Kees Blaauboer dook voor Geestgronden in zijn familie-archief om gegevens over de betrokkenheid van Egmonders bij de berging van de kostbare lading van het in 1799 vergane schip Lutine te boekstaven.De eilanden Vlieland en Terschelling hebben 1999 uitgeroepentot 'het jaar van de Lutine'. De musea besteden aandacht aan de ramp en de bergingspogingen. Het museum van Egmond zal eenkleine expositie aan de Egmondse duikers wijden. (Red.)
C. Blaauboer EGMONDSE DUIKERS NAAR }]ET LUTINE.GOUD ln het jaar 1785 werd in Frankrijk het fregat La Lutine voor de marine gebouwd.Acht jaar later werd het schip bij Toulon door de Engelsenbuitgemaakt,opnieuw uitgerustals een fregat met 32 stukkenen ingedeeldbij de Engelsemarine onder de naamLutíne. De lengteover de kiel was 118,6voet (36 meter),over het kanonnendek 143,3voet (43 meter);de breedtewas 38,10 voet (11,40meter)bij een diepte van 12 voet (3.60 meter) en een inhoud van 950 ton. Voor die tijd was het een schip van gemiddeldegrootte. In oktober 1799 richtten kooplieden in Londen een verzoek aan Lord Duncan,de toentertijdbevelvoerendeadmiraalover het Noordzee-eskader. Zlj verzochtende marine een grote lading goud- en zilverstavenover te brengennaar Hamburg.De Lutine werd als goudschipaangewezen. Het fregat vertrok uit Yarmouth onder bevel van kapitein Lancelott Skynner.Aan boord waren zilveren en goudenmuntenter betalingvan soldij van de Engelsetroepen bij Texel (het was de tijd van de RussischEngelseinvasie)en de ingeladengoud- en zilverstavendiendenhandelsdoeleindenin Hamburg.De handelmaakte een hevige crisis door, die verschillendeHamburgerbankiersaan de rand van faillissementbracht. In de stormnacht van 9 op l0 oktober 1799 verging het schip op de WestergrondentussenVlieland en Terschelling(zie afb.4). Rondde 275 mannenvondenhungrafin de golven.Slechtséénbemanningslid spoeldeop een wrakstuk aan. Hij kon nog mededelendat de Lutine een kostbaregoud- en zilverladingaanboord had. Kort daaropoverleedook hij. 10
Geestgntnden,6 ( 1999),nr. I
.Í,r-
tt
'íjn
:,"
n ,
{l
11i
.1
cF I
a
er*'rg,a' _.
,_
s
.l
d.
f
r
Afb.4; De ligging van de Lutíne op een kaartje uit 1886 (uit: S.J. van der Molen, Goud in de golven.'s Gravenhage, Rotterdam,z.j. p.96)
Het rapportvan de Engelsevlootvoogd op de rede van Texel meldt, dat het voor vissersschepen en anderevaartuigenniet mogelijk was geweesthulp te verlenen. Toen het dag werd, waren er van het schip slechtswrakstukken te zien. De berichtenover de preciezewaardevan het goud en zilver stemmenniet alle overeen,hoewel algemeenvan een zeer kostbarelading wordt gesproken. De totale waarde van de lading werd geschatop ruim een miljoen pond, dus /12.000.000. De exactegegevenszljnin 1838bij de grote brand van het Londensebeursgebouw,waarin ook de kantorenvan verzekeringsmaatschappijLloyd's gevestigdwaren,verlorengegaan.
GeesÍgrr.tnden, 6 ( 1999), nr. I
ll
De Lutine en de kostbarelading vervielen volgens oorlogsrechtaan het Nederlandserijk. Onder rijkstoezichtwerd in de jaren 1800-1801voor de staatvoor een waarde van f 669.240geborgen.De berging werd door verzandingzeerbemoeilijkt.Toch slaagdemen er nog in met behulpvan primitieve middelenzoalstangen,hakenen schepnetteneen hoeveelheidmunten op te halen.Het geluktezelfs om nog 59 goud- en 35 zilverstavente bemachtigen.Maar het wrak verzanddemeer en meer en bij gebrek aan duikers, zuigers en dergelijke was men genoodzaaktde bergingspogingen tenslottete staken. Het wrak raakte diep onder het zand en voor de Ltttine betekendedit een rustperiodedie duurde tot 1857.Toevallig werd toen ontdekt,dat door veranderdestromingenveel zand van het wrak was weggespoeld.Een nader onderzoekop 20 juli van dat jaar leerde,dat het wrak aanmerkelijkonder de waterspiegelop de bodem van een nieuw gevormdegeul lag. Voor- en achterschip,dekken en zijstukkenwaren geheelweggeslagen.Slechtsde kiel met zaathout(zware balk ter verstevigingover de bodem in de lengterichting) en enige daaraanverbondeninhouten (ribben) waren overgebleven. Die rustten op een harde veenlaagen waren klaarblijkelijk door het gewicht van de daaroververspreideroestkorstop hun plaatsblijven liggen. Het onderzoekwerd uitgevoerddoor een ondernemingdie beschikteover een bij Koninklijk Besluitin 1821al verstrekteconcessietot 'Reddingvan de schattenvan de Lutine' . OpperstrandvonderP. Eschauzierwas de verantwoordelijkeman. Hij was tevens burgemeestervan Terschelling,waar hij op 2l juli 1837overleed.Hij had enkelemalengeprobeerd eendeel van de lading naar boven te halen, maar met weinig resultaat.De concessie ging over naarde nabestaanden van Eschauzieren naarde onderneming. De sinds kort bij de ondernemingin dienst getredenir. Louis J.M. Taurel kreeg de leiding. Na een laatstealgemeenonderzoekop 5 augustus1857 werd diezelfdedag beslotenen ook schriftelijk vastgelegdopnieuw bergingspogingente doen. Egmondse duikers Taurel had zich verzekerdvan de medewerkingvan een groep Egmondse duikers.De AlkmaarscheCourantvan l7 augustus1857meldtdaaroverhet volgende:Den l0e Augusíusis van Egmondaan Zee uitgezeildde vischers-
t2
Geestgronden,6 ( 1999),nr. I
pink'Egmond's Hoop'van de reedersG. de Groot en Commissie,met bemanningvoorzienvan helmenen duikerstoestelom zo mogelijk de schatten te bergen van het in 1799 bii Terschelling gestrande Engelse schip ..Lutine". Er was niet zomaarde medewerkingvan een willekeurige groep Egmondse duikersingeroepen.Er waren in Egmond enkeleredersdie zich al meerdere jaren bezighieldenmet het bergenvan schepenen op dat gebied over een grote ervaring en deskundigheidbeschikten.Van hen richtte met name Gerrit de Groot na contactenmet Terschellingeen Egmondseondememing op om te trachtende Lutine-schattente bergen.De Groot was eigenaarvan de bomschuitEgmond'sHoop. Hij beschiktetevensover een duikerstoestel dat via een luchtslang met de koperen helm van de duiker in verbinding stond. De duiker maakte bij het afdalen gebruik van met lood verzwaarde schoenen.
AÍb. 5: Een schilderij van reder Gerrit de Groot (uit collectieC. Blaauboer)
Het scheepstypebomschuit was uitermate geschikt voor bergingswerkzaamheden.Beste zeilers waren het niet. Ze waren wat lomp gebouwd. Maar ze konden tegeneen stootje.Voor het aanlandenop het strand waren ze steviggenoeg.En ze lagenstabielop het water. 6 ( 1999),nr. I Geest,qronden,
t3
Gerrit de Groot is mijn betovergrootvader. Het unieke kasboekover de Lutine is in bezit van de familie Blaauboer.Daardoorkan ik nu een aantal namennoemenvan mensendie betrokkenwaren bii de onderneming: J. Bakkerte Nieuwediep, J. H. Ibink te Alkmaar. G. Conijn te Haarlem, J. Conijn te Egmond, T. Planteijdtte Egmond, J. Koemante Egmond,
deelhebbervoor l17 deelhebbervoor llJ deelhebber voor l/14 deelhebbervoor ll7 deelhebbervoor llJ deelhebber voor l/14
deel deel deel deel deel deel
Egmondsemedewerkersbij het bergenvan de lading waren: rederG. de Groot (1808-1867), deelhebbervoor l/7 deel duikerA. Wijker (1809-1890), deelhebber voor l/14 deel duikerG. Wijker (1832-1870), deelhebbervoor l/28 deel duikerP.ZwarÍ ( 1821-1893), deelhebbervoor l/28 deel duikerJ. van der Plas(1823-1881) schipperJob de Groot van bomschuitEgmond'sHoop. Na de nodige voorbereidingenzeilde de bomschuit dus richting Terschelling, een onbekendavontuurtegemoet.Na een voorspoedigereis ging men op l3 augustusbij kalme zuidoostenwindonder leiding van de heer Taurel naar de plaatswaar de Lutine ten onder was gegaan.De plaatsvan het wrak was met boeienaangegeven. De duikersgingen direct aanhet werk. Taurel had hun gewezenop een klomp roest waarin waarschijnlijk geldstukken verborgen zaten. Merkwaardigerwijs weigerdende duikers hardnekkig de roestbrokkennaar boven te halen. Ze beweerden,dat het alleen maar stenenwaren. In werkelijkheid wilden de Egmondersechter eerst nader onderzoekverrichten.En ze haddende opdrachtgeen zaken naar boven te halen,voordater een akkoord was gesloten. Reder G. de Groot was op Terschelling.Hij leidde namensde Commissie van de Egmondseondernemingde onderhandelingen. Begin septembersloten de Egmondseredersmet Taurel een overeenkomst.Vanaf dat moment werdende werkzaamhedendoor de duikers met vereendekrachtenhervat.
14
Geestgronden,6 ( I 999),nr. I
De overeenkomsthield globaal in, dat beide partijen ieder voor de helft de kostenvan de bom met equipageen duikerszoudenbetalen.Tevenshadden de Egmonderseen aandeelbedongenvoor het bergloon: namelijk zeven procent van de bruto opbrengst. Voor de volledigheidmoet ik hier nog melden,dat de in 1821 op Terschelling opgerichteondernemingvan koning Willem I het exclusieverecht had ontvangenhet bergingswerk uit te voeren; maar op voorwaarde,dat de helft van de opbrengstde staatzou toekomen.Dit recht op het staatsdeelis een paar jaar later aan de regering van Engeland geschonken,die het weer heeft overgedragenaan het verzekeringsbedrijfLloyd's. Al gauw werden de eerstemunten naar boven gehaald.In hoofdzaakLouis d'or en Pilaar piasters (Spaansematten). Toen bekend werd, dat de buit kennelijk zo voor het grijpen lag, kwamen concuÍrentenopdagen.Dat leidde er zelfs toe dat er tussen 15 en 26 septemberniet gewerkt kon worden, doordatonbevoegdengewelddadigde arbeid verhinderden.Er vielen harde woordentussende Egmondersen Urker boeven. van Terschellingen Vlieland melddenzich als Ook de opperstrandvonders gegadigdenvoor een deel van de opbrengst.Met burgemeesteren opperstrandvonderA. Swaanvan Terschellingkwam weldra een financiëleregeling tot stand. Vlieland organiseerdezelf een duikersexpeditie.Maar een op verzoek van Eschauzieren de zijnen na 1 oktober opgeroepenkanonneerbootzorgde voor de handhavingvan de rechtenvan de onderneming.Vanaf dat moment kon de bergingongestoorddoorgangvinden. Er werd door de Egmondse duikers doorgewerkt tot eind oktober, toen het slechterwordende weer het werk steedsmeer bemoeilijkte. Ruim tien weken waren de mannen ter plaatsegeweest.Er kon alleen bij stilstaand getij twee tot drie uur lang gedokenworden.De duikershaddenvoor / 20.311 aan goudstukkennaar boven gehaald.Daarvan ontving Lloyd's dus de helft. De anderehelft was voor de deelnemers.Op 20 novemberkwam de bom weer aan op het Egmondsestrand. In het voorjaarvan 1858maaktende Egmondersweer alles reisklaarom op 24 aprll weer naar Terschelling te vertrekken. De gehelemeimaand was het Geestgronden,6(1999),nr. I
l)
echter slechtweer en was het niet mogelijk te duiken. Pas op 29 mei werd de bom boven het wrak geplaatst.Er werd acht keer gedoken.maar zonder resultaat. Op I juni was men gelukkiger:reedsbij de tweedeafdaling vond helmduiker Gerrit Wijker de eerstezilveren staaf.Er volgen die dag nog vier stuks. Twee dagen later bracht dezelfdeWijker ook de eerstegouden staaf naar boven. Tot en met 14 juni werden 62 zllveren en 31 gouden stavengeborgen.In juli kwamener nog vier goudenstavenbij. De helmduiker Piet Zwart was daarbij wel bijzonder fortuinlijk: hij bracht 34 zilverenen l7 goudenstavennaar boven. Zwart vond tijdens zijn werkzaamhedenop het wrak ook nog een gouden horlogeketting,die hij graag als souvenirwilde behouden.In het veen ziet men niet op een turfie, nietwaar?! Hij wist de ketting langs de controleurste smokkelendoor dezebij zijn pruimtabakin zijn mond te stoppen.De goudenketting is nog altijd in bezit van nabestaanden van de duiker in Egmond. De gedachteleefde,dat nu de hoofdschatwas aangeboord.Het was weliswaar een rijke ader, maar toch niet de hoofdader.Die zou nooit worden gevonden. Tenslottewerd de opbrengstzo onbeduidend,dat Taurel op l8 juni zelf als helmduikernaar het wrak afdaalde.(Of deed hij dit uit wantrouwenvanwege de hardnekkigegeruchten,dat de Egmondersonder de bodem van de bom een bergruimtehaddenbevestigdom een extraadevoor henzelfweg te stoppen...)Opl2 augustusging Taurel nogmaalszelf benedeneen kijkje nemen.Maar het bleef bij piasters.Duiker Zwan gaf dan ook te kennen,dat naar zijn mening de visserij wel gestaaktkon worden. Toch wilde de Terschellingerondememinghaar geluk nogmaalsproberen.Een tweedevaartuig werd tot de visserijtoegelaten. Op 23 septembervond eendubbeleduiking plaats.De nieuwe helmduikerwas echterniet gelukkigeren hij vond het zulk moeilijk werk dat hij het bij dezeeerstepoging liet. Die dag brachteen Egmondseduiker nog een goudenstaafnaarboven.Maar dat was voor hetjaar 1858ook de laatste.Er warenvan begin mei tot en met 23 oktober36 goudenen 62 zllverenstaven,eenpartij Spaansemattenen wat goud geld naarbovengehaaldmet eengezamenlijkewaardevanf 447.316.
r6
GeesÍgronden,6 ( 1999),nr. I
1859brachtweinig succes.Weliswaarleverdede eerstedag,7 mei, na zesmaal duiken een zilveren staaf en twee piastersop, maar het hele verdere seizoenleverdeniet meer dan vier goudenstaven,nog een zilveren staafen munten op. Van de 63 pogingen in mei en juni bleven er 40 zonderresultaat. Er lag nog een stuk wrakhout als een soort kap op de bodem over Taurels zogenaamde'schatkamer'.Op de uiteinden gingen de helmduikerswel eenszitten uitrusten.Toen dezekap werd weggebroken,kwamen weer vier goudenstavenen een zilveren staaf tevoorschijn,terwijl het aantalpiasters dat geborgenwerd meer dan 3500 bedroeg.Toen de duikers de kap zo ver als zij konden haddenverwijderd en de daarmeeblootgekomenstukken haddengeborgen,scheende geldbronuitgeput. Het laatsteverslagvan 1859luidde: "Zaterdagl5 oktober's morgensacht uur zeildenbom en schuit (controleschip,CB) meí een zuidoosteli.jkkoeltie naar de'Lutine', kwamen ten ll ure op de merken, vertuiden de bom, plaar$en ludder en ging neder Gerrit Wijkef was zo 20 minuten ontler en kw'ctmdoor het invallendegetij naar boven, rapporteerdeniets te hebben gez.ienoJ'kunnen vinden en z.eidede ludder op dez.elfde plaats als vorige keren had gesÍaan,moest toen de ebbe uitleggen,daar wij niet konden op werken. Met tle voon,loecl ligten wij de dreggen en z,eildennaar cle haven, alwaar *'ij ten B ure aankwamenen bragten het verslag aan dupo (lees depot,CB)." Prachtigmaritiem prozat. Onder deze omstandigheden zagende Egmondersgeen heil meer in een langerverblijf, zodatzij vertrokken.Met de toezeggingin het voorjaar van 1860terugte zullenkomen.De opbrengstwas in 1859toch nog Í 58.000. In het voorjaar van 1860 waren de Egmondersinderdaadweer boven het Lutine-wrakaangekomen. Op 7 mei was de eersteaÍdaling.De resultaten waren slecht. Op 25 juni werden de pogingen gestaakt.Er waren in totaal ruim driehonderdpiastersopgediept.In het laatstedagrapportvan 25 juni, nog niet eens de slechtstedag, stond opgetekend: "Op deze dag ging de duiker Gerrit Wijker naar het wrak. Na 45 minuten onder zijnde, kwant hi.i boven met 37 st. Spaansematten. De duiker rapporteerde,dat hij op de grond goed heeÍi kunnenzien, bevondenmet het diep lood 15 voet water"
Gee:;tgronden,ó ( 1999),nr. I
l1 tt
De Egmondseondernemingbegreep,dat er na vier jaar duiken niets meer te halen viel. Het verstandigebesluit werd genomenmet de winst op zak te stoppen.Tot en met 30 juni werden arbeidslonen,huren en verdereonkosten afgerekend.En hiermeewas het Egmondseaandeelbij de berging van de schattenvan de Lutine beëindied. Uit een schrijvenuit 1860 waarin duiker Albert Wijker zijn vrouw vertelt over de opgedokenschattenblijkt eens temeer welke goedezaken de Egmondersdeden.
ie$ 4"-. tll .Vr;rh '!r),'/t
t9\(az.'>'a-
).,&/^"f,a2o^^ *
ll
/c
.?6--.'e.!)^n 4^-*+á-aZ;/Zf'btrZt zá
e- 1./t>4.?*.-.*
u'- ru6n /;"á
tt^*ne /*^
-i
Afb. 6: Een tekstfragmentuit de b ri e f van A . W i j ker aan zi j n v ro u w : " 1858 den 24 A pri l i s A . Wijker v'eer na tle Lutine geg,qun is de zomer daar gew'eesttot 2I rrtob en heb in die ltmcr er uitgehattld een waarde van f 447.000" (uit collectieC. Blaauboer)
"-.-
,á,t
Bij 1857 staateen bedragvan2l mille, bij 1858441 mille en brj 185958 mille vermeld. In drie jaar dus meer dan een half miljoen gulden. Dat zou omgerekendnaar de huidige tijd toch gauw tussende vijf en tien miljoen gulden zijn. Albert Wijker was op Terschelling aangesteldals beheerder.Hij zorgde voor provianden het vervoerervan naarde bom. Een enkelekeer daaldehij zelf af naar het wrak, maar meestalliet hij dit werk over aan de jongere duikers. Over schipperJob de Groot en zijn bemanningben ik helaasnog niet veel te weten gekomen. Voor de familie Blaauboerwas het Lutine-verhaalnog niet afgelopen.Mijn Hij oom JogchemBlaauboer(1891-1969)was begin 1913op Terschelling. was daar leerling op de zeevaartschool.In die tijd waren er opnieuw bergingspogingenrond de Lutine. In de havenlag een bergingsschip,de Lttons. l8
Geesïgntnden,6 ( 1999),nr. I
's Zomers werd boven het wrak gewerkt. Jogchemvroeg toen aanzijn opa Cornelisde Groot (1831-1919)de administratieover de Lutine op te sturen. Cornelis had namelijk indertijd voor zijn vader Gerrit de Groot de boekhoudingbijgehouden. Opa verzondhet betreffendeboek. Het antwoordvan Joghemper brief van 8 februari 1913 is bewaard gebleven: "Het boek van de ,,Lutine" heb ik ontvangenen het aan eenige lui laten lezen. (...) Er is hier een mijnheer Oepkes,die getrouwd is met een dochter van dien mijnheer Echauzier waarmedeU samenwerkte.Die meneerkan zich nog goed herinneren,dat de goud staven uit de bom werden gedragen en dat de Egmonders in het ,,Scheepje"hun intrek namen.Hij zegt,dat ze er ongeveereen half millioen uit gehaald hebben,wat ook overeenkomtmet de opgavenin het boek.Hij zei ook, dat de Egmonders uit moestenscheiden,omdat de Terschellingers een boei, die aan heÍ roer van de ,,Lutine" yast zat, wegnamen,waardctor de Egmondershet wrak niet meer kondenvinden.De ,,Lyons" gaat van de zomerweer aan 't werk." Karimata Na 1860 zljn er nog vele bergingspogingenondernomen.Maar ze waren alle tot mislukken gedoemd.Voor de volledigheid de jaartallen,bergersen opbrengstenvan officiële pogingenop een rijtje: . 1800-1801:vissersvan Terschelling, Katwijk en Scheveningenbergen Í 669.240 . 1814-1821:opperstrandvonder P.Eschau2ier...........................nihil . 1856-I 861: Egmondseduikersonder leiding van Ir. Taurel.........529.487 f . 1886: Stoomschelpenzuigers Tíjd en Friesland..... 8.232 f r f887: idem. f 2.147 "f o 1888: idem.. 720 . 1910-1914:Een EngelseondernemingmetLyons .. nihil . 1924-1925: De hydraulischegrijper van Van Hecking Colenbranderen Van der Wallen nihil . l9Z8-I933: Schelpenzuigers van Rederij Doeksen....... nihil op enkelemuntenna 1933-t934:Frans Beckers met een duiktoren nihil l 93 8 : Billiton Mij. met tinbaggermolenKarimata éénstaafgoud................. / 1s.000 a a
Geesïgronden,6(1999),nr. I
t9
Officieel is dus / 1.224.826geborgen.Hoeveelmet namede eerstejaren op minder officiële wijze is opgediept,is niet meer na te gaan. De spectaculaireactiviteitenmet de Karimata verdienenin mijn ogen nog specialeaandacht.In de zomer van 1938 werd deze tinbaggermolenvan MijnbouwmaatschappijBilliton boven het wrak geplaatst.
Afb.7: De Karimata bij Terschelling
Het was met zijn lengte van 75 meter,zijn breedtevan 23 meter,een tonnage van 4200 en drie dieselmotorenvan 600 PK elk een van de grootste molens ter wereld. De 160 emmers van 400 liter konden op dertig meter diepteper uur 400 kuub grond verwerken. Op 9 juni begonnende motoren te draaienen haptende emmersvoor het eerstin de bodem van de zee op een diepte van 15 tot 30 voet (4,5 meter tot 9 meter) onder de waterspiegel.De nadering van de eersteherfststormen was reden om op 12 septemberde werkzaamhedente staken.Er was toen een stuk zeebodemafgewerkt van 200 bij 100 meter tot op een diepte van twintig meter.De opbrengstwas één gouden staaf,acht goudenmunten en 130 zilveren munten. Ook het hele wrak met alles wat erop en eÍaanzat was opgedregd. Van de totale opbrengstkwam twaalf mille ten goede aanBilliton De kosten van het project bedroegenniet minder dan f 442.550.De bergingspo20
Geestgronden,ó (1999), nr. I
ging betekendede laatsteaanval op de 'Kwelgeest' (de betekenisvan de naamLutine). Het was ook de meestspectaculaireen kostbare. Er was geenhalf werk gedaan.Mocht ooit nog iemandeen nieuwepoging willen ondernemen, dan is het wellicht nog mogelijk dat er goud of zilver gevondenwordt. Maar het is onmogelijk,dat nog iets van het schip zelf aangetrofÍ'en wordt. Dat is vergaanin 1J99,maarvernietigdin 1938! Mijn grootmoederChristinaJ. Blaauboer-de Groot ( 1866-i954),kleindochter van reder G. de Groot, wist veel over de Lutine te veÍellen. Zij had de duikersnog goed gekend.Ze warengeenduiker van beroep,maar dedendit werk als het zo uitkwam. Jan van der Plas bijvoorbeeld was scheepstimmerman en Albert Wijker was kasteleinte Egmond. Ook verteldemijn grootmoedermet enige trots dat het toentertijd merkbaargoed ging in Egmond. Tot meerderejaren na de berging haddenvelen profijt van de opbrengsten,zo haddende voormaligeduikershaar verteld. Ik ga intussenin gedachtenterug naar de vele jaren dat wij onze vakantie op Vlieland doorbrachten.Als we dan een strandwandelingom de noordoosthoekvan het eiland maakten,zag tk in mijn verbeeldingde kleine bomschuit Egmoncl'sHoop over heÍ,Stortemelk zellen. En in de veÍe zagen wij de geheimzinnigewitte brandingvan de Westergronden. Wij bezochtenvele malen het kerkhof van Vlieland, waar naastde lTde eeuwsekerk het graf van de gezagvoerderen twee van zijn officieren een prominenteplaatsinneemt.E
Bronnen: S.J. van der Molen, Goud irt cle golven. De ware geschiedenisvan de Ltuine. z.j. Nijgh & Van Ditmar,'s-Gravenhage-Rotterdam. The Lutine te Ter,gchelling1799. Rekening en Venuttw.oordingwelke bi.j clezeis doende Cerrit de Crooï von z.ijnegehouden Administratie ov'er de ontlerneming ter mogelijke ber54ingder ,schottenuit het Engelst'heSchip the Lutine op den ... or:tober1799 bii Tersthelling rand. (collectieC. Blaauboer) .qe.st
Geest,qronden, 6 (1999),nr. l
2l