scholen zelf gaan niet vrijuit: zodra ze een attest ontvangen, zijn ze tevreden; bijna nooit gaan ze op zoek naar de echte reden voor de afwezigheid. Het symposium van 26 oktober
4 3 november (PK)
5 24 november (AK)
moet vooral een signaal zijn voor de overheid dat ze deze evolutie goed moeten bewaken, en, indien mogelijk, een halt toeroepen.” Vals positief De lezing die professor Adriaenssens zelf zal geven op de studienamiddag, handelt over het verband tussen schoolverzuim en geestelijke gezondheid. “Kinderen en jongeren die geregeld wegblijven van school zijn niet de meest doorsnee leerlingen. Vaak hebben ze last van angststoornissen, of zijn ze sociaal niet zo vaardig. Het thuisblijven heeft in zulke gevallen een vals positief effect: de schoolstress valt weg, er is extra aandacht vanwege de ouders...” pagina 5
6 15 december (PK)
7 19 januari (AK)
2
Inhoud Hartafwijking verhoogt levenskwaliteit
3
Bananen beter bewaard
4
Wereldprimeur
4
De stappen naar het rectorschap Tijdschema verkiezingen
7
Rookmythes ontkracht Toxicoloog Benoît Nemery
8
Rugby in een rolstoel FaBeR-onderzoeker begeleidt Paralympics-team
8
Gouden Leeuw voor antropoloog Kinshasa-project bekroond
9
Nieuwe Coördinator Studentenbeleid Interview met Danny Pieters
Carine Chisu nieuwe directeur Studieadvies
10
Personeelskrant
De Collega’s: Marie-Jeanne Bellen
10
Toneeltjes leren manieren
11
Personeelskrant
Lesgeven met The Simpsons
12
Eindverhandelingen in de pers
Alma viert vijftig jaar Schooldirecteur Kaat Vandensavel
13 14
Leven na Leuven
“Een kreng van een kotmadam”
15
Kamerbreed: kotverhalen
Kinderen in het Oude Rome
16
Doctoraat
Interview met Flip Kowlier
17
Openings-UUR KULtUUR
Rollen met een navel Expo
17
Ad Valvas, Taaltip & World Wide Wetenschap
19
Vragevuur
20
Tien antwoorden van Marc Depuydt
Campuskrant is het driewekelijkse tijdschrift van de K.U.Leuven, bestemd voor studenten, personeelsleden en oud-studenten. Om de zes weken bevat Campuskrant een Personeelskrant, met nieuws dat speciaal voor personeelsleden interessant is. De nummers zonder Personeelskrant bevatten een Alumnikrant. Deze nummers worden verstuurdnaar alle oud-studenten die lid zijn van een alumnikring. Wie ook de andere nummerswil ontvangen, kan dat melden aan
[email protected], (t) 016 32 40 15.
forum
Recht van antwoord
Bloedbank redt elke maand één kind In de editie van Campuskrant van 23 juni ll. verscheen op p. 5, onder de titel ‘Bloedbank redt elke maand één kind’, een interview met Prof. Marc Boogaerts over zijn prachtige initiatief, de Leuvense navelstrengbloedbank. Jammer genoeg heeft het artikel ook een minder fraaie kant: zonder ons bedrijf met naam te noemen, viseert de auteur een ‘apotheker-bioloog met een neus voor zaken’, dit alles onder de beledigende kop ‘bloedzuigers’. Wij betreuren dat een universitaire publicatie zo ongenuanceerd en eenzijdig te werk gaat. Ondergetekende, Marc Waeterschoot, is klinisch bioloog en medeoprichter van het Vlaamse biotechbedrijf Cryo-Save, dat werd opgestart in het jaar 2000. Thans is Cryo-Save actief in zeventien landen en stelt twintig personen tewerk1. Een stamcelbank zoals die van Prof. Boogaerts werkt zoals een bloedbank: men slaat cellen op waar iedereen beroep op kan doen; men noemt dit een allogene bank. Cryo-Save houdt zich bezig met het opslaan van stamcellen uit navelstrengbloed voor autoloog gebruik. Met andere woorden: vlak na de bevalling worden stamcellen uit de navelstreng afgenomen en ingevroren, met het oog op latere behandeling van de donor zelf. Met ‘later’, bedoelen we ‘veel later’: ons basiscontract loopt 20 jaar, met mogelijkheid tot verlenging. Het aantal toepassingen blijft momenteel vrij beperkt, zeker voor een kind. Stamcellen die bij -196°C worden bewaard, blijken echter quasi zeker onbeperkt houdbaar 2. De wetenschap onderschrijft het therapeutische potentieel van stamcellen. De voordelen van autoloog gebruik liggen voor de hand, zij het dat bij bepaalde aandoeningen beter allogene stamcellen worden gebruikt. Stamcellen zijn erg veelzijdige cellen, die het lichaam als het ware kunnen repareren. Getuige hiervan de talloze artikelen en webpagina’s die men aan het onderwerp wijdt. Het initiatief van Prof. Boogaerts bevestigt dit gegeven eveneens. Stamcellen uit navelstrengbloed zijn bovendien de meest vitale, en blijken makkelijk af te nemen; ze zijn ook nog niet verouderd3 . Men notere dat een zeer recent ‘State of the Art’ artikel in het Tijdschrift voor Geneeskunde — van de hand van Prof. Boogaerts zelf — deze these confirmeert: “navelstrengbloedstamcellen hebben méér groeipotentieel”4 . Zijn artikel — van een héél ander niveau dan de publicatie in Campuskrant — geeft trouwens ook een mooi overzicht van het klinische gebruik van stamcellen. Dat de activiteiten van een bedrijf door overheid, burgers en academici kritisch benaderd worden is normaal; wij misten echter het minimum aan intellectuele eerlijkheid dat mocht worden verwacht. Laat ons enkele concrete zaken behandelen: 1. De hoofding ‘bloedzuigers’, de term ‘neus voor zaken’ en het afschrijven van onze motieven als ‘minder nobel’ zijn zonder meer beledigend. Dit is het spijtige vervolg op een hetze die al een tijdje woedt, maar die niet thuis hoort in het blad van de Alma Mater. Ons bedrijf biedt een dienst aan, conform de vigerende wetten. Wij drijven geen handel in organen, verkopen geen embryo’s, doen geen experimenten op foetussen, praten patiënten geen wonderbehandeling aan. Wij stellen mensen enkel in staat om — tegen betaling — jonge en vitale stamcellen van hun kindje bij te houden. Wij werken inderdaad niet pro deo, net zo min als een arts of een farmaceutisch bedrijf. 2. De stamcellen waarvan sprake verdwijnen trouwens bij meer dan 95% van de geboorten met de rest van de navelstreng in de vuilbak, zoals alle medisch afval. Er vinden in België jaarlijks 100.000 geboorten plaats. Prof. Boogaerts stelt zelf dat zijn bank met 5.000 stalen volledig is5 . Laat het ook duidelijk zijn dat wij niemand ontraden om stamcellen aan Prof. Boogaerts af te staan. Integendeel. Evenmin is het zo dat er kinderen sterven omdat de reddende stamcellen in de vriezers van Cryo-Save zitten. De publieke banken hebben hun volledige
22.9.2004
campuskrant
capaciteit bereikt, van de rest komt een zeer klein deel bij Cryo-Save terecht, het saldo — het overgrote deel — gooit men in de vuilbak. Wil men ouders nu werkelijk tot het laatste verplichten en zo hùn keuzerecht fnuiken? 3. Over de kans dat zo’n staal ooit door de donor zelf gebruikt kan worden heeft men boeken volgeschreven. Vast staat dat de ‘één kans op 100.000’ die Prof. Boogaerts aanhaalt een zeer betwist getal is. Een studie die recent op verzoek van de Nederlandse regering werd gemaakt, concludeert tot ‘minstens één kans op 600’6 . Indien men rekening houdt met mogelijke ontwikkelingen in bijvoorbeeld cardiologie, dan komen dezelfde vorsers op één kans op acht uit. Uiteraard is nog verder onderzoek nodig; in het huidige onderzoek worden immers vooral stamcellen uit beenmerg gebruikt — omdat men niet meer beschikt over het navelstrengbloed van de huidige generatie 50-plussers. 4. Verder lijkt Prof. Boogaerts te insinueren dat de kwaliteit van de diensten die wij leveren op zijn minst twijfelachtig is. Dit is een loze, ongefundeerde en valse bewering. Wij vallen, net zoals het labo van de K.U.Leuven, onder de Richtlijn 2004/23/EG. Ons labo is geaccrediteerd volgens Beltest norm EN 17025. Dit controleorgaan neemt onze Standard Operating Procedures onder de loupe. Wij testen het staal op celvitaliteit, we gebruiken de modernste DNA-technologie om de aanwezigheid van kiemen in het staal op te sporen. We splitsen zelfs het staal, zodat het om veiligheidsredenen op twee aparte locaties kan bewaard worden. Wij zijn net als elk ander biomedisch bedrijf aansprakelijk voor fouten in de uitvoering van onze contracten. De twee soorten stamcelbanken — autologe en allogene — kunnen perfect naast elkaar bestaan. Zij kunnen dan samen aan opleiding, voorlichting en onderzoek doen. De burger zou er wel bij varen, en dat is uiteindelijk toch het voornaamste. M. Waeterschoot, Klin. Biol. Cryo-Save Labs Generaal De Wittelaan 19C b13 2800 Mechelen (t) 016 27 51 45 1 2 3 4 5 6
www.cryo-save.com BMJ, 2000; 321: 433-437 Cells Tissues Organs, 2002; 3 (4): 329-333 Tijdschr. voor Geneeskunde, 60, 14-15, 2004 In De Morgen, 29/1/2000 Dit document werd gesubsidieerd onder projectnummer 5000 0003 door de organisaties Zorg Onderzoek Nederland en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. Auteur: Dr. Nietfeld (projectleider).
Reactie professor Marc Boogaerts Eigenlijk tellen enkel de wetenschappelijk bewezen resultaten. Via de publieke navelstrengbloedbanken — zoals die in Leuven — worden elke maand verscheidene kinderlevens ergens ter wereld daadwerkelijk gered. Via de private commerciële bank in Europa is nog geen enkel kinderleven gered via transplantatie van eigen navelstrengbloed en de kans is klein dat dat ooit zal gebeuren binnen de eerste twintig jaar — de duur van hun contract. Het échte bewijs van de kwaliteit van de commerciële opslag zou uiteraard geleverd kunnen worden als er veel transplantaties met hun materiaal zouden zijn gebeurd, maar dat is dus niet zo... De publieke, meer sociale, banken hebben hun kwaliteit reeds lang — meer dan 10 jaar — te velde bewezen. De Nederlandse studie waarvan sprake wordt niet correct geciteerd, daar gaat het hoofdzakelijk over het gebruik van volwassen stamcellen, niet alleen die uit navelstrengbloed. Ten slotte is Cryo-Save niet meer bij de les als ze beweren dat de publieke banken hun volledige capaciteit hebben bereikt. Het tegendeel is waar: er zijn steeds meer navelstrengbloedjes nodig om aan de vraag te kunnen voldoen. De Vlaamse moeders, die hun navelstrengbloed belangeloos willen afstaan voor een concreet doel — namelijk leukemie-slachtoffertjes een betere kans op overleving bieden —, kunnen nog altijd bij de publieke banken (o.a. in Leuven) terecht. Dat lijkt ons in ieder geval nuttiger dan beloften voor wonderbehandelingen binnen twintig jaar of meer.
campuskrant
nieuws
22.9.2004
Met goede begeleiding van kleins af
Aangeboren hartafwijking verhoogt levenskwaliteit Mensen met een aangeboren hartafwijking hebben een beter gevoel over de kwaliteit van hun leven dan gezonde controlepersonen. Verbaasd? Dat was Philip Moons ook. Maar het is wel de conclusie van zijn doctoraatsonderzoek bij 629 patiënten die regelmatig op controle komen. Zij hebben hun lichaam en hun geest goed onder controle. De risico’s die ze blijven lopen, kregen een plaats in hun leven en hebben geen negatieve invloed op hun positieve kijk op hun levenskwaliteit. Geldt dit voor alle patiënten of heeft het wat te maken met de aanpak van kindsbeen af door artsen en verplegers in de UZ Leuven? Jaak Poot
I
n België worden elk jaar ongeveer 900 baby’s geboren met een hartafwijking. Soms gaat het om een fout in een gen, maar meestal om een ‘constructiefout’ die opduikt tijdens de zwangerschap. Vaak zijn het minieme problemen zoals een klein lek in een hartklep of een smalle opening tussen de twee voorkamers. In ernstige gevallen zijn long- en lichaamsslagader van plaats verwisseld, of is er slechts één hartkamer in plaats van twee. Maar er is één constante: een operatie is noodzakelijk. “Vroeger dacht men: ‘we repareren dat even en daarmee is de kous af’. Maar een geopereerd hart blijft gevoelig, bijvoorbeeld voor ritmestoornissen en infecties. Die patiënten moet je dus hun hele leven medisch volgen,” zegt Philip Moons, verbonden aan het Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap. “Bovendien hebben ze vaak sociale problemen. Een hartoperatie? Dat brengt een verzekeringsmaatschappij al gauw in rekening met een hogere premie. Uitzonderlijk wordt een contract zelfs geweigerd. Ook tijdens een geneeskundig onderzoek bij sollicitaties komt het op de proppen. Vaak kiezen werkgevers dan voor de kandidaat zonder hartoperatie.” Artsen namen daarom aan dat dergelijke patiënten toch wel in zouden boeten aan levenskwaliteit. Philip Moons onderzocht in het kader van zijn doctoraat in de sociale gezondheidswetenschappen of dat vermoeden klopt met de werkelijkheid. 629 patiënten boven de 18 jaar die in 2001 of 2002 op raadpleging kwamen, vulden vragenlijsten in over hun levenskwaliteit. De vragenlijsten werden ook voorgelegd aan gezonde controlepersonen. De controlepersonen bleken over het algemeen tevreden over hun levenskwaliteit, maar scoren toch
significant lager dan de hartpatiënten. leven te laten leiden, het gewoon mee Die bleken te vinden dat ze voldoende te laten ravotten met zijn vriendjes. Wel controle hebben over hun leven. Ze heb- met de raad: stop en rust als je voelt dat ben ook geen last van kwaliteitsverla- het niet meer gaat. De resultaten van gende factoren mijn onderzoek De hartpatiënten bleken zoals chronische bevestigen dat wij moeheid of pijn. te vinden dat ze voldoende de goede aanpak Volgens Philip controle hebben over hun hebben.” Moons speelt de In Europa zijn leven. Ze hebben ook geen er slechts twee aanpak van ouders, artsen en centra waar verlast van kwaliteitsverlaverpleegkundigen pleegkundig spegende factoren zoals chro- cialisten werken hierbij een grote rol: “Schermen oumet een speciaal nische moeheid of pijn. ders hun kind af programma dat van de negatieve gevolgen van de hart- de kwaliteit van de zorgverlening en afwijking, dan vinden ze later moeilij- de patiëntenbegeleiding verhoogt. De ker hun plaats. In de UZ Leuven advi- afdeling congenitale cardiologie van de seren artsen ouders van hartpatiëntjes Universitaire Ziekenhuizen Leuven is om hun kind een zo normaal mogelijk er één van.
Geen nieuws tussen zes en tien Het L a atste Nieu ws, 10.9.2004 —
“Vele ouders denken dat ze hun kinderen best naar het nieuws kunnen laten kijken, omdat het maatschappelijk aanvaard is en omdat het een pedagogische functie heeft”, zegt Jurgen Minnebo van het Centrum voor Publieksonderzoek binnen de Afdeling Communicatiewetenschap van de K.U.Leuven. “Maar als het over kinderen tussen 6 en 10 gaat, zou ik de raad geven ze van het tvtoestel weg te houden.” “Kinderen tot 6 kunnen nog geen onderscheid maken tussen echt geweld in het nieuws en ‘gespeeld’ geweld in fictieverhalen. Vanaf 6 jaar kunnen ze dat wel, maar ze kennen de context niet van wat er in het tv-nieuws gebeurt en hun bevattingsvermogen is te beperkt om ook die context, die achtergrond te verwerken. Dat geldt zeker als het over zoiets als de gijzeling in de school van Beslan gaat. Dan identificeren ze zich met de kindjes op tv en dat geeft enorme angst. Ouders denken dan dat ze hun kind kunnen sussen of geruststellen, maar hun extra uitleg heeft vaak een averechts effect. De uitleg werkt wel voor de volwassene, maar voor het kind wordt alles nog gecompliceerder. Het kind krijgt nog méér angst door het teveel aan informatie dat het niet kan verwerken.”
Er is toch bier in huis?
Nieuwe Campuskrant-folie mag in de groenbak ezers die hun Campuskrant via de post ontvangen, moeten de krant voortaan eerst van haar jasje ontdoen. U vraagt zich wellicht af — en terecht — of deze folie geen belasting voor de natuur betekent. We kunnen u geruststellen: het materiaal is biodegradeerbaar en composteerbaar. Het Italiaanse bedrijf Novamont, een pionier op het vlak van bioplastic, maakt gebruik van zetmeel, waarvan korrels gemaakt worden. In ons land verwerkt Powerpack die korrels tot een folie. Zowel het materiaal als het eindproduct werden door het internationaal erkend keuringsorganisme AIB Vincotte getest op samenstelling en degelijkheid. De keurders gaven de folie het OK Compost- en OK Biodegradable-label. U kunt het Campuskrant-jasje dus met een gerust geweten bij het GFT-afval sorteren…
“ ” geciteerd
Het L a atste Nieu ws, 9.9.2004 —
Ook opeten kan geen kwaad
L
3
“Als vrouwen iets zeggen, bedoelen ze vaak iets heel anders”. Ziehier de mantra van Mario Brath, samensteller van het allereerste woordenboek dat de ‘o zo omzichtige’ vrouwentaal wil verklaren voor mannen. (…) Nicole Delbecque, die het vak ‘Vrouw & Taal’ doceert binnen de interuniversitaire richting ‘Vrouwenstudies’, vindt het idee achter het woordenboek karikaturaal: “Dit is geen seksegebonden fenomeen. (…) Iederéén bedoelt vaak iets anders, of gewoon méér, dan wat feitelijk gezegd wordt. Als een man zegt ‘Schat, vanavond is er voetbal op tv’ kan dit evenzeer betekenen ‘Er is toch bier in huis?’. In de taalkunde bestaat een grote theorie die ervan uitgaat dat mensen in hun taalgebruik rekening houden met zowel zichzelf als met degene tegen wie ze spreken. Afhankelijk van hun eigen gevoel en van hun relatie tot de persoon in kwestie, passen ze hun taal aan. Maken ze die omfloerster of directer. (…) Dat mechanisme noemen wij simpelweg ‘de wellevendheidstheorie’ en het geldt — laat ik duidelijk en direct zijn — voor zowel vrouwen áls mannen.”
Geneeskunde aan hogeschool? K nack, 15.9.2004 —
Benjamin Van Camp (rector Vrije Universiteit Brussel): “De (..) vraag is wat intrinsiek een universitaire opleiding is, en wat een hogeschoolopleiding. Ik word misschien vermoord, maar horen beroepsgerichte opleidingen als toegepaste economische wetenschappen, kinesitherapie, logopedie en zelfs geneeskunde als we zo voortgaan, thuis aan de universiteit of aan de hogeschool?”
4
nieuws
22.9.2004
KORTNIEUWS
Laboratorium voor Tropische Plantenteelt
Bevroren bananen zijn wereldprimeur
(Minder) populaire studierichtingen De Faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen zal dit academiejaar met ongeveer 15 procent minder eerstejaarsstudenten van start gaan. Een en ander heeft wellicht te maken met het afschaffen van de toelatingsproef voor toegepaste wetenschappen. De Faculteit Toegepaste wetenschappen telt nu al 64 procent meer studenten dan vorig academiejaar. Het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte zag het aantal inschrijvingen met 10 procent toenemen. De Faculteit Wetenschappen gaat vooruit met 5 procent. De Faculteit Geneeskunde telt dan weer 12 procent minder inschrijvingen dan vorig jaar rond deze tijd. Ook Sociale Wetenschappen en Psychologie en Pedagogische Wetenschappen kregen beduidend minder inschrijvingen – elk zowat 15 procent minder. Opvallend is dat zowel toegepaste wetenschappen als wetenschappen bijzonder veel meisjesstudenten aantrekken dit jaar. Bij Letteren blijken vooral de nieuwe talencombinaties zeer populair.
Nieuwe master Dit academiejaar gaat de nieuwe opleiding Master in de Verpleegkunde en de Vroedkunde van start. De K.U.Leuven biedt deze opleiding aan in samenwerking met acht hogescholen van de Associatie. Het programma steunt op twee grote pijlers: een sterk wetenschappelijke vorming om de snelle ontwikkelingen in de gezondheidszorg te kunnen bijhouden, en cursussen rond leiderschap.
Wetenschapspark in Waterschei Op het voormalige mijnterrein van Waterschei in Genk plannen de K.U.Leuven en de Katholieke Hogeschool Limburg een wetenschapspark van 20 hectare, bedoeld voor onder meer spinoffs van de universiteit. De eerste bedrijven worden verwacht tegen 2007.
Waarnemend hoofdbibliothecaris Op 1 oktober gaat hoofdbibliothecaris professor Raf Dekeyser met emeritaat. In afwachting van de aanstelling van een nieuwe hoofdbibliothecaris werd een waarnemend hoofdbibliothecaris aangesteld. Het betreft professor Mel Collier, Research Professor aan de University of Northumbria, informatiedeskundige op het gebied van bibliotheekwezen en bibliotheekbeheer. Tot eind 2003 was hij directeur van de Universiteitsbibliotheek en Informatiediensten van de Universiteit Tilburg. Hij wordt in de uitvoering van zijn opdracht bijgestaan door mevrouw Katrien Bergé, adjuncthoofdbibliothecaris.
campuskrant
Het Laboratorium voor Tropische Plantenteelt — onder leiding van professor Rony Swennen — heeft voor een grote doorbraak gezorgd in de bewaring van plantencollecties op lange termijn. De onderzoekers zijn er namelijk in geslaagd 281 van de ruim 1.100 bananenvariëteiten — die trouwens allemaal in het laboratorium verzameld zijn — succesvol in te vriezen. Sara Callens
A
angezien bij cryopreservatie — of bewaring op zeer lage temperatuur — de meeste biochemische en fysische processen kunnen worden stilgelegd, is dit een ideale manier om plantenmateriaal voor onbeperkte tijd te bewaren. Bovendien is de kostprijs van deze methode laag en kunnen de stalen niet worden besmet met ziektes. De moeilijkheid bij de cryopreservatie van plantenscheuten ligt bij de vorming van ijskristallen, die de celmembranen beschadigen. De oplossing hiervoor, met name een heel snelle afkoeling en een vorm van vriesdrogen,
is echter niet goed toepasbaar bij tropische planten. Het succesvol invriezen van een groot aantal bananensoorten aan het Laboratorium voor Tropische Plantenteelt is in dit opzicht dan ook opmerkelijk. De onderzoekers maakten gebruik van de techniek van de zogenaamde ‘droplet vitrification’. Daarbij wordt het plantenstaal, voor het in vloeibare stikstof wordt ondergedompeld, in een druppeltje koelvloeistof op een reepje gekoelde aluminiumfolie ondergebracht. Het belangrijkste voordeel van deze nieuwe — en bovendien snelle — manier
van invriezen is dat het aantal planten dat na ontdooiing opnieuw begint te groeien, dubbel zo hoog is. Omdat het Laboratorium voor Tropische Plantenteelt — dat nu de grootste collectie bevroren plantenstalen ter wereld heeft — tijdens de experimenten met de bananenvariëteiten ook heel wat fundamenteel onderzoek heeft verricht naar de techniek van de cryopreservatie, werd het aangesteld tot coördinator van een Europees project dat deze bewaringstechniek wil uitbreiden naar andere plantensoorten zoals koffie, appel, amandel en olijf.
Hoe u rector wordt
W
ie rector wil worden, moet over een nauwkeurige kalender beschikken, want er komt nogal wat datum-gepriegel bij kijken. Het begint al op de Bijzondere Universiteitsraad van 26 oktober 2004. Dan worden namelijk het verkiezingsreglement, de samenstelling van de verkiezingscommissie en het tijdschema van de verkiezingen bepaald. De data die u in dit artikel vindt, wachten dus nog op bevestiging. Voor 30 november stelt de verkiezingscommissie de toezichtcommissie samen, die waakt over het correct verloop van de verkiezingen. De verkiezingscommissie stelt ook een ontwerpprofiel op van de nieuwe rector en de nieuwe Gebu-leden. Dat wordt ten laatste op 15 december 2004 goedgekeurd
27 september
Opening academiejaar Programma 9u: Samenkomst van de togati in de Jubileumzaal van de Universiteitshal 9u45: Stoet van de togati naar de Sint-Pieterskerk 10u: Eucharistieviering 11u45: Academische zitting in de Pieter De Somer-aula met aansluitend receptie in de Jubileumzaal van de Universiteitshal 20u: Openingsconcert, Stadsschouwburg Personeelsleden en studenten krijgen 50% korting voor het Openingsconcert (8 euro). Kaarten via Cultuurcoördinatie, (t) 016 32 03 40,
[email protected] , http://www.festival-van-vlaanderen. be/vlaamsbrabant/ Zie ook artikel op pagina 17
door de inrichtende overheid. In januari 2005 worden het verkiezingsreglement en het tijdschema gepubliceerd in Campuskrant en de e-Nieuwsbrief. Dit is ook de periode waarin de kiezerslijsten samengesteld worden. Die kunnen tussen 20 januari en 5 februari geraadpleegd worden in de faculteitssecretariaten en op de personeelsdienst. Hou de week van 7 tot 12 maart 2005 vrij: dan maken de kandidaten-rector zich bekend. Tussen 15 en 25 maart verzamelen zij de voor een kandidatuur noodzakelijke handtekeningen, waarmee zij voorgedragen worden als kandidaat. Tussen 4 en 9 april maken de kandidaten hun formele aanvaarding van de voordracht bekend. Tussen 18 en 30 april kunnen de kandidaten informatie verspreiden over hun programma. Campuskrant en de
e-Nieuwsbrief publiceren in die periode een speciaal verkiezingsnummer. Daarin vindt u het profiel van de rector, goedgekeurd door de Inrichtende Overheid, en een voorstelling van de kandidaten en hun programma in maximum 500 woorden per kandidaat. Tussen 2 en 7 mei worden de kiesdocumenten aan de kiesgerechtigden toegezonden, en op 9 en 10 mei vindt de eerste stemronde plaats. Hoeveel stemrondes er zijn, hangt af van het aantal kandidaten. Eind mei weten we in elk geval wie de opvolger van rector Oosterlinck wordt. De details van het verkiezingsreglement vindt u op http://www.kuleuven. ac.be/admin/rd/niv3/tb-i17.htm
campuskrant
nieuws
22.9.2004
Chloroquine: een oud geneesmiddel voor een nieuwe ziekte?
Middel tegen malaria werkt in op SARS-virus De kans is groot dat SARS — het virus dat begin 2003 honderden slachtoffers maakte — binnenkort kan worden behandeld. Professor Marc Van Ranst en zijn team van het Laboratorium Klinische Virologie van het Rega Instituut hebben immers ontdekt dat chloroquine, een bekend antimalariamiddel, actief inwerkt op het SARS-virus. Sara Callens
I
n hun zoektocht naar een middel tegen SARS — die overigens verloopt in een zwaar beveiligd laboratorium — zijn professor Van Ranst en zijn team volgens twee strategieën te werk gegaan. Bij een eerste — wetenschappelijk gezien mooie — manier van werken,
worden gloednieuwe moleculen getest. Wanneer die effectief blijken te zijn tegen SARS, is deze methode commercieel gezien potentieel interessant. Er kunnen dan namelijk patenten worden genomen. Het grote nadeel van deze strategie is dat ze nogal wat tijd in beslag neemt. Tussen de eerste testen en de verkoop van het product als medicijn verloopt gemiddeld tien jaar. Bovendien is de farmaceutische industrie momenteel niet geneigd veel te investeren in een dergelijk product, aangezien de markt voor anti-SARS-middelen niet groot is. Een tweede strategie bestaat erin te gaan kijken naar de producten die al op de markt zijn. Zo werden allerlei antivirale middelen — gaande van standaardproducten zoals ribavirine tot aidsremmers — onder de loep genomen. Dat leverde echter geen bevredigend resultaat op. Ook producten die normaliter niet in de strijd tegen virussen worden gebruikt, zoals antibiotica en planten-
extracten, werden getest. Zo kwam men bij chloroquine terecht. Dat dit antiparasitaire middel ook een antivirale werking heeft, was al langer geweten, aangezien het een beperkte werking heeft tegen HIV. Het grote voordeel van chloroquine is dat het een goedkoop — we spreken hier in termen van eurocenten — middel is dat overal ter wereld verkrijgbaar is. Bovendien is het veilig — het wordt al sinds de Tweede Wereldoorlog gebruikt in de strijd tegen malaria. De drempel om het te gebruiken is dan ook laag. Onder het motto ‘baat het niet, dan schaadt het niet’ zou chloroquine dus bij een eventuele nieuwe SARS-epidemie preventief of als geneesmiddel kunnen worden toegediend. Dat chloroquine werkzaam is als antiSARS-middel werd aangetoond aan de hand van laboratoriumproeven met apenniercellen. Op dit moment bereiden de onderzoekers proeven voor met diermodellen.
(© Rob Stevens)
vervolg pagina 1 Schoolfobie vaak aanzet tot psychiatrie Professor Adriaenssens: “De consequenties van het verzuimgedrag zijn niet min. Maar liefst 40 procent van de verstokte thuisblijvers haalt nooit zijn einddiploma secundair onderwijs, en eveneens 40 procent heeft later psychiatrische begeleiding nodig.” “Ten slotte bestaat er ook een verband met disfuncties binnen het gezin. In heel veel gevallen gaat schoolweigering gepaard met een gezin waar te weinig gecommuniceerd wordt, of waar de ouders met ernstige relatieproblemen te kampen hebben, of in een problematische echtscheiding verwikkeld zitten. Anderzijds kan ook overmatig verwennen nefaste gevolgen hebben op het gebied van verzuim.” Alarmerend “Tijdens het symposium zal KITT worden voorgesteld, het Kinderpsychia-
trisch ThuisTeam. Dat team, dat bestaat uit een psychiatrisch verpleegkundige, een kinderpsycholoog en een psychiater, gaat kinderen met schoolfobie thuis opzoeken — er zijn maar weinig zulke kinderen die spontaan op consultatie komen — en start ook meteen met de ‘behandeling’, want het is belangrijk dat ze zich zo snel mogelijk weer aansluiten bij hun leeftijdsgenoten. Het KITT spoort de ouders aan het kind uit bed te halen, en wandelt soms ook mee naar school. Totnogtoe is die aanpak vrij succesvol gebleken.” “Verder worden nog een project bij kleuters voorgesteld — een onderzoek van het Hoger Instituut voor de Arbeid heeft aan het licht gebracht dat er een positief verband bestaat tussen een regelmatige aanwezigheid op de kleuterschool en een regelmatige middelbareschoolloopbaan — en een spijbelproject
van het Ministerie van Onderwijs. Daarbij pleiten we vooral voor samenwerking. Schooldirecties, Centra voor Leerlingenbegeleiding en huisartsen moeten snel ingrijpen bij problemen, en vooral niet te tolerant optreden. Ieder geval waarbij een jongere zich meer dan een week niet laat zien op school, moeten de betrokken partijen zien als alarmerend. Alleen zo kunnen we op termijn het tij doen keren.” Het symposium ‘Schoolverzuim en geestelijke gezondheid’ vindt plaats op dinsdag 26 oktober in het auditorium van het Provinciehuis Vlaams-Brabant, Provincieplein 1, Leuven van 13u tot 16u15. Deelname kost 15 euro. Info en inschrijvingen: (t) 016 34 38 21.
5
KORTNIEUWS Win for Life Onderzoekers Axel Marx en Hans Peeters van het Departement Sociologie waren al een hele tijd op zoek naar een geschikte proefgroep voor wetenschappelijk onderzoek rond het debat over het al dan niet invoeren van een basisinkomen – iets waarover op de politieke scène al enkele jaren wordt gediscussieerd. Voorstanders van het basisinkomen stellen dat het tot een betere spreiding zou komen van de arbeid, omdat een aantal mensen minder zou gaan werken, en menen dat het ook meer mensen zou aanzetten om een eigen zaak op te starten. Het basisinkomen neemt immers een belangrijk risico van het ondernemen, het inkomensverlies, weg. Onder impuls van professor Jos Berghman van de Afdeling Sociologie van Sociaal Beleid vonden Marx en Peeters bij de winnaars van Win for Life een interessante doelgroep. Zij ontvangen immers levenslang een maandelijks nettobedrag van duizend euro. Van de 183 winnaars waren er uiteindelijk 80 bereid om mee te doen aan de schriftelijke enquête, onder wie vijftien alleenstaanden en 65 paren. Bij de paren stopten drie personen met werken, een in de vorm van een loopbaanonderbreking, twee om voor de kinderen te zorgen. Bij de alleenstaanden zei slechts één persoon zijn job op. Geen enkel van de ondervraagde personen zag in de Win for Life-winst aanleiding om een zaak te starten. Marx en Peeters zeggen met de conclusies van het onderzoek voorzichtig te willen zijn, maar wagen zich toch aan een sprong naar de discussie over het basisinkomen. Zonder al te extreme stellingen te willen poneren, zeggen de onderzoekers dat er geen aanwijzingen zijn dat mensen met een basisinkomen massaal zullen ophouden met werken, en evenmin dat ze een onderneming zullen starten. De wetenschappers stellen dat het onderzoek wel over een langere termijn moet worden gevoerd, om tot definitieve conclusies te komen. Het is immers best mogelijk dat winnaars pas na verloop van tijd hun gedrag effectief veranderen. De ondervraagden stelden dat de Win for Life hen gewoon meer zekerheid gaf, maar zagen daarin geen aanleiding om hun gedrag te veranderen. Ze bleken wel iets meer te consumeren. Marx en Peeters willen ook meer onderzoek naar het ondernemerschap en hebben hun oog laten vallen op de winnaars van grotere bedragen bij de Loterij. Ze willen weten of jongeren een eigen zaak opstarten als men hen een groot startbedrag zou geven. De onderzoekers zullen daarom, samen met de Nationale Loterij, een enquête beginnen onder winnaars van bedragen van 100.000 euro en meer.
6
rookstopactie
22.9.2004
KORTNIEUWS
Rookstopactie van start - accent op gezonde werkomgeving
Europese Commissie in Faculty Club Het groot Begijnhof en de Faculty Club kregen op 19 en 20 september bezoek van de nieuwe Europese Commissie. Die hield er haar eerste seminarie.
Ouderen worden niet beter van ziekenhuis Ouderen worden niet noodzakelijk beter van een verblijf in het ziekenhuis. Een derde van de 70-plussers stelt het bij ontslag slechter dan twee weken voor de opname. Dat zegt professor Arthur Vleugels, directeur van het Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap (CZV). Ziekenhuizen blijken vaak ongeschikte en onveilige omgevingen voor kwetsbare ouderen. Hun zelfredzaamheid, mentale vaardigheden en mobiliteit kunnen in het ziekenhuis schade oplopen door acute verwardheid, valpartijen en ondervoeding. Verder blijkt uit een recente studie van het CVZ bij 48 Vlaamse ziekenhuizen dat 42 tot 93 procent van de 80-plussers niet op de dienst geriatrie terechtkomt. Professor Koen Milisen die het onderzoek leidde waarschuwt dat patiënten daardoor vaak niet de noodzakelijke zorgen krijgen. Dat is niet alleen slecht voor hun gezondheid, maar jaagt ook de prijs die de gemeenschap voor gezondheidszorg betaalt omhoog. Overigens kampt nagenoeg één op twee ziekenhuizen met een tekort aan geriatrische bedden. Beterschap is de komende decennia niet echt in zicht. Door de vergrijzing neemt het aantal geriatrische patiënten sterk toe, waardoor zeker tot 2040 een tekort dreigt. De overheid moet volgens Milisen dringend ingrijpen en geld vrijmaken voor een specifieke aanpak voor oudere patiënten om te verhinderen dat de uitgaven voor gezondheidszorg verder blijven stijgen. Met zo’n aanpak kan volgens hem vijftien procent van de acute verwardheden, dertig procent van de valpartijen en twintig procent van de gevallen van ondervoeding onder ouderen in ziekenhuizen voorkomen worden.
Rookvrije unief weldra een feit Op 27 september treedt het nieuwe dienstvoorschrift over roken in werking. De invoering ervan gaat samen met een uitgebreide campagne die de klemtoon legt op het belang van een gezonde werkomgeving, en informeert over de gevaren verbonden aan actief en passief roken. Personeelsleden en studenten die willen stoppen kunnen rekenen op ondersteuning door de universiteit. Wouter Verbeylen
E
igenlijk verandert er niet zoveel in vergelijking met het huidige rookbeleid: roken wàs al op veel plaatsen verboden. Maar nu wordt er vooral duidelijkheid geschapen. Jos Van Neck, hoofd van de Preventiedienst: “Waar mag je nog roken binnen de gebouwen van de universiteit? Nergens.” Nu ja, bijna nergens. “Voor de studenten zijn er een aantal uitzonderingen”, zegt Van Neck. “De onderwijsgebouwen zijn al een hele tijd volledig rookvrij, daaraan verandert uiteraard niets. De studentenhomes hebben hun eigen regels: op individuele kamers mag eventueel nog gerookt worden, maar het is de bedoeling dat gemeenschappelijke ruimtes zoals keukens ook rookvrij worden. En ten slotte zijn er de Alma’s en de fakbars in gebouwen van de unief: roken mag nog in beide, aangezien zij onder de horeca-regeling vallen; in principe zijn de Alma’s rookvrij, maar er blijven rookzones voorzien.” Geen uitzonderingen meer voor individuele kantoren van bijvoorbeeld professoren of diensthoofden. Van Neck: “Zo’n kantoor is tenslotte ook geen afgesloten bokaal. Men ontvangt er bezoekers en collega’s, en bij een verhuis krijgen we vaak klachten van niet-rokers die met de resthinder in een kantoor van een roker opgezadeld worden. En daarbij: het zou erg asociaal zijn om mensen met een eigen kantoor er nog een extra privilege bij te geven.” “Rookzones behouden was geen haalbare oplossing: de rookhinder op die plaatsen volledig vermijden is haast onmogelijk. Een goede ventilatie zou heel duur zijn, en dan nog zit je met het probleem waar die zones in te planten: de K.U.Leuven is een heel uitgestrekt bedrijf met meer dan 400 gebouwen. De asbakken binnen de gebouwen verdwijnen definitief; anderzijds worden er op
plaatsen waar veel rokers zijn asbakken bijgeplaatst — buiten welteverstaan.” Bij het vorige rookverbod was de grens bijzonder vlottend voor wat mocht en wat niet. Nu is er geen twijfel meer, maar kan het niet alleen werken met strenge sancties? Van Neck: “Dat is zeker niet de bedoeling. Afzonderlijke sancties hebben geen zin; we willen vooral veel investeren in de campagne, om zo een breed draagvlak voor de nieuwe regel te creëren. Er is de sociale controle, en de niet-rokers zijn de laatste jaren een stuk mondiger geworden. Zij pikken het niet langer dat er bij vergaderingen als vanzelfsprekend gerookt wordt, of dat ze door gangen vol rook moeten lopen.” “Het is niet de bedoeling dat rokende personeelsleden niet meer af en toe een sigaretje kunnen opsteken. Tenslotte is dat voor velen niet zomaar een gril, maar een behoefte, en we willen hen dus zeker niet stigmatiseren. Wat we in de eerste plaats willen promoten, is wederzijds begrip. We willen een positieve boodschap geven, dat roken buiten de gebouwen een afspraak is zoals vele anderen. En we hopen ook dat er voldoende soepelheid is op elke dienst,
want we willen zeker niet de roker zelf diaboliseren. Hij kan bijvoorbeeld zijn sigaretje combineren met de koffiepauze, met een bezoekje aan de post…” Terugverdieneffect De rookvrije binnenruimte is één doelstelling van de actie, het andere doel is rokers die willen stoppen zo goed mogelijk ondersteunen. Van Neck: “Onze doelstelling op lange termijn — vier, vijf jaar — is vijftig procent minder rokers aan de universiteit. Dat is héél ambitieus, dat beseffen we. Op kortere termijn willen we tien procent minder rokers na één jaar.” De universiteit gaat dus rookstopadvies geven, en ze wil bovendien aan iedereen die dat wenst rookstopprogramma’s aanbieden. “Niet gratis”, zegt Van Neck, “maar als je weet dat de rookstopcursus 200 euro kost, dan zal dat snel terugverdiend zijn door de uitgespaarde sigaretten...” Alles over de rookstopcursussen, en over de psychologische kant van (stoppen met) roken, leest u in de volgende editie van Campuskrant. http://www.kuleuven.ac.be/rookbeleid
Uniek onderzoek opgestart naar perceptie van reisbestemmingen
Freelancers gezocht U bent niet vies van een Pulitzer-prijs. Een babbel met een wetenschappelijke, politieke, culturele of sportieve halfgod lijkt u wel wat. Even uitleggen hoe dat nou ook alweer zat met die wereldschokkende ontdekking is uw halve leven? U vindt dat u een succulente pen hebt? Zou het misschien kunnen dat wij u zoeken? Freelancers moeten we hebben, getalenteerde persmuskieten, geniaal journaille, gedreven reporters. U dus. En zeggen dat u er nog vorstelijk voor betaald wordt ook! (lacht). Als u freelance voor Campuskrant wil schrijven, stuur dan uw naam, adres en mail-adres, en als het kan ook even een bewijsje van uw journalistiek kunnen, naar
[email protected].
campuskrant
Waaraan denken we bij ‘Dubai’? Welk beeld hebben mensen van vakantiebestemmingen waar ze nog nooit zijn geweest? Dat is de centrale vraag in een wereldwijd onderzoek dat uitgevoerd wordt door de K.U.Leuven en de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zowel de omvang van het onderzoek als de technieken die gebruikt worden om de resultaten te verwerken, zijn uniek in de toeristische wereld. Sara Callens
D
e onderzoekers willen peilen naar het beeld dat reizigers hebben van een toeristische trekpleister, nog voor ze die plaats ooit bezocht hebben. De perceptie van een bestemming kan immers heel uiteenlopend zijn. Zo kan de één zich bij Marokko alleen troosteloze woestijn voor-
stellen, terwijl de ander beelden ziet van drukke stranden, en nog een ander denkt aan oude keizerlijke steden. Die informatie is uiteraard bijzonder interessant met het oog op marketingdoeleinden. De onderzoekers — doctorandus Robert Govers, verbonden aan het steunpunt Toerisme van de K.U.Leuven, en zijn promotor, professor Frank Go van de Rotterdamse Erasmus Universiteit — plaatsten half september een enquête op de website http://www.travellerspoint.com — een virtuele ontmoetingsplaats voor reizigers. Naast de grote respons die wordt verwacht — Travellerspoint krijgt maandelijks een half miljoen bezoekers over de vloer èn er is een reisje naar Dubai te winnen — is vooral het gebruik van open vragen opmerkelijk. Nadat je in een lijst van acht bestemmingen alle reeds bezochte plaatsen hebt aangeduid, is het namelijk de bedoeling bij één van de — door de computer willekeurig gekozen — overige plaatsen de gedachten en gevoelens die deze plaats bij je oproept,
in volzinnen te omschrijven. Een dergelijke manier van ondervragen werd al wel eerder toegepast, maar het betrof dan telkens zeer specifieke vragen — zoals bijvoorbeeld naar welke kleur men met een bepaalde plaats associeerde. Bovendien gebeurden die onderzoeken ook niet online. Om de enorme hoeveelheid gegevens die deze enquête moet opleveren op een efficiënte, en vooral objectieve en betrouwbare manier te verwerken, gebruikt Govers een aan de University of Buffalo ontwikkeld softwarepakket dat de meest voorkomende kernwoorden, clusters van kernwoorden, en thema’s uit de verschillende antwoorden verzamelt. Zo zal worden geprobeerd het centrale beeld dat reizigers van één van de acht case-study bestemmingen — met name Dubai, Florida, de Canarische Eilanden, Marokko, Nederland, Singapore, Vlaanderen en Wales — hebben, te achterhalen. http://www.travellerspoint.com
campuskrant
rookstopactie
22.9.2004
KORTNIEUWS
Ex-roker - (1) De dokter
“Stoppen heeft altijd zin, zelfs als je kanker hebt” Eén van de doelstellingen van het rookbeleidsplan van de universiteit is het halveren van het aantal rokers aan de K.U.Leuven. Een bijzonder ambitieus doel, maar ook bijzonder noodzakelijk, want weinigen twijfelen nog aan de schadelijkheid van roken voor de gezondheid. Hoé schadelijk precies, dat krijg je in dit nummer te horen van toxicoloog Benoît Nemery. We legden hem bovendien enkele ‘volkswijsheden’ over roken voor. In volgend nummer trekken we naar de psycholoog met de vraag waarom stoppen zo moeilijk is. Wouter Verbeylen
R
oken is meteen schadelijk, vanaf de eerste sigaret”, stelt Benoît Nemery. “Sigarettenrook bestaat uit meer dan 4.000 bestanddelen, waaronder natuurlijk nicotine en teer, maar ook een hele cocktail van irriterende en toxische stoffen. Actieve rokers krijgen die stoffen natuurlijk in hogere concentraties binnen dan passieve rokers, maar ook voor die laatsten blijven de effecten niet uit. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat zelfs een kleine toename van koolstofmonoxide, aanwezig in sigarettenrook, meetbare effecten heeft bij hartpatiënten. Dat kan je dus vergelijken met een avondje passief roken op café. Ook astma-patiënten en kinderen zijn bijzonder gevoelig voor sigarettenrook.” Hard drug “Een eerste effect van sigarettenrook is irritatie van de slijmvliezen. Het lichaam heeft eerst nog een beschermingsreflex: er treden heel snel veranderingen op in de cellen van het slijmvlies, waardoor er meer slijm geproduceerd wordt. Het probleem van dat verdedigingsmechanisme is dat het zo efficiënt is, dat we gewoon blijven roken: op korte termijn heb je er niet zoveel last van. Vandaar ook dat de sigaret zo gevaarlijk is.” CK: Hoe snel ben je verslaafd? Nemery: “Bijzonder snel. Nicotine wordt bij inademing heel snel geabsorbeerd uit alle slijmvliezen. In acht seconden bereikt de nicotine vanuit de longen de hersenen. Je bent daardoor bijvoorbeeld veel sneller verslaafd aan nicotine dan aan alcohol, of zelfs marihuana. Zonder marihuana-gebruik te willen goedpraten: er zijn heel wat meer weekend-rokers van een jointje, dan er weekend-sigarettenrokers zijn. Wie rookt, doet dat meestal elke dag. Zo bekeken kan je sigaretten zelfs een hard drug noemen.” CK: Maar ik rook light, dus ik krijg veel minder binnen, en ben minder verslaafd. Nemery: “Dat klopt niet echt. De naam ‘light’ mag inmiddels trouwens niet meer gebruikt worden, omdat dat misleidend is. Het probleem bij een verslaving is: je wil sowieso je shot binnenkrijgen. Iemand die verslaafd is aan nicotine, wil dus zijn nicotinespiegel op peil brengen. Als hij dat met light-sigaretten wil doen, die inderdaad minder teer en minder nicotine bevatten, zal hij dus simpelweg meer gaan roken, of zelfs efficiënter gaan inhaleren, om dezelfde hoeveelheid binnen te krijgen.” Kettingroker van 90 Naast irritatie en verslaving, heeft roken nog een hele rist negatieve effecten, het ene al bekender dan het andere. Nemery: “Iedereen denkt bij rokersziekten meteen aan longkanker, maar ook het risico op andere kankers, onder meer van de slokdarm, de keelholte, de blaas
en de baarmoederhals, wordt erdoor verhoogd. En verder zijn er de toxische stoffen: ik noemde al het effect van koolstofmonoxide, maar daarnaast heb je ook cyanide en andere toxische stoffen die de cellen beschadigen. Daardoor verhoogt de kans op chronisch obstructief longlijden, op hart- en vaatziekten, enzovoort.”
heeft er genetisch meer aanleg voor dan de ander. Het probleem is: dat genetisch effect is momenteel nog niet echt voorspelbaar. Niemand kan met zekerheid zeggen: ik kan rustig verder roken, kanker krijg ik niet. Trouwens, het genetisch effect speelt vooral bij matige rokers — bij zware rokers maakt het weinig uit: aanleg of niet, de kans op kanker is bij hen heel reëel.”
CK: Na deze opsomming zullen sommigen zeggen: ‘Ik rook al zo lang, CK: Nog een argument contra: ‘De het heeft niet veel zin meer om te negatieve effecten van stoppen met stoppen.’ roken zouden bij mij groter zijn dan Nemery: “Het heeft altijd zin om te stopdie van het roken: ik zou een heel pen — voor je omgeving, maar zeker ook aantal kilo’s bijkomen, veel gestresvoor jezelf. Natuurlijk kan je de klok seerder zijn, ...’ nooit volledig terugdraaien: de kan- Nemery: “Dat klopt niet helemaal. Nakers van nu zijn het gevolg van roken tuurlijk, heel zware rokers zullen het twintig jaar geleden. Ex-rokers zullen erg moeilijk hebben als ze van de ene dus nog altijd meer dag op de andere kans hebben op kanstoppen, ze zullen “Wie rookt, doet dat ker dan niet-rokers, een aantal ontwenmaar die kans neemt n i ng s ve r sc h ijn se meestal elke dag. wel af — redelijk snel len vertonen, en Zo bekeken kan je zelfs. Na tien jaar ze moeten daarin sigaretten zelfs een rookstop is je kans goed ondersteund op longkanker sterk worden. Maar als je hard drug noemen.” verminderd. Je leeen aantal kilo’s bijv e n s v e r w a c ht i n g komt, dan weegt dat stijgt sowieso, want ook de kans op an- niet op tegen de positieve effecten van dere kwalen als hartziekten neemt af. het stoppen. En de stress zal de eerste Het kan vreemd klinken, maar zelfs dagen wel groter zijn, maar het is een voor mensen bij wie al longkanker is fabeltje dat roken op zich ontspannend ontdekt, loont het nog de moeite om te is — integendeel zelfs, bloeddruk en stoppen. Men heeft al meermaals vast- hartritme stijgen. Roken lijkt te ontgesteld dat longkankerpatiënten die spannen omdat het even je drang naar blijven roken, minder goed reageren op nicotine wegneemt, en natuurlijk ook de behandeling dan wie gestopt is — de omdat vele rokers effectief even pauzemeeste patiënten roken trouwens niet ren van hun werk: de pauze ontspant, meer.” niet de sigaret.” CK: Een ander vaak gehoord argument: ‘Mijn oom was heel zijn leven een kettingroker en is 90 geworden. Dat zit in de familie.’ Nemery: “Natuurlijk klopt dat ergens: niet iedereen krijgt kanker, en de één
7
In het British Medical Journal liep in het voorjaar van 2004 een reeks ‘The ABC of smoking cessation’. Op de website http://www.bmj.com kunt u alle artikels lezen.
Darm onder hypnose Recent onderzoek heeft uitgewezen dat een hypnosebehandeling de klachten van patiënten met het prikkelbare darmsyndroom doet afnemen. Het effect blijkt bovendien lang aan te houden, want vijf jaar na de behandeling voelen de meesten zich nog steeds beter. Dat stelt professor Georges Coremans van de Dienst Gastro-Enterologie. Het prikkelbare darmsyndroom is een veel voorkomende aandoening die ongeveer 10 procent van de bevolking treft. Het syndroom gaat gepaard met uiteenlopende klachten (buikpijn, diarree, opgeblazen buik, abnormale stoelgang...) die sterk kunnen verschillen van persoon tot persoon. De oorzaak is onduidelijk evenals de wijze waarop het probleem het best aangepakt wordt. Bij technisch onderzoek ziet de darm er immers volledig normaal uit. In het kader van het onderzoek werden patiënten twaalf weken na elkaar onder hypnose gebracht, telkens gedurende een uur. De aandacht ging vooral naar de buik. Vlak na deze reeks voelde 71 procent zich beduidend beter. De klachten waren afgenomen, de levenskwaliteit verbeterd en het geneesmiddelengebruik gedaald. Vier op vijf patiënten voelden na vijf jaar nog steeds beterschap. De hypnosebehandeling voor het prikkelbare darmsyndroom is in ons land nog zo goed als onbekend, maar volgens Coremans is het effect ervan vrij gunstig in vergelijking met andere behandelingen. Hij schrijft dat toe aan het feit dat hypnose tot grote ontspanning en rust leidt. Maagen darmklachten worden in veel gevallen veroorzaakt door stress en het is dan ook niet verwonderlijk dat alles wat die stress doet afnemen en ertoe bijdraagt dat mensen zich beter voelen een gunstige weerslag heeft op hun klachten.
Fonds Herman Servotte: akte ondertekend Op 14 september werd de oprichtingsakte getekend van het Fonds Herman Servotte, genoemd naar de hoogleraar Engelse literatuur en gewezen vice-rector die op 24 januari op 74-jarige leeftijd overleed. Het Fonds heeft tot doel de wetenschappelijke studie van de zinvraag in de Engelstalige literatuur te bevorderen evenals de bredere bekendmaking ervan. Vanaf 2005 organiseert het Fonds een tweejaarlijkse Herman Servotte Lecture, waarbij een vooraanstaand Engelstalig schrijver een lezing komt geven over de rol van haar of zijn werk in de samenleving. Nobelprijswinnaar Nadine Gordimer bijt in het najaar de spits af. Bij die gelegenheid zal ook de Herman Servotte Prize worden toegekend aan de auteur van een verdienstelijke eindverhandeling die beantwoordt aan de doelstelling van het Fonds.
nieuws
22.9.2004
KORTNIEUWS
Antropoloog Filip De Boeck wint met ‘Kinshasa, de imaginaire stad’ Gouden Leeuw Architectuur in Venetië
Het verhaal van de Kinderkruistocht Professor Flip Droste is al elf jaar emeritus. Hij zit echter niet stil. Zowat jaarlijks publiceert hij een boek, ofwel in zijn vakgebied — algemene taalkunde — ofwel een historische roman. Dit jaar schreef hij een merkwaardig werk over de Kinderkruistocht. “Er zijn geen glasharde bewijzen voor het bestaan van de Kinderkruistocht. Toch zijn er een aantal gelijkluidende passages in erg uiteenlopende kronieken die een sterke aanwijzing geven dat er in 1212 iets dergelijks plaatsgevonden moet hebben. Er is sprake van ettelijke tienduizenden jongeren uit Duitsland, de Lage Landen en Noord-Frankrijk, die zich naar Noord-Italië begeven hebben om van daaruit in te schepen naar Jeruzalem. Maar veel van hen stierven onderweg, en de weinigen die de Middellandse Zee haalden, kwamen in handen van slavenhandelaars.” “Het ging niet om een veroveringstocht van zwaar bewapende ridders, maar om een pelgrimstocht van kinderen, of misschien van door hongersnood op drift geraakte paupers, dat weten we niet. Volgens verschillende kroniekschrijvers zijn er twee leiders geweest, allebei geroepen door de Heer zelve: de herdersjongen Stephen van Gloies in de Vendôme, en de student Nikolaus van de kathedraalschool uit Keulen.” “Mijn boek is een mengeling van fictie en historische feiten. Daarnaast zit er ook wel een boodschap in, hoewel ik daar zeker niet bewust naar gestreefd heb. Ook vandaag maken we ‘kruistochten’ mee, massabewegingen ingegeven door religieuze obsessie of imperialistische belangen. Daar moet je als weldenkend mens tegen blijven waarschuwen.” “Ik heb in het boek ook de geschiedenis van de Katharen verwerkt. Dat was een religieuze secte die op haar hoogtepunt zowat over heel Zuid-Frankrijk verspreid was. Paus Innocentius III, die in de Katharen een groot gevaar zag voor de wereldlijke macht van de Kerk, deed herhaalde oproepen om ten strijde te trekken tegen deze ‘ketters’. Als je veertig dagen lang tegen hen vocht, scoorde je daar zelfs een volle aflaat mee – veel makkelijker dus dan helemaal naar Jeruzalem te trekken, om van de mogelijkheden tot een meer materiële buit maar te zwijgen. Heel wat inwoners van Noordwest-Europa gaven gehoor aan de pauselijke oproep. Hun relaas heb ik mee verweven in mijn verhaal.” “Ik heb geen historische studie willen maken. Mijn boek is eerst en vooral literair bedoeld. Ik schrijf omdat ik dat graag doe, maar wàt ik doe, doe ik wel ernstig. Er is dus heel wat onderzoekswerk aan voorafgegaan. Ik vind het trouwens een luxe dat je dat als emeritus zomaar kan en màg doen aan deze universiteit. Sinds mijn emeritaat kom ik nog heel vaak in de faculteit, in een soort levende encyclopedie, en ik geniét daarvan. Ik ben geen ongelukkig mens…” Flip G. Droste, Het verhaal van de kinderkruistocht, Soesterberg, Aspekt, 215 p.
campuskrant
Weinig water, veel behekste kinderen Het eerste internationale project van het Vlaams Architectuurinstituut was meteen een schot in de roos: het Belgische paviljoen sleepte de Gouden Leeuw in de wacht op de internationale architectuurbiënnale van Venetië, met de tentoonstelling ‘Kinshasa, de imaginaire stad’. Het ging om een samenwerkingsverband tussen architect Koen Van Synghel, fotografe MarieFrançoise Plissart en Filip De Boeck, verbonden aan het Africa Research Center van het Departement Sociale en Culturele Antropologie en drijvende kracht achter het project. Joke Depuydt
D
e tentoonstelling ‘Kinshasa, de imaginaire stad’ legt, via foto’s en video-opnames van het stedelijke leven in Kinshasa, de verschillende zichtbare én onzichtbare lagen in de publieke ruimte in Kongo bloot. De bedoeling van de curatoren is een gesprek op gang te trekken over het huidige Centraal-Afrikaanse stedelijke landschap. Vanuit fundamenteel antropologisch onderzoek wordt de dominante, narcistische Westerse architectuur in vraag gesteld. Vooral de wijze waarop de stad beleefd wordt door haar inwoners, komt aan bod. Sociale netwerken en overlevingsstrategieën worden de bouwstenen van een stad in verval, met weinig elektriciteit en water en veel zwervende, verstoten of ‘behekste’ kinderen.
‘Kinshasa 2001’, een beeld uit het winnende project (© Marie-Françoise Plissaert)
Kerken proberen betekenis en structuur te geven aan groepsvorming en sociabiliteit. Naast de algemene impuls die ze met hun bekroonde project hopen te geven, is de prijs uiteraard een teken van erkenning en architect Van Synghel is van plan in die richting verder te werken: “Ook bij ons in Vlaanderen moeten we op zoek naar nieuwe concepten om gebouwen vorm te geven.” Filip De Boeck: “Dankzij de Gouden Leeuw kunnen we gesprekken met de Kinois over hun stad en de relatie van de stad met
de dood, het religieuze imaginaire, de waanzin, de punten van hoop bundelen en uitgeven als een dvd en een boek. Verder komt de tentoonstelling in 2005 naar België en wordt Kinshasa. Tales of the Invisible City in het Frans vertaald — en dus meteen ook bereikbaar voor de Congolezen.” Filip De Boeck en Marie-Françoise Plissart, ‘Kinshasa. Tales of the Invisible City’, ISBN 90-5544-528-2, Gent/Amsterdam, Ludion, 2004, 288p.
Docent FaBeR begeleidt rolstoelrugbyteam in Athene Benieuwd of premier Verhofstadt na de Paralympics de Belgische topsporters met een handicap in zijn ambtswoning ontvangt. Nog meer benieuwd of hij ook voor hen een Topsportplan 2012-2016 in petto heeft. Peter Van de Vliet, post-doc onderzoeker aan de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen, hoopt uiteraard van wel. Vanuit Athene, waar hij het nationale rolstoelrugbyteam begeleidt, wijst hij erop dat binnen de federatie alvast hard gewerkt is aan een dergelijk plan: “Als we er niet zouden in staan, dan zou dat een gemiste kans zijn.”
een superdag hebben. Maar daarvoor zijn we hier, niet?” De eerste wedstrijd, tegen Groot-Brittannië, is heel belangrijk omdat die het verdere verloop binnen de poule bepaalt. De rugbyspelers hebben allen een functioneel letsel van onderste en bovenste ledematen — wat hen niet belet even intens te trainen en aan dezelfde strenge selectiecriteria te voldoen als de valide atleten. Voor de gedreven teammanager niet meer dan een minimumvereiste. Geen enkele speler kan op professional coaching rekenen, vrijwilligers — zoals Van de Vliet zelf — zijn broodnodig. De Belgische federaties
maakten gelukkig de groep begeleiders en (para)medici ruim vooraf bekend, zodat die het laatste jaar echt op elkaar konden inspelen. Edoch, alles kan beter. Zeker de berichtgeving rond de Paralympics. Peter Van de Vliet ziet een positieve evolutie, maar vraagt zich terecht af: “Waarom stopt Sporza bijvoorbeeld, zelfs zonder het evenement aan te kondigen? De kranten hebben echter een tandje bijgestoken en we hebben hier elke dag contacten met de media in België.” Van de Vliet hoopt samen met alle deelnemers in Athene dat de Paralympics deze keer ook het scherm halen.
Joke Depuydt
Z
over is het gelukkig allemaal nog niet. Eerst de spelen zelf. Wat met de medaillekansen voor het rolstoelrugbyteam? Van de Vliet zet het even op een rijtje: “We werden vierde op het WK 2002 in Zweden en tweede tijdens het EK 2003 in Lommel. Een medaillekans is niet onrealistisch, maar dan moet elke atleet en het hele team
(© ingezonden)
8
campuskrant
beleid
22.9.2004
9
Kennismaking met de nieuwe Coördinator Studentenbeleid
Meer doen voor minder studenten Sinds 1 augustus is professor Danny Pieters van de Faculteit Rechtsgeleerdheid de nieuwe Coördinator Studentenbeleid. Dat betekent dat hij de eindverantwoordelijkheid heeft over een resem voorzieningen waar elke student mee te maken heeft, van de inschrijvingen via de Alma tot het kot en de psychotherapeut. Wij zochten hem op in zijn kleine kantoortje in de Krakenstraat. Ludo Meyvis
Hakken “Wat studentenvoorzieningen betreft, zie ik twee soorten doelstellingen. Je hebt de universele doelstelling: dat zijn randvoorwaarden opdat élke student goede studie-omstandigheden zou hebben. Elke student heeft belang bij het bestaan van de Alma, bij een betaalbaar kot of bij juridisch advies. Daarnaast heb je de doelstelling specifieke doelgroepen te ondersteunen, bijvoorbeeld studenten met financiële moeilijkheden, met een fysieke handicap enzovoort. De universele doelstelling moet gerealiseerd worden bij zoveel mogelijk studenten. We doen het op dat vlak heel goed, maar het kan altijd beter. Ik wil de kwaliteit van die dienstverlening op het huidige goede niveau op zijn minst behouden, en tegelijk de spreiding verbreden. Bij de specifieke doelgroepen wil ik meer streven naar effectieve steun, om ‘meer te doen voor minder’. Daarmee bedoel ik dat het bijvoorbeeld beter is om iets minder studenten financiële steun te geven, maar degenen die het écht nodig hebben, ook écht te steunen met een grotere tegemoetkoming.” “De middelen voor Studentenbeleid zullen we op zijn minst constant kunnen houden. Er is dan ook geen reden om te gaan ‘hakken’, noch in de dienstverlening, noch in de personeelsomkadering.” Wel werken we aan een herstructurering van de diensten met de bedoeling de dienstverlening te optimaliseren. “De afgelopen jaren was het vrij woelig rond Alma. Ik denk dat er intussen degelijke afspraken gemaakt werden, en dat er weer rust is. De cijfers gaan de goede kant op en de student vindt weer de weg naar ‘zijn’ of ‘haar’ Alma. We willen op termijn komen tot een heus beheerscontract met Alma waarbij Stu-
dentenvoorzieningen betaalt voor wat Alma ànders maakt dan een gewoon restaurant — de lage prijzen, een sociale ontmoetingsplaats, bijvoorbeeld.” Geen stenen “Op het vlak van de huisvesting zoeken we naar een eengemaakte exploitatieformule. Op dit ogenblik heb je door Studentenvoorzieningen gesubsidieerde residenties, en autonome residenties die rapporteren aan het Algemeen Beheer. Dat verschil willen we wegwer-
“Verder streven we, onder meer op het vlak van de sociale en juridische dienstverlening naar een meer gefilterde werking, waardoor de gespecialiseerde dienstverlening zich bij voorkeur met de écht moeilijke situaties inlaat. Minder complexe vragen zouden we meer ‘te velde’ willen opvangen, via de nieuwe plaatselijke aanspreekpunten. Die houden als het ware ‘facultaire zitdagen’, een erg laagdrempelige aanpak, waarbij mensen met, ik noem maar wat, bepaalde financiële moeilijkhe-
arts vinden, bijvoorbeeld buitenlandse studenten. Preventieve acties zullen we niet uit eigen beweging doen, maar we willen ze in overleg en tegen kostprijs wel ondersteunen.” “In het algemeen willen we een eenvoudiger administratie. Momenteel is het nog zo dat je tweemaal een dossier moet aanleggen als je je medische kosten niet kunt betalen en als je in aanmerking wil komen voor een gesubsidieerd kot, terwijl in beide gevallen dezelfde financiële draagkracht dient nagegaan te worden. Dat moet met een eenmalig dossier op te vangen zijn. We willen ook een beter zicht krijgen op de studenten die we helpen. Op dit ogenblik kennen we bijvoorbeeld de correlatie niet tussen studenten met een studiebeurs en degenen die woonsubsidies ontvangen.”
“Ik ben niet bang aangelegd. Het enige dat ik vrees, is dat het sociale vangnet voor studenten zou verdrinken in de grote aandacht voor onderzoek en onderwijs.” ken. We streven er natuurlijk ook naar om het universitaire huisvestingsaanbod hoog te houden, om op die manier de prijs op de privé-markt betaalbaar te maken. Het klinkt een beetje sloganesk, maar we willen ‘geen stenen subsidiëren, maar studenten’. Daarmee bedoel ik dat we uitgaan van de individuele situatie van elke student om eventuele tussenkomst te overwegen. Wat het erg gewaardeerde omkaderd wonen voor gehandicapte studenten betreft, wordt natuurlijk in dezelfde richting verdergewerkt.”
den eerst hen kunnen aanspreken. Op die manier bezorg je studentenvoorzieningen ook een gezicht én wijs je mensen met echte problemen veel sneller de weg naar de gespecialiseerde diensten die in het Van Dale College gehuisvest zijn .” “De psychotherapeutische dienstverlening wordt beter omkaderd, waardoor te lange wachtlijsten weggewerkt moeten worden. De medische diensten blijven uiteraard behouden, maar zullen zich meer concentreren op studenten die te moeilijk de weg naar de huis-
Vrees “Ik ben niet bang aangelegd. Het enige dat ik vrees — maar daar moeten we dan maar het nodige voor doen — is dat het sociale vangnet voor studenten, studentenvoorzieningen, zou verdrinken in de grote aandacht voor onderzoek en onderwijs, hoe terecht die ook is. Maar sociale opvang is evenzeer van belang, dat wil ik beklemtonen. Ik hoop dat de rectorkandidaten dat ook in hun programma zullen opnemen. Het is trouwens niét zo dat sociale dienstverlening los zou staan van de onderzoekswereld. Het ziet er bijvoorbeeld naar uit dat je geen beurs zal kunnen krijgen voor een Manama-opleiding, master-na-master. Dat betekent dat die opleidingen moeilijker toegankelijk zijn voor getalenteerde maar financieel minder draagkrachtige studenten. Dat is gevaarlijk voor de toekomst van de onderzoekswereld, want je verkleint de instroom.” “Ook ontwikkelingen in de onderwijswereld hebben hun impact op Studentenvoorzieningen. Als de flexibilisering slaagt, zal het klassieke beeld van de student, iemand van 18 tot 25 die fulltime studeert, heel wat breder worden. Je zal mensen krijgen die werken, mensen van heel wat ouder die opnieuw komen studeren, enzovoort. Daar moet je je Studentenvoorzieningen aan aanpassen.” “In april 2005 plannen we over de ontwikkelingen rond studentenbeleid trouwens een belangrijke internationale conferentie, onder meer met de bedoeling om een Europees netwerk uit te bouwen. Eigenlijk is dat toch merkwaardig: rond onderzoek en onderwijs wordt er op zoveel manieren onderling samengewerkt, nationaal en internationaal, maar op het vlak van Studentenvoorzieningen is dat zo goed als onbestaande. Daar willen we, onder meer met dat congres, iets aan wijzigen. Werk genoeg, dus.” Studentenvoorzieningen, Naamsestraat 80, 3000 Leuven (t) 016 32 43 75 http://www.kuleuven.ac.be/dsv/index.htm (© Rob Stevens)
P
rofessor Pieters is de opvolger van professor Dirk Van Gerven, die voortaan de nieuwe functie bekleedt van Studentendecaan. Met de invoering van een Studentendecaan wordt een beroepsinstantie gecreeerd inzake beslissingen van bepaalde diensten die onder Studentenbeleid vallen, bijvoorbeeld wanneer een student geweigerd wordt bij de inschrijvingen. Tijdens het nieuwe academiejaar blijft professor Van Gerven ook nog de verantwoordelijkheid dragen voor de dagelijkse gang van zaken in de Dienst Internationaal Onthaal en bij Studentenonthaal —de inschrijvingen, dus. De beleidsverantwoordelijkheid voor die twee diensten ligt bij professor Pieters. Dat is echter slechts een overgangsmaatregel: vanaf augustus 2005 zullen beide diensten volledig onder de Coördinator ressorteren en krijgt de Studentendecaan zuiver de rol van interne, onafhankelijke beroepsinstantie. “Misschien is het wat eigenaardig dat een dergelijke wissel plaatsvindt op minder dan een jaar voor het aantreden van de nieuwe rectorale ploeg, maar daardoor krijg je ook de gelegenheid om in een bestaand kader toch enkele nieuwe accenten te leggen. Tegelijk wordt een eerste stap gezet naar het opsplitsen van wie beslist — de coordinator — en wie als beroepsinstantie optreedt — de studentendecaan.
10
zeswekelijkse
bijlage voor personeel
22.9.2004
campuskrant
–personeelskrant – Carine Chisu is nieuwe directeur Studieadvies
Vers directeursbloed (2)
ria voldoen, en dat was een heel interessante ervaring. Nadien behaalde ik — ten slotte — nog een MBA-titel aan de Vlerick Management School.”
CK: Waarom hebt u de privé-sector nu weer verlaten? “Deze nieuwe job is eigenlijk een mengeling van alles wat ik vroeger gedaan heb. Hier kan ik mijn managementservaring toepassen in een sector die maatschappelijk gezien voor mij veel belangrijker is, met name de onderwijssector. Het zal natuurlijk een hele uitdaging te worden om beide werelden, beide interesses, beide manieren van werken ook, Tim Vuylsteke op elkaar af te stemmen, maar dat zal wel loslopen.” CK: Wat moeten onze lezers weten studie ben ik dan ook bijna automa“Ik vind het trouwens een zeer goed over Carine Chisu? tisch in het avondonderwijs terechtge- idee om mensen van buitenaf naar de “Wel, ik ben 36, woon in Brussel, ben komen, en dat werk heb ik altijd met universiteit te brengen. Het samenkogetrouwd, en heb geen kinderen. Ik heb zeer veer plezier gedaan. Ondertussen men van verschillende denkwijzen en destijds Romaanse talen gestudeerd, probeerde ik hier en daar nog wat bij culturen kan alleen maar verrijkend hier aan de K.U.Leuven, en ben dan, te studeren. Aan het zijn, voor beide na enkele jaren onderwijs, in de privé- LUC in Diepenbeek partijen. Het was “Ik vind het een zeer sector beland. En nu ben ik dus terug volgde ik Toerismevoor mij een aangoed idee om mensen in Leuven, terug in de onderwijswe- management, en lagename verrassing reld ook. En o ja, ik ben Italiaanse. Ik ter behaalde ik een dat de K.U.Leuven van buitenaf naar de heb trouwens ook een tijdje in Italië diploma Beleids- en openstaat. universiteit te brengen.” daarvoor gewerkt, maar dat land is een man- Bedrijfsinformatica Weet je, tijdens de nenbastion — nog altijd. Vrouwen met aan de VUB. Toen selectiegesprekken ambitie worden er nog steeds met een dacht ik: nu moét ik toch eens mijn kans vroeg men mij — omdat ik al heel wat scheef oog bekeken.” wagen in de privé. En zo ging ook die verschillende universiteiten gezien bal aan het rollen. Ik heb onder meer bij had — hoe ik reclame zou maken voor CK: Leuven, onderwijs, privé-sector, DHL gewerkt, en ook een paar jaar in de de K.U.Leuven. Ik heb geantwoord dat Italië, opnieuw Leuven... Het lijkt recruteringswereld als senior consul- het de beste universiteit blijft qua opeen ware odyssee. tant. Daar kreeg ik de andere kant van leiding, leerschool, en internationale “Ik was zo iemand die echt gebeten was de zaak te zien: ik leerde hoe bedrijven uitstraling. En dat meende ik ook. Als door de onderwijsmicrobe. Na mijn willen dat mensen aan bepaalde crite- dat niet zo was, dan had ik niet gesol-
Het lijkt dezer dagen wel nieuwe directeuren te regenen in Leuven. In het vorige nummer kon u kennismaken met Jan De Vriendt, de nieuwe directeur Studentenvoorzieningen, en deze keer stelt Carine Chisu zich voor. Zij is sinds 16 september in functie als directeur Studieadvies. Wij vonden er niets beters op — u kent ons — dan bij haar binnen te vallen op haar allereerste werkdag.
liciteerd voor deze job.” CK: Wat zijn uw eerste indrukken? “Dit is pas mijn eerste werkdag, dus erg veel kan ik daarover nog niet zeggen. Maar ik kan je wel vertellen dat ik vanmorgen op een supersympathieke manier werd onthaald! En ook het eerste contact met de collega’s was zeer goed. Verder vind ik de combinatie van de heel oude historische gebouwen en de hypermoderne infrastructuur fantastisch. Werken in een dergelijke omgeving is waarlijk uniek.”
(© Rob Stevens)
Wie is de man of vrouw achter die sympathieke stem die u zo vaak aan de lijn hebt?
de Collega’s 15
Of wie schuilt er achter de persoon met wie u een intensieve mailrelatie onderhoudt?
In deze rubriek proberen we een gezicht te plakken op die collega met wie u zo goed samenwerkt, maar die u op straat straal voorbij zou lopen.
door SVEN NEVENS
(© Rob Stevens)
In de vorige aflevering verwees Karin Van den Eynde, medewerkster op de dienst Kredietbeheer, ons door naar Marie-Jeanne Bellen.
Marie-Jeanne is verbonden aan het Overlegcentrum voor Ethiek en stamt naar eigen zeggen nog uit “de prehistorie van onze universiteit”: “Ik ben hier in dienst getreden in september 1967, als administratief medewerkster van toenmalig professor Dillemans op de rechtsfaculteit. Later ben ik met hem mee verhuisd naar het rectoraat, waar ik zijn persoonlijke medewerkster ben geworden. Ik heb heel veel te danken aan die man, die me bij al mijn initiatieven steeds moreel gesteund heeft. Zo is het mij onder andere gelukt om mijn licentiaatsdiploma wijsbegeerte te halen terwijl ik al aan de rechtsfaculteit werkte.” In 1994, het jaar voor rector Dillemans met emeritaat ging, kon MarieJeanne aan de slag als stafmedewerker bij het overlegcentrum voor ethiek in de De Beriotstraat. “Het overlegcentrum is een interdisciplinair, interfacultair orgaan, dat als kernopdracht heeft de interdisciplinaire gesprekken te bevorderen aan onze universiteit. Ik verzorg onder andere de redactie van ons tijdschrift, Ethische perspectieven. In
het Overlegcentrum geniet ik ten volle mee van de kruisbestuiving tussen de verschillende wetenschapstakken. Het enige wat me soms stoort, is de koudwatervrees van de faculteiten. Die staan immers vaak huiverachtig tegenover een interdisciplinaire dialoog.” Ook in haar privéleven hecht MarieJeanne heel veel belang aan samenwerking en dialoog. Ze is ongehuwd, maar voelt zich perfect in een “alternatieve vorm van wonen”, zoals ze het zelf noemt. “Ik deel een huis, een tuin, een auto, een huispoes en verschillende tuinpoezen met een medebewoner… En dat gaat fantastisch! Ik ben ervan overtuigd dat de mens fundamenteel een sociaal wezen is en alleen wonen zou ik dus maar niets vinden.” Een tikkeltje rebellie heeft MarieJeanne al haar hele leven gekenmerkt. Zo was ze bij de nonnekes zeker niet het braafste meisje van de klas: “Ik stelde altijd ambetante vragen en durfde al wel eens een kwajongensstreek uithalen. Zo hebben we ooit eens de schoolbel verstopt, waardoor de lessen pas later konden starten, maar helaas…
ook een pak langer duurden! Ik ben altijd een beetje een tegenwringer geweest. Je mag je niet te veel laten domineren door de heersende regels, vind ik, maar moet proberen het juiste evenwicht te vinden tussen individu en maatschappij.“ Als intrinsiek sociaal wezen begeeft Marie-Jeanne zich uiteraard vaak onder collega’s, maar toch heeft ze nog iemand gevonden op wie ze geen gezicht kan plakken. Het gaat om Hilde Afschrift, die “iets doet met lokaalverdelingen of zo.” Mijn opdracht voor de komende weken is duidelijk. In de volgende personeelskrant komt u alles over Hilde te weten…
campuskrant
22.9.2004
–personeelskrant –
11
Workshop omgangsvormen op de werkvloer
Klanten klagen nooit… zij zappen Hoe gedraag ik me op de werkvloer? En wat houdt klantvriendelijkheid precies in? Deze en andere vragen kregen de personeelsleden van onder meer de Financiële Diensten, Faculty Club en LeUCa, vorige week voorgeschoteld tijdens de workshop ‘Klanten klagen niet … zij zappen’. Wij vroegen hen naar hun ervaringen en werden bijzonder vriendelijk te woord gestaan. Een theatre-seminar wordt een dergelijke workshop genoemd. Acteurs en actrices gaan aan de slag met allerlei mogelijke werksituaties en vergroten een en ander opzettelijk uit. De bedoeling van de hele show? Werknemers de ogen openen en een blik in eigen boezem gunnen. Het verhoopte resultaat is uiteraard legendarische kwaliteit en een uitstekende service. De workshop is bedoeld voor alle medewerkers, van directie tot werkvloer. ”Het waren best grappige sketches’’,
zegt deelneemster Kirsten Verhaegen van de Financiële Diensten. “Op die manier blijft er toch iets van hangen. Van een saaie voorstelling zouden maar weinigen iets onthouden hebben. Zo toonden de acteurs bijvoorbeeld twee manieren van omgaan met klanten in een supermarkt. Eén van de personeelsleden snauwde de hele dag, de ander bekeek het leven meer door een roze bril en was begaan met de klanten. Omdat het zo overdreven was, maakte het toch wel indruk. Maar of ik er nu echt veel
(© Rob Stevens)
van geleerd heb, weet ik niet.” Volgens Kris Van Gool, adjunct-directeur van Alma, bereikte de theatervoorstelling haar doel. “Als we nu een discussie hebben op het werk, verwijzen we soms naar de workshop. Dat betekent toch dat het bijgebleven is. Volgen-
de week gaan we met het managementteam de voorstelling evalueren en bekijken hoe we sommige elementen op de werkvloer kunnen omzetten in de praktijk.” (re)
UZ Sport- en
Speldag Foto’s Rob Stevens
Te land, op kameel of in de lucht… Op zondag 19 september kon je op verschillende manieren aan sport en spel doen op de terreinen van het Universitair Sportcentrum. Het thema dit jaar was Ubuntu, een oude Zuid-Afrikaanse filosofie die je het best kunt omschrijven met de zin ‘ik leef omdat jij leeft’. In dat kader brachten Zuid-Afrikaanse artiesten muziek, dans en theater. Het lekkere weertje maakte de exotische sfeer compleet.
12
onderzoek
22.9.2004
campuskrant
Eindverhandelingen in de pers (2)
De nieuwe man bestaat (op papier) Sinds de K.U.Leuven samenvattingen van de beste en meest interessante licentiaatsverhandelingen op het Internet zet, hebben heel wat laatstejaarsstudenten tijdens de zomermaanden hun eerste interviews aan de pers mogen geven. Een selectie.
Jongeren en seksualiteit Bram Herbots (Sociologie) bestudeerde voor zijn eindverhandeling de relationele en seksuele leefwereld van laatstejaars secundair onderwijs. Hij interviewde zestien leerlingen uit diverse studierichtingen en deelde ze op in vier verschillende types: het klassieke, het naïeve, het tolerante en het permissieve type. Drie parameters blijken bepalend te zijn voor de visie van jongeren op relaties en seksualiteit: de mate waarin ze traditionele waarden en traditionele denk- en handelingspatronen verdedigen, de mate waarin ze een sterk liefdesideaal koesteren en een duidelijk beeld hebben van hoe een goede relatie moet verlopen, en de mate waarin ze reeds ervaringen hebben opgedaan op relationeel en seksueel gebied. Kim of Justine De Vlaamse kranten schrijven meer en positiever over Kim Clijsters dan de Waalse dagbladen. In de Waalse dagbladpers krijgt Justine Henin-Hardenne dan weer meer aandacht en lof toebedeeld. Dat blijkt uit de eindverhandeling van Nathalie Rombouts (Communicatiewetenschap). Senioren en televisie Els Vanspringel (Communicatiewetenschap) onderzocht voor haar eindverhandeling het televisiegebruik bij 60plussers. Ze ondervroeg 126 senioren, van 60 tot boven de 85 jaar. De ondervraagden bleken gemiddeld vier uur tv te kijken per dag, zowel op weekdagen als in het weekend. Met televisie willen ze zich ontspannen, maar vooral ook informeren. Het nieuws wordt veruit als het meest interessante programma beschouwd, gevolgd door actualiteitsprogramma’s, documentaires en reportages. Pas daarna volgen drama, entertainment en sport. De senioren hebben een duidelijke voorkeur voor TV1, VTM en Canvas. Naar jongerenzenders als JIM en TMF
wordt bijna nooit gekeken. De uitzendingen van de regionale zender — ROB in de studie — blijken niet bij alle 60plussers populair. Lager geschoolden kijken minder naar de regionale televisie dan hoger geschoolden. Ook relatief jonge senioren — tot 69 jaar — kijken meer naar de regionale televisie dan hoogbejaarden (of 85- plussers). Boulimie en perfectionisme Patiënten met boulimia nervosa zijn nóg perfectionistischer dan patiënten met anorexia nervosa. Dat blijkt uit de verhandeling van Ann Huysmans (Revalidatiewetenschappen). Zij legde vierhonderd patiënten met boulimia nervosa of anorexia nervosa en 600 gezonde studenten van dezelfde leeftijd een vragenlijst voor. Uit de antwoorden blijkt dat eetstoornissen wel degelijk in sterke mate gepaard gaan met perfectionisme. Patiënten hebben onrealistische doelstellingen en streven in alles perfectie na: in hun voeding, hun lichaam, hun werk, hun studies, hun gezin. Huysmans ging na wie het meest perfectionistisch zijn: mensen met anorexia of mensen met boulimie. Tot haar grote verbazing bleken dat de patiënten met boulimie te zijn, hoewel alle wetenschappelijke studies totnogtoe het omgekeerde beweren. Pesten op school Leen Boschmans en Ann Smits (Psychologie) maakten een eindverhandeling over pesten op school. Ze vroegen middelbare scholieren van de eerste graad uitvoerig pestincidenten te beschrijven waar ze op de een of andere manier bij betrokken waren — als getuige, dader of slachtoffer. Leen bestudeerde de reacties vanuit het perspectief van het slachtoffer, Ann vanuit het perspectief van de dader. Volgens promotor professor Iven Van Mechelen waren de getuigenissen van de scholieren vrij aangrijpend: “Jongeren die helemaal uitgesloten worden, regelmatig spullen ‘kwijtraken’, racistische opmerkingen moeten slikken of hun boterhammen uit de vuilnisbak moeten vissen. Dat brengt iemand helemaal van zijn stuk en kan behoorlijk nazinderen. Vaak staat het slachtoffer helemaal geïsoleerd.” Het pesten gebeurt meestal wanneer er weinig of geen supervisie is, bijvoorbeeld tijdens de speeltijd. Wordt er toch gepest in aanwezigheid van een volwassene, dan gebeurt dat heel subtiel — negeren bijvoorbeeld. Pesten blijkt vaak voor te komen in overgangsperiodes, zoals bij de overstap van lager naar middelbaar onderwijs. Ruim acht op de tien van de onderzochte pestincidenten waren van verbale aard. Volgens Van Mechelen beschrijven pesters hun slachtoffers als scholieren die op de één of andere manier buiten de norm vallen. Tijdens het pesten hebben de pesters negatieve gedachten over hun slachtoffer, maar ook soms over zichzelf. Sommigen voelen zich schuldig, anderen proberen zich dan weer in te leven in de gevoelens van hun slachtoffers en putten daar een zeker sadistisch genoegen uit.’’ Nieuwe man? Vlaamse mannen- en vrouwenbladen hangen een vertekend beeld op van de
(© Rob Stevens)
Simpson-leerkrachten Volgens Jana Syen (Sociologie) hebben de meeste leraren slechts een oppervlakkige kennis van de jongerencultuur. Na een reeks diepte-interviews onderscheidt zij drie types: Simpson-leerkrachten zijn leraren die geïnteresseerd zijn in de jongerencultuur en ze ook betrekken in de les. Deze leerkrachten vragen aan leerlingen om zelf cd’s mee te brengen of gebruiken teksten uit tijdschriften die populair zijn bij jongeren. De tweede groep zegt ronduit geen belangstelling te hebben voor waar hun leerlingen buiten school mee bezig zijn. De semi-Simpson-leerkrachten zijn wél geïnteresseerd in de leefwereld van jongeren, maar maken daar geen gebruik van in hun les. Volgens Jana Syen bestaat er geen verschil tussen leerkrachten ASO en BSO. Wel is er een duidelijke link met het vak dat gegeven wordt: leerkrachten PAV — project algemene vakken — en Nederlands zijn veel vaker Simpson-leerkrachten. Leeftijd blijkt een rol te spelen, maar het is niét zo dat jonge leraren per definitie meer op de hoogte zijn van de jongerencultuur, en oudere automatisch minder. Of de leerkracht in kwestie al dan niet opgroeiende kinderen heeft, heeft ook zijn invloed.
mannen van vandaag. Dat is de conclusie van Els Vandingenen (Communicatiewetenschap). Terwijl mannen die kiezen voor rollendoorbreking nog steeds in de absolute minderheid zijn, stellen bladen als Flair, Libelle, Feeling, en — opmerkelijk — vooral ook Menzo en PMagazine de vertegenwoordigers van de ‘nieuwe man’ voor als de meerderheid. Alleen Ché blijft het machomannenblad bij uitstek. Parkeren in Leuven Jeroen Engelen (Toegepaste wetenschappen) onderzocht het parkeerbeleid in Leuven. Hij plaatste een enquête op het Internet, waarop hij 540 reacties ontving. Belangrijkste conclusie is dat er te weinig parkeerplaatsen zijn voor de inwoners van Leuven. Een van de oplossingen is volgens Engelen om studenten te ontmoedigen om het centrum in te rijden met hun wagen. Voor hen kan men bijvoorbeeld extra randparkings voorzien. Daarnaast moet het bestuur volgens Engelen ook de wagens van bezoekers van de straat proberen te houden. De enquête wijst immers uit dat de helft van de bezoekers zijn wagen langs de weg parkeert. Van de andere helft gaat tweederde eerst uitgebreid op zoek naar een parkeerplaats op straat, om uiteindelijk toch in een ondergrondse parking te belanden. Slechts een kleine minderheid rijdt rechtstreeks naar een ondergrondse garage. Dat veroorzaakt niet alleen onnodig veel verkeer in de binnenstad, maar vooral ook een overbezetting van de parkeerplaatsen op straat. De enige oplossing is mensen aanmoedigen om de ondergrondse parkings te gebruiken, en dat kan door de prijzen te verlagen. Op dit moment is
parkeren op straat nog steeds goedkoper. Allochtone ouders en de school Laure Willekens (Sociologie) nam voor haar eindverhandeling de vaak moeilijke relatie onder de loep tussen scholen en ouders uit een andere cultuur. Die blijken vaak een verkeerd beeld van elkaar te hebben. De scholen hebben het idee dat de ouders niet geïnteresseerd zijn, de ouders van hun kant hebben het gevoel dat de school hen als minderwaardig beschouwt. Willekens deed een rondvraag in vier Limburgse scholen en stelt vast dat er een groot verschil bestaat tussen ouders van de eerste en de tweede generatie. Tweedegeneratie-ouders of mensen die in de jaren tachtig gemigreerd zijn noemt Willekens ‘ambitieus betrokken ouders’. Zij vinden school belangrijk, hebben zelf minstens het secundair onderwijs afgemaakt, gaan naar alle oudercontacten en kennen het schoolsysteem. Hun kinderen vind je meestal terug in het ASO en ze doen het goed. Dat is niet het geval bij de kinderen van de eerste generatie. Die presteren zwak en de ouders zijn weinig betrokken. Ze nemen weinig contact op met de school en vinden dat de school hen betuttelt. De contacten verlopen moeilijk vanwege het taalprobleem en omdat de ouders het gevoel hebben dat de school hun kinderen wil losweken uit hun eigen cultuur. Nochtans hebben deze ouders heel hoge verwachtingen voor hun kinderen — althans voor de zonen — maar ze weten niet hoe het schoolsysteem in elkaar zit, en welke studierichtingen tot welke beroepsuitwegen leiden.
campuskrant
jubileum
22.9.2004
13
Alma viert met megafuif
Vijftig jaar koninginnen- en andere hapjes Zes frank voor het ontbijt, vierentwintig frank voor het middagmaal en twintig frank voor het avondmaal: dat waren de bedragen die je in 1954 moest neertellen voor een voedzame maaltijd in het splinternieuwe ‘spijshuis’ Alma op de Bondgenotenlaan. Vijftig jaar later zijn de democratische prijzen nog altijd een troef van de — inmiddels vijftien — Alma-restaurants en -cafetaria’s. Voor het verjaardagsfeestje P@lma (zie kaderstukje) moet je mits reservatie vooraf zelfs helemaal niets betalen. Reiner Van Hove
H
oewel ze de hippe namen op de affiche van P@lma niet kent, zal ook Lydia Thues op het feestje aanwezig zijn. Vijfendertig jaar geleden ging zij bij Alma aan de slag als locatieverantwoordelijke, en sinds drie jaar is ze manager van de restaurants. Zij maakte tijdens die meer dan drie decennia de exponentiële groei mee van de restaurants en hun aanbod: “Bij de start van Alma I in 1954 was het menu heel eenvoudig: vlees, groenten en aardappelen. Per dag werden er toen zo’n 500 maaltijden verkocht. Toen ik
P@lma: historisch verantwoord fuiven! Op donderdag 14 oktober trakteert Alma op een groots verjaardagsfeest. Party@Alma (kortweg P@lma) gaat Guy De Pré en zijn Prehistorie achterna: op zes verschillende plaatsen staat de muziek uit zes verschillende decennia centraal. Zo wordt het verjaardagsfeest een flitsende tijdreis door de geschiedenis van de popmuziek. De namen die aantreden zijn niet de minste: er zijn optredens gepland van onder anderen Arsenal, DeLaVega, Triggerfinger, Wawadadkwa, Traktor, Venus in Flames, DJ Bobby Ewing, en CJ Bolland. Kaarten kunnen vanaf eind september gratis gereserveerd worden op de website van P@lma: http:// www/partyatalma.be. Bij registratie kies je de plaats waar je de tickets wil afhalen. Dat kan vanaf 1 oktober in de verschillende studentenrestaurants. Op de dag zelf kost een kaart 10 euro.
vijftien jaar later bij Alma aan de slag ging, was het aanbod al een stuk groter: onze klanten hadden toen de keuze tussen drie warme schotels en één koude schotel. We werkten toen nog met tickets, waarvoor je soep, een hoofdschotel en een dessert kreeg.” “Zo’n twintig jaar geleden waren wij pioniers op het vlak van vegetarische maaltijden. In Alma II was er toen een kok die alleen vegetarische schotels bereidde. Van de 4.000 maaltijden die daar per dag over de toonbank gingen, waren er zo’n 600 à 700 vegetarisch! Inmiddels is dat aandeel weer wat verminderd, omdat vegetariërs nu veel andere mogelijkheden hebben. Anno 2004 is het algemene aanbod wel heel ruim: dagelijks bieden we acht warme schotels en drie koude schotels aan. Het populairst zijn de spaghetti bolognaise, het koninginnehapje en het stoofvlees. Op een drukke dag verkopen we nu in totaal zo’n 6.000 maaltijden.” Niettemin krijgt Thues soms te horen dat het aanbod beperkt is: “Ja, onze klanten zijn zeker veeleisender geworden. De studenten van nu zijn ook veel bewuster en kritischer. Dat merken we aan de suggestiebus, die sinds enkele jaren in gebruik is. Een klacht die vaak terugkomt, is dat er niet genoeg groenten zouden zijn. Toch stellen we vast dat de studenten de twee warme groenten die we per dag aanbieden, zelden op hun bord scheppen. Andere kritiek die we wel eens horen, is dat de Almamaaltijden te vet zouden zijn. Maar als we aardappelen, rijst én frieten op het menu zetten, dan kiest meer dan de helft voor frieten…” “Toch vind ik dat we nog meer contact met de studenten zouden moeten hebben — via de kringen bijvoorbeeld
“De studenten hebben ooit koeienogen in de soep gedaan: op het moment zelf niet zo leuk, maar nu kan ik er wel om lachen.” (© Rob Stevens)
— om hen op die manier nog meer inspraak te geven. Misschien zouden we dan ook beter duidelijk kunnen maken dat je in Alma heel gezonde maaltijden met weinig vetstoffen voorgeschoteld krijgt.” Over contact met studenten gesproken: Thues maakte tijdens haar carrière al meermaals kennis met hun ludieke kantjes. “Vroeger maakten studenten dankbaar gebruik van carnaval-
en sinterklaasvieringen in Alma om allerlei streken uit te halen. Op 1 april veranderden ze bijvoorbeeld de menu’s zodat niemand er nog wijs uit raakte. Ik herinner me ook dat ze ooit koeienogen in de soep gedaan hebben. Op die momenten zelf vond ik die grappen niet zo leuk, maar nu kan ik er wel om lachen (lacht inderdaad).”
Eerste
erfgoedsteen
(© Rob Stevens)
Op dinsdag 14 september vond de officiële eerstesteenlegging plaats van het nieuwe erfgoeddepot van KADOC, gelegen in de De Croylaan. Een magazijn moet de snelle opvang van grote erfgoedgehelen mogelijk maken. Verder komen er werkruimten voor triëring en registratie en veilige magazijnen voor de definitieve bewaring van archieven. De eerste steen werd onthuld door (van links naar rechts) rector Oosterlinck, KADOC-voorzitter Emiel Lambrechts, en algemeen beheerder Goedseels. www.kadoc.kuleuven.ac.be/nl/ algemeen/nieuwbouw/nieuwbouw.htm
14
interview
22.9.2004
campuskrant
Leven na Leuven Kaat Vandensavel, schooldirecteur op haar dertigste
(© Rob Stevens)
“ Ik heb geluk gehad dat het allemaal zo snel is gegaan” Ze is 31, Kaat Vandensavel — Kathelijne volgens haar identiteitskaart — en op 1 september begon ze aan haar derde schooljaar als directeur van het Koninklijk Atheneum Redingenhof in Leuven. Toen ze pas benoemd was, was ze de jongste schooldirecteur van Vlaanderen. Wat is haar geheim, wilden wij weleens weten? Talent? Ambitie? Minutieuze carrièreplanning? “Toeval,” antwoordt ze. “Gewoon toeval. En ook een beetje geluk.” Interview Tim Vuylsteke
En toch is niet alles in het leven van Kaat Vandensavel toe te schrijven aan de willekeur van Dame Fortuna. De keuze voor een opleiding Germaanse talen, bijvoorbeeld, lag in haar geval voor de hand. Haar beide ouders zijn immers leraars/germanisten. Het duurde echter tot 1998 voor Kaat ook zelf voor de klas stond. “Dat klopt. Na die vier jaar Germaanse, en met het aggregatiediploma op zak, ben ik voor een jaar naar Poitiers getrokken om er een postgraduaat Middeleeuwse Studies te volgen. Maar na dat jaar ben ik in Frankrijk blijven hangen. Tot november 1998 om precies te zijn.” Niet populair “Toen ik terugkwam, ben ik meteen beginnen solliciteren, zowel in VlaamsBrabant als in Limburg – ik woon momenteel in Hasselt samen met Arthur, mijn zoontje van zes. Twee weken na
mijn thuiskomst had ik een fulltime directeursstoel niet echt een uitzondeopdracht tot het einde van het school- ring.” jaar in het Redingenhof op zak. Zo ben “Overigens ben ik ondertussen ook in ik hier dus terechtgekomen. Louter toe- de middelbare scholen al een tijdje niet vallig eigenlijk.” meer de jongste. De job van schooldirec“Ik had het geluk dat mijn opdracht teur is tegenwoordig niet meer zo popuop het einde van het schooljaar telkens lair. Vandaar dat jonge mensen nu meer verlengd werd, en na drie jaar was ik kansen krijgen wat dat betreft...” vastbenoemd. Toen heb ik de directeursopleiding van het gemeenschapsAfstand onderwijs gevolgd, aan de VUB. Die Het mag dan wel gemakkelijker zijn bestond uit vijf modules – gaande van dan vroeger voor jonge mensen om schoolleiderschap tot personeelsbeleid schooldirecteur te worden, ze moeten en administratief beheer – en resul- toch nog altijd de stap zetten naar de teerde in een bedirecteursopleikwaamheidsatding. “O, maar “De job van schooldirecteur test. En – alweer iedereen kan toevallig – net is tegenwoordig niet meer zo die opleiding in het jaar dat volgen, hoor. Ikpopulair. Vandaar dat jonge ik dat attest bezelf was vanaf mensen nu meer kansen haalde, werd de mijn derde jaar toenmalige diop school actief krijgen wat dat betreft...” recteur van het als coördinator Redingenhof alvan het tweede gemeen directeur van de scholengroep. leerjaar van de tweede graad – het vierIk kon mij kandidaat stellen, en een de jaar dus. Je moet weten dat we hier tijdje later duidde de selectiecommissie in de eerste en de tweede graad ASO mij aan als zijn opvolger.” werken volgens de principes van het We schrijven 2002 wanneer dat ge- methode-onderwijs. Dat betekent dat er beurt. Negenentwintig was Kaat toen: voor elk leerjaar een coördinator wordt de jongste schooldirecteur van Vlaan- aangesteld, die een team van kernleerderen. “Correctie: ik was alleen de krachten rond zich heeft.” jongste in het secundair onderwijs. In de basisscholen zijn twintigers op de pagina 15
campuskrant
interview
22.9.2004
“Het is één van die collega’s die me aanraadde me voor de directeursopleiding in te schrijven. Ik dacht toen: waarom niet? Als ik die cursus ooit wil volgen, zou ik het beter nu doen, nu mijn brein nog fris is, nu ik nog in staat ben om te studeren. En als ik dan over een tiental jaar directeur zou kunnen worden, zou dat fantastisch zijn. Maar ik had geluk: het is allemaal veel sneller gegaan.” Mist een directeur het lesgeven niet? “O ja, vooral in het begin was het ontzettend vreemd. Lesgeven is een heel interactieve bezigheid, terwijl dit veel meer een managementjob is. Ik moet me nu bezighouden met administratie en personeelsbeleid, maar ook met het juridische en financiële beleid van de school. Bovendien ben ik voortdurend aanwezig op school, terwijl dat vroeger, toen ik nog leraar was, veel minder was. Je leven verandert wel degelijk in belangrijke mate als je schooldirecteur wordt, en ik denk dat die verandering voor elke leerkracht, of hij nu dertig of vijftig is, even groot is.” “Aangezien ik uit de ‘zachte filologische sector’ kom, wist ik bitter weinig over boekhouding, balansrekenen en begrotingen toen ik aan die opleiding begon. Maar je leert natuurlijk erg snel als je eenmaal bezig bent. Als je in het ‘bad’ van het directeursschap wordt geworpen, moét je je wel aanpassen.” “Het enige wat ik echt moeilijk vind aan dit werk, is iemand te zeggen dat ik niet tevreden ben over wat hij of zij doet. Je moet als directeur een zekere afstand kunnen bewaren, en dat is niet altijd even gemakkelijk.”
Ingenieur Op samenkomsten van schooldirecteuren zijn de germanisten waarschijnlijk op één hand te tellen. “Het Koninklijk Atheneum Redingenhof is in de eerste plaats een sportschool en een technische school. Je zou hier dan ook veeleer een ingenieur verwachten als directeur dan een germanist. Maar goed, ze hebben voor mij gekozen, en, zoals ik al zei, als je eenmaal aan het werk bent, leer je heel snel bij.” “Of er echt concrete zaken uit mijn opleiding Germaanse zijn die me helpen bij dit werk? Ik denk het niet, nee. Hoewel, als ik moet spreken op algemene personeelsvergaderingen en zo, komt de taalvaardigheid me natuurlijk wel van pas.” “Ik blijf echter een germanist. Vanuit die ‘roots’ ben ik dan ook in het bijzonder bekommerd om de talenkennis van onze leerlingen. Zo ijver ik al een hele tijd voor meer Engels in het vak PAV – Project Algemene Vorming – een soort ‘melting pot’-vak voor de leerlingen van het beroepsonderwijs. En ik ben ook heel erg geïnteresseerd in internationale samenwerking. Binnenkort nemen we met onze school deel aan enkele Comenius-projecten.” Hoe groot is de kans dat we over tien of twintig jaar nog steeds over ‘directeur Vandensavel’ spreken? “Goh, daar heb ik op dit moment geen idee van. Dat zien we dan wel over twintig jaar, zeker?”
15
��������� ������ ��������������
�������������������������������������������������������� �����������������������������
����
���������������������������������� ����������������������������������������������������������� ���������������������������������������������������
�
�����������������������
������������������������������������������������������
�������������������������������� ����������������������������������������������
�����������������������
����������������������������������������������
������������������� ��������
����������������������������������������������������������������
��������������
�������������� ������������������������������������������������������������������ ������������������ ������������������������������������������ �����������������������������
KAMER
BREED Om de drie weken belt onze man in de straat aan bij een willekeurig Leuvens studentenkot, en onderwerpt een kamer én haar bewoner aan een grondig onderzoek. Deze keer hielden we halt in de Ravenstraat, maar wees op je hoede, want onze reporter verlegt voortdurend zijn terrein. Volgende keer belt hij misschien wel bij jou aan! (© Rob Stevens)
DE
KAMER
Adres: Ravenstraat 92 Ligging: Gelijkvloerse verdieping, straatkant Grootte: 12 à 13 m2 Huurprijs: 186,50 euro per maand Aantal studenten: Zeven (zes meisjes, één jongen) Inboedel: Bed, bureau, kleerkast, lavabo, boekenrek, laptop, stereo-installatie, kaart van Congo, vlaggen van Occitanië en South Carolina, mandje Chocotoffs
DE
BEWONER
Naam: Jan Roobrouck Leeftijd: 21 Studierichting: Tweede licentie Geschiedenis Woonplaats: Vichte Lief: Elisabeth, sinds Kerst 2001 Geslaagd?/!: Slagen voor de vakken moet zeker lukken, hoewel het niet zo gemakkelijk zal zijn als vorig jaar. Eerste lic was een beetje een luilekkerjaar, maar nu komt die eindverhandeling er natuurlijk bij. Mijn thesis is trouwens de reden waarom ik half september al in Leuven ben. Ik schrijf over de ontstaansgeschiedenis van Lovanium, de vroegere Leuvense universiteit in Kinshasa. Vandaar die kaart van Congo aan de muur... Het zal hard werken worden om alles op tijd af te krijgen, maar ik doe in elk geval mijn uiterste best. Hobby’s: Fietsen en zwemmen (recreatief natuurlijk—ik ben zeker geen
topsporter), reizen (in de zomer reisde ik naar Zuid-Frankrijk, en zometeen vertrek ik naar Istrië, in Noord-Kroatië—nog even een weekje ertussenuit voor het begin van het nieuwe academiejaar) en lezen Hoezo dit kot?: Ik weet niet of dit wel in Campuskrant mag, maar vorig jaar had ik een kreng van een kotmadam. Ik was dus wel aan verandering toe. Bovendien was de ligging ook niet bijster goed: langs de Ring. Dat betekende niet alleen veel verkeer, maar ook een heel eind te voet naar de Letterenfaculteit. Toen een vriendin van mijn vriendin liet weten dat op haar kot een kamer vrijkwam, was mijn keuze dan ook snel gemaakt. Kotleven: Ik heb er nog geen idee van hoe de sfeer op kot zal zijn, want totnogtoe heb ik nog maar één van mijn zes kotgenotes ontmoet: die vriendin van mijn vriendin. Ik zou nu wel lovende uitspraken willen doen over de andere vijf meisjes, maar erg geloof-
waardig zou ik dan niet overkomen. Maar goed, ik twijfel er niet aan dat het allemaal goed zal meevallen. Uitgaansleven: Tegenwoordig bestaat dat vooral uit op café gaan met een kleine groep vrienden. Fuiven lijkt er op de een of andere manier niet meer van te komen. Ik denk dat mijn laatste fuif de Afscheidsfuif op de KULAK was zo’n anderhalf jaar geleden. Verklaring voor de vlaggen: Ik heb bewust gekozen voor twee ietwat ‘marginale’ vlaggen. Weinig mensen zullen de vlaggen van Occitanië en South Carolina herkennen. De eerste kocht ik op een traditioneel marktje in Zuid-Frankrijk, de tweede toen ik in de zomer van 2003 met een KULAK-uitwisselingsproject drie weken verbleef aan de Furman University in Greenville, South Carolina.
16
cultuur
22.9.2004
campuskrant
Doctoraat: Kinderen in het oude Rome
Kinderarbeid en pedofilie geen probleem
E
r zijn maar weinig echte traktaten over kinderen en opvoeding te vinden in de Latijnse teksten die bewaard zijn gebleven, maar uit zijdelingse opmerkingen kunnen we toch heel wat opmaken. Christian Laes: “Drie bijzonder dankbare bronnen waren Augustinus, die het in zijn Belijdenissen over zijn eigen jeugd heeft, Quintilianus, en het werk ‘Over de opvoeding van kinderen’, van iemand die zich voordoet als Plutarchus. Daarnaast heb ik me dus gebaseerd op terloopse opmerkingen bij antieke auteurs, en op opschriften, onder meer op grafstenen.” Opmerkelijke vaststelling: kinderen werden in het oude Rome gezien als een sociale eerder dan een psychologische categorie. Laes: “Je moet daarbij voor ogen houden dat alle geschriften geproduceerd zijn door een kleine elite: vrije, intellectueel gevormde mannen die gezag konden uitoefenen. Voor hen waren jongens simpelweg nog niet wat zij al wél waren. Het verschil met vrouwen en slaven was wel dat vrije jongens ooit zélf de elite zouden vormen. Daardoor is de houding tegenover hen toch dubbelzinnig: ze zijn sociale outsiders,
Onze idee van het onschuldige, zorgeloze kind is een vrij recent product van de Romantiek, dus het hoeft niet echt te verbazen dat men er in het oude Rome anders over dacht. Toch klinkt het wel erg cru als — vrije — kinderen op één lijn worden gezet met dieren, slaven en — stel je voor —, vrouwen. Christian Laes verdedigt op zes oktober zijn doctoraat over de kindertijd in het oude Rome. Gert Gielen maar hebben tegelijk ook de toekomst Ongepast in handen.” Kinderarbeid was geen probleemcon“De houding tegenover kinderen cept in het oude Rome. “Het merendeel werd wellicht ook beïnvloed door de van de kinderen werd al snel in het hoge kindersterfte: van de duizend kin- arbeidsproces ingeschakeld, al waren deren stierven er vijfhonderd voordat voor de kinderen van de Romeinse elite ze tien jaar oud wade functies wel meer ren, waaronder drieKinderen waren in het titulair en kregen zij honderd voor hun de tijd om hun opoude Rome eerder een leiding te voltooien. eerste verjaardag. Wellicht leidde dat sociale dan een psycho- Als we al kritische ook tot een meer afopmerkingen vinlogische categorie wachtende houding den, gaat het over tegenover kinderen. de omstandigheden Let wel, ik heb het dan over collectieve waarin kinderen moeten werken, het patronen. Mensen werden natuurlijk principe zelf wordt nooit in twijfel gewel zwaar getroffen door het verlies trokken.” van hun eigen kind.” Ook het onderwijs verliep op een
voor ons opmerkelijke manier. “Een groot verschil is dat elke staatssturing ontbrak. Iedereen die dat wou, kon een school openen. De scholen kenden ook geen jaarklassen en het onderwijs was heel cyclisch georganiseerd: nieuwe leerlingen begonnen meteen met het bestuderen van teksten die ze op het einde van hun schoolopleiding opnieuw zouden behandelen. Ze stopten hun studie ook gewoon als ze zelf vonden dat ze klaar waren.” Pedofilie werd niet als afwijkend beschouwd. “Seksuele relaties met minderjarigen – trouwens niet zo strikt afgebakend door een vaste leeftijd, zoals dat bij ons het geval is – werden niet als een probleem op zich gezien. Het werd wel als ongepast ervaren als het niet ging om een slaaf, maar om een vrije jongen. Niet vanwege eventuele emotionele schade, maar omdat dat de ene vrije man in een ondergeschikte positie zou kunnen brengen tegenover een andere.”
Tentoonstelling Boeken en bibliotheken in de oudheid
Boeken pellen, boeken opgraven, boeken... Moderne boeken hebben een rug, maar wist u dat boekenrollen een navel hadden? De tentoonstelling Boeken en bibliotheken in de oudheid brengt in drie luiken een boeiend stuk geschiedenis over schrijfmaterialen, de evolutie van rol naar codex, en bibliotheken. Joke Depuydt
M
et vele foto’s, enkele knappe originelen en verrassende computertoepassingen ligt de klemtoon van de tentoonstelling doelbewust op het didactische. “Momenteel schreven al 30 scholen zich in, goed voor 50 rondleidingen,” aldus professor Willy Clarysse van het Departement Klassieke Studies dat de tentoonstelling organiseert. Opvallend is de papyrustekst met rode stempel uit 80 voor Christus, een origineel uit het Papyrologisch Instituut van Leiden. Zo’n stempel, een notariscontrole, is enig in de oudheid. Uit Leiden komt ook het oudste stukje Grieks met muziek: muzieknotities van Euripides uit de derde eeuw voor Christus. Het christendom speelde indirect een rol in de evolutie van rol naar codex. Oudtestamentische profeten worden steevast afgebeeld met een rol, de evangelisten met een boek. Het orakelboek van Astrampsychus werd verwerkt in computerprogramma’s en voorspelt uw en mijn toekomst, maar “in ongeveer zeventig procent van de gevallen is de voorspelling veeleer negatief,” waarschuwt medewerkster Katelijn Vandorpe. Achttien eeuwen liggen er tussen een origineel stukje uit de Odyssee van Homeros, uit de eigen Leuvense collec-
Op de tentoonstelling zijn foto’s, originele manuscripten en verrassende computertoepassingen te bekijken. (© Rob Stevens)
tie, en de zestiende-eeuwse druk die ernaast ligt. Computerbeelden verduidelijken hoe de meeste papyri in Egypte worden gevonden, zelfs in mummieomhulsels. In het laatste luik staat professor Clarysse stil bij beroemde bibliotheken, onder meer die van de schoonvader van Julius Caesar, de papyrusvilla in Herculaneum: “Verkoolde papyrus ziet eruit als een boomstronk. Via verschillende technieken van pellen, lijmen en uitein-
delijk infrarood is men erin geslaagd de teksten te lezen, maar er wachten nog honderden rollen.” “Een andere problematiek is die van het bewaren. Originele halfverkoolde boeken die de brand van de universiteitsbibliotheek in 1914 net overleefden, onderstrepen die vergankelijkheid.” Tot slot werd recent een ontbrekend stuk van een gedicht aangekocht. Het gedicht, dat de lezer ‘uitnodigt tot ontucht’, vormt een kleine bibliotheek op
zich. U bent gewaarschuwd.” De tentoonstelling loopt van 21 september tot 29 oktober in de Centrale Bibliotheek op het Ladeuzeplein. Vrij toegankelijk van maandag tot en met vrijdag van 9u tot 18u30. Meer info (o.m. lesbrief voor leerkrachten) op http://ldab.arts.kuleuven. ac.be/bb/index.html
campuskrant
CULTUUR
22.9.2004
OpeningsUUR KULtUUR met Flip Kowlier
De Leuvense moat’n van Flip “‘k Benne nuoit ne goeie mins gewist, lat stoan nen angenoame vint.” Chinees voor u? Dan moet u zich zo snel mogelijk inschrijven voor een spoedcursus Izegems, tenminste als u volgende woensdag geen woord wil missen van de liedjes die Flip Kowlier zal brengen op het OpeningsUUR KULtUUR in het Stadspark. Al kunt u natuurlijk ook gewoon komen voor de muziek, en gelijk zou u hebben, want die is — dat weet heel Vlaanderen ondertussen — ook niet mis. Tim Vuylsteke
W
e zijn Flip Kowlier gaan opzoeken in zijn eigen Izegem, want de meervoudige Zamu Awardwinnaar mag dan wel in Gent wonen tegenwoordig, als ambassadeur van het West-Vlaams treedt hij vanzelfsprekend nog heel vaak op in zijn thuisprovincie. Maar ook Leuven doet hij de laatste maanden met opvallend grote regelmaat aan. In augustus was hij nog een van de blikvangers op Marktrock, en nu is hij dus de ster van het OpeningsUUR KULtUUR. Flip: “Daar hoef je niets achter te zoeken, hoor. Dat heeft gewoon te maken met vraag en aanbod, en toevallig kwamen die twee Leuvense concerten vrij kort na elkaar te staan. Dat neemt natuurlijk niet weg dat ik graag in Leuven kom, al was het maar vanwege de vrij grote kolonie West-Vlaamse studenten die er huist.” En dat is de enige reden? “Nee, Leuven is een toffe stad, waar altijd heel veel te beleven valt. Weet je trouwens dat ze ooit de Lido een tijd gesloten hebben na een optreden van ’t Hof van Commerce? Wij wisten toen nergens van, maar blijkbaar werd de volumelimiet die avond ruim overschreden. Toen ze me dat achteraf vertelden, moest ik toch even lachen.” Struikelblok De niet-West-Vlaamse studenten, zullen die ook iets hebben aan het optreden? “Ik hoop van wel. Het is niet omdat ze maar een paar woorden begrijpen, dat ze niet van het concert zouden kunnen genieten. De uitstekende live band, bijvoorbeeld, is ook een goede reden om te komen. Het begrijpen van de teksten geeft misschien wel een extra dimensie aan je luisterplezier, maar het is niet noodzakelijk. Ik treed ook op in Nederland, en met ’t Hof van Commerce trekken we binnenkort naar Zuid-Afrika, en in geen van beide landen is ons ‘onverstaanbare’ dialect een struikelblok.” “Overigens hoeft ook niemand te vrezen dat dit UUR KULtUUR-optreden een kopie wordt van de set op Marktrock.
17
KORTCULTUUR Gratis UUR KULtUUR Egyptische dans Op 13 oktober brengt Laura De Gaspari tijdens UUR KULtUUR een vertolking van de Egyptische solodans Raqs Sharqi. Raqs Sharqi is opgebouwd rond een improvisatie waarbij danseres en muzikanten een intieme dialoog aangaan. Hun samenspel mondt uit in de zar, oorspronkelijk een rituele dans om boze geesten uit te drijven. Het doel van deze dans is niet zozeer esthetisch, maar spiritueel. Laura de Gaspari maakte deel uit van het Londense ‘Dance Theatre of Egypt’. Tussen 1990 en 1992 trad ze op in tal van grote steden in Engeland en elders in Europa. In haar benadering van Raqs Sharqi ontwikkelde De Gaspari een persoonlijke stijl met traditionele en moderne invloeden.
“Als dat Izegems mijn enige troef was, zou het snel gedaan zijn met Flip Kowlier. De muziek is echt veel belangrijker.” (© Marc Masschelein)
Elke keer is anders. Ik durf nu dan ook nog niet te voorspellen hoe het concert er zal uitzien. Dat zal afhangen van de sfeer van de dag. Zullen we vooral voor de ambiance gaan, of zullen we proberen het publiek aandachtig te doen luisteren, ik weet het echt nog niet. Het kan alle kanten uit, en hoe het precies wordt, zullen we met zijn allen pas merken op 29 september, denk ik.” Televisieserie Flip Kowlier is niet de eerste artiest die liedjes opneemt in het dialect, maar hij is wel een van de weinige bij wie het succes blijft duren. “Misschien komt dat doordat de muziek voor mij altijd op de eerste plaats komt. Als dat Izegems mijn enige troef was, zou het snel gedaan zijn met Flip Kowlier. Je eerste single slaat dan wel aan, vanwege het grappige effect, maar je kan niet blijven teren op het succes van dat ene nummer. Dat ik in het West-Vlaams zing, komt enkel doordat ik me in die taal het best kan uitdrukken. De muziek is echt veel belangrijker.”
“Wat mijn volgende project wordt, weet ik nog niet. Wellicht komt er binnen afzienbare tijd een nieuw album van ’t Hof van Commerce, maar echt concrete plannen zijn er nog niet. Daarnaast zou ik graag eens de muziek mogen schrijven voor een televisieserie, maar ook dat plan is voorlopig nog heel vaag. Net zoals mijn voornemen om opnieuw te gaan samenwerken met Brahim. Of ik ooit in het Engels zal zingen? Ik denk het niet. Die taal ligt me niet zo goed. Zoals ik al zei, ik kan me het best uitdrukken in mijn eigen dialect, dus ik zie — althans voorlopig — geen enkele reden om het West-Vlaams niet trouw te blijven.” OpeningsUUR KULtUUR met Flip Kowlier, 29 september, 20u30, Stadspark, gratis. Anderhalf uur voor Flip Kowlier maakt de Gentse band Moiano het podium onveilig. Tijdens en na de optredens (19-22u) kan je heel wat cultuurtips opdoen op de infomarkt.
(© Tim Volodin)
Woensdag 13 oktober, 22u, Pieter De Somer-aula, Debériotstraat 24, http://www.kuleuven.ac.be/cultuur, (t) 016 32 03 40
Cultuuraanbod 2004-2005 Wil je weten wat je dit academiejaar op cultuurgebied kan verwachten aan de K.U.Leuven? Vraag dan de Cultuurgids aan, op
[email protected] of kijk op http://www.kuleuven.ac.be/ cultuur
Festival van Vlaanderen Vlaams-Brabant
Mozart en Haydn openen festival en academiejaar
W
ie dringend nood heeft aan verzachting van zijn of haar zeden, kan vanaf 27 september weer rekenen op de muziek van het Festival van Vlaanderen VlaamsBrabant, dat aan zijn tiende editie toe is. Van bij de start in 1995 is professor Mark Delaere van de Afdeling Musicologie artistiek directeur:“De K.U.Leuven was destijds één van de stichtende leden van het luik Vlaams-Brabant, en dus was het ook logisch dat ze voor de inhoudelijke invulling een beroep deden op onze afdeling. Het festival focust dit jaar op meesterwerken uit de 20ste eeuw, en brengt daarnaast net als elk jaar hoogtepunten uit Klassiek en Romantiek én het mini-festival TRANSIT voor nieuwe muziek.” “Voor het openingsconcert — van het festival én het academiejaar — hebben
we één van de beste orkesten wereldwijd weten te strikken: de Akademie für Alte Musik Berlin. De muzikanten maken gebruik van historische instrumenten, en in het klassieke en barokke repertoire zijn zij dé referentie. Ze spelen in een kleine bezetting zonder dirigent, en dus moeten ze altijd op het puntje van hun stoel zitten om samen te kunnen inzetten of om samen een melodie te fraseren. Dat engagement en die spanning weet het orkest heel goed op het publiek over te brengen. In Leuven vertolken ze werk van Mozart, Haydn en Benda.” Het openingsconcert maakt deel uit van het meest toegankelijke luik van het festival: Klassiek en Romantiek. De drempel voor de twee andere luiken ligt iets hoger. Delaere: “De muziek uit de twintigste eeuw zou ik niet moei-
lijk noemen, maar ze is toch minder toegankelijk dan pakweg Mozart. Dat proberen we op te vangen door bekende uitvoerders te programmeren. Verder trachten we de drempel te verlagen met heel democratische toegangsprijzen, en een verzorgd programmaboek. Voor de concerten met muziek uit de 20ste en 21ste eeuw is er telkens ook een inleiding. Zo komt het publiek vooraf meer te weten over het programma van die avond. Zeker in het geval van TRANSIT, met alleen muziek uit de 21ste eeuw, is zo’n inleiding welkom. Die muziek durft wel eens afwijken van het gangbare klankbeeld…” Zelf kijkt Delaere uit naar de concerten van het Hagen Kwartet op 26 oktober, en dat van de Nederlandse mezzo-sopraan Christianne Stotijn op 28 oktober: “Stotijn is een fenomenale
zangeres, nog vrij jong, maar met een grote toekomst. Ik ben ervan overtuigd dat ze binnen drie-vier jaar niet meer beschikbaar of betaalbaar zal zijn. Maar Leuven krijgt nu dus nog een uitgelezen kans om haar aan het werk te horen in de prachtige liederen van Brahms.” http://www.festival-van-vlaanderen.be/ vlaamsbrabant/ Studenten krijgen 50 % korting op alle concerten. Personeelsleden van de K.U.Leuven krijgen 50 % korting voor het openingsconcert op 27 september en het slotconcert op 28 oktober, en 25 % korting op de andere concerten. Betalende alumni krijgen 25 % korting op de concerten van 5 oktober, 26 oktober en 28 oktober.
WAGENINGEN CENTRE FOR FOOD SCIENCES L
E
A
D
I
N
G
I
N
S
In 1997 WCFS started an ambitious research programme to strengthen the capacity for innovation and the competitive strength of Dutch business. WCFS has a strong international orientation. The research is undertaken at various locations in the participating research organisations. The work is
T
I
T
U
T
E
F
O
R
F
O
O
D
S
C
I
E
N
C
E
S
organised on a project basis and carried out by closelycoordinated teams of senior scientists, post-doctoral fellows, PhD fellows and laboratory staff. Together with her partners WCFS developed a strategy in which a job at WCFS can be the start of a career within the food industry or food research.
WCFS ALLIANCE OF GOVERNMENT, INDUSTRY AND RESEARCH INDUSTRY | AVEBE | DSM | COSUN | NZO | CSM | UNILEVER RESEARCH INSTITUTES | NIZO FOOD RESEARCH | TNO NUTRITION AND FOOD RESEARCH | WAGENINGEN UNIVERSITY AND RESEARCH CENTRE | UNIVERSITY MAASTRICHT
The research programme ‘Microbial Functionality and Safety’ is directed to understanding, improving, and predicting the activity of microorganisms in bioreactors, food products and the gastro-intestinal tract. One of the projects in this programme is ‘Microbemediated Gut Metabolism’. This new project aims to optimise intestinal health by addressing the effects
of diets on colonic functionality. It specifically aims to provide insight in the production of relevant metabolites by the intestinal microbiota and their fluxes in the colon, link these to the microbial diversity and its spatial distribution, and study the effect on intestinal health. This is realized using stable-isotope labelled substrates in three interrelated subprojects addressing Metabolite and
flux analysis, Microbial metabolism and Intestinal gut health. These share the same substrates, interventional strategies in human volunteers, and investigational tools, including stable isotope probing, spectroscopic analysis and metabolomics, transcriptomics and proteomics. All subprojects are primarily focused on human trials, but will be complemented by in vitro studies.
For this project we are seeking 4 PhD fellows and 1 Technical assistant: PHD FELLOW Analysis of metabolites produced from stable isotope-labeled substrates (Position no. C012-102)
PHD FELLOW Micro-arrays to study intestinal health
The PhD fellow will be responsible for the in vivo experiments (together with the postdoc and gastroenterologists where applicable) and for developing and applying the analytical methods to study metabolite production and fluxes in samples originating from in vivo experiments, allowing the reconstruction of the specific metabolic pathways of microbes involved in the food chain from carbohydrates to SCFAs. The PhD fellow will collaborate substantially with a technician at TNO Nutrition & Food Research, who will perform similar experiments in vitro. REQUIREMENTS - MSc in Analytical Chemistry or a related field. - basic understanding of intestinal microbiology - practical experience in working with human clinical specimens EMPLOYMENT CONDITIONS The employment contract will be for a period of four years and the PhD fellow will be located at University Maastricht.
The PhD fellow will be responsible for planning the in vivo experiments (together with the postdoc and gastro-enterologists where applicable) and for developing and applying the micro-arrays experiments. REQUIREMENTS - MSc in Molecular Biology, Biotechnology or a related field. - understanding of microbial ecology and intestinal microbiology - preferably experience in micro-array technology EMPLOYMENT CONDITIONS The employment contract will be for a period of four years and the PhD fellow will be located at University Maastricht.
The technical assistant will be responsible for assisting in the micro-array and biological experiments in this subproject as described under vacancies C-012-108 and 109 on this page. REQUIREMENTS The following expertise and characteristics are required: - possess a Bsc degree in Molecular Microbiology or a related field. - practical experience in working with human clinical specimens - must possess good organizational skills EMPLOYMENT CONDITIONS The employment contract will be for a period of four years at 0.5 fte, or a period of 2 years at 1.0 fte, or in between. The technical assistant will be located at University Maastricht.
PHD FELLOW Analysis of microbiota involved in substrate fermentation (Position no. C012-105)
PHD FELLOW Biological assays related to intestinal health
INFORMATION
(Position no. C012-109)
The PhD fellow will be responsible for developing (together with the postdoc) and applying the stable isotope probing-technology in samples originating from in vivo and in vitro experiments, allowing the reconstruction of the specific groups of microbes involved in the food chain from carbohydrates to SCFAs. REQUIREMENTS - MSc in Microbiology, Biotechnology or a related field - experience in molecular DNA methods - understanding of intestinal microbiology EMPLOYMENT CONDITIONS The employment contract will be for a period of four years and the PhD fellow will be located at the Laboratory of Microbiology, Wageningen University.
The PhD fellow will be responsible for planning the in vivo experiments (together with the postdoc and gastro-enterologists where applicable) and for developing and applying the bioassays in the three selected domains of intestinal health. REQUIREMENTS - MSc in Molecular Biology or a related field - understanding of gastroenterology - experience in working with human clinical specimens. EMPLOYMENT CONDITIONS The employment contract will be for a period of four years and the PhD fellow will be located at University Maastricht.
FURTHER INFORMATION Further information on the positions of the PhD fellows and the technical assistant can be Dr Koen Venema, (Project Leader) tel.; +31 (0)30 6944703, e-mail:
[email protected] or Prof. Dr Willem M. de Vos (Programme Director), tel.: +31 (0)317 485383, e-mail:
[email protected] Prof. Dr W. M. de Vos and Prof. Dr R.J. Brummer will act as promotors of the PhD fellows. FURTHER INFORMATION on the employment conditions can be obtained from Drs G.J.C. van Oosten-van der Goes, tel.: +31 (0)317 485383, e-mail:
[email protected] More information about WCFS can be obtained from http://www.wcfs.nl.
APPLICATIONS: Written applications stating the vacancy no. given above should be received within two weeks of the date of this advertisement by
(Position no. C012-108)
Drs G.J.C. van Oosten-van der Goes, WCFS, P.O. Box 557, 6700 AN Wageningen, The Netherlands.
TECHNICAL ASSISTANT Biological assays related to intestinal health (Position no. C012-111)
Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.
campuskrant
valvas
22.9.2004
Doctoraten Letteren 15 sept., Katja Scheel, Weltliches Schauspiel zwischen Sprache und Gebärde. Eine vergleichende Analyse formaler und inhaltlicher Strukturen der Nürnberger Fastnachtspiele und der Neidhartspiele unter dem Aspekt symbolisch -zeremonieller Kommunikationsstrategien. Wetenschappen 2 sept., Oksana Tishchenko, On the Nature and Origins of the Reaction Barriers in AtomTransfer Reactions: Insights from First Principles Calculations. 8 sept., Katrien Princen, Development of Chemokine Receptor Antagonists as a Novel Strategy for the Treatment of Human Immunodeficiency Virus (HIV). Toegepaste Wetenschappen 3 sept., Benny Schacht, Composietdraden en alternatieve diëlektrica voor draadvonkerosie. 8 sept., Nam Pham Ngoc, QoS Management at End Systems for Advanced Multimedia Applications. 23 sept., Linda Pellens, Studie van de relatie tussen reologie en microstructuur tijdens stroming in oplossingen van associatieve polymeren. Bio-ingenieurswetenschappen 26 aug., Daneel Geysen, Immobilisation of Heavy Metals in Municipal Solid Waste Incinerator Flue Gas Cleaning Residues. 1 sept., Mieke Dams, Palladium Catalyzed, C-C Coupling Reactions.
15 sept., Raf Van Olmen, The Effect of Sulfur Molecules on Zeolite Based Olefin Oligomerization Catalysts. 17 sept., Stefan Coghe, Invloed van niet-enzymatische bruinkleuring op moutkleur, aroma en antioxidatieve werking. Farmaceutische Wetenschappen 17 sept., Tom Verduyckt, Radiolabelled Thioflavin-t Derivatives for In Vivo Diagnosis of Peripheral Amyloidosis and Alzheimer’s Disease. Geneeskunde 14 sept., Jo Vanoevelen, Study of the Role of Secretory Pathway Ca2+ ATPases in Intracellular ‘Ca2+ homeostasis’. 21 sept., Nael Nadif Kasri, Regulation of Intracellular Ca2+-Release Channels by Ca2+ and Ca2+-Binding Proteins. 23 sept., Philip Moons, Geneeskunde, Quality of Life in Adults with Congenital Heart Disease: Beyond the Quantity of Life. Hoger Instituut voor Wijsbegeerte 21 sept., Philip A. Gottschalk, Between Fideism and Dogmatic Rationalism. The Place of Nicholas O. Lossky in the Legacy of Silver Age Russian Religious Philosophy. Rechtsgeleerdheid 13 sept., Bart Du Laing, (Geld)lening en krediet(opening). Theoretische grondslagen en praktische gevolgen van de verbruiklening van geld op interest als gemeenrechtelijke onmiddellijke thesauriekredietovereenkomst.
In Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van — Professor Achiel Hendriks, emeritus hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde, geboren op 14 mei 1929 en overleden op 10 september 2004.
Benoemd of onderscheiden De Europese Vereniging voor Katholieke Theologie heeft professor Lieven Boeve, hoofddocent aan de Faculteit Godgeleerdheid, tot voorzitter verkozen. Laurens Cherchye, verbonden aan de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, won de door de European Association of Operations Research Societies uitgeschreven Management Science Strategic Innovation Prize 2004 voor het artikel ‘The Law of One Price in Data Envelopment Analysis: Restricting Weight Flexibility Across Firms’ (co-auteurs Timo Kuosmanen en Timo Sipiläinen). Dr. Jan Cools, verbonden aan het Departement Menselijke Erfelijkheid – VIB, ontving de José Carreras Foundation - Young Investigator Fellowship Grant van de European Hematology Association, voor het project ‘A Micro-Array Approach towards the Detection of Novel Cryptic Chromosomal Rearrangements Involving Protein Tyrosine Kinases’. Dr. Abderrahim Nemmar, verbonden aan de Afdeling Pneumologie, ontving tijdens een congres van de European Respiratory Society de tweede prijs voor zijn paper ‘Diesel Exhaust Particles in Lung Acutely Enhance Experimental Peripheral Thrombosis’ dat gepubliceerd werd in ‘Circulation’. Professor Paul Van Houtte, verbonden aan het Departement Metaalkunde en Toegepaste Materiaalkunde, werd verkozen tot fellow van het Institute of Physics in Londen. Professor Marc Van Ranst, verbonden aan het Rega Instituut en aan UZ Leuven, ontving tijdens het driejaarlijkse congres van Europese virologen de Heine-Medin medaille.
50,–
www.kuleuven.ac.be/boetiek/ oude markt 13, leuven
tel 016 32 40 16
open 10.00–12.00 uur en 14.00–16.00 uur
Karen Deschamps
Een nieuw begin September betekent voor veel dingen een nieuw begin. Kinderen en leerkrachten gaan weer naar school, tv-zenders bestoken ons met allerlei nieuwe programma’s, rechters en magistraten starten een nieuw gerechtelijk jaar, de files zijn terug van (niet lang genoeg) weggeweest en studenten en professoren maken zich op voor een nieuw academiejaar. In het Nederlands hebben we een handig voorvoegsel om uit te drukken dat een handeling opnieuw begint of zich herhaalt: her-. In Van Dale vinden we een hele waslijst terug, van heraanbesteden over herdisconteren tot herzoneren. Maar opgepast: niet alle woorden die beginnen met het voorvoegsel her-, zijn bruikbaar in de standaardtaal! Over het algemeen stellen we vast dat Vlamingen intensievere gebruikers van het voorvoegsel zijn dan Nederlanders, die het aanvoelen als schrijftaal. In Vlaanderen hoor je vaak zinnen als De lessen hernemen op 29 september. Hernemen kan echter alleen gebruikt worden in de betekenissen ‘terugnemen’, ‘het woord weer opvatten’ (na een onderbreking), of ‘opnieuw aannemen’ (bijvoorbeeld een houding). In de betekenis ‘opnieuw beginnen’ is hernemen een letterlijke vertaling van het Franse reprendre. Het wordt daarom door veel taaladviseurs afgekeurd. Ook herbeginnen is niet aan te raden. Het is zo goed als onbekend in Nederland en wordt veelal beschouwd als een letterlijke vertaling van het Franse recommencer. In onze voorbeeldzin kunnen we het best hervatten gebruiken. In de volksmond zegt men ook weleens: Hij moet zijn jaar herdoen. De correcte zin in de standaardtaal luidt echter: Hij moet zijn jaar overdoen of Hij moet zijn jaar opnieuw doen. Bij het begin van het academiejaar nemen studenten die het er vorig jaar niet al te best van af hebben gebracht, zich misschien voor om zich te herpakken. Over dat laatste woord zijn de meningen nogal verdeeld. Volgens Van Dale is het geen standaardtaal, maar Ruud Hendrickx, taaladviseur van de VRT, noemt het “bruikbaar Belgisch Nederlands”. Feit is wel dat er niet echt een goed alternatief lijkt te bestaan. Van Dale noemt beter worden, ten goede keren. Hendrickx stelt zich herstellen, zijn zelfbeheersing terugkrijgen, over iets heen komen voor. Geen enkele van die werkwoorden past goed in het voorbeeld hierboven. Het enige wat we kunnen doen is een omschrijving gebruiken: De student nam zich voor beter te gaan studeren. Als studenten die goede voornemens niet volhouden, dan zeggen we ook wel dat ze hervallen in hun oude gewoontes. Dat is echter een letterlijke vertaling van retomber en wordt daarom afgeraden. Beter is het om te zeggen: Hij vervalt in zijn oude gewoontes. Sommige woorden met her- zijn alleen correct in formeel taalgebruik. U springt er dus maar beter spaarzaam mee om. Het zijn woorden als herrijzen, herscheppen, herbezinnen, herkrijgen en herinstuderen. Woorden die u naar hartenlust kan gebruiken ten slotte zijn herbouwen, herdrukken, herformuleren, herinrichten, herkauwen, heropenen, heroveren, herroepen en herwaarderen. Eén ding staat vast: Leuven zal de komende weken zeker herleven!
Professor Emmanuel Waegemans, verbonden aan de Afdeling Slavistiek, ontving van de Russische president Poetin de medaille ‘300 jaar Sint-Petersburg’ voor zijn promoten van culturele en wetenschappelijke contacten tussen Rusland en België. Joris Baets, afgestudeerd aan het Departement Metaalkunde en Toegepaste Materiaalkunde, krijgt de SPE-Benelux Student Award voor zijn afstudeerwerk ‘De karakterisatie van continu vezelversterkte composieten met in situ gepolymeriseerd CBT’.
Fleece
[ taal ] TiP
19
Professor Jaak Jaeken (Kindergeneeskunde) en professor Gert Matthijs (Centrum Menselijke Erfelijkheid) ontvingen samen met vier Europese collega’s de prestigieuze Europese Wetenschapsprijs 2004 van de Körberstichting voor hun baanbrekend onderzoek inzake erfelijke stofwisselingsziekten. De prijs is goed voor 750.000 euro.
world.wide.wetenschap Ludo Meyvis
Campuskrant offreert u handenvol populariserende of, als we het echt niet laten kunnen, zelfs heel ernstige wetenschappelijke sites, rijp voor uw voetnoten
Plantenanatomie Drie al wat oudere Amerikaanse plantkundigen vonden het zonde dat de vele microscopische opnamen die ze tijdens hun loopbaan gemaakt hadden, met hen zouden verdwijnen wanneer ze met pensioen gaan. Ze stelden hun collectie illustraties rond plantenanatomie dus ter beschikking van de wereld. Onthou dat, voor wanneer u zelf de brui aan Maarten geeft. http://botweb.uwsp.edu/anatomy/ Filosofie De Philosophische Bücherei bespaart u maandenlang gespeur naar filosofisch materiaal op het Web. In een heel mooi geannoteerd en gestructureerd overzicht verneemt u alles over de geschiedenis van de filosofie, de verschillende deeldisciplines, beroemde filosofen enzovoort. http://buecherei.philo.at/ Meer links en vorige afleveringen vindt u terug op onze website: www.kuleuven.ac.be/ck/
20
de buitenkant
22.9.2004
campuskrant
Vragevuur
in BEELD
Marc Depuydt (58), vrijwillig medewerker van de Campusbibliotheek Arenberg
“Ik weet wat het is te moeten vechten”
Uniek
keramiek
Op 19 september kreeg het grasveld voor het Arenbergkasteel een poëtisch tintje: er werden duizend keramische klaprozen van kunstenares Anita Buylens op het veld geprikt. Bezoekers van de tentoonstelling konden voor 50 euro een roos kopen. (© Rob Stevens) De opbrengst gaat volledig naar Apopo, een Belgische onderzoeksorganisatie die een nieuwe technologie heeft ontwikkeld voor het opsporen van landmijnen. Ratten worden daarbij opgeleid om explosieven op te sporen. Professor Ignace Verpoest van de Afdeling Mechanische materiaalkunde steunt het project. http://www.apopo.org
(© Rob Stevens)
(© Rob Stevens)
colofon campuskrant C a mpusk r a nt Driewekelijks tijdschrift van de K.U.Leuven R edactie Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Reiner Van Hove, Wouter Verbeylen Redactieadres Oude Markt 13, 3000 Leuven (t) 016 32 40 18 (f) 016 32 40 14
[email protected]
Redactiesecretariaat Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected] Adreswijzigingen (personeel en externen) Inge Verbruggen, (t) 016 32 40 15
[email protected] Adreswijzigingen (oud-studenten) Erik Gobin, (t) 016 32 40 02
[email protected] Losse medewerkers Sara Callens, Joke Depuydt, Riet Evers, Gert Gielen, Sven Nevens, Jaak Poot, Tim Vuylsteke
— Wat wilde je worden toen je klein was? ‘Ik was van jongs af gefascineerd door ‘de Kongo’ — we hadden veel paters en nonnekes in de familie die daar zaten — en ik droomde ervan om als verpleger naar daar te trekken. Met dat doel voor ogen heb ik later dan ook verpleegkunde gevolgd en een opleiding aan het Tropisch Instituut in Antwerpen. In ’72 kreeg ik de kans om te vertrekken maar politieke strubbelingen hebben roet in het eten gegooid.’ — Naar wie kijk je op? ‘Pater Damiaan en dokter Hemerijckx, die zich ook enorm voor de lepralijders heeft ingezet. Dichter in de buurt: mijn inmiddels overleden vader, die een vooraanstaand chirurg was. En meer in het algemeen: iedereen die — ondanks tegenkanting — blijft gaan voor wat hij of zij gelooft dat juist is.’ — Wat is het grootste misverstand dat over jouw beroep of onderzoeksterrein bestaat? ‘Ik werk als vrijwilliger in het wetenschappelijk depot van de Campusbibliotheek Arenberg — daar worden oudere tijdschriften bewaard; het oudste dateert van voor 1850 — en ik moet die onder meer labelen en klasseren. In mijn omgeving en zelfs bij collega’s ondervind ik dat ze niet goed weten wat dat allemaal inhoudt.’ — Wat is je favoriete kunstwerk? ‘De Madonna met kind van Michelangelo in de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Brugge, één van de weinige beelden van Michelangelo buiten Italië. Dat is van zo’n pure, gave schoonheid en de liefde van de moeder voor haar kind straalt daar zo van af… Prachtig, vind ik.’ — Wat drijft je? ‘Vroeger liet ik me vooral leiden door plichtsgevoel, tegenwoordig probeer ik een evenwicht te vinden tussen ‘moeten’ en ‘genieten’. En dat lukt steeds beter.’ — Wat zou je willen veranderen aan de K.U.Leuven? ‘Heel concreet: ik ben in 1970 als verpleger begonnen in het operatiekwartier in Sint-Rafaël. Sinds ik een aantal jaren geleden arbeidsongeschikt werd, werk ik als vrijwilliger — maar het zou wel mooi zijn om mijn beroepsloopbaan ook te mogen beëindigen aan de K.U.Leuven…’ — Wat is het leukste dat je ooit hebt gedaan? ‘Moeilijk… Vijf jaar geleden heb ik met mijn moeder en tante een rondreis gemaakt door Normandië. Het was mijn moeders laatste buitenlandse reis, ze is al een paar jaar overleden — en ze heeft daar ontzettend van genoten. Daar kijk ik met veel voldoening op terug.’ — Van welke muziek hou je? ‘Klassiek vooral. En dan in het bijzonder Tsjaikovsky en Beethoven. Deze zomer heb ik in Antwerpen een opvoering van het Zwanenmeer kunnen bijwonen en dat was subliem. En voor Beethoven heb ik de grootste bewondering omdat die ondanks zijn toenemende doofheid toch bleef componeren. Ik ben zelf van kleins af hardhorend en ik weet wat het is om te moeten vechten tegen vooroordelen en hindernissen.’ — Met wie zou je weleens een goed gesprek willen voeren? ‘Met Wilfried Martens. Ik heb hem gekend toen hij nog KSA-leider was, en ik ben hem altijd van ver blijven volgen. Ik zou niet alleen over politiek willen praten met hem, maar ook over persoonlijke dingen. Ik ben net als hij gescheiden bijvoorbeeld. Hij is ondertussen wel hertrouwd natuurlijk, ik niet.’ — Welke nieuwe vraag wil je erin? ‘Wat maakt je boos?’ — Welke vraag wil je schrappen? ‘Wat zou je willen veranderen aan de K.U.Leuven?’
Vormgeving Catapult Lay-out en zetwerk Reiner Van Hove, Wouter Verbeylen Fotografie Rob Stevens, Marc Masschelein, Tim Volodin Cartoons Joris Snaet Reclameregie Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected] Oplage 17.000 ex.
Drukwerk Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt Verantwoordelijke uitgever Ronny Vandenbroele, Oude Markt 13, 3000 Leuven Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie. Het volgende nummer verschijnt op 13 oktober. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet www.kuleuven.ac.be/ck/
(© Rob Stevens)
(© Rob Stevens)
Interview Ine Van Houdenhove