Tijdschrift Toelating gesloten verpakking 3500 Hasselt 1 - n° BC 6379
Verschijnt 3-wekelijks, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor 3500 Hasselt 1
België-Belgique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39
Campuskrant erkenning: p303221
t ijdschr if t va n de k.u.leu v en — bi j l age —
personeelskrant pagina’s 9 tot 12
31 aug 2005 | nr 1 | 17de ja argang | w w w.kuleu ven.ac.be/ck/
7
Expo ‘Leven in Steen’ FOSSIELEN AAN HET WOORD
9
Intellectuele eigendom HOEVEEL VANGT U VOOR UW VONDST?
Pedagogen
pop
“De lege glazen die plaatsten we sluw / op het randje van de toog / en wachtten dan af als een stel oude bokken / tot Sara voorover boog.” In de teksten van de Vlaamse popgroep Yevgueni zijn duidelijk nog sporen terug te vinden van hun studententijd. De groep werd verwekt in de schoot van onze universiteit en heeft drie oud-studenten pedagogie in haar rangen. In augustus stonden ze nog op het Marktrock-podium, vandaag staan ze op p. 14.
(© Netwise)
Kleine proefdieren bieden sneller inzicht in genetische factoren
Kikkervisjes brengen onderzoek lymfevaten in stroomversnelling “
W
e zijn nu bezig met het screenen van een honderdtal genen in kikkervisjes. Binnen een periode van twee tot drie jaar willen we daaruit vijf genen selecteren met een belangrijk effect op de lymfevaten. Die onderzoeken we dan verder in transgene muizen”, zegt professor Lieve Moons van het Centrum voor Transgene Technologie en Gentherapie (K.U.Leuven-VIB), dat onder leiding staat van professor Peter Carmeliet. “We doen al een jaar of tien onderzoek naar bloedvaten tijdens de embryonale ontwikkeling en bij ziektes. We nemen een gen weg bij muizen. Daarna volgen we de bloedvatvorming en bestuderen we de effecten, bijvoorbeeld bij hart- of herseninfarcten, kanker en ontstekingsprocessen. Tegenwoordig gebruiken we kleinere proefdieren voor onze studies omdat we dan op veel kortere tijd de functie van een gen kunnen achterhalen. Zo werken we al drie jaar met zebravisjes, kleine tropische vissen die in warm water leven.” Het wetenschappelijk onderzoek naar
Verschijningsdata Campuskrant 2005–2006 met: Alumnikrant (AK) Personeelskrant (PK)
Leuvense wetenschappers realiseren een doorbraak in het onderzoek naar de werking van de lymfevaten in ons lichaam. Ze bewijzen dat het mogelijk is hun groei en werking te bestuderen in kikkervisjes. Bij genetisch gemanipuleerde muizen vraagt het zes maanden tot een jaar voor de effecten van manipulatie van een gen waarneembaar zijn. Bij kikkervisjes ziet men de impact binnen de week. Dat betekent een enorme versnelling van het onderzoeksproces. Jaak Poot het lymfevatennetwerk is pas een jaar of vijf geleden van start gegaan. Lymfe is een kleurloze vloeistof die uit de bloedvaten sijpelt. De lymfevaten transporteren de lymfe terug naar het bloedvatennetwerk. Als dit systeem niet goed functioneert, ontstaan infectieziekten en lymfoedeem: een onderhuidse zwelling door vochtophoping. Dat is een probleem waar sommige borstkankerpatiënten mee worden geconfronteerd als de lymfevaten operatief zijn weggenomen. Want dat is de keerzijde van de medaille: wetenschappers vermoeden
nr. Verschijningsdatum
2 21 september (AK)
dat de lymfevaten ook groeien rond of misschien zelfs in tumoren en via hun netwerk verantwoordelijk zijn voor kankeruitzaaiing. Daarom worden ze vaak operatief verwijderd. “We ontdekten dus dat onderzoek veel sneller verloopt in kleine proefdieren. Maar we liepen vast omdat de zebravisjes waarmee we werkten, geen lymfevaten hebben. We zochten een alternatief. We wisten al dat kikkers wel lymfevaten hebben en vonden een artikel uit 1905 dat het bestaan ervan in kikkervisjes beschreef. Maar die kennis was tot op he-
3 12 oktober (PK)
4 3 november (AK)
den nooit gebruikt. Een kleine drie jaar geleden zijn we dan met onderzoek gestart. We kregen een impulsfinanciering van de universiteit om een animalarium voor zebra- en kikkervissen te bouwen. Daar kan ook ander biomedisch onderzoek gebeuren, zoals naar zenuwstelsel, skelet, nieren, darmen, …” Klauwkikker “Wij experimenteren niet met de inheemse groene, maar met de Afrikaanse klauwkikker. We zagen dat de lymfevaten in de kikkervisjes groeien binnen de drie tot vier dagen na het uitkomen van de eitjes. We injecteren nu stukjes DNA, en zorgen er zo voor dat één eiwit niet, of minder, wordt aangemaakt. We volgen dan de groei van de lymfevaten tijdens de eerste vier tot vijf dagen. Dat betekent een enorme sprong in de voortgang van het onderzoek: een week tegenover minimaal zes maanden bij muizen. Omdat kikkervisjes bovendien transparant zijn, kunnen we de effecten niet alleen snel, maar ook gemakkelijk bekijken.” pagina 4
5 23 november (PK)
6 14 december (AK)
2
Inhoud Ontdekking Oudegyptische kunst in Chinese musea
3
Het nieuwe Gebu: wie doet wat?
4
Tests voorspellen kans op erfelijke ziekte
5
Boek en symposium
Afgestudeerden in de krant
6
Eindverhandelingen
Wegwijs in onderwijsen examenregeling
7
Evolutie in museum
7
Expo: Leven in Steen
Cirkels in het gras Congres luchtarcheologie
Nieuwe regels voor octrooien
8 9
Personeelskrant
Dienstvoorschrift: ICT-gedragslijn
10
De Collega’s: Koen De Backer
10
Personeelsdienst:
11
Interview Walter Gijs
Sein op groen: energiebesparing
11
Cultuur, cursussen & sport voor personeel
12
Top Vijf
13 14
Leven na Leuven: Yevgueni Kamerbreed Leven lang: Luc Cooreman Expo Toon Van Borm Monumentaal en meditatief
15 16 17
Valvas, Taaltip, World Wide Wetenschap
18
Vragevuur
20
Frank Hutsebaut
Campuskrant is het driewekelijkse tijdschrift van de K.U.Leuven, bestemd voor studenten, personeelsleden en oud-studenten. Om de zes weken bevat Campuskrant een Personeelskrant, met nieuws dat speciaal voor personeelsleden interessant is. De nummers zonder Personeelskrant bevatten een Alumnikrant. Deze nummers worden verstuurdnaar alle oud-studenten die lid zijn van een alumnikring. Wie ook de andere nummerswil ontvangen, kan dat melden aan
[email protected], (t) 016 32 40 15.
forum
31.8.2005
campuskrant
Reactie forumstuk
Onderzoeksevaluatie in de Humane Wetenschappen Herman De Dijn, hoogleraar HIW
In Campuskrant van 22.6.2005 verscheen een forumstuk van twee verontruste postdoc-onderzoekers van het Departement Linguïstiek die vrezen voor de afbouw van onderzoeksevaluatie en onderzoeksmeting in de Groep Humane Wetenschappen. Een visie in die richting zou verdedigd geweest zijn tijdens de voorbije campagne voor de rectorverkiezingen op basis van de vermeende specificiteit van de betrokken wetenschappen. Onderzoek in de HW is echter volgens de postdocs “geen geval apart” en moet dus worden geëvalueerd volgens een duidelijk meetsysteem dat over de disciplines heen vergelijkingen mogelijk maakt. Ze verwijzen in positieve zin naar bepaalde initiatieven in de richting van zo’n systeem, onder meer naar het VLIR-pilootproject voor onderzoeksevaluatie in de Rechten en naar het opzetten van een gemeenschappelijke database voor publicaties in de Humane Wetenschappen door de European Science Foundation (ESF). Er is de laatste tijd heel wat te doen geweest rond bibliometrie in de Humane Wetenschappen, ook in de ons omringende landen. Verschillende werkgroepen, al dan niet in het kader van nationale Academies, hebben zich hierover gebogen. Aanleiding was niet zelden de plannen van politieke instanties (nationale, federale of Europese) om ook voor de Humane Wetenschappen op korte termijn een bibliometrisch systeem op te zetten. Zelf was ik lid van een dergelijke werkgroep in de schoot van de Koninklijke Academie. Het verschijnen van het ‘standpunt’ van de werkgroep in het najaar 2004 en een symposium erover in januari 2005 heeft zeker mede aanleiding gegeven tot reflecties ook binnen onze universiteit, meer bepaald in de periode van de rectorverkiezing. In tegenstelling met wat de postdocs vrezen, is de bedoeling van het pleidooi — in elk geval in het Standpunt — zeker niet om evaluatie af te bouwen: dat is gewoon absurd; niemand kan zoiets voorstellen. De bedoeling was integendeel juist de complexiteit van de problematiek van evaluatie en meting, zeker in een domein met zulke diversiteit als de Humane Wetenschappen, op basis van serieuze reflectie en argumentatie naar voor te brengen. Alleen wanneer men zich van die complexiteit terdege bewust is, kan evaluatie enigszins redelijk gebeuren. Natuurlijk ging het er evenmin om tegen internationaal onderzoek te zijn; de vraag is echter of aanwezigheid van internationale (lees Engelstalige) publicaties binnen elke discipline in gelijke mate significant is. Waar gaat het eigenlijk om? Het gevaar is verre van denkbeeldig dat een onaangepaste evaluatie niet alleen leidt tot scheefgetrokken en onrechtvaardige oordelen, maar vooral tot een ongewenste, bewuste of onbewuste beïnvloeding of sturing van het onderzoek zelf. De doeleinden van politici en administratoren lijken vooral te zijn: over een ‘objectief’ instrument te beschikken om onderzoeksgeld te kunnen verdelen en om ‘internationale’ en nationale vergelijkingen (‘lijstjes’) te kunnen maken. Of men daarbij de intrinsieke waarde van het onderzoek meet, lijkt bijkomstig. Als onderzoekers is het onze plicht nauwlettend toe te zien dat onderzoek niet in dienst komt te staan van het verwerven van punten en kredieten, maar omgekeerd. De grootste en terechte bekommernis van de jonge onderzoekers lijkt me vooral deze te zijn: 1) de angst dat (jonge) onderzoekers niet (meer) precies weten wat nu juist de vereisten en meetinstrumenten zijn in de competitie, en daarmee verbonden het gevaar voor willekeur (en, zo denken ze, inertie); 2) de angst dat bij ontbreken van ‘objectieve’ meetinstrumenten vooral de Humane Wetenschappen uit de boot zullen vallen wat betreft structurele groeiperspectieven (lees: meer plaatsen voor onderzoekers). Veronderstel echter — al was het maar even — dat een meetsysteem opzetten met duidelijk meetbare, ‘objectieve’ standaarden, dat vergelijking toelaat over alle disciplines heen, én internationaal hanteerbaar is, de facto en voor afzienbare tijd onmogelijk is, althans voor alle disciplines. Dan pas krijgen we een zeer grote onrechtvaardigheid
ten aanzien van die disciplines en hun onderzoekers die niet in een bepaald stramien passen. Dan bestaat zelfs het gevaar van overwaardering van de onderzoekers die zich best kunnen aanpassen aan de officiële vereisten ook al is hun onderzoek in hun domein eerder middelmatig. Ik wil hier de discussie ten gronde niet echt aangaan. Alleen moet ik toch zeggen dat ik niet akkoord ga met hun opvattingen aangaande de fundamentele homogeniteit van de wetenschap en de eenzinnigheid van haar relatie tot de maatschappij. Ik kan iedereen alleen aanraden de hieronder vermelde teksten nauwkeurig te lezen. Ze zijn het resultaat van ernstige discussies tussen door de wol geverfde wetenschappers in de Humane Wetenschappen (en daarbuiten), uit binnen- en buitenland. De conclusies zijn erg gelijklopend. Ze stellen grote vraagtekens bij de maakbaarheid van ‘objectieve’ meetinstrumenten over de (alle) disciplines heen, en vooral bij de al bestaande bibliometrische instrumenten (ISI, SSCI). Boeken worden nog altijd (en nog voor afzienbare tijd) stiefmoederlijk behandeld. Een vertegenwoordiger van Thomson Scientific (overnemer van ISI) zegde zelf in Brussel dat zij niet geïnteresseerd zijn in de opname van ganse reeksen Europese, laat staan niet-Engelstalige tijdschriften die nochtans in de ogen van de betrokken wetenschappers zelf duidelijk een A-statuut verdienen. (Argument: niet economisch verantwoord.) Citaties hebben niet in alle disciplines dezelfde betekenis. Het KNAW-rapport wil uiteindelijk geen eenvormige beoordeling, maar een gedifferentieerde, afhankelijk van het mission statement van de onderzoekseenheid. Het door de twee postdocs zo geroemde VLIR-rapport stelt wel een kwantitatief matrixmodel van beoordeling voor, maar het betreft alleen de minimale grens waaraan onderzoekers moeten voldoen. Het bevat een aantal erg instructieve uitspraken, waarvan hier een kleine, significante selectie. “(De specificiteiten van het rechtswetenschappelijk onderzoek) maken het niet zonder meer mogelijk om in andere gebieden gangbare (bibliometrische) beoordelingsmethodes voor publicatie te transponeren naar het rechtswetenschappelijk onderzoek.” (p.8) “Het rechtswetenschappelijk onderzoek vertoont een nationale of regionale dimensie. De mate waarin een rechtsdiscipline zich leent tot relevant vergelijkend of internationaal onderzoek, varieert … sterk naargelang de discipline.” (p.9) “ De lijst van tijdschriften opgenomen in ISI (is) in het rechtswetenschappelijk gebied niet relevant … voor kwaliteitsmeting van het Vlaams rechtswetenschappelijk onderzoek, gezien de sterke Anglo-Amerikaanse voorkeur van de ISIlijst enerzijds, en de vaak sterk regionale dimensie van het rechtswetenschappelijk onderzoek anderzijds.” (p.9-10) “Deze methode (een citatie-analyse gebaseerd op ISI) is niet bruikbaar voor de rechtswetenschappen” (p.10); ze is hoe dan ook “vaak niet representatief voor de kwaliteit van een welbepaalde wetenschappelijke bijdrage…” (p.10) “Ook deze methode (een globale ranking van juridische tijdschriften), die reeds in het rapport Luwel e.a. werd beproefd, kent diverse fundamentele zwakheden…” (p.11, mijn cursivering) Hebben onze linguïsten het VLIR-rapport over de Rechten wel gelezen? Wat moet er nu gebeuren? Het moet effectief voor jonge onderzoekers klaar zijn wat in een bepaald gebied de criteria zijn voor goed of excellent onderzoek. Puur kwantitatieve, abstracte criteria (b.v. ‘drie internationale publicaties in toptijdschriften’: wil dit zeggen in het Engels? wat zijn toptijdschriften? waarom niet bijdragen in ‘top’-boeken? wat zijn topboeken? enzovoort) zijn duidelijk in het nadeel van onderzoekers in bepaalde disciplines. Dit betekent dat selectiecommissies die over aanvragen uit zeer diverse disciplines moeten oordelen (wat zelfs het geval is binnen de Humane Wetenschappen zelf, soms zelfs binnen eenzelfde discipline, zoals filosofie), zich ten volle van de moeilijkheid bewust moeten zijn en hun oordeel minstens moeten toetsen aan dat van excellente peers in de (sub-)discipline rekening houdend met wat daar als maatstaven van kwaliteit wordt erkend. De hieronder vermelde standpunten, gemakkelijk te downloaden of op te zoeken, zouden verplichte lectuur moeten worden bij toetreding tot een onderzoeksraad of een onderzoeksbeleidsfunctie. pagina 18
campuskrant
nieuws
31.8.2005
Leuvense prof vindt Oudegyptische kunstvoorwerpen terug in Peking
De schat van de ambassadeur Het was niet met veel enthousiasme dat professor Willy Clarysse (Afdeling Geschiedenis van de Oudheid) in 2002 naar Peking trok, maar een toevallige vondst in het Universitair Museum gaf een antwoord op de vraag wat een oudhistoricus zoal kan doen aan een Chinese universiteit. Zijn ontdekking van een stele (grafsteen) uit de Ptolemaeïsche periode (332 v.C-30 v.C) bracht immers een vergeten Oudegyptische kunstcollectie aan het licht, die ambassadeur Duang Fang had verzameld na een missie in 1906. Of hoe het epicentrum van de zoektocht naar Egyptische kunstvoorwerpen — voor even — in Peking bleek te liggen. Els Spaas
D
e collectie van Duang Fang is een opmerkelijke vondst, al was het maar als onbestudeerd stukje Oudegyptisch patrimonium. Het is via de stele in het Universitair Museum dat Clarysse Duan Fang op het spoor kwam. Die was naar het Westen gekomen om te onderzoeken hoe de Mantsjoe-dynastie hervormd kon worden tot een grondwettelijke monarchie. Clarysse: “Duang Fang was een groot kunstkenner en –verzamelaar, en om die interesse is hij aan het einde van zijn missie nog naar Egypte gereisd.” Cleopatra/o Een publicatie van Clarysse en bevriend Egyptologe Yan Haiying (Beijing University) in Antike Welt laat alvast vermoeden dat heel wat stukken verder onderzoek waard zijn. Clarysse: “In het eerste stuk, de stele uit de Ptolemaeïsche periode, wordt een farao afgebeeld die het symbool voor ‘velden’ overhandigt aan een zittende leeuw. Inscripties in hiërogliefenschrift identificeren de leeuw als Osiris-de-leeuw en het personage als Cleopatra.” Merkwaardig is vooral de Cleopatra-figuur, die de symbolische velden schenkt vanuit een do ut des-principe. Clarysse: “Cleopatra wordt afgebeeld als man, en dat is niet de gewoonte. Het lijkt erop dat de steen — op het invullen van de cartouche na — al gemaakt was toen Ptolemaios XII stierf. De steenkapper heeft blijkbaar de moeite niet genomen om de figuur om te bouwen tot een vrouw.”
(© ingezonden)
Nonsens en puinemmers Een magazijn in een omwalling van de Verboden Stad leverde nog eens drie sarcofagen op en veertig steles, die daar onopgemerkt waren gebleven sinds 1927. Clarysse: “Frappant was vooral dat
de drie sarcofagen niet in elkaar pasten maar even groot waren, en precies identiek versierd. Ook verschilde hun staat van bewaring, en de meest beschadigde sarcofaag was de enige die uitgehold was uit de stam van een palmboom. Door de slechte staat was de tekst op sommige plaatsen niet meer leesbaar. Met de tekst van de andere sarcofagen wilde ik de tekst reconstrueren, maar de passages die op de beschadigde kist ontbraken, bleken op de ‘gave’ sarcofagen nonsens. Dat suggereerde dat alleen de beschadigde sarcofaag een origineel stuk was, wat bevestigd werd toen we ook de binnenkant mochten onderzoeken. De kopieerders hadden
“Veel grafstenen of steles bleken cementen afgietsels. Maar dat doet weinig af aan de wetenschappelijke waarde ervan: nauwkeurige kopieën zijn even goede studieobjecten.” daar blijkbaar geëxperimenteerd met verschillende soorten verf.” De steles zijn — alleen al door hun aantal — niet minder opmerkelijk. Clarysse: “In het kleine zaaltje waren enkele steles tentoongesteld en bij navraag bleek er een hele reserve te zijn, opgestapeld in een stoffig opslagkamertje. Afgebroken stukken waren zonder onderscheid in emmers gegooid. Een snelle inspectie wees uit dat er heel wat identieke steles waren, en dat is iets wat in principe niet kan. Van sommige steles was de tekening bovendien nogal vaag. Toen ik één van die steles mocht omdraaien vond ik
een verklaring: die steles bleken cementen afgietsels. Maar dat doet weinig af aan de wetenschappelijke waarde van de steles, waarvan het merendeel onbekend is. Nauwkeurige kopieën zijn even goede studieobjecten.” Wrijvingen Via de National Library kwamen nog meer items uit de collectie van Duang Fang aan het licht. De bibliotheek bezat een hele reeks rubbings, aftekeningen van — vooral — steles op papier. Clarysse: “Tussen de steles uit de Verboden Stad en die rubbings is er veel overlap, en de rubbings zijn vaak een hulp bij de reconstructie van beschadigde steles. Maar vooral de rubbings waarvan we de steles niet terugvinden, spreken tot de verbeelding: het bestaan ervan suggereert dat de stele of een afgietsel ervan ergens in China verborgen ligt of lag.” “Bij sommige rubbings staat een kalligrafische tekst, gepenseeld door Duang Fang. Hij gebruikte ze blijkbaar als relatiegeschenk. En de kopieën van de steles en sarcofagen? Het lijkt me niet helemaal onwaarschijnlijk dat die gewoon gekopieerd werden om hun esthetische waarde.” In de archieven van de National Library vonden de onderzoekers nog een ander souvenir aan de missie uit 1906. Clarysse: “De ambassadeur bracht ongeveer honderd brieven mee van politieke leiders, onder andere van koning Leopold II. Intrigerend is vooral het feit dat de brieven nog dichtgeplakt zijn: de keizer was op het moment dat de ambassadeurs terugkwamen al overtuigd dat hij het niet meer lang ging trekken. En hij kreeg gelijk: in 1911 maakte een revolutie een einde aan de Mantsjoe-dynastie, en werd er een republiek geïnstalleerd in China. In die revolutie werd ook Duang Fang omgebracht.”
3
“ ” geciteerd
Is roddelen gezond?
Het L a atste Nieu ws, 19.08.2005 —
Amerikaanse onderzoekers pleiten voor erkenning van de voordelen van roddelen. Roddelen heeft een belangrijke informatieve functie, het is goed voor de groepsgeest en biedt bescherming tegen depressieve gevoelens. Arbeidspsycholoog Hans De Witte is voorzichtiger: “Zeker is het zo dat roddelen zijn voordelen heeft. Een lichte mate van roddelen, dat niet altijd over dezelfde perso(o)n(en) gaat, kan positief zijn. Zodra het afglijdt naar pesten, krijgt het echter zeer kwalijke gevolgen. Je versterkt dan misschien wel het groepsgevoel, maar tegelijk verwoest je het leven van een of meer werknemers. In zo’n roddelcultuur zie je dat het bedrijf in drie kampen wordt opgedeeld: pro, contra en een zwijgende middengroep. Het extreme geroddel bezorgt die middengroep een heel angstig gevoel: als ik ook maar de geringste fout maak, kan het morgen mijn beurt zijn.”
Kuddebeest ‘mens’ De Morgen, 17.08.2005 —
Norbert Vanbeselaere, professor experimentele sociale psychologie, zoekt het succes van zomerfestivals in de menselijke neiging op te willen gaan in een groep: “Als we omringd worden door veel mensen hebben we onbewust het gevoel te behoren tot een groep, zelfs als we de omstaanders van haar noch pluim kennen”, aldus professor Vanbeselaere. “Het maakt niet eens uit waar: in de file, op de festivalweide, op de overvolle tram: je hebt het gevoel gelijk te zijn aan degene die naast je staat, want omringd zijn door anderen op zich maakt je lid van de groep.” De grens aan dat groepsgevoel is het vel: “Als fysiek contact met je omstaanders onvermijdbaar wordt, is voor bijna iedereen de ‘fun’ eraf. Aanrakingen zijn nog steeds een privilege voor geliefden, in het beste geval ook kennissen. Dan mag je nog tot dezelfde groep behoren, van je lijf moeten ze wel blijven.”
Chinese schaamte De Tijd, 24.08.2005 —
“Voor de juiste communicatie met Chinezen moet je één gouden regel volgen: vermijdt gezichtsverlies”, stelt sinoloog Nicolas Standaert. “Een gezicht is voor een Chinees immers niet het gezicht van een persoon, maar van een familie. Heel de familie, dood of levend. Heel de natie, zelfs. Schend je het gezicht van een Chinees, dan schend je de identiteit van zijn leefwereld. Er is dus maar één goede manier om een gesprek aan te knopen: draai rond de pot. Onderzoek elk aardewegje vooraleer je op de geasfalteerde hoofdweg terechtkomt. Vermijd conflicten. En soms zeg je best gewoon helemaal niets.” Veel misverstanden in de communicatie tussen Oost en West zijn terug te voeren op het verschil tussen een schaamte- en een schuldcultuur. De Oosterse schaamte kadert in een groepsgerichte webcultuur. “Schaamte gaat om wie je bent, terwijl schuld te maken heeft met wat je doet. Je schaamt je omdat andere leden uit je entourage zien dat je de groepsnormen niet nageleefd hebt. Schuldgevoel kan je ook hebben als niemand het gezien heeft, gewoon omdat je eigen geweten knaagt.”
4
nieuws
31.8.2005
campuskrant
KORTNIEUWS Wetenschapsonderwijs en -communicatie De Faculteit Wetenschappen organiseert vanaf dit academiejaar een nieuw postgraduaat. De opleiding met als naam ‘Wetenschapsonderwijs en -communicatie’ is uniek in Vlaanderen, en vooral gericht op wetenschapsleerkrachten uit het middelbaar onderwijs, maar ook mensen die in andere sectoren bezig zijn met communicatie zijn welkom. Het programma bestaat uit twee verplichte onderdelen: lessen en seminaries rond actuele thema’s geven inzicht in de relatie tussen wetenschap en samenleving en de rol van communicatie daarin. In een derde deel kunnen studenten kiezen tussen een module over het geven van wetenschapsonderwijs of een module rond het overdragen van wetenschappelijke kennis.
Erasmus Mundus
Type 2-diabetes: nieuwe doorbraak Onderzoekers van de K.U.Leuven, de universiteit van Michigan (V.S.) en de Vrije Universiteit Brussel publiceerden in Nature Medicine de baanbrekende bevindingen van hun onderzoek naar type 2-diabetes. Centraal in het onderzoek staat de werking van de bètacellen van de pancreas. Die cellen maken insuline aan, een hormoon dat de glucosespiegel onder controle moet houden. Een plaatsgerichte mutatie in het erfelijk materiaal van muizen veranderde een aminozuur (bouwsteen van eiwitten). Het effect was een storing in de vorming van insuline: de eiwitten voor insuline werden wel aangemaakt, maar de bètacellen konden de eiwitten niet meer aan het juiste tempo opvouwen tot de juiste vorm. Die ‘defecte’ insuline is het voornaamste kenmerk van type 2-diabetes. Een tweede luik in het onderzoek onderzocht de gevolgen van ‘westerse’ (vetrijke) voeding op de aanmaak van insuline. Waar de mutatie van het aminozuur slechts op één chromosoom werd uitgevoerd, was voeding de bepalende factor voor de ontwikkeling van type 2-diabetes: de muizen die een vetrijk dieet kregen, ontwikkelden type 2-diabetes.
Rector Marc Vervenne kreeg heel wat media-aandacht op de eerste dag in zijn nieuwe functie. (© Ingrid Hannes)
De nieuwe bestuursploeg
O
p 1 augustus nam professor Marc Vervenne formeel het roer van de K.U.Leuven in handen. Samen met zijn ploeg zal de rector de komende vier jaar het beleid van onze universiteit vormgeven. In het volgende nummer van Campuskrant komen de leden van de nieuwe beleidsploeg uitvoerig aan het woord. Naast hun klassieke bevoegdheden hebben de nieuwe leden van het Gemeenschappelijk Bureau (Gebu) ook een ‘bijkomende beleidsopvolging’ onder hun hoede gekregen, brede beleidsdomeinen die blijvende of bijzondere aandacht vergen. Professor Karen Maex is vice-rector Exacte Wetenschappen, met Personeel en diversiteit als bijkomende beleidsopvolging. Voor zij in haar huidige functie
trad, bouwde professor Maex haar loopbaan uit in de Faculteit Ingenieurswetenschappen. Professor Mark Waer van de Faculteit Geneeskunde is de nieuwe vice-rector Biomedische Wetenschappen, met als bijkomende beleidsopvolging Universiteit en maatschappij. Vice-rector Humane Wetenschappen is professor Filip Abraham, tot nu toe decaan van de Faculteit ETEW. Als bijkomende beleidsopvolging kreeg hij Administratieve vereenvoudiging toebedeeld. Professor Paul De Boeck van de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen wordt de nieuwe Coördinator Onderzoeksbeleid, met daarnaast bijzondere aandacht voor de problematiek van de Universiteitsbibliotheek.
Professor Mart Buekers, tot zijn aantreden decaan van FaBeR, werd benoemd tot Coördinator Studentenbeleid, met als bijkomende beleidsopvolging Internationalisering, ontwikkelingssamenwerking, cultuur en sport. Professor Joseph Indekeu van de Faculteit Wetenschappen wordt de nieuwe Coördinator Onderwijsbeleid, met Wetenschapscommunicatie als bijkomende beleidsopvolging. Professor Piet Vanden Abeele (Faculteit ETEW) blijft vice-rector bevoegd voor de Campus Kortrijk. In het kader van zijn bijkomende beleidsopvolging besteedt hij aandacht aan de Operationalisering Associatie K.U.Leuven. Ook algemeen beheerder professor Koen Debackere (Faculteit ETEW) blijft zetelen in het Gebu.
vervolg pagina 1 Kikkervisjes brengen onderzoek lymfevaten in stroomversnelling “Er is nog een bijkomend voordeel: je kunt de effecten van de genen in allerlei combinaties bestuderen en zo het samenspel tussen verschillende genetische factoren snel blootleggen.” Half augustus verscheen in Nature Medicine een artikel over dit kikkervismodel en de eerste resultaten met de genen Prox1 en VGEFc. “In een volgende fase screenen we ongeveer honderd genen die we selecteerden op basis van een literatuurstudie. Dat zal twee tot drie jaren duren. Want natuurlijk lukt niet elke proef meteen. Uit die honderd willen we in een tweede fase een vijftal genen selecteren met een belangrijk effect op bijvoorbeeld kankerontwikkeling of met een regenerende werking. Die bestuderen we dan verder in transgene muizen en later hopelijk bij de mens.” Want dat is duidelijk: effecten van deze nieuwe onderzoeksmethode op de menselijke gezondheidszorg laten nog minstens tien jaar op zich wachten. Is dat niet frustrerend voor een onderzoeker? Lieve Moons: “Eigenlijk wel. Maar dat is nu eenmaal typisch voor biomedisch onderzoek: je werkt op heel lange termijn. Maar het is wel belangrijk dat we er nu intensief mee doorgaan, anders
(© ingezonden)
Professor Herman Van Coppenolle (Faculteit Bewegings-en Revalidatiewetenschappen), coördinator van de Erasmus Mundus Master in Adapted Physical Activity, kreeg van de Europese Commissie groen licht om 15 Europese studenten voor 3 maanden naar één van de partneruniversiteiten in andere continenten te sturen. Zo zullen ze door de promotoren van hun masterthesis in de consortiumuniversiteiten (Leuven, Limerick, Olomouc en Oslo), op basis van hun thesisonderwerp met experts kunnen samenwerken in de universiteiten van Brisbane (Australië) , Stellenbosch (Zuid Afrika) en Virginia (VS). Dit zal naast de aanwezigheid van 23 studenten uit andere continenten voor een doorbraak zorgen in het domein van onderwijs en onderzoek in aangepaste bewegingsactiviteiten en sport voor personen met een handicap.
komen we er nooit uit. Hoe dan ook is dit duidelijk de snelste manier om de rol van meerdere genen te bestuderen.” Het onderzoek kadert in de samenwerking tussen K.U.Leuven en het VIB (Vlaams Inter-
universitair Instituut voor Biotechnologie), met bijkomende financiering van het Europese programma ‘Marie Curie Intra European Fellowship’ en het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen (FWO).
campuskrant
nieuws
31.8.2005
Psychologen over predictieve genetische tests
Krijg ik die ziekte in mijn familie later ook? Predictieve genetische tests kunnen via DNA-onderzoek aantonen of iemand een grote kans heeft om op latere leeftijd een specifieke erfelijke ziekte te krijgen die in de familie voorkomt. Maar wil iedereen dat weten? En wat als je een slecht resultaat te verwerken krijgt? Het boek Die ziekte in mijn familie, krijg ik die later ook?, onder de redactie van professor Gerry Evers-Kiebooms en Myriam Welkenhuysen, geeft een concreet beeld van de praktijk van predictief testen en van psychosociaal onderzoek in deze context. Artsen, psychologen en verpleegkundigen van de Genetische Kliniek in Leuven hebben meegewerkt aan dit boek.
P
rofessor Gerry Evers-Kiebooms, psychologe en hoofd van de eenheid Psychosociale Genetica: “Gelukkig kunnen vele personen op basis van een gunstig testresultaat gerustgesteld worden dat zij de ziekte zeker niet zullen krijgen of dat hun kans daalt tot het risico dat iedereen heeft. Hoeveel zekerheid kan geboden worden met predictief testen verschilt sterk van de ene erfelijke aandoening tot de andere, en dat wordt in het boek geïllustreerd.” “De lezer kan uitvoerig kennis maken met twee aandoeningen, waarvoor in Leuven het grootste aantal predictieve tests zijn uitgevoerd: de ziekte van Huntington en de erfelijke vorm van borstkanker. Eén van de belangrijke verschillen die ook op psychologisch vlak gevolgen hebben, bestaat erin dat dragers van de mutatie voor erfelijke borstkanker preventieve maatregelen kunnen nemen — regelmatige medische opvolging of preventieve chirurgie — terwijl er voor dragers van de Huntington-mutatie nog geen preventie mogelijk is om het optreden van de ziekte te voorkomen of uit te stellen.” Beslissingsbegeleiding Myriam Welkenhuysen, psychologe en onderzoeker in het Centrum voor Menselijke Erfelijkheid: “Ikzelf heb een onderzoek uitgevoerd naar de opinies over predictief testen, specifiek voor de ziekte van Huntington en erfelijke borstkanker, bij zowel patiëntenverenigingen, onderzoekers als huisartsen, verpleegkundigen en vroedvrouwen. Uit het onderzoek bij professionelen is onder meer gebleken dat bij voorlichting meer moet beklemtoond worden dat erfelijke borstkanker ook via mannen kan worden doorgegeven aan hun kinderen. Mannen met de mutatie hebben zelf slechts een laag risico op borstkanker.” Marleen Decruyenaere, psychologe in de Genetische Kliniek: “Een team van erfelijkheidsspecialisten, psychologen en verpleegkundigen werkt samen om mensen voor en na de test te informeren en te begeleiden. We doen aan beslissingsbegeleiding, en bieden emotionele steun en hulp bij de familiecommunicatie. Ongeveer een derde van de aanvragers van een predictieve test voor de ziekte van Huntington twijfelt nog en verkiest na één of meerdere gesprekken de test niet te laten uitvoeren of nog wat uit te stellen.” “In geval van erfelijke borstkanker ligt het accent veel meer op de beslissing na een slecht testresultaat. Wie bijvoorbeeld te horen krijgt dat zij 60 tot 80 procent kans loopt om borstkanker te krijgen, kan het niet alleen emotioneel moeilijk hebben met dit resultaat, maar kan ook nood hebben aan verdere ondersteuning bij de beslissing over preventieve maatregelen.
Globaal kiest slechts een minderheid voor het preventief wegnemen van de borsten.” Evers-Kiebooms: “Zowel bij predictief testen voor de ziekte van Huntington
“Wat mensen zelf meegemaakt hebben in hun familie, speelt een belangrijke rol in de psychologische betekenis die de predictieve test voor hen heeft.” als voor erfelijke borstkanker is het zo dat wat mensen zelf meegemaakt hebben in hun familie, een belangrijke rol speelt in de psychologische betekenis
die de test voor hen heeft.” Decruyenaere: “Vrouwen die een preventieve chirurgie overwegen, vragen regelmatig om hen in contact te brengen met lotgenoten. Zij krijgen ook alle nodige informatie van de chirurgen voor ze hun beslissing nemen. Ze kunnen ook alles nog eens bespreken met een psycholoog van het team of met een verpleegkundige. Het is essentieel dat vanuit de verschillende disciplines goed samengewerkt wordt om de vrouw te helpen de beslissing te nemen die voor haar het best is.” Evers-Kiebooms, G. en Welkenhuysen, M. (red.), ‘Die ziekte in mijn familie, krijg ik die later ook? Predictieve genetische tests’, Lannoo Campus, 39,95 euro. Predictief testen wordt op 15 oktober vanuit verschillende perspectieven belicht op een symposium, waarop alle geïnteresseerden welkom zijn. Meer informatie op http://www.kuleuven. be/psychogen/symposium.htm
5
KORTNIEUWS Achterpoortje van het immuunsysteem De karakteristiek van bepaalde microben om hun celoppervlak te wijzigen, stelt die microben in staat ons immuunsysteem telkens opnieuw te verschalken. Kevin Verstrepen van het Departement voor Microbiële en Moleculaire Systemen toonde in een publicatie in Nature Genetics aan dat het veranderen van het celoppervlak verband houdt met een proces in de genen, de ‘tandemherhaling’. Als stukjes DNA vaak na elkaar herhaald moeten worden, blijken cellen bij het kopiëren gemakkelijk fouten te maken. Verstrepen toonde nu aan dat dergelijke mutaties niet toevallig gebeuren: de genen die de opbouw van het celoppervlak regelen bevatten significant meer tandemherhalingen. Een illustratie van die methode is de microbe die ziekenhuisinfecties veroorzaakt. Gewone geneesmiddelen zijn daartegen machteloos, omdat ze zich richten op de eigenschappen van het celoppervlak. Verstrepen ontdekte ook een verband met bier: één bepaald gen zorgt ervoor dat een bacterie zich vastklampt aan zijn gastheer, maar ook dat bijvoorbeeld gistcellen samenkleven. Het gevolg is een helder bier. Ook bij dat gen blijkt een grote incidentie met de tandemherhaling.
Eredoctor broeder Roger Schutz overleden Op 16 augustus kwam broeder Roger Schutz om het leven, de charismatische stichter van de oecumenische gemeenschap van Taizé. De Zwitserse protestant Roger Schutz richtte de gemeenschap op aan het begin van de oorlog, eerst als toevluchtsoord voor vluchtelingen. Het centrum in het Bourgondische dorpje is uitgegroeid tot een gemeenschap van broeders uit verschillende christelijke kerken, die vorm willen geven aan hun streven naar vrede en eenheid. Taizé heeft ook een grote internationale aantrekkingskracht op jonge christenen die op zoek zijn naar eigentijdse vormen van religieus leven, met een actieve inzet voor de ander en gebed. Hoewel broeder Schutz een leven van eenvoud nastreefde, kreeg hij vele prijzen, waaronder in 1988 de Unescoprijs voor Vredesopvoeding. In 1990 eerde de K.U.Leuven zijn inzet voor vrede, oecumene en openheid voor andersdenkenden door hem een doctoraat honoris causa toe te kennen. Vanuit dezelfde inspiratie wil de universiteit de eigen activiteiten rond vrede en verzoening verder vormgeven.
(© Rob Stevens)
nieuws
31.8.2005
KORTNIEUWS Kotenoverschot De studentenkotenmarkt is goed op weg om — na het kamertekort in 2002 — in het andere uiterste terecht te komen. Eind augustus staan er nog duizend kamers leeg. De huisvestingsdienst wijst als verklaring aan de aanbodzijde op de nieuwe kamers die werden bijgebouwd: in februari ging er nog een nieuwe residentie met 113 kamers open in de Parkstraat. Daarnaast stelt de dienst vast dat het percentage kotstudenten stilaan daalt. Door het kamerdecreet dat minimumnormen vastlegde voor koten, verdwenen er veel kamers van de markt. De prijs van de kamers die zich conformeerden aan die normen steeg. Dat zorgde ervoor dat steeds meer mensen ervoor kozen om te pendelen. Los daarvan willen studenten ook steeds meer comfort, en het grootste comfort genieten ze tot nader orde thuis. Voor de studenten is de situatie alvast voordelig: het overschot belet dat de prijzen verder stijgen. De kotbazen hopen op de buitenlandse studenten om hun lege kamers toch nog te verhuren.
Cool en veilig met de fiets De K.U.Leuven werkt samen met het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV) en de Vlaamse Confederatie van Ouders en Ouderverenigingen (VCOV) mee aan een veelomvattend fietsproject voor leerlingen van lagere scholen. Hoofddoelstelling is de kennis van verkeersregels en de motorische vaardigheden van de leerlingen te integreren en te optimaliseren. Het project — dat de titel Fiets veilig, fiets cool kreeg — vertrekt daarvoor vanuit de vaststelling dat de eindtermen ‘sociaal en veilig fietsgedrag’ slechts bereikt kunnen worden door oefening in het verkeer zelf. In de klas komt eerst een theoretisch luik aan bod waarin de leerlingen een intensieve voorbereiding krijgen op verkeerssituaties. In een tweede fase doen de leerlingen ervaring op in begeleide fietstochten naar school. Daarin krijgen ze uitleg en instructies van de begeleidende leerkrachten en van verkeersouders, bijvoorbeeld over veilige fietsroutes. De mogelijkheid van onmiddellijke feedback over hun rijgedrag zorgt ervoor dat de leerlingen tijdens die fietstochten hun waarnemingsvermogen en hun reacties verder ontwikkelen. Het initiatief wil zowel de ouders als de scholen en gemeentelijke overheden in de verkeersopvoeding van kinderen betrekken.
campuskrant
Persaandacht voor eindverhandelingen
Gisteren nog aan de unief, vandaag in uw krant Met een klik op de nieuwspagina van de K.U.Leuven kan je een indrukwekkende lijst titels bekijken van eindverhandelingen die de laatstejaarsstudenten sinds 2003 bijeen hebben geschreven. Ook de nationale pers maakt elk jaar dankbaar gebruik van die lijst. Heel wat mediagenieke onderzoeken — waarvan hier een selectie — vinden dan ook hun weg naar de krant. Els Spaas Meer artikels, zwaardere straffen Straffen van daders in assisenzaken zijn tot 20 procent zwaarder als de media veel berichten over het proces. Daarbij maakt het weinig uit of die berichtgeving positief, negatief, of strikt zakelijk is. Tot die conclusie kwam Nathalie Lenaerts (Communicatiewetenschappen) na een onderzoek naar een 150-tal krantenartikels en de 54 assisenzaken waarover die rapporteerden. De artikels, overgebleven uit een grote verzameling waarin het procesDutroux domineerde, werden grondig geanalyseerd. Die analyse wees uit dat Vlaamse kranten overwegend zakelijke en neutrale berichten over processen brengen, maar ook de meest gekleurde artikels veranderden de relatie tussen aantal en de strafmaat niet. Enkel voor artikels waarbij goede karaktereigenschappen van de dader duidelijk aan bod kwamen, bleek er geen vaststelbaar verband. Artikels waarin het slachtoffer negatief wordt voorgesteld, zijn zeldzaam. In de geanalyseerde gevallen bleken de straffen in die processen lager uit te vallen. Lenaerts benadrukt nog dat media-aandacht niet de enige factor is met een invloed op strafuitspraken. Supportersagressie in jeugdvoetbal Ruben Cremers en Michaël Tuyls (Lichamelijke Opvoeding) onderzochten in hun eindverhandeling supportersagressie in het Limburgse jeugdvoetbal. De basis van hun onderzoek waren observaties van supportersgedrag bij 28 miniemenwedstrijden. Centrale vaststelling is dat supporters ook in het jeugdvoetbal hun boekje te buiten gaan. Anders dan in het professionele voetbal is er van fysiek geweld echter geen sprake. Per wedstrijd nemen de toeschouwers wel gemiddeld 13,75 keer hun toevlucht tot verbale agressie, vooral in de tweede wedstrijdhelft. Die score is hoger bij matchen waarin allochtonen meespelen. Vooral vaders tussen dertig en veertig bleken verbale hooligans, en anders dan de moeders — die vooral de spelers viseren — richten zij zich vooral tot de scheidsrechters. Trainers en andere supporters blijven meestal buiten schot. Pop en politiek Na de jaren 70 lijkt het politieke lied over zijn hoogtepunt. Dat moest Wouter Lavrijsen (Communicatiewetenschappen) vaststellen na zijn analyse van politieke teksten in het Vlaamse lied. Voor die jaren 70 onderscheidt hij drie generaties: op de periode vóór de tweede wereldoorlog na waren die eerder apolitiek. In de jaren 50 en 60 moesten de schla-
(© Rob Stevens)
6
In de jaren 90 — het ‘VTM-tijdperk’ — zijn populaire politieke liedjes schaars geworden, aldus Wouter Lavrijsen. Slechts een enkeling, zoals Luc de Vos van Gorki (Weg met Dewinter, leve de lente), durft af en toe nog een politieke uithaal aan.
gers van zangers als Bobbejaan Schoepen het oorlogstrauma verzachten. Politieke referenties waren daarbij uit den boze. Maar politiek werd ook geweerd uit de (op het Franse chanson geinspireerde) ‘kwalitatief betere luisterliedjes’ waarvan Will Ferdy de pionier was. Een uitzondering op die regel was Miel Cools, die wél politieke nummers bracht, zoals De vredesduif. De jaren 60 en 70 waren het tijdperk van de echte protestzangers. De Vlaamse Dylans zongen over pacifisme, solidariteit en milieu, maar ook over de Vlaamse zaak en het burgerleven. Grote namen van die generatie zijn Wim De Craene, Zjef Vanuytsel en Jan De Wilde. De jaren 70 en 80 noemt Lavrijsen de periode van de Vlaamse pop, waarbij tekst aan belang inboet en politieke elementen van ondergeschikt belang worden. Tegelijkertijd nemen volksmuzikanten de draad van de sociaal bewogen café-chantants van voor de Tweede Wereldoorlog weer op: Wannes Van de Velde hoort in die categorie thuis, net als Willem Vermandere en Katastroof. Hun thema’s zijn grotendeels dezelfde als die van de protestzangers, al richt het radicalere Katastroof zich vooral tegen ordehandhavers. Vanaf de jaren 90 — het ‘VTM-tijdperk’ — zijn populaire politieke liedjes helemaal schaars goed: de roep om entertainment klinkt steeds luider, en bovendien zorgt de populariteit van het Engels in de popmuziek voor minder Vlaamse teksten. Een enkeling, zoals Luc de Vos van Gorki (Weg met Dewinter, leve de lente), durft wél af en toe nog een politieke uithaal aan. In andere genres
vrezen Belgian Asociality en formaties als ABN, de Sint-Andries MC’s en Flip Kowlier straffe uitspraken evenmin. Zelfmoord nog taboe op school Na verkeer is zelfmoord de tweede doodsoorzaak bij jongeren. Elk jaar denkt minstens 20 procent van de jongeren aan zelfmoord. Ondanks die cijfers blijkt uit de eindverhandeling van Eva Vandorpe (Criminologie) dat preventieve acties, die scholen bijvoorbeeld wel ondernemen rond verkeersveiligheid, uitblijven. Vandorpe schreef veertig middelbare scholen aan met vragen over hun preventiebeleid. Op één na bleek geen enkele van die scholen een preventief beleid te hebben. De scholen oordeelden meestal dat aandacht voor het probleem olie op het vuur zou zijn. Vandorpe is het niet eens met dat argument. Volgens haar worden jongeren sowieso op verschillende manieren met zelfdoding geconfronteerd. Preventie zet hen daar niet toe aan. De maatregelen die Vandorpe voorstelt hangen samen met een verandering naar een open schoolklimaat, waar informatie gemakkelijker wordt doorgegeven en waar de problematiek bespreekbaar is. Leerkrachten moeten bijscholing krijgen om de signalen van jongeren beter op te vangen en beter te interpreteren. De katholieke onderwijskoepel heeft de boodschap alvast begrepen, en maakt van zelfmoordpreventie een van de prioriteiten van volgend schooljaar. Het overzicht van eindverhandelingen sinds 2003 vindt u op http://www.kuleuven. be/nieuws/eindverhandelingen
campuskrant
nieuws
31.8.2005
Expo ‘Leven in steen’ laat fossielen aan het woord
Oog in oog met de archaeopteryx Een bizar geleedpotig beest uit het zuiden van Marokko, een tweevleugelig insect uit het Baltisch gebied in Polen, een krokodil uit de Messelgroeve in Duitsland… Voor de tentoonstelling ‘Leven in steen. Sporen van 4 miljard jaar evolutie’ verzamelden emeritus professor Pierre Bultynck en professor Noël Vandenberghe van de Afdeling Historische Geologie unieke fossielen uit alle uithoeken van de wereld. Hun doel: het verhaal van het ontstaan en de evolutie van het leven op onze planeet op een toegankelijke manier vertellen. De tentoonstelling, georganiseerd door de vzw Artes.Leuven, opent de deuren op 10 september. Het is een totaalproject vol wetenschap, kunst en muziek geworden.
N
a een aanloop van twee jaar staat de tentoonstelling helemaal klaar. Er was heel wat heen-en-weergeloop en -gebel nodig voor elk detail van het project rond was. Emeritus professor Pierre Bultynck: “Ik heb altijd voor het museum voor Natuurwetenschappen in Brussel gewerkt en was tegelijk bijzonder hoogleraar aan de Afdeling Historische Geologie van de universiteit. In 2003 ging ik met pensioen. Het leek mijn collega Vandenberghe een goed idee om voor die gelegenheid een tentoonstelling te organiseren. Dat zag ik best zitten. Het was een uitgelezen kans om de geologie eens in de verf zetten en dat op zo’n manier dat iedereen zich erdoor aangesproken zou voelen. Veel mensen staan weigerachtig tegenover wetenschappelijke tentoonstellingen. Ik wou het dus zo aanpakken dat ze er wél met een goed gevoel weer buiten stappen.” Ferme stukken De eerste bekommernis draaide om de stukken zelf. Uit alle windstreken zijn de meest waardevolle fossielen aangedragen. Samen vertellen ze in één vloeiende lijn over het ontstaan en de evolutie van het leven op onze planeet. Met de eerste eenvoudige organismen waar later de meest ingewikkelde planten en dieren uit zijn voortgekomen: van bizarre levensvormen waar we vandaag alleen maar van kunnen opkijken tot steeds herkenbaardere dieren. Een prachtexemplaar is een fossiele archaeopteryx, een oervogel met veren maar ook met nog enkele typische reptielenkenmerken. “Het heeft een behoorlijke inspanning gekost om al die stukken vast te krijgen”, zegt Pierre Bultynck. “Ze komen van vindplaatsen overal ter wereld. Sommige mochten in eerste instantie zelfs het land niet uit. Het is voor het eerst dat stukken van al die plaatsen samengebracht worden.” Panamarenko De organisatoren wisten welke schatten ze in handen kregen. De volgende zorg was die wetenschap over te brengen op hun publiek. Een uitgekiende vormgeving was daarbij onontbeerlijk. “We hebben kosten noch moeite gespaard om alles er aangenaam te laten uitzien. De vormgeving is prachtig geworden. De uitwerking was in handen van dezelfde ontwerper die de herinrichting van het Bellevue Museum in Brussel voor zijn rekening heeft genomen.” Ook kunst en muziek dragen bij tot de succesformule van de tentoonstelling. Verscheidene beeldende kunstenaars, zoals Jan Fabre, Allan McCollum en Lawrence Weiner hebben één of ander gefossiliseerd prachtexemplaar als inspiratiebron voor een kunstwerk gebruikt. Panamerenko zag bijvoorbeeld snel in dat de oervogel hem op het lijf geschreven was. Het beestje moet vrij stroef gevlogen hebben en was dus een haast prototypisch model voor de kunstenaar. Zonder muziek zou het leven op
Ines Minten aarde zich nooit ontwikkeld hebben tot wat het vandaag is. Daarom componeerde Piet Swerts speciaal voor de tentoonstelling een monumentaal werk voor symfonisch orkest en koor. “De muziek is opgenomen door het Vlaams Radio Orkest. Het is een prachtig werk dat het juiste klimaat oproept voor ons
scholen zijn er speciale programma’s, aangepast per leeftijdsgroep. Een centrale plaats daarin krijgen de zogenaamde ateliers. “Daarin krijgen de jongeren de kans om de fossielen zelf vast te pakken. Dat is iets wat in de meeste musea absoluut niet kan. Het is dus een unieke gelegenheid. Het be-
Panamarenko zag snel in dat de oervogel hem op het lijf geschreven was. Het beestje moet vrij stroef gevlogen hebben en was dus een haast prototypisch model voor de kunstenaar. verhaal. Zo zie je maar dat we ons voor dit project niet puur als wetenschappelijke droogstoppels hebben opgesteld”, lacht Bultynck. Fossielen voelen “De tentoonstelling vertelt op een wetenschappelijk correcte manier, maar toch in mensentaal, hoe het leven er gekomen is. Ze is opgesteld volgens zes hoofdthema’s en beantwoordt ook prangende vragen die paleontologen voortdurend te horen krijgen. Zoals: ‘Jullie beweren dat deze steen 35 miljoen jaar oud is. Hoe weten jullie dat zeker?’” Je kunt de tentoonstelling op eigen houtje of met een gids bezoeken. Voor
langrijkste voor ons was te vermijden dat de tentoonstelling een ivoren-toren-cachet kreeg. We wilden het project toegankelijk maken voor iedereen. Het resultaat is een mooi ogende expositie die vanuit de meest uiteenlopende hoeken van het culturele veld inbreng heeft gekregen.” ‘Leven in Steen’, van 10 september tot 29 januari, Museumsite Leuven, Vanderkelenstraat, 3000 Leuven. Meer weten? (t) 016 22 45 64,
[email protected], http://www.artesleuven.be De compositie van Piet Swerts zal ook te beluisteren zijn tijdens het UUR KULtUUR van 12 oktober 2005 (21u-23u, Museumsite).
7
Onderwijs en examens: Wat verandert er vanaf 2005-2006? “Waar kan ik terecht voor een beknopt overzicht van de belangrijkste wetenswaardigheden over de nieuwe onderwijsregeling en het nieuwe examenreglement? Waar kan ik desgewenst de integrale documenten vinden? Waar kan ik wat achtergrond vinden over het waarom van deze vernieuwingen?” De webstek http://www.kuleuven. be/onderwijs/flexibilisering/ veranderen.htm verduidelijkt de belangrijkste kernpunten, zoals welke studiecontracten studenten kunnen afsluiten, het creditbewijs, het accumuleren van credits en de mogelijke erkenning van eerder verworven competenties. Vooraan op die pagina vindt u ook de link naar de volledige onderwijsregeling en het volledige examenreglement van de K.U.Leuven. Om de achtergrond van deze ingrijpende ontwikkeling te kunnen situeren in het kader van de jonge Europese Hogeronderwijsruimte en de noodzaak ervan beter te kunnen begrijpen, biedt de webpagina http://www.kuleuven.be/ onderwijs/flexibilisering/waarom. htm een aanknopingspunt. Voor je persoonlijke opmerkingen en vragen over de nieuwe regelgeving kan je terecht bij de ‘helpdesk flexibilisering’ via
[email protected] . Joseph Indekeu coördinator Onderwijsbeleid
Individueel Studieprogramma via het web In de loop van september lanceert het Anemoonteam een nieuwe webtoepassing waarmee studenten hun studieprogramma kunnen samenstellen. De keuzes die zij maken — binnen de opleidingen waarvoor zij ingeschreven zijn — worden onmiddellijk gecontroleerd aan de hand van de regels die voor die opleiding gelden. Wanneer de student zijn studieprogramma bewaart, wordt de informatie meteen opgeslagen in het centrale SAP-systeem en ook doorgegeven aan het leerplatform Toledo. De personen aan de faculteit, die de studieprogramma’s van de studenten nakijken en goedkeuren, moeten deze gegevens niet meer opnieuw invoeren en kunnen ook gebruik maken van deze nieuwe webtoepassing om hen in hun taak te ondersteunen. Tenslotte zullen ook docenten voordeel ondervinden bij deze nieuwe werkwijze. Zij zullen immers meer correcte lijsten terugvinden in hun K.U.Loket, van de studenten die effectief voor hun opleidingsonderdeel hebben ingeschreven. Meer informatie over het Individueel Studieprogramma (ISP) kan je terugvinden op het web via http://www. kuleuven.be/onderwijs/isp/
Ammoniet, ca. 200 miljoen jaar oud, Scunthorpe, Lincolnshire, Engeland, privécollectie. (© P. Laes)
8
onderzoek
31.8.2005
campuskrant
Vanuit de lucht speuren onderzoekers naar archeologische sites
Het adelaarsoog van de archeoloog Archeologen heten nauwkeurige speurneuzen te zijn die in de grond op zoek gaan naar sporen uit het verleden. Maar af en toe zijn de onderzoekers ook in de lucht terug te vinden. Een Leuvens team voert al acht jaar lang prospectievluchten uit met een klein vliegtuig om luchtfoto’s van Vlaamse akkers en weilanden te maken. Van 19 tot 21 september organiseert de Afdeling Archeologie het jaarlijkse congres van de Aerial Archaeology Research Group. Benedict Vanclooster
D
“
e luchtprospecties verruimen letterlijk onze blik”, zegt professor Marc Lodewijckx van de Afdeling Archeologie. “Vanuit de lucht heb je een beter overzicht over de sporen van archeologische sites, die zich soms over verschillende percelen uitstrekken.” Zo openbaart een Romeinse grafheuvel zich als een cirkelvormige verkleuring in een graan- of grasveld. Aan de rand van de cirkel lag destijds een afsluitgracht. Daardoor is de relatieve vochtigheid op die plaats tot op vandaag groter. Het geteelde gewas wordt daar dan ook vroeger rijp en heeft een afwijkende kleur. “Naast kleurverschillen in de gewassen leiden nog andere bakens naar onontgonnen archeologische rijkdommen. Vochtigheidsverschijnselen in de bovengrond bijvoorbeeld, maar ook lichte niveauverschillen die door hun slagschaduw zichtbaar worden, of verschillen in de verspreiding van poedersneeuw. Al deze anomalieën in het landschap leggen wij op foto vast. Daarbij komt het niet zozeer aan op fotografisch talent, maar wel op archeologisch inzicht. Je moet weten welke fenomenen een foto waard zijn.” De archeologen toetsen hun bevindingen vanuit de lucht vervolgens op het terrein. “Nader veldonderzoek valt wel eens tegen. De anomalieën die we fotograferen kunnen best ook het resultaat zijn van erosie of ongelijke bemesting. Om ontgoochelingen te vermij-
Deze foto werd genomen boven Briegden (Lanaken) nabij het Albertkanaal. De vierkante verkleuring wijst op de aanwezigheid van grachten in het verleden. den, proberen we met die scenario’s op voorhand rekening te houden.” “Dit jaar hebben we al uitstekende resultaten geboekt. Vooral in Haspengouw ontdekten we diverse nieuwe nederzettingen en grafheuvels. Soms dateren die van voor de Romeinse tijd zodat ze moeilijk opspoorbaar zijn. De Romeinen bouwden vaak grootschalige constructies, zoals heirbanen, die dan ook meer in het oog springen dan de archeologische sites van oudere datum. Die waren bovendien veelal in hout opgetrokken, waardoor er een vroegere vervaldatum op stond.” Eden Het was Rene Pelegrin, een amateurarcheoloog met vliegvergunning, die
de Leuvense onderzoekers op het idee bracht om met luchtprospectie en –fotografie te beginnen. “Ook de collega’s aan de universiteit van Gent hadden al heel wat ervaring met luchtarcheologie. De resultaten die zij in West- en Oost-Vlaanderen boekten, overtuigden ons van het nut ervan.” De archeologen van de Gentse en Leuvense universiteit werken nauw samen om alle Vlaamse sites in kaart te brengen. “Zij nemen West- en Oost-Vlaanderen voor hun rekening, wij vliegen boven de provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant. Al valt bijvoorbeeld de gordel rond Zaventem om evidente redenen buiten onze vliegroutes.” Alle informatie over de geregistreerde sporen en de duiding en lokalisatie
ervan worden gebundeld in de Centrale Archeologische Inventaris (CAI). “Deze digitale databank is gekoppeld aan een GIS-systeem (Geografisch Informatiesysteem, red.) met digitale kaarten. De CAI wordt louter aangewend voor wetenschappelijke doeleinden.” Voor de opbouw van de CAI kan de Afdeling Archeologie aan de K.U.Leuven terugvallen op de werkingsbudgetten van het Vlaamse gewest. “We huren een Cessna, een klein vliegtuig, en opereren met twee piloten van op het lokale vliegveld van Kiewit bij Hasselt. Gelukkig kunnen we rekenen op heel wat vrijwilligerswerk om de kosten binnen de perken te houden.” Professor Lodewijckx hoopt met het internationale congres van midden september belangstelling en fondsen los te weken voor luchtarcheologie. “En bij de Europese instanties dringen we aan op een uniforme wet- en regelgeving inzake luchtarcheologie.” In het verleden vond de conferentie vooral in Engeland plaats, dat met zijn goedbewaarde landbouwgebieden het Eden van de luchtarcheologen is. Afgaande op de delegatielijst van het congres, met deelnemers uit twintig landen waaronder IJsland, Mexico en Nieuw-Zeeland, behoort luchtarcheologie stilaan tot de basisingrediënten van het archeologisch onderzoek. http://www.arts.kuleuven.be/wea/ Luchtfotografie/aarg/
– advertentie –
ACCO-aandeel d a a r wo r d j e s t e r k va n �����������������������������������
��������������������
�����
��������������������������������������������� ������������������������������������������ ����������������������������������������������� ����������������������������������������
�������������������������������������� ����������������������������������������� ���������������������������������������� ��������������������������������������� ������������������������������������������� ���������������������������������������������� ��������������������������������������� �������������������������������������������� �������������������������������������������� ���������������
���������������������������������������������� ���������������������������������������������� �������������������������������������� ������������������������������� ����������������������������������������� ������������������������������������������������������� ����������������������������������������������������������������������������������������� AccoCampuskrant.indd 1
������������������������ �������������������������������������� ������������������ ��������������������������������� �������������������� �������������������������������������� ������������������ 8/22/05 9:43:28 AM
campuskrant
zeswekelijkse
31.8.2005
bijlage voor personeel
9
– personeelskrant – 10 g e d r a g s l i j n i c t – 10 d e c o l l e g a’s – 11 i n t e r v i e w w a l t e r g i j s
Nieuwe reglementen intellectuele eigendom
Wat verdient u aan uw vondsten? Heeft u met uw onderzoeksgroep het warme water uitgevonden — of, verkieslijker, een pil die zorgt voor wereldvrede — en wil u die ontdekking zo snel mogelijk te gelde maken? Dan leest u er het best even de nieuwe reglementen in verband met intellectuele eigendom op na. Of u kan zich beperken tot dit artikel, waarin algemeen beheerder professor Koen Debackere u haarfijn uitlegt wat er allemaal verandert het komende academiejaar. Tim Vuylsteke
L
“
aat mij het eerst even hebben over de voorgeschiedenis. Reeds eind jaren tachtig vroeg de K.U.Leuven octrooien aan, en verscheen er geregeld een nieuwe spin-off op het toneel, maar daar bestond niet echt een wettelijk kader voor. Tussen ’91 en ’98 heeft de Vlaamse Regering dan een aantal decreten uitgevaardigd die stelden dat de universiteit de eigenaar is van de vindingen van haar werknemers, maar dat ze die werknemers — de eigenlijke uitvinders — wel een billijke vergoeding moet betalen.” “In 1999 hebben we dat laatste decreet omgezet in een intern reglement. We dachten toen dat het ons fiscaal iets gunstiger zou uitkomen als we de vinders mede-eigenaar maakten van het octrooi. Juridische analyses en financiële inspecties hebben echter uitgewezen dat dat niet klopt. Bovendien kon onze constructie juridische problemen veroorzaken, want een bedrijf dat een uitvinding wil exploiteren, onderhandelt het liefst met één instantie. Dat houdt in dat als er meerdere eigenaars zijn, alle mede-eigenaars één exploitant moeten aanduiden. Ze kunnen deze volmacht echter steeds intrekken, wat voor het bedrijf waarmee onderhandeld wordt niet altijd een comfortabele situatie is.” “We hadden dus nood aan een nieuw reglement, en dat is er nu gekomen. De belangrijkste vernieuwing betreft de billijke vergoeding aan de onderzoekers. Vroeger bedroeg die lineair dertig procent. Vanaf nu wordt gewerkt met een getrapt systeem. Omdat de meeste octrooien maar weinig geld opbrengen — bijna allemaal kósten ze alleen maar centen — wordt er nu met cumulatieve schijven gewerkt. Een octrooi dat cumulatief minder dan vijf miljoen euro genereert, levert de vinder — na aftrek van de gemaakte kosten — een billijke vergoeding van veertig procent op, terwijl bij een octrooi dat cumulatief meer dan vijftig miljoen opbrengt, slechts tien procent van de schijf boven de vijftig miljoen kan worden gebruikt als billijke vergoeding. De rest van de inkomsten komt ten goede aan de onderzoeksgroep in kwestie en het Octrooifonds, dat onder meer geld investeert in de bescherming van vindingen voor onderzoeksgroepen die daartoe zelf niet over de nodige middelen beschikken.” Succesproduct “Het nieuwe reglement is ook veel duidelijker en transparanter voor de buitenstaander. Het staat nu ondubbelzinnig vast dat de K.U.Leuven de enige eigenaar is van alle vindingen die haar onderzoekers doen. De verantwoordelijkheid voor de exploitatie is in handen van K.U.Leuven Research & Development. En het woord verantwoordelijkheid mag je heel letterlijk nemen: als de
universiteit geen stappen onderneemt om een bepaalde uitvinding te beschermen, dan mag de onderzoeker zelf het initiatief daartoe nemen, op voorwaarde dat hij of zij de universiteit daarvan op de hoogte brengt.” “Voor K.U.Leuven R&D is deze octrooiportefeuille een serieuze investering.
Vijf gedoctoreerden zijn continu bezig met de opvolging van de octrooiaanvragen, en ook de verschillende databanken waartoe ze toegang moeten hebben, kosten handenvol geld. Maar het is natuurlijk een investering waar we ten volle achter staan. Op dit moment hebben we ruim honderd vijftig octrooien
in onze portefeuille, en eens in de zoveel jaar zit daar toch een serieus succesproduct tussen.” Het reglement betreffende intellectuele rechten op onderzoeksresultaten is terug te vinden op http://www.kuleuven.be/admin/ st/niv3/ja-i14.htm
Disclaimer voor e-mails en webpagina’s
D
e centrale mailservers van LUDIT voorzien alle K.U.Leuvene-mails vanaf één september automatisch van een ‘K.U.Leuven-disclaimer’ of een verwijzing naar de webpagina ‘K.U.Leuven-disclaimer’, die je vindt op http://www.kuleuven.be/ cwis/email_disclaimer.htm. Ook webpagina’s dienen te verwijzen naar een disclaimer: de ontwikkelaars plaatsen de link http://www.kuleuven.be/cwis/ claim.htm op de Sedes, links onderaan elke pagina.
Motivatie voor het gebruik van een disclaimer is het toenemende juridische belang van e-mails en webpagina’s. De disclaimer maakt duidelijk dat eventuele schade als gevolg van een bericht van mensen verbonden aan de K.U.Leuven niet automatisch op de K.U.Leuven kan worden afgewenteld. De nieuwe regeling geldt voor alle e-mailadressen die eindigen op ‘.kuleuven(.ac).be’ of ‘.kulak(.ac).be’. Uitzonderingen daarop zijn e-mails vanop studentenmailadressen en (voorlopig nog)
e-mails verstuurd met een K.U.Leuvenmailadres maar vanop een locatie buiten het K.U.LeuvenNet. E-mails verstuurd via K.U.LeuvenNet, maar vanop een privé-mailadres, vallen ook buiten de regeling. In de zeldzame gevallen waarbij emails vanop K.U.Leuven-mailadressen verzonden worden maar niet langs de ‘smtp.kuleuven.be’-server gaan, zijn de betrokken systeembeheerders verantwoordelijk om die e-mails van de disclaimer te voorzien.
Nieuwe dienstvoorschriften overuren en middagpauze Overwerk en meerprestaties De nieuwe regeling voor overwerk (meer dan negen uur per dag of meer dan 45 uur per week) werd samengevat in een aantal principes, raadpleegbaar op de website. Uitgangspunt van de regeling is dat overwerk en meerprestaties best vermeden worden. Dat kan door de individuele uurroosters van medewerkers binnen een dienst beter te coördineren. Voor een aanpassing van die uurroosters is wel een goedkeuring nodig door werknemer en werkgever. Om overwerken zoveel mogelijk te vermijden, wordt de regelgeving strik-
ter toegepast: noodzakelijke overuren moeten vooraf centraal worden aangevraagd en goedgekeurd. Zonder die goedkeuring worden de uren niet geregistreerd en dus niet uitbetaald. Opdat de ommezwaai naar dit nieuwe systeem zo snel mogelijk achter de rug zou zijn, wordt gevraagd overuren die vóór 1/7/2005 werden gemaakt zo snel mogelijk te registreren. Voor meer info: http://www.kuleuven.be/ admin/dm/niv3/dv-i76.htm Middaguur De norm voor de duur van middagpau-
zes blijft een uur. Het Gebu bevestigt met die beslissing de beleidslijn die ook in de CAO voor het ATP wordt vermeld. Uitzonderingen zijn enkel onder bepaalde voorwaarden mogelijk: ze moeten gemotiveerd worden door specifieke noden van een dienst en ze mogen de dienstverlening niet in gevaar brengen. Het toestaan van een afwijking behoort niet meer uitsluitend tot de bevoegdheid van de algemeen beheerder, al blijft strikte objectiviteit wel de regel in de behandeling van de aanvragen. Voor meer info: http://www.kuleuven.be/ admin/dm/niv3/dv-i75.htm
–personeelskrant –
10
31.8.2005
campuskrant
Nieuwe gedragslijn voor gebruik van ICT-middelen
“Niemand leest je e-mails zonder dat je er weet van hebt” Bent u een illegaal downloadende doctorandus, een spammende prof of een diensthoofd dat stiekem de mails leest van zijn medewerkers? Wees dan op uw hoede, want sinds 1 juli geldt een nieuw dienstvoorschrift ‘Gebruik van ICT-middelen aan de K.U.Leuven — gedragslijn voor personeelsleden’. We vroegen professor Jos Dumortier, voorzitter van de Commissie Netdeontologie, wat er veranderd is. Tim Vuylsteke
P
rofessor Dumortier: “Eind 2002 hebben we, zoals de meeste ondernemingen, het eerste ICT-dienstvoorschrift ingevoerd, omdat dat wettelijk min of meer verondersteld werd. Vakbonden en werkgevers waren in de Arbeidsraad overeengekomen dat een werkgever tot op zekere hoogte het e-mailverkeer en ICT-gebruik van zijn werknemers moet kunnen controleren, op voorwaarde dat er op het niveau van de organisatie een reglement wordt opgesteld. We hadden toen nog niet zoveel ervaring als nu, vandaar dat die oorspronkelijke tekst een aantal tekortkomingen bevatte. Dat was trouwens ook voorzien: we zouden de gedragslijn om de twee jaar evalueren en — indien nodig — aanpassen.” Beroepsgeheim “De belangrijkste reden voor het aan-
passen van het dienstvoorschrift was de technologische evolutie. Technisch en organisatorisch verandert het gebruik van ICT voortdurend. Vroeger werd er aan de K.U.Leuven, bijvoorbeeld, minder draadloos gewerkt, en waren er minder mobiele apparaten. Die nieuwigheden moesten dus een plaats krijgen in de tekst. Verder gaf het oude reglement geen antwoord op sommige vragen die gesteld werden, zoals ‘mag een diensthoofd de harde schijf van zijn medewerkers controleren?’. Ten derde voorzag de gedragslijn geen procedure om snel in te grijpen bij incidenten.” “Hoe privé zijn nu eigenlijk het emailverkeer en de harde schijf van een personeelslid van de K.U.Leuven? Wel, het nieuwe reglement zegt dat een diensthoofd de bevoegdheid heeft om in uitzonderlijke gevallen het ICT-
materiaal van zijn medewerkers te controleren. In dat geval dient hij wel de Commissie Netdeontologie op de hoogte te brengen, en zo mogelijk ook de betrokkene. In de praktijk mag je er dus van uitgaan dat niemand je e-mails leest zonder dat je er weet van hebt. De netwerkbeheerders van LUDIT hebben natuurlijk wel toegang tot het volledige systeem, maar ook zij moeten de privacy van de gebruikers respecteren. Bovendien zijn ze gebonden aan een soort beroepsgeheim. Ze kunnen dus wel ingrijpen als er, bijvoorbeeld, een virus opduikt, maar mogen de informatie waar ze op stuiten niet gebruiken voor andere doeleinden.” Rood, oranje, groen “Er zijn twee soorten incidenten: technische incidenten en inbreuken op de
Gedragslijn. Die laatste kunnen ofwel gedetecteerd worden bij een technische controle, ofwel worden ze aan de Commissie Netdeontologie gemeld via het e-mailadres
[email protected]. Aan zulke meldingen kent het incidentteam vervolgens een code toe. Code ‘groen’ betekent dat er geen regels van de Gedragslijn zijn overtreden, en het incident wordt dan ook op informele wijze opgelost.” “Code ‘oranje’ wordt toegekend als één of meerdere regels zijn overtreden, echter zonder dat er sprake is van een misdrijf of van een beschadiging van de financiële en economische belangen van de K.U.Leuven. Er wordt in zo’n geval een waarschuwingsprocedure opgestart. Bij code ‘rood’ ten slotte — wanneer er wel sprake is van een misdrijf of van de eerder vermelde belangenbeschadiging — wordt de Commissie Netdeontologie meteen op de hoogte gebracht. Die brengt dan advies uit, en deelt dat advies mee aan de directeur van de Personeelsdienst.” “De belangrijkste verdienste van het nieuwe reglement is dus dat niet alle incidenten meer over dezelfde kam worden geschoren. Echt ernstige incidenten zijn trouwens hoogst uitzonderlijk. Bovendien worden bij elk incident zo weinig mogelijk mensen betrokken, wat dan natuurlijk weer in het belang is van de privacy van de overtreder.” ‘Het gebruik van ICT-middelen aan de K.U.Leuven — gedragslijn voor personeelsleden’ vindt u op http://www.kuleuven. be/admin/dm/niv3/dv-i74.htm
Wie is de man of vrouw achter die sympathieke stem die u zo vaak aan de lijn hebt?
deCollega’s 22
Of wie schuilt er achter de persoon met wie u een intensieve mailrelatie onderhoudt?
In deze rubriek proberen we een gezicht te plakken op die collega met wie u zo goed samenwerkt, maar die u op straat straal voorbij zou lopen.
door SVEN NEVENS
(© Rob Stevens)
In de vorige aflevering verwees Mark de Reu van de Dienst Bewakings- en Beveiligingsbeleid ons door naar Koen De Backer.
“Na omzwervingen in het onderwijs en als magazijnbeheerder, ben ik begin 2003 aan de K.U.Leuven terechtgekomen”, verklaart Koen De Backer (36) zijn professionele voorgeschiedenis. “Daar werk ik nu als preventieadviseur, een boeiende en gevarieerde job. Zo sta ik samen met een collega in voor de brandveiligheid van de universiteitsgebouwen. Ik organiseer de evacuatieoefeningen en zorg voor de opleiding van de eerste-interventieploegen, en voor de blusopleidingen. Ook ben ikzelf VGM-verantwoordelijke voor een vijftigtal gebouwen. Alweer zo’n vakterm: in mensentaal ben ik het aanspreekpunt voor alle problemen in verband met veiligheid, gezondheid en milieu in deze gebouwen. De meldingen en oproepen kunnen gaan van een gestolen brandblusapparaat tot een koppige collega die halsstarrig blijft roken in de gebouwen.” “Preventieadviseur is echter meer dan een bureaujob. Om de drie jaar moet elk universiteitsgebouw een
VGM-audit ondergaan en we zijn dan ook regelmatig op pad om eventuele mankementen of tekortkomingen op te sporen. Ook krijgt elk studentenhuis jaarlijks een evacuatieoefening te verwerken, ergens tussen half oktober en begin december. De studenten kunnen dus al volop beginnen oefenen om geen slecht figuur te slaan…” “Het is misschien verrassend, maar van opleiding ben ik eigenlijk Licentiaat Lichamelijke Opvoeding, al heb ik natuurlijk een bijkomende opleiding ‘Preventieadviseur’ gevolgd. L.O. heeft volgens mij een verkeerd imago. Het is wel degelijk een heel polyvalente opleiding. Studenten krijgen immers naast sportvakken ook nog een zwaar theoretisch pakket mee: scheikunde, natuurkunde, mechanica, … Werkgevers zijn hiervan misschien nog onvoldoende op de hoogte.” “Tegenwoordig is het sportieve bij mij een beetje op de achtergrond geraakt. Nu houd ik me meer bezig met muziek. Ik heb jarenlang in een folk-
groepje gezongen en nu probeer ik me te bekwamen in klassieke zang aan de muziekacademie in Geel. Het is ook dankzij mijn muzikale interesse dat ik mijn vriendin Mieke ben tegengekomen. Zij speelt viool en is beroepshalve muziektherapeute. Momenteel revalideert ze echter van een zwaar verkeersongeval. Samen hebben we een huisje gekocht in Westerlo, de parel der Kempen, waarin we op dit moment de nodige verbouwingen uitvoeren.” “De volgende collega in het rijtje? Ik zou heel graag eens te weten komen hoe het tegenwoordig gaat met Bart Van Reusel, mijn vroegere docent alternatieve sporten. Een heel boeiende persoon en een toffe gast!”
campuskrant
–personeelskrant –
31.8.2005
11
Personeelsdienst in beweging
“Mensen helpen om hun angsten los te laten”
W
Als er aan onze universiteit één dienst is waar letterlijk ieder personeelslid geregeld mee in contact komt, dan moet dat wel de Personeelsdienst zijn. Het is een dienst die continu in beweging is, zegt Walter Gijs, hoofd Personeelsbeheer: “We moeten de dynamica van de mogelijkheden boven het comfort van het eigenbelang durven stellen.”
alter Gijs: “Het klopt dat de Personeelsdienst voortdurend moet inspelen op veranderingen. Veranderingen en leren omgaan met veranderingen zijn vandaag trouwens een constante in elke werk- en leefomgeving. Waar het mij en mijn collega’s vooral om te doen is, is de mensen enthousiast te maken, hen klaar te maken voor de uitdagingen die op hen afkomen. Mensen ervaren veranderingen nog te vaak als bedreigend. We moeten hen leren inzien dat het willens nillens handhaven van de status-quo gevaarlijker is dan het aangaan van nieuwe uitdagingen.” “Daarnaast moeten we ook de mensen helpen die de taak hebben veranderingen te leiden. Echte leidinggevenden durven hun medewerkers nieuwe terreinen te laten ontdekken. Ze helpen hen om hun angsten los te laten en zich in te zetten voor het algemene welzijn van de organisatie. Het is mijn overtuiging dat de Personeelsdienst hierin een stuwende rol moet spelen. We moeten de dynamica van de mogelijkheden boven het comfort van het eigenbelang durven stellen. Dat betekent dat we nog meer doelgericht moeten werken, dat we interacties en processen met het oog op verbetering onder de loep moeten nemen, dat we resultaatgericht te werk moeten gaan. En als Personeelsdienst moeten we dit allemaal uiteraard ook op onszelf toepassen.” Equipewerking “Je vroeg me om een aantal recente projecten. Wel, ik ben actief op verschillende domeinen, en één daarvan is dat van de rekrutering, de selectie en het onthaal van nieuwe medewerkers. Het klinkt als een cliché, maar ik ben ervan overtuigd dat het steeds belangrijker wordt om in een organisatie de juiste mensen op de juiste plaats te krijgen, zeker voor een universiteit als de onze, die ook internationaal competitief wil zijn. De juiste mensen willen immers deel uitmaken van een winnend team, ze willen bijdragen aan tastbare resultaten. Bureaucratie ontstaat als er gecompenseerd moet worden voor incompetentie en gebrek aan discipline.” “Dat betekent een pak boeiende uitdagingen voor de aanwervingscel, en we zijn dan ook niet bang om in die cel te investeren. Zo hebben we net nog
Tim Vuylsteke
(© Rob Stevens)
een nieuw diensthoofd aangeworven. Verder zijn er het elektronische sollicitatieformulier — dat de administratieve
Sein op groen
overlast moet beperken — en een actualisering van ons testsysteem. We willen ook mensen opleiden voor selectiege-
sprekken en een deontologische code uitwerken voor personen die in een jury zetelen. En vanaf volgend academiejaar organiseren we ook onthaalsessies voor nieuwe AAP- en BAP-medewerkers.” “Daarnaast willen we de consulentenwerking verder uitbouwen. Consulenten zijn HR-medewerkers die in the field vragen en problemen van klanten behandelen. We willen met hen op korte termijn een echte equipewerking realiseren, waarbij we oog hebben voor de specifieke noden van de verschillende klantengroepen.” “Ten slotte hebben we nog het zogenaamde leiderschapsontwikkelingsprogramma in de steigers staan. Aan de K.U.Leuven zijn er voortdurend mensen die nieuwe — belangrijke — stoelen innemen, en die willen we zo goed mogelijk begeleiden. Dat kan gaan van ontmoetingssessies voor nieuwkomers tot een echt opleidingsprogramma in modules.” Scorebord Walter Gijs heeft — voor hij vorig jaar naar Leuven kwam — zijn sporen verdiend in de privésector. Wat zijn volgens hem de belangrijkste verschillen met de universiteit? “Allereerst zijn natuurlijk de kernactiviteiten totaal anders: hier zijn onderwijs en onderzoek de voornaamste doelstellingen. Ook wil de universiteit zich in een maatschappelijke rol profileren. De K.U.Leuven is verder een typische overlegorganisatie, waarin de dialoog een belangrijke rol speelt. In een dialoog is elke stem belangrijk, wat enerzijds een groot draagvlak creëert — en dat is een zegen, geloof me — maar anderzijds ook de nodige tijd vergt, waardoor de besluitvorming soms traag oogt.” “Wat ik, ten slotte, vooral als een voordeel ervaar, is dat men hier ook op langere termijn durft kijken. In het bedrijfsleven wordt te vaak op zeer korte termijn gedacht en gehandeld. Soms is de druk van cijfers en geldstromen daarbij zo dwingend dat de menselijke factor en een aantal waarden in het gedrang komen. Maar zoals ik het soms stel: hoe kan je nu een basketbalmatch winnen door je enkel op het scorebord te fixeren? Het team mag je nooit verwaarlozen. Tenslotte zijn het nog altijd de mensen die het verschil maken en die een organisatie optillen tot een winnend geheel.”
Tips voor energiebesparing
De energiekosten zijn de voorbije tijd flink gestegen, en dat is niet anders voor een universiteit. Daarom — met de herfst in aantocht — in deze rubriek enkele tips voor energiebesparing. Een eenvoudige manier om de energiekost te beperken is vermijden om verlichting onnodig te laten branden. Probeer verder om ramen zoveel mogelijk dicht te houden. Als een kantoor te warm is, kunt u dat melden via het nummer 22000. Bijwarmen of –koelen met eigen apparatuur is trouwens verboden. Vergeet tenslotte ook niet om uw computer uit te schakelen tijdens de middag en als de werkdag erop zit. Of u ook uzelf tijdelijk uitschakelt, daar beslist u uiteraard zelf over… Het dienstvoorschrift in verband met verwarming en koeling vindt u op http://www.kuleuven.be/admin/dm/niv3/dv-i02.htm
Rechtzetting In het vorige nummer van Campuskrant publiceerden we een artikel over Idewe, de Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk. De themafoto van arts en patiënt die bij het artikel stond, was echter niet genomen op de Dienst zelf. Onze excuses aan Idewe voor eventuele misverstanden die daardoor kunnen ontstaan.
–personeelskrant –
12 KORTPERSONEEL
Woon-werkverplaatsingen
31.8.2005
campuskrant
Cultuur, sport en opleidingen voor personeel
Neem uw agenda en noteer...
De start van het nieuwe academiejaar en de piekende brandstofprijs zijn geschikte aanleidingen om voor uw woon-werkverplaatsingen over te schakelen op het openbaar vervoer. Sinds dit kalenderjaar zijn het immers de werkgever en de overheid die de volledige prijs van een jaarabonnement bij de NMBS betalen. Werknemers betalen enkel nog voor het eenmalig aanmaken van een moederkaart (3,90 euro). De nodige documenten kan u vinden via de link ‘aanvraag’ op het webadres (http://www.kuleuven. be/admin/po/niv3/ar-p75). Voor minder dan vier heen- en terugtreinritten per week is een Railflexkaart voordeliger. Daarmee kan je in 15 kalenderdagen vijf keer heen en terug tussen woonst en werkplaats. Ook de Railflexkaart kost een werknemer niets: de prijs is opnieuw voor rekening van de werkgever en de overheid. Voor een jaarabonnementen bij De Lijn moet een werknemer nog slechts veertig procent van de prijs zelf betalen. Hoeveel dat precies is, hangt af van uw leeftijd. Wie een jaarabonnement heeft bij de NMBS kan dat ook combineren met een zogenaamde ‘netuitbreiding De Lijn’. Ook hier moet de werknemer zelf veertig procent van die netuitbreiding betalen aan het NMBS-loket waar hij zijn abonnement aanmaakt. Het precieze bedrag is ook hier leeftijdsafhankelijk.
Het begin van een academiejaar is een uitgelezen moment om goede voornemens te maken. Bijvoorbeeld: een zo gezond mogelijke geest in een zo gezond mogelijk lichaam. Campuskrant helpt u dat voornemen waar te maken met een overzicht van het cultuur-, sport- en opleidingenaanbod.
Meer info: http://www.kuleuven. be/admin/po/niv3/ar-p75
Festival van Vlaanderen De dubbele eer om het Festival van Vlaanderen Vlaams-Brabant te openen en tegelijk de feestelijke openingsdag van het nieuwe academiejaar af te sluiten, gaat dit jaar naar deFilharmonie, die geleid wordt door Philippe Herreweghe. Voor die gelegenheden brengen zij met Haydns Die Schöpfung een van de meest hartverwarmende oratoria uit de muziekgeschiedenis. Het Choeur de Chambre de Namur neemt de koorpartijen voor zijn rekening.
In juni werd een bevraging over woon-werkverkeer bij personeel gelanceerd. Ondertussen heeft meer dan 67 procent van de aangeschrevenen de enquête ingevuld. Wie dat nog niet gedaan heeft, kan terecht op http://www.kuleuven.be/ sapredir/mobiliteit
CULTUUR Cultuurgids Academiejaar 05-06 De Cultuurgids maakt u wegwijs in het cultuurweb van de universiteit en haar omgeving. Ook dit jaar is er immers weer heel wat te beleven op en rond de culturele podia: in de nabije toekomst staan het gratis UUR KULtUUR op woensdagavond, activiteiten van universitaire ensembles, tentoonstellingen als ‘Leven in Steen’ van Artes.Leuven vzw, en concerten van Festival van Vlaanderen Vlaams-Brabant op het programma. Aanvraag Cultuurgids via K.U.Loket op https://webwsp.cc.kuleuven.be/irj/portal of via Cultuurcoördinatie: (t) 016 32 03 40,
[email protected]. Als u zich aanmeldt via K.U.Loket wordt u ook op de hoogte gehouden van het laatste cultuurnieuws via de maandelijkse e-Cultuur. Kennismakingsrepetities personeelskoor Capella Academica Het personeelskoor Capella Academica o.l.v. Dieter Staelens staat open voor K.U.Leuven personeel (ook van spin-off bedrijven en UZ) en hun gezinsleden. Aspirant-koorleden zijn uitgenodigd op de kennismakingsrepetities op 6 en 13 september, in het bijzonder tenoren zijn dit jaar zeer welkom. 6 en 13 september, 20u. Locatie volgt op http://www.kuleuven.ac.be/capellac
26 september, 20u30, Predikherenkerk, Onze-Lieve-Vrouwstraat. K.U.Leuven-personeel krijgt voor dit openingsconcert en voor het slotconcert op 25 oktober 50% korting. Meer info: (t) 016 32 03 40,
[email protected], http://www.kuleuven.be/cultuur K.U.Leuven-personeel krijgt ook 25 % korting op andere festivalconcerten. Meer info en volledig programma: In&Uit, (t) 016 20 30 20,
[email protected], http://www.festival.be
SPORT Personeelssport Het Sportcomité voorziet een aanbod specifiek voor personeel, met zwemmen, volley, badminton, en fitness. Het volledige sportaanbod aan de K.U.Leuven kunt u raadplegen op http:// www.kuleuven.be/sport/ Sport- en fitnesskaart Personeelsleden krijgen de kans om een weekje voor de grote storm — het begin van het academiejaar — al hun sport- en fitnesskaart te komen vernieuwen/verlengen. Tijdens de week van 19 tot en met 23 september blijft het sportsecretariaat (Inkomhal gebouw De Nayer, lokaal 00.07, Tervuursevest 101, 3001 Heverlee) op dinsdag en donderdag speciaal open tot 20u. Op de andere werkdagen kunt u er die week natuurlijk terecht op de gewone openingsuren: van 9u tot 12u en van 13u30 tot 17u30. UZ Sport en Spel Op zondag 18 september vindt de 27ste UZ Sport- en Speldag plaats. De titel dit jaar is Andersen en Betersen, een verwijzing naar de 200ste verjaardag van de Deense sprookjesschrijver Hans Christian Andersen. Rond dat thema wordt een indrukwekkende reeks sport-, spelen andere activiteiten georganiseerd, voor jong en oud. Info en inschrijvingen: 016 34 67 50,
[email protected], http://www.uzleuven. be/UZroot/content/Home/nieuwsenevents/ evenementen/
OPLEIDINGEN Voor uzelf of voor uw medewerker Via ‘Opleidingsaanbod’ (http://www.kuleuven.be/opleidingenpersoneel) kunt u alle opleidingen vinden die specifiek voor u aangeboden worden. De eerste opleidingen starten al op 15 september! Vindt u niet wat u zoekt? De Personeelsdienst helpt u graag bij het onderzoeken van het aanbod, het contacteren van trainers, het vinden van de meest geschikte oplossing.
Memory stick www.kuleuven.be/boetiek/
oude markt 13, leuven
tel 016 32 40 16
40,– open 10.00–12.00 uur en 14.00–16.00 uur
Voor uw team of uw dienst Vele opleidingen die u via ‘Opleidingsaanbod’ (http://www.kuleuven.be/opleidingenpersoneel) aantreft, kunnen ook op maat georganiseerd worden. De Personeelsdienst helpt u bij het analyseren van de vraag, het verkennen van de mogelijkheden, het aanspreken van
trainers en het opstarten en organiseren van opleidingen of workshops. Een opleiding op maat voor uw dienst biedt het extra voordeel dat u naast het aanleren van vaardigheden onmiddellijk afspraken kan maken om die vaardigheden concreter in het belang van uw dienst te implementeren. Aanspreekpunt is uw personeelsconsulent of de stafmedewerker opleiding en ontwikkeling Anne Laga (016 32 83 04,
[email protected]) Nieuw in het opleidingenaanbod: - Nieuwe data voor opleidingen vanuit de Personeelsdienst: Situationeel Leidinggeven, Persoonlijke effectiviteit en time-management, Vaardigheidstraining vergaderen - Nieuwe opleidingen vanuit de Personeelsdienst: Vaardig Presenteren Basistraining op 13 okt, 20 okt of 8 nov Expertentraining op 25 okt of 27 okt Efficiënt vergaderen – ook voor leden van een vergadering op 6 en 24 okt Klantvriendelijk werken op 20 sept en 11 okt Meer info en inschrijven via: http://www. kuleuven.be/personeel/opleidingen/opleidingen_communicatie.htm en http://www.kuleuven.be/personeel/ opleidingen/opleidingen_leidinggeven.htm Cursusoverzicht ICTS (Ludit + AIV) Voortaan bieden de ICTS diensten LUDIT (het Leuvens Universitair Dienstencentrum voor Informatica en Telematica) en AIV (de dienst Administratieve Informatieverwerking) een gezamenlijk cursusprogramma voor computergebruikers aan. Het doel van deze cursussen is de gebruiker op korte tijd vertrouwd te maken met middelen en toepassingen op gebied van informatica, telematica en kantoorautomatisering. LUDIT organiseert informaticacursussen, in de eerste plaats gericht op onderzoekers en studenten van de universiteit en van de Associatie K.U.Leuven maar ook derden zijn welkom. In samenwerking met het Universitair Centrum voor Statistiek (UCS) worden cursussen aangeboden over de toegepaste statistiek, en samen met DUO/ICTO i.v.m het gebruik van Toledo voor e-leren. AIV organiseert cursussen SAP in het kader van het Anemoonproject, cursussen kantoorautomatisering die het administratief gebruik van pc-pakketten ondersteunen, cursussen op aanvraag of op maat. AIV-cursussen zijn enkel toegankelijk voor personeel van de K.U.Leuven, universitaire ziekenhuizen, aanverwante instellingen en de Associatie K.U.Leuven. Meer info en inschrijven voor een cursus: https://ludit.kuleuven.be/cursus/
(© Rob Stevens)
Frits Spieksma is hoogleraar in de Faculteit ETEW. Hij is gespecialiseerd in operations research, meer bepaald in het oplossen van combinatorische optimaliseringsproblemen. “Daarmee bedoelen we de verzoening van allerlei doelstellingen en beperkingen in de best mogelijke oplossing, op basis van kwantitatieve methoden. Combinatorische problemen kenmerken zich doordat het aantal mogelijke oplossingen weliswaar eindig is, maar groot; zo groot dat de levensduur van het heelal niet zou volstaan om ze allemaal uit te proberen, zelfs niet met de snelste computer. Het vakgebied heeft erg theoretische, wiskundige aspecten, maar is daarnaast evengoed gericht op de praktijk. De vraag of DHL al dan niet in Zaventem moest blijven, zou je bijvoorbeeld heel goed tot mijn domein kunnen rekenen.” “Jack Edmonds is voor mij een spilfiguur. In 1965 publiceerde hij in het Canadian Journal of Mathematics een baanbrekend artikel met de erg zeitgeistliche titel Paths, Trees, and Flowers. Daarin formuleerde hij een inzicht (geen bewijs) over de aard van combinatorische problemen. Die kan je volgens hem verdelen in een groep van snel oplosbare problemen, en in een groep van moeilijk oplosbare problemen, ook al hebben ze beide een eindig aantal mogelijke oplossingen. Als je kunt laten zien dat een bepaald probleem makkelijk oplosbaar is, dan is er een methode die grote instanties snel oplost. Zoniet, dan ontkom je meestal niet aan een tijdrovende procedure die alle oplossingen enumereert.” “De vraag is meteen of die tweedeling van Edmonds ook echt wel een tweedeling is. Eigenlijk komt die vraag neer op het zogenaamde P vs. NP probleem, een van de zeven uiterst taaie million dollar wiskundige problemen van het Clay Institute. Dat is een ‘probleem over problemen’. Als P gelijk zou zijn aan NP bestaat er een snelle methode voor tot dusver als lastig bekend staande problemen (zoals het handelsreizigersprobleem). Als dat niet het geval is, dan zijn er dus combinatorische problemen waarvoor het vinden van een optimale oplossing noodzakelijkerwijs tot lange rekentijden leidt…”
2.
Gezondheidspastoraal: Relationele visie
Het onderzoeksterrein van Axel Liégeois is pastoraat en ethiek, vooral toegespitst op de gezondheidszorg. “Een echte doorbraak is in zo’n terrein moeilijk denkbaar, maar er is toch wel een duidelijke koerswijziging vast te stellen, gesitueerd in de jaren 60, in het spoor van andere emancipatorische bewegingen, weg van de traditionele verhouding tussen patiënt en zorgverstrekker. Voortaan zou de patiënt de centrale plaats innemen. Zorg, eender of die nu medisch, psychologisch of pastoraal was, werd toen veel meer vraag- en patiëntgestuurd. Vroeger nam de zorgverstrekker of de pastor het initiatief, zonder veel inspraak van de patiënt, ook al was die daar toe in staat. De evidente gezagspositie van de arts, de deskundige en de Kerk verdween, en daarmee gelukkig ook het paternalisme.” “Ook nu nog definieert het empowerment van de patiënt het moderne paradigma van de gezondheidszorg. De Wet op de Patiëntenrechten (2002) illustreert dat duidelijk. Toestemming van de patiënt is de basis op alle niveaus van de gezondheidszorg.” “Hoewel dat een zeer goede ontwikkeling geweest is, stellen we vast dat de slinger misschien toch wat te ver naar de ene kant is gegaan. Afgezien van de patiënten die niet kúnnen beslissen, zijn er ook heel wat situaties waarin een patiënt of zijn omgeving eigenlijk niet wensen te kiezen of te beslissen. Bovendien dreigen zorgverstrekkers en pastores in die recente optiek louter de uitvoerders van de wensen van de cliënt te worden. Vanuit onze christelijke, personalistische visie is dat een wat scheefgetrokken situatie.” “Daarom is er ongetwijfeld nood aan een meer relationele, dialogerende visie op de gezondheidszorg en het pastoraat, gericht op een beter evenwicht tussen de vraag van de patiënt en het aanbod van de zorgverstrekker of pastor. Daar wordt al over gereflecteerd in academische kringen, maar meer interdisciplinair onderzoek en onderwijs zijn absoluut noodzakelijk om die relationele visie op een gefundeerde wijze te implementeren. Er is dus nood aan meer interdisciplinaire dialoog tussen, bijvoorbeeld, de filosoof, de theoloog, de jurist, de arts en de psycholoog.”
3.
Bodemvruchtbaarheid: Isotopen
Professor Roel Merckx bestudeert de bodemvruchtbaarheid en de overdracht van toxische stoffen naar planten. “Voeding en toxiciteit hangen nauw samen. Hun transport en opname wordt immers door dezelfde mechanismen geregeld.” “In het geheel van de studie van de biogeochemische cycli, en dus ook in de plantenvoeding, is in de jaren 60-70 een ware doorbraak gekomen met de inschakeling van isotopen, eerst radioactieve, later ook stabiele. Daarmee kon men snel en eenduidig vaststellen waar bepaalde stoffen vandaan komen en welke weg ze volgen. De vraag of een bepaalde stof uit een bodemmineraal komt, of van een organische bron, of misschien uit het regenwater, kon daarmee opgelost worden. Dat is belangrijk om na te gaan wat de efficiëntie is van bepaalde bemestingen en ook om voorstanders van organische of kunstmeststoffen van harde data te voorzien. Uiteraard had dit rechtstreekse gevolgen voor het beheer van onze bodems en onze landbouwsystemen, niet in het minst in de ontwikkelingslanden.” “Een belangrijke rol in dat proces werd gespeeld door het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) in samenwerking met de FAO, de Food and Agriculture Organization, dat erg veel onderzoeksprojecten in deze sfeer gefinancierd heeft. Onderzoekers die op dit vlak veel betekend hebben, waren bijvoorbeeld Maurice Fried en Graham Farquhar.” “Een grote lacune in mijn vakgebied, dat altijd geconfronteerd wordt met vragen naar heel praktische, toepasbare resultaten, blijft de kloof tussen het laboratorium en heel concreet, de kleine boer. Wat klopt in onze ‘potjes’, klopt daarom nog niet op het veld. Er is nood aan integratie van onze bevindingen met informatie uit socio-economische, antropologische, zelfs politieke hoek – meer interdisciplinaire werking, dus. Een arme boer uit West-Afrika heeft geen boodschap aan de honderden ingewikkelde parameters die we in onze labo’s hanteren. Wat we echter concréét tegen hem moeten zeggen, met een eenvoudige vuistregel bijvoorbeeld, dat weten we vaak niet…”
4.
Revalidatie: Wetenschappelijke integratie
Dan Daly is hoofddocent aan de Faculteit FaBeR. Zijn wetenschappelijk en therapeutisch werk concentreert zich vooral op de fysieke activiteit van personen met een handicap. “Ik richt me vooral op de beweging van gehandicapten in water, en dan zowel wat topsporters betreft als ‘gewone’ gehandicapten.” “Zowat vijftig jaar geleden zou mijn werk helemaal niet zo evident geweest zijn. Sinds ongeveer een halve eeuw is het inzicht gegroeid dat er een verband bestaat tussen fysieke activiteit en gezondheid, ook bij gehandicapten. Als je niet actief bent, loop je eenvoudig meer kans op cardiovasculaire aandoeningen, suikerziekte, en zelfs kanker. Die denkpiste heeft onze hele beroepswereld veranderd. Er is een ruime sensibilisering gekomen voor het belang van beweging, in alle lagen van de bevolking. Uiteraard is dat niet het werk van één persoon geweest. Louter als illustratie verwijs ik naar het Cooper-Instituut uit Dallas (van de Cooper-test), Steve Blair en Claude Bouchard. Door hun inspanningen is de algemene aandacht voor fysieke activiteit sterk toegenomen.” “Ondanks die toegenomen aandacht voor de problematiek van gehandicapten, ook in de wetenschap, stel je vast dat er vaak nog een scheiding bestaat met niet-gehandicapten. Nochtans zou een integratie van de studie van beide werelden erg zinvol zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan de complexe opstelling die nodig is voor de studie van de zwembeweging. Die wordt te vaak slechts gebruikt voor één categorie. De studie van een zwemmer met één been leert nochtans erg veel over een zwemmer met twee benen. Het is dus aangewezen om die onderzoeksdomeinen te integreren. Hetzelfde geldt voor de studie van de problematiek van ouderen. Ook die wordt te vaak afzonderlijk aangepakt.” “Een tweede lacune is van financieel-therapeutische aard. De ziekteverzekering is te weinig bereid tot tegemoetkoming op het vlak van revalidatie op lange termijn. De eerste zes maanden na een beroerte of een ander incident lukt het wel, maar daarna stoot je vaak op een plafonnering. Fysieke revalidatie duurt echter vaak veel en veel langer.”
5.
Ethiek: Bruggenbouwers
Professor Bart Raymaekers van het HIW doceert ethiek. Zijn onderzoeksdomein is hoofdzakelijk gericht op juridische ethiek. “In de filosofie gaat niets verloren, zeker niet over een langer tijdsperspectief. Er is dan ook geen sprake van een echte doorbraak, maar wel van gewijzigde accenten. De afgelopen twee eeuwen is er bijvoorbeeld een duidelijke beklemtoning geweest van universaliteit en rationaliteit. De laatste drie decennia stel je echter een hernieuwde aandacht voor particulariteit vast. Welnu, de basis daarvan gaat terug op Aristoteles. Daar haalt ook iemand als Martha Nussbaum haar inspiratie vandaan.” “Een tweede belangrijke recente tendens is die van de proliferatie van ethische vragen. In zowat elk wetenschapsdomein is er een duidelijke ethische component gegroeid. Dat heeft geleid tot een sterk toegenomen aantal ethische deeldisciplines, met evenveel centra en evenveel specialisten.” “Het probleem is dat daardoor tegelijk een nieuw soort vragen is ontstaan, waarop we voorlopig nog onvoldoende antwoorden kunnen formuleren. In al die deeldisciplines is namelijk de band met de algemene ethiek en de algemeen-ethische vragen wat vervaagd. In de juridische ethiek worden heel wat kwesties grondig bestudeerd, maar de fundamentele vraag naar wat rechtvaardigheid is, of wat normativiteit moet zijn, krijgt minder aandacht. Hoe geef je daar in dat specifieke domein invulling aan?” “Ook de knowhow om een algemener ethisch kader te definiëren en te begrijpen, ontbreekt blijkbaar, terwijl daar juist een grote nood aan bestaat. Een arts kan een dialoog uit de biomedische ethiek wellicht nog wel volgen, maar algemeen-ethische kwesties gaan vaak aan hem voorbij. Dié bruggen hebben we nochtans nodig. Anderzijds kan een te grote klemtoon op algemeenethische kwesties er dan weer toe leiden dat ze het contact met ‘het veld’ verliezen. Door hun fundamentele aard zijn die vragen nochtans van evident belang. Daarom hebben we bruggenbouwers nodig, mensen die zowel de dialoog met de professionele achterban en de eigen vakethiek aankunnen als met de algemene ethiek, en die algemeen-ethische principes kunnen vertalen.”
(© Rob Stevens)
1.
Operations research: Combinatorische problemen
(© Rob Stevens)
Ludo Meyvis
Ook in het jaar 5 van het nieuwe millennium vraagt Campuskrant aan vertegenwoordigers van een lange lijst disciplines wat volgens hen de belangrijkste doorbraak in hun vakgebied was, én wat de grootste lacune is.
(© Rob Stevens)
TOP VIJF
13
top vijf
31.8.2005
(© Rob Stevens)
campuskrant
14
interview
31.8.2005
campuskrant
Leven na Leuven
De pedagogen van de Vlaamse popgroep Yevgueni (© Rob Stevens)
“ We willen genieten van elke stap die we met Yevgueni nemen ” De bezoekers van het Leuvense stadsfestival Marktrock krijgen wel vaker een K.U.Leuven-alumnus te zien op één van de podia, maar op zaterdag 13 augustus was het Hogeschoolplein tussen zes en zeven wel érg academisch getint. De Nederlandstalige band Yevgueni, die op dat moment optrad, bestaat immers niet alleen uit drie ex-studenten van de K.U.Leuven, maar werd bovendien zelfs verwekt in de schoot van onze Alma Mater. Zanger-gitarist Klaas Delrue (links op de foto), pianist Geert Noppe (midden) en bassist Maarten Van Mieghem (rechts) doen het verhaal. Interview Tim Vuylsteke
Klaas Delrue studeerde af als pedagoog in 1999, maar het was pas in 2000 dat hij zich met Yevgueni inschreef voor het Interfakultair Songfestival. “Ja, het was echt op de valreep. Geert (eveneens pedagoog, red.) en ik namen deel tijdens ons laatste jaar aan de universiteit, toen we de Aanvullende opleiding CADES volgden — dat is een soort master in ontwikkelingssamenwerking. Nochtans kenden we elkaar al veel langer. Zes jaar lang hebben we samen gestudeerd. Maar het is pas gaandeweg dat we ontdekt hebben dat we allebei wel iets muzikaals wilden gaan doen.” Yevgueni heette tijdens dat eerste optreden nog Evguenie Sokolov, naar een song van Serge Gainsbourg. “We wilden de aandacht trekken, en de gemakkelijkste manier om dat te doen was met een opvallende naam. En het heeft blijkbaar gewerkt, want we wonnen. Maar dat betekende wel dat er nog meer optredens zouden volgen, en dus hebben we onze groepsnaam wat ingekort. Tenslotte moest ook het publiek hem kunnen uitspreken.” Als laureaat van het Songfestival mocht de groep aantreden op het Student Welcome Concert op de Oude Markt. Geert: “Toen is Maarten erbij gekomen. Hij en ik zijn neven, en we
speelden al een hele tijd samen in een rockgroepje. Maar Klaas kende hij ook al een tijdje, want ook Maarten heeft ooit nog Pedagogie gestudeerd, en bij het allereerste optreden van Yevgueni hielp hij ons met de drumcomputer.” Klaas: “Voor de volledigheid: eigenlijk hebben Geert, Maarten en ik in 1998 al eens deelgenomen aan het Interfakultair Songfestival, maar dat was met een totaal ander project.” Sabbat “In september 2000 waren we nog steeds niet van plan echt door te gaan met Yevgueni. We geloofden niet dat onze Nederlandstalige liedjes zouden aanslaan bij een jongerenpubliek. Maar dat hadden we dus verkeerd gezien.” Maarten: “De mond-aan-mondreclame deed zijn werk: we werden steeds vaker gevraagd voor optredens, en stilaan gingen we ook een volwaardige set
“We hebben nog steeds een grote achterban bij de Pedagogische Kring, en dat is toch opmerkelijk, want we zijn er ondertussen zes jaar weg.” opbouwen. Op het Songfestival hadden Klaas en Geert een aantal liedjes gebracht die Klaas geschreven had, maar daarmee konden we geen hele show vullen. Het is in dat najaar dat Yevgueni echt vorm heeft gekregen.” Geert: “Het hielp ook wel dat we allemaal niet meteen een job vonden. We hebben toen drie maanden lang heel hard gerepeteerd. In december verging het ons — gelukkig — beter op
de arbeidsmarkt, want op nauwelijks enkele weken tijd hadden we alledrie werk.” Klaas: “Dat betekende wel dat Yevgueni weer een hobby werd in plaats van onze hoofdbezigheid, vooral ook omdat Geert en Maarten niet bij de deur woonden. Maar goed, ik had de perfecte job — ik werkte bij Vredeseilanden, waar ik zowel mijn pedagogische bagage als de kennis die ik had opgedaan in CADES zeer goed kon gebruiken — dus echt jammer was dat niet.” “Maar in 2002 veranderde alles. Toen wonnen we de Nekka Wedstrijd, en dat deed ons beseffen dat er misschien wel meer in onze groep zat dan we eruit haalden. We moesten nog meer tijd in onze muziek investeren, en dat kon enkel lukken als we minder gingen werken. Ik bouwde af tot zeventig procent, maar het bleef moeilijk te combineren. Ik heb dan uiteindelijk een korte sabbatperiode ingelast voor de opnames van de cd, en ging daarna op zoek naar iets anders. Momenteel werk ik voor Groen! Vlaams Brabant — ik ben verhuisd naar Kessel-Lo — en die job is perfect te combineren met Yevgueni. Ook Geert en Maarten werken nu trouwens deeltijds.” Achterban Voor een groep die aan de universiteit gevormd werd, is een optreden in Leuven wellicht geen doorsnee-concert. Klaas: “Nee, het blijft iets speciaals. Wat ook opvalt, is dat we nog steeds een grote achterban hebben bij de Pedagogische Kring, en dat is toch opmerkelijk, want we zijn er ondertussen zes jaar weg. Blijkbaar circuleren onze eerste demo’s er nog steeds. Dat is natuurlijk wel leuk, want het levert ons niet alleen optredens op, het helpt ook bij de cd-verkoop.” pagina 15
campuskrant
studenten
31.8.2005
pagina 14 Zijn er ook proffen onder de fans? Klaas: “Laatst heb ik er nog één ontmoet, en hij sprak me aan over onze stunt in Carte Blanche (het Radio 1-programma waarin Yevgueni tien weken lang de hitlijst aanvoerde met het nummer Als ze lacht… — red.), en hij had mij ook gezien in Man bijt hond. Er zijn dus blijkbaar wel proffen die het een beetje volgen, ja. Maar misschien komt dat doordat ze mij ook als student al een beetje kenden. Ik zat in allerlei evaluatiecommissies, en was studentenafgevaardigde in verschillende POC’s.” “Verder is onze studententijd natuurlijk een grote bron van inspiratie. Het nummer Sara, bijvoorbeeld, heeft er zijn oorsprong, en in In deze stad (een cover van Suzanne Vega’s In Liverpool — red.) zingen we zelfs letterlijk over Leuven.” Jeugdwerk Neemt Yevgueni zijn pedagogische bagage mee op het podium? Maarten: “Niet bewust, nee, al zal je het engagement — waar we alledrie toch iets mee hebben — af en toe wel horen doorklinken in onze muziek. Bovendien denk ik dat het tussen ons zo goed klikt precies omdat we min of meer dezelfde interesses hebben. En dan is er nog de mond-
DE
KAMER
Adres: Weldadigheidsstraat 19 Ligging: Gelijkvloerse verdieping, patio Grootte: 11 m2 Huurprijs: 250 euro per maand Aantal studenten: Tien (vijf meisjes, vijf jongens) Inboedel: Bed, bureau, pc, kleerkast, wastafel, boekenrek, stereo-installatie, verkeersbord
aan-mondmachine: onze connecties in het jeugdwerk en het verenigingsleven zijn een zegen voor Yevgueni.” En wat brengt de toekomst? Klaas: “Onze plaat Kannibaal is uit sinds januari, en sindsdien zijn we voortdurend bezig geweest met de promotie ervan. Daarnaast werken we ook aan nieuwe nummers, want we hopen uiteraard op een tweede album. Maar daar wil ik op dit moment eigenlijk niet te veel mee bezig zijn. Ik wil genieten van elke stap die we met Yevgueni nemen...” “We hebben zoals iedereen weleens gedroomd van een nog grotere en snellere doorbraak, maar nu staan we weer met onze beide voeten op de grond. We beseffen dat we best tevreden mogen zijn met wat we nu al hebben bereikt. 2005 was een fantastisch jaar tot nu toe, met onze cd, met Carte Blanche, en vooral met onze optredens op de Gentse Feesten, Dranouter en Marktrock. Als er op de Gentse Feesten plots duizend mensen voor het podium staan — terwijl we tot dan toe meestal optraden voor een paar honderd man — dan overvalt het ons toch een beetje dat we de laatste maanden zoveel vooruitgang hebben geboekt. Vandaar dus dat we willen genieten van elke stap. We relativeren veel meer nu.” “En toch mogen we nog dromen, denk ik. Op festivals als Gent en Dranouter
DE
BEWONER
Naam: Pieter Vriesendorp Leeftijd: 20 Studierichting: Eerste bachelor Geneeskunde Woonplaats: Tilburg, Nederland Lief: Geen Geslaagd?/!: Ik ben naar Leuven gekomen omdat ik in Nederland niet aan een opleiding Geneeskunde kon beginnen. Er wordt daar immers met een lotingsysteem gewerkt, en ik was niet bij de gelukkigen. Ik heb me dan maar ingeschreven voor het toelatingsexamen in België, met succes. Ik ben niet de enige die deze weg volgt, in mijn jaar zitten er toch een dertigtal andere Nederlanders. Het Nederlandse systeem is dus niet echt waterdicht. Straks begin ik normaal gezien aan de tweede bachelor, maar ik moet eerst de tweede zittijd nog zien te overleven. In juni haalde ik namelijk vier onvoldoendes, terwijl ik januari zonder kleerscheuren was doorgekomen. Te
KAMER
BREED Om de drie weken belt onze man in de straat aan bij een willekeurig Leuvens studentenkot, en onderwerpt een kamer én haar bewoner aan een grondig onderzoek. Deze keer hielden we halt in de weldadigheidsstraat, maar wees op je hoede, want onze reporter verlegt voortdurend zijn terrein. Volgende keer belt hij misschien wel bij jou aan! (© Rob Stevens)
komt alles samen: vrienden, familie, collega’s, ex-collega’s, pedagogen, maar vooral veel nieuwe fans... Iedereen die ons een beetje goed vindt, doet dan de moeite om te komen kijken. Op Dranouter zijn we er in geslaagd op een ontieglijk vroeg tijdstip — half twee ’s middags — de tent vol te krijgen. Zelfs de organi-
15
satoren waren aangenaam verrast.” Maarten: “Het ene grote optreden brengt ook het andere mee. Het is geen toeval dat we in één en dezelfde zomer op drie grote festivals mogen spelen. We mogen dus inderdaad nog dromen!” http://www.yevgueni.be/
Word ‘personal buddy’ van een internationale student Heel wat internationale studenten die in Leuven toekomen, brengen hun eerste dagen zoekend en vragend door. Na die eerste periode blijkt ook dat het vaak niet makkelijk is om contact te leggen met de Vlaamse studenten, die nochtans zeer talrijk aanwezig zijn in Leuven. De internationale student vraagt zich vaak af hoe hun Vlaamse collega’s leven, studeren en wat ze doen tijdens de weekends thuis. Voor hen zoekt het Bureau Internationaal Onthaal een meter of peter — een ‘personal buddy’ — om samen een ‘tandem’ te vormen en door het Leuvense Leven te fietsen. Neem je
laat begonnen wellicht... Maar ik heb er vertrouwen in: de opdracht is niet onoverkomelijk. Hobby’s: Sporten (ik speel hockey en wil weleens voetballen met een paar vrienden van Geneeskunde, en ik ben ook gek op snowboarden), mijn rijbewijs proberen te halen (in september waag ik een derde poging) en reizen. Hoezo dit kot?: Ik liep vorig jaar rond in Leuven, met een Kotwijs-lijstje op zak, maar keek ook uit naar die oranje briefjes met ‘te huur’. Dit kot was het eerste dat ik bezocht waar ze mij geen ellenlang huisreglement onder de neus duwden, dus ik was meteen verkocht. Verder speelden ook de vrij centrale ligging — dicht bij de supermarkt — en de grote gemeenschappelijke ruimte een rol bij mijn keuze. Toch hou ik het hier straks voor bekeken. Samen met een aantal vrienden heb ik immers een huisje gehuurd, drie straten verderop. Kotleven: Met enige regelmaat
petekind eens een keertje mee naar het thuisfront, kook voor hem/haar of laat voor je koken, ga samen op stap, enzovoort. Je oefent je Engels of een andere taal (Duits, Italiaans, Spaans, Russisch, Chinees, ...) en leert heel wat over een andere cultuur. Als je een semester of een academiejaar lang meter of peter bent geweest, kan je deze interculturele ervaring laten bezegelen in de vorm van een certificaat, uitgegeven door het Bureau Internationaal Onthaal K.U.Leuven. Je kan je kandidaat stellen via het formulier op http://www.kuleuven. be/vesta/buddy/index.htm
worden hier feestjes, etentjes, karaoke-avonden en cantussen georganiseerd, en altijd amuseren we ons. Mijn eerste jaar op kot was op dat vlak dus meer dan geslaagd. Uitgaansleven: Het meest hou ik van de Oude Markt: gewoon lekker een ‘terrasje pakken’ en dan ’s avonds de cafés in. Verder vind je me vaak op fuiven of in de bioscoop, en ook aan Medica-activiteiten doe ik graag mee. Verkeersbord: Op een dwaze winternacht — eigenlijk was het al ochtend — had ik samen met een vriend besloten om uit te zoeken of de Brusselsestraat ook echt naar Brussel loopt. En het klopt! De Brusselsestraat verandert na verloop van tijd wel in de Leuvensesteenweg, maar ze leidt wel degelijk naar Brussel. We vertrokken om zes uur met de fiets, ontbeten om tien uur bij een familielid, en waren om twaalf uur terug in Leuven. Dit verkeersbord vonden we op de terugweg naast de rijbaan op de grond. (tv)
16
interview
31.8.2005
campuskrant
Een leven lang Biomedisch campusbibliothecaris Luc Cooreman
“De natuurlijke biotoop van een academicus is de bibliotheek” Een humane wetenschapper blijft altijd een humane wetenschapper, ook als hij meer dan een half leven aan de Faculteit Geneeskunde heeft doorgebracht. Dat onthouden we uit ons gesprek met Luc Cooreman (64), hoofdbibliothecaris van de Bibliotheek Biomedische wetenschappen. Hij gaat op 1 november met pensioen, maar als het aan hem lag, veranderde er tijdens zijn twee laatste werkmaanden nog heel wat: “Waarom zouden we de muziek geen prominentere plaats geven in onze bibliotheek? Eigenlijk zou UUR KULtUUR hier perfect aan een tweede leven kunnen beginnen.” Interview Tim Vuylsteke (© Rob Stevens)
1964: Licentiaat Klassieke Filologie “Klassieke Filologie was voor mij de logische voortzetting van de humaniora. Ik had Grieks en Latijn gevolgd aan het Sint-Catharinacollege in Geraardsbergen, en die twee talen boeiden me enorm. Die liefde voor de talen was overigens mijn enige drijfveer: ik had niet meteen de ambitie om leraar te worden, maar met zo’n diploma kom je buiten het onderwijs maar moeilijk aan de bak.” “In 1966 — na een aantal extra studiejaren, onder meer het baccalaureaat in de filosofie en een jaar theologie — kwam ik in de humaniora terecht, in het Regina-Caelilyceum in Dilbeek. Door omstandigheden ben ik er maar één jaar gebleven, maar ik heb me dat jaar wel ingezet, en ik heb er absoluut geen spijt van.” 1969: Administratief secretaris bij Geneeskunde “De reden waarom ik maar een jaar voor de klas heb gestaan, was het leger. In oktober ’67 werd ik opgeroepen, maar in december lieten ze mij weer gaan. Ik had last gekregen van astma, en dus kon het leger me niet meer gebruiken. Dat betekende wel dat ik voor de rest van het schooljaar op straat stond, want alle openstaande vacatures in het onderwijs waren met Kerstmis al ingevuld.” “Ik zocht dus een overgangsjob, en die vond ik waar ik mijn academische loopbaan ooit begonnen was: aan de Letterenfaculteit. Ik kon er aan de slag in het Séminaire de Littérature Néerlandaise — bij de Franstalige germanisten, zeg maar. Daar was ik onder meer verantwoordelijk voor de bibliotheek: we moesten het werk van bepaalde auteurs aankopen en catalogiseren.” “Het was aanvankelijk de bedoeling dat ik maar tot de zomer voor het Séminaire zou werken, maar ik ben er uiteindelijk anderhalf jaar gebleven, tot september 1969. Toen kwam er een
vacature voor een administratief secretaris aan de Faculteit Geneeskunde, en onder meer omdat ik geen zin had om met de Walen mee naar Louvain-laNeuve te verhuizen, heb ik mijn kans gewaagd. Met succes.” 1975: Bibliothecaris bij Geneeskunde “Via mijn job als administratief secretaris heb ik de Faculteit Geneeskunde grondig leren kennen, en toen in ’75 Gaston Van Looy, de toenmalige bibliothecaris, met pensioen ging, werd ik aangesproken om hem op te volgen, en zo stelde ik mij kandidaat. Aanvankelijk werd ik niet geselecteerd. Voor mij op de lijst stond een apothekeres, maar door echtscheidingsproblemen is die naar Zwitserland verhuisd nog voor ze het contract had getekend.” “Toen ik de job kreeg, wist ik niet waar ik aan begon. Ik had wel al een beetje ervaring met de kleine bibliotheek van het Séminaire, en als student had ik ooit in de Centrale Bibliotheek de steekkaartencatalogus mee helpen kopiëren, maar zo’n grote bibliotheek als die van Geneeskunde gaan runnen, was een avontuur voor mij. Ik heb mij echter snel ingewerkt, en gaandeweg heeft het bibliotheekvirus — een virus waartegen overigens nog geen vaccin bestaat — mij te pakken gekregen. Waarom dat virus zo hardnekkig is? Wel, aan mijn job is er geen begin en geen einde. In een bibliotheek maak je een eindeloze beweging van boeken naar de werkelijkheid, en naar de werkelijkheid in de boeken. Het is moeilijk uit te leggen, maar bezig zijn met boeken is simpelweg een passie.” “Ook de bibliotheek zelf is trouwens voortdurend in beweging, denk maar aan de informatisering. Van bij het begin zijn we mee op die kar gesprongen. Ik herinner me dat we eerst in Keulen zijn gaan leren wat die bibliografische opzoekingen met de computer precies inhielden. In 1976 zijn we er dan zelf mee begonnen, toen nog in de Minder-
broedersstraat. Even later is de Centrale Bibliotheek ons gevolgd, maar wij waren toch de eersten. Geneeskunde ligt altijd een beetje voorop, nietwaar?” “Je kan je afvragen of een fysieke bibliotheek vandaag de dag nog wel nodig is, want tenslotte kost zo’n gebouw handenvol geld. Ik vind echter dat we als unief voldoende kritisch moeten staan tegenover de huidige trend. We kunnen — en mogen — natuurlijk niet meer terug, maar we moeten toch durven de meerwaarde te erkennen van een echte bibliotheek. Ik vergelijk de lezer die het bibliotheekgebruik beperkt tot het scherm van zijn computer een beetje oneerbiedig met een vis in het aquarium. In zo’n aquarium heeft die vis alles wat hij nodig heeft om te overleven: water, voedsel, lucht... Maar de vissen in de zee hebben nog méér. Andere vissen, bijvoorbeeld. En vijanden, waardoor ze moeten vechten om in leven te blijven. De zee of de rivier is de natuurlijke biotoop van een vis. Net zoals de bibliotheek de natuurlijke biotoop is van een academicus. In zijn kantoor, op zijn scherm kan hij alles vinden wat hij nodig heeft, maar in de bibliotheek ontmoet hij andere mensen, en komt hij in contact met zaken die hem op het eerste gezicht niet echt interesseren, maar die hem wel op nieuwe ideeën kunnen brengen.” 1993: Verhuizing naar Gasthuisberg “In 1993 werd onze campusbibliotheek officieel ingehuldigd, maar het samenbrengen van alle deelbibliotheken is een werk van lange adem geweest. Logisch, iedereen — de fysiologen, de dokters, de apothekers... — wilde zijn vakliteratuur dicht bij de deur. Stilaan is men echter de voordelen van één centrale biomedische bibliotheek gaan inzien, en uiteindelijk heeft het gezond verstand gezegevierd.” “Toen ik hier de leiding kreeg, heb ik meteen de deuren wijd opengezet. Dat betekent dat ook verpleegkundigen en
andere hogeschoolstudenten hier zonder problemen binnen kunnen. Dat heeft al menige wenkbrauw doen fronsen aan de universiteit, maar ik vind dat een bibliotheek zoveel mogelijk mensen toegang moet geven tot de boeken, tijdschriften en naslagwerken die ze in haar bezit heeft. We werken hier tenslotte met gemeenschapsgelden, dus de hele gemeenschap moet van die gelden kunnen profiteren.” “Ik heb van deze bibliotheek ook een oase van rust proberen te maken. De mensen die op Gasthuisberg werken, moeten van ’s morgens tot ’s avonds andere mensen verzorgen. Wel, hier verzorgen wij hen. In een bibliotheek moet er natuurlijk in de eerste plaats gelezen worden, maar die van ons is ook een ontmoetingsplaats. Dat zie je onder meer aan de studenten die hier vrije uurtjes — als er een les wegvalt, bijvoorbeeld — samen komen doorbrengen. Misschien zou hier nog wel een piano moeten komen. Waarom zouden we de muziek geen prominentere plaats geven in onze bibliotheek? En de poëzie? Eigenlijk zou UUR KULtUUR hier perfect aan een tweede leven kunnen beginnen.” 2005: Piano en kleinkinderen “Na 1 november zal ik uiteraard blijven lezen: dat krijgen ze er bij mij niet uit. Zo wil ik nog veel meer te weten komen over spiritualiteit en theologie. Verder wil ik ook terug naar het conservatorium, om weer wat beter piano te kunnen spelen. En ik heb ondertussen ook tien kleinkinderen — tegen mijn pensioen zullen dat er hopelijk twaalf zijn — dus ik zal me absoluut niet vervelen!” Bij het afscheid van Luc Cooreman op 25 november 2005 verschijnt de publicatie ‘Lezers en Bibliothecarissen. De Binnenkant’, waarin onder meer de meerwaarde van een fysieke bibliotheek duidelijk wordt geïllustreerd.
campuskrant
cultuur
31.8.2005
17
Personeelslid en kunstenaar Toon Van Borm stelt tentoon in Tweebronnen
Kunst om bij te neuriën Kilometers heeft hij al bij elkaar geschreven. Hij pent zijn gedachten in een onleesbaar geschrift neer op uitgestrekte papiervellen. Toon Van Borm, burgerlijk ingenieur-architect en technisch medewerker aan de K.U.Leuven, maakt onvatbare kunst. Wie het meditatieve effect van zijn soms monumentale werken aan den lijve wil ondervinden, kan in september naar de tentoonstelling in de exporuimte van de bibliotheek Tweebronnen.
“
W
ij zijn bijna toeristen in dit comfortabele leven,” mijmert Van Borm. “Maar als je iets doet, doe het dan fatsoenlijk.” Van Borm — open blik en scherpe geest — heeft de Leuvense tentoonstelling minutieus voorbereid. In Tweebronnen toont hij onder meer een reeks van tien grote tekeningen waar hij van januari tot juli aan gewerkt heeft. “Met een vulpotlood begin ik in de linkerbovenhoek te schrijven. Maanden later eindig ik rechts onderaan.” Arceren en mediteren Sinds het einde van zijn studies burgerlijk ingenieur-architect aan de K.U.Leuven in 1996 heeft Van Borm een eigenzinnig en opmerkelijk parcours afgelegd. Na een halfjaar stage in het Leuvense bureau A33 ging hij drie jaar als architect aan de slag in het Noorse
Trondheim. “Mijn collega’s waren, zoals vele Noren, erg rijk en misschien daarom soms weinig gemotiveerd. Toen ik er genoeg van had, ben ik naar een vriendin op de prachtige Lofoteneilanden gelift. Die vreemde zomer werkte ik in de visserij en woonde ik tussen toeristen, kunststudenten en een Iraniër die kebab verkocht in zijn caravan.” Terug in België verruimde Van Borm zijn blik met een postgraduaat Master of Artificial Intelligence en begon hij aan een doctoraatsonderzoek over ‘medical image computing’. “Ik had het gevoel dat ik er niet ernstig genoeg mee bezig was en heb het na zes maanden voor bekeken gehouden.” Ondertussen tekende Van Borm boekjes vol, in potlood of inkt. “Architecten arceren heel vaak. Ik hield ervan dergelijke texturen met de hand te maken. Het heeft iets meditatiefs.”
– advertentie –
VERTALEN OP EUROPEES NIVEAU TEKSTEN HERTEKSTEN LITERAIR VERTALEN
Zakelijk Engels: vertalen in het Nederlands van Engelse bedrijfs- en overheidsteksten Zakelijk Frans: vertalen in het Nederlands van Franse bedrijfs- en overheidsteksten Overheid Engels en Frans: vertalen in het Nederlands van Engelse en Franse overheidsteksten Bedrijf Engels en Frans: vertalen in het Nederlands van Engelse en Franse bedrijfsteksten Teksten herteksten: verbeteren en herschrijven van Nederlandse akelijke teksten Literair vertalen: vertalen in het Nederlands van Engelse en Franse literaire teksten Veertien seminaries per cursus op zaterdag van 10 tot 13 uur in Leuven. De docenten zijn topvertalers bij internationale instellingen of grote privé-bedrijven en medewerkers van de K.U.Leuven. Voor deze opleiding kunnen opleidingscheques van de Vlaamse overheid en van de VDAB gebruikt worden. Contactpersoon: Tom Deltour Contacadres: Vertalen op Europees niveau, Blijde-Inkomststraat 21, 3000 Leuven tel. 016 32 48 13 / fax 016 32 47 67 e-mail:
[email protected] Bezoek ook onze website op www.arts.kuleuven.be/ven
PERMANENTE VORMING
Van 1 oktober 2005 tot 22 april 2006 organiseert het departement Linguïstiek van de faculteit Letteren voor de achttiende maal sinds 1988 de cursussen:
(© Rob Stevens)
Katrien Steyaert
Next stop: Stockholm. Van Borm doet doordringbare massa’s. Wie dichterbij er inspiratie op als clandestien student gaat, ziet er hier en daar een woord uit aan de kunstschool en vult nog meer springen. “Mijn blad is niet wit, maar boekjes. “Ik was altijd aan het teke- ik weet ook niet meer wat er precies op nen. Mijn gedachten, de uitspraken staat. Wanneer mensen de wirwar van van mensen, het kreeg allemaal vorm letters proberen te begrijpen, kan ik ze in texturen. Mijn werk bleef voor een niet helpen. ‘I’d tell you but I forgot’ zou stuk concreet omdat ik tekende vanuit een goede titel zijn voor zowat elk van het geheugen, vanuit een beeld dat me mijn werken.” getroffen had. Ondertussen heb ik de De toeschouwer kan kiezen voor vormen achterwege gelaten en alleen het esthetische genot, maar Van Borm geschrift overgehouden.” heeft meer te bieden. “Mijn tekeninDe laatste jaren gen zijn misschien blijft Van Borm in technisch knap, België en besteedt maar er zit meer hij heel wat tijd achter. Ik probeer aan zijn kunst. Hij mijn hele bagage “Het is gevaarlijk te toonde zijn werken erin te verwerken. doen alsof je weet in verschillende Zo denk ik vaak waar je naartoe gaat. Belgische galerijen na over intentie en of verkocht ze. motivatie. Welke In mijn tekeningen zit “Mijn tekeningen architecturale proeen bedoeling, maar moeten een eigen jecten doe ik wel en leven leiden. Het is niet? Je moet ‘nee’ evengoed twijfel.” fijn je eigen werk kunnen zeggen. Of later terug tegen te ik vraag me af of komen. Ik ben ook er een evolutie zit erg blij dat een van in het denken en mijn tekeningen in de bibliotheek van voelen van de mensen. Daar komt mijn de rechtsfaculteit van de Antwerpse postgraduaat dan weer van pas.” universiteit te zien is. In de toekomst Terwijl sommigen Van Borms kunst zou ik graag enkele van mijn grote wer- als ‘mager’ bestempelen, noemen anken in bruikleen geven aan de Leuvense deren het een ‘verademing’. “Liever lok universiteit.” ik een meditatieve reactie uit, dan dat mensen enthousiast zijn over concrete I’d tell you but I forgot vormen. Ik was dan ook erg verheugd Wanneer Van Borm op de vloer een toen een man tijdens een van mijn eergroot papiervel uitrolt en er zich over ste tentoonstellingen in zichzelf stond buigt met zijn sierlijk geschrift, is hij te neuriën bij een van mijn tekeninop zoek naar betekenis, naar de inten- gen.” ties van zijn werk. “Ik heb vaak veel te vertellen, maar niet altijd. Het is ge- Expo Toon Van Borm, van 9 september tot vaarlijk te doen alsof je weet waar je en met 1 oktober in de exporuimte van de naartoe gaat. In mijn tekeningen zit bibliotheek Tweebronnen, Rijschoolstraat 4, een bedoeling, maar evengoed twijfel. 3000 Leuven. Woensdag tot vrijdag van 10u De exacte betekenis van woorden ver- tot 17u en zaterdag van 14u tot 17u. schijnt en verdwijnt.” De toegang is gratis. Van op afstand vormen Van Borms geschriften grote vlakken, soms on-
18
valvas
31.8.2005
Forum - vervolg pagina 2 Onderzoeksevaluatie in de Humane Wetenschappen Overheden moet eindelijk aan het verstand worden gebracht dat ‘de’ wetenschap niet bestaat en dat ze niet alleen gericht is op technische innovatie, hoe belangrijk dat ook mag zijn, zelfs niet alleen op ‘kennisproductie’ (als gericht op die innovatie). Een goed deel van de wetenschap, niet alleen bij de Humane natuurlijk, is puur cultuur, puur Geest. Het beleid moet niet a priori uitgaan van wantrouwen tegenover de onderzoekers, laat staan vooral tegenover onderzoekers uit de (bepaalde) Humane wetenschappen. In plaats van aan het onderzoek een eenzijdig, onaangepast, bureaucratisch handig model op te dringen, moeten wegen worden gezocht van beoordeling die beantwoorden aan de realiteit van het onderzoek. Voor grove verdeling van BOF-gelden tussen de groepen disciplines is een abstract, kwantitatief model (waarin met kwaliteit niet echt rekening kan worden gehouden) wellicht niet te vermijden. Vraag is dan wat in dat model per discipline gaat meetellen, en op basis van welke bronnen van gegevens (duidelijk niet alleen Engelstalige tijdschriftartikels en zeker niet alleen deze vermeld in ISI-Thomson). Onderzoekers uit de Humane Wetenschappen die voldoende vertrouwd zijn met de diversiteit van disciplines moeten in de betrokken organen hun stem kunnen en willen laten horen. Een andere politiek is onverantwoord.
Interessante lectuur: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten, Standpunten nummer 3: Bibliometrie in de Humane Wetenschappen (http://www.kvab.be, zie: Publicaties, dan nieuwe publicaties). Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences: Judging research on its merits. An advisory report by the Council for the Humanities and the Social Sciences Council (http://www.knaw.nl, zie: Publicaties, adviezen en verkenningen). VLIR: Model voor integrale kwaliteitsevaluatie van het onderzoek in de rechtswetenschappen (http://www.vlir.be, zie: Universitair Beleid en Kwaliteitszorg, documenten). Opiniestuk van Marc De Mey, ‘Scoren en scorekeeping in de humane wetenschappen’, in Delta. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs (VLIR — VLHORA) juni 2005 (nr.6), p.4-10. Over de (toch niet helemaal rooskleurige) situatie in de Exacte Wetenschappen, zie: Peter A. Lawrence, ‘The politics of publication’, in Nature Vol.422, 20 March 2003, p.259-261. Herman De Dijn, hoogleraar HIW, gewezen vice-rector Humane Wetenschappen
In een handomdraai
Benoemd of onderscheiden Doctor Filip Claes, verbonden aan de Afdeling Moleculaire en Vasculaire Biologie, won de Merial Parasitology Award 2005. Aan deze prijs is een oorkonde en een bedrag van 2.500 euro verbonden. De prijs werd op donderdag 19 mei tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de Nederlandse Vereniging voor Parasitologie uitgereikt. Filip Claes viel in de prijzen voor zijn onderzoek naar de moleculaire karakterisering van Trypanosoma equiperdum dat hij uitvoerde aan de K.U.Leuven (2003-2004) en het Instituut voor Tropische Geneeskunde Antwerpen (2004-2005). Professor Gerda Claeskens, hoofddocent aan de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, is samen met haar co-auteur Nils Hjort van de universiteit van Oslo, onderscheiden voor haar artikel over statistische modelselectie, verschenen in JASA. Dit artikel van december 2003 behoort tot de fast breaking papers, dit is de top 1% publicaties in wiskunde met het snelst groeiend aantal citaties, gemeten volgens de ISI Essential Science Indicators. Mia Douterlungne, administratief directeur van het HIVA, werd benoemd als administrateur-generaal van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor). Professor Philippe Koninckx, gewoon hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde, werd een verlenging van zijn aanstelling als Visiting Professor of Obstretics and Gynaecology voor een periode van vijf jaar toegekend. Zijn verlenging ging in op 1 juli 2005.
Professor Bart Nicolaï, doctor Nico Scheerlinck en doctor Pieter Verboven, verbonden aan het Departement Biosystemen, wonnen de Great EUROFREEZE Prize. Zij kregen deze prijs voor hun onderzoek naar individueel snel invriezen van voedingsmiddelen. De prijs werd uitgereikt tijdens het eerste International Food & Nutrition Congress in Istanbul (Turkije) dat liep van 15 tot 18 juni 2005. Kinesitherapeut doctor Martijn Spruit, verbonden aan de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen en de Dienst Pneumologie van het Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg, ontving op 15 juni in Denver de prestigieuze WASOG Young Investigator Award tijdens het driejaarlijkse congres van de World Association of Sarcoidosis and Other Granulomatous disorders voor de studie ‘EXercise TRAining in Sarcoidosis (EXTRAS study)’. Professor Geert Verbeke, hoogleraar aan het Biostatistisch Centrum van de Faculteit Geneeskunde, werd op 9 augustus 2005, op het congres van de American Statistical Association in Minneapolis (VS), benoemd tot Fellow of the American Statistical Association, voor zijn wetenschappelijk onderzoek op het vlak van de statistische methodologie en voor zijn bijdragen aan de statistische gemeenschap. Professor Antoine Vergote, emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, ontving van de Universidad Pontificia de Salamanca een eredoctoraat.
In Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van De heer Ernest Roekeloos, medewerker Technische Diensten, geboren op 4 maart 1923 en overleden op 17 juni 2005.
De heer Luk Stroobants, medewerker KADOC, geboren op 24 september 1958 en overleden op 14 juli 2005.
Mevrouw Bess Snauwaert, studente 4de jaar Arts, geboren op 26 september 1980 en overleden op 28 juli 2005.
Professor Paul Dejonghe,
Het academiejaar 2005-2006 wenkt. Je kunt je voorinschrijven op www.kuleuven.ac.be/inschrijvingen en je inschrijving bevestigen: • Voor Leuven: tussen 16 augustus en 23 september, in de Universiteitshal, Naamsestraat 22, Leuven. • Voor de campus Kortrijk: tussen 23 augustus en 30 september op het Studentensecretariaat, hal A, E. Sabbelaan 53, Kortrijk. Vanaf je tweede jaar gaat inschrijven nog vlotter. We sturen je een berichtje en jij regelt alles via Internet. Eenvoudig, toch?
campuskrant
emeritus hoofddocent aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen, geboren op 23 januari 1928 en overleden op 6 augustus 2005.
De heer Adolf Burssens, erelector aan de Faculteit Geneeskunde, geboren op 9 januari 1930 en overleden op 12 augustus 2005.
Broeder Roger Schutz, stichter van de internationale oecumenische gemeenschap van Taizé, doctor honoris causa van de K.U.Leuven (1990), geboren op 12 mei 1915 en overleden op 16 augustus 2005.
campuskrant
valvas
31.8.2005
Doctoraten Ingenieurswetenschappen 17 juni, Christophe Lauwerys, Control of Active and Semi-Active Suspension Systems for Passenger Cars. 17 juni, Thomas Van Gerven, Leaching of Heavy Metals from Carbonated Waste-Containing Constrution Material. 20 juni, Jürgen Deveugele, Robust Current-Steering D/A Converters. 20 juni, Jimmy De Wilde, Multicomponent, Multiphase Solidification: Microstructure Formation During the Ternary Eutectic Reaction. 23 juni, Dimitrios Moshou, Extended Neural Topographic Mappings and Applications. 30 juni, Olaf Bochmann, Probabilistic Approaches in Multi-Agent Systems for Manufactering Coordination and Control. 1 juli, Jo Verhaevert, High-Resolution DOA Extraction (for Wireless Communication Systems): Theoretical Analysis and Experimental Verification. Wetenschappen 17 juni, Tom Hoedemakers, Moderne reserveringstechnieken voor het verzekeringswezen. 17 juni, Inge Serdons, Applications of Stroboscopic Detection of Nuclear Forward Scattered Synchrotron Radiation. 22 juni, Isabel Picard, New Efficient Polymer Films for Second Harmonic Generation and Electro-Optic Modulation. 24 juni, Dries Moors, Ontwikkeling van lanthanidehoudende vloeibaar-kristallijne materialen voor gebruik in schakelbare optische componenten. 30 juni, Wendimagegn Ghidey Alemayehu, Versoepelen van de normaliteitsonderstelling van de random effects distributie van het lineaire gemengde model. 4 juli, Geert Verschoren, Transport and Magnetic Properties of Cluster-Assembled Nanogranular Gold-Cobalt Films. 6 juli, Libin Yao, Low-Power Low-Voltage Sigma-Delta A/D Converters in Deep-Submicron CMOS. 6 juli, Philip Lenaerts, Covalente koppeling van luminescerende lanthanide-complexen aan hybride materialen en vaste polymeerdragers. 6 juli, Katrien Pals, Trofische werking van hypothalamische en perifere hormonen op mono- en plurihormonale celtypes van de vroeg-postnatale hypofyse. 7 juli, Jordi Busquets Blanco, Statistical Mechanics of the Blume-Emery-Griffiths Neural Network. 7 juli, Sébastien Gallet, Optical, Magnetic and Ultra Microscopic Characterization of Magnetic Nanoparticals. 8 juli, Mario Ausseloos, Seismische studies van geselecteerde Beta Cephei sterren: Beta Centauri, Nu Eridani en 12 Lacertae. 8 juli, Janka Matrai, Activation of Chymotrypsin Mutants as Seen by Fluorescence Stopped Flow and Targeted Molecular Dynamics.
14 juli, Dusan Golubovic, De nucleatie van supergeleiding en vortexmaterie in hybride supergeleider/ferromagneet nanostructuren. Letteren 13 juni, Johan Eeckeloo, De bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium Brussel. Muziekwetenschappelijke studie van de collectievorming van 1832 tot 1966 en van de problematiek van haar ontsluiting. 15 juni, Christophe Halsberghe, La fascination du Commandeur: le sacré et l’écriture au XXe siècle français. 21 juni, David Depraetere, Archaeological Studies on Graeco-Roman and Late Antique Housing in Egypt. Analysis of Ground Plan Typology, Locking-Systems and Accessibility, and a Comparative Study of Domestic Bread Ovens. 28 juni, Aniko Daroczi, Groet gheruchte van dien wondere. Spreken, zwijgen en zingen bij Hadewijch. Geneeskunde 21 juni, Francis Descamps, Role of Gelatinase B in Diabetes and Long-Term Complications of Hyperglycaemia. 21 juni, Jennifer Yarden, Genetic Modulators of Pulmonary Function in Cystic Fibrosis and Genetic Susceptibility Factors to Emphysema. 24 juni, Zsolt Szelid, Intracardiale anedovirusgemedieerde stikstof oxide synthase 3 gen transfer tijdens ischemie-reperfusie. Bio-ingenieurswetenschappen 21 juni, Pieter Van As, Molecular Cloning of the Chicken Pituitary-Specific Transcription FactorPit-1 and the Involvement in the Hypothalamic Regulation of Pituitary Hormones. 27 juni, Roald Brosius, Adsorbed States of NOx in Zeolites and Ag/Al2O3 Catalysts and their Rolein Selective Catalytic Reduction of NOx using Hydrocarbons. 28 juni, Bart Deckers, Linear, Woody Habitats in Agricultural Landscapes: Spatio-temporal Dynamics, Plant Community Assembly and Invasive Species Spread. 4 juli, Mario Araya, Study of the Effect of Musa Gentype, Soil Type and Weed Managementon their Nematodes and Nematode Damage Distribution. 5 juli, Ann Diels, High-pressure Homogenisation as a Non Thermal Technique for the Inactivation of Bacteria. Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen 27 juni, Greetje Everaert, Soft Budget Constraints and Trade Policies: the Role of Institutional and External Constraints. 6 juli, Steven Simon, The Modelling and Valuation of Complex Derivatives: the Impact of the Choice of the Term Structure Model. Hoger Instituut voor Wijsbegeerte 23 juni, Daniel Murphy, Hegel and St. Anselm on the
Concept of God: The Ontological Argument and the Dialectic of the Divine. 28 juni, Vincent Wargo, Heidegger and Pieper: On the Nature of the Philosophical Act. 29 juni, Dessislav Valkanov, From Logic to Politics: a Reading of Hegel’s Philosophy of Right. 8 juli, Wha-Chul Son, Modern Technology and Democracy. Psychologie en Pedagogische Wetenschappen 7 juni, Peter De Graef, Context Effects on Object Perception in Realistic Scenes. 27 juni, Rudi Vermote, Psychoanalytically Informed Hospitalization-Based Treatment of Personality Disorders. A Process-Outcome Study. 5 juli, Marcel van Berlo, Instructional Design for Team Training: Development and Validation of Guidelines. 18 juli, Karl Catteeuw, Als de muren konden spreken... Schoolwandplaten en de geschiedenis van het Belgisch lager onderwijs. Godgeleerdheid 14 juni, Thomas Kozhimala, Interruption by the Voiceless. The Contribution of Gustavo Gutiérrez’s to Christian Social Ethics. 23 juni, Maria John Costa, The Sacramentality of the Family: A Contextual Hermeneutics with Reference to Pearl Fishery Coast Christians, Tamilnadu, India. 24 juni, Iryna Dubianetskaya, Cosmos and Chaos in the Hebrew Bible and Ancient Near Eastern Mythologies. 28 juni, Felise Tavo, Woman, Mother and Bride. An Exegetical Investigation into the Ecclesial Notions of the Apocalypse. 30 juni, Marcel Mukadi, L’Eglise-Famille de Dieu face au tribalisme en Afrique. Une ecclésiologie de rencontre. 5 juli, Antonio Eguiguren Iraola, True Confucians, Bold Christians, Transforming Kenotic Mission. 6 juli, Jonathan Yates, In epistola alterius apostoli: the Presence and Use of the Epistle of James in the Writings of Augustine of Hippo. 7 juli, Vilma Narkute, Catholicism Versus Communism. The Confrontation Between the Roman Catholic Church and the Soviet Regime in the Case of Lithuania. 7 juli, Stanislas Savarimuthu, A Community in Search of Its Identity. Mt 21 : 28-22 : 14 In a SubalternPerspective. 8 juli, John Ayah, The Family as the Basic Structure of Society in Catholic Social Teachingand Communitarian Thought: An Assessment in Light of the Sociology of the Family. Rechtsgeleerdheid 13 juni, Evelyne Terryn, Het herroepingsrecht als instrument van consumentenbescherming. 6 juli, Karen Vandekerckhove, Piercing of the Corporate Veil in Groups of Companies: a Transnational Approach.
[ taal ] TiP
19
Nele Nivelle
“Terug van congé”... Ze sijpelen dezer dagen weer mondjesmaat Leuven binnen: de studenten die een of meerdere herexamens aan hun broek hebben. Waarschijnlijk hebben ze veel geblokt, deze zomer, maar toch zijn ook de andere, leukere verhalen niet van de lucht: op congé geweest aan de Costa Brava, op verlof geweest in Noord-Italië... U hoort het al, beste lezer, ik wil het met u even hebben over de betekenisverschillen tussen woorden als congé, verlof, vakantie, en vrijaf. Vaak worden die woorden immers willekeurig door elkaar gebruikt, maar als je de Nederlandse standaardtaal wil spreken, dan kan je dergelijke verwarring maar beter vermijden. Laten we een en ander eens op een rijtje zetten. Als een werknemer zijn of haar congé krijgt, dan is dat, anders dan je zou verwachten, zelden een reden tot veel blijdschap. Congé betekent immers letterlijk ‘ontslag’. Werkgevers kunnen congé geven en werknemers kunnen congé krijgen. Maar het heeft nog een andere betekenis: een minnaar kan van zijn geliefde ook zijn congé krijgen, en dat betekent dan dat de liefde uit is. We kunnen dus besluiten dat het woord congé in zijn standaardbetekenis een veeleer negatieve bijklank heeft. Dat is heel wat anders dan de zon, de stranden, het natuurschoon, of andere vermakelijkheden die menig Vlaming onlosmakelijk met zijn of haar congé verbonden weet. Hier in Vlaanderen gebruiken we dat woord immers ook in een aantal andere betekenissen. Zo nemen veel werknemers in de zomer af en toe een dagske congé om van de zon te genieten, wat zoveel betekent als een dagje vrijaf. Verder wordt in bedrijven de werkverdeling tijdens de zomermaanden lang op voorhand zorgvuldig gepland, zodat niet iedereen gelijktijdig congé neemt, wat inhoudt dat niet iedereen tezelfdertijd vakantie kan nemen. En ten slotte vertrekken ook veel Belgen jaarlijks op congé naar Zuid-Frankrijk, en dan gaan ze dus op reis of op vakantie naar de Midi. Het weze duidelijk dat je congé in die betekenissen maar beter kan vermijden en vervangen door de aangegeven synoniemen wanneer je standaardtaal wil spreken. En hoe zit het dan met verlof? Is dat een dialectwoord? Niet noodzakelijk. Militairen krijgen bijvoorbeeld verlof of toestemming van de legerleiding om hun eenheid te verlaten, en werknemers kunnen van hun werkgevers studieverlof krijgen, wat betekent dat ze de toestemming hebben om afwezig te zijn omdat ze moeten studeren. Een verlof is verder ook wel een vergunning of een veroorloving. En wat dan met verbindingen als het groot verlof, het bouwverlof, op verlof vertrekken, verlof pakken enz. Wel, de meningen daarover zijn nogal verdeeld bij taalkundigen. De preciezere strekking verkiest alternatieven als de grote vakantie, de bouwvakantie, op vakantie vertrekken en vrijaf nemen. Andere naslagwerken zijn op dat punt genuanceerder. Zo vermeldt Van Dale groot verlof enkel in de betekenis van de vrijstelling van dienst van dienstplichtigen nadat ze hun militaire dienst hebben vervuld. Het bouwverlof is volgens datzelfde woordenboek een samenstelling die enkel in België gebruikt wordt. Nederlanders gebruiken hier het woord bouwvak. Volgens Van Dale is er echter niets aan de hand met verlof nemen, krijgen, of geven: die verbindingen behoren tot de standaardtaal. Over de verbinding op verlof vertrekken of gaan is er in de vakliteratuur nauwelijks iets terug te vinden. Daarom lijkt het me raadzaam ook in dat geval te kiezen voor op vakantie vertrekken of gaan, of met vakantie gaan. Ik hoop alvast dat u, beste lezer, een aangename vakantie achter de rug hebt, en dat u misschien hier en daar nog een dagje vrijaf kunt nemen om volledig ontspannen het nieuwe academiejaar tegemoet te gaan.
world.wide.wetenschap Ludo Meyvis Campuskrant offreert u handenvol populariserende of, als we het echt niet laten kunnen, zelfs heel ernstige wetenschappelijke sites, rijp voor uw voetnoten. Amerikaanse opleiding dúúr?? Jon Gruber is een alumnus van MIT. Hij heeft een miljoen dollar geschonken aan het Open Courseware-project van zijn universiteit. U vindt er honderden cursusteksten, video-colleges, examens, opdrachten, lectuurlijsten enzovoort, uit een heel brede waaier van de MIT-opleidingen. En gratis! Wanneer geeft u óns eigenlijk uw miljoen dollar, hmm?? Ja, u daar! http://ocw.mit.edu/OcwWeb/ Gratis én Hollands! Op 10 mei werd met nogal wat journalistiek klaroengeschal Keur der Wetenschap gelanceerd, een elektronische opslagplaats van het werk van een paar honderd Nederlandse wetenschappers. Ongeveer 25.000 van de 41.000 artikels zijn gratis toegankelijk. Hintje, Fientje? http://www.keurderwetenschap.nl
20
de buitenkant
31.8.2005
campuskrant
Vragevuur
in BEELD
Frank Hutsebaut (57), professor strafrecht en criminologie
“Vrouwen hebben meestal geen verborgen agenda”
(© Rob Stevens)
Getekend
Sekula
Deze muur van foto’s voor het STUK is een voorproefje van het werk van de Amerikaanse fotograaf, filmer en schrijver Allan Sekula. Voor de tentoonstelling Shipwreck and workers liet hij zich inspireren door het werk van Constantin Meunier en het sociaal realisme. Op een houten structuur monteerde Sekula grote prints met teksten en beelden rond het thema arbeid. Reflectie over de waarde van maatschappijkritische kunst vind je niet alleen in deze tentoonstelling, maar ook — in explicietere vorm — in een symposium van het Lieven Gevaert Research Centre op 2, 3 en 4 september. Cinema ZED programmeert een filmreeks met verschillende sociaal-realistische documentaires en films geselecteerd door Sekula. http://www.lievengevaertcentre.be/
(© Rob Stevens)
Simon
de Eerste
Voor Simon Goossens begint het eerste jaar als universiteitsstudent, voor professor Karen Maex (rechts op de foto) begint het eerste jaar als vicerector Exacte Wetenschappen. Simon meldde zich als eerste aan bij de inschrijvingen voor het nieuwe academiejaar — hij gaat TEW studeren — en ontving daarom uit handen van professor Maex een welkomstpakket.
colofon campuskrant C a mpusk r a nt Driewekelijks tijdschrift van de K.U.Leuven R edactie Reiner Van Hove (hoofdredacteur a.i.), Ludo Meyvis, Els Spaas, Wouter Verbeylen Redactieadres Oude Markt 13, 3000 Leuven (t) 016 32 40 18 (f) 016 32 40 14
[email protected]
Redactiesecretariaat Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected] Adreswijzigingen (personeel en externen) Inge Verbruggen, (t) 016 32 40 15
[email protected] Adreswijzigingen (oud-studenten) Erik Gobin, (t) 016 32 40 02
[email protected] Losse medewerkers Hedwig Bogaerts, Toon Boon, Ines Minten, Sven Nevens, Nele Nivelle, Jaak Poot, Katrien Steyaert, Benedict Vanclooster, Tim Vuylsteke
— Wat wilde je worden toen je klein was? ‘Toen ik zo’n twaalf jaar oud was, vond ik missionaris wel wat. Vooral het avontuurlijke aspect trok me aan, eerder dan het religieuze. Toen ik de jaren van verstand bereikte en het andere geslacht ontdekte, heb ik die idee snel verlaten. Later, tijdens mijn rechtenstudies, ben ik intensief bezig geweest met de buurtwerking in kansarme wijken in Antwerpen. Ik heb daar prachtige, maar maatschappelijk zeer kwetsbare mensen ontmoet. Ik wilde dan ook absoluut advocaat worden om hen op moeilijke momenten bij te staan en hen een stem te geven.’ — Wat is het grootste misverstand dat over jouw onderzoeksdomein bestaat? ‘Ik denk dat nogal wat mensen denken dat je de criminaliteit uit de wereld kunt helpen door een strenger controle- en repressiebeleid. Als je met een open blik met het strafrecht en de criminologie bezig bent, ontdek je zeer snel dat de zaken niet zo simpel zijn. We moeten vooral de illusie — ook bij de beleidsmakers — doorprikken dat (straf)wetgeving op zich in staat is om het criminaliteitsprobleem op te lossen.’ — Met wie zou je wel eens een goed gesprek willen voeren? ‘Mijn vrouw zegt mij soms dat ik een speciaal zintuig heb om met iedereen die ik toevallig ontmoet te beginnen klappen. Ik hou daar enorm van. Ook zou ik graag wel eens een lange avond willen doorbrengen met bijzondere persoonlijkheden zoals gewezen rector Piet De Somer, voor wie ik altijd een immense bewondering heb gehad. Ik lees nog geregeld in de bundel met zijn meest markante redevoeringen en sta nog steeds versteld van zijn briljante visies op wat er op maatschappelijk en universitair vlak stond te gebeuren.’ — Wat is echt belangrijk in dit leven? ‘Op dit ogenblik is mijn kleinzoon Willem van zeven maanden toch wel één van de belangrijkste dingen in mijn leven. Het is wonderlijk te zien hoe hij opgroeit en de wereld rondom hem ontdekt. Verder vind ik het echt wel belangrijk dat je in alles tracht zo eerlijk mogelijk met jezelf en met anderen om te gaan.’ — Wat wil je nog leren in dit leven? ‘Ik heb er altijd van gedroomd om een muziekinstrument te kunnen bespelen, het liefst piano. Het moet heerlijk zijn om je vreugde of je verdriet te kunnen uitwerken via de muziek.’ — Je wordt minister van Zaken Die Beter Kunnen. Wat is je eerste agendapunt? ‘Ik zou iets doen aan de agressiviteit die je overal om je heen ziet: in het verkeer, in persoonlijke en familiale relaties, in de politiek, zelfs in professionele verhoudingen.’ — Waarom heb je voor een job aan de K.U.Leuven gekozen? ‘Eigenlijk wilde ik advocaat worden, maar op een bepaald ogenblik werd mij gevraagd of ik assistent wilde worden bij professor Declercq in het vakgebied van het strafprocesrecht. Snel ontdekte ik dat de universiteit een prachtig werkmilieu is. Je werkt er keihard maar je hebt er een grote mate van vrijheid van denken en je bepaalt je onderzoeksdomeinen zelf. Bovendien heb ik ook ontdekt dat ik zeer graag lesgeef. Dit heeft misschien iets te maken met mijn oorspronkelijk idee om missionaris te worden?’ — Welke vrouwelijke eigenschappen waardeer je het meest? ‘Misschien ben ik wat naïef, maar ik heb het gevoel dat de meeste vrouwen veel minder haantjesgedrag vertonen dan mannen. Zij streven minder naar macht en durven meer vanuit hun hart over de dingen nadenken. Meestal hebben ze ook geen dubbele of verborgen agenda: informatie delen ze met anderen, terwijl mannen informatie vaak voor zichzelf houden.’ — Welke vraag wil je schrappen? ‘Waarom heb je voor een job aan de K.U.Leuven gekozen?’ — Welke nieuwe vraag wil je erin? ‘Wie of wat betekende de belangrijkste wending in jouw professionele leven?’
Vormgeving Catapult Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen Fotografie Rob Stevens, Ingrid Hannes Cartoons Joris Snaet Reclameregie Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected] Oplage 12.000 ex.
Drukwerk Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt Verantwoordelijke uitgever Ronny Vandenbroele, Oude Markt 13, 3000 Leuven Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie. Het volgende nummer verschijnt op 21 september. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet www.kuleuven.be/ck/
(© Rob Stevens)
Interview Hedwig Bogaerts