CAAE Computer Aided Architectural Éducation
1
Page
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
2
Page
Toelating “De auteur geeft de toelating deze masterproef voor consultatie beschikbaar te stellen en delen ervan te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze scriptie.” Ken Philips
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
3
Page
Dankwoord Eerst en vooral wil ik een woordje van dank uitbrengen aan prof. dr. ir. -arch. Firmin Mees voor de ondersteuning en hulp bij het analyseren van de projecten. Zijn advies was bijzonder leerrijk en waardevol. Ook wil ik hem bedanken voor de lessen ʻOntwerpleerʼ doorheen de studie ingenieurswetenschappen: architectuur. Die vormden de theoretische basis voor deze scriptie en mijn initiële interesse voor het onderwerp. In het bijzonder wil ik ook Sam Bernaerdt bedanken voor de technische hulp bij het gebruik van Adobe Flash. Zijn ondersteuning en begeleiding was van het allergrootste belang om tot dit resultaat te komen. Verder wil ik ook mijn ouders bedanken voor hun steun en vertrouwen gedurende de voorbije academische jaren, alsook voor hun morele en logistieke steun bij de realisatie van deze scriptie. Een speciaal woord van dank gaat uit naar Sofie. Zij nam steeds de tijd om mijn vorderingen kritisch te bekijken en om deze begeleidende tekst door te nemen en te vrijwaren van schrijf-, taal- en typfouten.
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
4
Page
Extended abstract The research concerning Computer Aided Architectural Education (CAAE) is a continuation of earlier made Masterʼs theses. Architectural projects are analysed and visualised by means of computer techniques. The actual content off this thesis can be found on a DVD. It contains an interactive document with several animations which can be used for the education of students in architecture concerning several design choises. Moreover the interstitual space, or ʻin betweenʼ, formed by adjoining structure and space with matter. This is achieved by means of two case studies, “House N” by Sou Fujimoto and “Poli House” by Mauricio Pezo and Sofia von Ellrichshausen. Both projects are discussed using general information, pictures, plans, 3D-modeling, flash animations, etc. Keywords: Interstitual space, Education, House N, Poli House, Architecture
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
5
Page
CAAE: Computer Aided Architectural Education: Case studies van de ontdubbelde schil
Ken Philips
Promotor: Prof. Dr. Ir.-rAch. Firmin Mees Begeleider: Sam Bernaerdt
Masterproef ingediend tot het behalen van de academische graad van Master in de ingenieurswetschappen: architectuur Vakgroep Architectuur en Stedenbouw Voorzitter: prof. dr. Pieter Uyttenhove Faculteit Ingenieurswetenschappen Academiejaar 2010 - 2011
Samenvatting De scriptie Computer Aided Architectural Education (CAAE) is een vervolg op eerder verschenen scripties waarbij men onderzoekt hoe men door middel van computertechnieken, architectuurprojecten kan analyseren en visualiseren. De eigenlijke scriptie wordt onder de vorm van een DVD gebracht. De inhoud hiervan bestaat uit een interactief document met verscheidene animaties, dat door de architectuurstudent kan gebruikt worden tot het begrip van gemaakte ontwerpkeuzes. In deze scriptie wordt onderzocht welke functies een ontdubbelde schil en de daarmee ontstane interstitiële ruimte, als gevolg heeft. Dit gebeurt aan de hand van twee case studies, met name “House N” van architect Sou Fujimoto en “Casa Poli” van architecten Mauricio Pezo en Sofia von Ellrichshausen. Beide projecten worden besproken aan de hand van algemene informatie, fotomateriaal, plannen, doorsnedes, een 3D-model, flash animaties, enz. Trefwoorden: Ontdubbelde schil, Education, House N, Casa Poli, Architectuur
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
6
Page
Inhoudsopgave !
!
!
!
!
!
!
!
!
!
1.
Voorwoord
8
2.
CAAE
9
3.
Werkwijze
11
4.
Software
13
#
4.1. Autodesk Revit Architecture 2010
13
!
4.2. Autocad Architecture 2009
14
!
4.3. Artlantis Studio
14
!
4.4. Sketchup 7
15
!
4.5. Adobe Photoshop CS4
16
!
4.6. Adobe Illustrator CS4
16
!
4.7. Adobe Flash CS4
16
!
4.8. Pano2vr
17
5.
Projecttoelichting
18
6.
Navigatie
20
7.
Gebruiksaanwijzing - Installatie
25
8.
Referenties
26
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
7
Page
1. Voorwoord In de lessenreeks “Ontwerpleer 1, 2 en 3” en voornamelijk “Ontwerpleer: het bouwdetail” kwam ik voor het eerst in contact met CAAE1 . Ik was geïntrigeerd door hoe de thesissen van Dries Mouton, Tom Coppieters, Caroline Govaerts en Tom van Nuffel, het verhaal van prof. dr. ir.-arch. Firmin Mees ondersteunden en visueel verduidelijkten. Het handboek ʻArchitecture: Form, Space, and Orderʼ 2 van Francis D.K. Ching, vormde de rode draad doorheen de jaren van colleges. De dynamische animaties in de thesissen echter, visualiseerden de theorie heel goed. Zo werd CAAE een hulpmiddel om meer inzicht te krijgen in bepaalde ontwerpkeuzes die een architect maakt. De animaties zorgen er namelijk voor dat je enerzijds de theorie ziet en anderzijds deze veel makkelijker onthoudt. Sommige animaties hadden bovendien, een grappige ondertoon waardoor het een echt plezier werd om deze lessen te volgen. Ik hoop dan ook met deze thesis andere studenten aan te sporen om het onderzoek naar Computer Aided Architectural Education voort te zetten. Aangezien de technologie niet stil staat en er steeds betere computers, betere CAD 3 en rendering software, enz. op de markt komen, kan het onderzoek naar innovatieve voorstellingswijzen steeds vooruitgaan. Eveneens hoop ik dat mijn thesis net zoveel kan betekenen voor toekomstige architectuurstudenten als het voor mij heeft betekend.
1
CAAE: Computer Aided Architectural Education
2
CHING, F.D.K. (1996). Architecture: Form, Space, and Order. New York. John Willey & Sons, Inc.
3
CAD: Computer Aided Design
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
8
Page
2. CAAE Deze korte toelichting rond de masterproef Computer Aided Architectural Education (CAAE) heeft als doel een verantwoording te geven rond de werkwijze, gebruikte software en keuze van de projecten. Deze tekst zal niet ingaan op de feitelijke inhoud van het uiteindelijke resultaat, maar kadert dit werk binnen het geheel van CAAE. De scriptie is een vervolg op eerder verschenen scripties waarbij aan de hand van computertechnieken architectuurprojecten worden geanalyseerd en gevisualiseerd. Zo hebben mijn voorgangers reeds veel verwezenlijkt rond innovatieve voorstellingswijzen. De technologie vandaag is reeds ver gevorderd, toch merken we dat het onderwijs, ondanks zijn eigen evolutie, nog steeds gebruikt maakt van statische presentatie mogelijkheden. Het lesgeven beperkt zich voornamelijk tot het mondeling overbrengen van het lessenpakket, al dan niet aangevuld met cursusmateriaal. Toch merk ik een geleidelijke overgang. Zo ben ik al enkele keren geconfronteerd geweest met mensen die aan de universiteit of in het dagelijkse leven onderzoek doen naar vormen van dynamisch lesgeven en interactieve zelfstudie, waarbij ze je laten kennis maken met een digitale interface om interactief de theorie over te brengen. Binnen dit kader past ook het onderzoek in deze scriptie, waarbij aan de hand van computertechnieken, architectuurprojecten worden geanalyseerd en gevisualiseerd. Het doel van dit onderzoek richt zicht tot het creëren van een instrument dat past in een klassiek lessysteem en dus geen zelfstudie pakket. Van in het begin was het dus de bedoeling te werken naar een reeks toepassingen in de vorm van meerdere animaties die het statische lessysteem interessanter, begrijpelijker en toegankelijker moeten maken. In eerste instantie wil deze masterproef dus een aanvulling zijn op het mondelinge onderricht. Zo wordt het verhaal verteld tijdens colleges, ondersteund door het geanimeerde materiaal van deze scriptie en is tekst dus van ondergeschikt belang. Maar bij het bekijken van de eerder verschenen scripties merk ik een evolutie die het gebruik van het instrument ook voor zelfstudie mogelijk maakt. Zo kwam er al een ʻinfoʼ knop in het leven waarbij er een begeleidende nota bij de animatie te vinden was. Om deze evolutie voort te zetten heb ik getracht de user interface zo gebruiksvriendelijks mogelijk te maken4 . Naar mijn persoonlijke mening was het in de eerste scripties soms onduidelijk waar je je bevond in de verhaallijn. De themaʼs waren echter steeds duidelijk gerangschikt in een tabel waarbij je de onderzochte case studies goed met elkaar kon 4
Voor de user interface, zie verder bij 6. Navigatie
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
9
Page
vergelijken. Maar in de animaties zelf was het me soms onduidelijk waarop je moest klikken om verder te gaan of waar je je bevond. Zo klikte ik dikwijls hetzelfde thema dubbel aan of sloeg ik hele animaties over die ik pas vond na een tweede of derde keer. De scriptie van Tom van Nuffel was, naar mijn mening, diegene met de grootste vooruitgang. De themaʼs werden hierbij niet in een tabel gegoten maar in een lijst die behoorde bij het bepaalde ontwerp. Dit paste beter bij het onderwerp van zijn scriptie. De grote vooruitgang echter zat hem in de inhoud van ieder thema. Hier werd door middel van een onderbalk de verhaallijn getoond. Zo kon je je ook steeds oriënteren binnen ieder thema. Met de grote bagage en ontwikkelingen van de vorige scripties heb ik getracht nog een stap verder te gaan en de positieve dingen van allen te combineren. Per thema kan je dan ook duidelijk in de onderbalk de verhaallijn volgen. Verder is er ook een bovenbalk in het leven geroepen waar steeds staat in welk thema en bij welk ontwerp je bent. Om echter de vergelijking tussen beide ontwerpen optimaal te kunnen maken heb ik twee actieve zones gemaakt op het scherm die je ten allen tijd kan oproepen. Door met je cursor over deze zones te gaan zie je de lijst met de themaʼs in het scherm waar je momenteel bent. Zo heb je dan ook volledige controle over heel de inhoud van de scriptie en kan je alles met één klik raadplegen. Om de vergelijking tussen de themaʼs nog makkelijker te maken is er ook steeds een “> <“ knop aanwezig. Hiermee zie je de thema lijst van beide ontwerpen onmiddellijk op het scherm. Voor uitleg over de hele interface verwijs ik naar hoofdstuk 6. Navigatie.
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
10
Page
3.Werkwijze In een eerste fase gebeurt de analyse van de gekozen projecten. Hierbij komt veel opzoekingswerk aan te pas en het zoeken naar voldoende planmateriaal en informatie om een zo correct mogelijke analyse te kunnen maken. Voor de opbouw van het 3D-model en planmateriaal beschik je dikwijls niet over voldoende nauwkeurige bronnen. Hierbij moet er uiteraard rekening gehouden worden met het feit dat het gemaakte planmateriaal geen 100% nauwkeurige representatie is van de werkelijkheid. Veeleer zijn er bepaalde veronderstellingen gemaakt over afmetingen op basis van onderzocht fotomateriaal. Bij de analyse speelt de computer reeds een prominente rol. Want na het vergaren van de nodige informatie is een volgende stap het maken van een 3D-model. Deze geeft de mogelijkheid om het gebouw ruimtelijk te gaan manipuleren om zo de ontwerpmethodieken en configuraties te onderzoeken. Dit model dient tevens ook als basis om plannen, doorsneden, aanzichten en 3d beelden te genereren. In een tweede fase gebruik je grafische software om het onderzoek en zijn resultaat toonbaar te maken. Hierbij wordt er een interactief document gemaakt dat kan aangewend worden als presentatiemiddel voor het architectuuronderwijs. Dit grafische document heeft niet als doel om een cursus te zijn, maar dient eerder als ondersteunend instrument waarbij architecturale principes en themaʼs duidelijk gemaakt worden onder de vorm van animaties. Zo kan je het originele ontwerp gaan wijzigen of zelfs volledige delen wegnemen, waardoor de kracht van een ontwerp en het effect op de ruimte duidelijk zichtbaar worden. Hierdoor krijg je een beter beeld van de gemaakte ontwerpkeuzes door de ontwerper. Bij het opbouwen van een interactief document gaat eveneens een heel proces aan vooraf. Vooreerst bepaal je een reeks themaʼs waarin je de analyse kan verdelen. Een rode draad in deze keuze was voor mij het boek “Architecture: Form, Space, and Order”5 maar uiteraard ook de eerder verschenen scripties. Hierbij wil ik hun belang nogmaals benadrukken. Het is aangewezen om deze scripties eveneens te analyseren en op hun onderzoek verder te bouwen. Dit om een continue vooruitgang na te streven. Ten tweede begin je met het opbouwen van de interface en de animaties. Het geanimeerd beeldmateriaal is, naargelang het thema, korter of langer. Tevens is er voor de meeste animaties een korte beschrijving gemaakt. Er moet wel gesteld worden dat deze tekst van ondergeschikt belang is ten opzichte van de eigenlijke animatie. Het is de bedoeling dat 5
CHING, F.D.K. (1996). Architecture: Form, Space, and Order. New York. John Willey & Sons, Inc.
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
11
Page
de animaties ingezet worden bij een college en dus mondeling toegelicht worden. Niettegenstaande maakt deze korte beschrijving het gebruik van het programma ook mogelijk onder de vorm van studie nadat het in de lessen is besproken geweest. Hierbij wil ik benadrukken dat de CAAE scripties vrij te bekijken zijn voor studenten in de bibliotheek van de faculteit. We kunnen twee soorten animaties onderscheiden: enerzijds zijn er animaties die gewoon beeldmateriaal laten zien over het project, anderzijds zijn er animaties die een verhaal opbouwen. Ofwel een transformatie van het origineel ontwerp ofwel een animatie die het concept en de gebruikte ontwerpmethodiek duidelijk maakt. Voor deze verhaallijnen is het aangewezen om eerst een scenario op papier uit te schrijven. Het is verleidelijk om via trial and error de mogelijkheden van de software ten volle te benutten, maar aangezien het maken van een animatie reeds een zeer tijdsrovende bezigheid is, heb je best van in het begin een doel voor ogen. Niettegenstaande dat de inhoud een belangrijke rol speelt in deze scriptie is er ook een grote technische kant aan deze masterproef. Voor het maken van animaties, renderingen, 3D-modellen, enz. is een uitgebreide kennis van verschillende software pakketten vereist. Bovendien produceren verschillende programmaʼs verschillende bestandsformaten waardoor het niet altijd makkelijk is deze aan mekaar te koppelen. Vaak duiken er problemen op en het zoeken naar een oplossing is dan ook een tijdsrovende bezigheid.
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
12
Page
4. Software De keuze van het softwarepakket is enerzijds gebaseerd op de gehanteerde software in de reeds bestaande scripties en anderzijds op persoonlijke voorkeur en kennis. Er kruipt namelijk veel tijd in het goed aanleren van een nieuw softwarepakket. Het doel van de scriptie is niet om in te gaan op de mogelijkheden van alternatieve software. Hier wordt enkel een toelichting gegeven over de door mij aangewende software, gebruikt voor de totstandkoming van de scriptie.
4.1. Autodesk Revit Architecture 2010 De keuze van het CAD-programma6 is afhankelijk van persoonlijke voorkeur en ervaring. Voor deze scriptie heb ik gekozen voor ʻAutodesk Revitʼ aangezien ik hiermee heb leren werken in het voorlaatste jaar van de opleiding ingenieurarchitect. Meerbepaald in ʻontwerp 4ʼ, waarbij het een vereiste was om met dit programma aan de slag te gaan. Aangezien ik dus het jaar hiervoor voornamelijk met dit programma 3D-modellen opbouwde was mijn keuze dan ook snel gemaakt. Dit programma werd enkel gebruikt om de 3D-modellen op te bouwen en te manipuleren. Hoewel je met Revit ook kan renderen, grondplannen, snedes en gevels maken zou dit een totaalpakket kunnen zijn. Maar hiervoor heb ik andere software aangewend omdat ik daar persoonlijk makkelijker mee werk. De plannen, snedes en gevels kunnen makkelijk uit het 3D-model genomen worden. Deze worden dan geëxporteerd als DWG-formaat7 . Het 3D-model zelf werd via een plugin geëxporteerd als ATL-formaat8 om door Artlantis Studio te openen en beelden of filmpjes te renderen. Dit 3D-model vormt dus de basis van alle verdere handelingen. Bovendien leidt het tot een zeer goed inzicht van het te analyseren ontwerp.
6
CAD: Computer Aided Design
7
DWG: ʻdrawingʼ van 2D of 3D grafische data
8
ATL: Het bestands formaat van Artlantis studio render programma
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
13
Page
4.2. Autocad Architecture 2009 Voor velen zal deze stap niet nodig zijn, aangezien ze de grondplannen, snedes en gevels rechtstreeks uit hetzelfde programma halen als hun 3D-model. Maar aangezien ik een bepaald beeld van plannen voor ogen had viel mijn keuze terug op ʻAutocadʼ. Dit softwarepakket is niet weg te denken uit de opleiding. Reeds in het eerste jaar werden we ondergedompeld in het tekenen van 2D plannen met ʻAutocadʼ. Dit programma beschikt eveneens over de mogelijkheid om een 3D-model op te bouwen maar voldoet, naar mijn mening, niet. Aangezien zowel ʻRevitʼ als ʻAutocadʼ van de ontwikkelaar ʻAutodeskʼ zijn is de compatibiliteit onderling zeer goed. De DWG geëxporteerde plannen uit ʻRevitʼ zijn hierin opgewerkt om gepaste lijndiktes en dergelijke te verkrijgen. De inkleuring van de plannen gebeurde met ʻAdobe Illustratorʼ. Aangezien het planmateriaal vectoriëel wordt aangewend in ʻFlashʼ dient het ofwel als WMF-formaat9 of als EPS-formaat10 geëxporteerd te worden, welke beide vectoriëel georiënteerd zijn. WMF werd hier niet gebruikt en ook verder niet onderzocht. ʻAutocadʼ kan ook EPS exporteren, enkel dient dit eerst omgevormd te worden in ʻAdobe Illustratorʼ naar een Illustrator-EPS om in ʻFlashʼ te kunnen openen. Dit zou een overbodige stap zijn, maar aangezien ik ʻIllustratorʼ aanwend voor het inkleuren van de plannen, was dit een kleine moeite. Het voordeel van de Illustrator-EPS bestandsindeling is dat je deze nog makkelijk in ʻFlashʼ kan manipuleren.
4.3. Artlantis Studio ʻArtlantis Studioʼ is een zeer snel en eenvoudig programma bedoeld voor 3D visualisatie. Doordat het ATL-formaat via een plugin rechtstreeks kan gemaakt worden in ʻRevitʼ, is de conversie naar ʻArtlantisʼ uiterst correct. Uiteraard is ook hier de keuze van het programma volledig subjectief en sterk afhankelijk van persoonlijke voorkeur en ervaring. Met dit programma wordt het gemaakte 3D-model gematerialiseerd en belicht om uiteindelijk beelden, al dan niet bewegend, te genereren11 . Men kan reeds zeer fotorealistische resultaten bekomen met slechts een beperkte basis van het programma. Bewegende beelden en bewegende objecten zijn eveneens makkelijk te maken. Uiteraard kunnen de gerenderde beelden zeer realistisch gemaakt worden. Maar aangezien dit slechts één onderdeel is van het CAAE-pakket, werd dit niet als doel vooropgesteld. 9
WMF: Windows Metafile
10
EPS: Encapsulated Postscript
11
Via Rendering
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
14
Page
Normaal worden de animaties in het Apple Quicktime bestandsformaat MOV gemaakt, maar ik heb ervoor gekozen om niet enkel de afbeeldingen maar eveneens de filmpjes in JPGʼs te renderen. Aangezien je anders in ʻFlashʼ steeds Quicktime moet aanwenden om het filmpje af te spelen. Nu kan alles in ʻFlashʼ geplaatst en afgespeeld worden. Zo hoef je geen externe links te maken in ʻFlashʼ om MOV-bestanden af te spelen. Bovendien kan je de filmpjes in ʻFlashʼ verder manipuleren. Mijn keuze hiervoor valt te verantwoorden. Daarom heb ik een test gedaan waarbij ik een Quicktime filmpje heb gerenderd en datzelfde filmpje heb ik als JPGʼs in ʻFlashʼ geïmporteerd. Zowel het MOV-bestand als het SWF-bestand hadden nagenoeg dezelfde bestandsgrootte. De JPGʼs echter kunnen via een ʻbatchʼ 12 in ʻAdobe Photoshopʼ nog eens gecomprimeerd worden waardoor de bestandsgrootte naar beneden kan worden gehaald. Dit is namelijk belangrijk als je meer dan 500 JPGʼs hebt die in ʻFlashʼ geimporteerd dienen te worden. Dit om een optimale afspeelkwaliteit te realiseren en het schokken van het filmpje tot een minimum te beperken. Onderzoek op oudere computers is hierover niet gedaan. Een ander voordeel aan de JPGʼs is dat ze direct met ʻFlashʼ compatibel zijn, waarals het MOV-bestand enkel kan aangewend worden via een externe link. Zo hoeft er, in tegenstelling tot de vorige scripties, enkel versie 10.0 of hoger van de Flashplayer geïnstalleerd te zijn op uw computer. Quicktime of andere video software is hierdoor geen noodzaak meer. Met Artlantis werden eveneens 360°-panoramaʼs gemaakt. Ook hier is gekozen om deze in JPGʼs te genereren. Hiervoor is echter wel een extern programma vereist om deze JPGʼs om te zetten naar een SWF-formaat13. En dan kan ook deze rechtstreeks vanuit ʻFlashʼ aangewend worden.
4.4. Sketchup 7 ʻSketchupʼ is een zeer eenvoudig en gebruiksvriendelijk 3D tekenpakket van Google. Dit kan je eveneens gratis downloaden. In deze scriptie is het enkel gebruikt voor het maken van isometrische schemaʼs waarop kleine aanduidingen kunnen worden gemaakt. De schemaʼs kunnen uiteraard ook zeer snel met elk ander programma gemaakt worden. Maar aangezien sketchup eveneens DWG kan importeren heb je direct een 3D model.
12
Batch, is een manier om een uitgevoerde handeling in ʻAdobe Photoshopʼ op te nemen en deze toe te passen op een hele reeks fotoʼs. Zo hoef je iets slechts eenmaal te doen en Photoshop doet het met alle JPGʼs 13
SWF: Dit is het bestandsformaat van Flash
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
15
Page
Ik kan hierbij ook vermelden dat het via ʻsketchupʼ mogelijk is om rechtstreeks ATL-formaat te exporteren. Bovendien kan ʻArtlantisʼ ook SKP-formaat14 openen.
4.5. Adobe Photoshop CS4 ʻAdobe Photoshopʼ is een standaard voor het maken en bewerken van fotomateriaal. Voor deze scriptie werd het ondermeer gebruikt voor het opwerken van fotomateriaal en het maken van bepaalde afbeeldingen of compilaties daarna gebruikt in ʻFlashʼ.
4.6. Adobe Illustrator CS4 Zoals reeds vermeld heb ik ʻIllustratorʼ gebruikt voor het opwerken van het planmateriaal, zoals het aanbrengen van schaduw. Alsook voor de conversie naar de vectoriële Illustrator-EPS.
4.7. Adobe Flash CS4 ʻFlash MXʼ, oorspronkelijk ontwikkeld door Macromedia15 , is een zeer gekend vectoriëel georiënteerd animatieprogramma dat vooraal voor webdesign gebruikt wordt. Het is zeer gebruiksvriendelijk en je kan bijna alles bekomen door op een grafische manier te werk te gaan. Hierdoor is het ook vrij snel aan te leren. Net zoals de meeste animatieprogrammaʼs werkt ʻFlashʼ met frames op een tijdsbalk. De content wordt best vectoriëel geïmporteerd. ʻFlashʼ maakt gebruik van de componenten: Graphic, Movieclip en Button (stilstaande beelden, bewegende beelden, knoppen). Voor de algemene werkwijze van ʻFlashʼ wordt verwezen naar het grote aanbod van handleidingen en tutorials van dit programma. Een groot voordeel aan ʻFlashʼ is dat het een bestandsformaat voortbrengt dat erkend wordt door zowel Windows als Macintosh. Dit is dan ook één van de redenen waarom voor dit programma gekozen werd.
14
SKP: het bestandsformaat van Google Sketchup
15
Nu onderdeel van Adobe Systems
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
16
Page
Om de interface werkend te maken is eveneens een beperkte kennis van ActionScript16 vereist. Om echter meer ingewikkelde interfaces te maken is er echter een goede kennis nodig. Gelukkig kan er zeer veel op internet gevonden worden. Verder gebruik je ActionScript om acties toe te kennen aan knoppen en movieclips om bepaalde bewegingen uit te voeren, te starten of knoppen te linken aan een extern bestand. Om een optimale werking te verzekeren waarbij steeds zo min mogelijk RAM geheugen van de computer vereist wordt, is er gekozen om ieder thema van het CAAE-pakket als een aparte SWF17 te maken. Zo is er gekozen om telkens ieder thema in de root18 te laden waardoor het nieuwe thema steeds over het oude geladen wordt. Via de functie loadMovieNum(“...”,0); laad je een andere SWF. Zo kunnen er eveneens levels geüpload worden boven level 0. Op deze manier zijn o.a. de actieve zones in het programma gemaakt waardoor het mogelijk is om deze aan te spreken op ieder moment van de animatie in gelijk welk thema. Een ander voordeel aan deze manier van werken is dat je een externe projector maakt van waaruit alle SWF bestanden kunnen aangesproken worden. Zo worden de verschillende bestanden in een map geplaatst en kan enkel de projector gebruikt worden om alle animaties te tonen.
4.8. Pano2vr Dit programma is enkel gebruikt om de gerenderde 360° panoramaʼs om te zetten naar een SWF-formaat dat met ʻFlashʼ kan aangewend worden.
16
ActionScript is de codeertaal gebruikt in Adobe Flash
17
SWF-bestandsformaat: Flash-Movie
18
Flash kan werken met levels, net zoals layers. De root is level 0, de basis.
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
17
Page
5. Projecttoelichting Voor deze scriptie werd er gekozen om de ontwerpen ʻHouse Nʼ van Sou Fujimoto en ʻCasa Poliʼ van Mauricio Pezo en Sofia von Ellrichshausen te analyseren. Beide gebouwen hebben één ding gemeen, namelijk een ontdubbelde schil. Vandaar is dan ook het thema ontstaan. Bij ʻCasa Poliʼ gaat het over een ontdubbelde schil in “cascade”, bij ʻHouse Nʼ is het een “Box-in-Box-in-Box” principe. Beiden hebben gelijkenissen maar ook fundamentele verschillen en ze zijn beide een voorbeeld van een architecturale toepassing van de ontdubbelde schil. De tussenruimte (“in between” of “Das Zwischen”) tussen het interieur en het exterieur, of tussen privaat en publiek is terug te leiden naar ʻde verandaʼ19. Dit was vroeger een belangrijk architecturaal element in het sociale leven met een ruimtelijke rol zowel huiselijk, commercieel als cultureel. Door zijn rechtstreeks verbinding met de natuur en zijn omgeving is deze ruimte als een soort ʻbuiten leefruimteʼ. Bij een heet en vochtig klimaat is het de beste ruimte waar je van koele lucht kan genieten. Bovendien brengt het de gemeenschap samen. Je kan het namelijk bekijken als een deels gesloten ruimte buiten, dat voldoende trekt op een kamer zodat mensen zich er gedragen zoals in gewone kamers. Maar dan met de aanwezigheid en schoonheid van de zon, wind, geur, natuur, straat, enz. Je voelt de ruimte als het ware met de 5 zintuigen. De locatie van deze ruimte zorgt voor een contact tussen de publieke ruimte (straat) en de privé ruimte (binnen). Het vormt een graduele overgang tussen binnen-buiten, tussen privaat-publiek. De randen van deze ruimte vormen een psychologische en fysische grens. Als men over deze grens komt, komt men de privé binnen en moet men zich aan diens regels houden. Je komt in het rijk van de geconcentreerde ruimte tegenover de openheid van buiten. Maar dit in een graduale overgang. “Leven is van de ene ruimte naar de andere overgaan en proberen je daarbij zo min mogelijk te stoten.”20 Bovendien biedt deze ruimte dikwijls ook bescherming tegen de weerselementen. Vandaag de dag wordt deze intermediaire ruimte dan ook vaker gebruikt als een technische21
toepassing in plaats van een
architecturale. 19
Het woord ʻverandaʼ heeft dezelfde betekenis als portico, balkon, gallerij, terras, enz. Vandaag de dag hebben al deze woorden verschillende betekenissen en ook hun functies zijn verschillend. Zo gaat het dus niet over een veranda zoals wij ze de dag van vandaag kennen als een vooral glazen aanbouw als verlening van het interieur. 20
Uit Georges Perec: Ruimten rondom. (Espèces d'espaces). Vertaald door Rokus Hofstede. De Arbeiderspers, 117 blz.
21
Voor de technische toepassing van de intermediaire ruimte verwijs ik als voorbeeld naar Brussimo van Samyn and Partners en naar de Trombé wand. CAAE Computer Aided Architectural Éducation
18
Page
Een gebouw dat niet beschikt over zo een tussen ruimte heeft een directe scheiding tussen binnen-buiten of privaat-publiek. “Gebouw als buitenaards object uit de lucht gevallen op de aarde volledig zonder context.” 22 De Japanse ʻverandaʼ is het beste voorbeeld van de veelzijdigheid van het ʻin betweenʼ. Bij hen is deze ruimte een continuïteit met de natuur, een basisgegeven in Japanse architectuur. De ʻverandaʼ of door hen genaamd, ʻEngawaʼ, is de bemiddelaar. Het is een bemiddelde ruimte tussen binnen en buiten rond de hele woning als platform onder het dak. Zijn functie is veelzijdig: bescherming tegen de weerselementen, een plaats om gasten te vermaken, inkom vanuit de tuin en vele functies waarvoor er in de ganse plan opbouw geen plaats is. Het is als een ruimte zonder functie en kan zich dusdanig veel functies eigen maken. De oorsprong van deze interstitiële ruimte is zowel te vinden in de Japanse maar ook in de Westerse geschiedenis. Kijk maar naar de colonnades rond het parthenon, het atrium in een Romeinse villa of de kloosteromgang. In deze scriptie is echter geen diepgaand onderzoek gedaan naar de volledige ontstaansgeschiedenis. Voor meer informatie over bijvoorbeeld de “Invloeden van Japanse op Westerse architectuur perceptie” verwijs ik naar de gelijknamige thesis van Robin Allaer. Te vinden in de bibliotheek van de faculteit. Het doel van deze scriptie is het visualiseren van de voordelen en kwaliteiten van deze ruimte en dit aan de hand van de twee case studies.
22
Uit Georges Perec: Ruimten rondom. (Espèces d'espaces). Vertaald door Rokus Hofstede. De Arbeiderspers, 117 blz.
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
19
Page
6. Navigatie Op het beginscherm kan men de keuze maken tussen ʻHouse Nʼ of ʻCasa Poliʼ. Deze keuze heeft echter geen invloed op het vervolg van het programma en bepaald enkel de korte begin animatie. Deze is er gewoon als hoofdscherm waar eveneens de link staat naar de ʻnote en contextʼ.
note & context
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
20
Page
Vervolgens kom je in het programma. Vanaf dit ogenblik zijn de randzoneʼs actief. Door met je cursor hier over te gaan komt er een zijmenu met de verscheidene themaʼs. Links voor ʻHouse Nʼ en rechts voor ʻCasa Poliʼ. (zie figuur) Bovenaan het scherm is er een bovenbalk. Deze heeft twee knoppen. Links een knop die het hele programma afsluit om terug te keren naar je bureaublad en rechts een knop om terug naar het eerste hoofdmenu te gaan. Verder staat er in deze bovenbalk steeds duidelijk waar je bent binnen het programma. Bij welk gebouw en in welk subthema.
a c t i e v e
a c t i e v e hoofdknoppen
Terug naar begin menu
z o n e
Waar je bent
z o n e
CAAE beëindigen
de beschouwde animatie
Iedere animatie beschikt eveneens over een navigatiebalk (zie figuur) die een belangrijke rol speelt in het CAAE-pakket. Deze moet tijdens het afspelen van de animatie goed in de gaten gehouden worden. Enerzijds hebben we de navigatiebalken die een opsomming23 23
bijvoorbeeld plannen, fotoʼs ed.
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
21
Page
maken van een selectie beelden. De gebruiker kan vrij kiezen welk beeld hij of zij wil zien. Anderzijds zijn er navigatiebalken die een verhaallijn volgen. Naarmate het verhaal vordert, zullen hier iconen bijkomen die als drukknoppen dienen om terug te keren naar een bepaald punt in het verhaal. Verder zijn er ook themaʼs waarbij er in de navigatie balk woorden staan als knoppen, om bijvoorbeeld bepaalde dingen te wijzigen en ook staat er soms extra informatie over de beschouwde animatie zoals snede aanduidingen of noordpijl. Bijvoorbeeld bij de lichtstudie is er een tijdsbalk die naarmate de animatie vordert, weergeeft op welk uur van de dag je bent. Hierbij kan je ook skimmen24 , dit voor een volledige controle over de content. (zie figuur)
tijdsbalk, door met je cursor hierover te bewegen, zal ook de animatie bewegen
24
thema lijst van Casa Poli, verschijnt door met je cursor over de betreffende actieve zone te bewegen
Skimmen: door met je cursor over, bijvoorbeeld een tijdslijn, te bewegen, zie je de vorderingen in de animatie.
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
22
Page
Naarmate een animatie vordert is het dikwijls mogelijk dat er extra keuze opties verschijnen. In de figuur hieronder zie je bijvoorbeeld een navigatiebalk waarbij je reeds in het derde scherm bent25 . Door hier te komen zijn er twee subthemaʼs opgekomen, met name ʻindelingʼ en ʻbeeldenʼ. Door hier op te klikken zal er in het beeldscherm iets veranderen. In het voorbeeld hieronder ben je op subthema ʻindelingʼ, daar is een legende door bijgekomen. Door op een woord in de legende te klikken licht de zone op in het gebouw, de legende krijgt eveneens de betreffende kleur. Door op het pijltje te klikken rechts beneden in de hoek zal de legende gereset worden.
25
Weergegeven door de drie afbeeldingen die reeds in de navigatiebalk staan, de eerste twee zijn nu klikbaar en dienen om terug te keren in het verhaal. Het derde is groter en bevat een schaduw, dit is waar je momenteel bent. CAAE Computer Aided Architectural Éducation
23
Page
In de navigatiebalk kunnen volgende drukknoppen voorkomen, met de volgende functies: Animatie afspelen Animatie pauzeren 1.Naar beginpunt terugkeren 2.Terugspoelen in de animatie Vergelijk knop 26 Info knop (korte toelichting over de animatie) Plan, snede, gevel inzoomen Plan, snede, gevel uitzoomen
Naar volgend deel in de navigatiebalk
Reset knop
Soms kan je ook bepaalde dingen aanklikken in het scherm zelf, als dit het geval is worden deze extra knoppen duidelijk gemaakt doordat ze knipperen. De aanduidingen waarop je op een gegeven moment in de animatie best klikt zijn meestal in rood aangegeven.
26
Hiermee komen de thema lijsten van beide gebouwen gelijktijdig op het scherm
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
24
Page
7.Gebruiksaanwijzing - Installatie
1. Kopieer de map ʻCAAEʼ naar de harde schijf van uw computer. 2. Installeer, indien nodig, de bijgeleverde ʻflash playerʼ (10.0 of hoger) -> herstart de computer. 3. Stel de resolutie van het beeldscherm in op 1024x768 (Niet 1024x768(uitgerekt)!) 4. Dubbelklik op ʻCAAE_main.exeʼ voor windows of ʻCAAE_main.appʼ voor macintosh in de map ʻCAAEʼ op uw computer. Opmerkingen _Voor oudere computers is het aangewezen om alle randprogrammaʼs uit te schakelen en voldoende geheugen aan flash toe te kennen. Dit om een vlotte weergave van de animaties mogelijk te maken. _Wijzig de bestandsindeling binnen de map ʻCAAEʼ niet! Anders zal het programma niet meer functioneren.
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
25
Page
8. Referenties
Volgende werken en websites werden geconsulteerd voor informatie over ʻHouse Nʼ en ʻCasa Poliʼ. Het gaat hierbij zowel over informatie betreffende de gebouwen, fotoʼs en materiaal gebruikt in het programma en tekst en informatie gebruikt voor het onderzoek. Eveneens voor de tot standkoming van deze begeleidende tekst. -
CHING, F.D.K. (1996). Architecture: Form, Space, and Order. New York. John Willey & Sons, Inc.
-
FUJIMOTO, S. 2G N.50: Sou Fujimoto, International Architecture Magazine. Barcelona. Editorial Gustavo Gili, 50, 70-81& 130-143
-
PEREC, G. Ruimten rondom. (Espèces d'espaces). Vertaald door Rokus Hofstede. De Arbeiderspers, 117 blz.
-
YASAHURA, M., IIBUCHI, K., OKAZAKI, M., Space of SHINDEN Residential Complex (SHINDEN ZUKURI). Forma. 16 (2001), 367-374
-
VAKIL, M., Verandah. Benaming van de overgangsruimte, etymologie. (2003)
-
FUJIMOTO, S. Towards a New Architecture-scape. JA66. 90-96
-
FUTUGAWA, Y., Ga Houses 100. A.D.A. Edita Tokyo Co. Tokyo. 263-265
-
FUTUGAWA, Y., Ga Houses 98. A.D.A. Edita Tokyo Co. Tokyo. 74-75
-
http://www.designboom.com/eng/interview/Sou_Fujimoto.html (22 nov 2010)
-
http://nl.urbarama.com/project/house-n-2358 (22 nov 2010)
-
http://www.karenbrummund.com/casapoli/installations.html (27 dec 2010)
-
http://www.pezo.cl/pag_base/01_w_1.html (6 jan 2011)
-
http://www.iwan.com.iwan_index.php (6 jan 2011)
-
http://www.flickr.com/ (gedurende het jaar 2010) --> fotomateriaal gehaald van verschillende mensen al dan niet anoniem geplaatst op flickr. Hierbij is steeds gecontroleerd of de fotoʼs vrij gebruikt mochten worden.
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
26
Page
CAAE Computer Aided Architectural Éducation
27
Page