© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
LESBOEK Cursus Leerboek Waterscooter
Egmondse Reddingsbrigade
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 1 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
Inhoud 1.
Introductie ...............................................................................................................3 1.1
Beleid ..............................................................................................................................................3
1.2
Waterscooter specificaties ..............................................................................................................3
1.3
Doel leerboek ..................................................................................................................................3
1.4
Cursus waterscooter .......................................................................................................................4
1.5
Algemene richtlijnen waterscooter ..................................................................................................5
2.
Detail foto’s .............................................................................................................6
3.
Techniek & Onderhoud ...........................................................................................9 3.1
Bedienings elementen.....................................................................................................................9
3.2
Starten.............................................................................................................................................9
3.3
Sturen........................................................................................................................................... 10
3.4
Jet aandrijving .............................................................................................................................. 10
3.5
Terugdraaien bij omslaan............................................................................................................. 10
3.6
Dashboard / informatiecentrum.................................................................................................... 11
3.7
Onderhoud ................................................................................................................................... 12
3.8
De waterscooter slepen in het water............................................................................................ 13
4.
Basis vaardigheden ..............................................................................................14 4.1
Vaarklaarmaken ........................................................................................................................... 14
4.2
Langzame lancering..................................................................................................................... 14
4.3
Snelle lancering............................................................................................................................ 15
4.4
Varen............................................................................................................................................ 15
4.5
Brandingvaren .............................................................................................................................. 16
4.6
Vaarhouding ................................................................................................................................. 16
4.7
Houding bij bochten ..................................................................................................................... 17
4.8
Aanlanden op strand .................................................................................................................... 17
5.
Reddingsmethode met behulp van de waterscooter .............................................18 5.1
Inleiding ........................................................................................................................................ 18
5.2
Vervoerswijze drenkeling: ............................................................................................................ 19
5.3
Werkgebied en veilige zone. ........................................................................................................ 19
5.4
Crew Pick-Up ............................................................................................................................... 20
5.5
Conscious person pick up ............................................................................................................ 21
5.6
Conscious person pick up (water)................................................................................................ 23
5.7
Unconscious person pick up ........................................................................................................ 25
6.
Begrippen & afkortingen: ......................................................................................27
7.
Bijlage(s):..............................................................................................................28 Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 2 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
1. Introductie 1.1 Beleid Met het oog op de toekomst en de huidige ontwikkelingen met betrekking tot de beschikbaarheid van vrijwilligers (tijdens en na de bewakingsuren) heeft de Egmondse Reddingsbrigade gekeken naar een vaartuig, geschikt voor het redden van drenkelingen, eenvoudig te lanceren en te bedienen door één of twee redders. Op basis van deze argumenten is in 2010 besloten (met goedkeuring van de leden) over te gaan tot de aanschaf van een waterscooter.
1.2 Waterscooter specificaties Merk/type
: SeaDoo 155-GTi
Lengte
: 336,8 cm
Breedte
: 123,1 cm
Leeg gewicht
: 338 kg
Brandstof tank : inhoud 60 liter
• Rescue-sled. De waterscooter en Rescue-sled zijn met elkaar verbonden dmv een pen wordt deze aan de waterscooter bevestigd. De sled is vervaardigd van kunstof, let op opwarming door de zon hierdoor kan de sled inwendig (lucht)druk opbouwen. Het gebruik van de sled heeft invloed op de vaareigenschappen van de waterscooter. Doorloop de checklist om gebreken op te sporen en te melden.
1.3 Doel leerboek Dit leerboek is ontwikkeld om nieuwe waterscooter bestuurders (operators) te leren omgaan met het vaartuig. De behandelde stof (theorie) zal de basis zijn voor de praktijk gerichte lessen. De waterscooter ook wel Personal Water Craft (PWC) is een gewoon vaartuig. Echter door zijn afmetingen, opbouw en krachtige jet-motor is dit een bijzonder vaartuig ten opzichte van het huidige materiaal waarmee de brigade nu vaart. Onthoud dat dit handboek een richtlijn is. Het komt niet in de plaats van gezond verstand en de persoonlijke beoordeling van een situatie waarmee men te maken krijgt.
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 3 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
Een veilig gebruik van de waterscooter vereist kennis en vaardigheden die de bestuurders opdoen door veelvuldig oefenen en ervaring(en) opgedaan bij inzetten. Gezien het feit dat de meeste ervaring en kennis over het redden met waterscooters uit het buitenland komt ontkomen we er ook niet aan om Engelstalige-termen te gebruiken en/of vertalingen daarvan. In het laatste deel van dit cursusboek is een lijst met voorkomende begrippen en verklaringen opgenomen.
1.4 Cursus waterscooter Eind mei 2010 hebben 9 ERB-leden een driedaagse opleiding gevolgd in het varen en redden van drenkelingen met behulp van de waterscooter. Deze opleiding werd gegeven door twee externe instructeurs die ruime ervaring hebben opgedaan met de waterscooter als vaartuig, als reddingsvaartuig en de bijkomende reddingsmethoden. Opdracht voor deze 9 leden is het opleiden van de overige ERB-leden die in aanmerking komen voor en aangegeven hebben om deze opleiding te volgen. De trainers zijn:
1. 6.
Erik Stephen
2. 7.
Mario Sven
3. 8.
Rick Wendy
4. 9.
Ron Werner
5.
Sandro
De opleiding zal bestaan uit een theoriedeel (presentatie & cursusboek) en twee praktijk blokken, afgesloten met een praktische vaardigheidstest. Theorie:
Presentatie Theorieboek
Praktijk 1:
Basis vaardigheden: Checklist. Vaar gereed maken Lanceren waterscooter Opstappen Houding (branding – cruise) Balance Starten/Stoppen Wegvaren/Vooruit & Achteruit. Stuureigenschappen. Technieken:
Praktijk 2:
Basis vaardigheden: Controlelijst Lanceren waterscooter. Technieken:
Vaardigheidstest:
Crew Pick-up
Crew Pick-up Conscious person pick up Conscious person pick up (water) Unconscious person pick up
De vaardigheidstest zal alles omvatten wat er tijdens de cursus is geleerd. Er zal worden gekeken naar zowel de theorie als naar praktijk vaardigheden. Het volgen van deze cursus is geen garantie voor slagen. Indien er aangeefbare redenen zijn om een cursist geen vaarbevoegdheid te geven dan zal dat aan de betrokken persoon kenbaar worden gemaakt. Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 4 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
1.5 Algemene richtlijnen waterscooter Eisen vanuit het huishoudelijk reglement: 1. Leden mogen de waterscooter alleen besturen indien men minimaal de 18 jarige leeftijd heeft bereikt en een opleiding schipper waterscooter met succes heeft gevolgd. 2. De waterscooter wordt alleen gebruikt voor de repressieve taak (uitruk), er worden dus geen patrouilles mee gevaren. 3. Er mag niet te hard gevaren worden, zeker niet vlak langs het strand en/of in het zwin. Tevens dient altijd buitenom (westelijk van) de zwemmers gevaren te worden. 4. Zeilboten (oa catamarans) hebben op zee altijd voorrang, ze zijn moeilijker manoeuvreerbaar dan motorboten. 5. Brildragende dienen te aller tijden een touwtje om de bril te hebben om verlies van de bril tegen te gaan (ERB is niet verzekerd tegen verlies van de bril). 6. Het dragen van een impactvest en een helm is verplicht voor de bestuurder (schipper) van de waterscooter. 7. De bestuurder (operator) van de waterscooter draagt de communicatiemiddelen. 8. De opstapper (crew, tweede opvarende) van de waterscooter, heeft evenals de operator de vaaropleiding waterscooter met succes afgerond. 9. De waterscooter wordt gestald in de loods en dient iedere strandwachtdag naar en van het strand vervoerd te worden. LET OP ! de maximale snelheid waarmee gereden mag worden is 30 km/h (dit geldt dus ook na een alarmering). De waterscooter zal in principe bediend worden door twee bemanningsleden; • • •
De operator die verantwoordelijk is voor de bediening en het manoeuvreren van de waterscooter. De crew die verantwoordelijk is voor het redden en borgen van de drenkeling. De bemanning moet beide functies kunnen uitvoeren.
De waterscooter is voor het redden van drenkeling(en) uitgerust met een rescuesled met een “d” (in vervolg sled) waarop de drenkeling door de crew wordt geborgen. Om de taken van operator en crew op een juiste en uniforme (eenduidige) manier uit te kunnen voeren is deze opleiding bestaande uit een theorie en meerdere praktijk onderdelen opgezet.
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 5 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
2. Detail foto’s
1. Waterscooter vaarklaar
2. Waterscooter vaarklaar
3. Buddy-seat ontgrendeling.
4. Stuur (R) met gashendel.
7. Dodemanskoortje (D.E.S.S-key)
10. Spiegel
5. Stuur (L) met remhendel (iBR).
8. Digitally Encoded
6. Stuur (R) met functie bedieningspaneel .
9. Start & Stop knop
Security System
11. Ontgrendeling voorruimte
12. Voorruimte geopend
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 6 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
13. Voorruimte
14. Mes aan achterschot voorruimte
15. Opslagruimte buddy-seat
16. Geopende opslagruimte buddy-seat
17. Brandstof tankdop
18. Motorruimte
*** Benzine, ongelood ! ***
(onder buddy-seat)
19. Motorolie peilstok.
20. Motorolie vuldop.
21. Koelvloeistof vuldop.
22. Jet aandrijving
23. Jet aandrijving
24. Spoel plug
(stand “uit” of achteruit)
(stand vooruit)
(uitlaat spoel systeem)
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 7 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
25. Loos stop
26. Bevestiging sled
27. Bevestiging sled
(aan beide kanten)
(bovenaanzicht)
(zijaanzicht)
31. Tweepunts koppeling tbv lierverbinding.
32. Trekoog Stuurboord spiegel tbv lierverbinding.
33. Strandtrailer tbv waterscooter.
34. Sled-steun op strandtrailer.
35. Bootstrap.
36. Banden trailer (dubb. as, ongeveerd 30KM/uur).
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 8 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
3. Techniek & Onderhoud Om de waterscooter inzetbaar te behouden zijn er checklisten gemaakt (bijlage 1). Er zijn twee versies, nl een controlelijst “voor gebruik” en een controlelijst “na gebruik”. Elke week zal door de Technische Commisie een week controle worden uitgevoerd. De verantwoordelijkheid om de dagelijkse controlelijst door te lopen en af te vinken ligt bij de strandwacht en/of bemanning van de waterscooter.
3.1 Bedienings elementen
1. Stuur. 2. Start/stop knop. 3. D.E.S.S.-sleutelcontact. 4. Gashendel. 5. Rem(achteruit) hendel. 6. Mode/set knop. 7. Selectie knop (zy). 10. Sportknop. 11. ECO-knop.
(8 & 9 zijn niet benoemd)
3.2 Starten 1. Controleer de waterscooter volgens de checklist (zie bijlage 1). 2. Indien deze in orde is druk dan éénmaal op het start knopje (fig.1), de lampjes zullen dan gaan branden op het dashbord. 3. Bekijk dit zorgvuldig en kijk zoal naar het brandstofniveau en of er geen storingen zijn.
Fig. 1 4. Plug de sleutel om de connector onder je stuur. Als de sleutel goed zit en herkend wordt zal de scooter 2x een piep geven. 5. Nu kan de motor gestart worden door nogmaals de startknop in te drukken tot de motor aan slaat. Geef hierbij geen gas want dan slaat de motor niet aan!
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 9 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
3.3 Sturen Door aan het stuur te draaien zwenkt de jetstraalbuis en verandert de waterscooter van richting. Als het stuur naar rechts draait, zwenkt de waterscooter naar rechts en omgekeerd. Er moet echter wel gas gegeven worden om de waterscooter te laten draaien. Dit in tegenstelling tot een auto waarbij de auto alleen maar moet “voortbewegen” om te kunnen sturen. De stuurprestatie hangt af van het aantal passagiers, de lading, de omstandigheden op het water en omgevingsfactoren zoals de wind. Oefen gas geven en wegvaren van een ingebeeld object op een veilige plek. Dat is een goede techniek om aanvaringen te voorkomen. Wanneer de motor stil ligt (geen voortstuwing) ontbreekt de controle helemaal. De waterscooter gedraagt zich anders met een passagier en vergt dan een grotere stuurvaardigheid. In principe komen er geen passagiers (of crew) op de buddyseat te zitten. Matig de snelheid en vermijd scherpe bochten bij het vervoeren van de crew en/of passagier op de sled en vermijd woelig water. Manoeuvreer door gebruik te maken van de gashendel en/of remhendel, schakelen naar neutraal, achteruit of vooruit, al naargelang de situatie. Denk eraan: bij besturing in achteruit wordt de stuurrichting omgekeerd. Als u het stuur naar links draait, zwenkt de achtersteven in achteruit naar rechts en omgekeerd. Denk eraan dat als de voet-boorden van de waterscooter vol staan met water, het vaargedrag ook anders zal zijn.
3.4 Jet aandrijving Belangrijk is de aanzuiging van de jet. Deze kan behoorlijk aanzuigen indien men in een touw, zak of over een persoon heen vaart kan dit in en om de as getrokken worden. Zet dan direct de motor uit en inspecteer daarna de inlaat zorgvuldig. De bodemvrijheid (Fig. 2) zou optimaal zo`n 90 centimeter moeten bedragen. Probeer dit te handhaven !!!. Vermijd ondieptes, dit kan als gevolg hebben dat er onnodige slijtage ontstaat en er onnodig kosten Fig. 2 gemaakt moet worden.
3.5 Terugdraaien bij omslaan De waterscooter is zo ontworpen dat hij nietmakkelijk omslaat. Twee stabilisatievinnen aan de zijkant van de romp verhogen de stabiliteit van de waterscooter nog. Echter als hij omslaat, blijft het gekapseisd. Om de waterscooter terug rechtop te draaien moet u ervoor zorgen dat de motor is uitgeschakeld en de start-sleutel NIET in het contact zit. Hiermee voorkomt men schade aan de motor en persoonlijk letsel door draaiende delen. Grijp vervolgens het inlaatrooster, stap op de bumperrail en gebruik uw gewicht om de waterscooter naar u toe te draaien. Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 10 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
OPMERKING: Een etiket op de achtersteven bij de spoelkoppeling geeft instructies over hoe de waterscooter rechtop kan worden gedraaid. Het etiket is ondersteboven aangebracht zodat het leesbaar is als de waterscooter is omgekanteld. Kijk hoeveel water er in de waterscooter staat. Is dit niet meer dan 15 cm dan kun je de motor volgas starten doe dit zo`n 10 seconden hierna kun je de motor op de normale manier starten en de waterscooter gebruiken. Indien er meer water dan 15 cm in staat of de motor heeft langer dan 5 minuten onder water gelegen dient de machine terug naar de wal en niet meer gebruiken (direct contact opnemen met de technische commissie). Als de waterscooter door omslaan niet meer start “stop” dan met verdere pogingenen. Breng de waterscooter aan de wal, spoel deze ruim uit en af met leidingwater, informeer de technische commissie voor verdere herstelacties.
3.6 Dashboard / informatiecentrum 1. Tekst meldingen (status, storingen, etc.) 2. Numeriek weergave display 3. Touring modus indicator 4. Sport modus indicator 5. Brandstofpeil indicator 6. Bedrijfsuren meter 7. Waterdiepte meter (optioneel) 8. Motor storing indicator 9. Onderhoud indicator 10. Motor temperatuur indicator 11. iBR storing indicator 12. ECO verbruik modus indicator 13. Cruise- modus indicator (optioneel) 14. iBR-stand (neutraal, vooruit, achteruit) 15. VTS-stand indicator (optioneel)
Het multifunctionele systeem geeft standaard de kompaskoers gebruikmakend van de beschikbare GPS informatie (min. snelheid 5 KM per uur ). Als het GPS-signaal om een of andere reden wegvalt, wordt gebruikgemaakt van een standaardmodus, die de snelheid berekent aan de hand van informatie van andere systemen, wat een geschatte snelheid van de waterscooter oplevert. De nummerieke en multifunctionele displays op het digitale scherm kunnen worden gebruikt om verschillende aanduidingen te geven, bedrijfsmodi te selecteren en instellingen te veranderen. Indicatorlichtjes (verklikkerlichtjes) in de snelheidsmeter en tachometer wijzen u op een geselecteerde functie of een systeemerror. Een indicatorlichtje kan samengaan met een schuivende melding op het multifunctionele scherm. Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 11 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
Raadpleeg de volgende tabel voor informatie over de meest gebruikte verklikkerlichtjes.
Een indicatiebalk onderaan rechts op het digitale scherm duidt doorlopend de hoeveelheid brandstof in de brandstoftank aan terwijl u vaart. Als de brandstoftank vol is, worden 8 segmenten (staafjes) weergegeven. Bij indicatie laag brandstofpeil, ongeveer 25% van de tankinhoud (circa 14 liter).
Bij aangaan onderhoudsleutel (oranje) dan contacten met de strandwacht.
3.7 Onderhoud Onderhoud is van groot belang om de waterscooter in een veilig functionerende staat te houden. Extra onderhoud wordt geadviseerd voor gebruik in vuil - of zout water. Als de waterscooter wordt gebruikt in vuil water en vooral in zout water, dient extra zorg te worden besteed aan de bescherming van de waterscooter en onderdelen ervan. Spoel de waterscooter uitwendig af met ruim zoet water (bij voorkeur leidingwater). Reinig het ruim nooit met een hogedrukreiniger, inwendige reiniging wordt door de technische commissie uitevoerd. Hoge druk kan schade aanrichten aan de elektrische of mechanische systemen.
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 12 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
Í Inspecteer de rijplaat en het waterinlaatrooster van de jetpomp op beschadigingen.
Onderhoud na gebruik
Î Spoelen uitlaatsysteem
Het uitlaatsysteem dient dagelijks te worden gespoeld als de waterscooter in zout of vuil water is gebruikt. Het helpt ook om zand, zout, schelpen of andere vuildeeltjes te verwijderen uit koelmantels en slangen. Bij het spoelen van het uitlaat systeem dient men de volgende volgorde/werkwijze aan te houden. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Zorg dat de zoetwaterslang met snelkoppeling gereed ligt (waterdruk aanwezig). Start de motor van de waterscooter. Sluit dan de waterslang middels snelkoppeling aan op de spoelplug. Spoel het uitlaatsysteem nu voor enige minuten door. Verwijder de waterslang van de spoelplug. Geef kortstondig gas (overtolig spoelwater wordt weggepompt). Stop de motor, en verwijder de sleutel..
LET OP !! : Indien men het water aansluit zonder de motor te starten kan het water de motor inlopen. Met alle gevolgen van dien.
3.8 De waterscooter slepen in het water. Om een Seadoo waterscooter te slepen in het water dient u bijzondere veiligheidsmaatregelen te nemen. De aanbevolen maximale sleepsnelheid bedraagt 24 km/h. Zo voorkomt u dat het uitlaatsysteem kan vollopen, wat zou kunnen leiden tot water in de motor. Wanneer de motor niet draait valt de uitlaatdruk weg die het water normaal uit de uitlaat naar buiten stuwt.
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 13 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
4. Basis vaardigheden Inleiding In principe is het de bedoeling dat, in ieder geval bij reddingswerk, de waterscooter door twee leden wordt bevaren: Operator en Crew. De doelstelling van een redding met de waterscooter is om de drenkeling van een oncontroleerbare situatie (zee) naar een controleerbare situatie te brengen (strand).
4.1 Vaarklaarmaken ‐
Controlelijst waterscooter nalopen (zie hoofdstuk techniek en onderhoud, bijlage 1). ‐ Persoonlijke veiligheids uitrusting in orde hebben: helm, impactvest, dodemanskoord en portofoon. ‐ Eventueel wetsuit en waterschoentjes. ‐ Bevestig het dode-manskoord aan je impactvest in plaats van aan je pols. Bij het oppikken van een drenkeling zul je je armen wijd uitslaan waarbij je het dode-manskoord eruit trekt en de motor kan afslaan. Ook kan het dodemanskoordje van de pols afschuiven bij het overboord vallen. Probeer altijd 90 centimeter water onder de waterscooter te houden om te voorkomen dat zand en schelpen in de jetaanzuiging komen waardoor de impeller kan beschadigen.
4.2 Langzame lancering ‐ ‐ ‐
De waterscooter wordt door operator en crew op de trailer tot aan de waterlijn gebracht. Daar wordt hij losgekoppeld en in het ondiepe en met meerdere mensen het water in gesleept. Hierbij zal de crew aan de bakboordboeg staan en de punt van de waterscooter in de golven houden met behulp van de bootstrap (touw). ‐ De operator kan op elk moment op de waterscooter stappen om te kunnen gaan varen. ‐ De crew gaat pas op de sled liggen zodra de operator het sein “GO, GO, GO” geeft dat ze kunnen. ‐ Waterscooter is volledig operationeel en kan ingezet worden. Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 14 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
4.3 Snelle lancering ‐ ‐ ‐ ‐
Dit alleen te doen als de toestand van de zee dit toelaat (dus geen tot weinig branding aan de waterlijn). Operator gaat op de waterscooter zitten. Crew en mogelijk leden/aanwezigen duwen de waterscooter nabij de waterlijn. Crew en mogelijk wat hulp zullen de waterscooter losmaken van de trailer. ‐ Operator start de motor net voor hij het water ingaat. ‐ Bij het raken van het water, dient de trailer te stoppen zodat de waterscooter doorschiet het water in en meteen verder kan varen omdat de motor al gestart is. ‐
‐ ‐
Crew (met mogelijk wat hulp) trekt de trailer uit het water.
Crew gaat klaarstaan in het water om opgepikt te worden (zie hoofdstuk reddingsmethoden). Waterscooter is volledig operationeel en kan ingezet worden.
4.4 Varen ‐
De waterscooter is uitgerust met een sled. Deze zorgt ervoor dat de vaareigenschappen anders zijn dan wanneer zonder sled wordt gevaren. Zolang er niemand op de sled ligt zul je hier weinig van merken. Wanneer er iemand op de sled ligt of zit zullen door het gewicht van de persoon de vaareigenschappen veranderen, dit met name in de bochten!
‐
De waterscooter zal met een laagtoerental veel minder goed (of zelf niet) reageren op sturen dan er met een hoger toerental wordt gevaren. Let hier dus op tijdens het aanvaren van een drenkeling of object!
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 15 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
4.5 Brandingvaren ‐
Houding: je staat met brandingvaren met twee benen iets naar achteren.
‐
Door de branding heen varen, dienen de brekers indien mogelijk vermeden te worden.
‐
Je vaart onder een hoek van circa 45 graden door de golven heen.
‐
Bij het nemen van een golf neem snelheid terug voordat je over een golf gaat. Ook verander je je houding naar ‘liggend’ om zo de brekende golf niet op jezelf te laten slaan. Denk aan wat je geleerd hebt tijdens het varen met de snelle boot. Veel van deze vaardigheden komen ook weer terug bij de waterscooter.
‐
Blijf altijd in de golfdalen of op de rug van golf voor je. Ga hier niet overheen en let op dat de achteropkomende golf je niet in haalt. Bij “wit” water, zul je cavitatie krijgen, dus volgas geven is niet verstandig; doceer het gas.
‐
4.6 Vaarhouding ‐
De houding op de waterscooter is voor de operator met het bakboord been naar achteren, en het stuurboord been naar voren.
‐
Je staat altijd actief en gaat nooit zitten, dit is om de klappen op te kunnen vangen.
‐
De crew heeft een liggende houding op de sled en zal zich met zijn armen in een diagonaal vasthouden voor een betere stabiliteit. Dus 1 hand aan de bovenste greep en 1 hand aan een zijgreep. Bij een inzet/redding ALTIJD het vizier naar beneden, om letsel te voorkomen. !!! Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final
Page 16 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
4.7 Houding bij bochten ‐
Bij het maken van een bocht met een drenkeling of crew achterop, leun je in de richting waarop je gaat draaien, zodat de persoon achterop ook het idee heeft waar je heengaat.
‐
Vermijd onverwachte manoeuvres, sein de crew op tijd in bij wat je gaat doen.
4.8 Aanlanden op strand ‐ ‐ ‐
In principe hetzelfde als met een boot, al moet je opletten dat je bij te veel gas en snelheid in 1 keer stil komt te liggen. Vermijd dit! Zet de motor op tijd uit zodat er geen zand in de jetaanzuiging komt! Als de waterscooter stil is komen te liggen gelijk de sled omhoog doen!
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 17 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
5.
Reddingsmethode met behulp van de waterscooter
5.1 Inleiding In principe is het de bedoeling dat, in ieder geval bij reddingswerk, de waterscooter door twee leden wordt bemand: operator en crew. De bedoeling van een redding met de waterscooter is om de drenkeling van een oncontroleerbare situatie (zee) naar een controleerbare situatie te brengen (strand). Er zijn 4 technieken voor “Pick Up`s” welke met behulp van de waterscooter uitgevoerd kunnen worden. * Deze technieken zullen verder in dit het hoofdstuk in detail worden behandeld.
1. Crew Pickup
2. Conscious person pick up. (een bij bewustzijnde drenkeling oppikken)
3. Conscious person pick up (water)
4. Unconscious person pick up
(een bijbewustzijnde drenkeling oppikken (water))
(een buitenbewustzijnde drenkeling oppikken)
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 18 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
5.2 Vervoerswijze drenkeling: •
De drenkeling ligt bij de methode 2 en 3 met zijn gezicht naar beneden op de sled.
•
De drenkeling ligt pas ‘secure’ wanneer deze met drie punten vast ligt: knieën, ellebogen en borst.
•
De armen van de drenkeling hebben de buitenste handgrepen vast en de crew heeft de voorste handgrepen vast, onder de oksels van de drenkeling door.
Plaatsen van een slachtoffer (secure) bij methode 4 •
De drenkeling ligt bij methode 4 met zijn gezicht naar boven op de sled.
•
De drenkeling ligt pas ‘secure’ wanneer deze met drie punten vast ligt: knieën, ellebogen en in mindere mate borst (dit in verband met mogelijk zuurstof tekort).
•
De armen van de drenkeling hebben de buitenste handgrepen vast en de crew heeft de voorste handgrepen via de oksels van de drenkeling vast.
5.3 Werkgebied en veilige zone. Het werkgebied waarbinnen de waterscooter opereert bevindt zich tussen twee golven. Dit is buiten het gebied waarin een golf breekt en daarbij de waterscooter kan overspoelen en tot het gebied waarin een golf breekt en men spreekt van “wit” water. De veilige zone is het gebied waarin de waterscooter veilig en vrij kan manoeuvreren. Hierbij valt dan te denken aan een locatie zonder brekers, voldoende diepte, en geen opstakels. Bij een crew pick-up zal de crew niet eerder het signaal voor de pick-up geven voordat hij/zij zich ervan overtuigt heeft dat dat een veilige zone is. Dart-In manoeuvre is de term die gebruikt wordt voor de techniek van een reddingsactie waarbij gestart wordt vanuit een veilige-zone met een drenkeling in een onveilige zone, waarbij snelheid en samenwerking tussen operator en crew optimaal dient te zijn om een geslaagde redding uit te kunnen voeren. Indien de actie niet succesvol is zal een tweede poging wederom vanuit de veilige zone worden gestart. Het kan in die situatie zijn dat de Crew bij de drenkeling achtergebleven is om deze te ondersteunen en gereed te maken voor de tweede pick-up poging.
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 19 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
5.4 Crew Pick-Up Een ‘crew pick up’ wordt uitgevoerd op zee waarbij de operator als enige nog op de waterscooter zit. De operator pikt de crew op vanuit het water (veiligheids zone) en helpt deze op de sled. Stappen:
1. Bij het zien van elkaar maken de operator en crew zich gereed voor een pick up.
2. De Crew geeft door middel van het omhooghouden van de linker arm aan dat hij/zij gereed is voor een ‘crew pick-up’ aan de operator.
3. Operator reageert door middel van het omhooghouden van de linker arm op afstand (circa 50 meter).
4. Hierna zorgt de operator voor een ruime aanvaarafstand (circa 30 tot 50 meter).
5. Bij het aanvaren houdt de operator zijn linker arm in de lucht.
6. Bij nadering binnen 5 tot 10 meter steekt de operator zijn arm zijwaarts voor het vastpakken van de crew. De operator vermindert hierbij iets van zijn snelheid.
7. De operator schreeuwt naar de crew “POLS/POLS” of “HAND/HAND”.
8. De operator maakt contact met het crew (pols/pols of hand/hand) en de operator begeleid de crew naar de sled. Operator stuurt iets stuurboord. 9. Wanneer de crew de sled vast heeft schreeuwt de crew “LOS” en de operator laat hierna de crew los en maakt zich vaargereed.
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 20 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
10. Crew klimt op de sled en de crew schreeuwt wanneer hij/zij gereed en vast ligt “GO, GO, GO”. De operator vaart hierop weg.
5.5 Conscious person pick up Een ‘conscious person pick up’ wordt uitgevoerd op zee waarbij de waterscooter volledig bemand is, dus met operator en crew. De operator geeft de (bij kennis zijnde/meewerkende) drenkeling door aan de op de sled liggende crew. De drenkeling komt met zijn gezicht naar beneden op de sled te liggen.
Stappen: 1. Bij zien van de drenkeling maken operator en crew zich gereed voor een pick up. 2. Operator maakt door middel van het omhooghouden van de linker arm op afstand (circa 50 meter) contact met de drenkeling.
3. De drenkeling geeft duidelijke een reactie (indien dat niet zo is zie ‘conscious person pick up (water)’ of ‘unconscious person pick up’).
4. De operator schreeuwt de status van de drenkeling: “REAGEERT GOED, REAGEERT GOED, REAGEERT GOED”. 5. Hierna zorgt de operator voor een ruime aanvaarafstand (circa 30 tot 50 meter).
6. Bij het aanvaren houdt de operator zijn linker arm in de lucht.
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 21 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
7. Bij nadering binnen 10 meter afstand en schreeuwt de operator nogmaals de status van de drenkeling door: “REAGEERT GOED, REAGEERT GOED, REAGEERT GOED. De crew maakt zich gereed om bij de drenkeling van de operator op te vangen.
8. Bij nadering binnen 5 tot 10 meter steekt de operator/crew zijn arm zijwaarts voor aanpakken van de drenkeling. De operator vermindert hierbij iets van zijn snelheid.
9. De operator schreeuwt naar de drenkeling: “PAK MET JE LINKERHAND MIJN ARM BIJ DE POLS, PAK MET JE LINKERHAND MIJN ARM BIJ DE POLS, PAK MET JE LINKERHAND MIJN ARM BIJ DE POLS”. De crew maakt zich ondertussen gereed voor overname van de drenkeling.
10. De operator maakt contact met de drenkeling (pols/pols) en geeft de drenkeling door aan de crew. Operator stuurt iets stuurboord. 11. Wanneer de crew de drenkeling vast heeft schreeuwt hij het sein “LOS” en de operator laat hierna de drenkeling los en maakt zich vaargereed. 12. De crew pakt de drenkeling over met de rechter hand (rechts/rechts), legt deze hand nabij een handvat en schreeuwt naar de drenkeling: “PAK MET JE RECHTER HAND DIT HANDVAT STEVIG VAST”. De Crew zorgt ervoor dat de drenkeling op de sled komt te liggen. 13. Crew schreeuwt tegen de drenkeling “ARMEN WIJD” zodat de crew via de oksels van de drenkeling bij de voorste handgrepen kan. 14. Crew maakt de drenkeling ‘secure’ (knieën, ellebogen en borst) en geeft wanneer gereed het sein “GO, GO, GO”. De operator vaart hierop weg. 15. Operator vaart de waterscooter inclusief crew/drenkeling op de sled naar strand.
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 22 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
5.6 Conscious person pick up (water) Een ‘conscious person pick up (water)’ wordt uitgevoerd op zee waarbij de waterscooter volledig bemand is, dus met operator en crew. De crew helpt de drenkeling (redelijk bij kennis zijnde/meewerkend) in het water. De operator ‘krijgt’ de drenkeling aangereikt van de (in het water liggende) crew, hierna zorgt de crew ervoor dat de drenkeling op de sled komt en voegt zich later op de sled. Drenkeling komt op zijn gezicht naar beneden op de sled te liggen. Stappen: 1. Bij zien van de drenkeling maken operator en crew zich gereed voor een pick up.
2. Operator maakt door middel van het omhooghouden van de linker arm op afstand (circa 50 meter) contact met de drenkeling.
3. De drenkeling geeft geen duidelijke reactie (indien dat niet zo is zie ‘conscious person pick up’ of ‘unconscious person pick up’).
4. De operator schreeuwt de status van de drenkeling: “REAGEERT SLECHT, REAGEERT SLECHT, REAGEERT SLECHT”. 5. Hierna zorgt de operator voor een ruime aanvaarafstand (circa 30 tot 50 meter).
6. Bij het aanvaren houdt de operator zijn linker arm in de lucht. 7. Bij nadering binnen 10 meter afstand en geeft de operator nogmaals de status van de drenkeling door: “REAGEERT SLECHT, REAGEERT SLECHT, REAGEERT SLECHT”. De crew maakt zich gereed om bij de drenkeling te springen. 8. Bij nadering binnen 5 tot 10 meter steekt de operator/crew zijn arm zijwaarts voor aanpakken van de drenkeling. De operator vermindert hierbij iets van snelheid.
9. Operator krijgt bij aankomst geen contact met het slachtoffer en de crew gaat te water bij de drenkeling. Operator gaat met waterscooter naar veiligheids-zone.
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 23 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
10. Crew draagt zorgt voor de drenkeling en steekt wanneer klaar de linker arm van de drenkeling omhoog. De operator reageert hierop met een armsignaal.
11. Operator reageert door middel van het omhooghouden van de linker arm op afstand (circa 50 meter).
12. Hierna zorgt de operator voor een ruime aanvaarafstand (circa 30 tot 50 meter).
13. Bij het aanvaren houdt de operator zijn linker arm in de lucht.
14. Bij nadering binnen 5 tot 10 meter steekt de operator zijn arm zijwaarts voor aanpakken van de drenkeling. De operator vermindert hierbij iets van zijn snelheid.
15. De crew steekt de linkerarm van de drenkeling omhoog zodat de operator deze kan aanpakken en de drenkeling kan begeleiden naar de sled. 16. De operator schreeuwt naar de drenkeling: “PAK MET JE LINKERHAND MIJN ARM BIJ DE POLS, PAK MET JE LINKERHAND MIJN ARM BIJ DE POLS, PAK MET JE LINKERHAND MIJN ARM BIJ DE POLS”. De crew maakt zich gereed voor overname van de drenkeling. 17. Wanneer de crew de drenkeling onder controle heeft schreeuwt de crew “LOS” en de operator laat hierna de drenkeling los en maakt zich vaargereed. Operator stuurt iets stuurboord.
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 24 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
18. Crew pakt de sled onder de drenkeling door met twee handen, zo kan de drenkeling op de sled ‘gerold’ worden.
19. Crew zorgt ervoor dat de drenkeling op de sled komt te liggen. 20. Crew schreeuwt tegen de drenkeling “ARMEN WIJD” zodat de crew via de oksels van de drenkeling bij de voorste handgrepen kan. 21. Crew maakt de drenkeling ‘secure’ (knieën, ellebogen en borst) en indien gereed schreeuwt de crew: “GO, GO, GO”. De operator vaart hierop weg. Operator vaart de waterscooter inclusief crew/drenkeling op de sled naar strand.
5.7 Unconscious person pick up Een unconscious person pick up wordt uitgevoerd op zee waarbij de waterscooter volledig bemand is, dus met operator en crew. De operator en crew zorgen ervoor dat de drenkeling via de achterkant op de sled komt te liggen. De drenkeling komt op zijn gezicht naar boven op de sled te liggen.
Stappen: 1. Bij zien van de drenkeling maken operator en crew zich gereed voor een pick up. 2. Operator maakt door middel van het omhooghouden van de linker arm op afstand (circa 50 meter) visueel contact met de drenkeling.
3. De drenkeling geeft geen reactie (indien anders zie ‘conscious person pick up’ of ‘conscious person pick up (water)’).
4. De operator schreeuwt de status van de drenkeling: “REAGEERT NIET, REAGEERT NIET, REAGEERT NIET”. 5. Hierna zorgt de operator voor een ruime aanvaarafstand (circa 30 tot 50 meter). 6. Bij nadering binnen 10 meter afstand en geeft de operator nogmaals de status van de drenkeling door: “REAGEERT NIET, REAGEERT NIET, REAGEERT NIET”. De crew maakt zich gereed om de drenkeling op te vangen. Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 25 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
7. Bij nadering binnen 5 tot 10 meter gaat de crew de zijkant (bakboord) hangen van de sled met gespreide armen. De operator vermindert hierbij iets van snelheid.
8. Crew vangt de drenkeling op en neemt plaats achter de sled. Operator blijft alert en stuurt iets stuurboord.
9. Wanneer crew gereed schreeuwt de crew: “VOORUIT”. Hierop geeft operator gas en zorgt ervoor dat de crew en de drenkeling iets horizontaal komt.
10. Wanneer crew gereed schreeuwt de crew: “ACHTERUIT”, vervolgens wanneer nodig “ACHTERUIT, ACHTERUIT, ACHTERUIT, ETC, ETC.”. De operator slaat achteruit en zorgt ervoor dat de sled bijna verticaal in het water komt zodat de crew de drenkeling gemakkelijk kan plaatsen. De drenkeling wordt als het ware opgeschept met de sled. 11. Crew pakt via de oksels van de drenkeling de voorste handgrepen. 12. Crew maakt de drenkeling ‘secure’ (knieën, ellebogen en in mindere mate borst) en indien gereed schreeuwt de crew: “GO, GO, GO”. De operator vaart hierop weg. 13. Operator vaart de waterscooter inclusief crew/drenkeling op de sled naar strand.
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 26 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
6. Begrippen & afkortingen: Bootstrap Cavitatie
Crew D.E.S.S.- sleutel /slot
GPS Helm iBR
Impact vest Jetpomp Leersleutel
Multifunctioneel display Operator PWC Rijplaat RPM Sled Sport modus
Tachometer VTS Waterinlaatrooster Waterscooter Wit water
Kort stuk touw, verbonden aan het trekoog van de boeg, gebruikt om de waterscooter op de golven te kunnen houden. Cavitatie is het verlies van voortstuwings vermogen omdat water met lucht de druk doet verminderen, geen druk, geen voortstuwing. Bij teveel cavitatie kan de motor beveiliging (tegen overbelasting) de motor op 40% van zijn motor vermogen begrenzen (tijdens een inzet kan dat heel vervelend zijn). Bemanning van de waterscooter, verantwoordelijk voor het redden van en borgen van de drenkeling. Reddingszwemmer. D.E.S.S. Staat voor Digitally Encoded Security System. De waterscooter maakt gebruik van een electronische startsleutel die met een koord (dodemanskoord) verbonden is met de operator. Global Positioning System, gebruikt voor de snelheidsweergave van de waterscooter Verplichte veiligheids kleding op de waterscooter, voorkomt letsel bij stoten. Helm heeft twee type vizier, kort is voor de operator, lang is voor de crew. De waterscooter maakt gebruik van een elektronisch geregeld rem- en achteruitsysteem, het zogenaamde iBR-systeem (intelligent Brake and Reverse) Verplichte veiligheids kleding op de waterscooter, voorkomt letsel bij stoten. Wordt gedragen als vest, geeft ook drijfvermogen als men in het water ligt. Het onderdeel waarin de druk van het water wordt verhoogt om voortstuwing te verkrijgen. De D.E.S.S. Sleutel is er ook als leersleutel, de instellingen op deze sleutel brengt het motor vermogen terug tot een vooraf ingestelde waarde (bv 60%). De leersleutel is herkenbaar aan een "groene" drijver en de "normale" sleutel heeft een Gele drijver. Onderdeel van het dashboard, geeft diverse meetwaarde, afhankelijk van de menu/programma instellingen. Bestuurder en bedienaar van de waterscooter, verantwoordelijk voor het sturen van het vaartuig. Personal Water Craft, Amerikaanse benaming voor waterscooter. Onderdeel van het koelsysteem, bevindt zich achter bij de spiegel onder de romp. Rounds Per Minute, het aantal omwentelingen van een as wordt uitgedrukt in RPM. Men spreekt ook over toerental: Vertaald: Slee, in deze documentatie wordt daarmee de rescue-sled bedoeld. Drijvend vlot/platform, uitgerust voor het redden van drenkelingen. Sport modus is een instelling van het motor management en kan vanuit de menu structuur worden geactiveerd. De motor zal in deze modus sneller reageren op het gebruik van de gashendel. Onderdeel van het dashboard, geeft het toerental van de motor weer. Variabel Trim Systeem, trim systeem om de waterscooter bij hogere snelheid te kunnen trimmen. Rooster voor de waterinlaat, die de grotere stukken vuil uit de waterinlaat moet weren om beschadiging van de impeller te voorkomen. (Bron: van Dale) een door een waterstraal voortbewogen scooterachtig vaartuig Water waarin veel lucht zit, denk aan brekende golven, hekgolf van een ander of eigen vaartuig Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 27 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
7. Bijlage(s): BIJLAGE 1: CHECKLIST
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 28 of 29
© Egmondse Reddingsbrigade 2012
Vaaropleiding Waterscooter
Notities:
Date: 05.06.2012 Version: V3.0.0 Status: Final Page 29 of 29